AVENIR LEMBEEK werd gesticht op Paaszondag 4 april 1915. Duitsland was op 4 augustus 1914 ons land binnengevallen, en iedereen dacht dat deze oorlog maar een paar maanden zou duren. Een grote misrekening. Op dat ogenblik, na 8 maanden oorlog, waren de militaire operaties louter geconcentreerd in de Westhoek, en dit nog tot 11 november 1918. Op Paaszondag 1915, in Nieuwerkerken, 14 kilometer van Ieper ging pastoor Reynaert voor, in de Paasmis. De gemeenschap hoorde een vliegtuig naderen, de dienst ging gewoon verder, een bom boorde zich door het dak van deze kleine kerk, en ontplofte in het midden van het koor. Pastoor Reynaert, tesamen met 12 andere personen werden gedood.
Pater Benedictus Van Doninck schreef dezelfde dag in zijn dagboek in Bornem: op last van de doctoors worden de zieke kinderen, die thuis geen voldoende verzorging hebben, naar het gasthuis gebracht , er zijn er vandaag 8 binnengekomen, 20 kinderen stierven er in de gemeente op 8 dagen. De bevolking leefde op karige rantsoenen, en dan nog tegen enorm gestegen prijzen, in 1915, een verhoging van 71% voor een brood, 31% meer voor boter, 46% meer voor aardappelen, over vlees spreek ik zelfs niet, en dit was maar een begin, in 1918 waren alle prijzen minstens verviervoudigd. U zie het, kommer en kwel. Heel wat Belgen werden in Duitsland krijgsgevangen gehouden. Hun toestand was daar bijzonder precair. Om de Lembeekse krijgsgevangenen te steunen, door meer bepaald voedselpakketten op te sturen met medewerking van het Rode Kruis en de toenmalige Openbare Onderstand, werd er op Paaszondag 1915 een voetbalclub opgericht, om voor dat doel gelden te verzamelen. De eerste wedstrijd ging een week later door, op 11 april 1915 tegen Crossing Ganshoren. De uitslag is niet bekend, maar wel de opbrengst, 176,40 frank, hetzij nu ongeveer € 1032,38, een aanzienlijk bedrag toen. Om een naam te vinden, was men blijkbaar inspiratieloos, men baseerde zich op de naam van de toneelvereniging “De toekomst”, die vertaald werd als
AVENIR. De clubkleuren, waren, zoals gebruikelijk deze van de gemeente, hetzij wit/zwart. Honderd jaar schijnt heden ten dage niet zo spectaculair. Twee generaties geleden was een gouden huwelijksjubileum een evenement, vandaag is dit wekelijkse kost. Halle heeft verenigingen van meer dan 225, 150, 135 jaar enz, maar deze situeren zich uitsluitend in de muziekwereld. Logisch deze kenden een enorme boost midden 19de eeuw, door de ontwikkeling van de instrumenten. In de sport ligt dit gans anders. Officieel wordt er maar sinds 1895 aan voetbal gedaan in België. Elke club krijgt bij zijn aansluiting een stamnummer, Avenir Lembeek kreeg het nummer 142 toegewezen. Vandaag is het laatste toegekend 9643. Logischerwijze zou men kunnen denken dat dus, voor ons, 141 clubs hun eeuwfeest hebben gehad. Dit is echter niet zo. Van deze 141 zijn er 76 gewoonweg verdwenen, en van de 65 overblijvenden hebben verschillende een oud stamnummer dat niet overeenkomt met hun jongere stichtingsdatum, door overname van stamnummer, of door een fusie. Rekening houdende met deze elementen, kan men stellen dat Avenir Lembeek, grosso modo bij de 50 oudste voetbalclubs van België behoort, en veruit de oudste in een wijde omgeving. In dat perspectief is 100 jaar wel degelijk heel bijzonder. Sportief verliep het, laat ons eerlijk zijn, zoals bij alle voetbalclubs, winst en verlies, magere en vette jaren. De eerste promotie naar de 2de gewestelijke afdeling,werd gevierd na afloop van het seizoen 1925/26, maar de volgende jaren zou men steeds tussen 2de en 3de bengelen. Koninklijk werden we bij beslissing van 17 september 1952. In 1955 steeg men voor het eerst naar 1ste provinciale , en vierde in 1959 zelfs de promotie naar bevordering, dit tot 1961. Van 1970 tot 1987 was het een
gevestigde waarde in 1ste provinciale, om vanaf 1989 een steile klim te maken naar 3de nationale. Deze klim zou later nog een wrange nasmaak krijgen, waardoor de club sportief, gestaag wegdeemsterde. Sportief was dit niet aangenaam, voor niemand, maar gedurende deze jaren werd er een noodzakelijke reorganisatie doorgevoerd, die de club terug gezond maakte. De vrucht van al deze inspanningen was de kampioenstitel in het seizoen 2009-10. Vandaag tellen wij 345 aangesloten leden, waarvan 241 jeugdspelers. Gedurende deze 100 jaar werd er op drie locaties gespeeld, eerst op Molendam (gelegen aan de Zenne, dicht bij de papierfabriek), vanaf 1927 op de Twee Wegels (tussen de Veroonskouter en de Cité Wouters), en vanaf 1931 op de Karenberg. Dit was toen een privé-eigendom, en eind jaren 50tig, kwam deze locatie in gevaar: burgemeester Arthur Pues, trouwens stichtend lid van deze club, wist dat de eigenaar verkavelingsplannen had, maar de gemeente had echter niet de middelen om dit aan te kopen. Pues ging echter aankloppen bij Victor Brien, en met succes. Victor Brien gaf in september 1959, twee maanden voor zijn dood, 500.000 fr, een enorm bedrag in die tijd, aan burgemeester Pues, met als voorwaarde de Karenberg aan te kopen, en ter beschikking te stellen van de voetbalclub. En alzo geschiedde. Wanneer het kasteel “in den bos”, vrij algemeen gekend is, is de persoon van Victor Brien te weinig gekend. Hij werd geboren op 8 april 1876 in Ensival, nu Verviers, mijningenieur en geologie-ingenieur aan de Luikse universiteit. Na zijn studies, gaat hij in staatsdienst, belast met geologische en mijnopdrachten in Congo en dit van 1901 tot 1911. Hij richt daar heel wat vennootschappen op, en verwerft een kolosaal fortuin. In 1910 wordt hij aan de ULB benoemd tot professor mijnexploitatie en toegepaste geologie, tot 1935. Tegelijkertijd is hij voorzitter van de raad van beheer van de groep SIMKAT, één van de grootste spelers in het Congolese mijnwezen, en bestuurder van talloze andere vennootschappen in Congo. Onnodig te zeggen dat zijn fortuin gestaag verder groeit.
Eind jaren dertig wordt hij verliefd op een domein in Lembeekbos, en laat daar een eigendom bouwen, dat afgewerkt wordt in 1939. Vanaf dan pendelt hij tussen Lembeek en zijn Brusselse woning, Pepijnstraat 45, in het hartje van Brussel. Vandaar zijn steun en sympathie voor Avenir Lembeek. Hij laat al zijn bezittingen testamentair na aan de ULB.
Voetbal is de grootste sport ter wereld. Honderden miljoenen spelen voetbal, miljarden staan aan de zijlijn bij wedstrijden, of volgen het op TV. De cijfers voor België zijn ook indrukwekkend, 1693 clubs op gras, 413 in de zaal, 477.506 aangesloten leden, waarvan 244.094 dus meer dan 50% jonger dan 18j, rond de 6.000 scheidsrechters, jaarlijks 300.000 wedstrijden. Voetbal dient ook als leerschool waar individuen belangrijke lessen kunnen leren, het stimuleert karaktervorming. Doorzettingsvermogen, discipline en teamspirit zijn belangrijke waarden. Actief zijn bij een voetbalclub, als speler of als technisch, bestuurlijk, of arbtitraal kader, draagt bij aan de ontwikkeling van sociale competenties. Op maatschappelijk niveau fungeert het voetbal als een bindmiddel, dit zien we aan de Rode Duivelgekheid bij internationale tornooien, misschien wel als grootste gemeenschappelijke deler die wij vandaag kennen. Voetbal is een “equalizer”, verschillen tussen mensen vallen weg en zorgen voor samenhang en integratie. De voetbalclub, versta voetbalkantine, is dikwijls het sociale en sportieve middelpunt van een wijk of gemeenschap. Gedurende deze eeuw heeft de club steeds uitstekende relaties gehad met de lokale overheid. De gemeente Lembeek zorgde voor de verwerving van de Karenberg in 1960, en voor de bouw van tribune en kleedkamers midden jaren zeventig, de stad Halle bezorgde ons een degelijke verlichting, een prachtig en comfortabel synthetisch veld, en springt in, als iets aan vervanging toe is. Waarvoor onze gemeende dank. Een club bestaat uit verschillende geledingen. In de kijker komt vaak het fanionelftal, maar te weinig is geweten, dat meer dan 90% uit jeugd bestaat, en
zij staan te vaak, en onterecht in de schaduw. Zij zijn de toekomst, zonder woordspeling dan, en dragen aanzienlijk bij ter ondersteuning van het geheel. We beseffen ook, met al die jeugd, dat we een educatieve taak hebben, dat die paar honderden jeugdigen niet allen een sterspeler kunnen of zullen worden, maar intussen zullen wij hen wel iets bijgebracht hebben, dat zij hun ganse leven zullen meedragen. Enkel door het gedreven karakter van hun bestuur, trainers en afgevaardigden, op training, wedstrijden, tornooien, en stages, kan alles in goede banen geleid worden. Wij appreciëren wat jullie doen, onder één koepel, met hetzelfde doel. Mijn dank gaat ook naar allen die bijdragen tot de goede werking van het geheel, de supporters die steeds in grote getale aanwezig zijn, vaak zijn wij op verplaatsing een meerderheid, alle bestuurslui die alles in goede banen leiden, en zorgen dat elke dag alles in orde is, aan de medewerkers die instaan op wedstrijden en eetkermissen, aan de bezoekers van deze eetgelegenheden, en aan de sponsors, zonder wiens milde steun er geen sluitend budget zou zijn. Vandaag zijn wij ook dankbaar aan allen die ons voorgegaan zijn, die honderd jaar, zonder hun inzet zouden we vandaag hier niet zijn. Onze gedachten gaan dan ook naar allen, en het zijn er verschillenden, die ons ontgaan zijn de laatste 20 jaar, zij waren dikwijls mijn steun en toeverlaat, en hoe graag hadden we ze nog in ons midden gehad.
Mijn dank gaat ook naar het feestcomité 100 jaar, onder de leiding van Stefan Wauters, tesamen met mensen van het hoofdbestuur, jeugdbestuur, supporters en vrijwilligers. Een mooi programma werd in elkaar gestoken voor het weekend van 19-20 en 21 juni, evenals een sportieve happening op 8 augustus. Avenir Lembeek is altijd een familiale club geweest, waar iedereen zich goed moet voelen, bewust van wat we kunnen, maar vooral wetende waar we niet moeten aan beginnen. Een club om fier op te zijn. Dat dit nog lang zo moge blijven, dat deze club nog lang moge leven. Marc Picalausa
08.05.2015