Zeilvereniging maakt geslaagde oversteek Zhang Dali/6
Studentenleven/7
Dag van het Ontwerp/8 18 november 1999 / jaargang 42
En verder: Nieuwe opleiding Met legostenen bouwen Industrieel Ontwerpen/3 aan snelle optische Nooit meer in de file/5 communicatie/11 Fago meet klimaat van onze cultuur/7
Informatie- en opinieblad van de Technische Universiteit Eindhoven Redactie telefoon 040 247 29 61 fax 040 245 60 33 e-mail
[email protected]
AVA wordt ingrijpende operatie Ontslagen niet uitgesloten Het is niet uitgesloten dat de operatie Added Value Analysis (AVA) leidt tot gedwongen ontslagen. Dat staat in de nieuwsbrief die op 5 november is rondgestuurd door de stuurgroep AVA.
Het bureau Berenschot, dat is ingehuurd om de operatie te begeleiden, heeft in een presentatie een bedrag van 30 miljoen gulden genoemd, dat ‘gerealloceerd’ zou moeten worden. Drs. Willem te Beest van het College van Bestuur zegt dat dit bedrag geen hard getal is, maar dat het wel om grote bedragen gaat. Bij velen roept de AVAoperatie herinneringen op aan de operatie Kosten, Kwaliteit en Dienstverlening (KKD). Die vergelijking gaat volgens Te Beest echter volledig mank. “KKD was een bezuinigingsoperatie. Dat is AVA niet. Er is voor de TUE op dit moment geen noodzaak om te bezuinigen. Waar we wel behoefte aan hebben, is het vrijmaken van voldoende middelen om onder andere nieuw beleid te realiseren. Daarbij stijgt het aantal studenten dat aan de TUE wil studeren fors en loopt de bijdrage van het Rijk terug.”
Visitatie Een goed voorbeeld van nieuw beleid dat de TUE ten voordeel strekt, maar niettemin veel geld opslokt, is de oprichting van de faculteit Biomedische Technologie. “De TUE doet hier aan voorfinanciering”, stelt Te Beest. “Voor Biomedische Technologie krijgt de universiteit alleen collegelden binnen. De rest betalen we vooralsnog zelf.” Maar AVA is er ook op gericht om financiële ruimte te creëren voor initiatieven die nu nog in de
kinderschoenen staan, zoals de opleiding Industrieel Ontwerpen. De AVA-operatie treft alleen de stafdiensten en de ondersteunende diensten op centraal en decentraal niveau. “Je kunt de Added Value Analysis het beste vergelijken met een visitatie”, zegt Te Beest. “Faculteiten worden eens in de vijf jaar flink aan de tand gevoeld over het nut en de kwaliteit van hun werkzaamheden op onderwijs- en onderzoekgebied. Wat er met de AVAoperatie gebeurt, is niet meer dan dezelfde vragen stellen aan diegenen die staftaken en ondersteunende taken verrichten. Waar het dan vooral om gaat, is dat iedereen die met zo’n taak belast is zich afvraagt wat zijn werk bijdraagt aan het primaire proces, het onderwijs en onderzoek. Naar mijn mening wordt dat verband op dit moment te weinig gelegd en is er ook te weinig verband aanwezig.” De AVA-operatie zal tot gevolg hebben dat er meer geld beschikbaar komt om die primaire processen beter te kunnen uitvoeren, maar ook dat de aansluiting tussen primaire processen en de ‘overhead’ beter verloopt dan nu het geval is. Gezien de ambities die het CvB heeft, is duidelijk dat de operatie qua omvang ingrijpend is. “Aan het einde van de rit zal er een flinke verschuiving van middelen en mensen zijn ontstaan,” aldus Te Beest. “Mensen zullen andere taken moeten gaan doen en dat zal niet altijd even gemakkelijk in te vullen zijn.” De Added Value Analysis zal in maart 2000 afgerond zijn. Dan zal er ook duidelijkheid zijn over de eventuele gevolgen voor het personeel./
.
On the move Steppend op een portable stepje, fietsend op een grote drie wieler of brommend op een elektrische mini-scooter. Zo crossten (v.l.n.r.) Walter van Hulst (Vormgeversoverleg Eindhoven, prof. ir. Theo Boshuizen (directeur TNO Industrie), Pieter Noordzij (stichting Coördinatie regio Eindhoven Promotie), Johnny Lippinkhof (Philips Design,
marketing & sales) en ir. Jan Smeekens (directeur NV Rede) vorige week donderdag over de loopbrug van het auditorium naar het hoofdgebouw. De niet alledaagse vervoermiddelen vormden een onderdeel van de Dag van het Ontwerp die in het teken stond van mobiliteit. Zie ook pagina 8 en 9. Foto Bart van Overbeeke
Aantal klachten over RSI en werken onder tijdsdruk gestegen Zo’n 20 tot 30 procent van de beroepsbevolking heeft als gevolg van het werk last van RSIklachten aan nek, schouders of pols. Het aantal werknemers dat regelmatig onder hoge tijdsdruk werkt, is in 1998 toegenomen tot 1,95 miljoen, ofwel 33 procent van de werkzame beroepsbevolking. In 1997 lag dit aantal op 1,83 miljoen (32 procent).
Dat blijkt uit de Arbobalans ‘99, waarin een overzicht wordt gegeven van de stand van zaken op het gebied van arbeidsomstandigheden in
1998. Langdurig in dezelfde houding of in een ongemakkelijke positie werken en het veelvuldig verrichten van repeterende bewegingen met armen en handen kan leiden tot RSI (Repetitive Strain Injuries). In onderzoeken van het CBS en TNO varieert het percentage werknemers dat als gevolg van het werk last heeft van klachten aan nek, schouder, arm of pols tussen de 19 en 30 procent. De grootste risicogroep bestaat uit beeldschermwerkers. De groep werknemers die regelmatig achter een beeldscherm zit, is tussen 1996 en 1998
gestegen van 38 naar 43 procent van de werkzame beroepsbevolking. Binnen de TUE ligt het percentage beeldschermwerkers naar alle waarschijnlijkheid hoger dan het landelijk gemiddelde. Vandaar dat binnen de universiteit steeds meer actie ondernomen wordt om RSI tegen te gaan. De faculteit Wiskunde en Informatica hield dinsdagmiddag 16 november in samenwerking met de AMSO een informatiebijeenkomst over RSI die zoveel mensen trok dat het zaaltje bijna te klein was. Op de bijeenkomst kwamen ondermeer AMSO-medewerker Theo
Melgers, TUE-bedrijfsarts Ben Martens en ‘ervaringsdeskundige’ Twan Basten aan het woord. Een soortgelijke bijeenkomst is onlangs ook op het IPO gehouden. Melgers hoopt de komende maanden bij alle diensten en faculteiten op de universiteit soortgelijke bijeenkomsten te kunnen verzorgen. Melgers sluit niet uit dat in de toekomst ook workshops georganiseerd zullen worden waarin mensen leren hoe ze de spanning op hun spieren zo laag mogelijk kunnen houden tijdens het werk./
.
18 november 1999 Cursor 2/ Mensen
/Promoties Ir. C.A. Verschuren (N) promoveert op maandag 22 november om 16.00 uur in promotiezaal 4 van het auditorium op zijn proefschrift ‘Selective Area Chemical Beam Epitaxy of (Ga,In) (As,P) Structures’. Op woensdag 24 november om 16.00 uur promoveert ir. B.J.E. van Rens (W) in promotiezaal 4 van het auditorium op zijn proefschrift ‘Finite Element Simulation of the Aluminum Extrusion Process’. In promotiezaal 5 van het auditorium zal ir. M.M.J.L. van de Kamp (E) op woensdag 24 november om 16.00 uur zijn proefschrift ‘Climatic Radiowave Propagation Models for the design of Satellite Communication Systems’ verdedigen. Ir. M.F. Heertjes (W) promoveert op donderdag 25 november om 16.00 uur in promotiezaal 4 van het auditorium op zijn proefschrift ‘Controlled Stabilization of LongTerm Solutions in a Piecewise Linear Beam System’.
Jan Donkers
/Eindvoordracht
“Wiskunde is een leuke, menselijke bezigheid” Brigit Span Foto: Bram Saeys De vraag wat zo leuk is aan wiskunde, beantwoordt drs. Jan Donkers met een tegenvraag. “Wat is er zo leuk aan voetballen? Een beetje achter een bal aan hollen. Is dat leuk?” Hij houdt van wiskunde, vindt het oplossen van wiskundige problemen een uitdaging. Donkers organiseert al zo’n veertien jaar wiskundige wedstrijden voor middelbare scholieren namens het Wiskundig Genootschap. Afgelopen weekeinde ging hij er op uit met tien leerlingen van het voortgezet onderwijs (zie foto) om te oefenen voor de internationale Wiskunde Olympiade, die in 2000 in Korea wordt gehouden. De kamer van Jan Donkers op de negende verdieping van het hoofdgebouw hangt vol met affiches van wiskundewedstrijden voor voortgezet onderwijs. Alle posters van de Europese
Kangoeroe wiskunde wedstrijden hangen op de kasten en wanden van zijn vertrek. Donkers is een van de initiatiefnemers voor deze wedstrijd voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs, waaraan dit jaar 35.000 leerlingen hebben megedaan, en dat aantal neemt jarlijks toe. Dat hij deze wedstrijd een wel zeer warm hart toedraagt, is te zien aan zijn sokken. Daarop prijken kangoeroes in allerlei kleuren. “Toen ik ze vanmorgen aantrok, vroeg ik me al af of iemand het zou opmerken. Het is toeval hoor”, zegt hij. “Ik heb ze gekregen van mijn schoonzoon die in Australië is geweest.” Feit blijft dat Donkers zeer begaan is met talentvolle kinderen. Die spoort hij op tijdens de wiskunde wedstrijden, zoals de Wiskunde Olympiade, bedoeld voor de hoogste klassen van het voortgezet onderwijs. De TUE is hier actief bij betrokken; de tweede ronde wordt hier gehouden en de prijsuitreiking ook. Donkers
organiseert ook het trainingskamp waar de leerlingen worden klaargestoomd om het op te nemen tegen internationale tegenstanders in Korea. Juni 2000 vertrekken zes van de tien kinderen met Donkers en andere begeleiders naar Korea voor een dag of twaalf. “Het niveau van de vragen die ze hier moeten beantwoorden, ligt flink hoger dan die in de eerste en tweede ronde. Daarom moet er geoefend worden in het trainingsweekeinde. En zo leer je elkaar ook beter kennen.” Vele landen zijn al bezocht voor de Olympiade: Cuba, Australië, Rusland, Zweden, India, Taiwan, HongKong. En dan in 2000 Korea. “Ik mag niet klagen”, lacht Donkers. “De bedoeling van de Olympiade is wiskunde-talenten ontdekken in de hoogste klassen en ze te begeleiden. Uiteindelijk hoop je dat ze wiskunde gaan studeren”, zegt Donkers. “Ik vind het jammer dat er niet zoveel scholen meedoen met de Olympiade. Er zijn 550 scholen
in het voortgezet onderwijs en er doen er slechts 200 mee. Zo blijven er een heleboel talenten verstopt en dat is pas jammer. Wat ook mee-speelt, is dat veel docenten denken dat ze geen wiskundetalenten in de klas hebben. Maar goed zijn in wiskunde op school en in de Olympiade zijn twee verschillende zaken. Het is zaak snel te kunnen werken en creatief te zijn. Af en toe komen ze met een oplossing voor een vraagstuk waar niemand aan heeft gedacht. Ik krijg ook regelmatig nieuwe oplossingen voor een vraag die ik al tien jaar gebruik. Dat is prachtig.” Donkers wil ook afrekenen met het negatieve imago dat whizzkids volgens hem hebben. “Als je goed bent in wiskunde, word je al gauw stuud of freak genoemd. Die discriminatie moet afgelopen zijn. De wedstrijden moeten laten zien dat wiskunde leuk is. Het is een leuke menselijke bezigheid, niet alleen voorbehouden aan robots en machines.”/
.
‘Reiniging van gas uit een Meestroom-Glijdendbed-vergasser’, is de titel van het eindcolloquium van F.C. Gielens (ontwerpersopleiding Proces- en Produktontwerp) op 24 november om 13.00 uur in STO 1.91.
/Intreerede Prof.dr. J.W. Niemantsverdriet zal op vrijdag 26 november om 16.00 uur in de Blauwe Zaal van het auditoirum zijn intreerede houden: ‘Fysische Chemie van Oppervlakken – Over kleine en grote moleculen in een wereld van twee dimensies’ . Hij is benoemd tot hoogleraar aan de faculteit Scheikundige Technologie op het vakgebied Fysische Chemie van Oppervlakken.
/Bedankt De belangstelling die ik bij mijn ambtsjubileum heb ondervonden heeft mij een goed gevoel gegeven. Langs deze weg wil ik allen die op enigerlei wijze hebben gereageerd, hetzij in persoon tijdens de receptie, hetzij via scherm- of post, danken. Ook de vele geschenken die werden overhandigd, hebben mij deugd gedaan! Bob van Winkel
De week van/Simone
Cursor/Colofon © 1999. Auteursrechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de hoofdredacteur. De redactie behoudt zich het recht voor om aangeboden artikelen te wijzigen
Simone Mutsaers is management trainee bij de stafafdeling Vastgoed en verantwoordelijk voor de PR en communicatie omtrent het Masterplan Huisvesting.
kendheid aan de site te geven heb ik vandaag 100 kleurenkopieën laten maken met het internetadres om binnenkort in alle gebouwen op de prikborden te hangen.
Redactie Fred Gaasendam (hoofdredacteur), Gertjan Harberink, Han Konings, Estella Kuppens (eindredactie), Brigit Span, Gerard Verhoogt Aan dit nummer werkten verder mee Nienke van Maris, Maaike Slingerland, Dieter Wouters Foto’s Bart van Overbeeke, Bram Saeys Redactieraad mr.drs. Ben Donders (secretaris), prof.dr.ir. Jan de Graaf (voorzitter), drs. Maarten Pieterson, prof.dr. Frans Sluijter, A. Vianen Basisvormgeving Koos Staal bno Lay-out Esther Valk Druk Drukkerij E.M. de Jong B.V. Baarle Nassau Advertenties Van der Meulen Promotions, Postbus 413, 9200 AK, Drachten, tel. 0512 520936, Redactie-adres TUE, W-hal 1.25, postbus 513, 5600 MB Eindhoven, tel. 040 2472961/2472236, fax 040 - 2456033, e-mail: cursor @ cur.tue.nl, www.tue.nl/cursor Abonnement (fl. 105,-)
Maandag: De week begint goed; om 9:00 uur voortgangsoverleg met mijn collega’s en het CvB. Alle Masterplan-projecten worden maandelijks doorgesproken en dat zijn er nogal wat. Voor wat betreft de PR & Communicatie was het College erg ongelukkig met het artikel over het zwembad in Cursor nr. 6. Het zwembad zou niet vernieuwend zijn terwijl er door iedereen erg hard gewerkt wordt om nu én in de toekomst zoveel mogelijk innovaties te kunnen integreren.
Woensdag: Een gesprek gehad met SPO over het managementtraineeship. In principe is het de bedoeling dat ik me 1 maart 2000 elders op de universiteit op een project ga storten voor de periode van een jaar. Tot nu toe heb ik geen project gevonden waar ik zo mijn ei in kwijt kan als het project wat ik nu doe, maar ik hou natuurlijk mijn ogen open!
Dinsdag: De internetsite van Vastgoed (www.tue.nl/vastgoed) bijgewerkt en geactualiseerd. Hierop staat allerlei informatie over het Masterplan en kun je tevens vragen stellen aan Vastgoed. Om meer be-
Donderdag: Contact gehad met de gemeente over de aanvraag voor het plaatsen van drie projectborden bij de toegangswegen. Ik had gehoopt om met de opening van het academisch jaar alles rond te hebben maar helaas gaat het niet zo snel. ‘s Middags een stukje geschreven over de
achtergrond van de bouw van Cascade. Dit als bijdrage van Vastgoed aan het openingsboekje voor de faculteit Natuurkunde. Medio januari geeft de faculteit een feestje in het kader van de officiële opening van het gebouw. Vrijdag: Een bespreking gehad met een van mijn collega’s over de inrichting van De Wielen. Dit heeft in principe niets met PR & Communicatie te maken, maar het is wel een enorm interessant project. Belangrijk is om in een vroeg stadium een ‘programma van eisen’ te maken waarin alle aspecten uitgewerkt moeten worden, van ondergrondse infrastructuur tot verlichting en kunst.
Cursor 18 november 1999 Nieuws /3
De eenentwintigste eeuw kent fusie van contrasten Lidewij Edelkoort is, behalve directeur van de Design Academy in Eindhoven ook directeur van een eigen bureau, dat zijn domicilie heeft in Parijs. Dat bureau heeft in opdracht van de provincie Noord-Brabant een toekomstbeeld gemaakt van het leven in het jaar 2035, met daaraan gekoppeld een visie op het vervoer in Brabant. Zij presenteerde haar bevindingen vorige week op de TUE. De studie die Edelkoort heeft verricht bestaat uit twee delen: een algemeen deel over de levensstijl in het jaar 2035 en daarvan afgeleid de behoeften die er zijn ten aanzien van vervoer. De levensstijl in de komende jaren zal vooral beïnvloed worden door een ‘fusie van contrasten’. “We komen uit een eeuw van heel scherpe contrasten”,
zo meent Edelkoort. Die contrasten hebben betrekking op velerlei gebieden, waaronder de politiek. Maar ook als consument is de mens steeds heen en weer gegooid tussen rechtlijnig en fantasievol. De samenwerking tussen de TUE en de Design Academy is wat haar betreft een mooi voorbeeld van de steeds vaker plaatshebbende fusie van contrasten. Een voorbeeld van een wegvallend contrast is die van de tegenstelling oud en jong. “Jonge mensen hebben grootmoederskleren aan, oude mensen dragen ‘streetwear’,” aldus Edelkoort. Ook in andere opzichten vallen verschillen in leeftijd weg. In design komt er eveneens een mengeling tot stand tussen dingen die er oud en vergaan uitzien en zaken die nieuw en glad zijn. Een andere ‘fusie’ zal plaatsvinden tussen man
en vrouw, verwacht Edelkoort. Vrouwen worden -en zijn al- mannelijker, mannen zullen meer vrouwelijke aspecten ontwikkelen. De mannen in de zaal werden door Edelkoort aangemoedigd toe te geven aan hun vrouwelijke kant. Twee jaar geleden is het namelijk wetenschappelijk bewezen dat de mens in de eerste zes weken van zijn bestaan een vrouw is. Pas daarna ontwikkelen zich mannelijke eigenschappen. “Dat maakt het allemaal wel heel gemakkelijk, u kunt er rustig aan toegeven.” De eenentwintigste eeuw zal, zo merkte Edelkoort op, een echt ‘vrouwelijke’ eeuw worden, met veel ruimte voor intuïtie.
Tribale vorm van leven Het individualistische karakter van de afgelopen decennia zal zich niet voortzetten in de toekomst. “De huidige generatie wordt als
Woontoren
een sterk individu geboren, zo sterk dat die individualiteit wel een spier lijkt. Daarom juist kan de huidige generatie heel goed samenwerken en wenst ze dat ook sterk. De generatie van nu zet zijn individualiteit in in de groep. Er is een duidelijke taakverdeling, geen hiërarchie. Het zijn heel harmonische, democratische groepen.” Edelkoort signaleerde ook aan de TUE van dat soort studentengroepen. Het zal veel gevolgen hebben voor het management van bedrijven in de toekomst. Een nieuwe, tribale vorm van leven, aldus Edelkoort. Een logisch gevolg van een en ander is ook dat teamsporten belangrijker worden dan individuele sporten. De fusie van contrasten zal zich verder op veel vlakken van het leven voordoen. Gezond eten zal gepaard met bewust ongezonde
dingen, simpele en luxe materialen lopen als het ware door elkaar heen. “Bij de Hema kun je nu luxe zaken als champagne krijgen”, aldus Edelkoort. “Luxe gebruiksmiddelen zijn steeds gemakkelijker te krijgen. Simpele dingen worden vaak weer luxe.” Zij ziet ook een versmelting van het minimale en het decoratieve in Nederland, een wat moeilijk te beschrijven ontwikkeling, want nog niet goed zichtbaar. De eerste groep wordt in Nederland altijd automatisch geassocieerd met het pure, protestantse noorden. Het tweede, decoratief en lichtvoetig, automatisch met het katholieke zuiden. “Die designtrends hebben ons de hele eeuw heen en weer getrokken, om gek van te worden. Was een trend eerst minimaal, dan sloeg het evenwicht alweer snel door naar barok. Ik denk dat er nu behoefte komt
aan een samensmelting van deze twee elementen.” Die samensmelting is deze eeuw volgens Edelkoort één keer een beetje gelukt, namelijk bij de Amsterdamse school. Deze architectuurstroming aan het begin van de eeuw heeft met eenvoudige middelen een wulpse vorm voortgebracht. Een andere ontwikkeling is de vermenging van ethnische, primitieve en technologische elementen. Dat zal vooral in productieprocessen tot uiting komen. Binnen afzienbare tijd zal de mens met behulp van de computer producten random produceren; niet ieder product ziet er daardoor hetzelfde uit. Een product dat in wezen handmatig -en dus ook met onregelmatige vormenvervaardigd is. Zie ook pagina 8 en 9
Opleiding Industrieel Ontwerpen start in 2001 De TUE krijgt een opleiding Industrieel Ontwerpen. Dat maakte rector Martin Rem bekend tijdens de opening van de Dag van het Ontwerp, donderdag 11 november. In september 2001 gaat de opleiding waarschijnlijk van start. De opleiding aan de TUE wordt vormgegeven in samenspraak met de Technische Universiteit
Delft en de Eindhoven Design Academy. De afgelopen tijd is er regelmatig overleg geweest tussen deze drie partijen over de invulling van de opleiding. Over de manier waarop de opleiding in de universiteit ingebed zal worden is nog niets bekend. De mogelijkheid bestaat dat er een aparte faculteit voor opgericht
wordt. “De universiteit is nu vooral bezig om de contouren van de opleiding in beeld te krijgen”, aldus TUE-woordvoerder Peter van Dam. Vooralsnog bestaat alleen aan de Technische Universiteit Delft de mogelijkheid om op universitair niveau opgeleid te worden tot industrieel ontwerper./
.
Hermans wil ouders voorlichten over studiefinanciering Ouders van studenten willen beter geïnformeerd worden over de studiefinanciering en wat een redelijke bijdrage is. Minister Hermans gaat maatregelen nemen om dat voor elkaar te krijgen. Dat staat in een brief die de minister op 9 november heeft gestuurd aan de Tweede Kamer.
Deze 2,75 meter hoge woontoren is het werk van elf eer stejaars studenten Bouwkunde. Ze moesten de beschikbare ruimte in de toren onderling in gelijke stukken verdelen en ver -
volgens kon ieder zijn of haar eigen appartementje met de bijbehorende buiten ruimte geheel naar eigen smaak inrichten. Voor de in richting is uitsluitend karton gebruikt. Het leuke van de
opdracht is dat de studenten nu sámen iets maken, en niet zoals anders het geval is ieder afzonderlijk , zo vertelt de atelierbegeleider. Foto: Bram Saeys
Hermans vindt het belangrijk dat de aanvulling van ouders op de ontvangen studiefinanciering vrijwillig is. “Ouders en kind moeten in overleg beslissen hoe de ondersteuning vorm krijgt: in geld of in natura, als vaste maandelijkse toelage of in de vorm van bijvoorbeeld de aanschaf van boeken of de betaling van het collegegeld”, schrijft hij in zijn
brief. Maar dan moeten de ouders ook goed geïnformeerd zijn. Hermans denkt dat te gaan doen door gerichte en uitgebreide informatie aan alle ouders te geven over het stelsel van studiefinanciering in het algemeen en de rol van ouders in het bijzonder. Deze schriftelijke informatie zullen de ouders via hun zoon of dochter krijgen. Maar ook via andere wegen wil Hermans de ouders bereiken. Zo wil hij een folder over de regels van studiefinanciering beschikbaar stellen bij postkantoor en bibliotheek. Schooldecanen zullen extra worden ondersteund door de IB-groep, zodat ouders al tijdens het keuzeproces voor een opleiding uitgebreid over studiefin-
anciering worden geïnformeerd. Daarbij zal de IB-groep onderzoeken of een speciale telefoonvoorziening voor ouders ingesteld kan worden. Hermans gaat in zijn brief in op de mogelijkheid dat er een directe relatie komt tussen IB-groep en de ouders van studenten. Daar kleven echter een aantal principiële en uitvoeringstechnische bezwaren aan. Zo zal er een grote database ontstaan die ook goed bijgehouden moet worden. Bovendien kan de privacy van studenten gevaar lopen. Ouders zouden bijvoorbeeld geïnformeerd kunnen worden over wijzigingen in de studiefinanciering van hun kind en zo indirect gegevens krijgen over de studievoortgang./
.
18 november 1999 Cursor 4/ Opinie
Cursief Net als bij het voorspellen van het weer kun je trends op korte termijn, middellange termijn en lange termijn voorspellen. Verleden week donderdag, tijdens de Dag van het Ontwerp, gaf Lidewij Edelkoort, trendwatcher en directeur van de Design Academy, een visie op het leven in Nederland in het jaar 2035. Het was een sterk afwijkende wereld die zij in het verschiet had: de generatie die nu in opleiding is, dwingt straks een leefwijze af waarvan de scherpe kantjes van de twintigste eeuw behoorlijk afgevijld worden: geen prinzipienreiterei, geen tachtigurige werkweek, geen extreem mannelijk gedrag, geen extreem vrouwelijk gedrag, geen extreem gejaag naar geld, een vermenging van werktijd en vrije tijd, luieren moet kunnen, enzovoorts. De TUE bleek deels te passen in het beeld dat Edelkoort schetste. Zo streeft deze universiteit een nauwe samenwerking na met de Design Academy, en dat mag gerust een fusie van contrasten genoemd worden. De TUE is immers een instelling met een zwaar analytische, empirische inslag. Dat verdraagt zich slecht met een instituut dat intuïtie en lateraal denken veel hoger in het vaandel heeft staan. Maar niet alleen het instituut, ook de studenten blijken te passen in het beeld dat Edelkoort schetste. In de toekomst verflauwen hiërarchische verhoudingen, wordt het individu minder belangrijk en zullen mensen meer in democratische groepen met elkaar omgaan. Een
nieuwe tribale vorm van omgaan met elkaar, noemt Edelkoort dat. Zij had begrepen dat studenten aan de TUE ook zo met elkaar omgaan. Over het personeel van de TUE deed ze geen uitspraak. Bepaalde trends die Edelkoort signaleert, zijn gemakkelijk te herkennen. Het is echter maar de vraag of die trends in 2035 ook aanwezig zullen zijn. Eén door een millenniumbug ontstoken Russische raket kan voldoende zijn om een groeiende trend flink in de war te sturen. Mogelijk zou hier wat meer samenwerking tussen TUE en Design Academy wat meer helderheid over de toekomst geven. Bij Eurandom bijvoorbeeld wordt ook aan voorspellingen gedaan, zij het geschoeid op een heel andere leest. Misschien dat de afbreukrisico’s van de intuïtief gevoelde trends van Edelkoort op een of andere wijze gekwantificeerd kunnen worden in harde statistische gegevens. Zo doen weermannnen dat per slot van rekening ook. Ik voorspel in ieder geval vast één ding: als morgen onze oververhitte economie instort en bedrijven eerst alle flexwerkers en vervolgens alle vaste krachten de deur uitgooien, zal niemand die een baan heeft zeuren dat hij soms langer dan veertig uur per week moet werken, laat staan dat hij of zij eisen zal stellen aan secundaire arbeidsvoorwaarden. Over het weer van morgen ben ik heel wat minder stellig.
Fred Gaasendam
RON
DJE
BEL
Als de meeuwen boven de Brabantse zandgronden verschijnen, dan kun je je borst natmaken, want dan is er een flinke zuidwesterstorm op komst. Een dergelijke voorspelling is niet echt gewaagd, en getuigt minder van helderziendheid dan van een nuchtere combinatie en interpretatie van feiten. Of het vervolgens echt gaat waaien, is natuurlijk nog een heel andere zaak. Weersvoorspellers op tv durven nog wel wat gewaagdere uitspraken aan, geruggesteund door satellieten en rekenmonsters. “Morgen gaat het sneeuwen” is een zin die Erwin Krol unverfroren in de camera durft te roepen. De kans dat een oprukkend koufront binnen een dag opeens koers zal zetten naar de Sahara is immers te verwaarlozen. Bij voorspellingen die een groter tijdsbestek dan twee dagen beslaan, zal een weerman echter een veel omfloerster taalgebruik gaan hanteren: “Er nadert een koufront, dat zou best wel eens deze kant op kunnen komen.” U voelt het al: het kan vriezen, het kan dooien. Het voorspellen van het weer is door de bank genomen een hachelijke zaak, zeker in Nederland. Het voorspellen van menselijk gedrag lijkt al helemaal onbegonnen werk, want de mens is wat dat betreft één met de natuur: grillig. Toch zijn er mensen die zich er aan wagen, trendwatchers bijvoorbeeld. Een trendwatcher signaleert wat er verandert in een maatschappij en analyseert deze veranderingen. De uitkomsten kunnen voor overheden en bedrijven nuttig zijn, omdat er daardoor tijdig op een trend kan worden ingehaakt met het leveren van producten of diensten.
Gele kaart In Tilburg vertrouwen ze de enquête die studenten na afloop van een vak anoniem invullen niet meer. Daarom denken ze erover het systeem van de gele kaart, dat nu al bestaat voor scholen, ook in te voeren voor faculteiten, docenten of afzonderlijke vakken. Cursor vroeg enkele TUE’ers of de huidige enquête echt zo onbetrouwbaar is en of de gele kaart redding kan brengen.
T. Siebeling PF-lid Het lijkt mij een leuk idee om te proberen, maar dan zou je wel moeten toelichten waarom je zo’n gele kaart uitdeelt. Als docent moet je weten waarom je een tik op je vingers krijgt. Een ouderwetse enquête geeft op dat vlak meer in formatie dan bijvoorbeeld zes gele kaarten. Ik kan me voorstellen dat de zwaarte van een vak nu een dui delijke stempel drukt op de beoor deling ervan. Het probleem is volgens mij dat er na een enquête met de docent gepraat moet worden. Het hangt vervolgens van de welwillendheid van de docent af hoe hij er mee omgaat. Als de docent vindt dat hij het goed doet, zal hij niets veranderen. Een pres siemiddel hebben opleidingsdirec teuren echter niet. Het systeem van boetes lijkt me een beetje kinderachtig alhoewel dat wel een pressiemiddel is. Maar het is verkeerd om iemand geld af te nemen. Misschien is het wel nodig om juist meer geld in een vak te steken.
Drs. C.R. van Walt van Praag Universitair docent Bij een enquête ga ik ervan uit dat men ze op een volstrekt eerlijke manier probeert in te vullen. Als er echt wat aan de hand is, gebeurt er natuurlijk iets met de uitkomsten: op z’n minst een gesprek met de
docent. Maar met enquêtes moet je voorzichtig zijn. Het komt wel eens voor dat een docent het ene jaar po sitief beoordeeld wordt en het andere jaar negatief. Maar als de beoordeling lang negatief blijft, daar kunnen twee à drie beoorde lingen overheen gaan, dan wordt er iets ondernomen. Dat kan zelfs leiden tot een andere docent voor een vak. Met het systeem van die gele kaarten ben ik toch niet echt ge lukkig, ik sta er niet achter. Neem nou een school die een gele kaart heeft gekregen. Het kan best zijn dat die school vervolgens zijn ui terste best doet om dingen te ver anderen, maar 7die gele kaart vergeten mensen niet.
A. Heringa ESVB-bestuurslid Zo’n gele kaart is op zich wel een goed idee: het is een duidelijk middel om onvrede mee aan te geven. Wel is het een vrij agressieve manier en ik vraag me dan ook af of studenten niet bang zijn voor de gevolgen. Op die manier is echter wel duidelijk dat de docent in dienst staat van de student en niet andersom, wat sommigen nog steeds denken. Ik heb het gevoel dat er met en quêtes vaak niets gedaan wordt. Trouwens, studenten hebben na een tentamen geen zin om het nog serieus in te vullen. Bovendien is het anoniem. De enquêtes zullen wel gelezen worden, maar er wordt niet gevraagd waarom iemand iets
vindt. Je geeft een cijfer, meer wordt niet gevraagd. Boetes uitdelen is een moge lijkheid, maar dan wel met duidelijk omschreven regels.
Dr. H. de Jager Opleidingsdirecteur De ervaring die ik met enquêtes heb, is dat ze redelijk betrouwbaar zijn. Het is overigens niet zo dat een zwaar vak een slechter oordeel zou krijgen. Wij merken soms zelfs het tegenovergestelde. Met die gele kaart ben ik het niet eens. Het geeft weinig inzicht in wat er moet veranderen. In onze enquête stellen we veel ver schillende vragen: over docenten, het studieboek, tijdsbesteding van studenten. Dat doen we omdat we dan meer aangrijpingspunten hebben om op te reageren. De uit een enquête voortvloeiende re sultaten worden bij ons besproken door de opleidings- en evaluatie commissie en er zijn wel degelijk pressiemiddelen. Tijdens een gesprek wordt de docent gecon fronteerd met de resultaten van de enquête. Soms wordt een docent zelfs vervangen. De gele kaart is een populistisch middel dat geen recht doet aan een vak, aangezien elk vak zowel goede als slechte onderdelen heeft. Het doel van die kaart is waar schijnlijk om extra druk uit te oefenen. Ik vind dat we dat met onze manier voldoende doen.
Cursor 18 november 1999 Nieuws /5 In ‘t kort
Nooit meer file dankzij Rapid Urban Flexible Elektrisch voertuig geschikt voor monorail en bestaande wegen Professioneel uitvinder noemt de Deen Palle Jensen zichzelf. Jensen is de bedenker van het RUF systeem, een nieuwe vorm van transport die de gemakken van de trein en de auto inventief combineert. RUF staat voor Rapid Urban Flexible, een elektrisch voertuig dat volgens de bedenker een eind zal maken aan files en luchtverontreiniging. Jensen was in Nederland op uitnodiging van Studium Generale. Vrijdag 12 november discussieerde hij met studenten van de faculteit Wiskunde en Informatica over zijn systeem. Dag en nacht is hij met zijn systeem bezig. Hij ziet het als het meesterstuk van zijn carrière als uitvinder. “Het is meer dan een uitvinding. Ik heb een heel nieuw vervoersconcept bedacht”, zegt de 55-jarige Deen. “Ik dacht, laat ik nou eens alles vergeten wat ik weet over vervoer en beginnen vanaf nul. Dat was in 1988. Twee jaar heb ik het idee voor mezelf gehouden. Alleen mijn vrouw wist waar ik mee bezig was. Daarna heb ik patent aangevraagd en gingen ook anderen ermee aan de slag. Binnenkort verschijnt op de universiteit van Kopenhagen het eerste proeftraject.” Het vervoerssysteem maakt gebruik van een
files tot het verleden behoren. Sturen hoeft niet, ook niet op knooppunten, want de RUF kiest zelf zijn weg. Hij volgt simpelweg de magnetische paden in het wegdek. Angst voor een lege accu hoeft de RUF’fer ook niet te hebben, want de elektriciteit van de motor is afkomstig van de rail. Eenmaal op de plaats van bestemming, neemt de bestuurder het weer over van de boordcomputer om het laatste stukje van de etappe zelfstandig af te leggen. ‘s Nachts, wanneer er weinig personenvervoer op de rail is, wordt het netwerk gebruikt voor het transport van goederen.
Utopisch
Palle Jensen presenteert zijn Rapid Urban Flexible op de TUE. Jensen legt uit hoe zijn elektrisch monorail-voertuig uit te breiden is met een benzine-compartiment voor ritjes naar plaatsen waar nog geen rails ligt. Foto: Bart van Overbeeke
monorail. De Rapid Urban Flexibles zijn uitgerust met een elektrische motor en kunnen probleemloos over conventionele wegen rijden. Het mooie van de RUF is echter dat ze op een monorail kunnen rijden. Wanneer je van Eindhoven naar Amsterdam zou willen gaan, rijd je vanaf je woonhuis naar de dichtst-
Journalisten geven eenzijdig beeld van wetenschap Wetenschapsjournalisten volgen bij het presenteren van nieuws vooral hun eigen interesse en specialisatie. Ook passen ze zich aan aan de cultuur van de krant die erop gericht is dat wetenschapsjournalisten zich vooral met bètawetenschap bezighouden. Bovendien maken ze vaak gebruik van bètageoriënteerde nieuwsbronnen. Het gevolg hiervan is dat de wetenschapskaternen van Nederlandse dagbladen vooral bètanieuws bevatten. Alfaonderwerpen worden beschouwd als cultuur en komen daardoor niet op de wetenschaps- maar op de kunsten cultuurpagina’s terecht. Dit blijkt uit het proefschrift ‘Sluiswachters in de wetenschapscommunicatie. Selectieprocessen bij het populariseren van (alfa)onderzoek’ waarop Adriana Esmeijer onlangs is gepromoveerd aan de
Vrije Universiteit Amsterdam.
van
Uit het proefschrift komt naar voren dat journalisten ervan overtuigd zijn dat bètaonderzoek meer nieuwswaarde heeft vanwege de mogelijk praktische toepassingen en de impact ervan op de maatschappij. De onderzoeker concludeert dat voor een evenwichtiger vorm van wetenschapscommunicatie meer aandacht moet worden geschonken aan wetenschappelijke multidisciplinariteit. Niet het wetenschappelijk onderzoek, maar het onderzoeksproces, zou belicht moeten worden. Zo wordt voorkomen dat wetenschappelijke resultaten uit hun context worden gehaald en het publiek de indruk krijgt dat het wetenschappelijk bedrijf een soort ‘feitenproducerende onderneming’ is./
.
bijzijnde plek waar je de monorail op kan rijden. Vanaf dat moment neemt de boordcomputer het van de bestuurder over en word je geheel automatisch naar Amsterdam vervoerd. Op de monorail, die naast of boven de conventionele autowegen ligt, rijden de voertuigen met een constante snelheid waardoor
Hoewel het systeem wat utopisch aandoet, lijkt het er toch op dat Jensens visie voet aan de grond begint te krijgen. Zo is er al een serieuze studie gedaan naar de implementatie van het RUF-systeem in Los Angeles, een stad die steeds meer synoniem is met vervuiling en files. Tal van Deense overheidsinstellingen en fabrikanten sponsoren het project. Siemens Automotive bijvoorbeeld. Vijf ministeries stoppen geld in het project. Op het terrein van de de universiteit van Kopenhagen wordt het eerste tweehonderd meter lange proeftraject gebouwd. Om het systeem optimaal
te laten werken, dient er veel reken- en programmeerwerk gedaan te worden. Jensen discussieerde op de TUE met een groep studenten van de onderzoeksschool OOTI. De Ontwerpersopleiding Technische Informatica maakt deel uit van het Stan Ackermans Instituut en het is niet ondenkbaar dat de banden tussen dit instituut en Jensen aangehaald worden. “Het software-gedeelte is bij dit systeem heel moeilijk. Ik denk dat de TUE op dat gebied zeker van waarde kan zijn voor dit project.” Of de RUF er echt zal komen, hangt voor een groot deel af van de durf van overheden. “Het is een totaal ander concept van vervoer. Daarom beginnen we met het RUF-systeem als openbaar vervoer. Een soort bus waar een groot aantal mensen tegelijk in kan zodat men kan wennen aan het idee. Daarna zullen er ook Personal Transport Vehicles komen voor particulieren.” Belangrijk is wel dat Europa kiest voor één standaard zodat je met je Nederlandse auto ook op het Franse net kan. Daarna wordt geleidelijk elk dorpje en elke stad aangesloten op het railnet. Of het zal slagen? Bewaar dit artikeltje maar. Over vijftig jaar zullen we weten hoe visionair Jensens ideeën waren./
.
Manifestatie over besparen energie op universiteiten In het kader van de meerjarenafspraak over het terugdringen van energieverbruik vond woensdag 10 november de manifestatie ‘Energie-efficiëncyverbetering Wetenschappelijk Onderwijs’ plaats op de TUE. De meerjarenafspraak die de VSNU met het ministerie van Economische Zaken en de Novem ondertekende namens elf universiteiten, geldt tot 2006. De afspraak houdt in dat de universiteiten zullen streven naar een daling van het energieverbruik met veertien procent per vierkante meter vloeroppervlak ten opzichte van 1996. Daarnaast is afge-
sproken dat de universiteiten ‘duurzame energie’ en ‘duurzaam bouwen’ nadrukkelijk in hun besluiten over investeringen in zaken als nieuwbouw en energievoorzieningen zullen betrekken. De manifestatie bestond naast een bescheiden informatiemarktje uit voordrachten van vier energiespecialisten onder dagvoorzitterschap van ir. Wim Berns, die namens de Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu (Novem) in april de meerjarenafspraak ondertekende. De dag werd bezocht door een kleine vijftig belangstellenden,
veelal energie- en milieucoördinatoren van de verschillende Nederlandse universiteiten./
.
TUE/kdv
Bushalte hersteld Bushalte ‘Double-S’ is gerepareerd en verstevigd met een draadconstructie. De halte, die sinds enkele maanden bij de loopbrug naar het auditorium staat, werd ontworpen door een groep eerstejaars van de faculteit TeMa in het kader van het Pspektakel. Het bouwwerk is de afgelopen maanden omgeven geweest door hekken. Hoewel de begeleiders van het project zeker wisten dat de halte stevig genoeg was, wilden ze geen enkel risico nemen en werd besloten om het muurtje te voorzien van een extra versteviging. De halte moest ook gerepareerd worden, omdat onbekenden een aantal stenen uit de muur hadden gehaald.
Uitgevers bundelen krachten Twaalf uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften waaronder Wolters Kluwer en Reed Elsevier gaan samenwerken op het gebied van elektronische distributie. De samenwerking start begin 2000. De uitgevers willen hun elektronische wetenschappelijke databases zodanig gaan koppelen dat onderzoekers via verwijzingen kunnen doorklikken naar elkaars uitgaven. Op deze manier is het mogelijk om met een of twee klikken toegang te krijgen tot verwante artikelen, ook al staan die in op een andere servervan in de database van een andere uitgever. In het eerste jaar zullen een kleine drie miljoen artikelen uit enkele duizenden tijdschriften met elkaar gelinkt zijn. De daaropvolgende jaren worden jaarlijks nog eens een half miljoen artikelen toegevoegd. Alle databases zijn toegankelijk via het Internet. Elke uitgever bepaalt zelf onder welke voorwaarden en op welke manier hij de informatie ter beschikking stelt aan een onderzoeker die via de doorklikservice op zijn server terechtkomt. Behalve Wolters Kluwer en Reed Elsevier zullen bijvoorbeeld ook de IEEE, het American institute of Physics, Oxford University Press en de Association for Computing Machinery aan de samenwerking deelnemen.
18 november 1999 Cursor 6/ Cultuur
TUE gastvrouw voor culturele performances De TUE is vaak gastlocatie voor culturele evenementen. Dit kun je concluderen als je ziet wat er komende week allemaal te doen is op de TUE. Zowel in het weekend als de daarop volgende dagen zijn er tal van performances te zien. Onder de namen ‘Were you there?’ en ‘Food for thought’ krijgen de TUE-bezoekers ondermeer dans, muziek en grafitti-beeldhouwkunst voorgeschoteld.
Dali op TUE Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Volksrepubliek China organiseert het Tropeninstituut Theater in november en december ‘Chinese karakters’ in diverse Nederlandse steden. Twee maanden lang wordt er een momentopname gemaakt van actuele Chinese kunst en cultuur. De Witte Dame in Eindhoven huisvest de multimediale tentoonstelling ‘Food for Thought’. Vijtien jonge
Martijn Kielstra en Nina Simone Bakker makers van de tentoonstelling ‘Food for Thought’. Foto Bram Saeys
Chinese kunstenaars tonen recent werk rond het thema ‘geestelijk voedsel’. Hun visie op nieuwe ontwikkelingen in China, de snelle modernisering, verstedelijking en identiteitskwesties komen hierbij uitgebreid aan bod. Eén van de kunstenaars, Zhang Dali, treedt in een leegstaand pand van de TUE op. Dali zet een grafittiachtig portret op een muur waarna hij deze uithouwt. Volgens tentoonstellingmakers Martijn Kielstra en Nina Simone Bakker is het echter veel meer dan grafitti. Volgens hen maakt de grafitti het hem mogelijk om ook met de gewone burger te communiceren. Dali ziet de stad als zijn museum en zet zijn portret meestal op muren in te slopen wijken. Dit als protest tegen de wijze waarop stedelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Vele oude huizen moeten wijken voor imense wolkenkrabbers. Vaak vraagt hij de slopers om hem te helpen bij zijn kunstwerk. Van 22 tot en met 26 november zal hij aan een creatie werken en hierbij geassisteerd worden door TUE-studenten en kunstenaars. Waarom men naar de expositie ’Food for Thought’ moet gaan kijken, vertellen de twee organisatoren. “Het is boeiend om te zien dat mensen die traditioneel opgeleid zijn, toch een andere weg inslaan en beginnen te experimenteren. En dat is niet altijd de makkelijkste weg”, aldus Nina Simone Bakker. Voor mede-tentoonstellingmaker Martijn Kielstra is het heel simpel: “De mensen moeten naar de tentoonstelling komen, omdat er heel goede kunst te zien is.”
Ik ben geen liefhebber van donkere schilderijen. Maar ik gaf me gewonnen toen ik oog in oog kwam te staan met ‘Rembrandt zelf’ (de titel van de expositie in het Mauritshuis waarop voor het eerst alle zelfportretten bij elkaar zijn te zien). Het is als met de herfst, de wereld wordt bruin. Maar wat een licht geeft dat bruin: van glans tot roest, van geel tot paars, met stofuitdrukkingen van hout, fluweel, haar en huid! Miljoenen gezichten kijken ons aan, de reclame en de media kunnen zonder gezicht. Deze gezichten lijken niets te zien, ze kijken langs ons heen. Rembrandt zelf is een ster geworden. Een koninkrijk (of tenminste een villapark) voor een schilderij. Drommen mensen komen kijken. Met eigen ogen.
Ik ben een van hen. Onbeschaamd tast ik het doek af, maar opeens is het alsof Rembrandt me aankijkt. Ik word opgenomen in zijn doordringende blik. Ik schrik van mijn nieuwsgierigheid. Voor zijn blik ben ik een nietig lichaam, achter die blik zit een machtige geest. Wat ziet Rembrandt? Nederlandse kunsthistorici weigeren antwoord te geven op vragen die niet met feiten kunnen worden gestaafd. De feiten zijn dat hij zich begon te oefenen in het schilderen van personen die een rol in een verhaal speelden en waarvoor hij zichzelf als goedkoop model nam. De schilder moest de emotie ensceneren die zowel de aanloop als het gevolg van een verhaal uitdrukte. Vandaar Rembrandt boos, lachend, enz. Toen hij veel gevraagd werd als portretkunstenaar ging hij zich oefenen in het weergeven van de huid, de anatomie. Ook daarvoor was hijzelf een praktisch model. Tenslotte was zijn roem van invloed: er kwam vraag naar zijn eigen portretten. Maar dat zijn
Wat is hedendaagse kunst? Eigenlijk zien we door de bomen het bos niet meer. Er is zoveel, je weet niet waar je moet beginnen, dus laat je het maar zitten. Om ie dereen bij te praten over de ‘state of the arts’ komt Rutger Pontzen, oud-redacteur van het toonaan gevende kunstblad Metropolis M en redacteur bij Vrij Nederland, vier lezingen geven. Na zijn lezingen kun je met een gerust hart een museum inlopen en een galerie be zoeken. Deze eerste lezing gaat over de nieuwe ideologieën die ten grondslag liggen aan de heden daagse kunst. Je bent 22 november van 12.00 tot 13.30 uur welkom in het auditorium van de Witte Dame.
/Jaff
Een kunstwerk van Zhang Dali in China. Foto Witte Dame
‘Where you there?’ Mexico, Noorwegen, Ierland, Japan, Groenland, Verenigde Staten,... De vijftien deelnemende performancekunstenaars aan ‘Where you there’ komen echt van over heel de wereld naar Nederland om ons hun kunsten te tonen. Even groot als de verscheidenheid aan landen van herkomst is het culturele aanbod dat zij presenteren. Muziek, dans en strattheater zullen zondag 21 november te zien zijn. Om de tijdelijkheid van de optredens te rekken tot een concrete gebeurtenis, zijn er vier auteurs uitgenodigd. Zij zullen over de manifestatie schrijven en pu-
bliceren. Het is juist dat begrip ‘tijdelijkheid’ waar de titel ‘Were you there?’ op zinspeelt. De bedoeling is dat de kijker zich tijdens de tijdelijke, voorbijgaande performances gaat afvragen wat het betekent om ‘er te zijn’. Wat bewijst of verklaart het feit dat je er bent?/
.
De tentoonstelling ‘Food for thought’ is te bezoeken van zondag 21 november tot en met zondag 12 december in de Witte Dame aan de Emmasingel 20 in Eindhoven. ’Where you there’ is zondag 21 november van 16.00 tot 18.00 gratis te zien in het auditorium van de TUE. Voor meer informatie kun terecht bij:
[email protected]
De culturele top 5 van Gijs Wallis de Vries Docent architectuurgeschiedenis en theorie, lid Kunstcommissie TUE, stedebouwkundige, voorzitter KaSA.
/State of the Art
slechts de omstandigheden en het verklaart ook niet waarom Rembrandt zo ongelooflijk veel zelfportretten maakte.
Zelfbeelden 300 jaar na Rembrandt, met o.a. Philip Akkerman, in het Haags Historisch Museum.
Wat geeft Rembrandt te zien? Rembrandt heeft het Nederland van de Gouden Eeuw gezien: mensen, dieren, interieurs, de stad. Ons land was anders dan nu, maar draagt nog dezelfde stempel – alleen al omdat we de manier waarop Rembrandt de dingen te zien gaf koesteren. Misschien had hij een andere blik dan wij vandaag, religieus bijvoorbeeld, maar dat was hij maar een beetje. Rembrandt keek vooral met de ogen van schilders die hij bewonderde, Titiaan, Rubens. In plaats van ‘modellen’ leerden ze hem met eigen ogen te kijken.
En dan nog twee toppers. Toen ik laatst in Den Haag was, bezocht ik in Kijkduin het ‘Hemels Gewelf’, een recent landart object van James Turrell. Liggend in de volmaakt ronde duinpan is de blauwe lucht een hemelse openbaring. Dit omgekeerd of ingekeerd panorama is een briljante hommage aan Mesdag, die met vrienden van de Haagse School rond 1880 het zicht op de zee en de stad achter de duinen vereeuwigde.
Wie ‘Rembrandt zelf’ gaat zien, moet zijn ervaring eens confronteren met twee gelijktijdige tentoonstellingen: Rembrandt 2000 in het conTEMPORARY Museum, waar moderne kunstenaars een eigentijdse interpretatie van de meester geven (bovendien ruime aandacht voor kitsch) en ‘Me Myself and I’
In dit verband is het aardig om te wijzen op ‘Voorbij de Haagse School’ in het Museum Jan Cunen in Oss, waar werk van Weissenbruch is te zien. Mede dankzij het onderzoek van Robert Zandvliet, zelf schilder, weet deze expositie ons deelgenoot te maken van het hartstochtelijk verlangen om in het landschap op te gaan, in het beeld dat uit de horizon op ons toekomt en ons voorbij de horizon trekt./
.
De akoestische popmuziek spelende groep Jaff bestaat uit vijf leden. Zangeres Janet Gilbert uit Londen schrijft de teksten, gitarist Paul de Beck de muziek, maar voor de typische Jaffsound is de hele groep verantwoordelijk. Zowel Slavische als Spaanse invloeden en versieringen zijn te herkennen, maar ook de Latijns Amerikaanse patronen. Vooral de melodieën van viool en accordeon op de ritmische akkoorden van de gitaar en de contrabas geven de muziek haar eigen karakter. Je kunt deze band gaan beluisteren op vrijdag 19 no vember om 21.30 uur in Café Kraaij&Balder, te Eindhoven.
/S Print Onder de titel S Print tonen De Fabriek en Grafisch Atelier Daglicht werk van 25 kunstenaars die dit jaar zijn afgestudeerd aan één van de academies in Nederland. Deze twee organisaties zijn beiden ge huisvest in hetzelfde gebouw en fuseren nu tot een grote werk plaats. De kunstenaars zijn aange sproken op de eindexamententoonstellingen van de aca demies, daarbij is niet gekeken naar een grafische achtergrond maar enkel naar de kwaliteit van het werk. Een kijkje kun je gaan nemen op zaterdag 20 november en zondag 21 november van 13.00 uur tot 17.00 uur. De Fabriek ligt in de Baarsstraat 38.
/Sterdansers Complexions is een gezelschap uit New York dat onder leiding staat van Dwight Rhoden en Desmond Richardson. Beiden waren ja renlang sterdansers bij het be roemde Alvin Ailey American Dance Theatre. Vijf jaar geleden richtten zij Complexions op met als doel de universele taal van de dans te ge bruiken om uitdrukking te geven aan de verschillende culturele en raciale achtergronden in de Verenigde Staten. De dansers zijn allen afkomstig uit de top van de Amerikaanse balletwereld en staan garant voor pure dans van de bo venste plank. Desmond Richardson werd door de New York Times uit geroepen tot ‘one of the great modern dancers of this time’ en werkte behalve met Alvin Ailey en William Forsythe ook samen met artiesten als Michael Jackson, Madonna, En Vogue en Aretha Franklin. Ze treden dinsdag 23 no vember om 20.15 uur op in de Eindhovense Stadsschouwburg.
Cursor 18 november 1999 Studentenleven /7
Boreas maakt geslaagde oversteek Vorig jaar november moesten ze twintig mijl buitengaats de oversteek al afblazen. Maar afgelopen weekend was het moment van de revanche daar. Weliswaar niet met een catamaran, maar met twee jachten waagden dertien leden van studentenzeilvereniging Boreas de oversteek van Oostende naar Harwich.
Zwarte pieten in de touwen De zes leden van ESAC, de Eindhovense Studenten Alpen Club, waren zondag 14 november zo deskundig geschminkt als zwarte pieten, dat ze moeite hadden elkaar te herkennen. “ Alleen aan de bergschoenen kon ik zien wie mijn collega’s waren”, zegt Chaim Zax, secretaris van ESAC en student aan de TUE. Tijdens de intocht van
Sinterklaas in Geldrop zorgden de zes ESAC-leden voor een sportieve noot: aan vier touwen daalden zij van de Brigidakerk af. “Het was een groot succes, iedereen was heel positief. We waren er overigens niet alleen om te abseilen. We hielden ook kinderen bezig en deelden pepernoten uit.” Foto: Bram Saeys
”Ja, degenen die nog nooit op zee gevaren hadden, sloeg de schrik soms wel eens om het hart”, zegt Boreas-voorzitter Robert Hoogland. Laveren tussen mammoettankers van twintig meter hoog en tweehonderd meter lang in het midden van de nacht is dan ook geen alledaagse bezigheid voor de doorsnee student. Vorig jaar had Boreas al met een catamaran willen oversteken, maar een zware storm noopten de studentzeilers al vrij snel om rechtsomkeer te maken. Die catamaran was dit jaar, vanwege zware averij, niet te huren, dus werd gekozen voor twee jachten van elk 12,3 meter. Beide boten werden bemand èn bevrouwd (onder de dertien deel-
nemers bevonden zich drie vrouwen) met vier ploegen van drie personen. Drie mensen zijn minimaal nodig om een boot van die lengte te kunnen besturen, aldus Hoogland. De andere ploeg kan dan slapen. In elke ploeg zat een ervaren zeezeiler. “Dat is bij een oversteek van het Kanaal absoluut van levensbelang”, aldus de Boreas-voorzitter. “Zo iemand is in staat om in te schatten of je net wel of net niet voor een containerschip of een tanker kunt langsvaren.” Volgens Hoogland staat het ‘s nachts varen op het Kanaal bij een flinke windkracht garant voor een echte kick. “Daarom gaan we ook in dit seizoen. Niet alleen zijn boten dan te huur voor een bodemprijs, maar je hebt ook een gerede kans op ‘zwaar weer.” Wat dat betreft zijn de Boreas-leden aan hun trekken gekomen. Tijdens de 28 uur die zij op zee hebben doorgebracht, was de gemiddelde windkracht vijf, met uitschieters naar zeven en acht. Niet iedereen bleek over stalen zeebenen te beschikken en de reling werd dan ook geregeld opgezocht./
.
In ‘t kort Unihockey nieuwe sport Sportcentrum Unihockey is een nieuwe sport in Nederland die je bij het Sportcentrum kunt beoefenen. Het lijkt op ijshockey in een gymzaal. Met een team speel je op een klein veld met boarding, waardoor de bal altijd in het spel blijft. De bal mag je met je hele lichaam aanraken, maar alleen met je stick wegspelen. Verder is ‘afhouden’ wel toegestaan, maar mag je geen ‘body check’ uitdelen. Tijdens de Van Lint Studenten Sportweek kun je op woensdag 15 december deze sport uitproberen. Meer informatie bij het ESSF op het Sportcentrum.
Faculteiten Het college Radioisotopentechniek (6z090, deel I) van prof.dr. J.J.M. de Goeij, wordt gedurende het wintertrimester aan Tstudenten gegeven op woensdag het 3e uur in collegezaal 1.06 van het cyclotrongebouw. Het eerste college is op 1 december 1999.
FAGO meet en berekent klimaat van onze cultuur In Nederlandse musea zijn unieke en kostbare (kunst)collecties ondergebracht. Willen de volgende generaties ook nog hiervan kunnen genieten, dan moet het binnenklimaat zo optimaal mogelijk zijn. De capaciteitsgroep Fysische Aspecten van de Gebouwde Omgeving (FAGO) van de faculteit Bouwkunde houdt zich hier al meer dan vijftien jaar mee bezig. Zo loopt er een onderzoek in het Fort in Hoek van Holland en is onlangs een project afgerond in het Rembrandthuis. Voor miljoenen aan schilderijen komt er te hangen in het verbouwde Rembrandthuis in Amsterdam. Werken van de grote meester zelf. Dan is het niet verwonderlijk dat musea die bereid zijn hun kostbare stukken uit te lenen aan het Rembrandthuis, hoge eisen stellen aan het binnenklimaat. Dat was de reden dat het Centrum Bouwonderzoek TNOTUE, een samenwerkingsverband van TNO en FAGO, werd geraadpleegd. Ir. Henk Schellen, docent bij FAGO: “Aan het
Rembrandthuis is een stuk bijgebouwd en het eeuwenoude pand is teruggebracht in de oorspronkelijke staat. Zo zijn bijvoorbeeld de radiatoren en lambrizering weggehaald. ” Een in de arm genomen technisch bureau stelde voor om museaal geconditioneerde lucht via de schouwen in de kamers te blazen. Leidingen of buizen van het nieuwe klimaatsysteem mogen namelijk niet zichtbaar zijn, die waren er immers ook niet toen Rembrandt er woonde. “De buitenwanden worden daardoor niet meer direct opgewarmd door de radiatoren en de lucht wordt onder winterse omstandigheden veel vochtiger dan voorheen. Onze taak was om te kijken welke gevolgen het nieuwe klimaatsysteem heeft voor de bouwkundige constructie en de tentoongestelde werken”, zegt Schellen. Als het klimaat en de wandcondities niet in overeenstemming zijn vormen schimmels, rotting en condens een bedreiging voor het pand en de collectie. Hoe pakt FAGO dat probleem aan? “Wij onderzoeken de wisselwerking
tussen het klimaat en het gebouw. Op basis van gegevens over temperatuur, vochtigheid, stralingsintensiteit en klimaatbeheersing maken wij simulaties. Daarbij maken we ook gebruik van gegevens van het KNMI. Die hebben betrekking op een lange periode, zodat we ook rekening houden met strenge winters en warme zomers”, legt Schellen uit. Zo zal wie het Rembrandthuis bezoekt merken dat er geen schilderijen op de buitenmuren hangen, omdat in de verwarmde kamers op die wanden condensvorming optreedt. De binnenmuren werden in overleg met FAGO voorzien van een
plintsysteem met een verwarmingselement.
Oorlogsmuseum Een ander project is het Fort (circa 1890) in Hoek van Holland. Tot de Tweede Wereldoorlog was het onderdeel van de verdedigingswaterlinie. Van hieruit moest de haven van Rotterdam worden beschermd. Nu is het Fort ingericht als oorlogsmuseum en daarbij werd de hulp van FAGO ingeroepen. Vooral de hoge vochtigheid is een probleem in de diarama’s: kamertjes waarin met poppen oorlogstaferelen worden uitgebeeld. Bij een regenbui sijpelt het water via kokers in de wanden
naar beneden waar het terecht komt in een bassin dat vroeger diende als drinkwaterreservoir Ook de drie meter dikke muren en de aarde en het gras op het dak dragen bij aan een hoge vochtigheidsgraad en zoutuitslag. “Het vocht te lijf gaan door de temperatuur te verhogen is een riskante oplossing in een gebouw dat zo lang niet verwarmd is geweest. Je moet rekening houden met de specifieke eigenschappen van het gebouw”, vertelt Schellen. “Student Hugo Verboven heeft sinds september 1998 metingen verricht, zodat we nu een goed beeld hebben van de omstandigheden in elk jaargetijde. Vervolgens gaan we simulaties maken. Door bijvoorbeeld de temperatuur te veranderen, ontstaat er een nieuw evenwicht. Dan bekijken we hoe het gebouw daarop reageert en stellen modellen op. Daarna geven we advies over een klimaatbeheersingssysteem en hoe om te gaan met de ventilatie van de diarama’s.”
Specialiteit Het Fort in Hoek van Holland. Foto: Extern
Het behoud van collecties en gebouwen waaraan een nieuwe functie wordt
gegeven, is zo langzamerhand een specialiteit van FAGO. Een reeks kerken, onder meer in Dordrecht, Beusichem, Bemmel en Weert, en andere monumentale gebouwen zoals de kloosterbibliotheek in Wittem, heeft de capaciteitsgroep al onder handen genomen. Nieuwe projecten in het Nationale Rijtuigmuseum in Leek, de Sint Liduïna Basiliek in Schiedam en mogelijk het Dordrechts Museum staan op stapel. Hoe verschillend de gebouwen ook zijn, de problemen zijn meestal zeer herkenbaar. Hoge ruimten, slechte ventilatie, oude dakconstructies met kieren en gaten, dikke muren, stenen vloeren tot zo’n twintig centimeter dikte en conflicterende eisen van gebouw en collectie. Schellen ziet het onder meer als zijn taak om de kennis die de TUE over bouwfysica van monumenten heeft, beschikbaar te stellen. “De universiteit is er niet alleen voor onderwijs en onderzoek. Wij zijn er ook voor een stukje maatschappelijke dienstverlening.”/
.
18 november 1999 Cursor 8/ Reportage
Dag van het Ontwerp Op de Dag van het Ontwerp, donderdag 11 november, stonden dit jaar vervoersconcepten en mobiliteit centraal. Trentwatcher Lidewij Edelkoort voorspelde hoe het personenvervoer er in de toekomst uit zal zien. Er waren onder meer workshops van TNO Industrie en de Design Academy Eindhoven, mobiele installaties van kunstenaars en op de innovatiemarkt waren nieuwigheden op het gebied van mobiliteit te zien.
“We slepen 800 kilo mee” Het MITKA-project was op de Dag van het Ontwerp het onderwerp van een TNO-workshop. Anderhalf uur werd er gebrainstormd over het ‘Mobiliteitsconcept voor individueel transport op de korte afstand’, kortweg MITKA. Okke van Maurik, workshopleider, gaf een korte toelichting op het project. De bedoeling is een alternatief te bieden aan mensen die de auto gebruiken om korte afstanden af te leggen. Dat kan door een nieuw mobiliteitsconcept voor de korte afstand te ontwikkelen. Op die afstand (0-20 kilometer) moet het ontworpen concept ecologisch zijn, modulair opgebouwd en concurrerend met andere initiatieven op dit gebied. Om het de ongeveer 35 deelnemers aan de workshop iets gemakkelijker te maken, werd het afleggen van korte afstanden in drie profielen ingedeeld. Er moest gezocht worden naar aandachtspunten bij verplaatsing tijdens het woonwerkverkeer, recreatief verkeer en het privéverkeer. Dat er al alternatieven bestaan voor die korte afstanden is alom bekend. Wie kent bijvoorbeeld ligfiets, citycars of elektrobikes niet?
In de werkgroep voor het privéverkeer werd eerst individueel gezocht naar eisen waaraan het vervoermiddel moet voldoen voor bijvoorbeeld het vervoer van kinderen of voor het halen van boodschappen. Toen deze eisen naast elkaar gelegd werden, bleken er veel overeenkomsten te bestaan tussen de onderling sterk verschillende deelnemers. Veel ruimte voor goederen, droog zitten, makkelijk op te bergen, comfort en goedkoop waren voor velen van belang. Maar de belangrijkste eisen voor privéverkeer waren ten eerste de prijs, dan snelheid en als derde de multifunctionaliteit. Bij de multifunctionaliteit stelde Michel van Schie, conceptontwerper bij TNO-industrie, zich toch enkele vragen. Hij wees de deelnemers erop dat we nu zo’n 800 kilo meeslepen om ons eigen gewicht van 80 kilo te verplaatsen. Ook vond hij dat we de functionaliteit van de auto zouden moeten kunnen loskoppelen. Nu wordt deze multifunctionaliteit niet volledig benut. Veel mensen kopen bijvoorbeeld een grote auto omdat ze er jaarlijks mee op reis gaan. Gedurende die twee weken wordt de volledige capaciteit benut, maar de rest van het jaar niet./
.
Kunstenaar en uitvinder Erik Staller bij één van zijn mobiele kunstuitingen. Foto Bart van Overbeeke
Nederland wordt een grote tuin met huisjes De provincie Noord-Brabant vroeg trendwatcher Lidewij Edelkoort een visie te geven op het vervoer in de provincie in het jaar 2035. Zij signaleerde een aantal trends die een forse invloed op de wijzen van vervoer zullen hebben. Op Dag van het Ontwerp, vorige week donderdag, presenteerde zij haar bevindingen in de Blauwe Zaal van het Auditorium. Het doel van de opdracht van de provincie was vooral het denken over de toekomst van het vervoer te veranderen. “Dus als het ware een steen in de vijver van reflecties gooien”, aldus Lidewij Edelkoort, waarbij ze benadrukte dat dat natuurlijk alleen maar gaat aan de hand van vrij abstracte ‘fragmenten van de toekomst’. Na de presentatie van de ontwikkelingen in de persoonlijke levensstijl van de mens (zie ook pagina 3) beschreef Lidewij Edelkoort welke veranderingen er zullen plaatsvinden in de tijdsbesteding van mensen. Inspanning en ontspanning gaan volgens Edelkoort door elkaar lopen. Een kantoor aan huis wordt gewoon, net als telewerken. Overigens zal het leven meer ‘verlangzamen’. “Luieren wordt een positief woord”, aldus Edelkoort, “en nietsdoen moet opnieuw beleefd en geleerd worden.” Vooral tuinieren zal een grote vlucht nemen in de eenentwintigste eeuw evenals het werken aan huis. De grens tussen vrije tijd en werktijd zal veel vager worden dan nu, een belangrijk gegeven voor het vervoer in de toekomst. Als voorbeeld van het feit dat die ontwikkeling al een tijd gaande is in Nederland, noemde Edelkoort een meeting tussen het gevestigde kader en het aankomende kader van de ABN-Amro. De meeting ging over nieuwe voorwaarden voor het
werk. “Over geld werd niet gesproken, wel over flexibele werktijden, kinderopvang en de mogelijkheid om drie dagen te werken en dan toch in de ‘board’ terecht te komen.” De reactie van het senior management was wat zuur: thuiswerken hebben we ook gedaan, namelijk in het weekeinde. De mens zal, in tegenstelling tot nu, meer vakantie in uren willen hebben dan een lange, aaneengesloten periode. Dat betekent een minder heftige vakantiespits en migratie van de randstedeling naar de landelijkere gebieden van Nederland, Noord-Brabant bijvoorbeeld. Edelkoort verwacht een flinke toestroom. De huidige discussie over Schiphol is daarmee volgens Edelkoort in feite een papieren discussie geworden, want het vliegverkeer zal afnemen. Men wil leven als ‘God in Brabant’. De mens in de toekomst heeft smaak, eist keus, is wereldwijs en leeft intuïtief. Daarop zal het vervoer aangepast moeten worden. Dat betekent een regionaal getint vervoer, kleinschalig en veelvuldig, met een grote aandacht voor design. De metafoor die daarbij goed past is de insectenwereld. Edelkoort presenteerde een aantal vervoermiddelen die zijn gebaseerd op bekende insecten als de spin (een wendbaar, klein openbaarvervoermiddel, dat flexibel ingezet kan worden) en de rups (een lang voertuig zonder ramen, wel met daklicht, om in te vergaderen en te werken). Ook was er de bij, een voertuig voor pakketpost en cateringservices en de vlinder, een voertuig dat zowel kan vliegen als rijden. Een deel van de ideeën is voor de provincie inmiddels input geworden voor de discussie over de toekomst van het vervoer in Brabant, aldus Edelkoort. /
.
Trendwatcher Lidewij Edelkoort: luieren wordt een positief woord en niets doen moet opnieuw worden geleerd. Foto Bart van Overbeeke
Cursor 18 november 1999 Reportage /9
De Animarus is een creatie van beeldend kunstenaar Theo Jansen. Het strandbeest bestaat geheel uit elektriciteitsbuizen. Foto Bart van Overbeeke
Zeppelins opnieuw bekeken Een nieuw totaalconcept voor het luchtschip als reëel alternatief voor transport, dat heeft Joachim Karelse ontwikkeld. Hij studeerde afgelopen zomer cum laude af aan de Design Academy op zijn scriptie ‘Een verkenning naar een andere manier van denken over mobiliteit in de toekomst’. Tijdens een workshop op de Dag van het Ontwerp presenteerde hij zijn concept. Een van de voordelen van het gebruik van luchtschepen is dat er geen nieuwe infrastructuur nodig is. Karelse heeft een luchtschip in gedachte dat totaal anders is dan de traditionele zeppelin. Het is volgens Karelse dan ook noodzakelijk om
gebruik te maken van nieuwe technieken. Ten eerste omdat een ruimteschip goedkoper en eenvoudiger kan worden gebouwd dan de ouderwetse zeppelin. Ten tweede omdat het imagoprobleem uit de weg moet worden geruimd. Karelse: “Mensen hebben toch de angst dat deze dingen in de fik vliegen”. Dat is ook een van de redenen dat het luchtschip in zijn concept uitsluitend voor goederenvervoer toepasbaar is. “Er moet eerst worden aangetoond dat het kan, daarna kan je pas gaan kijken naar personenvervoer”, aldus Karelse. In zijn ogen is het schip rond en symmetrisch, waardoor het eruit ziet als een
Op de Octocycle van Eric Staller kunnen zeven fietsers in een cirkel zitten en zo al rijdend vergaderen. Foto Bart van Overbeeke
ruimteschip uit SF-films. Het voertuig zou 34 meter hoog zijn en 155 meter lang. Door de ronde vorm neemt het minder ruimte in beslag dan de traditionele zeppelin, zodat luchthavens compacter kunnen worden. Maar het is niet zijn bedoeling om het ooit te realiseren. Verder dan een totaalconcept zal het luchtschip van Karelse niet komen. Elders in de wereld worden dergelijke voertuigen wel echt ontworpen en getest. Karelse gelooft ook dat luchtschepen in de toekomst een rol kunnen spelen in het vervoer. Hij heeft met zijn concept echter vooral een denkproces in gang willen zetten. Hij is geïnteresseerd in het totaaldenken, wat nog eens extra werd geaccentueerd aan het einde van de workshop toen Karelse de aanwezigen vroeg een woonwijk duurzaam en veilig in te richten. Zo’n twintig deelnemers
moesten proberen buiten het eigen vakgebied te kijken en zo het proces proberen te doorgronden. Als dit lukte, zou iemand beter kunnen functioneren binnen de eigen discipline. Helaas was er te weinig tijd om tot echte inzichten te komen./
.
Ze lijken een beetje op skischoenen, maar de ‘zool’ is zo gemaakt dat je het gevoel krijgt op veren te lopen. Foto Bart van Overbeeke
Bezaaid met lampjes is deze Volkswagen Kever van Eric Staller veranderd in een lightmobile. De fieters in de ‘piet plezier’ zijn in ieder geval goed zichtbaar in het donker. Foto Bart van Overbeeke
26 november in de Jaarbeurs te Utrecht
18 november 1999 Cursor
Op vrijdag 26 november 1999 zal voor de n e g e n d e m a a l ‘ Te c h n i e k B e d r i j v e n ’ georganiseerd worden in de jaarbeurs te Utrecht. In haar negenjarig bestaan is de beurs uitgegroeid tot de grootste technische bedrijvenbeurs van Nederland, dit jaar zullen ruim 80 bedrijven en instellingen vertegenwoordigd zijn. Ben jij een vergevorderde of pas afgestudeerde student aan een technische universiteit, een vergelijkbare richting op een andere universiteit of HBO-instelling, k o m d a n n a a r ‘ Te c h n i e k B e d r i j v e n ’ . De O N jaargids
Doorlopend geopend tussen 10 en 17u.
1999
To e g a n g i s g r a t i s Met meer dan 300 pagina’s met alles wat je moet weten over
Kijk op www.techniekbedrijven.nl voor meer informatie Techniek Bedrijven; De beurs voor ingenieurs
Haal hem gratis op bij: Technische Universiteit Eindhoven Studenten Service Centrum Den Dolech 2, HG008
of kijk op www.on.nl
Japan Prijswinnaars
carrière, solliciteren of verder studeren en informatie over potentiële werkgevers. Gratis voor jou!
ON Jaargids is een uitgave van Crosspoints
Open Challenger
Cursor 18 november 1999 Onderzoek /11
Met legostenen bouwen aan snelle optische communicatie Om optimaal van het Internet gebruik te kunnen maken, bijvoorbeeld om televisieprogramma’s te volgen of muziek te downloaden, is veel bandbreedte vereist. Hoe meer data per seconde de computer ingeseind worden, hoe beter. Het grootste deel van deze data wordt door de grond getransporteerd. In Nederland liggen vele duizenden kilometers televisie-, telefoon-, en glasvezelkabel die elk huishouden en elk bedrijf met elkaar verbinden. Omdat de hoeveelheid verstuurde data almaar toeneemt, naderen we langzaam maar zeker de maximum capaciteit van het bestaande netwerk. Nu zou je heel Nederland nog dichter kunnen bekabelen, maar je zou ook kunnen proberen om méér informatie door de bestaande kabels te jagen, bijvoorbeeld door elke informatiestroom in een glasvezelkabel zijn eigen kleurtje te geven. Digitale data is informatie die uit enen en nullen bestaat. Glasvezel is bij uitstek geschikt om digitale data te verzenden omdat het heel makkelijk is om een lichtbundeltje door de kabel te sturen. Licht aan is een 1, licht uit is een 0. Als je maar snel genoeg knippert, kunnen er forse hoeveelheden data door de kabel gestuurd worden. In de huidige glasvezelkabels wordt echter maar één kleur gebruikt. Wanneer je nu verschillende kleuren licht gebruikt, kun je de hoeveelheid te versturen gegevens enorm verhogen. De kleuren mengen namelijk niet en door dezelfde glasvezelkabel kunnen opeens vier of nog meer datastromen in plaats van één.
Knooppunten Om te zorgen dat deze kleuren licht allemaal op de juiste plaats aankomen, moeten de bundels op knooppunten van het netwerk de goede richting ingestuurd worden. Die knooppunten werken als de wissels van een spoorwegennet. Vooralsnog gaat dat op een relatief trage manier. De informatie van het lichtbundeltje wordt omgezet in een elektrisch signaal. Dat signaal wordt vervolgens in de goede richting doorgeschakeld en weer omgezet in een lichtbundeltje. Het zou veel sneller gaan als het lichtbundeltje intact blijft. In de toekomst zullen netwerken volledig optisch werken. De benodigde elektronica, zogenoemde optoelektronica, is nog volop in ontwikkeling. Aan de TUE wordt binnen het onderzoeksinstituut COBRA onderzoek gedaan naar opto-elektronica. Bij dit instituut deed promovendus Bas Dorren de afgelopen jaren onderzoek naar een materiaal dat gebruikt kan worden voor het bouwen van een opto-elektronische chip. Zijn werk maakt deel uit van een groter project waaraan behalve de TUE ook de universiteiten van Delft en Twente en een aantal bedrijven deelnemen. Het doel van dat project is een optische crossconnector op één chip te maken. Zo’n crossconnector verbindt een aantal glasvezelkabels met elkaar en schakelt probleemloos lichtbundeltjes met informatie van de ene kabel door naar de andere. Om zo’n chip te kunnen maken zijn verschillende bouwstenen nodig die het licht scheiden, schakelen en combineren. Een deel van van deze ‘mini apparaatjes’, zoals promovendus Dorren ze noemt, zijn de optische schakelaars die het licht in de juiste richting doorschakelen.
Glasvezel/Gertjan Harberink Door de explosieve groei van datacommunicatie neemt de druk op de communicatienetwerken toe. De netwerken naderen hun maximale capaciteit. Er zijn manieren om dit op te lossen zonder nieuwe, dure glasvezelkabels in de grond te hoeven stoppen. Promovendus drs. Bas Dorren droeg bij aan het oplossen van een deel van het probleem; hij ontwierp een nieuw materiaal waarmee schakelaars gemaakt kunnen worden die de data sneller door een glasvezelnet rangeren. Dorren studeerde Experimentele Natuurkunde in Utrecht. Vervolgens ging hij zich bezighouden met Optoelektronica. “Fundamenteel natuurkundig onderzoek was te theoretisch. Dit onderwerp was bij uitstek geschikt om mijn kennis van de fundamentele natuurkunde toe te passen in een werkend iets”, aldus Dorren.
Ingewikkeld Het vinden van het juiste materiaal voor de schakelaars was niet makkelijk. “Voor de schakelaars heb je heel specifiek materiaal nodig dat aan strikte eisen moet voldoen”, vertelt Dorren. “Zo moet een optische schakelaar een goede aan-uit verhouding hebben. Wanneer een signaal naar uitgang 1 geschakeld wordt, moet er zo weinig mogelijk licht in uitgang 2 terechtkomen. Verder moet zo’n schakelaar klein zijn en moet het licht zo min mogelijk worden gedempt. Toen ik het lijstje met eisen kreeg, snapte ik in eerste instantie niet wat er gevraagd werd”, lacht de promovendus. “Het was zó ingewikkeld.” Dorren:“Ik ben maar gewoon begonnen. Aan de hand van een plaatje in een wetenschappelijk tijdschrift hebben ik een schakelaar gebouwd. Die deed natuurlijk nog maar gedeeltelijk wat we wilden.” Dorren ontwierp quantumputmateriaal, extreem dunne laagjes Indium Gallium Arsenide op een ondergrond van Indium
Fosfide waar hij op atoom-niveau aan sleutelde om de optische eigenschappen te veranderen. “De optische werking van het materiaal is te vergelijken met een soort lens waar je de sterkte van kunt variëren door er een electrische spanning op te zetten”, legt Dorren uit. Hij veranderde steeds een procentje aan het atoomlaagje om te kijken wat voor invloed het had op de eigenschappen van het materiaal. Zo verbeterde hij de schakelaar. Om het materiaal waarvan de laagjes ongeveer driemiljoenste milimeter dik zijn vervolgens daadwerkelijk in een schakelaar te gebruiken, moet het atoomlaagje laagje voor laagje worden opgebouwd, zodat het uitgroeit tot een schijfje van ongeveer 0,7 milimeter dik met een doorsnede van 5 centimeter. “Het werkt als een legoplaat waar je met legoblokjes op kunt bouwen. Omdat je werkt met blokjes die allemaal even groot zijn, kun je heel nauwkeurig bouwen. Je maakt een materiaal met heel eigen eigenschappen”, zegt Dorren. “Het werd echter al snel duidelijk dat we een model nodig hadden waarmee we op basis van die dunne atoomlaagjes konden uitrekenen hoe de schakelaar zou functioneren.
Diep Het was geen makkelijke zoektocht. “Het is vreselijk moeilijk om te begrijpen hoe je een atomaire structuur kunt vertalen in schakeleigenschappen. Het lijkt bijna
niet te begrijpen.” Dorren liet zich niet verslaan en zette zijn zoektocht stug door. “Ik gooi niet zo snel de handdoek in de ring. Ik ben dyslectisch en heb daar op de middelbare school veel problemen mee gehad. Daar heb ik me doorheen moeten vechten en misschien verklaart dat deels mijn vasthoudendheid. Promoveren is volhouden en vooral niet in paniek raken. Pas het laatste half jaar kreeg ik het echt door. Op dat moment kreeg ik het gevoel dat ik de stof beheerste. Ik had het zo goed door dat ik opeens zag hoe je het materiaal op een simpele manier kon optimaliseren. Ik zag opeens dat ik ruim drie jaar naar iets heel moeilijks had gezocht terwijl de winst in het eenvoudige lag. Op dat moment kun je gaan spelen met de stof. Ik kan me goed voorstellen dat je twintig jaar van je leven bezig kan zijn met onderzoek. Ik vind het na al die jaren nog steeds vreselijk interessant, het spreekt me aan omdat het behoorlijk diep gaat.” Dorren slaagde er met behulp van zijn model in om een materiaal te ontwikkelen dat uitstekend geschikt is voor de productie van optische schakelaars. Aan vrijwel alle eisen is voldaan. Hetzelfde model kan, in iets gewijzigde vorm, overigens net zo makkelijk gebruikt worden voor het rekenen aan toepassingen voor lasers en fotodiodes of andere modulatoren. “Ik ben beretrots. Echt waar”, zegt Dorren.” Toch heeft hij niet gekozen voor een carrière in de wetenschap. “Ik werk nu bij Alcatel waar ik problemen moet oplossen die bij het productieproces van chips ontstaan.” Hoe lang het vervolgens nog zal duren voordat zijn werk terug te vinden is in telecomnetwerken, durft Dorren niet te zeggen. Zo ver is het nog lang niet. Dat duurt nog zeker vijf tot tien jaar. Er zijn nog zoveel problemen die overwonnen moeten worden.” Zelf houdt hij zich er niet meer mee bezig, dat laat hij over aan de AIO die zijn onderzoek voortzet./
.
Drs. Bas Dorren ontwierp een quantumputmateriaal dat kan dienen als basismateriaal voor optische schakelaars. Dit soort schakelaars vormen een belangrijke bouwsteen voor optische telecommunicatie-netwerken. Foto: Bram Saeys.
18 november 1999 Cursor 12/ Ruis
Bitch-bits Vroeger hadden de mannen de macht. Een relatie werd alleen beëindigd als de man het voor gezien hield. Enkel mannen gingen vreemd en de vrouwen waren keer op keer de dupe. Eeuwige slachtoffers, het zwakke geslacht. Maar...er begint verandering in te komen. Veel Cursor-lezers zullen vast ook al ontdekt hebben dat de vriendin waar je zo verliefd op was geworden omdat ze zo’n schatje was, eigenlijk helemaal niet zo’n lieverdje is. De wedstrijd van PSV die je lekker onderuit gezakt op de bank wil volgen, wordt onder vrouwelijke druk vervangen door een waargebeurd verhaal op RTL4. En het kan nog erger: kijk maar eens naar www.kfs.org/ ~kashka/ammd.html Dit is de ‘All men must die’ site. Sinds het begin in 1995 krijgt deze webpagina tienduizend hits per maand. De schrijfster had na een relatiecrisis met haar vriendje Mike de
behoefte om het mannelijke geslacht van deze aardbol te vegen. Twee vaststellingen: het is haar nooit gelukt en het bleek dat meerdere vrouwen hun hart wel eens wilden luchten over de ‘assholes’ die mannen blijken te zijn. Zo heb je links als ‘Dick of the Week’ en ‘Dick Forever’ waar vrouwen hun verhaal kwijt kunnen. Ook is er onderaan de pagina een link naar ‘Heartless Bitches International’.(www.heartlessbitches.com) Daar wordt allereerst verklaard waar het woord ‘bitch’ werkelijk voor staat: ‘Being In Total Control, Honey’. Je kunt er een T-shirt kopen, voor twintig dollar je eigen emailadres openen (
[email protected]), het verhaal van de week (The weak of the Week) lezen en een pagina vol quotes (Quote of the Week) bekijken zoals daar zijn: ‘Life is like my ass, you have to kiss it before it likes you’. Eén
van de grote voorbeelden van de ‘ongevoelige trutten’ (want zo vertaal je het toch?) is Janet Jackson. Citaten van haar vind je over de hele site terug (‘No, my name isn’t Baby. It’s Janet...Miss Janet if you’re nasty’). Laat vooral duidelijk zijn dat dit soort vrouwen niet vallen voor een simpel versierlijntje als ‘Ken ik jou niet ergens van?’. Haar antwoord zou dan wel eens als volgt kunnen zijn: “Please do not mistake my civility for affection or sympathy...I am just as courteous when I shoot you between the eyes as when I tolerate smalltalk from you.” Met een diepe zucht bestel je dan maar nog een biertje en denkt bij jezelf: “Ze maken toch geen echte vrouwen meer...”
Vuil-Wording
Wie ‘effe wil zeuren’ over zaken die betrekking hebben op de TUE, kan zijn of haar bijdrage emailen naar:
[email protected].
Bits Donderdagavond. Je staat in een overvolle kroeg een biertje te drinken en wat met je hoofd op en neer te bewegen. Naast je staat een met gouden kettingen behangen bodybuilder die je al de hele avond irriteert. Elke keer als hij een beweging maakt, word je als een lappenpop aan de kant gedrukt. Aangezien je in het gezelschap bent van twee figuren van het andere geslacht én je dus bijna verplicht bent je mannelijkheid te uiten, spreek je hem erop aan. Een minachtende blik is zijn antwoord. Je bloed begint te koken en je werpt een geruststellende blik naar de twee dames die met pretlichtjes in de ogen geamuseerd toekijken. Brutaal tik je hem op de schouder en als hij zich, duidelijk geërgerd naar je omdraait... weet je niet wat je moet zeggen! Enkel woorden als ‘pestkop’ en ‘lul’ komen in je op...:het is duidelijk dat jij nog niet op de ‘insult generatorsite’ bent geweest. Deze site biedt je het beste, het grofste scheldmateriaal dat je ooit gelezen hebt. Enig nadeel is dat het allemaal in het Engels is, maar dan moet je volgende
keer maar ruzie zoeken in een ‘Irish Pub’, waar iedereen je kan verstaan. Als je op de site bent (www.thegrid.net/napoleon/insult.html) krijg je een keuzerooster voorgeschoteld. Daar moet je invullen: je geslacht, politieke voorkeur, gewicht, uiterlijk, intelligentieniveau en (belangrijk) de mate waarin je beledigd wilt worden. Ik, medewerker van Cursor, deed de test en schetste mijn profiel: male, independent, smart, average weight, good-looking(!) en ik begon bij ‘slight insult’. “You RossPerot-lovin’ book-wormish conceited dick”, “You politically neutured pseudointellectual mirror-obsessed schmuck” waren de beledigingen die naar mijn hoofd werden geslingerd. Groffer nu en dus kruiste ik ‘abuse’ aan. “You anarchistic armchair-philosophizing self-absorbed smelly-crotched spermbank”. OK...nu heel even ‘intense abuse’ en beeld je de Ierse bodybuildersituatie in. Hij draait zich om en jij zegt: “You pussucking vacillating arrogant egotistical butt-licking pecker.” Kijk, dat lucht toch op, he...en nu rennen!!
Foto: Bart van Overbeeke
Alweer 31 jaar staat het kunstwerk ‘Wording’ tussen het Hoofdgebouw en het oude Scheikundegebouw. Nog niet zo lang geleden was het beeld omringd door water: de nu verdwenen vijver bij het Hoofdgebouw. Het werk, een geschenk van de aannemers, werd op 11 juli 1968
aangeboden aan de toenmalige THE. Kunstenaar Piet Killaars uit Maastricht is de maker van Wording. Na dertig jaar was er veel vuil in wording op het werk, reden om het 16.000 kilo wegende en vijf meter hoge gevaarte eens goed schoon te spuiten.