Tiende
Gerda Mensink (
[email protected])
jaargang SynthesHis
In de afgelopen tien jaar heeft de huisartsenzorg zich enorm ontwikkeld. Ook qua automatisering. De automatiseringsgraad was al hoog, nu is nagenoeg elke huisartsenpraktijk in Nederland geautomatiseerd. Post en declaratieproces zijn elektronische aangelegenheden geworden. Het belang van samenwerken met collegae en andere zorgverleners wordt steeds groter, en daarbij speelt automatisering een hoofdrol. Uitwisseling van medische gegevens wordt almaar belangrijker, en ook de manier waarop. Daaraan worden steeds meer eisen gesteld, vooral op het gebied van betrouwbaarheid, veiligheid en privacy. Bij de start van SynthesHis, nu tien jaargangen geleden, stonden uitspoelen en uitwisselen van gegevens tussen de verschillende HISsen hoog op de agenda. Vooral om twee redenen. Onderzoek toonde aan dat het voor 25 procent van de contacten op de HAP wenselijk is om de medische dossiers in te zien. En er was dringend behoefte aan een ‘verhuisflop’, zodat een huisarts een medisch dossier elektronisch kon doorsluizen naar de nieuwe huisarts van zijn patiënt. Dat zou heel wat papieren rompslomp schelen. Beide issues zijn nog steeds actueel. Op de meeste huisartsenposten kunnen dienstdoende huisartsen geen dossiers raadplegen van de patiënten die hen consulteren. En er is – ondanks alle inspanningen – ook nog steeds geen goed werkend EPD-overdrachtbericht dat elektronisch verhuizen van het ene naar het andere HIS mogelijk maakt. Binnen hetzelfde HIS gaat dat wel redelijk goed. Dat maakt duidelijk dat automatisering complexer is dan men zou willen en dat het ook een zaak van lange adem is. Bovendien is het mensenwerk. Elke huisarts, elke praktijk maakt eigen keuzen en stelt zelf prioriteiten. Dat illustreren we in deze serie. Dit keer staan in de schijnwerpers: apotheekhoudend huisarts Margriet Sijtema-van der Kooij uit Koudum, solist met Hidha Tetman Noordenbosch uit Utrecht en solist in een groot gezondheidscentrum Eduard Graat.
SynthesHis december 2011; 4 (10)
25
Margriet Sijtema-van der Kooij, apotheekhoudende duopraktijk in Koudum
‘Wij zijn de enige plattelandspraktijk die twee steden bedient.’ Margriet Sijtema-van der Kooij (35) heeft het afgelopen jaar samen met collega Hylke Bakker twee apotheekhoudende praktijken in Friesland overgenomen. ‘Huisarts zijn is een mooi vak. Bijna geen dag is hetzelfde. Je kunt soms echt iets voor mensen betekenen, niet alleen medisch, maar ook door ze te begeleiden in het complete zorgtraject. Door in de gaten te houden hoe het gaat en door ze te helpen als het niet lukt. Dankzij onze korte lijntjes met medisch specialisten kunnen wij vaak snel iets regelen.’
Na haar studie is Margriet teruggekeerd naar de Friese Zuidwesthoek. ‘Ik hoor hier thuis en Fries is mijn moedertaal. Die combinatie geeft mij het gevoel dat ik dichter bij de mensen sta. In een ander deel van het land voegt Fries niets toe.’ De praktijk is gevestigd in Koudum en zeer uitgestrekt. Patiënten wonen in een straal van 25 kilometer om de praktijk heen, van Oudemirdum tot Hindeloopen en van Elahuizen tot Stavoren. ‘Ik vind het heerlijk om visites te rijden en bij mensen thuis te komen. Autorijden is een van mijn hobby’s!’ INSCHRIJVEN PATIËNTEN Vanaf 2007 werkte Margriet als Hidha in deze praktijk. Op 1 juli 2010 namen zij en Hylke twee derde deel over. De rest volgde op 1 april 2011. In de tussentijd werkten zij samen met hun twee voorgangers. Door deze geleidelijke overdracht verliep alles heel soepel en rustig. Dat was prettig voor alle partijen. Ook een plezierige bijkomstigheid is dat deze apotheekhoudende plattelandspraktijk al sinds 1979 modern is gehuisvest met twee huisartsen onder één dak in een vrijstaand praktijkpand. ‘Helaas lukt het niet om alle patiënten in te schrijven op de AGB-code van de praktijk in plaats van op
26
Foto: Catrinus van der Veen, fotograaf Leeuwarder Courant
Met het oog op de patiënten
naam van de ene of de andere dokter. Dat zouden we wel graag willen, in het bijzonder om duidelijk te maken dat wij samen twee praktijken runnen. In Promedico VDF moeten alle patiënten op naam van een medewerker-huisarts staan. Vanwege de declaraties, hebben ze ons verteld. Toevallig is dat mijn naam geworden, maar het blijft verwarrend, vooral voor de patiënten. Op elk recept, alle etiketten en brieven staat mijn naam in plaats van “Huisartsenpraktijk Koudum”. We hebben Promedico al gevraagd of dat niet anders kan en hopen dat dat bij de volgende release het geval is.’ OUDERWETS EN HIP De praktijk telt ongeveer 4600 patiënten. Het team bestaat uit negen parttime dokters- en apothekersassistentes, een halftime POH, een vaste bezorger voor de medicijnen, een schoonmaker en een tuinman. En sinds kort een vaste waarnemer voor enkele dagdelen per week. ‘Wij bellen heel hip, met VoIP XL – dus alles gaat over internet. Het grote voordeel daarvan is dat onze patiënten altijd – dag en nacht, voor afspraak of spoed – hetzelfde nummer kunnen draaien om de praktijk of de dienstdoende arts te bereiken. Wij doen nog ouderwetse diensten, met in totaal zes praktijken uit de
SynthesHis december 2011; 4 (10)
omgeving. Dat betekent gemiddeld een avond en nacht dienst per week en om de drie weken een half weekend. We zijn in overleg met de zorgverzekeraar voor meer financiering voor onze diensten. Nu doen we dat op basis van de verrichtingen. Dus kunnen we geen vervanger inhuren, want die werkt op uurbasis. We zouden ook graag tijdens de diensten overdag een assistente erbij willen hebben voor de telefoon, triage en apotheek. 's Zomers in het toeristenseizoen regelen we dat ook, maar dat is een enorme kostenpost. De zorgverzekeraar prijst de kwaliteit van onze zorg tijdens de diensten, maar vindt het te duur. Die opvatting heeft waarschijnlijk te maken met verschillende geldstromen. Want het is natuurlijk niet duurder, wij werken immers van huis uit, in onze eigen locaties en zonder chauffeur… De zorgverzekeraar vindt dat wij ons moeten aansluiten bij de huisartsenpost in Sneek. Maar als je bedenkt hoe bijvoorbeeld Stavoren vergrijst en hoe ver de HAP is, dan vinden wij dat niet wenselijk. Onze diensten zijn nabij en laagdrempelig en vooral niet anoniem. Toch ben ik bang dat als de zorgverzekeraar niet over de brug komt, wij het niet kunnen volhouden. Daarom gaan we vol jeugdig enthousiasme het overleg met de zorgverzekeraar aan.’ AUTOMATISERING ‘Twee keer in de week doen we spreekuur in Stavoren en in Hindeloopen. Dan nemen we een laptop mee en bellen in op de server in de praktijk, dat doen we ook van huis uit als we dienst hebben. Helaas lukt dat nog niet met een dongel tijdens de visites, want in deze regio is de dekking van het mobiele netwerk nog niet voldoende. Tijdens diensten kunnen we bij alle collega’s inbellen en hebben we inzage in de complete dossiers van alle patiënten. Je moet natuurlijk een patiënt altijd met een blanco lei bekijken en je eigen medische plan trekken, maar voor praktische zaken is die inzage wel handig. Bijvoorbeeld voor allergieën en medicijnen, en soms ook voor het beloop van een ziekteproces.’ Elektronisch contact met patiënten? ‘Onze patiënten
kunnen via de website hun chronische medicatie bestellen en een klachtenformulier over onze manier van werken invullen. Verder niets. Een bewuste keuze. Ze kunnen ons dus niet mailen, want dat zou een extra verantwoordelijkheid erbij betekenen. Bovendien kunnen er altijd vragen voorkomen die om directe actie en antwoord vragen. De kans is te groot dat het een keer misgaat. Eerlijk gezegd wordt het klachtenformulier wel eens gebruikt voor andere zaken: “Ik heb geen klacht, maar kunt u…”’ Margriet is niet onverdeeld tevreden over ZorgDomein. ‘Ik vind het nogal tijdrovend, je moet tijdens een consult van 10 minuten veel stapjes stuk voor stuk doornemen. Het is wel handig dat de wachttijden erbij staan. Soms bepalen die de keuze. De meeste mensen vinden het geen probleem om verder te rijden – ze moeten toch rijden. Het dichtstbijzijnde ziekenhuis is in Sneek, maar daar kun je niet voor alles terecht…’ Van teledermatologie maakt ze bij vlagen gebruik, binnenkort wordt teleecg in de praktijk geïntroduceerd. Het eigen HIS? 'Als je eenmaal aan Promedico VDF bent gewend, is het een prima systeem. Maar voor waarnemers die het systeem niet kennen, is het vreselijk lastig en onoverzichtelijk met al die functietoetsen, zeker als je een muis gewend bent. We kijken uit naar de Windows-gestuurde versie, die in het najaar wordt opgeleverd.’ COMPLEET EN ACTUEEL ‘Onze medicatieoverzichten zijn compleet en actueel. Het probleem is hoe het medicatieoverzicht eruitziet. Zo staan chronische medicijnen die niet recentelijk zijn herhaald, wel in het complete overzicht, maar niet in het actuele overzicht. Het probleem is ook hoe het overzicht naar degene gaat die het nodig heeft. Wij dachten dat we aan de gestelde eisen voldoen. Als een van onze patiënten in een ziekenhuis terechtkomt of een huisarts elders in het land raadpleegt, kunnen de behandelaars ons of de dienstdoende huisarts 24 uur per dag, zeven dagen in de week bellen en geven we de
SynthesHis december 2011; 4 (10)
27
Tetman Noordenbos, solopraktijk in Utrecht
actuele medicatie door. Maar het schijnt zo te zijn dat iemand het medicatieoverzicht zelf moet kunnen inzien. Binnenkort krijgen we wel een OZIS-koppeling, omdat die ook noodzakelijk is voor de ketenzorg. Dan kan de ziekenhuisapotheek ook onze medicatiedossiers inzien. Maar het lost niet alle problemen op, want OZIS heeft geen landelijke dekking… Zelf voeren wij alle vakantiegangers als passanten in en noteren we bij welke apotheek ze staan ingeschreven en welke medicatie ze gebruiken. Als we hen medicijnen voorschrijven, sturen we een fax naar hun eigen apotheek.’ ACCREDITATIE Bij de overname stelde de zorgverzekeraar als eis dat de praktijk en de apotheek binnen een jaar geaccrediteerd moesten zijn. Sinds kort hebben beide een DEKRA-certificaat (voormalige Kema), want het NHG accrediteert geen apotheken. ‘Er bestaat geen betere manier om je praktijk door en door te leren kennen. De praktijk is van onder tot boven doorgelicht en ik heb zicht gekregen op alle processen die er spelen. Als er bijvoorbeeld iemand bij de balie komt met urine of een recept, wat gebeurt er dan precies en wie mag of moet wat doen? Het accreditatietraject heeft de bedrijfsvoering veranderd. Er zijn nu vooral meer controlemomenten. Voor mij kwam de accreditatie op het juiste moment, bij de start van een eigen praktijk. Want deze dingen leer je niet tijdens je opleiding!’ 3
28
Foto: Maria Noordenbos
Alles dichtbij
Pas aan het eind van zijn studie wist Tetman Noordenbos (46) het zeker. ‘Ik word huisarts. Dat vak geeft me de vrijheid om het te organiseren op een wijze die bij mij past. En medisch gezien is het breed en gevarieerd. Bovendien kan ik geregeld naar buiten, en mag ik bij mensen thuis binnen kijken.’ Na zijn studie heeft hij waargenomen en was hij Hidha. Zeven jaar geleden vestigde Tetman zich als huisarts in de Utrechtse dichterswijk. Hij begon met nul patiënten, nu zijn dat er ongeveer 1800. ‘Veel studenten en startende gezinnen, een vaste groep allochtonen en weinig ouderen. Ze wonen allemaal in de buurt van de praktijk, daarin ben ik vanaf het begin tamelijk streng in geweest. Alle visites doe ik op de fiets.’
SynthesHis december 2011; 4 (10)
‘Zelf verzorg ik de administratie en run ik de winkel, maar vakmatig wil ik niet helemaal een solist zijn. Daarom heb ik sinds vijf jaar een Hidha, anderhalve dag per week. Elke woensdagochtend bespreken we lastige patiënten, laten we patiënten aan elkaar zien en komen allerlei vaktechnische wederwaardigheden aan bod.’ Zelf werkt Tetman drieënhalve dag in de praktijk, daarnaast geeft hij les aan nurse practitioners. Er werken twee parttime assistentes in praktijk De Kaap, die ook de POH-werkzaamheden verrichten, zoals het ouderen- en diabetesspreekuur, en de CVRMbegeleiding. ‘Mijn keuze viel op OmniHis, omdat dat HIS op Mac’s (Apple-computers) werkt en daar ben ik een fan van. Min of meer ingefluisterd door mijn vrouw, die grafisch ontwerper is. We zijn al vrij vroeg overgestapt van OmniHis Studio op Scipio vanwege het LSP en de subsidie die je kon krijgen als je dat op tijd had geregeld. De overgang naar een nieuw systeem en het wennen daaraan, heeft tamelijk veel inspanning gekost. En niet te vergeten het gedoe met hosting, vooral toen Infotechnology failliet ging. Uiteindelijk is het goed gekomen en was er meer paniek dan achteraf nodig bleek. Ik heb wel een gevoel van weggegooid geld. Scipio is ontworpen met het oog op het LSP. We hebben voor de aansluiting daarop veel moeten betalen aan het bedrijf OmniHis en subsidie gekregen. En nu gaat het misschien helemaal niet door… Mijn nieuwe UZI-pas ligt ongebruikt in een la. Van mij hoeft het ook niet landelijk. Het is belangrijk dat goed en betrouwbaar gecommuniceerd kan worden tussen huisartsen en huisartsenposten, tussen huisartsen en apothekers, en tussen huisartsen en ziekenhuizen in de buurt. Als kleinschaligheid de inzet was geweest, dan was het vast al in orde geweest.’ MEDICATIEOVERZICHT De communicatie met de belangrijkste apotheek is goed geregeld. ‘Ik kan van iedere patiënt op elk moment een actueel medicatieoverzicht geven. Behalve van mensen met baxter-
medicatie. Omdat de apotheek niet meer elke drie maanden recepten nodig heeft, zit er in mijn systeem dan vaak een recept van een jaar of langer geleden en dat verschijnt niet op het actuele medicatieoverzicht. Maar in principe is er niets veranderd. Via de reguliere apotheek weet ik ook wat specialisten voorschrijven aan mijn patiënten, maar als die worden geleverd door de ziekenhuisapotheek krijg ik daar geen bericht van. Ook niet van de dienstdoende apotheken tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten. De voorgeschreven medicatie staat in die gevallen wel op het waarneembericht, maar komt niet automatisch terecht in het medicatiedossier van mijn HIS… Er blijven altijd dingen te verbeteren. Zo zou ik graag een overzicht hebben van wat mensen aan medicatie zouden moeten gebruiken, want dat is lang niet altijd hetzelfde als de medicatie die is voorgeschreven. Als mensen een bepaald medicijn niet meer aanvragen, verandert het overzicht al. Helaas heb ik nog niet ontdekt hoe ik op een gemakkelijke manier zo’n “ideale” medicatielijst in Scipio kan maken.’ EIGEN HIS Scipio bevalt goed. Tetman prijst onder meer de algemene zoekfuncties, de protocollaire schermen en het gemak van COV binnen het eigen HIS. ‘Ook leuk is de actieve discussielijst van OmniHis-gebruikers. Als het gaat om ervaringszaken of als ik er met de helpdesk niet uitkom, dan zet ik mijn vraag daarop. Je krijgt dan snel en vaak van diverse collega’s een reactie, waarmee je verder kunt. Ik heb wel het idee dat een stuk of tien huisartsen zorgt voor 90 procent van de antwoorden.’ Scipio-wensen? ‘Ik zou wel minder willen klikken, en onze assistentes ook. We hebben veel meer muisklikken nodig om acties voor elkaar te krijgen dan in Studio. Een dezer dagen ga ik naar een cursus Tips en Trucs. Hopelijk leer ik daar hoe ik kan werken met minder muisklikken… Wat ik ook lastig vind is dat de gegevens voor de ketenzorg die de Stadsmaatschap Utrecht nodig heeft niet gemakkelijk uit OmniHis Studio te halen waren. Dat was uitbesteed aan een
SynthesHis december 2011; 4 (10)
29
derde partij, maar voor Studio lukte dat niet. Daarom moest ik zelf nieuwe zoekopdrachten schrijven. En dat kostte aardig wat tijd. Ik ben benieuwd hoe dat de volgende keer met Scipio zal gaan…’ PAPIER ‘Elektronisch verhuizen van medische dossiers doe ik bijna nooit. Als ik weet dat de volgende huisarts ook een Scipio-gebruiker is, zetten we het dossier op een schijfje of usb-stick, anders printen we het dossier compleet uit. Dat is natuurlijk onzinnig, al die pakken papier… Ik neem me meteen voor om meer dossiers elektronisch te versturen. Ik scan de papieren dossiers van de vorige huisarts niet in. Maar daar komt geen papier meer bij, want alles wat elektronisch onze praktijk binnenkomt wordt op de juiste plaats in Scipio weggeschreven, en alle papieren post scannen we in en gaat daarna in de papiervernietiger. Verwijsbrieven printen we wel uit en geven we mee aan de patiënt. ZorgDomein is wel geïnstalleerd, maar ik werk er nog niet mee. En wat ik heel leuk vind is dat we veel met mooie gekleurde kaartjes werken om patiënten op te roepen voor de speciale spreekuren.’
ze slikken of zich de uitslag van een recent onderzoek niet goed herinneren. Maar het valt me op dat de meeste mensen goed kunnen vertellen wat de belangrijkste zaken uit hun medische voorgeschiedenis zijn.’ INTERNET Tijdens het spreekuur raadpleegt Tetman geregeld het internet. ‘Soms laat ik mensen onze eigen site zien en vertel ik hen waar ze de NHGfolders kunnen vinden. Ik zoek ook wel eens een adres, bijvoorbeeld van een eerstelijnspsycholoog. En als het gaat om huidafwijkingen, zoek ik er vaak een plaatje bij. Spreekuurassistent en de RIVM-site over infectieziekten vind ik handig. En toen ik besloot om zelf weer wat meer chirurgische ingrepen te doen, heb ik mijn kennis opgefrist aan de hand van filmpjes van een atheroomverwijdering en een partiële nagelresectie op YouTube.’ 3
E-MAIL Patiënten kunnen alleen telefonisch een afspraak maken en vragen stellen. ‘Ik heb nog geen plannen om eConsult in te voeren. Heel af en toe heb ik contacten per mail, maar dat gaat altijd om bijzondere en individuele gevallen. Bijvoorbeeld als mensen naar het buitenland gaan en mij medische zaken ter beoordeling willen voorleggen. Sinds kort promoten we dat mensen hun herhaalrecepten per e-mail kunnen aanvragen. Daarvoor is een speciaal e-mailadres aangemaakt. Patiënten moeten in het e-mailbericht hun naam, geboortedatum en telefoonnummer en ook de naam, sterkte en dosering van het gewenste medicijn zetten. Onlangs hebben we het eerste elektronische recept gevierd.’ Op de huisartsenpost kan Tetman geen enkel medisch dossier inzien. ‘Af en toe is dat lastig, vooral bij oudere mensen die niet weten welke medicijnen
30
SynthesHis december 2011; 4 (10)
Eduard Graat, solopraktijk in gezondheidscentrum
‘Sinds ruim een jaar komt er bij het maken van visites geen papier meer aan te pas. Dank zij mijn iPad heb ik een volledig mobiel kantoor. Ik kan overal verbinding maken met de server op de praktijk. Ik heb geen visite-uitdraaien meer nodig, maak een recept bij de patiënt thuis en stuur dat meteen door naar de apotheek. Zelfs een verwijsbrief kan ik ter plekke maken en via de printer met faxfunctie op de praktijk verzenden naar de spoedeisende hulp of specialist.’ Eduard Graat (41) rijdt nogal wat visites omdat zijn huisartspraktijk in Uden relatief veel chronisch zieke oudere patiënten telt.
‘Als je een iPad inschakelt, werkt dat apparaat meteen, terwijl een laptop nogal wat opstarttijd nodig heeft. Je moet wel leren werken met een of twee vingers, en dus zonder muis. Als je daar eenmaal aan bent gewend, werk je net zo snel op je iPad als op je pc. De enige belemmering vormt het draadloze netwerk. Als dat wordt verbeterd, is een iPad voor een huisarts nog handiger en plezieriger.’ PRAKTIJK ‘Ik heb een jaar of vijf geleden tijdens een waarneming nog met de groene kaart gewerkt. Ik moest die kaarten er zelf bij zoeken, want er was geen assistente. Een hele klus, want ze waren op woonverband gesorteerd. Ook als iemand was gescheiden, stond de kaart vaak nog steeds bij de familie van de ex in de bak… Ik vind het bijzonder dat de vorige generatie huisartsen de overstap van die groene kaarten naar de HISsen heeft gemaakt.’ Drie jaar geleden nam Eduard de praktijk over van Jur Kingma, een van de pioniers in de huisartsenautomatisering. Daarvoor was hij elders huisarts en maakte een dissociatie mee. Zijn praktijk is gevestigd in Medipark in Uden. Dit gezondheidscentrum biedt onderdak aan acht huisartspraktijken, waarin elf huisartsen werken die worden bijgestaan door
Foto: Ad van de Graaf
‘Ik zet MIRA op de agenda’
Hidha’s en waarnemers. Bovendien lopen er meestal twee aios rond en zo nu en dan een coassistent. ‘Iedereen heeft zijn eigen solo- of duopraktijk en daarnaast is er veel gezamenlijk geregeld, in het bijzonder de overhead. Het gezondheidscentrum heeft bijvoorbeeld de assistentes, POH’ers, een praktijkmanager en een financieel administrateur in dienst. De assistentes zijn per drie praktijken geclusterd. Op die manier krijgen de patiënten niet steeds te maken met andere assistentes en leren de assistentes de patiënten kennen. Joan van den Heuvel, een van de huisartsen, is verantwoordelijk voor het totale systeembeheer en elke huisarts zit in een of meer commissies. Zo heeft iedereen zijn taak en inbreng. Zelf zit ik bijvoorbeeld in de kwaliteitscommissie. Ik zet MIRA, het HIS dat alle huisartspraktijken in Medipark gebruiken, geregeld op de agenda. We zouden ons daar veel meer in moeten verdiepen, want we werken er de hele dag mee en doen bijna niets met de talrijke mogelijkheden.’ De praktijk van Eduard telt circa 2500 patiënten, onder wie veel oudere mensen. ‘Daardoor heb ik van alles veel. Veel diabeten, veel post, veel visites en veel verwijzingen. Huisarts zijn bevalt me prima, maar het zijn wel lange, lange dagen. En er komt steeds
SynthesHis december 2011; 4 (10)
31
meer zorg op ons af. Ik geloof niet dat we dat met het huidige aantal huisartsen kunnen redden.’ AUTOMATISERING Eduard noemt zichzelf een pietje precies. ‘Zeker als het om episodes gaat. Die moeten kloppen, dat houd ik dagelijks in de gaten. Als er iets verandert, wijzig ik tijdens consult of visite meteen de episode. Of ik pas een episode aan de hand van de specialistenbrieven aan. Ik zou het geweldig vinden als de huisarts en de behandelende specialist van een patiënt samen een episode konden bijhouden. Daarvoor zou het LSP handig zijn, maar of dat er ooit komt…’ Voor alle patiënten van heel Medipark is er een algemeen e-mailadres. De assistentes zorgen dat de binnenkomende berichten bij de juiste zorgverlener en praktijk terechtkomen. ‘Zelf geef ik soms in bijzondere gevallen mijn eigen e-mailadres door, maar daar maak ik geen gewoonte van. E-mail is een van de vele informatiestromen in de praktijk die allemaal afgehandeld moeten worden. Ik heb ook een digitale postbus in MIRA en een agenda die we moeten bijhouden, en elke dag een stapel papieren post. Dus ik moet er niet aan denken dat e-mails allemaal binnen een uur of een dag beantwoord moeten worden, soms komen er wel twintig binnen op één ochtend. Dat krijg ik nooit voor elkaar. Ik zie ook nog niet in dat eConsult voordelen biedt. Een enkele keer gebruik ik het als vervolg op het spreekuur. Maar ik wil geen eConsult voor nieuwe klachten. De kans op fouten is te groot en het kost veel te veel tijd.’ De Udense dermatologen hebben hun praktijk om de hoek. Ze delen zelfs hetzelfde parkeerterrein met de huisartsen die in Medipark werken. ‘En toch werken we met teledermatologie. Dat is fantastisch. Vaak hebben we binnen een uur al antwoord. Voor de patiënten is het fijn dat ze niet onnodig worden doorverwezen. En ik leer er zelf ook veel van, vooral wanneer ik wel en niet moet verwijzen. We hebben een directe koppeling met de enige apotheek in Uden. Ik zie precies wat zij afleveren, ook als het gaat om zelfzorgmedicatie. Vooral als mensen een NSAID aanschaffen, vind ik het belangrijk om te weten. Daarom vraag ik ook altijd of mensen zelf al iets hebben geprobeerd. Op die manier heb ik permanent een actueel en zo compleet mogelijk medicatieoverzicht tot mijn beschikking.’ Eduard is lid van de ICT-werkgroep van de Zorggroep.
32
Er is nog niet meteen gekozen voor een KIS. ‘We zijn – nog wat aarzelend – bezig met diabetes. Om de doelstelling te formuleren en de bestaande processen in kaart te brengen. Die zijn heel arbeidsintensief, maar per persoon wordt wel de juiste informatie ingevoerd. Een extern bureau – gelieerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen – produceert de getallen voor de zorgverzekeraar. Ze krijgen niet alles wat we hebben, maar alleen die zaken waarover is onderhandeld.’ EIGEN HIS ‘De keuze voor MIRA was al gemaakt voordat ik hier kwam. Ik heb weinig vergelijkingsmateriaal, maar vind het plezierig werken. Ik zou wel willen dat de episodes meer aandacht krijgen. Het overzicht daarvoor is veel te klein. Bij het printen van een brief komen de episodes niet mooi mee. En als we de episodelijst bij het vertrek van een patiënt naar een andere huisarts uitdraaien, wordt niet alles afgedrukt en krijgen ze in feite een incompleet dossier mee. Het verhuizen van patiëntendossiers van MIRA naar MIRA gaat digitaal goed en gemakkelijk, maar eigenlijk moet het niet uitmaken naar welk HIS je die moet versturen… Ik zou het ook fijn vinden dat als je in je HIS een patiënt oproept er standaard een foto in beeld verschijnt. Dat praat makkelijker als je ze aan de telefoon hebt. En grafisch valt er ook nog van alles aan MIRA te verbeteren. Bijvoorbeeld door meer te werken met kleuren en icoontjes.’ DOKTER GOOGLE Tijdens het spreekuur raadpleegt Eduard geregeld het internet. Hij wordt zelfs wel eens dokter Google genoemd. ‘NHG-brieven haal ik altijd van de website, want dan heb je de meest actuele versie. Bij patiënten met gordelroos of andere huidaandoeningen zoek ik vaak een plaatje om hen te laten zien. Ik geef patiënten ook vaak een zoekterm mee, zodat ze zich zelf verder kunnen oriënteren. Ik zoek ook van alles op, want dat gaat online veel sneller dan op papier. En je kunt alles vinden, als je maar weet waar je moet zoeken. Het Farmacotherapeutisch Kompas staat altijd open, evenals de website van het diagnostisch centrum van ons lab om labuitslagen te beoordelen.’ 3
SynthesHis december 2011; 4 (10)