Autokraak Auteur: drs. A.W.M. Eijken en drs. A. Hakkert Ministerie van Justitie, Directoraat -Generaal Preventie, Jeugd en Sancties (DG-PJS) Betrokken Officier van Justitie: mr. J.C.P. de Moor Arrondissementsparket Den Haag
1. Basisfeiten a. Aard en omvang Bij autokraak en -vernieling gaat het om verschillende typen misdrijven die hier - omdat zij een vrijwel gelijke aanpak kennen - bij elkaar zijn genomen. Er wordt informatie gegeven over respectievelijk • • •
diefstal uit auto's diefstal vanaf auto's vernieling aan auto's
Diefstal uit, vanaf en vernieling aan auto's komt in Nederland betrekkelijk veel voor, al is er de laatste jaren sprake van een daling. Zo blijkt uit de Politiemonitor Bevolking dat er in 1999 uit 7 van de 100 auto's iets is gestolen en bij bijna één op de vier iets is vernield of vanuit de auto iets is ontvreemd. In vergelijking met 1993 en 1995 is het aantal diefstallen uit, diefstallen vanaf en vernielingen aan auto's gedaald. Ontwikkeling diefstal uit, vanaf en vernieling aan auto's, 1993-1999
Bron: Politiemonitor Bevolking, 1999 Uit de politiestatistiek komen wat lagere cijfers naar voren, omdat niet alles bij de politie wordt aangegeven. Zo zijn er in 1997 168.500 diefstallen uit of vanaf voertuigen geregistreerd (bij 1,3% van de bevolking). Ook hier zien we een daling. In 1990 waren er nog ruim 180.000 geregistreerd.
1
b. Daders Inleiding Het is niet gemakkelijk om een profiel te geven van de autokraker. Niet alle autokrakers zijn bij de politie bekend. Het ophelderingspercentage ligt maar op ongeveer 5%. Wel zijn er enkele onderzoeken waarbij interviews met bij de politie bekende autokrakers zijn gehouden. Hierbij gaat het om een selectieve steekproef, omdat de pakkans niet voor alle autokrakers gelijk zal zijn. Het is mogelijk dat drugsverslaafde autokrakers sneller tegen de lamp lopen. Sekse Uit verschillende onderzoeken blijkt dat autokrakers bijna altijd van het mannelijk geslacht zijn. Leeftijd Een criminele carrière als autokraker kan al vroeg beginnen, rond de 15 jaar. In een aantal onderzoeken ligt de gemiddelde leeftijd rond de 20. In een nadere analyse van aangehouden verdachten van diefstal uit auto's in Haaglanden ligt de gemiddelde leeftijd op 27 jaar. In een onderzoek in Rotterdam bedraagt de gemiddelde leeftijd 32 jaar. Het is moeilijk een betrouwbaar beeld te geven van de gemiddelde leeftijd, omdat immers niet alle autokrakers bij de politie bekend zijn. Etniciteit Veel autokrakers zijn van niet-Nederlandse afkomst. Dat geldt in ieder geval voor de grote steden. Onder de niet-Nederlandse verdachten zijn er vooral veel verdachten van Marokkaanse en Surinaamse herkomst. Bij deze twee groepen is er een groot verschil in gemiddelde leeftijd. De Surinaamse verdachten zijn gemiddeld ouder dan de Nederlandse verdachten en de Marokkaanse jonger. Opleiding Autokrakers hebben vaak een lage opleiding en een weinig florissant arbeidsverleden. Een deel blijkt de opleiding niet voltooid te hebben. In een onderzoek in Rotterdam geldt dit voor tweederde deel van de daders. Verslaving Een groot deel van de autokrakers is verslaafd aan drugs of gokken. Drugsverslaafde autokrakers zijn gemiddeld ouder dan niet-verslaafde krakers. Bij Surinaamse autokrakers is het percentage drugsverslaafden beduidend hoger dan bij Nederlandse of Marokkaanse autokrakers. Leefstijl Veel daders hebben geen vaste verblijfplaats. Sommigen vertellen dat zij regelmatig de nacht op straat doorbrengen, ze slapen in portieken of op bankjes. Visie op het autokraken Diefstal uit auto is een favoriet delict omdat het in korte tijd veel geld oplevert en omdat er veel keuzemogelijkheden bestaan omdat er zo veel auto's zijn. Autokrakers zelf zien het autokraken vaak als een onschuldig delict. Volgens sommigen is het eigenlijk een beetje beneden hun stand en ze schamen zich er eigenlijk voor dat ze zich zo verlagen. Motieven De belangrijkste motieven om in een auto in te breken zijn: • • • •
drugsgebruik bekostigen gokverslaving bekostigen luxe uitgaven bekostigen groepsdruk en de kick
2
Generalisten De meeste autokrakers hebben ook ervaring met andere delicten en zijn daarom te kenschetsen als generalisten. Bij die andere delicten betreft het andere soorten vermogensdelicten, zoals winkeldiefstal of inbraken in bedrijven, woningen of winkels. Een deel van de autokrakers is eerder winkeldief geweest, maar door drugsgebruik zijn ze er zo onverzorgd uit gaan zien dat ze in winkels opvallen. Dat vormt een reden om over te stappen op het kraken van auto's. c. Slachtoffers Sekse Mannen en vrouwen zijn in dezelfde mate slachtoffer, zowel bij diefstal uit als vernieling aan de auto. Leeftijd Diefstallen uit auto is relatief hoog onder de 25-39 jarigen en vernieling aan auto's bij de automobilisten tot 24 jaar. Kwetsbaarheid Slachtofferschap van diefstal uit auto is iets hoger bij automobilisten met hogere inkomens. Type auto Meestal wordt er ingebroken in type auto's waarvan er in Nederland ook veel rondrijden en die gemakkelijk zijn te openen. Auto-inbrekers zijn nochtans geïnteresseerd in de duurdere auto's. Buit Autokrakers zijn vooral geïnteresseerd in autoradio's en cd-spelers. Uit een analyse bij de politie Amsterdam blijkt dat er ook steeds vaker mobiele telefoons uit auto's worden ontvreemd. Autokrakers weten veelal van te voren aan wie ze de buit kunnen verkopen. Er bestaat een omvangrijk helingcircuit. De gestolen waar wordt veelal geheeld in coffeeshops of cafés en brengt vaak per gestolen eenheid nog geen 100 gulden op. Preventief gedrag Slechts een beperkt gedeelte van de autogebruikers heeft zelf een alarminstallatie in de auto ingebouwd of laten inbouwen. Wel is dit aandeel tussen 1992 en 1996 flink toegenomen: van 6% naar 11%. Slachtoffers van autocriminaliteit en automobilisten met een hoog inkomen hebben vaker een auto met ingebouwde alarminstallatie. Verder heeft een groot deel van de automobilisten een autoradio met een afneembaar front. d. Situaties Tijdstip delict Het merendeel van de autokraken in de eigen woonwijk vindt avonds of 's nachts plaats. Uit een evaluatie van een project in Amsterdam blijkt dat diefstallen uit auto's in 'golven' plaatsvinden in bepaalde wijken. Plaats delict Autokrakers hebben een vast werkgebied. De belangrijkste reden om het werkgebied niet te drastisch te veranderen is dat de dieven liever niet naar onbekende buurten gaan. Soms zijn ze ook gebonden aan de aanwezigheid van verkooppunten van drugs en gestolen goederen. Ruimtelijke spreiding De ruimtelijke spreiding van diefstal uit auto's hangt samen met de mate van verstedelijking. In de grote steden is het risico beduidend hoger. Hetzelfde geldt voor diefstal vanaf of beschadiging van auto's.
3
Diefstal uit, diefstal vanaf en vernieling aan auto's naar type gemeente
Bron: CBS, 1999 Daarnaast hebben ook recreatiegebieden die in de zomermaanden of op dagen met evenementen een grote stroom auto's van bezoekers verwerken, te maken met een verhoogd risico op diefstal uit auto's. Dit geldt bijvoorbeeld voor toeristengemeenten in Zeeland. Uit een veiligheidsanalyse van de Politie Friesland blijkt dat in deze provincie naast Leeuwarden ook in o.a. Lemsterland (bij het IJsselmeer) en Terschelling het risico op diefstal uit auto's hoog is. Uit onderzoek blijkt verder dat de ruimtelijke spreiding samenhangt met het aantal op één locatie parkeerbare auto's en het aantal publieksaantrekkende-/horecavoorzieningen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het centrum van een gemeente, parkeerplaatsen bij publieksaantrekkende voorzieningen en toeristenplaatsen tijdens de zomermaanden behoren tot de 'hot-spots'. Ook in eigen wijk Toch vindt diefstal uit auto zeker niet altijd plaats als men met de auto op stap is. Diefstal uit de auto wordt juist ook vooral in de woonbuurt van het slachtoffer gepleegd. Werkwijze Volgens autokrakers is een diefstal uit auto eenvoudig uit te voeren. De omgeving kan gemakkelijk worden gecontroleerd, de pakkans is gering omdat omstanders meestal te bang zijn om in te grijpen en de politie komt vaak te laat. Ook zijn er veel meer vluchtwegen dan bijvoorbeeld bij woninginbraak. Hulpmiddelen De meeste autokrakers komen de auto binnen via het forceren van het portierslot of het inslaan een deurruit. Een slot wordt meestal geforceerd met een schroevendraaier of schaar. Om lawaai te voorkomen wordt bij het inslaan van de deurruit nogal eens de zogenaamde lifehammer gebruikt. Dit is een kleine noodhamer met een metalen punt, waarmee automobilisten zich in geval van nood uit hun auto kunnen bevrijden. Deze noodhamer is gemakkelijk te verkrijgen en zeer goedkoop. Soms wordt het meegenomen (gestolen) uit het openbaar vervoer. e. Schade Materiële schade In vergelijking met andere delicten is bij autokraak de financiële schade relatief hoog. Bij ruim 90% van de diefstal uit auto's is er sprake van schade en dat geldt voor een kleine 80% van de vernielingen aan auto's. De gemiddelde schade bij diefstal uit auto bedraagt ongeveer 1000 gulden en bij beschadiging van auto's ruim 500 gulden. De schade is groter dan veelal wordt gedacht. Op zichzelf brengt bijvoorbeeld een gestolen autoradio maar weinig op (helerprijs), maar de prijs voor vervanging en de braakschade voor het slachtoffer is hoog. Autokraken worden nogal eens door verslaafden gepleegd, die per dag meer auto's moeten kraken om hun portie drugs voor één dag te kunnen betalen. Al met al toch een behoorlijke maatschappelijke schade.
4
Vergoeding van de schade Bij diefstal uit auto is in ruim de helft van de gevallen een gehele of gedeeltelijke vergoeding ontvangen en bij beschadiging in ongeveer een vijfde van de gevallen. Immateriële schade Emotionele gevolgen bij slachtoffers van diefstal uit auto zijn relatief beperkt. Uit de CBS slachtofferenquête blijkt dat ongeveer 5% langdurige emotionele problemen ondervindt. Ter vergelijking: bij woninginbraak is dat circa 20%. Tevens blijkt dat bijna geen enkel slachtoffer van diefstal uit auto's een beroep doet op hulpverlening. Ook door de politie worden de gevolgen minder groot beoordeeld dan die van andere delicten. Zo wordt op het politiebureau 'slechts' 27% van de slachtoffers van diefstal uit auto's gewezen op de mogelijkheden van slachtofferhulp tegen de helft tot tweederde van de slachtoffers van woninginbraak en geweld. f. Overige feiten Regionale spreiding Niet overal in Nederland worden in gelijke mate auto's gekraakt. Uit de Politiemonitor Bevolking 1999 is op te maken dat dat varieert van 19 van de 100 auto's in de regio Amsterdam-Amstelland tot 2 op de 100 auto's in Zeeland. Naast Amsterdam scoren verder de regio Haaglanden en Utrecht hoog. In een andere grootstedelijke regio, Rotterdam-Rijnmond, is het aantal diefstallen uit auto's de afgelopen jaren daarentegen flink gedaald: van bijna een kwart van alle auto's in 1993 tot 10% in 1999. Diefstallen uit auto's per politieregio, per 100 auto's, 1999
Bron: Politiemonitor Bevolking, 1999
5
Ook bij vernieling aan of diefstallen vanaf auto's scoren de grootstedelijke regio's (AmsterdamAmstelland, Haaglanden, Utrecht, Rotterdam-Rijnmond) relatief hoog. Subjectieve beleving Uit de Politiemonitor 1999 blijkt dat 16% van de Nederlanders van mening is dat diefstal uit auto's veel voorkomt en bij vernieling of diefstal vanaf auto's ligt het percentage op 17%. Dit is minder dan bijvoorbeeld woninginbraak of fietsdiefstal respectievelijk 23% en 25%. Diefstal uit of vernieling aan auto wordt door Nederlanders thans minder vaak als een probleem gesignaleerd in de buurt dan voorheen.
2. Taken van actoren en organisaties a. Openbaar Ministerie • • • • • •
daderanalyse dader top 10/ top 100 politie aanzetten tot gerichte maatregelen zorg voor snelle afdoening zaken met betrekking tot autokraak (evt. snelrecht, lik -op -stuk) schadebemiddeling verslavingsbeleid
b. Gemeente • • • • • • • •
automobilisten wijzen op de risico's door voorlichting verbeterde zichtbaarheid en verlichtingsmaatregelen parkeervoorzieningen risico-classificatie parkeervoorzieningen buurtpreventie ondersteuning 'Parking Watchers' of andere toezichthouders stimuleren van inzet van nachtbussen in de weekenden stimuleren van 's nachts bewaakt parkeren verslavingsbeleid
c. Politie • • • • • •
analyse 'hot-spots' en daderanalyse surveillance gericht op 'hot-spots' inzet lokauto voorlichting aan automobilisten en aan slachtoffers (b.v. bij aangifte) in het bijzonder buurtpreventie begeleiding 'Parking Watchers' of stadswachten/toezichthouders
d. Bureau Slachtofferhulp • • •
voorlichting aan slachtoffers i.v.m. het verminderen van de emotionele gevolgen hulp of bemiddeling bij schade voorlichting aan slachtoffers over de kans op herhaling en het nemen van gerichte preventieve maatregelen
e. Reclassering • • •
begeleiding toezicht nazorg (m.n. gericht op verslaafde autokrakers)
6
f. Overige actoren Landelijke overheid • normering en certificering beveiligingssystemen voor auto's in overleg met RAI, BOVAG, ANWB en Verbond van Verzekeraars (cerficering wordt uitgevoerd door Stichting Certificering Motorrijtuigbeveiliging, die is ondergebracht bij het Nationaal Centrum voor Preventie) • overleg over productievoorschriften met auto-industrie • automobilisten wijzen op risico's via voorlichting (evt. massamediaal) • bijdrage aan het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC) Parkeerbeheer • automobilisten wijzen op risico's • bewaking van parkeergelegenheden • beperking toegankelijkheid, compartimentering en vetbeteren zichtbaarheid parkeervoorzieningen • elektronische toegangscontrole • videocontrole, 'closed circuit TV' Verzekeringsmaatschappijen • automobilisten wijzen op risico's • bijdrage leveren aan certificering beveiligingssystemen Bedrijfsleven • verbetering beveiligingssystemen merken van auto-onderdelen • inzet particuliere bewakingsdiensten • automobilisten wijzen op risico's • bijdrage aan het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC) Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc) Postbus 74707 1070 BS Amsterdam Tel: 020 - 5497931 Fax: 020 - 5497935 E-mail:
[email protected]
3. Mogelijke vormen van aanpak a. Situationele preventie Bij autocriminaliteit, w.o. ook autokraak, dienen situationele strategieën zich te richten op: • •
de omgeving de auto zèlf
Omgeving Autokrakers opereren evenals bijvoorbeeld inbrekers bij voorkeur ongezien en het liefst op plaatsen die voldoende vluchtgelegenheid bieden. Tevens leggen daders van autokraak een voorkeur aan de dag voor plaatsen waar veel auto's te vinden zijn. Parkeergelegenheden (parkeerterreinen en garages) zijn dan ook gewilde locaties. Het is dan ook logisch om in ieder geval daar maatregelen te treffen. Bij deze maatregelen gaat het in hoofdlijnen om het beheersbaar maken van de toegang (bewaking) en het verbeteren van toezicht. Experimenten met preventieprojecten gericht op parkeergarages en open parkeerterreinen in het buitenland (Engeland) wijzen uit dat de kwaliteit van het toezicht van wezenlijk belang is. Het uitoefenen van toezicht, zowel formeel als informeel, moet als de meest effectieve situationele maatregel beschouwd worden om autocriminaliteit (zowel diefstal uit auto's als diefstal van auto's) terug te dringen. Veilig parkeren vereist dus relatief veel toezicht. De volgende strategieën zijn mogelijk in het kader van situationele preventie:
7
Buurtpreventie Omdat diefstal uit en vernieling aan de auto in veel gevallen in de woonwijk plaatsvindt, is buurtpreventie een goede strategie. Bij buurtpreventie houden de bewoners zelf een oogje in het zeil. Ook wordt dit vaak (bij het binnenkomen in de wijk) aangegeven met borden' buurtpreventie'. Buurtpreventie richt zich overigens niet alleen op deze vorm van criminaliteit, maar heeft een bredere werking. Het beheersbaar maken (bewaken) van de toegang tot parkeerplaatsen of -garages • •
• • •
Het ontwerp van een parkeergelegenheid kan het risico van autocriminaliteit wezenlijk verminderen. Zo verbetert een overzichtelijke indeling de controlemogelijkheden. Onbevoegden moet zoveel mogelijk het binnenkomen bemoeilijkt worden door het aantal ingangen te beperken. Tevens moeten deze ingangen zodanig gesitueerd worden dat er vanuit een centraal punt en/of door passanten en vanuit omliggende gebouwen toezicht mogelijk is. Door ook de voetgangersingang met de 'magneetcard' van de auto te laten openen kan de toegankelijkheid nog verder worden beperkt. Het verdient aanbeveling om openingen in parkeergarages zoveel mogelijk af te sluiten. Veelal wordt er bij parkeergarages nog gewerkt met open etages. De aanwezigheid van kluizen biedt parkeerders de gelegenheid om waardevolle spullen op te bergen. Verder kan de parkeergelegenheid geheel of gedeeltelijk worden afgesloten in kleinere afsluitbare compartimenten. Dit werkt het beste bij een vaste gebruikersgroep. Compartimenten bieden niet alleen het voordeel van een verminderde toegankelijkheid, maar tevens is het aantal auto's per compartiment aanzienlijk kleiner dan in een 'open' parkeergelegenheid. Het gevolg is dat de kans op buit afneemt en tevens dat de parkeergelegenheid minder aantrekkelijk wordt voor potentiële daders.
Het verbeteren van toezicht op parkeerplaatsen of -garages Het toezicht kan twee vormen aannemen: • •
Natuurlijk toezicht Georganiseerd (formeel) toezicht
Natuurlijk toezicht Het natuurlijk toezicht wordt mogelijk gemaakt door gebouwen, of in dit geval parkeergelegenheden, zo te situeren dat voorbijgangers, bewoners of werknemers goed kunnen zien wat er plaatsvindt. Bij natuurlijk toezicht draait het dus om het bevorderen en optimaal gebruik maken van het potentieel aan sociale controle. Een goede verlichting, gebruik van een 'open' hekwerk en een inrichting die ook controle op de ruimte tussen de auto's toelaat, verbeteren het zicht op de locatie. Om het toezicht te bevorderen kunnen parkeerterreinen zonodig opnieuw worden ingericht, bijvoorbeeld door een routing aan te brengen langs plaatsen waar mensen zicht hebben op het parkeerterrein. Ook kunnen omliggende bosschages worden verwijderd. Checklist Meer gedetailleerde aanwijzingen over de inrichting van parkeergarages, waarbij ook aandacht wordt besteed aan veiligheidsaspecten, zijn te vinden in: • •
de 'checklist sociaal veilig ontwerpen' van de Technische Universiteit in Delft (Faculteit Bouwkunde, Onderzoeksinstituut voor Stedebouw, Planologie en Architectuur); de toetsingslijst van de ANWB in samenwerking met de Vexpan (Vereniging van Exploitanten van Parkeeraccomodaties Nederland) ten behoeve van de European Standard Parking Award (1996).
8
Formeel toezicht Het formeel toezicht kan worden uitgeoefend door: • • •
de politie, door beveiligingsbeambten of door camerabewaking.
Op basis van gebleken of in te calculeren risico's kan de politie besluiten om meer op de locatie te letten en deze op te nemen in de surveillanceroute. In plaats van met een betaalautomaat te werken kan de eigenaar/exploitant een bewaker belasten met de kaartverkoop en het toezicht. Met behulp van camerabewaking (een gesloten televisiecircuit) kan dan naast de in- en uitgang ook de rest van de voorziening in de gaten worden gehouden. Tevens is er de mogelijkheid van de (ambulante) bewaking, waarbij controle plaatsvindt van meer parkeerlocaties. Periodiek kan een ronde langs de verschillende locaties gemaakt worden. Ook kunnen meer locaties op afstand bewaakt worden met behulp van camera's. Op parkeerterreinen kunnen daarvoor opgeleide werkstudenten ('parking watchers') surveilleren. Deze hebben enerzijds een PR-functie namens de gemeente, anderzijds wijzen zij het publiek op risico's bij het parkeren van een auto (ramen open laten of waardevolle spullen in de auto achterlaten). Voorbeeldprojecten: •
•
•
In een project tegen autocriminaliteit van de Amstelveense politie (wijkteam Amstelveen/Noord) is getracht om daders aan te houden door gebruik van observatie van een bepaalde locatie of door middel van rijdende surveillance. Tevens is gebruik gemaakt van een observatieruimte. Verder is toezicht uitgeoefend op de bekende pleegplaatsen door surveillanten en stadswachten. Geconcludeerd kan worden dat preventief toezicht door surveillanten binnen een bepaald gebied kan leiden tot een verlaging van de aangiftecijfers van autokraak. In Zandvoort, een badplaats die vooral in het zomerseizoen veel last heeft van autocriminaliteit, is in 1992 op initiatief van het Landelijk Bureau Voorkoming Misdrijven een experiment uitgevoerd met 'parking watchers'. De aanwezigheid van de 'parking watchers' is door het publiek en door op de boulevard werkzame parkeerwachters (belast met de inning van parkeergelden) als zeer positief ervaren. Daarbij ging het om hun preventieve uitstraling en hun functie als gastheer. Het bleek dat niets werd gestolen op dagen dat de 'parking watchers' aanwezig waren. Er was wel sprake van een verplaatsingeffect. De activiteiten van autokrakers en -dieven verplaatsten zich naar een ander tijdstip of een andere locatie. Ten aanzien van de effectiviteit van een Rotterdams project tegen autokraak in 1992-1993 is er geen noemenswaardige geografische verplaatsing gebleken. Wel was er sprake van een gedeeltelijke verplaatsing naar andere typen delicten, zoals gekwalificeerde diefstal. Geïnterviewde daders van autokraak bleken ook bereid te zijn om over te stappen op andere soorten delicten wanneer autokraak teveel problemen ging opleveren. Dat hield ook verband met het gegeven dat de meeste autokrakers generalisten zijn.
De auto zèlf Preventieve maatregelen aan de auto zijn van groot belang omdat autokraak niet alleen in parkeergarages of -terreinen plaatsvindt, maar ook in woonwijken. Er zijn nog maar weinig auto's uitgerust met beveiliging: van de 6,5 miljoen auto's in Nederland nog geen miljoen. Het aantal beveiligde auto's zal vermoedelijk wel stijgen in de komende jaren. Onder andere vanwege een Europese richtlijn voor autosloten die van toepassing is op auto's die in Nederland worden geïmporteerd. Preventieve maatregelen aan de auto laten zich onderscheiden in: • •
mechanische en elektronische maatregelen
Mechanische maatregelen Autokrakers zijn vooral geïnteresseerd in autoradio's en cd-spelers. Het is daarom goed hier in ieder geval een maatregel op te richten. De autoradio met afneembaar front is een populaire maatregel. Volgens velen is deze maatregel effectief, al wordt dit niet bevestigd door (wetenschappelijk) onderzoek. Voor de effectiviteit is het overigens wel van belang dat de automobilisten ook iedere keer
9
als zij de auto verlaten het 'front' meenemen. Door bijvoorbeeld hun auto's uit te rusten met een stevige deurconstructie en degelijke sloten kunnen autofabrikanten al in de ontwerpfase auto-inbraak bemoeilijken. Bepaalde voorzieningen (zoals 'deadlocks') maken het mogelijk het normale slot automatisch te vergrendelen wanneer de ruit wordt ingeslagen. De deur kan dan niet van binnenuit worden geopend. Een slot op de benzinedop kan diefstal van benzine voorkomen. Elektronische maatregelen Hierbij gaat het om alarmsystemen. Deze signaleren bijvoorbeeld het openen van deuren, kofferbak en motorkap. Voor dergelijke systemen heeft TBBS (Technisch Bureau Brand- en Schadepreventie) in samenwerking met TNO een keurmerk ontwikkeld. Goedgekeurde systemen bieden de mogelijkheid van omtrek en ruimtelijke detectie, akoestisch en optisch alarm en minimaal één blokkering. b. Gedragsbeïnvloeding Bij dit delict richt de gedragsbeïnvloeding zich in de eerste plaats op de potentiële slachtoffers. Gericht benaderen Veel autobezitters (zo'n 60%) laten waardevolle goederen zichtbaar achter in de auto of sluiten de auto niet. Het is dus duidelijk dat het gedrag van autobezitters een factor van gewicht is in een aanpak van autokraak. Volgens het Landelijk Bureau Voorkoming Misdrijven zullen maatregelen meer effect sorteren indien bepaalde doelgroepen (potentiële slachtoffers) gericht worden benaderd met een op de omstandigheden afgestemde aanpak. • • • • •
In dit verband kan gedacht worden aan controle-acties door de politie, waarbij automobilisten die hun bezittingen achter laten, gewezen worden op de risico's hiervan. Ook kunnen borden met de tekst 'Buit eruit' worden geplaatst. Bij evenementen kan worden omgeroepen goederen niet in de auto achter te laten. Verder valt te denken aan het aanbieden van de mogelijkheid om bezittingen op te bergen in kluizen. Een andere mogelijkheid is het werken met folders, posters, preventieborden in vakantiebungalows, voorlichtingsfilms, informatieverstrekking in wijken en stickers op politieauto's.
Voorbeeldprojecten •
•
•
Van voorlichtingsmateriaal is bijvoorbeeld gebruik gemaakt in een project gericht op de bestrijding van diefstal uit auto's in het Haarlemse Schalkwijk. In dat project verspreidden stadswachten folders onder autoruiten in het kader van de actie 'Auto op slot, buit eruit'. Schalkwijk is van oudsher een favoriete locatie voor autokrakers: er zijn veel afgelegen parkeerterreinen, er is veel hoogbouw en er heerst weinig sociale controle. Het project behelsde in eerste instantie een betere (eenvormige) registratie van de aangiften en aandacht voor de omgeving waar auto's geparkeerd stonden. Er was contact met de gemeente over te veel begroeiing of gebrekkige verlichting. In de volgende fase van het project werd door stadswachten de genoemde folder verspreid. Het project is succesvol te noemen: de doelstelling om het aantal autokraken met dertig procent te verminderen is ruimschoots gehaald. In een Amstelveens project gericht op de bestrijding van autocriminaliteit van het wijkteam Amstelveen-Noord is ook gebruik gemaakt van voorlichtingsmateriaal. Er vond een actualisering plaats van de borden 'Op slot buit eruit'. Op basis van een inventarisatie van de pleegplaatsen zijn borden bijgeplaatst of herplaatst. Door surveillanten en stadswachten zijn folders uitgedeeld. Deze zijn bij evenementen en op pleegplaatsen op auto's bevestigd waarin waardevolle goederen zichtbaar aanwezig zijn of die niet zijn afgesloten. De gemeente Ede heeft een eigen variant van het bord met de tekst 'Op slot buit eruit' ontwikkeld. Men vindt dat de bekende tekst buitenlandse toeristen niets zegt. Daarom is het bord vervangen door een bord met een afbeelding van een autokraker in actie. Om aangifte te vergemakkelijken is bovendien het telefoonnummer van het plaatselijke politiebureau op het bord vermeld.
10
c. Civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke maatregelen Type dader Het ligt voor de hand om de aanpak op het type dader af te stemmen. • • • •
Gedacht kan worden aan het maken van afspraken met het openbaar ministerie over de aanpak van daders, zoals snelrecht, alternatieve straffen en het verplicht volgen van hulpverleningsprogramma's. Eventueel ook in samenwerking met de reclassering. Er kan ook een top tien van veelplegers worden opgesteld. In het kader van de strafrechtelijke opvang verslaafden (SOV) wordt er ook wel gewerkt met een 'top'-lijst van verslaafden, waaronder veel autokrakers. De inzet door de gemeente van nachtbussen voor horecabezoekers kan bijvoorbeeld ervoor zorgen dat vandalisme, beschadiging van auto's, joyriding en autodiefstal voorkomen worden. Een andere mogelijkheid bestaat eruit met uitbaters van parkeerterreinen afspraken te maken voor 's nachts bewaakt parkeren.
Voorbeeldprojecten •
•
•
•
In een Rotterdams project tegen autokraak is gebruik gemaakt van een 'vaste-klantenlijst'. Deze bevat notoire autokrakers en wordt eenmaal per zes weken opgesteld door het openbaar ministerie. Wordt een autokraker aangehouden of iemand die voorkomt op de vaste-klantenlijst, dan wordt deze in verzekering gesteld. Een vaste klant wordt ook in verzekering gesteld wanneer hij wordt verdacht van een ander delict dan autokraak. Een verdachte van de vaste-klantenlijst krijgt door het openbaar ministerie een dagvaarding in persoon uitgereikt. Tevens wordt er een vordering tot bewaring ingediend bij de rechtercommissaris. Openstaande zaken worden gevoegd. Door de parketten in (in ieder geval) de grote steden wordt sinds enige tijd bij autokrakers snelrecht toegepast. Tot aan de zitting worden zij vastgezet en binnen 10 dagen komen ze op zitting. Binnen 3 à 4 weken worden ze gestraft. In het Zandvoortse project tegen autocriminaliteit zijn afspraken gemaakt met het openbaar ministerie ten aanzien van de voorgeleiding van autokrakers. Deze hebben betrekking op de 'first offenders' en daders die eerder al autokraak hebben gepleegd. First offenders mogen onder voorwaarden worden heengezonden met een dagvaarding. Hun zaak komt op korte termijn voor de rechter. De andere groep daders wordt strenger aangepakt. Zij worden in bewaring of verzekering gesteld bij gebleken recidive, diefstal met braak, als ze opereren met meer daders en als er justitiële documentatie bestaat. Door de rechters-commissarissen worden deze beleidsuitgangspunten zoveel mogelijk gevolgd, zodat deze daders ingesloten blijven tot hun berechting. Op het proces-verbaal wordt vermeld of de verdachte verslaafd is. Is dat het geval, dan wordt de hulpverlening ingeschakeld. Voor verslaafde daders bestaan verschillende preventieprojecten. Daarbij krijgt de verslaafde de keuze om zich aan klinische behandeling te onderwerpen als alternatief voor strafvervolging. Dergelijke programma's beogen niet de verslaafde van zijn verslaving af te helpen, maar om hem enigszins in de maatschappij te laten functioneren. Omdat er niet sprake is van een verplichting maar van een keuze, spreekt men van een 'drangmodel'. De resultaten van dergelijke programma's, die ook bij andere delicten toepasbaar zijn, zijn echter met name voor langdurig verslaafden beperkt. Zij hebben meer succes bij beginnende delinquenten. Voor langdurig verslaafde daders komt de maatregel voor gedwongen opname SOV (Strafrechtelijke Opvang Verslaafden) beschikbaar. De maatregel SOV is bedoeld om een alternatief te vormen voor de bestaande strafrechtelijke voorzieningen die zijn gericht op het uitoefenen van drang. De maatregel SOV maakt gedwongen opname in een inrichting voor verslaafden mogelijk. In de grote steden (o.a. Den Haag) wordt gewerkt met een top 500 van verslaafden met veel antecedenten. Als iemand die op deze lijst staat, wordt gepakt door de politie wordt direct de reclassering ingeschakeld, nog tijdens de voorgeleiding. Afhankelijk van de motivatie van de betrokkene wordt dan een programma opgesteld.
11
Pakkans Er kan ook getracht worden om de pakkans te vergroten. De politie kan een zogenaamde 'lokauto' plaatsen op locaties waar veel autocriminaliteit is. Deze auto is uitgerust met een zender die een signaal afgeeft wanneer de auto wordt opengebroken. De dader kan dan door observatie op heterdaad betrapt worden. Het is onduidelijk of kans dat dit daadwerkelijk gebeurt groot is. Er zijn immers veel andere auto's voorhanden om te stelen. Het gebruik van dergelijke auto's in Limburg heeft niet tot aanhoudingen geleid. Maar het gebruik van een lokauto in Rotterdam door het zogenaamde 'piep-team' heeft wel degelijk succes gehad. Het 'piep-team' richtte zich zowel op autokrakers als op helers. In de experimentele periode was sprake van een afname van het aantal aangiften. Enerzijds ging van het project een preventief effect uit: potentiële daders raken op de hoogte van deze aanpak en zien af van hun activiteiten of verleggen hun werkterrein (verplaatsing). Anderzijds was er sprake van een repressief effect. In een korte periode werd namelijk een groot aantal daders en helers aangehouden.
4. Literatuur en links Advies- en Onderzoeksgroep Beke Preventie auto-inbraak: een integrale aanpak 1991-1994 voor de gemeente Rotterdam Arnhem, Advies- en Onderzoeksgroep Beke, Rotterdam, Regionaal Bureau Criminaliteitspreventie Politie Voorkoming Misdrijven, District 1, 1991 Alblas, M.C. en P.M. van der Fluit Autocriminaliteit: een plan van aanpak Landelijk Bureau Voorkoming Misdrijven, 1992 Aldewereld, E., R. Bezemer en A. de Groot Projectplan wijkteam Amstelveen-noord voertuigcriminaliteit Politie Amsterdam-Amstelland, 1998 Baas, N.J. Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV) Den Haag, Ministerie van Justitie, WODC, 1998. Bink, J.P., P.M. van der Fluit en J. Merten Veilig parkeren in Zandvoort: evaluatie van de aanpak in het seizoen 1992 Baarn, Spectra, 1992 Buit eruit! In: Algemeen politieblad 148 (1999), nr. 16 Broek, J. van den, P. van Panhuis en A. Patty Bureau Informatieknooppunt Haaglanden, Ploeg Analyse en Research Criminele kaart regio Haaglanden: trendanalyse 1993-1997 Den Haag, Politie Haaglanden, 1998 Centraal Bureau voor de Statistiek Veel voorkomende criminaliteit. Kerncijfers 1980-1996 Voorburg, Heerlen, CBS, 1997 Centraal Bureau voor de Statistiek Assurantie jaarboek 1999 Voorburg, Heerlen, CBS, 1999 Colombijn, L.W.A. en M.W.B. Eysink Smeets (medew.) Eysink Smeets & Etman Autocriminaliteit In: Basisboek criminaliteitspreventie. Den Haag, Directie Criminaliteitspreventie, 1994
12
Eijken, A.W.M. en L. Colombijn (Eysink Smeets & Etman) Autokraak: omvang, achtergronden, spreiding en preventie van diefstal uit en vanaf auto's Den Haag, Ministerie van Justitie, Directie Criminaliteitspreventie, 1994 Hesseling, R.B.P. en U. Aron WODC Autokraak verminderd of verplaatst? De effecten van een Rotterdams project tegen diefstal uit auto Arnhem, Gouda Quint Jaarboek 1998 Preventie Jeugd Sancties Den Haag, Ministerie van Justitie, Directie Preventie Jeugd en Sanctiebeleid, 1998 Politiemonitor Bevolking. Meting 1999: landelijke rapportage B&A Groep Beleidsonderzoek en -Advies, Intomart Den Haag, Hilversum, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Justitie, 1999 Poyner, B. Situational crime prevention in two parking facilities In: Security journal 2 (1991), nr. 2 Sinds jaar en dag heeft Nederland te maken met migranten. De problemen die zich momenteel rond allochtone jongeren voordoen in veel steden kunnen in een historische context worden geplaatst en dan kan blijken dat nieuwkomers altijd een moeilijke periode doormaken voordat zij hun plaats vinden in de samenleving. Onder andere in de Amerikaanse literatuur van de vermaarde Chicago School is daarop gewezen; een goed voorbeeld levert het lijvige werk ‘The Polish Peasant’ van Thomas en Znaniecki uit 1918. Volgens de daarin gegeven redenering komen jonge migranten na aankomst terecht in een situatie van sociale desorganisatie. Zij missen een bruikbaar richtsnoer en vallen ten prooi aan normloosheid. Deze theorie kan ook worden toegepast op de huidige Nederlandse problematiek, maar ondanks de onmiskenbare analogieën is dat niet helemaal bevredigend. De situatie in Nederlandse wijken kan meer gedetailleerd beschreven worden en dat levert betere aanknopingspunten op voor een gedifferentieerde aanpak. Reyne, Z. De autokraker gekraakt: een onderzoek naar het algemene daderprofiel van autokrakers (afstudeerscriptie) Rijswijk, 1995 Senter Technologie voor morgen: ontwikkelingen op het gebied van criminaliteitspreventie. Congresboek ter gelegenheid van het congres 'Technologie & Criminaliteitspreventie' van 6 april 1999 in de Reehorst te Ede Den Haag, Senter, Technologie & samenleving, 1999 Stuurgroep Criminaliteitspreventie Haarlem Aanpak van autocriminaliteit loont: vorig jaar minder autokraken in Schalkwijk In: Criminaliteit kort & klein, maart 1999 Toetsing van parkeergarages ten behoeve van de European Standard Parking Award Inventarisatieformulier & puntenlijst ANWB, 1996
13