Alle Hens Onderzeese overstap Uitgezonden in de zinderende sidderende zon
Maandblad van de Koninklijke Marine juli/augustus 2008 juli 2008
Colofon: Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Hoofdredacteur: LTZSD 2OC KV V.J.G. Strijbosch Waarnemend hoofdredacteur: LTZSD 2 KV B. Wijnandts
Alle Hens
Inhoud
Cover
Een zwemmer staat op wacht aan boord van Hr.Ms. Dolfijn tijdens de oefening Bold Monarch. (Foto: Peter van Bastelaar, AVDD)
4 In een persluchtfles
Twintig man ontsnappen op 140 meter diepte in een stalen cilinder aan een onderzeeboot in nood. Tijdens Bold Monarch ervaren onderzeebootbemanningen dat in een noodsituatie redding mogelijk is.
Redacteur: LTZ 2OC M.F. van der Maas
8 Een tweede leven bij de KM
Aan dit nummer werkten verder mee: Z. Hofman E. van Haaren
Even kijken of het gras bij de buren groener is dan bij het Korps Mariniers, bleek Stephen Baan en Marcel Erenstein aardig tegen te vallen. Na enige tijd kozen zij toch voor een hergeboorte bij de Koninklijke Marine.
Lay-out & druk: OBT B.V., Den Haag Adreswijzigingen KM-personeel: Doorgeven aan Bureau Administratie of via DCHR Telnr.: 0800 225 57 33 DSN *06-733
12 Geïnfecteerd met het vaarvirus
14 Onbemand mijnenvegen
Het sonarbeeld van de Alkmaarklasse mijnenbestrijdingsvaartuigen is supergoed, maar gebieden met slechte bodemomstandigheden of veel verschillende waterlagen zijn moeilijk door te komen. Het mijnenvegen moet zijn intrede weer doen, maar dan wel onbemand.
16 Mist in machinekamer
Niet heel revolutionair en ingewikkeld maar wel nieuw en veelbelovend. Een brandend compartiment wordt binnen enkele minuten omgetoverd in een tropische broeikas in plaats van een zwembad. Blussen met watermist blijkt erg efficiënt.
14
Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Alle Hens Het Nieuwe Diep 5 Het Paleis, kamer 213 MPC 10A / Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 620 / 657 660 DSN 209 57620 / 57660 E-mail:
[email protected] Internet: www.marine.nl
Trots loopt sleepbootkapitein Kees Van Koningsbruggen over ‘zijn’ Gouwe. Na elf jaar de joysticks van de sleepboot bediend te hebben, geeft hij het stokje door aan zijn opvolger. “Ik stop er niet mee hoor, ik vaar wel verder met mijn eigen slepertje!”
4
Adreswijzigingen veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150 Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (s 0,10 per minuut) www.aboland.nl Opzegtermijn zes weken
18 Nieuwe generatie veteranen
De zogenaamde blauwe blazer-brigade van veteranen van de Tweede Wereldoorlog, NederlandsIndië, Korea en Nieuw-Guinea maakt plaats voor de groep die is ingezet in voormalig Joegoslavië, Libanon en Afghanistan. De deuren van het Veteraneninstituut staan voor elke veteraan open.
20 Marinepersoneel op missie
Dat het CLAS met een grote groep militairen de missie Task Force Uruzgan uitvoert, wordt geregeld breed uitgemeten in de landelijke media. Maar ook het CZSK heeft personeel aan het werk in Afghanistan, op veel meer verschillende plekken dan alleen in Uruzgan.
18
Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 11 augustus 2008.
En verder:
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar)
10 25 27 35
Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding.
ISSN 0024-0389
Maandblad van de Koninklijke Marine
20
Scheepsjournaal van Sport Logboek Mensen en mutaties
Marine in het nieuws Afgelopen maand is onze Koninklijke Marine veel en positief in het nieuws geweest. Ik ben daar erg blij mee. Niet alleen bewijst dat weer eens dat ons marinepersoneel uitstekend werk levert, ook krijgt een groot publiek hierdoor beter kennis van de vele activiteiten en operaties die wij uitvoeren. Door de bekendheid met maritieme operaties te vergroten, wordt bij velen duidelijk waar het CZSK toe in staat is; over welke unieke capaciteiten we in personele en materiële zin beschikken. Na vijf maanden keerde Hr.Ms. Amsterdam op 30 mei terug in Den Helder. Gedurende deze vaarperiode heeft zij deelgenomen aan de UNIFIL-operatie voor de kust van Libanon, is zij aansluitend de Atlantische Oceaan overgestoken voor Nederlands vlagvertoon tijdens het Azaleafestival in Norfolk en heeft zij vervolgens counterdrugspatrouilles in het Caraïbische gebied uitgevoerd. Afsluitend nam zij deel aan de Caraïbische vlootdagen die een groot succes waren. Ook succesvol in de West, waar Hr.Ms. Van Galen nog steeds counterdrugsoperaties uitvoert, waren de drugsvangsten in de afgelopen maand die door de gezamenlijke inspanning van velen zijn gedaan. In totaal werd 1700 kilo cocaïne in beslag genomen. Hr.Ms. Evertsen vervolgt ondertussen haar patrouilles voor de kust van Somalië. Na een korte, relatief rustige periode heeft zij het druk gekregen en begeleidt zij samen met het aan boord geëmbarkeerde UIM-team een groot aantal schepen van Kenia naar Somalië en vice versa, in het kader van het Wereldvoedselprogramma WFP. Deze missie is heel zinvol en werkt motiverend voor de bemanning. Zo is sinds de WFP-schepen worden geëscorteerd, geen enkel WFP-schip meer gekaapt. Tienduizenden tonnen voedsel hebben daardoor de bevolking van Somalië bereikt. Onze mariniers dragen in Uruzgan hun steentje bij aan het opwerken en versterken van het Afghaanse leger zodat dit te zijner tijd de taken van de ISAF-eenheden kan overnemen. Op 1 juni is de eerste rotatie van circa zestig mariniers naar Tsjaad vertrokken. Zij ondersteunen als verkenningseenheid gedurende vijf maanden het Ierse bataljon in het kader van deze Europese Unie-missie, ter bescherming van vluchtelingen in het hun toegewezen gebied. Een oefening die veel publiciteit heeft gekregen, is Bold Monarch die onlangs heeft plaatsgevonden in de wateren bij Noorwegen. Het was voor mij een spectaculaire ervaring om met een speciaal diepzeereddingvaartuig aan Hr.Ms. Dolfijn te koppelen en op 140 meter diepte vanuit het vaartuig aan boord van de onderzeeboot te stappen om vervolgens met de bemanning te spreken. Voor het eerst in de geschiedenis is een Russische reddingscapsule gekoppeld aan een West-Europese onderzeeboot. Gedurende deze internationale oefening zijn veel aspecten beproefd die verbonden zijn aan het veiligstellen van personeel werkzaam op onderzeeboten. Dit gebeurde in het bijzijn van veel prominenten en buitenlandse gasten. Met onze Nederlandse bijdrage heeft de KM en dat geldt voor de betrokken eenheden Hr.Ms. Rotterdam, Dolfijn en Mercuur in het bijzonder, op professionele wijze haar visitekaartje afgegeven. Dat dit niet de enige wijze is waarop het LPD zich van haar goede kant liet zien, werd duidelijk tijdens de VIP-vaardag, die mijn gasten zeer hebben gewaardeerd. En ook tijdens het concert van Kane aan boord op de rede van Den Helder heeft het schip haar beste beentje voor gezet. Dit concert was een initiatief van de populaire radiozender Q-music en werd gerealiseerd met de medewerking van velen binnen het CZSK. Een enorm succes. In de afgelopen periode vonden twee bijzondere bijeenkomsten plaats waar ik apart bij stil wil staan. Allereerst heeft op 29 mei de eerste herdenking van in actieve dienst overleden militairen en burgermedewerkers van het CZSK plaatsgevonden. De overleden militairen en bur-
germedewerkers zijn in aanwezigheid van de nabestaanden herdacht bij het brugcomplex van het geleidewapenfregat ex-Hr.Ms. De Ruyter, achter het Marinemuseum. De herdenking, die muzikaal werd ondersteund door de Marinierskapel, was een indrukwekkende bijeenkomst. Wij zullen van nu af aan jaarlijks op de laatste donderdag in mei onze overleden militairen en burgermedewerkers herdenken. Op dezelfde dag vond ‘s middags een heel ander soort ceremonieel plaats. Onze minister van Defensie was afgereisd naar het Marinevliegkamp De Kooij om aan de bemanning van een Lynx helikopter de ‘Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon’ in brons uit te reiken. Deze bemanning kreeg deze onderscheiding vanwege een spectaculaire SAR-operatie in 2003. Met deze Koninklijke onderscheiding onderstreepte de minister niet alleen de bijzondere daad van deze vijf mensen, maar vroeg hij eveneens aandacht voor de bijzondere verrichtingen van onze helikopterbemanningen in het algemeen en, waar het SAR-operaties betreft, VSQN 7 in het bijzonder. Deze ceremonie onderstreepte voor mij dat de mensen uiteindelijk het verschil maken. Het is van groot belang dat we ons personeel behouden om ook in de toekomst ons werk met dezelfde hoge standaard te kunnen blijven uitvoeren. Om hier invulling aan te geven laat ik onder andere bindingspremies aanbieden aan personeel uit schaarstecategorieën. Afgelopen week zijn de eerste brieven voor individuele bindingspremie verstuurd. De overige brieven zullen op korte termijn worden verzonden. Ik hoop hiermee, naast mijn waardering, ook met middelen het personeel aan onze organisatie te binden. Ik wil afsluiten met een gebeurtenis die het verdient om apart genoemd te worden. Ik ben heel gelukkig dat het Openbaar Ministerie in Arnhem heeft laten weten dat het onderzoek naar onregelmatigheden rondom het toenmalige onderzoek inzake het schietincident op 27 december 2003 in Irak (de zogenoemde zaak Eric O.) is afgerond. Er zijn geen strafbare feiten geconstateerd en er is niets gebleken van vermeende onregelmatigheden. Dat bevestigt mijn vertrouwen in onze mensen en ik wil met deze uitkomst graag een streep zetten onder deze zaak, opdat we ons kunnen concentreren op ons werk en betrokkenen de draad kunnen oppakken.
Er zijn voldoende uitdagingen waarmee we aan slag kunnen. Hr.Ms. Johan de Witt en De Zeven Provinciën zijn zich aan het opwerken voor eventuele toekomstige missies, Hr.Ms. Van Speijk vertrekt naar de West om de Van Galen af te lossen, en de mijnenjagers zullen binnenkort hun 500e explosief op de Noordzee ruimen. Ook de Marinedagen komen er aan. Daarna volgt voor velen natuurlijk het welverdiende zomerverlof. Ik wil al ons personeel en hun thuisfront alvast een goed verlof toewensen en hoop daarna iedereen weer in goede gezondheid, vol goede moed en nieuwe energie, te kunnen begroeten.
De Commandant Zeestrijdkrachten R.L. Zuiderwijk, luitenant-generaal der mariniers.
3
Internationale oefening is boost voor vertrouwen
Gered uit de diepte Er geldt een passageverbod achter ‘spant 49’, de deur naar de machinekamer mag niet meer geopend worden. Nog een paar man zijn achtergebleven om voorzichtig het luik van de ‘Dual Escape Tower’ open te maken. Enkele liters water spoelen over de man recht onder het luik, maar het is niets bij de 140 meter Tekst: Barry Wijnandts zeewater die zich boven hen bevindt. Het overwegend heldere water van Noorwegen is net dit jaargetijde wat minder transparant dan gewoonlijk, doordat er deze maand veel algen in het water zitten. Toch zal het een spookachtig gezicht zijn om de zwarte onderzeeboot met de navigatielichten ontstoken op de bodem van de zee te zien liggen. Wachtend op redding. Binnen zit de bemanning rustig te wachten op wat komen gaat. Het ‘ergste’ hebben zij inmiddels gehad, een oefening waarbij ze 27 uur op de bodem hebben liggen wachten. Een oefening die volgens luitenant-ter-zee 1 Chris Kruisbrink, commandant van Hr.Ms. Dolfijn, naar alle behoorlijkheid is verlopen. “De luchtkwaliteit is altijd het grootste probleem, maar deze was
De Italianen oefenden met een ‘atmospheric diving suit’, waarmee op grote diepte verkenningen rond een gezonken sub kunnen worden uitgevoerd. (Foto: Matthew J. Thomas)
na die periode nog steeds redelijk.” Voor de onderzeebootbemanning geeft deze oefening een ‘boost’ voor het vertrouwen in de systemen. “Het is soms wat saai en vervelend voor de bemanning. Tijdens de oefeningen moet er vooral veel gewacht worden. Maar als bemanningsleden eenmaal hebben ervaren dat ons materieel in staat is om hier doorheen te komen en dat we bij een ongeval niet verloren zijn, dan zie je het vertrouwen toenemen.” Free escape Kruisbrink doelt dan met name op de ‘free escape’ die eerder deze week is beoefend. Als een onderzeeboot in ondiep water ligt, dan hebben de opvarenden de mogelijkheid om met een speciaal overlevingspak aan de onderzeeboot te ontsnappen. Dit is een vrij spectaculaire methode waarbij enkele voorzorgsmaatregelen in acht moeten worden genomen om problemen met de snel wisselende drukverschillen op het lichaam te voorkomen. Zo vindt er van tevoren een duikmedische test plaats om zeker te zijn dat longen en oren bestand zijn tegen de korte blootstelling aan de hoge druk. Ook zijn er buiten de onderzeeboot duikers paraat om de bemanning te controleren, dat zij de regels goed in acht neemt. Elk bemanningslid van een onderzeeboot maakt deze rit wel eens, maar vaak gebeurt dit in de beschermde en kunst matige omgeving van een duiktoren in Duitsland of Engeland. Een tiental bemanningsleden van de Dolfijn konden dit nu eens beoefenen in de open zee. Matroos 1 TD Chris de Graaf was een van hen. “Het was een hele rare gewaarwording om in de open zee in twaalf seconden van dertig meter naar de oppervlakte te schieten”, zegt hij. “Je moet blijven uitademen omdat de lucht in je longen uitzet tijdens het stijgen. Als je je adem inhoudt, dan ontploffen je longblaasjes. Dat schijn je niet eens te voelen.” De commandant merkte op dat het voor velen de eerste keer wel spannend was. “Maar bij een tweede run, zie je de mannen met het volste vertrouwen het pak aantrekken en bij wijze van spreken fluitend de ontsnappingstoren in klimmen.” In de modder Hr.Ms. Dolfijn ligt tijdens de oefening vaak met de kiel in de modder van de Zuid-Noorse fjorden. Als de Dolfijn de bodem nadert wordt de dalende snelheid teruggebracht naar twee meter per minuut. Langzaam drukt het gevaarte in zachte ondergrond. Luitenant-ter-zee 2 OC Pieter Kersseboom: “Als we eenmaal stil liggen, pompen we nog tien ton water als extra ankergewicht naar binnen. Uiteindelijk zinken we nog zo’n twintig tot dertig centimeter weg. Dat voel je als we weer los willen komen. Als de ballasttanks leeg worden geblazen, duurt het even voordat de boot reageert.” Iedereen in de commandocentrale zit ontspannen te wachten op wat komen gaat. De drills zijn inmiddels bekend en nerveus
4
De Amerikaanse reddingscapsule wordt bestuurd vanuit een container op het moederschip. (Foto: Peter van Bastelaar)
wordt men niet meer van de koppeling tussen twee onderzeeboten. Na enige tijd klinkt een krassende stem door de ruimte: “Echo…, echo…, echo!” Het moederschip aan de oppervlakte, een Amerikaanse oceaansleper van de marine, laat weten dat de Dolfijn gevonden is. Tegelijkertijd lanceren zij hun reddingsonderzeeboot om de ‘bemanning in nood’ van de boot af te halen. Echt verlossend klinkt pas het driemaal ‘Kilo’ knarsend door de diepzee, het teken dat de Amerikaanse reddingscapsule op het luik geland is, zodat kan worden begonnen met het wegpompen van het water in de toegangssluis tussen beide boten. Yellow submarine De Amerikanen maken gebruik van een ‘submarine rescue diving and recompression system,’ een systeem dat bestaat uit een kraan met een stoel, van waaruit de gele onderzeeboot gelanceerd en aan boord gehaald kan worden. De reddingscapsule wordt bestuurd vanaf het moederschip. Het hele systeem kan
Driemaal klinkt 'Kilo' door de diepzee snel ontmanteld worden om binnen korte tijd getransporteerd te kunnen worden naar een geschikt platform dat zich in de nabijheid van een gezonken onderzeeboot bevindt. Anders dan bij het Russische systeem zit de hele techniek aan de buitenkant gemonteerd. De reddingscapsule is bijna niet meer dan een grote
cilinder die opgehangen is in een dun metalen frame, waaraan ook de verschillende schroeven, de batterijen en alle overige techniek in hangt. Daardoor is er relatief veel ruimte voor ongeveer twintig man. Als de luiken zijn geopend, wordt het passageverbod naar het achterste compartiment van Hr.Ms. Dolfijn opgeheven. Door de dual-escape-tower lijkt de reddingsonderzeeboot nog een heel eind weg door de sterke perspectiefwerking van de lange gelaagde tunnel die doorsneden wordt door een dunne lange ladder. Het besef om op 140 meter onder de zeespiegel op de scheepshuid van de Nederlandse onderzeeboot te staan, is tamelijk bizar. De evacués nemen plaats op de smalle roestvast stalen bankjes langs de wand. Het is alsof je in een persluchtsetje zit. Achterin de capsule houdt een operator de luchtkwaliteit in de gaten. Ook communiceert hij met ‘boven’ over de gang van zaken. Het luik naar de Dolfijn gaat met zware vergrendelingen weer dicht en op de monitor is te zien hoe de slurf waar iedereen net door is geklommen, volloopt met water. De druk wordt gelijk gemaakt met buiten, 14 bar. Dan stijgt de gele onderzeeboot langzaam omhoog. In een kwartier tijd wordt hij ingepikt in de enorme kraan die vast gelast is op het dek van de USNS Apache. Internationale oefening Veertien landen namen actief deel aan deze driejaarlijkse onderzeebootontsnappingsoefening Bold Monarch. Ook waren er waarnemers uit landen aanwezig die onderzeeboten exploiteren, als China, Argentinië, Australië, Pakistan en India. Meest verrassende deelnemer was misschien wel Rusland. Met haar AS-34 ‘Deep Submergence Rescue Vehicle’ was het de eerste keer dat het land meedeed aan deze onstnappingsoefening. Dit type reddingsonderzeeboot is destijds ook ingezet bij de ramp met de Koersk. Na 5
▲
Dat er op 140 meter diepte nog iemand op de scheepshuid van Hr.Ms. Dolfijn staat, komt niet heel vaak voor. (Foto: Barry Wijnandts)
De Engels-Frans-Noorse reddingsonderzeeboot. (Foto: Matthew J. Thomas)
De Russische AS-34 is ook gebruikt bij de ramp met de Koersk. De Nederlandse bemanning heeft echter het meeste vertrouwen gekregen in deze club. (Foto: PJeroen van Zaalen)
Achterin de DSRV wordt alles gecontroleerd en vindt de communicatie met de operators aan de oppervlakte plaats. (Foto: Peter van Bastelaar)
de ramp met de modernste van de Russische onderzeeboten op 12 augustus 2002 is internationaal een sterk besef ontstaan dat opvarenden van onderzeeboten, los van politieke kleuren, gered moeten kunnen worden. De Russische onderzeeboot zonk na een aantal explosies van haar torpedo’s af naar 108 meter diepte in de koude Barentsz Zee. Een deel van de bemanning wist zich terug te trekken naar een waterdicht compartiment in afwachting op een eventuele redding. Die bleef echter uit. Onduidelijk blijft hoelang de opvarenden in leven zijn gebleven en wat hun dood veroorzaakt heeft. Aanvankelijk gingen de Russen ervan uit dat niemand de explosies overleefd had, maar tijdens de bergingsoperatie werd een briefje gevonden op het lichaam van een van de officieren, waarop stond dat hij zich met 23 collega’s had weten terug te trekken in het achterste compartiment. Enkele dagen na de ramp gaf de minister van Defensie Igor Sergeyev toe dat op tot twee dagen na de ramp nog tekenen van leven zijn vernomen uit de onderzeeboot.
aparte ervaring om zelfs onder water Russen in hun onderzeeboot te zien lopen. “Ze waren echt overal nieuwsgierig naar, elk boutje en moertje werd onderzocht”, constateerden enkele mannen aan de koffie in het dagverblijf. Omgekeerd waren de Russen, volgens Hageman, zeer trots op hun materiaal en werden de Nederlandse ‘evacués’ zeer gastvrij onthaald aan boord van de AS-34 en het ondersteuningsschip RFS Titov.
Harde landing Ondanks het slechte imago dat Rusland heeft opgebouwd als het gaat om zorg voor het militaire personeel, waren de bemanningsleden van Hr.Ms. Dolfijn erg te spreken over hun Slavische collega’s. De AS-34 heeft enkele keren gekoppeld met de Nederlandse onderzeeboot om personeel heen en weer te pendelen in de diepte. Matroos 2 OD Davy Soethaert was een van hen: “Het is een hele kleine onderzeeboot. Waar de Amerikanen alle techniek aan de buitenkant hebben, hebben die Russen alles in de onderzeeboot gebouwd. Dus je zit letterlijk op de leidingen.” De bemanning was echter onverdeeld positief over de wijze van opereren van de Russen. Korporaal TDW Martijn Hageman stond versteld van de snelheid waarmee de opvarenden ‘gered’ werden: “Binnen vijftien minuten waren ze er. Het was een vrij harde en snelle landing.” Dankzij de enorm sterke drukhuid van de onderzeeboot vormde het gewicht van de 55 ton wegende reddingscapsule geen enkel probleem. “Je ziet waar het seal heeft gezeten, en je kunt er een passer omheentrekken, zo netjes zijn ze geland!” aldus Hageman. Voor de bemanning was het een hele
Anti-climax Militair wantrouwen tussen de voormalige kampen van de Koude Oorlog is op dit vlak behoorlijk vervaagd. Kapitein-luitenant-terzee Jeroen van Zaalen ziet in het laatste half jaar een enorme toename in de samenwerking tussen de marines van Rusland en de NAVO-landen. “Het regelen van hun deelname aan deze oefening was het moeilijkste. De koppeling van de Russen met de Dolfijn was bijna een anti-climax, zo soepel als dat liep!” Ondanks dat de spanningen tussen oost en west op het politiek-militaire vlak zo nu en dan nog wel eens oplaaien, blijkt, volgens Van Zaalen, de Russische marine steeds meer open te staan en toenadering te zoeken voor samenwerking. “Dit is ook geen politiek gevoelige samenwerking. Een ongeluk met een onderzeeboot kan iedereen overkomen en dan is het goed dat je weet dat er waar ook ter wereld een hulpactie kan worden georganiseerd.” Er is een soort saamhorigheidsgevoel dat binnen de onderzeebootgemeenschap sluimerend aanwezig is. “Het gevoel van onderling meeleven met onderzeebootbemanningen wereldwijd is er wel”, zegt korporaal Hageman. In 2004 vond er een dodelijk ongeluk plaats aan boord van de Canadese onderzeeboot HMCS Chicoutimi, nadat er een brand was uitgebroken op 230 kilometer van het vaste land. “Emotioneel grijpt zo’n verhaal wel aan”, zegt Hageman. Maar na Bold Monarch 2008 beseffen onderzeebootbemanningen dat redding en ontsnappen mogelijk is.
Nog voor groot materieel op de plaats kan zijn, kan een medisch team per parachute worden gedropt om eerste hulp te bieden. (Foto: Peter van Bastelaar) 6
Van amfibisch transportschip tot concertzaal
Hr.Ms. Rotterdam
van alle markten thuis
Ondanks dat Hr.Ms. Rotterdam in doktoestand op de rede van Den Helder ligt, moet de commandant de leiding van zijn schip toch voor enkele uurtjes uit handen geven aan het radiostation Q-music. De hangaar wordt omgebouwd tot concertzaal en er komt zelfs een professionele studio te staan. Laat de band Kane Tekst: Maartje van der Maas / Foto’s: Niel Schenk, Menno Feitsma maar komen! Klein mannetje, grote bril Aan een stalen constructie langs heat dak van de hangaar hangen enorme lampen voor een goede belichting en lange zwarte gordijnen zorgen ervoor dat het geluid straks niet verdwijnt in alle hoeken en gaten van de enorme ruimte. Bars voor drank en stands voor de verschillende broodjes, pizzapunten en bakken patat staan opgesteld. Het podium en de radiostudio maken het geheel af tot een waar muzikaal evenementencentrum. Hier krioelen mensen tussendoor in kenmerkende rode Q-music-jassen en donkerblauwe werkpakken met de laatste spullen die nog een plaats moeten krijgen. Een lamp wordt verhangen, draden aangesloten en er wordt gesleept met flessen frisdrank en wijn. Dan loopt een klein mannetje met een grote blauwe vliegeniersbril naar de microfoon in de studio. De radioshow van Jeroen van Inkel kan beginnen. Spectaculaire binnenkomer Ondertussen varen de mariniers met hun landingsvaartuigen af en aan tussen de wal en het schip. Zij brengen de gasten die via de radiozender een kaartje hebben gewonnen voor dit unieke optreden van de band Kane. “Wat een indrukwekkende aankomst als je met zo’n bootje dit enorme schip invaart”, roept een van de gasten
Het muzikale vrachtje is afgeleverd.
uit. Als later de helikopter nog wat stunts boven het helikopterdek uithaalt voordat hij zijn muzikale vrachtje aflevert, luidt het commentaar: “Mmm, schijnbaar kan het nog spectaculairder bij de Koninklijke Marine.” Onder luid gegil stapt de band uit en loopt naar het podium. De zanger Dinand Woesthoff grijpt de microfoon en het concert barst los. Zowel de massa mensen als de vloer van de hangaar deint mee op de basbeats van de verschillende nummers. Met de akoestiek is zeker niets mis!
Gillende gitaren en zuivere zang Na het spelen van een aantal nummers van de nieuwe CD ‘Everything you want’, moet er Dinand toch wat van het hart. “Het mag dan een beetje slijmerig klinken, of misschien helemaal niet, maar ik zeg het toch. We zijn dan niet altijd even goed op de hoogte van wat de marine allemaal doet wereldwijd, maar ik wil jullie er toch voor bedanken. Het volgende nummer draag ik op aan jullie!” Een enthousiast gejoel klinkt op uit de achterste gelederen van het publiek, waar de meeste marinemedewerkers zich hebben opgesteld. Na vijftig minuten gillende gitaren en zeer zuivere zang, is het tijd voor de band om ermee te stoppen. Het tij is hoog en het schip moet terug naar de haven. “Ik vind dit zo gaaf, ik heb nog helemaal geen zin om te gaan! Bemanning van de Rotterdam, bedankt dat jullie dit voor ons voor elkaar hebben gekregen,” roept Woesthoff in zijn microfoon. De band brengt nog een laatste nummer ten gehore en stapt dan met tegenzin van het podium. Na een uitgebreide fotosessie met de bemanning en de gasten, verlaten ze het schip met een van de landingsvaartuigen. De Rotterdam begint voldaan aan haar terugtocht naar de haven. Terwijl de gasten van de valreep lopen, klinken er flarden van gesprekken: “die heli was tof… lekkere pizza’s hier… goed geluid ook… prima geregeld allemaal.” Weer een evenement afgevinkt op de lijst voor de Rotterdam, op naar de volgende! 7
Herintreders beginnen aan een tweede leven bij de marine
‘Gebrek aan loyaliteit brak me Net als de rest van de krijgsmacht kampt de marine met personeelstekorten. Maar niet iedereen die weg gaat, blijkt voorgoed verloren voor de marine. Alle Hens sprak met twee herintreders van het Korps Mariniers en wilde weten waarom ze gingen maar toch weer terugkwamen. ‘Ik heb nu geen twijfels meer.’ Tekst en foto's: Eugène van Haaren Midden in het gesprek stokt het verhaal van Steven Baan. “Hoor je dat?” vraagt hij met een opgetogen grijns, “dat is een BVS10”, terwijl een brullend geluid voorbijtrekt langs een van de kantoorruimtes op het terrein van de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn. “Dat is een Viking, een van de ruim zeventig nieuwe pantservoertuigen waar we nu mee werken.” Verdere uitleg lijkt overbodig; eerste luitenant Steven Baan (38) heeft het enorm naar zijn zin als pelotonscommandant van de ‘Armoured Movements Troops’ (AMT) bij het Korps Mariniers. En dat was eigenlijk altijd al zo, sinds hij als 18-jarige zich via de dienstplicht een weg wist te banen naar het korps. De obstakels waren talrijk maar, hoe kan het ook anders voor een marinier, Baan is een doorzetter. Ook al was hij als tiener goedgekeurd, hij bleek met zijn havo-diploma te hoog opgeleid volgens de toenmalige wensen van het korps. Toch bleek zijn opmars niet te stuiten, van dienstplichtige marinier 3 zm (zeemilicien) klom hij op tot marinier 1 VBKV (verbindelaar, kort verband). Maar toen Baan na de onderofficiersopleiding korporaal werd, stuitte hij enige jaren later tegen het glazen plafond van zijn carrière. Zijn buddies waren officieren die allerhande taken hadden
van het korps, dat vind je nergens anders. En dat brak me op in de burgermaatschappij.” Gelukkig ging na enige tijd de telefoon: of hij interesse had om als reservist weer een aantal weken mee te doen. Van het een kwam het ander. Zijn ontbrekende HBOopleiding bleek niet langer onoverkomelijk (hoewel men hoopt dat Baan die toch nog een keertje afmaakt) maar zijn eindrang zal in principe niet hoger uitkomen dan majoor. Geen punt voor Baan – “ik ben niet het type dat generaal wil worden” – die sinds januari van dit jaar weer als beroepsmilitair aan de slag is. Buitenbaan Hoewel hij zelf niet zo enthousiast is dat personeel tijdelijk de dienst verlaat, ziet hij ook wel voordelen. “Met de dienstplicht had je mensen die ook nog een ander vak beheersten: timmerman, lasser, elektricien. En dat was soms heel handig als je dingen moest opbouwen ergens. Dat is nu niet meer zo.” Na een ‘buitenbaan’ komt er weer een stuk van die ervaring terug in de krijgsmacht. Zaak is wel, zo vindt Baan, dat defensie ervoor zorgt contact te houden met de mensen waar al zoveel in is geïnvesteerd. Zoals nu steeds vaker gebeurt, door ze bijvoorbeeld te vra-
“Als je van een steiger valt, kun je net zo makkelijk dood zijn” die hij inmiddels ook kon verrichten, maar vanwege zijn rang niet mocht uitvoeren. Toen hij dertig was, doorliep hij de Praktische Opleiding tot Officier der Mariniers (POTOM) en werd luitenant voor bepaalde tijd. De tijd om een HBO-studie te volgen (een voorwaarde om naar het Koninklijk Instituut voor de Marine te mogen) en zo een vast contract te krijgen, ontbrak de altijd drukke Baan. In de zomer van 2005 moest hij daarom vertrekken. Loyaliteit “Dat was een bittere pil”, zo erkent Baan. “Want er zijn voor mij maar twee dingen echt belangrijk in mijn werk: dat is het groene pak en dat streepje waar staat ‘Korps Mariniers.” Niet dat hij ging duimendraaien, hij kon meteen aan de slag bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) waar veel ex-mariniers werken. Daar leerde hij nog een aantal handige dingen bij, zoals het aanspreken van mensen. “Een marinier doet dat bij wijze van spreken met zijn geweer in de aanslag, maar daardoor kan een situatie onnodig escaleren. Bij de politie leer je iemand eerst te vragen of hij weet dat hij iets doet wat niet mag. Die persoon heeft dan altijd nog de mogelijkheid om zijn gedrag aan te passen of te vertrekken.” Hij kreeg goed betaald en er werd professioneel gewerkt bij de politie, maar het was niet het Korps Mariniers. Baan: “De loyaliteit
gen om als reservist actief te worden en ze te blijven begeleiden zodat personeel niet ineens van de radar verdwijnt. Pionnen Het lijkt nu, amper twee jaar later, onvoorstelbaar dat defensie zomaar gekwalificeerd personeel laat lopen. Op de dag van het gesprek met Steven Baan opent het Algemeen Dagblad met een artikel over het grote verloop binnen de krijgsmacht. Generaalmajoor der mariniers Ton van Ede, plaatsvervangend hoofd personeel bij de defensie stelt daarin dat de arbeidsmarkt mobieler is geworden. “Een loopbaan voor het leven is niet meer vanzelfsprekend.” En boven een bepaalde leeftijd worden ook andere dingen dan het werk belangrijker, een gezin bijvoorbeeld. Van Ede: “De mentaliteit bij defensie is jarenlang geweest dat we mensen als pionnen over een bord naar functies schoven. Daar moeten we vanaf als we ons personeel willen vasthouden.” Steigerbouwer Voor Marcel Erenstein, opvolgend groepscommandant pantser, was niet zijn aanstaande gezin de doorslaggevende reden om het ‘aan de andere kant’ te proberen. “Ik had al bijna tien jaar bij de mariniers gezeten en ik wilde eens wat proeven van de burgermaatschappij”, aldus de 27-jarige korporaal. 8
op in de burgermaatschappij’
Steven Baan en Marcel Erenstein voor een BVS10 Viking pantservoertuig van het Korps Mariniers in Baarn
Spijt heeft hij er niet van en hij is blij dat defensie zo flexibel was om dit mogelijk te maken: “Het heeft mijn horizon wel verbreed.” Maar al na vier weken als steigerbouwer miste hij het werk bij ‘de baas’ al. Zijn tijdelijke contract bij het bedrijf heeft hij uitgediend maar de telefoontjes van de majoor die hem vroeg of hij niet terug wilde komen, waren eigenlijk overbodig. “Het was niet zo rooskleurig als sommige mensen denken. Ik had geen vast contract, kreeg minder geld, moest mijn eigen ziektekosten betalen en de mentaliteit van sommige collega’s was ook beroerd. In het korps loopt er bijna niemand de kantjes vanaf, alles wat je doet, doe je samen.” Terugkeergarantie Erenstein had er van tevoren voor gezorgd dat hij een terugkeergarantie zou krijgen. Als het niet zou bevallen, dan was er nog niks verloren. Hij is blij dat zijn leidinggevenden zo flexibel waren. “Anders blijft het toch steeds knagen. Maar ik heb geen enkele twijfel meer.” En zijn vriendin is blij toe: “Die had me nog nooit chagrijnig thuis zien komen toen ik bij het korps zat, maar in dat halve jaar als steigerbouwer wel.” Ook het risico dat hij
loopt om gewond te raken of te overlijden tijdens een missie, was geen beletsel om weer terug te keren naar de mariniers. “Als je van een steiger valt kun je ook dood zijn. Net zo makkelijk.” Maart dit jaar is hij weer begonnen. De medische keuring was geen enkel probleem, de korporaal is een verdienstelijk amateurvoetballer, en niemand keek er eigenlijk van op dat hij weer terug was. Eigenlijk zou hij het iedereen willen aanraden om eens een tijdje buiten defensie rond te kijken. “Dat is soms de beste remedie tegen het knagende idee dat het gras aan de andere kant groener is.” Voor korporaal Erenstein is het een uitgemaakte zaak, tot zijn pensioen wil hij bij de mariniers blijven. Officier worden, dat ziet hij er later nog wel van komen, maar daar is hij voorlopig niet mee bezig. Daarvoor zijn de uitzendingen veel te leuk en verder heeft hij ook niet te klagen; goed kader, goede mannen, goede eenheid. Of zoals hij het zelf uitdrukt: “Eén plus één is twee. Ik ben tevreden.” 9
06.00 07.00 08.00 09.00 10.00 11.00 12.00 13.00
Als reservist sergeant verbindelaar leeft en werkt Paul van Willigenburg sinds januari 2004 op het Logistic Support Area Anaconda nabij Balad, 70 kilometer ten noorden van Bagdad in Irak. Hij is senior coördinator van de Arrival & Departure Airfield Control Group (ADACG) en coördineert de vluchtafhandeling op Balad Airbase.
14.00 Een Nederlandse eend in een Amerikaanse bijt
Anaconda, een logistiek 15.00 monster in de woestijn 16.00 17.00
“Je komt ‘Jan Kaas’ op de meest uitzonderlijke plaatsen tegen”, werd er gezegd toen ik nog voer, we ergens in den vreemde aan een krakkemikkig steiger lagen afgemeerd en er Nederlanders de valreep op kwamen lopen. Nooit gedacht er zelf een te worden. Maar die enkeling die ik hier tegen kwam, keek vreemd op toen ik hem in het vloeiend Nederlands aansprak.
18.00 19.00
Vier maanden nadat ik voor het laatst als militair in 2003 de Moormanbrug in Den Helder overstak, solliciteerde ik op een jobsite voor ex-militair personeel. Ik werd uitgenodigd voor een gesprek en na afloop had ik meteen een baan. Ik vertrok een week later voor Kellog Brown & Root naar het Logistic Civilian Augmentation Program van het leger van de Verenigde Staten. Initieel als verbindingsspecialist, wat mijn achtergrond is, maar nu bijna vijf jaar en enkele promoties later als senior logistiek coördinator op het vliegveld in Balad.
20.00 21.00
Een reusachtig kamp Anaconda is een perfect gekozen naam voor dit ‘monster’, een naar Nederlandse maatstaven reusachtig kampement. Een rondje hek in een voertuig neemt ongeveer twintig minuten in beslag. Het kamp is het logistieke distributiepunt voor operaties in Irak en omgeving. Het heeft een eigen vliegveld en als gevolg van al de ondersteunende activiteiten is Balad Air Base momenteel het drukste militaire vliegveld ter wereld. Grote hoeveelheden vracht, materieel en personeel worden hier aan- en afgevoerd vanuit en
22.00 23.00 24.00
naar locaties binnen het operatiespectrum en daarbuiten. Dit gebeurt grotendeels met transportvliegtuigen en materieel van het Air Mobility Command, zoals de C17 Globemaster en de reusachtige C5 Galaxy, maar ook commerciële capaciteit wordt aangewend. Vanuit Balad gaat het met de kleinere C130 Hercules, helikopters of per konvooi naar de vooruit gelegen locaties. Pijlsnel laden en lossen Het luchtvrachtproces is grotendeels gebaseerd op het modulaire 463L-pallet systeem, al sinds de jaren ‘60 in gebruik, maar zeer effectief wanneer het om expeditionaire ondersteuning gaat. De pallets kunnen aaneengekoppeld worden voor grotere stukken vracht. Ze zijn geschikt voor het interne vracht- en airdrop systeem van de gebruikelijke typen vliegtuigen maar ook van helikopters, zoals de CH47 Chinook. Eenmaal op de grond is ook het vrachtafhandelingssysteem op de pallet aangepast. Een volle C17 met achttien pallets wordt hier binnen een kwartier ontladen en binnen een mum van tijd wordt de lading naar de grote distributiecentra gebracht. Naast pallets kan een lading ook bestaan uit 10
De lucht in Ik coördineer de inzet van materiaal en personeel om de afhandeling van vracht en passagiers zo geolied mogelijk te laten verlopen. Hoewel toegewezen aan een legereenheid werk ik grotendeels samen met de Aerial Port Service eenheden van het 332nd Expeditionairy Airwing van de Amerikaanse luchtmacht, de roemruchte ‘Tuskeegee Airmen’. De ADACG, mijn afdeling, bereidt de lading voor, controleert vrachtbrieven, verklaringen van gevaarlijke stoffen, laadplanningen en het systeem waarmee we de goederen van het begin tot het eind kunnen volgen. Tevens geven we advies bij de rotaties van troepen over het geschikt maken van het materieel voor luchttransport. Aan de passagierskant is mijn afdeling verantwoordelijk voor het controleren van reisdocumenten en het transporteren van passagiers van en naar de helikopters en vliegtuigen. Wij coördineren het volledige routine helikoptertransport van personeel, door geheel Irak. Nog steeds ‘roger out’ Ik voel me als een vis in het water midden in de woestijn en heb veel aan mijn ervaring als verbindelaar bij de marine. Het marine ‘regel & ritsel’- brevet komt hier goed van pas. Er werd in het begin nog wel eens vreemd tegen me aangekeken als Hollandse eend in deze grotendeels Amerikaanse bijt, maar inmiddels werkt hier personeel van diverse nationaliteiten van over de hele wereld. Mijn tegenpool is een gepensioneerde adjudant van de Amerikaanse marine. Met een gezonde dosis humor komen we de soms lange dagen door. Ik heb hem ervan overtuigd dat Nederland nog steeds een vliegdekschip heeft en dat Hr.Ms. Douwe Oukes het grootste slagschip was dat ooit de wereldzeeën bevaren heeft! Ik zie deze baan als een uitstekende gelegenheid om na 22 jaar marine geleidelijk te wennen aan het onvermijdelijke burgerleven. Zeer geleidelijk, want mijn functie brengt me dagelijks aan boord van marinegrijze vliegtuigen voorzien van geur en geluid van gasturbines. Ik mag ook een radio bedienen waarmee ik met de diverse locaties en met de toren communiceer. Dus nog steeds ‘Roger out!’
mijn neus ‘op dek’ gelegen en scherven over mijn hoofd horen fluiten. Ondanks de relatieve rust kan ik me nog altijd niet veroorloven om minder waakzaam te zijn. Na bijna vijf jaar ga ik dan ook nog steeds gedisciplineerd liggen, het kan immers zomaar de laatste keer zijn. Vooraf gegaan door een luide claxon en een computerstem ‘Incoming – Incoming’ heb je enkele seconden de tijd om je bergen. Een dag niet gedronken… Je krijgt hier een goede indruk van de enorme logistieke kracht van de Verenigde Staten. Zo hebben we vanuit Balad in 2004 de grootste troepenverplaatsing sinds WOII aangestuurd, met ongeveer 120.000 man personeel en materieel, in slechts zes weken tijd. Elke dag is anders en de uitdagingen blijven komen. Het is geweldig om deel uit te maken van een dergelijke groots opgezette operatie, een unieke kans. Aan de klimatologische omstandigheden wen je na verloop van tijd. In de zomer lopen de temperaturen op tot over de 50 graden. Hydrateren is noodzakelijk en je straft jezelf onmiddellijk af als je verzuimt te drinken. Buiten op het platform is het afzien, zeker wanneer men vliegtuigen laadt en lost met draaiende motoren. Het zware werk wordt daarom ook hoofdzakelijk ‘s nachts uitgevoerd met koelere temperaturen voor mens en machine. De hitte heeft ook een grote invloed op de liftcapaciteit van een vliegtuig of helikopter en daar wordt met de vrachtplanning rekening mee gehouden. De meeste vliegvelden in het Midden Oosten zijn daarom voorzien van lange start- en landingsbanen. Over het eten hoef ik niet te klagen. Volop keuze en variëteit. Er is zelfs iets wat me in de verte aan de ‘blauwe hap’ doet denken, inclusief de saté! Alcohol is hier niet toegestaan en in mijn schaarse vrije tijd ga ik naar de sportschool of het openluchtzwembad. Ik deel een slaapcontainer met een collega, met een badkamer in het midden als afscheiding. Ik werk zeven dagen in de week, minimaal twaalf uur per dag. Een pittige routine waarbij ik eens in de 120 dagen verlof kan opnemen. Ik vlieg dan naar Nederland of naar mijn gezin in San Antonio, Texas. Mijn marinehart klopt overigens nog stevig. Tot een paar maanden geleden trakteerde ik mijn Amerikaanse collega’s zo af en toe luid op de defileermars van de Marinierskapel, maar onlangs verdween de CD op mysterieuze wijze.
Neus op dek voor bommen De omstandigheden in Balad, gelegen in het midden van de grillige Soeni Driehoek, zijn sterk verbeterd vergeleken met de eerste paar jaar. Verbeterde omstandigheden waar de pers helaas nog maar weinig over rept. Hooguit een paar keer per week is er een boem van een verdwaalde mortiergranaat of kleine raket te horen en soms is het wat langer rustig. Dat was in het begin wel anders met lange nachten met helm en scherfwerend vest in bunkers en langdurige barrages. Ik heb destijds regelmatig met
De voertuigen worden in de buik van het enorme vliegtuig gereden. Klaar voor transport. 11
zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
voertuigen, helikopters of grotere onderdelen, zoals generatoren of ander reconstructiemateriaal dat hier gebruikt wordt om de Iraakse samenleving weer op de been te krijgen.
Als sleepbootkapitein vaar je het water dun!
Twintig jaar sleepavonturen “Het veilig aan de kant brengen van een schip is een vak dat je niet uit een boekje kan leren. Om als een scheermes te kunnen varen heb je ervaring nodig en een hoop fingerspitzengefühl.” Sleepbootkapitein Kees Van Koningsbruggen neemt een slokje van zijn koffie achter de joysticks waarmee hij al elf jaar de sleepboot Gouwe bestuurt. Volgend jaar wordt hij 60 en stopt ermee. “Maar ze komt in betrouwbare handen terecht, ik heb mijn aflosser goed opgeleid.” Tekst: Maartje van der Maas/Foto’s: Wim Salis Het varen is deze oude rot in het vak met de paplepel ingegoten. “De geschiedenis gaat zelfs terug tot 1664. Mijn voorvader Mees Van Koninxbruggen was schipper zijnde biersteker, wat eigenlijk betekende dat hij een varende slijterij had”, grijnst Van Koningsbruggen. Als schipperskind koos hij op zijn veertiende zelf ook voor de kleine handelsvaart, maar eigenlijk had hij zijn oog toen al op de sleepboten laten vallen. “Dus ging ik op mijn zestiende naar de marine, maar werd als kanonnier en mijnenbestrijder opgeleid. Na zeven jaar kreeg ik het uiteindelijk toch voor elkaar en werd matroos op een sleepboot.” Na het behalen van de nodige papieren, volgen van heel wat cursussen en opdoen van een hoop ervaring, werd Van Koningsbruggen kapitein op de sleper Westgat, die nu dienst doet bij de Belgische marine als sleepboot Albatros. “Ook mijn zoon is geïnfecteerd met het vaarvirus, die werkt als stuurman op een baggerschip.” Brandblus- en bergingsschip Trots loopt de kapitein over zijn Gouwe. Het moet gezegd worden dat de jongste telg uit de sleepbootfamilie Rotte, Regge, Linge en Hunze er prachtig bij ligt. Op de brug zijn alle navigatiehulpmiddelen netjes opgeborgen, in het kleine dagverblijf is geen stofje te bekennen en zelfs de machinekamer blinkt in het TL-licht. De vijf-koppige bemanning van de boot bestaat uit een matroos, een eerste en een tweede machinist, een bootsman en de kapitein. Tegenwoordig lopen de bemanningen dagdienst of late dienst, maar vroeger werd er vierentwintig uur per wacht gelopen aan boord van de boten. Elk bemanningslid heeft dan ook een kooi met een nieuwerwets KM-standaard dekbedje. “Nu nog steeds zijn er twee boten dag en nacht verantwoordelijk voor de brandwacht”, legt Van Koningsbruggen uit. “Als brandblus- en bergingsschip hebben we bluskanonnen aan boord zodat we de marinebrandweer kunnen assisteren. Uiteraard kunnen we een brandend schip ook wegslepen als het een gevaar vormt voor andere schepen of objecten op de wal. Zodra de late dienst er om elf uur ’s avonds op zit, gaan we over op de pieper en staan we
De kapitein kijkt of alles wel goed gaat aan dek
“Als het hard begint te waaien, willen alle schepen naar binnen en gaan wij juist naar buiten!” 12
op een uur notice.” Gelukkig heeft Van Koningsbruggen deze situatie nog nooit aan de hand gehad. Wel heeft hij dit jaar al de stormwacht gelopen. “Toen afgelopen januari het water in de haven zo ontzettend hoog stond en de schepen bijna op de kade lagen in plaats van er naast, zijn wij ’s nachts aan boord gebleven.” Een uitgebreid werkpakket Het naar binnen en buiten brengen van de marineschepen, de suppliers en de werkschepen die Den Helder aandoen of als thuishaven hebben, is zeker niet het enige werk voor de sleepboten. De kapitein vertelt: “We zijn ook druk met assisteren bij oefeningen zoals helikopterhijsoperaties en zeedoelschieten of we brengen mensen en pakketjes op en neer naar schepen op de rede of in het Schulpengat. Af en toe doen we zelfs mee aan evenementen zoals de visserijdagen.” Niet echt werkzaamheden waar je specifiek een sleepboot voor nodig hebt, geeft hij toe maar hij vervolgt enthousiast: “Zodra het harder begint te waaien en het weer slechter wordt, willen alle schepen naar binnen en beginnen te roepen om assistentie. Dan gaan wij naar buiten en begint voor ons het echte sleepwerk.” Ook moeten er vaak schepen verhaald worden of naar dok zes van de Rijkswerf of naar de schepenlift worden gebracht zodat ze onderhoud kunnen krijgen. Hij toont de 300 meter lange staalkabel waarmee de Gouwe zich vastketent aan haar sleepvracht. “Deze draad is eigenlijk bedoeld voor zeesleepwerk, want in deze kleine haven gebruiken we maar maximaal 30 meter. Vroeger voeren we het water dun en versleepte ik geregeld betonning of lichtschepen richting Engeland en Schotland. Jammer genoeg doen we dat nu niet meer.” Keutelende onderzeeboot Van alle objecten die Van Koningsbruggen in zijn 20-jarige carrière al heeft versleept, vindt hij de onderzeeboot de lastigste. “Je kunt de onderzeeboot niet op zijn uiteinden trekken omdat er altijd nog een groot stuk onder water zit. Door die vreemde Nog best wel lastig, zo’n keesje aanpakken!
Een bakkie koffie in het dagverblijf is dagelijkse kost.
rompvorm is het een echte keutelaar. Hij gaat alle kanten op behalve de kant die je op wil. Als we dan eindelijk slepen en hij ongeveer de goede richting opgaat, heb je altijd nog die roeren die uitsteken waar we met onze staaldraad heel voorzichtig mee moeten zijn.” Ook de luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF) zijn altijd een uitdaging om op de juiste plek te krijgen. Het vervelende aan deze schepen is niet dat ze zoveel wind vangen, maar meer dat ze zo breed zijn. “Als er gebruik gemaakt wordt van twee sleepboten, wil ik de tweede boot wel graag zien zodat ik in de gaten kan houden wat die precies doet en de afstanden goed kan inschatten. Om een M-fregat kan je heen kijken, bij een LCF wordt dat al een stuk lastiger”, legt hij uit. “Als we het over wind vangen hebben, dan zijn de Johan de Witt, de Rotterdam en de bevoorraders de grootste waaibakken. Die moeten we toch echt laten gaan bij windkracht zes, terwijl we de LCF’s bij een dikke zeven nog wel de baas kunnen.” De mijnenjagers vormen een verademing bij deze grote schepen, al heeft de kapitein wel een kanttekening. “Die bootjes zijn even zwaar als een sleepboot en ze zijn van polyester. Soms drukken we ze door de deining wel eens hard tegen de kant en dan kraakt alles zo.” Sleepavonturen Uiteraard kan Van Koningsbruggen de nodige sterke verhalen uit de oude doos halen. “Ik weet nog dat we samen met Hr.Ms. Van Galen bij de Visserijdagen in Harlingen waren. We hadden een leuk weekend achter de rug en zouden maandagochtend het fregat naar buiten slepen. Daar hadden ze echter een Friese loods aan boord gekregen, die besloot met tien knopen de haven te verlaten. We hebben hem proberen duidelijk te maken dat wij maar vijf knopen kunnen lopen, maar daar had hij kennelijk geen boodschap aan. Om het schip nog enigszins tegemoet te komen, bleven we maar staaldraad uitgeven zodat we uiteindelijk 200 meter achter het schip aanhobbelden. Midden op het wad werden we losgegooid en kwam er dus 200 meter sleepkabel in het slik terecht. Het heeft een aardige tijd mogen duren voordat we dat allemaal schoon en weer op de lier hadden.” In zijn vrije tijd beleeft hij ook de nodige sleepavonturen. “Samen met mijn zoon heb ik het oude slepertje Berkel gekocht en opgeknapt. Ik was met mijn vrouw onderweg naar Alkmaar om daar de kleinkinderen op te halen, toen we op het Amstelmeer een volgelopen Centaur zeilbootje tegen kwamen. Die heb ik toen maar naar het kanaal getrokken waar ze hem leeg konden halen.” Nu de marineschepen alleen maar groter en zwaarder worden, zijn ook de sleepboten aan vervanging toe. In 2012 zal de sleepvloot, exclusief de Gouwe, uit drie nieuwe boten bestaan, die veel sterker zijn en met slechts drie mensen bemand zullen worden. “Het werk wordt een stuk makkelijker, maar het is wel heel lastig klaverjassen met z’n drieën”, knipoogt Van Koningsbruggen. 13
Studie naar onbemand mijnenvegen
Solist tussen de zeemijnen
De onbemande drone hoeft niet alleen vanaf een mijnenbestrijdingsvaartuig te worden aangestuurd.
Op de Helderse rede is het zomerse weer langzaam aan het verslechteren. De wind neemt toe en de zee bouwt op. Een van de mannen aan boord van duikvaartuig Cerberus heeft het weerbericht net gezien: “De wind gaat naar 12 tot 15 knopen, kracht 4.” Kapitein-luitenant-ter-zee Johan den Arend lacht tevreden: “Mooi zo. Dat moeten we precies hebben.” De mogelijke nieuwe mijnenveger moet het niet al te makkeTekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Peter Nilsson (Kockums) lijk hebben tijdens zijn beproevingen. Bijna twee decennia vertrouwt de marine dat haar zeewegen enkel vrij worden gehouden door haar Alkmaarklasse mijnenbestrijdingsvaartuigen die met behulp van sonar actief de bodem af jaagt naar verborgen explosieven. Maar men is zich er van bewust dat jagen alleen niet afdoende is. Met jagen zijn niet alle mijnen te vernietigen, die met vegen wel geruimd zouden worden. Slechte bodemomstandigheden, verschillende waterlagen en bepaalde types mijnen, zorgen voor een onmogelijke opgaaf voor de sonaroperators van de mijnenjager om de gevaarlijke contacten op het scherm eruit te pikken. Modernisering van de techniek doet daar niets aan. “Als commandant van Hr.Ms. Maassluis, een van de gemoderniseerde mijnenjagers, heb ik ervaren dat het beeld op de sonar enorm goed is, maar dat we in bepaalde gebieden zo veel contacten krijgen die we moeten classificeren dat je dan gewoon niet door zo’n gebied heen komt”, zegt teamleider in de projectgroep wapensysteemmanagement van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) kapitein-luitenant-ter-zee Johan den Arend. Samen met luitenant-ter-zee 2 OC Hans IJzerloo en expert op het gebied van scheepssignaturen, Dirk Rog, doet hij onderzoek voor ‘Projecten en Verwerving’ naar de herintroductie van mijnenveegcapaciteit. Vegen moet dus weer zijn intrede doen, maar dat kan maar op één manier: onbemand!
Ethische bezwaren “Tijdens de Eerste Golfoorlog rees de gedachte om een paar houten mijnenvegers voor de kust van de Perzische Golf met een minimale bezetting te laten vegen”, vertelt de overste. “Dat stuitte op enorme ethische bezwaren.” Met de klassieke manier van mijnenvegen sleept een schip een veegtuig over een mijnenveld. Daarbij gaat het dus zelf voor, waarbij er een kans is dat het schip zelf op een mijn loopt. Het risico om de bemanning te verliezen was te groot, zeker met de verouderde schepen en veegtuig. “Dat de vegers toen niet zijn ingezet betekende eigenlijk ook meteen het einde van het bemande mijnenvegen”, aldus Den Arend. Mijnenveegdrone Ondertussen vaart naast het duikvaartuig een merkwaardig bootje. Het bestaat uit twee opblaasbare buizen, met elk een polyester opbouw. Tussen de buizen zitten enkele dwarsverbindingen, waarover een vangnet is gespannen. Het ‘boegnummer’ van het 14 meter lange en 6,7 meter brede vaartuig is SAM 3. “Het is de derde generatie van deze mijnenveegdrone”, zegt Robert Petersson, ingenieur bij de Zweedse scheepswerf Kockums die dit onbemande mijnenbestrijdingsvaartuig in ontwikkeling heeft. SAM staat voor ‘self-propelled acoustic/ magnetic minesweep.’
SAM 3 is geen veegtuig in de traditionele zin van het woord 14
Het is niet meer een veegtuig in de traditionele zin van het woord, maar een bootje met spoelen voor de opwekking van de magnetische en een geluidsbron voor de akoestische signatuur, die invloedsmijnen moet laten detoneren. Aan boord bevindt zich een computer met de nodige navigatiemiddelen, zodat de SAM na programmeren autonoom zijn tracks kan varen door het mijnengevaarlijk gebied. Het geheel is helemaal te demonteren, zodat het in een standaard veertig voets-zeecontainer past en zo eenvoudig getransporteerd kan worden over land, zee of door de lucht. Duur systeem Binnen de ‘Studie herintroductie mijnenveegcapaciteit’ wordt er gekeken naar wat er op het moment op de markt is, waar de marine mee uit de voeten zou kunnen. In de deelstudie SAM 3 onderzoekt de Nederlandse marine samen met de Zweedse en Finse marines en Kockums de capaciteiten van dit systeem. De projectgroep kijkt op een kritische manier of deze mijnenveegdrone aan de technische specificaties voldoet die gesteld zijn. Zij stellen een advies op aan de projectleider kapitein-luitenantter-zee Frits Henkelman, die vanuit de afdeling Projecten en Verwerving van de DMO als projectleider is aangewezen. Een veger als de SAM 3 is overigens niet het enige veegtuig waar de marine behoefte aan heeft. Nadat het veegprogramma begin jaren negentig gestopt was, is het eisenpakket waaraan vervanging moet gaan voldoen enorm gegroeid. Dat leidde tot een systeem van e 16 miljoen per stuk. “Te duur”, zegt de teamleider. Nu kijkt de marine naar meerdere modulaire systemen. Men kijkt naar welke dreiging er is, welke missie er moet gebeuren en welke gereedschappen daarvoor benodigd zijn. “Dit SAM 3-systeem is voor ondiep water bedoeld. De duikers nemen de haven voor hun rekening. Deze drone kan opereren vanaf de havenhoofden tot, zeg maar, de verkenningston”, projecteert de teamleider voor het gemak de inzet van de SAM 3 op de havenaanloop van Den Helder. Dat de veger ingezet gaat worden in bijvoorbeeld de operatie ‘Beneficial Cooperation’, waarbij het hele jaar rond historische munitie wordt geruimd binnen de Nederlandse Economische Zone, is niet de bedoeling. Den Arend: “De ontsteking van invloedsmijnen werkt op batterijen, die zijn na een bepaalde tijd op. Een mijn uit de Tweede Wereldoorlog zal dus niet meer reageren op een veegtuig.” Maar omdat de (psychologische) dreiging van mijnen zo enorm groot is - zeemijnen zijn zeer goedkoop, makkelijk te vervaardigen en eenvoudig in het geniep te leggen - hecht de zeemacht bijzonder veel waarde aan een goede mijnenbestrijdingscapaciteit. “We kunnen het niet verkopen als er ooit een bericht binnenkomt dat er mogelijk een zeemijn in de diepwaterroute naar Rotterdam gedropt is, we niets kunnen doen. Een dreiging die na 9/11 toch serieus in het achterhoofd wordt gehouden”, volgens Den Arend. Exacte simulatie De veegdrone kan gekoppeld worden aan een tweede, waardoor ze samen een groot schip kunnen simuleren. Ook kan een enkele drone door langzamer te varen en met een voorgeprogrammeerde golfvorm geluid of magnetische velden op te wekken, doen alsof het een groot schip is. “Nadeel van die methode is, dat dat in vlakken gebeurt, zodat het bootje meerdere malen over dezelfde track moet varen, om het helemaal geveegd te hebben”, zegt Petersson. In de software is een enorm scala van schepen te programmeren. Dubbele of enkele schroef, aantal bladen, of waterjetaandrijving, geluid van specifieke dieselmotoren, het is allemaal in te stellen. “Als je een knoop langzamer gaat varen is het geluid al weer heel anders, dus de akoestische instellingen in de zeemijn zullen een breed spectrum moeten beslaan”, legt Den Arend uit. De magnetische en elektromagnetische velden zijn voor een mijn
eenvoudiger: “Kijk maar in de Janes (encyclopedie van marineschepen, wereldwijd, red.). Daar staat precies wat de afmeting van een schip is en wat de waterverplaatsing is. Die waarden zijn eenvoudiger te voorspellen.” Dat houdt in dat de instellingen van het veegtuig nauwkeuriger moeten zijn, anders ‘weet’ de zeemijn dat het om een veegpoging gaat en niet om een doelschip. Veegtuig voor de diepzee Voor de diepzee is de drone niet te gebruiken. “De drone kan op kleine schaal een groot schip als Hr.Ms. Rotterdam nabootsen. Die invloed is echter te klein in de diepzee. Daarvoor heb je een veegtuig nodig dat net zo groot is als dat schip”, legt de overste uit. Daarom is de afdeling Verwerving van de Defensie Materieel Organisatie ook nog in de weer met een onbemand vaartuig dat een groot veegtuig achter zich aan sleept. Het project kijkt bijvoorbeeld naar een systeem van lange metalen buizen, waarin magneten of spoelen zitten, die achter elkaar kunnen worden gehangen, voor zoveel men er nodig heeft om het doelschip te simuleren. Toolbox-principe Zo moet er voor elk gebied en voor elk doel een eigen mijnenbestrijding op maat komen volgens het ‘toolbox-principe.’ Pakken wat je nodig hebt. Duikers voor de binnenwateren en de kusten, mijnenveegdrones voor de ondiepe kustwateren en sleepdrones voor de open zeeën. De gemoderniseerde mijnenjagers kunnen, naast hun mijnenjachttaak, de drones aansturen vanuit hun command and control-systeem. Maar ook moet het mogelijk zijn
Nabij het Zweedse Karlskrona voer Hr.Ms. Urk tijdens haar testprogramma met een nieuw sonarsysteem naast de SAM 3.
om vanaf andere platformen de mijnenvegers te lanceren en te besturen. Op het gebied van onbemand varen moet er nog wel het een en ander worden uitgezocht. Wat is namelijk de status van een onbemand vaartuig dat in een havenaanloop in een mogelijk vijandelijke omgeving autonoom tracks vaart? Wie is er verantwoordelijk als er een aanvaring plaats vindt? Den Arend: “We willen deze materie internationaal regelen, want anders kunnen we de drones alleen in Nederland gebruiken.” Het prototype kampt hier en daar met nog wat kinderziektes. Een van tubes raakte lek en er was een probleem met het koelwater van de dieselmotoren. Volgens de fabrikant geen onoverkomelijke problemen. Waar het tijdens de trials om ging, was dat het onbemande vaartuig bij een redelijke zeegang, matige wind en stroming binnen de vijf meter van de geprogrammeerde track blijft varen. “De meetgegevens van de fabrikant zijn bemoedigend. Nu nog afwachten wat de testresultaten van onze kant zijn”, aldus een tevreden overste. 15
Nieuwe blustechniek verandert brandpiket
Mist in de machinekamer “Het is niet heel revolutionaire of een verschrikkelijk ingewikkelde techniek”, zegt luitenant-ter-zee 1 Richard Gans over een nieuw type brandbestrijdingsinstallatie dat langzaam zijn intrede doet op de Nederlandse marineschepen. Nieuw is het wel. Veelbelovend ook. Wanneer goed toegepast, wordt een brandend compartiment in enkele minuten omgetoverd in een tropische broeikas in plaats van een zwembad. Tekst en foto’s: Barry Wijnandts Hr.Ms. Haarlem ligt aan de steiger bij de Rijkswerf. De vloeren zijn bedekt met karton en liggen bezaaid met zaagsel en restjes aluminium profielen en hout. De plafondplaten zijn er uit. De mijnenjager is volop in de verbouwing naar een PAM-schip, waarbij het hele interieur wordt aangepast op de nieuwe wapensystemen, het modernere technische bedrijf en een gereduceerde bemanning. Op het halfdek liggen enorme zwarte flessen met zwaar uitgevoerde afsluiters. “Dit zullen de flessen zijn waar het systeem mee onder druk kan worden gezet als de pompen uitvallen. Zo kun je ook blussen als de spanning uitvalt.” Aan het woord is luitenant-ter-zee 1 Richard Gans, hoofd opwerken en oefenen van de NBCD-school. Gans is betrokken bij de invoering van met name de bedrijfsvoering van het watermistblussysteem aan boord van de marineschepen. Twee-slangen-techniek Sinds jaar en dag wordt de marineman en -vrouw getraind in branden averijbestrijding. Hulp van een brandweer hoef je niet te verwachten op zee en, anders dan bij de commerciële vaart, is het op een marineschip niet een kwestie van ‘uit laten branden en evacueren’, maar moet een schip in oorlog zo lang mogelijk varende of drijvende worden gehouden. De brand wordt tot nog toe aangevallen met een tweeDe nieuwe sprinklers in het plafond op de brug van Hr.Ms. Haarlem
Met deze flessen kan het systeem onder druk worden gezet als de spanning uitvalt.
slangen-techniek, waarbij een persoon een scherm van water in een deur of luik opzet en een tweede persoon het brandende compartiment vol water pompt. Ook zijn er bepaalde ruimtes die met sprinklers snel onder water kunnen worden gezet of die met behulp van het milieuonvriendelijke Halongas of het giftige kooldioxide geblust kunnen worden. Koelend en verstikkend Dat zijn volgens Gans al twee nadelen die de watermistinstallaties gaan ondervangen. Hoe werkt het dan? “Watermist haalt twee van de drie factoren die voor brand nodig zijn weg. Zuurstof en warmte”, begint hij zijn verhaal. Hij legt uit dat waternevel die onder hoge druk naar binnen wordt gespoten heel snel verdampt. Daar is energie voor nodig die onttrokken wordt aan het vuur. Verder werkt de ontstane stoom verstikkend. Doordat water bij verdamping met een factor 1760 uitzet, drukt het de lucht bij een brandhaard weg. Gans laat een tabel zien waarop de vergelijkende eigenschappen van verschillende uitvoeringen van watermist naast elkaar staan. “Je kunt watermist onder lage druk (tot 16 bar) naar binnen spuiten, onder hoge druk (60 tot 200 bar) of met een sprinklerinstallatie”, vertelt hij. “Eén druppel uit een sprinkler staat gelijk aan achtduizend druppels uit een hogedrukmistinstallatie. Als een druppel van de sprinkler een millimeter groot is, staat daar een druppel van watermist van een duizendste tot een vijfhonderdste millimeter tegenover. Dat houdt in dat het totale warmteabsorberend oppervlak van het water uit een mistinstallatie vierhonderd keer groter is.” Waar een grote druppel nog een seconde nodig heeft om te verdampen en daarmee een koelend effect op te wekken, doet een kleine neveldruppel dat in 0,003 seconden. Gans laat een serie foto's zien van een machinekamer waarop een brand ontstaat. In luttele seconden is het hele scherm met een oranje gloed gevuld, even wordt het donker vanwege de rook. Maar op seconde 32 komt de machinekamer weer terug, gehuld in een dichte mist. Brand geblust! Don’t wait! Nog een voordeel van het watermistsysteem: “Don’t wait. Activate!” zegt één van de slides uit Gans’ presentatie. “Je hoeft niet te wach16
Watermist wordt lokaal toegepast met een nozzle vlak boven de gasturbine.
ten tot al het personeel uit de ruimte is, of dat een compartiment gasdicht is afgesloten, je kunt het direct activeren.” Een ruimte gevuld met nevel voelt vochtig aan, maar er is geen sprake van een vergiftigde lucht. Ook veroorzaakt de nevel slechts voor een ‘tropische’, klamme omgeving, maar blijft waterschade aan vooral elektronische apparatuur beperkt. Daardoor hoeft een ruimte ook niet eerst spanningsvrij te worden gemaakt, voor inzet. De druppels helpen om de rook te laten neerslaan, zodat binnen afzien bare tijd het zicht toeneemt. Met name in de onderzeeboten, die bij brand in no-time gevuld zijn met rook levert dit een aanzienlijk voordeel. Toepassing van watermist in onderzeeboten wordt dan ook onderzocht. Hoewel ademluchtbescherming nog altijd noodzakelijk blijft, is het volgens Gans goed mogelijk dat met de rook ook de giftige dampen neerslaan. “Onverbrande deeltjes kunnen plotseling hun ontbrandingstemperatuur bereiken, waardoor een ‘flashover’ ontstaat Ook dat risico wordt nu vermeden, omdat de temperatuur niet meer zo hoog zal oplopen en de rookgassen worden neergeslagen”, aldus Gans. Gereduceerde bemanningen Waarom nu pas? Omdat de marine steeds efficiënter gaat werken en de bemanningen steeds meer gereduceerd worden, is de noodzaak om het brandpiket anders in te richten sterk gegroeid. “Op de nieuw te bouwen Oceangoing Patrol Vessels (OPV) zitten straks vijftig man op een schip dat bijna net zo groot is als een M-fregat”, zegt Gans. Maar ook de vernieuwde mijnenjagers, de hydrografen en het ondersteuningsschip Hr.Ms. Pelikaan zitten voor wat betreft ‘damage control’ aan hun uiterste grens. Met watermist kan er op een andere manier naar brandbestrijding worden gekeken. Hoewel het treintje van ‘ontdekker/ eerste aanval, tweede aanval met ademluchtbescherming en anti-flash, derde aanval in hittewerend met groot materieel’ zal blijven bestaan, wordt hun rol anders. “De eerste kan het systeem activeren, waarbij de tweede aanval controleert of het systeem werkt terwijl zij buiten het compartiment blijven staan. Hittewerend zet het systeem af, gaat naar binnen en controleert de ruimte op
Een nieuwe handbediening voor de gasturbinekamer van de mijnenjagers (boven), vervangt de halon-activering.
‘hotspots’”, legt Gans uit. “Na twee minuten moet alles wel uit zijn. Hooguit dat er in een prullenbakje onder een tafel nog wat na brandt, maar dat heeft geen kans meer om uit te breiden.” Groot materieel blijft “De brandslangen blijven gewoon in de gang hangen”, vermeldt Gans er nog bij. “Tijdens een gevechtswacht na een inslag kan het systeem defect raken. Dan moet alsnog het groot materieel kunnen worden opgetuigd.” Overigens wordt het watermistsysteem in de OPV’s in meerdere delen opgesplitst, zodat uitval van het hele systeem minder waarschijnlijk wordt. Het blussysteem verbruikt als eerste water uit de drinkwatertanks om de leidingen schoon te houden. Bij gebruik van zeewater vreten de zoutkristallen de leidingen aan (die door de beperkte hoeveelheid water een kleinere diameter hebben dan de standaard bluswaterleidingen) en kunnen de kleine gaatjes in de nozzles verstoppen. Als de tanks leeg zijn, kan alsnog worden overgeschakeld op zeewater. Hoewel het zo ver waarschijnlijk niet eens zal komen. In een minuut sproeit het systeem ongeveer een millimeter neerslag per vierkante meter naar binnen, in tegenstelling tot de huidige slangen die 150 liter water per minuut afleveren. Gans is louter positief over het nieuwe systeem. Watermist kan eventueel gemengd worden met AFFF-schuim om een dichte deken over brandende olie te leggen. De nevel brengt de stabiliteit van een schip niet in gevaar, zoals een compartiment vol water dat wel doet. Het is niet giftig en elektronische apparatuur blijft gewoon werken. Het vervangt schadelijke blusmiddelen. Maar het belangrijkst is dat personeel meer afstand kan houden tot de brandhaard. “We willen de techniek laten blussen. Personeel houdt een controlerende werking.”
17
Veteraneninstituut: een loket voor iedereen
‘Veteranen, dat waren de anderen’ Het is voor jonge militairen soms niet gemakkelijk: van zichzelf erkennen dat ook zij door deelname aan een missie bij hun uitdiensttreding officieel veteraan zijn. Veteranen, dat waren toch de ‘mannen in blauwe blazers’ die in oude oorlogen vochten? Maar het Veteraneninstituut in Doorn is er ook voor de steeds groter wordende groep die ingezet is in landen als Libanon, voormalig Joegoslavië en Afghanistan. Tekst: Eugène van Haaren
Niet zo’n alledaagse baan Pas sinds vorig jaar voelt Eugène van Tilborg (37) zich veteraan. “Ik vond eigenlijk niet dat ik me zo mocht noemen. Ik had zoiets dat anderen, die de Tweede Wereldoorlog hadden overleefd, pas echt wat hadden meegemaakt.” Maar sinds hij vorig jaar als jonge veteraan voor het eerst deel mocht uitmaken van de erehaag bij de 4 mei-herdenking op de Dam in Amsterdam, begint het besef door te dringen. De oud-marinier 1 praat openhartig over de moeilijke tijd die hij meemaakte na zijn missie in Cambodja waarnaar hij als 21-jarige werd uitgezonden. Later volgden nog Bosnië en Haïti. Eén enkele oorzaak is moeilijk aan te wijzen. Misschien had de preventieve medicatie (het roemruchte anti-malariamedicijn Lariam slikte hij maandenlang) er mee te maken. Misschien kwam het door de confrontatie met de gewonde burgers, slachtoffers van de nabijgelegen mijnenvelden, die het Nederlandse kamp werden binnengedragen. Of had zijn prestatiegerichte mentaliteit, waardoor hij ook tijdens zijn verlof nooit een minuut rust nam, er mee te maken. Hoe dan ook: het resultaat was dat hij last kreeg van vergeetachtigheid en extreme vermoeidheid, soms sliep hij wel negentien uur op een dag. Marco Molenaar nu: “Veteraan zijn schept een band” (Foto: Eugène van Haaren)
Op 10 juli organiseert de Koninklijke Marine de jaarlijks terugkerende veteranendag voor het eigen krijgsmachtsdeel. En net als de Nederlandse Veteranendag die een paar weken daarvoor plaats heeft, verschijnt er iedere keer een steeds jonger publiek op deze dag. Van de ongeveer 130 000 veteranen in Nederland zijn er zo’n 50 000 die behoren tot de jonge generatie en jaarlijks komen daar nog zo’n twee- tot drieduizend bij. De scheidslijn is samen te vatten met de namen van een aantal landen. Werd de vorige generatie met name ingezet in de Tweede Wereldoorlog, Nederlands-Indië, Korea en Nieuw-Guinea, de nieuwe lichting veteranen ontstaat na de massale (vrijwillige) inzet van dienstplichtigen in Libanon als onderdeel van een VN-vredesmacht. Onder het Unifil-commando werden daar tussen 1979 en 1985 rond de negenduizend militairen ingezet. Inmiddels bevindt de eerste Unifil-veteraan zich in Bronbeek, het rusthuis dat altijd werd geassocieerd met Indië-gangers. De tijden veranderen. En zo ook de aandacht en zorg voor huidige veteranen. Ze hebben daarbij veel te danken aan de oude generatie die na hun inzet in Nederlands-Indië bij thuiskomst nóg een gevecht aan moest gaan: dat voor erkenning en waardering van hun bijdragen voor het vaderland door de politiek en de rest van de maatschappij.
Steun Het is mede dankzij de steun van zijn vrouw dat Van Tilborg de gebeurtenissen een plaats kon geven, zo vertelt hij. Gedurende de jaren bleek ze zijn ‘maatje’ te zijn geworden. Bij haar kon hij zijn emoties kwijt over wat hij had meegemaakt, dat gaf hem het gevoel dat hij er niet helemaal alleen voor stond. “Want”, zo zegt Van Tilborg, die tegenwoordig agent is bij de politie Haaglanden, “dat is waar je tegenaan loopt als je terugkomt in de burgermaatschappij: wat je hebt meegemaakt, hebben maar weinig andere mensen ervaren. En die eenzaamheid is zwaar.” Zonder de steun van zijn vrouw zou Van Tilborg zeker bij het Veteraneninstuut hebben aangeklopt. “Praten is belangrijk voor de verwerking en het Veteraneninstituut weet precies waar je het over hebt.” De schaamte van het niet willen en kunnen praten, heeft hij los kunnen laten. Want uiteindelijk is een (oud-)marinier ook maar een mens. Erkenning Van Tilborg kan zich goed voorstellen dat andere jonge ex-militairen er moeite mee hebben zich veteraan te noemen. “Maar hoe je het wendt of keert, je bent het geworden. Of je je veteraanschap wilt uitdragen, is een tweede. Ik merk bij mezelf in elk geval dat ik steeds vaker het draaginsigne opspeld. Je laat zien dat je bereid bent geweest om je leven te geven. Toch een vorm van erkenning voor een niet zo alledaagse baan.”
18
weg te vinden naar die hulp. Al moet er soms de nodige schroom worden overwonnen, vooral als het om psychische klachten gaat. “Maar”, zo stelt Wiebe Arts, communicatiemedewerker van het instituut, “net zoals je arm kunt breken tijdens een oefening en zorg nodig hebt, geldt dat je ook psychische hulp nodig kunt hebben nadat je confronterende gebeurtenissen hebt meemaakt of langere tijd in een gevaarlijk gebied bent ingezet.”
Eugène van Tilborg op missie in Cambodja (Foto: archief Eugène van Tilborg)
Eugène van Tilborg nu: “Praten over wat je hebt meegemaakt is belangrijk” (Foto: Peter van der Ree, AVDD)
Marco Molenaar vlak voor hij als 25-jarige dienst verliet (Foto: archief Marco Molenaar)
Niet alleen En de veteraan die hulp zoekt, is niet alleen. In totaal zijn er 6500 militairen, zo’n vijf procent van het totaal aantal veteranen, die blijvende gevolgen ondervinden van hun uitzending. “Gelukkig gaat het stoere er steeds meer af”, zo stelt Arts, “want hoe eerder je hulp zoekt, hoe sneller je er weer bovenop kunt komen.” De communicatiemedewerker benadrukt dat het Vi er niet alleen voor problemen is. “We organiseren ook leuke dingen. Zo willen we binnenkort een veteranenloop organiseren en hielden we een dansavond, die was hartstikke gezellig.” En omdat de jongste generatie ook via de moderne communicatiemiddelen contact zoekt, is het Veteraneninstituut ook present op een heel hedendaags medium: Hyves, het digitale vriendenplatform dat naast de vele veteranensites de nieuwste toegangspoort is voor de jongste oudgedienden.
Een loket Moesten veteranen vroeger veelal zichzelf zien te redden, tegenwoordig is er dankzij het in Doorn gevestigde Veteraneninstituut (Vi) één herkenbaar loket voor alle vragen die met het veteraanzijn te maken hebben. Het Vi voert het veteranenbeleid, gericht op erkenning, waardering en zorg uit. Zo verstrekt het Vi de Veteranenpas en het Draaginsigne Veteranen; materiële blijken van waardering en erkenning. Een andere belangrijke dienst van het Vi is het Centraal Aanmeldpunt (CAP), waar veteranen met een (hulp) vraag terecht kunnen. Indien dat nodig mocht blijken, kan er doorverwezen worden naar gespecialiseerde zorginstanties, verspreid door Nederland. En steeds meer jonge veteranen weten de
Wiebe Arts: “Gelukkig gaat het stoere er steeds meer af” (Foto: Peter van der
Ree, AVDD)
Steeds meer jonge veteranen weten de weg te vinden naar hulp Ervaringen delen Marco Molenaar (42) heeft het wel vaker meegemaakt, blikken van ongeloof als blijkt dat hij veteraan is. En dat al sinds zijn vijfentwintigste. Want toen verliet hij de krijgsmacht en had hij als matroos 1 bij de nautische dienst er al een hele carrière opzitten. Als broekie van amper zeventien jaar ging hij in dienst en werd bij twee oorlogen ingezet: tijdens de Iran-Irak-oorlog in 1988 op Hr.Ms. Urk en tijdens de eerste Golfoorlog op Hr.Ms. Harlingen waar de kust voor Koeweit mijnenvrij gemaakt moest worden. Hij ging graag: “ik wilde eindelijk wel eens in de praktijk brengen waarvoor ik was opgeleid.” Niet vergeten De uitzending naar Koeweit heeft het meest indruk gemaakt: de ene dag dat hij aan wal ging en door de kapotgeschoten en geplunderde haven en omgeving liep, schoot hij wel vijftien filmrolletjes vol. “Om niet te vergeten dat dit echt was gebeurd.” En al bleef de oorlog meestal op een veilige afstand, vanuit de Harlingen werden in totaal wel achtendertig mijnen onschadelijk
gemaakt. Tijdens de werkzaamheden moesten Molenaar en zijn collega’s mondkapjes op tegen de luchtvervuiling van de vele in brand gestoken oliebronnen. “Het was midden op de dag soms zo donker dat je de zon niet meer kon zien.” Delen Molenaar verliet de marine toen die flink moest inkrimpen na de val van de muur. Hij werkt sinds die tijd bij een bedrijf dat werktuigbouwkundige producten maakt en heeft het er erg naar de zin. Via zijn vrijwillige inzet bij de Nationale Reserve blijft hij nog betrokken bij defensie en was hij als bedrijfshulpverlener present bij de Veteranendag van vorig jaar. In zijn woonplaats Alkmaar was hij, een beetje tot zijn eigen verrassing – “zo’n type ben ik eigenlijk niet” - present bij een veteranenreünie. “Je deelt toch iets dat maar weinig anderen hebben meegemaakt. Dat schept een band.” Ook met zijn eigen vader, die drie jaar in Nieuw-Guinea dienst had gedaan. “Die begon ineens verhalen te vertellen die zelfs mijn moeder nog niet eerder had gehoord.”
19
Marinepersoneel in de zinderende zon
Dossier Afghanistan Een vraag aan een willekeurige reiziger in de trein naar Den Haag. “Meneer, weet u precies waar de Nederlanders opereren in Afghanistan?” De man kijkt naar het voorbijflitsende landschap en antwoordt stellig: “Ja, die zitten in Uruzgan, daar hoor je toch al die nare berichten over?” Hij kijkt de redacteur van Alle Hens aan en vervolgt: “Waarom vraagt u dat, u draagt een marine-uniform. Er zitten toch geen marinemensen in Afghanistan?” Zeker weten zitten die in Afghanistan en op veel meer verschillende plekken dan alleen in Uruzgan. Tekst: Maartje van der Maas/ Foto’s: Robert-Jan van Scherpenzeel, Roel de Kort
De onderverdeling van Afghanistan in de verschillende Regionale Commando’s. Regionaal Commando Zuid bestaat uit zes provincies. 20
Voor veel Nederlanders staat de missie in Afghanistan gelijk aan de missie in Uruzgan. Niet vreemd, want de meeste berichten in de Nederlaandse media gaan over onlusten in deze zuidelijke provincie of over gewonde en zelfs overleden militairen die uit dat gebied terugkomen. Het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) heeft de leiding over de missie Uruzgan en is met ongeveer 1700 uitgezonden militairen zeer prominent aanwezig. Dat ook het Commando Zeestrijdkrachten een behoorlijke vinger in de pap heeft en continu circa zestig medewerkers inzet, is veel minder bekend. Deze mariniers en vlootmedewerkers zijn niet alleen in Uruzgan aan het werk, maar steken overal in Afghanistan hun hoofd boven het missiemaaiveld. De missie in een notendop De verschrikkelijke beelden van de vliegtuigen die het World Trade Centre in New York invlogen op 11 september 2001, staan onuitwisbaar in ieders geheugen gegrift. Osama Bin Laden, de Taliban en het Al Qaida-terroristennetwerk worden als schuldigen aangewezen. Om de herhaling van een dergelijke grootschalige moordpartij op onschuldige mensen te voorkomen, trekken de Amerikanen naar Afghanistan om daar de Taliban uit te drijven en het Al Qaida-netwerk op te rollen. Na een tijd besluit de NAVO de Verenigde Staten daarbij te helpen en zo ontstaat, in een notendop, de missie International Security Assistance Force (ISAF). Afghanistan wordt onderverdeeld in vijf stukken, Regionaal Commando’s (RC) genoemd. Nederland neemt samen met Canada en Groot-Brittannië de leiding over RC Zuid. Samen met Amerikanen, Australiërs en Roemenen gaan zij daar hard aan het werk om de veiligheid in het gebied te waarborgen zodat er na vele jaren Taliban-regime aan wederopbouw gedaan kan worden. RC Zuid bestaat uit zes provincies: Helmand, Zabul, Nimroz, Daykundi, Kandahar en Uruzgan. Op 1 augustus 2006 neemt de Task Force Uruzgan (TFU) van het CLAS de verantwoordelijkheid
Een slaapcontainer in Kandahar.
Canadese commandant van RC Zuid een opdracht geeft aan de commandant van de taskforce in Uruzgan, gaat dit contingentscommando na of die opdracht wel past binnen de afspraken die Nederland heeft gemaakt toen werd besloten deel te nemen aan deze missie. Indien zo’n opdracht verstrekt wordt of het ziet er naar uit dat dat gaat gebeuren, kan de contingentscommandant besluiten de ‘rode kaart’ te trekken en gaat de opdracht niet door. Zo wordt voorkomen dat Nederlandse militairen opdrachten krijgen die niet stroken met het Nederlandse beleid. De staven van de verschillende RC’s werken uiteraard niet autonoom. Zij
De marinemedewerkers steken overal in Afghanistan hun hoofd boven het missiemaaiveld over de provincie Uruzgan op zich. Ongeveer 1200 landmachtmilitairen worden verdeeld over twee locaties: Tarin Kowt en Deh Rawod. Tarin Kowt is de hoofdstad van de provincie en herbergt het grootste Nederlandse kampement: Kamp Holland. Ook een Proviciaal Reconstuctie Team (PRT), verantwoordelijk voor de ondersteuning van de wederopbouw, vestigt zich samen met de Australiërs in de provincie.
Waar zijn die marinelui nou? Luitenant-ter-zee 1 Fleur Joanknecht, verantwoordelijk voor het plaatsen van marinepersoneel in Afghanistan, vertelt: “Op dit moment zitten er ongeveer tachtig marinemensen in Afghanistan. De meesten van hen zijn vlootmedewerkers op individuele uitzending, maar er zitten natuurlijk ook mariniers bij het Operational Mentor and Liaison Team en het Marine Joint Effect Observer Groups in Uruzgan.” Ze gaat verder: “Het grootste gedeelte van de marinemedewerkers is geplaatst in Kandahar, bij de staf van RC Zuid, op het vliegveld of bij het contingentscommando. Ook bij de overkoepelende ISAF-staf in Kabul is marinepersoneel geplaatst en we mogen natuurlijk de mensen die het civiel militaire coördinatiewerk doen in de PRT’s niet vergeten. Zij helpen bij het daadwerkelijke opbouwen van het land.” De eindsituatie van de ISAF-missie in Afghanistan is een vreedzaam land met een goed geoliede veiligheidsorganisatie die ervoor kan zorgen dat internationale en non-gouvernementele organisaties aan wederopbouw kunnen doen. Zolang deze situatie nog niet is bereikt, is de expertise van Nederlandse marinemedewerkers op verschillende plaatsten in Afghanistan meer dan welkom.
▲
Het belangrijkste land Omdat Uruzgan een provincie is in het gebied van RC Zuid, wordt de TFU aangestuurd door de staf van RC Zuid en moet aan hen verantwoording afleggen. Deze staf is gehuisvest in Kandahar op een enorme vliegbasis waar ongeveer 20.000 militairen en burgers van over de gehele wereld gelegerd zijn. Om het jaar wisselt het commando van de staf tussen de Nederlanders, de Britten en de Canadezen. Dit triumviraat van landen heeft namelijk de meeste militairen in Zuid-Afghanistan. Vanaf begin november wordt de Nederlandse landmachtgeneraal Mart de Kruif commandant en daarmee wordt Nederland voor twaalf maanden ‘leidinggevende natie’ in RC Zuid. Omdat er zoveel verschillende nationaliteiten met elkaar moeten samenwerken en lang niet alle landen hetzelfde beleid aanhouden, is bij de staf van RC Zuid ook een contingentscommando geplaatst. Zij worden ‘rode kaart-houders’ genoemd. Als bijvoorbeeld de huidige
moeten verantwoording afleggen aan de staf van de gehele ISAFmissie. Deze staf zetelt in Kabul, de hoofdstad van Afghanistan.
21
Sergeant-majoor van de logistieke dienst administratie Robert-Jan van Scherpenzeel werkt, tijdelijk als adjudant, op de financiële afdeling van het commandement van het vliegveld in Kandahar, KAF in de volksmond. Hij is verantwoordelijk voor het beheer van NAVO-geld en ziet zo geregeld miljoenen dollars voorbij komen. Een dag werken… “De wekker gaat elke ochtend om kwart over zes. Ik ga altijd ontbijten met mijn drie marinecollega’s. We gaan vaak naar de Amerikaanse eetzaal Niagara, maar kiezen ook wel eens voor de Franse of Engelse kantine. Op mijn bureau heb ik een ongeclassificeerde computer en elke morgen voordat ik aan het werk ga, check ik mijn privé-mail. ‘s Middags ga ik weer met mijn KM-collega’s lunchen, we kiezen dan altijd voor Frans met lekker veel stokbrood en pasta. De werkdag eindigt om vijf uur. Vaak ga ik daarna naar de Personal Exchange, een grote Amerikaanse tax-free winkel om te kijken of ik nu echt alles in de winkel heb gekocht. Meestal is dat niet het geval. We eten ’s avonds altijd met alle Nederlanders die op het vliegveld werken en gaan daarna nog even een kopje koffie drinken. De Canadese koffieshop Tim Hortons heeft hier een vestiging en doet echt prima zaken. De hele dag staan er mensen in de rij om een koffie, chocolademelk, frappucino of cappucino French vanilla te bestellen. Toch vreemd dat de Canadezen zelf liever koffie drinken uit de Senseoapparaten die veel Nederlanders hebben laten opsturen. Vinden ze zulke lekkere zachte koffie.”
…maar ook ontspannen “Ik ga elke avond naar de sportzaal, waar de Amerikaanse soldaten pompend aan de apparaten hangen. Een keer heb ik gezien dat tijdens een wedstrijd armpje worstelen een van deze jongens zich niet helemaal bewust was van zijn eigen kracht en zo de bovenarm van zijn collega brak. Rare, jongens, die Amerikanen! Na het sporten loop ik meestal een rondje over de ‘boardwalk’, een vierkante overdekte houten wandelpromenade waaraan kleine winkeltjes, Tim Hortons, restaurants en fastfoodtenten zoals Subways of Burger King zitten. Er is zelfs een groot podium waar diverse internationale bands, zangers en zangeressen zoals laatst Lucie Silvas, al hebben opgetreden. In het midden van de boardwalk is een hockeyarena gebouwd. Elke avond wordt er in teamverband hockey gespeeld in een competitie waar wel twintig teams aan mee doen. Er zijn ook twee beachvolleybalvelden en natuurlijk is er ook plaats voor voetbal, honkbal en rugby. Ik sluit mijn rondje altijd af in de Nederlandse Hoek, een soort van huiskamer, waar in de late uurtjes van de dag nog even de wereldproblemen worden opgelost. Rond een uurtje of half twaalf ga ik naar mijn container om te slapen. Tot een paar weken geleden, sliep ik in een tent, dus dit is wel een verademing!” En in het weekend? “De meeste mensen werken hier elke dag, week in week uit. Ik dus ook, maar heb dan wel verlichte werkzaamheden. Zaterdagochtend gaan we meestal naar de bazaar, een Afghaanse markt die hier op het kamp wordt gehouden. Zaterdagavond noem ik altijd de ‘feestavond’ want dan ga ik met mijn landmachtcollega curry eten bij de Engelse eetzaal en drinken we als dessert een cappucino French vanilla. De avond sluiten we af met een biertje, alcoholvrij weliswaar, want drank is hier uit den boze. Elke zondag maak ik een wandeling van twaalf kilometer om het vliegveld. Heerlijk ontspannend om te doen en met ruim 300 vliegbewegingen per dag lijkt het wel of je op een vliegshow aanwezig bent. De zondagmiddag besteden we aan schoonschippen en ’s avonds krijgen we altijd post uit Nederland. Ik zit hier nu vier maanden, maar ik ben nog lang niet uitgekeken in dit veertien vierkante kilometer grote kamp.”
Sergeant van de technische dienst Arjen Bosgraaf heeft in 2006 bij een Provinciaal Reconstructie Team (PRT) gewerkt. Als techneut was hij verantwoordelijk voor de instandhouding van verschillende installaties op het kamp zoals de drinkwatervoorziening, koeling en airconditioning, de kombuisinstallatie en de infrastructuur. De Afghaanse André Hazes “Met het team van de technische dienst verzorgden we de brandstof voor de generatoren, maar tankten we ook de voertuigen af. Buitenlandse voertuigen kwamen dagelijks op het kamp om te tanken. We kregen veelal buitenlandse militairen aan de pomp die vaak geen Engels spraken. Met handen en voeten werden dan de benodigde papieren in orde gebracht. Omdat wij verantwoordelijk waren voor de installaties op het kamp, kwamen we niet echt in aanraking met de Afghanen. Wel waren er lokale werknemers werkzaam op het kamp. Er was een afwashulp en via een aannemer werkten
er ook mensen aan de tuin of voerden kleine verbouwingen uit. Praten met deze mensen was moeilijk, maar na enige tijd hadden we ze toch zo ver dat ze Hazes-liedjes konden meezingen.”
22
Een kritische noot
De Burger King is gewoon vertegenwoordigd op KAF.
Sergeant-majoor van de logistieke dienst Roel de Kort is geplaatst bij een PRT nabij Deh Rawod in de provincie Uruzgan. Het PRT werkt nauw samen met een aantal gekozen Afghaanse sleutelfunctionarissen, die verantwoordelijk zijn voor een bepaald dorp of gebied. In overleg met deze functionarissen en de lokale overheid, werken zij aan wederopbouw. Ondertussen… in Uruzgan “De werktijden van het PRT zijn in principe gewoon dezelfde als die in Nederland. Vaak zijn we in de avonduren nog wel bezig met rapporteren van gesprekken, verslaan van patrouilles of met administratieve handelingen. We werken zeven dagen in de week, maar er is genoeg tijd voor ontspanning zoals een boek lezen, gamen of sporten. Het kamp waar ik woon, Camp Hadrian, is luxe genoeg. Het is maar driehonderd vierkante meter, dus veel kleiner dan Kandahar, waardoor er een gezellige dorpse sfeer hangt. We wonen, werken en slapen in omgebouwde zeecontainers, waar we zelfs draadloos internet hebben. Mits de operationele toestand het toelaat, kan je vierentwintig uur per dag internetten en bellen zodat je af en toe toch dicht bij huis bent. Regelmatig gaan we op patrouille buiten de poort of gaan we naar een van de buitenposten van het kamp. Daar mis je voornamelijk elektriciteit en het ontbreken van airconditioning merk je echt wel. Tijdens een meerdaags verblijf op de buitenposten kom je bij de voetpatrouilles vaak bij de mensen thuis. Zo leer je de echte Afghaanse gastvrijheid en cultuur kennen. Het werk blijft hier interessant, soms ben je gastheer bij het voeren van gesprekken met de lokale overheid, dan moet je weer op zoek naar iemand in een bepaald gebied of ben je onderhandelaar. Een erg veelzijdige baan die een hoop creativiteit en flexibiliteit vraagt!”
De drie onderofficieren zijn positief over hun plaatsing in Afghanistan. Vooral het werken met de verschillende nationaliteiten spreekt hun erg aan. Van Scherpenzeel: “Het is buitengewoon interessant om in elkaars keuken te kijken. Meer dan twintig verschillende landen hebben hier hun militairen naartoe gestuurd. Dat is in mijn ogen uniek.” Toch plaatsen zij wel een kritische noot bij hun verblijf in het land, het blijft natuurlijk oorlogsgebied. Van Scherpenzeel schrijft in een brief aan zijn thuisfront: “Woensdag hielden we weer een platformceremonie en wederom voor een omgekomen Canadees. Een patrouille reed op een mijn en werd daarna beschoten. Een soldaat verloor beide benen en een kapitein werd door een kogel net onder zijn helm geraakt. Nummer 84 aan Canadese zijde.” Hij kopieert een stukje uit een van de dagelijkse publicaties op het kamp: “Een patrouille ontdekte een zelfmoordterrorist met een grijze tas. De persoon hield initieel halt op een korte afstand van de patrouille en begon daarop richting de militairen te kruipen. Toen de patrouille hem probeerde te stoppen, ontplofte hij. Er zijn verder geen gewonden gevallen.” Als commentaar voegt Van Scherpenzeel toe: “Helaas is dit voor ons normaal geworden, alsof je de weersverwachting zit te lezen.” Uit Uruzgan komen geregeld gewonde militairen terug naar Nederland. Meerdere militairen raakten zo ernstig gewond aan armen en benen dat ze langdurig moeten revalideren of nooit meer zullen kunnen lopen. “Dit komt door het gebruik van bermbommen,” legt luitenant-kolonel Jos van ’t Root uit in het Algemeen Dagblad. “Militairen dragen beschermende kleding, maar de armen en benen zijn onbedekt.” De missie in Uruzgan heeft tot nu toe vijftien dodelijke slachtoffers aan Nederlandse zijde gemaakt.
23
De nieuwe LCVP klaar voor open zee
Alleen nog het examen halen Niet alleen duizenden blokkende scholieren moesten afgelopen maand een examen zien te halen. Na de laatste proeftocht van het nieuwe Landing Craft Vehicle Personel zijn er een aantal kleine modificaties aan het landingsvaartuig van het Korps Mariniers toegebracht. Scheepswerf Visser en projectmanager Willem Burger zijn ervan overtuigd dat het gereed is om het Lloyds kwaliteitseindexamen te halen. Tekst: Maartje van der Maas/Foto’s: Willem Burger Hr.Ms. Rotterdam maakt zich gereed om een Landing Craft Vehicle Personel (LCVP) aan boord te nemen. Langzaam lopen de ballasttanks in het achterschip vol, waardoor het enorme schip achterover gekanteld in het water komt te liggen. De klep gaat open en het landingsvaartuig kan het dok invaren. Deze hele operatie, het dokken, neemt ongeveer twee uur in beslag. Aan boord van Hr.Ms. Johan de Witt is een tijdbesparend alternatief verzonnen voor het aan boord nemen van de landingsvaartuigen. Onder het helikopterdek bevinden zich aan bakboord en stuurboord twee uitsparingen met hijsvoorzieningen. In dit concept, afgekeken van de Britse amfibische transportschepen HMS Albion en HMS Bulwark, worden de vaartuigen met davits aan boord gehesen en op fundaties opgeborgen. Dicht op het vuur Omdat de huidige landingsvaartuigen, de Mk II en III, niet geschikt zijn voor hijsoperaties in de davits van de Johan de Witt, werd in 2004 begonnen met de ontwikkeling van nieuwe LCVP’s. Burger vertelt: “Er zijn een aantal eisen gesteld aan de nieuwe vaartuigen. Ze moeten qua vorm in de davits passen, zestien mijl per uur kunnen varen, de klep moet met een juiste hoek en een maximale diepgang ten opzichte van het strand komen. Volgeladen met mensen, wapens en voorraden mogen ze maximaal 23,5 ton wegen.” Omdat het idee van de davits gestoeld is op een Brits concept, was de eerste optie om de Mk V (b) landingsvaartuigen van de Engelsen te kopen. Burger vervolgt: “Uiteindelijk is er een uitnodiging tot aanbesteding gepubliceerd, waar Damen Shipyards uit Gorinchem op inging. Zo begon in 2006 de bouw bij hun zusteronderneming Scheepswerf Visser in Den Helder. Dat is mooi, want zij zitten dicht op het vuur.”
In de Nieuwe Haven wordt getest of de klep van het vaartuig op de juiste manier op de grond terecht komt om voertuigen te laden.
Het wiel uitvinden De prima samenwerking met de Engelsen uit zich in vier Britse Mk V (b) vaartuigen, die de Koninklijke Marine maar liefst voor twee jaar te leen heeft. Intensief zijn deze LCVP’s aan boord van de Johan de Witt gehesen, beladen en weer te water gelaten. “We proberen natuurlijk zo min mogelijk zelf opnieuw het wiel uit te vinden”, lacht Burger. “We werken heel nauw samen met de Engelsen, zij zijn heel behulpzaam en kunnen veel advies geven, maar uiteindelijk moeten we het zelf doen. De scheepswerf heeft de plannen getekend, modellen gebouwd en hiermee proeven gedaan. De LCVP die nu op stapel staat, is lichter, iets breder en meer hightech dan het Britse landingsvaartuig. In Nederland spelen de Arbo-eisen ook een veel grotere rol dan in het Verenigd Koninkrijk en op dit gebied hebben we ook een aantal aanpassingen moeten doen. Dankzij al die testen met de Engelse vaartuigen, zijn we in een vroeg stadium tot deze aanpassingen gekomen.” Een marinesausje De eerste Nederlandse LCVP is klaar en wordt het Mk V (c)-type genoemd. “Het is een burgerboot in camouflagekleuren met een marinesausje eroverheen”, aldus Burger. “Zij moet dus ook aan alle civiele eisen voldoen. Tijdens de proefvaart van medio mei liepen we nog tegen een aantal verbeterpunten aan. Boven de twintig mijl per uur ging het vaartuig planeren, waardoor het koelwater voor de machinekamer de inlaten niet meer bereikte. Doordat de ventilatie in de machinekamer niet genoeg was, ontstonden er machinekamerkoelproblemen.” Deze problemen zijn ondertussen opgelost en het landingsvaartuig is helemaal af. Nu nog de Lloyds kwaliteitseisen, waar alle vaartuigen aan moeten voldoen, halen en de LCVP is klaar voor open zee. Als de eerste Mk V (c) slaagt voor het Lloyds-examen, zal zij acte de présence maken tijdens de marinedagen. De komende drie jaar zal de Scheepswerf Visser nog elf LCVP’s opleveren.
Eindelijk naar open zee.
24
Mariniersbataljon. Marinier 1 en eerste dan, Iwan Clement, deed mee op de onderdelen ‘sparring’, ‘special technics’, en ‘teamsparring’. Bij het onderdeel ‘special technics’ behaalde Clements goud. Hierbij moeten vijf verschillende traptechnieken op planken op verschillende hoogte worden gemaakt. Bij het ‘sparren’ kwam de marinier tot de kwartfinale en verloor met een puntentekort. Hij kon dit onderdeel de volgende dag goed maken door met het Nederlandse team de finale te bereiken met ‘team sparring’. Het team verloor in de finale van het Poolse team.
Marine Hockeyvereniging is kampioen
Verslaafd aan fietscrossen
Als jongen opgroeiend op Curaçao raakt marinier 1 Junny Bregita in de ban van het fietscrossen. “Net zoals bij de motorcross scheur ik over een parcours, spring over obstakels en vlieg door bochten. Ik doe het alleen op een fiets.” Op de Nederlandse Antillen en Aruba is dit een populaire sport, waar Bregita al snel aardig goed in blijkt te zijn. Hij fietst meerdere wedstrijden in Zuid-Amerika en doet twee keer mee aan het wereldkampioenschap, waar hij de finale niet haalt. Na afronden van zijn opleiding bij de Antilliaanse militie, verliest hij het fietsen uit het oog voor een heel andere uitdaging: dienen bij het Korps Mariniers in Nederland. Toch laat het fietsvirus hem niet ongemoeid en na een aantal jaar in Nederland begint het weer te kriebelen. “Een vriend van mij deed aan fietscrossen en ik kon het niet aan om alleen maar naast de baan toe staan te kijken. In 2004 ben ik weer op de fiets gestapt en heb ik een comeback gemaakt.” Van een plaatsing in Rotterdam, wordt hij overgeplaatst naar een chauffeursbaan op de Joost Dourlein-kazerne in Doorn. “Daar houden ze wel goed rekening met het fietsen en sturen ze me niet zo vaak meer op oefening. Het Korps Mariniers is ook een van mijn sponsors, ze betalen mijn inschrijfgeld en mijn reiskosten.” Geregeld fietst hij wedstrijden, waardoor hij de vierde plek op de Nederlandse ranglijst bezet houdt. Vier jaar na zijn comeback, breekt er een spannende tijd aan voor Bregita. Op 1 juni fietste hij in de cruiserklasse op de wereldkampioenschappen in Bejing. Hoewel hij de laatste plaats behaalde, is hij toch blij met deze prestatie. “Ik heb nu wel weer een WK achter mijn naam staan en dat is een prima einde van een fietsseizoen!”
Marinier scoort bij Taekwondo Bij de Europese Kampioenschappen Taekwondo in Wroclow, Polen, was een van de toppers afkomstig uit het Tweede
Tijdens de lokale mixed hockeycompetitie op Curaçao is de Marine Hockeyvereniging kampioen geworden. Op het kunstgrasveld van het Blue Bay Golf Resort werd op 7 juni de finale gespeeld. Nadat het team van de marine als eerste geëindigd was in de competitie, volgden drie play-off wedstrijden tegen de nummer twee. De eerste van deze drie wedstrijden werd verloren tegen HC De Vrienden. De tweede play-off wedstrijd werd gewonnen en zo moest het marineteam nog eenmaal presteren om zich definitief kampioen te mogen noemen. De winnaars van het vorige seizoen werden onder de felle zon verslagen met een score van 4-0. Met het veroveren van het kampioenschap door het Marineteam komt een einde aan het hockeyseizoen 2007-2008 op Curaçao.
De vijfde Budodag Op 24 mei werd in samenwerking met de International Budo Kai de vijfde Budodag met militaire activiteiten gehouden op de marinierskazerne in Doorn. Ruim tweehonderd budoka waren actief in karate, all-round Budo en Krav Maga, maar ook de hindernisbaan, de touwbaan en de klimtoren werden niet overgeslagen.
25
Uitslagen april-mei 2008
Derde toernooizege voor zwaargewicht Marinier 1 Sammy-Lee Muller werd onlangs, onder toeziend oog van vele supporters, in sporthal de Lockhorst te Sliedrecht Nederlands Kampioen Karate in de zwaargewichtklasse. Muller die nog maar een jaar geleden zijn debuut maakte als wedstrijdvechter, schreef met deze overwinning zijn derde toernooizege op rij op zijn naam. Sammy-Lee Muller won eerder een open toernooi in Zoetermeer en Rotterdam.
Dubbel goud Nog niet zo vaak, misschien wel nooit eerder, wist de marine een dubbel goud overwinning te behalen op het NMK basketbal te Den Helder. Op 16 april gingen het heren- én het damesteam met een gouden plak naar huis. Voor de heren bleek de KMAR de zwaarste tegenstander. Ze wisten hen met een klein verschil te verslaan in de finale. De dames hadden een zware dobber aan het team van het CLAS. Niet alleen de defensiespelers en -speelsters sloofden zich uit op het veld, ook de spelers van de Den Helder Seals lieten een geslaagde demonstratie zien. De dienst OS&O roept basketball(st)ers die geïnteresseerd zijn in deelname in het marineteam op om contact op te nemen met bureau lichamelijke opvoeding en sport van de dienst OS&O. Ook andere teamsporters (voetbal, volleybal, etc.) wordt gevraagd contact op te nemen.
Hard maar eerlijk in de Warriorscup Op 9 mei is in het Nationaal Rugby Centrum te Amsterdam voor de tiende maal gestreden om de zogenaamde Warriorscup: een internationaal rugbytoernooi voor defensiepersoneel, waaraan sinds een aantal jaar ook teams van het departement Justitie meedoen. Onder zeer warme weersomstandigheden werd, om iedere meter gevochten door de verschillende teams. Ook gaf een team Engelse militairen acte de presénce. Rugby is een harde maar eerlijke sport. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er hier en daar een blessure te noteren viel. Het team van de KM, waarin ook twee dames actief zijn, heeft een reputatie hoog te houden in de Warriorscup. Al meerdere keren veroverde het team de eerste prijs, maar moest deze keer genoegen nemen met een derde prijs. Vanuit de KM wordt er gewerkt aan een 35+ team, dat in 2009 deel zal gaan nemen aan de Warriorscup. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met LTZ1 S.E. Glaser, 0223-653994.
Sportkalender CZSK De maanden juli, augustus en september staan vol met sportieve evenementen. De volgende evenementen staan gepland. Doe mee en geef je op! Individueel of met je eenheid/afdeling! 8 jul 15 t/m 18 jul 22 aug 27 + 28 aug 3 sept 3 + 4 sept 10 sept 10 sept 12 sept 12 sept 17 sept 24 sept 26 sept
MK = NMK = OMK = ME = MT = PE =
ME PE NMK OMK MK NMK OMK MK OMK OMK NMK OMK NMK
Concert tbv KM personeel KM Nieuwe Haven, Den Helder Nijmeegse Vierdaagse KM Nijmegen, Nijmegen Wielrennen KL Vlasakkers, Amersfoort Hondenbiatlon KLu Woensdrecht P.T.P. loop KM MKWD, Den Helder Tennis KLu Tennisvelden, Warmond Beachvolleybal KM Strand, Scheveningen Veldvoetbal KM MKWD, Den Helder Klein terrein veldvoetbal veteranen KL LBO, t Harde Veldvoetbal dames 7:7 KL LBO, t Harde Survival ind/koppel KL Bankenbosch, Assen Sportschieten (Cramer revolver) KLu Heumensoord, Nijmegen 1/2 marathon Kmar Sporthal Boerhorn, Rolde
marine kampioenschap, inschrijven via website DOSO nationaal militair kampioenschap, inschrijven via www.cism.nl open militair kampioenschap, inschrijven via www.cism.nl marine evenement, inschrijving zie berichtgeving en website DOSO marine toernooi, inschrijving zie berichtgeving en website DOSO particulier evenement, inschrijving zie berichtgeving en website DOSO
Voor meer informatie en de gehele sport- en evenementenkalender kunt u terecht op de website van de dienst OS&O: intranet>Koninklijke Marine>service>welzijn>DOSO.
26
NMK basketbal Heren Dames
1 2 3 4 1 2 3
CZSK KMar CLAS CLSK CZSK CLAS CLSK
Open Kampioenschap sloepzeilen 1 H. Pronk, MABE 2 SMJRWDE G.W. De Graaf 3 SGTTDE P.R. Minnema Startprijs: SGTTDE P. R. Minnema Aanmoedigingsprijs: LTZ2OC M.A. De Wit NMK Golf HCP 1 bruto 1 CKPL I.F.A. Quick 2 OW A. de Haas 3 H. Brandsma HCP 1 netto 1 LTKOL E.P. Verhulst 2 H. Brandsma 3 SGT1 E.M. Schreuder HCP 2 1 ELNT A.J. Ham 2 KAPT H.J. Braat 3 KAPT R. Luijt NMK Judo Heren Cat. -66 1 KPL P. Sibold 2 Mar 2 M. Schattorie Heren Cat. -73 1 WMR B. Nortan 2 Marn 1 M. Groot 3 KPL L. Jonker Heren Cat. -81 1 KADB R. Roberti 2 MARN 2 J. Gijsberts 3 ADB R. v.h. Hof Heren Cat. -90 1 TLNT A. Cornielje 2 MARN 1 M. v.d. Wijngaard 3 SMJR P. Laurier Mar 1 M. Lauwerijssen Heren 100+ 1 R. Steenoven 2 Mar 2 M. Zwarts Dames 1 WMR S. Martinez-Gion 2 Sld 1 S. Raats Heren open klasse 1 Mar 1 M. Lauwerijssen 2 KADB R. Roberti 3 Mar 2 J. Gijsberts TLTN A. Cornielje OKM Rugby 1 Genie 2 KMA 2 3 CZSK NMK mountainbike Heren S 1 SGT Verboven 2 SLD1 Boonen 3 LTZ 2 OC Kampman Heren V1 1 SGT Huizinga 2 Smit 3 LKOL Smits Heren V2 1 SGT1 Bogaerts 2 Kingma 3 OW Snijders Dames 1 LTKol Schuurman 2 SGT Philippa 3 SGT1 Noordenburg OMK zeilen 1 Team van E.R. Goedel 2 Team van R. Stavenuiter 3 Team van P.W. Verschoor NMK triathlon OD Heren S 1 ELNT M. Scheijen 2 SGT1 B. Borreman 3 ELNT H. Elbertsen OD Heren V 1 SM J.C. Kramer 2 OW J. Snijders 3 T. Hoebanckx OD Dames 1 OW E.R. Maagdenberg 1/8 Sprint Heren S 1 TLNT R.A. Koelewijn 2 KPL1 M. Ekkel 3 CSGT M.J. Leenheer 1/8 Sprint Heren V 1 E. Nuijten 2 Maj. J. Bos 3 AOO B. Vork 1/8 Sprint Dames 1 SGT F. Lust
DCIVB MATLOG MATLOG Hr.Ms. Rotterdam CLSK KMar CZSK CLSK CZSK CLSK CLAS CLAS CLSK CLSK KMar KMar CZSK CLAS CZSK KMar CZSK KLu CZSK CZSK KMar CZSK KMar KMar CLAS KMar CZSK KMar CLSK CLAS CLAS CLAS CLAS CZSK CZSK CDC CLAS CLSK CZSK CLAS BS CLAS CLAS CZSK CZSK CZSK CLAS CLAS CLSK CLSK CLAS NAVO KMAR CZSK CLAS CLAS CLAS CLAS CLAS CLAS
Evacuatie in Tsjaad
Nederlandse mariniers hebben op 16 juni samen met Ierse collega’s 235 medewerkers van hulporganisaties geëvacueerd uit de stad Goz Beida. Ongeveer honderd zwaar bewapende rebellen waren deze stad in het oosten van Tsjaad binnengetrokken en aan het plunderen geslagen. Bij de Unicef-legering vond een korte confrontatie plaats tussen de rebellen en de Ierse EUFOR-troepen die vanuit het nabijgelegen kamp waren uitgerukt om bescherming te bieden. De rebellen kozen er vervolgens voor om enkele voertuigen die zij van hulporganisaties hadden gestolen aan de EUFOR-troepen over te dragen. Vervolgens trokken zij weg uit de stad en namen de militairen strategische posities in. De overvallen medewerkers van de diverse hulporganisaties zijn ondergebracht in het EUFOR-kamp nabij Goz Beida. Het is niet bekend of aan de zijde van de rebellen slachtoffers zijn gevallen. Nederlandse mariniers zijn sinds eind mei actief in Tsjaad. Vanaf dat moment voeren zij verkenningspatrouilles uit in de omgeving van Goz Beida voor het Ierse bataljon. Volgens ELNTMARNS Willem van Diepenveen is de situatie zeer snel gede-escaleerd, waardoor de rust snel hersteld is: “We hebben meteen gebruik kunnen maken van ons stevige mandaat waarmee we in staat zijn om te doen waar we hier voor zijn: veiligheid brengen.”
Aanvulling tenuevoorschriften In het juninummer van Alle Hens stond op pagina 13 een artikel over de nieuwe tenuevoorschriften die per 1 juni van kracht zijn geworden. Bij het dragen van het daags tenue (tenue 6) stond daarin vermeld dat dit pak nu vooral bedoeld is als ceremonieel tenue of voor representatief optreden. Daarbij had verder nog vermeld moeten worden dat ook de commandant kan bepalen dat dit tenue gedragen moet worden. Zie voor de exacte reglementen MARALG: 57/08 en VKM003
S-Fregat-trainer overgedragen aan Chileense Marine In april is, na 16 jaar dienst, de S/LFregatten Technische Centrale Trainer overgedragen aan de Chileense marine. De verkoop van de trainer maakt deel uit van een groot afstotingsproject, waarbij de twee L-fregatten, Hr.Ms. Witte de With en Hr.Ms. Jacob van Heemskerck, zijn overgedragen aan de Chileense Marine. Voordat de trainer verscheept kon worden moest een aanzienlijke hoeveelheid werk verricht worden. De software moest worden vertaald, de pui van het schoolgebouw werd opengebroken en de vele kabels gedemonteerd en gemerkt. De trainer is vervolgens in onderdelen verscheept per container en in Chili weer opgebouwd door personeel van de Koninklijke Marine Technische
Opleiding en het Marinebedrijf. Nadat de trainer was heropgebouwd en kleine storingen waren verholpen, brak er een periode aan van anderhalve week intensief lesgeven en trainen van Chileense instructeurs, onder meer door de voormalige instructeurs van de trainer.
Joint Fires Seminar
Coördineren van vuursteun vanaf land, zee en vanuit de lucht is één van de taken die de NLMARFOR-staf is toebedeeld als zij straks de leiding neemt over de amfibische component van de NATO Response Force 12. Om zich daarin te bekwamen volgde de staf van 26 tot en met 29 mei het Joint Fires Seminar. Joint Fires is een samenwerking tussen land, lucht en zee gericht op de coördinatie van vuursteun (van artillerie tot ‘close air support’), het deconflicteren van vuursteun en vliegbewegingen en de inzet van ‘naval gunfire support’. Dit is in een amfibische omgeving een tamelijk complex concept door de vele troepenbewegingen op zee, op land en door de lucht. De eerste twee dagen van het seminar waren daarom gereserveerd voor de verbetering van de operationele gereedheid van de NLMARFOR-staf. Onderdeel
van deze staf is de ‘Supporting Arms Coordination Centre’ (SACC) waar alle elementen van vuursteun samenkomen en worden gecoördineerd. Onder leiding van instructeurs van de Britse Royal School of Artillery en personeel van de Commander UK Amphibious Force werd het SACC in de ‘Joint Operations Room’ van het amfibisch transport- en stafschip Hr.Ms. Johan de Witt onderworpen aan een uitdagende oefening waarin alle aspecten van Joint Fires aan de orde kwamen. Het seminar werd afgesloten met een tweedaagse bijeenkomst op het Koninklijke Instituut voor de Marine. Aan deze bijeenkomst nam een groot aantal vertegenwoordigers van alle defensieonderdelen en de bestuursstaf deel. Hierdoor werd het gezamenlijke karakter van Joint Fires benadrukt. Diverse sprekers kwamen aan het woord die het belang van Joint Fires benadrukten aan de hand van recente ervaringen van onder andere de Task Force Uruzgan, ISAF Regional Command South Kandahar en de Britse Task Force uit de provincie Helmand. De zaal kon in gesprek met de schrijvers van de beleidsstudie Joint Fires en zo werd een bijdrage geleverd aan de vorming van een toekomstige Nederlandse Joint Fires doctrine.
Symposium ONDEROFFICIEREN Op woensdag 17 september organiseert de Marine Onderofficieren Club (MOOC) het symposium ‘Het thuisfront, ver en toch dichtbij’ in het Enys House op het Koninklijk Instituut voor de Marine. Het symposium zal worden voorgezeten door journalist en radiomaker Jan Medendorp
27
en is toegankelijk voor alle toegangsgerechtigden van de MOOC waaronder onderofficieren van andere krijgsmachtdelen. Inschrijven via e-mail:
[email protected] of per post naar MOOC, Spoorstraat 56, 1781 JH Den Helder.
Herdenkingsdag CZSK
De eerste jaarlijkse herdenking van de in actieve dienst overleden militairen en burgermedewerkers van het CZSK heeft op 29 mei plaats gevonden bij het brugcomplex van ex-Hr.Ms. De Ruyter achter het Marinemuseum in Den Helder. Omdat het de eerste herdenking betrof, zijn alle in actieve dienst overleden militairen en burgermedewerkers van het CZSK vanaf 5 september 2005, de oprichtingsdatum van het CZSK, herdacht. Bij deze herdenking zijn 38 in actieve dienst overleden burgers en militairen herdacht. De Marinierskapel zorgde voor de muzikale ondersteuning van het ceremonieel en deputaties uit verschillende delen van de organisatie waren aanwezig. Het ceremonieel begon met het halfstok hijsen van de vlaggen. Gelijktijdig zijn de vlaggen bij alle overige CZSK-instellingen en overige militaire instellingen in Den Helder ook halfstok gehesen. Tijdens het ceremonieel hebben de Commandant Zeestrijdkrachten en de stafvlootpredikant gesproken, zijn de namen van de overleden personeelsleden opgelezen en werd een krans gelegd door de Commandant Zeestrijdkrachten en de krijgsmachtdeeladjudant en de nabestaanden. De herdenking werd afgesloten in de Dukdalf.
Grote drugsvangsten in de West De kustwachtcutter Poema heeft tijdens een routinematige boarding op het vaartuig de ‘Nisa Bula’ sporen gevonden van verdovende middelen. De boot werd opgebracht naar de kustwachtsteiger te Simpson Bay op Sint Maarten. Bij een grondig onderzoek werden 21 balen met een totaal van 480 kilo cocaïne gevonden. De verdovende middelen zaten in een verborgen compartiment. Drie bemanningsleden zijn hierbij aangehouden. De verdovende middelen zijn overgedragen aan de douane. Een week ervoor heeft de kustwacht een go-fast onderschept met aan boord 162 kilo
cocaïne. In de nacht van vrijdag op zaterdag 31 mei om half drie ‘s nachts werd door de kustwacht tijdens een patrouille in de nabijheid van Fuikbaai een onverlicht vaartuig gesignaleerd. De go-fast probeerde te vluchten waarop de achtervolging werd ingezet. Vlak bij land sprong de go-fast bemanning - drie opvarenden - overboord en wist te vluchten. Bij nader onderzoek werd 162 kilo cocaïne, verpakt in zes balen, aan boord aangetroffen. De go-fast is naar de kustwachtsteiger opgebracht. Hier werden de verdovende middelen overgedragen aan de douanerecherche en het vaartuig in beslag genomen.
De grootste vangst vond echter plaats in de avond van 10 juni, toen 916 kilo cocaïne en heroïne werden onderschept. In de middag kreeg de kustwacht een melding dat een vliegende patrouille-eenheid een verdachte gofast had waargenomen. Daarop werden de cutter Panter en twee Super-Rhibs ingezet.
Tijdens de controle van het verdachte vaartuig werden 31 balen met drugs aan- getroffen. De go-fast is opgebracht naar de kustwachtsteiger op de Marinebasis te Parera. De zes opvarenden met de Venezolaanse nationaliteit, zijn aangehouden. De verdovende middelen zijn overgedragen aan de Douane.
Steelband in Dolfinarium
Van Galen stopt illegalen Het Dolfinarium deed dit jaar voor de zevende keer mee aan de Dreamnight at the Zoo, waarbij chronisch zieke en gehandicapte kinderen met hun ouders en begeleiders een spetterende avond met leuke, vrolijke en gezellige attracties en shows krijgen voorgeschoteld. Met de Caraïbische klanken van de Steelband van de Marinierskapel werd deze zonnige avond extra luister bijgezet, getuige de enthousiaste reacties van het publiek.
Hr.Ms. Van Galen heeft een vissersboot met illegale lading en bemanning weten aan te houden. Op 20 mei voerde het geëmbarkeerde boardingteam van de kustwacht een routineboarding uit op een vissersboot. Daar bleken twee illegale personen aanwezig. Met het schip bleek illegaal gevist te zijn op de Saba Bank. De Van Galen heeft de vissersboot op zee overgedragen aan de kustwachtcutter Poema, die de boot heeft opgebracht bij het kustwachtsteunpunt van de op St. 28
Maarten. De twee illegale opvarenden zijn overgedragen aan de immigratiedienst. De vissersboot en de illegaal gevangen vis zijn in beslag genomen door de douane.
Dapperheidonderscheiding voor Lynxbemanning De Koninklijke ‘Erepenningen voor Mens lievend Hulpbetoon’ zijn enkele decennia terug voor het laatst uitgereikt. Op 29 mei werden de vliegers kapitän-leutnant Joerg Langenhorst, luitenant-ter-zee Amanda Tijben, luitenant-ter-zee arts Wijnand van den Berg, boordwerktuigkundige Jan Lely en heliredder matroos Marcel Bedeke gedecoreerd met het zeldzame eremetaal voor hun moedige optreden tijdens een Search and Rescue operatie in de winter van 2003. De Lynxbemanning heeft op 21 december 2003, bij een reddingsoperatie op de Noordzee, onder barre omstandigheden het leven gered van twee Iranese opvarenden van het vrachtschip ‘Iran Zanjan’. Tijdens een proefvaart kwam dit nieuwe, onbeladen schip in zeer zwaar weer terecht: 50 knopen wind, seastate 6, hagel en onweer. Door het slingeren van het schip werden de stuurman en de kapitein op de brug alle kanten op gesmeten met zware verwondingen tot gevolg. De helikopter is voor deze reddingsoperatie drie keer uitgevlogen. Na de evacuatie van de eerste gewonde is de helikopter teruggekeerd om ook de tweede patiënt op te halen. Die poging
mislukte en door brandstoftekort moest de Lynx weer terugkeren. Het weer werd steeds slechter maar in een kort ogenblik van relatieve rust, zagen de vliegers en boordwerktuigkundige kans om de tweede gewonde, de heliredder en de arts van het schip af te halen. De stuurman en kapitein werden overgebracht naar het ziekenhuis van Beverwijk en zijn redelijk
Van Galen onderschept cocaïne bij de Bovenwinden Het stationsschip in de West, Hr.Ms. Van Galen, heeft in de vroege ochtend van maandag 9 juni tussen Saba en St. Eustatius 19 kilogram cocaïne onderschept op het zeiljacht Iki Mao. De Iki Mao voer onder Italiaanse vlag. Bij de ontdekking had de bemanning van het zeiljacht het grootste gedeelte van de drugs reeds overboord gegooid, maar een
deel van deze drugspakketten kon alsnog door een Rhib van het fregat uit het water worden gevist. Het boardingteam van de Kustwacht voor Nederlandse Antillen en Aruba heeft de zeilboot voor nader onderzoek opgebracht naar het kustwachtsteunpunt te Simpson Bay op St. Maarten. De drie Italiaanse opvarenden zijn gearresteerd.
hersteld van hun verwondingen. De hele operatie heeft zes uur geduurd. De medailles zijn uitgereikt door minister van Defensie Eimert van Middelkoop op het Marine Vliegkamp De Kooy in Den Helder. De erepenning is bedoeld voor mensen die onder vredesomstandigheden met gevaar voor eigen leven, anderen het leven hebben gered.
CDS brengt werkbezoek aan CZSK in Den Helder De Commandant der Strijdkrachten heeft een werkbezoek gebracht aan het CZSK in het teken van de mijnenjagers op vrijdag 23 mei. Na ontvangst door de Admiraliteitsraad, kreeg hij een briefing over de mijnendienst en werd rondgeleid over de mijnenjagers Hr.Ms. Makkum en Hr.Ms. Maassluis door beide commandanten van deze schepen. Aan boord sprak generaal Van Uhm uitgebreid met de bemanning, onder meer over hun werkzaamheden.
heeft u een adreswijziging? kijk hiervoor in het colofon
29
150 jaar goed in zicht
ULC Cursus 2008 Bij het Air Operations Control Station (AOCS) te Nieuw Milligen is op 26 en 27 mei de Unit Link 16 Coördinator (ULC) cursus gegeven voor vijftien deelnemers afkomstig van de verschillende krijgsmachtdelen. Link 16 is een digitaal communicatiesysteem dat zorg draagt voor een beveiligde informatieoverdracht tussen verschillende eenheden. De cursus wordt verzorgd door de Nationale Datalink Management Cel (NDMC), een projectorganisatie die verbonden is aan het AOCS Nieuw Milligen. De NDMC verzorgt het Link 16 netwerkmanagement om een verantwoord gebruik van Link 16 binnen de krijgsmacht te waarborgen. Een goede coördinatie en samenwerking tussen de NDMC en (toekomstige) gebruikers is daarbij essentieel. Sinds 2005 geeft de NDMC deze coördinatorcursus om inzicht en begrip te verschaffen in de werkwijzen en procedures van Link 16-operaties en de NDMC. Voor meer informatie over de NDMC en over de ULC-cursus kan contact worden opgenomen met de NDMC Frontoffice via NDMCFrontoffice.STFLSK.
[email protected]
Ter gelegenheid van het 150 jaar bestaan van het onderdeel Optronica van het Marinebedrijf is het boek ‘150 jaar goed in zicht’ gepresenteerd tijdens de reünie van de bedrijfsgroep op 29 mei. Het boek geeft een overzicht van de technische ontwikkeling van optische systemen in relatie tot de krijgsmacht. Het eerste exemplaar van het boek werd uit handen van de schrijver, drs. Leendert van der Ent, overhandigd aan oud-premier en oud-onderzeebootcommandant Piet de Jong. Het was 1 januari 1858 toen de toenmalige minister van Marine, concludeerde dat het onderhoud van de tijd- en waarnemingsmiddelen aan boord van de schepen van de marine te wensen overliet. Om hierin verbetering aan te brengen werd professor Frederik Kaiser aangesteld als verificateur van Rijk's Zee-instrumenten. Kaiser die bekend stond als een zeer deskundig en gedreven man, met een uitzonderlijk gevoel voor precisie, zette een verificatiesysteem op waarmee de kwaliteit van de tijd- en waarnemingsmiddelen gewaarborgd werd. Ook op het gebied van aankoop van nieuwe instrumenten was het Kaiser die de eisen waaraan deze moesten voldoen, opstelde en de beste instrumenten voor de marine wist aan te kopen. De werkzaamheden werden uitgevoerd in de Sterrenwacht van Leiden, waarvan Kaiser directeur was. Het succes van zijn werk vertaalde zich in de toename van het werkpakket, waardoor de locatie aan de Sterrenwacht te klein werd.
De verificatie van Rijk's zee-instrumenten werd voorgezet op een andere plek in Leiden en weer veel later aan de Maaldrift in Wassenaar. Door de introductie van de radartechniek nam de behoefte aan optische instrumenten binnen de marine af, maar binnen de landmacht toe. De latere ontwikkeling van dag- naar nachtzichtapparatuur en thermisch infrarood volgden en door diverse fusies is het bedrijf onderdeel gaan uitmaken van het Marinebedrijf in Den Helder. ‘150 Jaar goed in zicht’ door drs. Leendert van der Ent, ISBN nummer 978-90-9022606-4, 118 pagina’s. Het boek is in zeer beperkte oplage middels intekening verkrijgbaar.Intekenen kan bij mevrouw Beda Steman, telnr.: 0223 656380 of
[email protected]
LCF trainer in gebruik genomen Op de Nederlands Belgisch Operationele School is de LCF-commandocentrale trainer in gebruik genomen. De trainer is ontwikkeld en geplaatst door het CAMS in nauwe samenwerking met de Operationele School. Het Marinebedrijf heeft tien Voice Terminals geplaatst waardoor op 9 mei de eerste oefeningen in de trainer gehouden konden worden. De Defensie Materieel Organisatie (DMO) heeft de trainer nog niet officieel overgedragen aan de Operationele School, maar de assistenten-commandocentrale officieren en assistenten-luchtverdedigingofficieren (ACCO/ALVO) konden al een aantal eenvoudige luchtverdedigings- en onderzeebootbestrijdingsoefeningen uitvoeren. Deze lessen waren gepland in de laatste fase van de LCF-typeopleidingen ACCO/ ALVO’s. Zowel instructeurs als cursisten
zijn enthousiast over de prestaties van de trainer. SMJRODOPS Sijbo van Riezen en SMJRODOPS Oscar Leeuwen zijn vanuit de afdeling Commandocentrale Trainers van de school nauw betrokken geweest bij het werkend krijgen van de LCF-trainer. “We creëren een redelijk realistisch scenario waarmee de cursisten getraind worden
30
in ‘man-machine-interface’ en teamaansturing”, aldus Van Riezen. “Hoewel de trainer nog niet af is, hebben we zo een goed beeld kunnen vormen van de cursisten.” Na de typeopleiding zal de trainer verder worden ontwikkeld. Dit gebeurt in overleg met de DMO, het Marinebedrijf en CAMS. LTZ2OC Ruud Koelewijn doet namens de school zaken met vertegenwoordigers van deze onderdelen. “Iedereen ziet de meerwaarde van de trainer. Een groot aantal verbeterpunten zijn meegenomen en soms zelfs al verwerkt.” De trainer moet de komende maanden verder worden ontwikkeld want direct na het zomerverlof staan de LCF-typeopleidingen Commando Centrale Officier en Luchtverdedigingsofficier gepland. Wanneer de trainer definitief wordt overgedragen is nog niet bekend.
KTZ Henk Itzig Heine heeft met ingang van 2 juni CDRE Gellius Flieringa opgevolgd als sous-chef Per-so neelsl ogistiek en plaatsverv ang end directeur Onder steuning bij het CZSK. Hij is gelijktijdig bevorderd tot commandeur. Itzig Heine begon op 16 augustus 1978 als adelborst op het Koninklijk Instituut voor de Marine. Na de opleiding en enkele varende plaatsingen als onder andere commandant van Hr.Ms. Van Galen en Hr.Ms. Tromp, was hij hoofd van de afdeling Personeelsmanagement bij de Directie Personeel van de Koninklijke Marine te Den Haag. Daarna volgde plaatsing bij CZSK in Den Helder als Hoofd van de afdeling P&O. Recent heeft hij de Leergang Topmanagement Defensie (LTD) gevolgd. CDRE Flieringa zal de dienst op 1 augustus met functioneel leeftijdsontslag verlaten.
Het Command and Staff College levert goed geschoolde ‘warfighting’ leiders af die in staat zijn de uiteenlopende uitdagingen van de 21ste eeuw op het gebied van internationale veiligheid adequaat het hoofd te bieden. Overste de Vin kijkt terug op een uitdagend jaar dat hij als ‘distinguished graduate’ op uitstekende wijze heeft afgesloten. Naast het reguliere curriculum heeft hij ook deelgenomen aan een master voor militaire studies. Dit programma biedt de student de gelegenheid tot het behalen van een officieel geaccrediteerde mastertitel. Vanaf 1 juli neemt overste De Vin de liaison functie over bij het Marine Corps Combat Development Command, te Quantico Virginia.
Twintig jonge kustwachters hebben donderdag 12 juni hun diploma ontvangen voor het beëindigen van het eerste deel van de Initiële Kustwachtopleiding (IKO). Tevens werden zij beëdigd tot Buitengewoon Agent van Politie. De opleiding heeft in totaal acht maanden geduurd en onderwerpen zoals teambuilding, communicatieve en sociale vaardigheden en wapenkennis zijn aan de orde gekomen. Ook werd aandacht besteed aan andere theoretische en praktische kennis in opsporingstaken, EHBO en nautische vaardigheden. Deze jonge kustwachters zijn tijdens dezelfde ceremonie door de Officier van Justitie Heiko de Jong beëdigd tot Buitengewoon Agent van Politie. Voor zijn afstudeerscriptie ‘Srebrenica: the impossible choices of a Commander’ is LKOLMARNS Peter Jan de Vin de ‘Brigadier A.W. Hammett Award’ toegekend. Deze prijs voor ‘Outstanding Academic Accomplishment’ wordt toegekend aan de beste scriptie van de internationale studenten van het masterprogramma van de Command and Staff College aan de Amerikaanse universiteit voor het Korps Mariniers. Vanaf 16 juli 2007 tot 4 juni 2008 volgde De Vin het Command and Staff College, waarbij studenten worden opgeleid om joint en ‘combined campaigns’ en operaties te plannen.
CDRA mr. Matthijs van Seventer mocht op 24 april het eerste brevet Militair Juridische Vorming binnen de KM in ontvangst nemen. Toekenning van het brevet vond plaats in het kader van het overgangsrecht van het Examenreglement brevetopleiding Militair Juridische Vorming. Dit examenreglement is vorig jaar vastgesteld omdat men uit oogpunt van (juridisch) kwaliteitsbeleid gelijkvormige kwaliteits- en opleidingseisen wilde stellen aan militair juristen van alle krijgsmachtdelen. Eerder bestond bij de marine, anders dan bij de landmacht en de luchtmacht, geen militair juridisch brevet. Als overgangsmaatregel is het brevet toegekend aan militair juristen van de KM die daarvoor in aanmerking komen op grond van hun opleiding en ervaring en hun functioneren in juridische, management- en beleidsfuncties. Het eerste brevet is aan de commandeur uitgereikt door het Hoofd Militair Juridische Dienst Krijgsmacht, BRIGGEN mr. Rogé In het Veld. Van Seventer heeft vervolgens de brevetten uitgereikt aan enkele andere marinejuristen. Voor CDRA Van Seventer was de uitreiking één van zijn laatste verrichtingen in actieve dienst: hij heeft per 1 mei, na een carrière van bijna 38 jaar, de Koninklijke Marine met leeftijdsontslag verlaten.
Rectificatie: In het juninummer van Alle Hens was de foto op pagina 29 verkeerd in de pagina gelopen, waardoor SA AOOWDE Bogert van de rand is gevallen. Verder stond SA AOO Hadderingh vermeld als AOOWDE, terwijl hij ODOPS is.
31
Balkenende bezoekt Veteraneninstituut Minister-president Jan Peter Balkenende heeft een kort werkbezoek gebracht aan Stichting het Veteraneninstituut (Vi) in Doorn op 28 mei. De premier werd bijgepraat over de werkzaamheden van het Vi en over de gevoelens en verlangens die op dit moment leven binnen de Nederlandse veteranengemeenschap. Dat laatste gebeurde door voormalig marinier Peter Bercx, die diende in de Sinaï, Cambodja en Bosnië. Balkenende was buitengewoon geïnteresseerd hoe de huidige mogelijkheden op het gebied van erkenning en nazorg nu werkelijk aansluiten bij de wensen en behoeften van zowel oudere als jongere veteranen, en welke knelpunten zich op deze gebieden aftekenen. Een mogelijk knelpunt werd daarbij namens het Vi gesignaleerd door Martin Elands, die constateerde dat veteranen voor steeds meer bedrijven en organisaties een interessante doelgroep dreigen te worden. Hij waarschuwde voor ‘een situatie waarin veteranen voor het bereiken van alle voor hen belangrijke diensten en producten misschien wel een Tom Tom nodig zullen hebben.’ Deze onwenselijke situatie staat wat hem betreft haaks op het uitgangspunt waarin het Vi fungeert als centraal eerste aanspreekpunt voor alle vragen van veteranen en hun thuisfront. Een opmerkelijk detail: het eerste contact voor dit bezoek werd gelegd door Vi-medewerkster Wilma Laan via de hyvespagina van de minister-president.
Veteranen Actief ontvangt fikse donatie Realiseren van hulp aan de lokale bevolking met wederopbouwprojecten in voormalige oorlogs- of rampgebieden, dat is de doelstelling van de Stichting Veteranen Actief. De projecten die de stichting ter hand neemt kosten echter geld en dat is in vrijwilligersland een schaars goed. Het bestuur was dan ook aangenaam verrast toen Libanon-veteraan Fred Janssen, initiatiefnemer van de stickeractie ‘Ondersteun
onze troepen in Afghanistan’, meldde dat de opbrengst van deze actie ten goede zou komen aan Veteranen Actief. Op 26 mei ontvingen voorzitter Wim Brock en secretaris Rob Scholte een cheque ter waarde van c 5000 van Janssen. Dit bedrag komt uitstekend van pas, want eind september gaan de actieve veteranen een school opknappen in Vukotici, een bergdorp in centraal Bosnië-Herzegovina. Naast Veteranen Actief deelde ook de Stichting Veteranenkunst in het succes van de stickeractie. Initiatiefneemster Iety Zonneveld ontving c 1000 uit handen van Janssen. Op 20 september vertrekken Nederlandse veteranen naar het bergdorp Vukotici, 20 km rijden van de stad Zenica in het hart van Bosnië-Herzegovina. Het doel is de school voor de kinderen weer bestand te maken tegen de weersinvloeden die vooral in de winter zeer krachtig kunnen zijn. Het Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg is benaderd voor ondersteuning. Subsidieaanvragen zijn uitgegaan naar Wilde Ganzen en het NCDO. Voor meer informatie zie: www.veteranen-actief.nl of neem contact op met: Wim Brock, Theemsplein 39, 2014 CP Haarlem. Telnr.: 06-22422659, e-mail:
[email protected]
de deadline voor het aanleveren van artikelen voor het septembernummer van Alle hens is maandag 11 augustus
32
Veteranen voor Nieuw Guinea Het lot van Nieuw Guinea heeft sommige marineveteranen nooit meer losgelaten. Om het welzijn van de lokale bevolking te verbeteren hebben enkelen van hen ontwikkelingsprojecten in de voormalige kolonie opgepakt. Dat resulteerde in 2002 in de oprichting van de stichting ‘Hulp en kennis Nederland-Papua’. Deze stichting houdt zich onder meer bezig met het verwerven en levensvatbaar maken van oude cacaoplantages, het tegengaan van illegale houtkap en projecten ter verbetering van het openbaar vervoer. Stichting ‘Hulp en Kennis Nederland-Papua’ zoekt nog veteranen die zich in willen zetten voor Papua voor projecten in Papua. Dit geldt voor voorbereiding in Nederland als uitvoering in Papua. Voor meer informatie: e-mailadres:
[email protected],
[email protected] of telnr.: 0032 89 716928 Reünie Hr.Ms. Giethoorn 1977/1978 De bemanning van Hr.Ms. Giethoorn ging even terug in de tijd tijdens de jaarlijkse reünie aan boord van de Sittard, waar zij gastvrij ontvangen werden door gezagvoerder Andele Taekema en de bemanning van het Zeekadetkorps Harlingen. De reünisten voeren dertig jaar geleden op Hr.Ms. Giethoorn tijdens de Stanavforchan-periode 1977/1978. Voorbij de uiterton van Vlieland werd een herdenkingsplechtigheid gehouden. In een toespraak door KTZ b.d. Huibert van Eijsden (oudste officier tijdens Stanav-periode ) werd stil gestaan bij het overlijden van een drietal oud bemanningsleden: LTZ
Ruim vierhonderd Schouderkloppen voor militairen in Uruzgan Bram Korts, Sgt. mach. Jan van Houten en Kpl. Gsknst. Hans Hoes. Na twee minuten stilte lieten beide bemanningen een bloemstuk te water. Verder werd de dag door gebracht met diverse oefeningen. Functiewisseling voorzitter Vereniging Contact Oud Mariniers Luitenant-kolonel der mariniers b.d. Jan Bruning heeft de voorzittershamer van de vereniging Contact Oud Mariniers (COM) overgegeven aan luitenant-kolonel der mariniers b.d. Sjaak Severs. De functiewisseling vond op vrijdag 31 mei plaats tijdens de officiële halfjaarlijkse vergadering van de Raad van Afgevaardigden. De vereniging kampt met een teruglopend ledental en heeft moeite met het werven van nieuwe leden. In dit kader was Bruning blij dat dankzij de persoonlijke inzet van CKMARNS de vereniging sinds kort weer een opgave met dienstverlaters krijgt aangeleverd, die nu rechtstreeks kunnen worden benaderd. In het bijzonder benadrukte hij het feit dat de vereniging geen onderscheid maakt tussen postactieven en veteranen. Bruning is door de Raad van Afgevaardigden, op voordracht van het Algemeen Bestuur, benoemd tot erelid van de vereniging. De bijbehorende oorkonde kreeg hij door de nieuwe voorzitter overhandigd. Dekdienst Marineverzamelaar zoekt oud dienst vakembleem ‘dekdienst’ uitgevoerd in goud met kroontje en een oud, dik geborduurd kroontje op rode ondergrond gedragen door onderofficieren van het Korps Mariniers. Verder zoek ik om mijn verzameling compleet te maken de nieuwe schouderemblemen Koninklijke Marine uitgevoerd in witte letters op donkerblauwe ondergrond. Reacties aan Hans Maessen, Marco Polostraat 6, 5554 PJ, Valkenswaard. Telnr.: 06 363 40 831. Reünie mariniersklassen 258/261 Dit jaar is het 30 jaar geleden dat de mariniersklassen 258 t/m 261 zijn opgekomen op de van Ghentkazerne te Rotterdam. Omdat veel van de toen malige cursisten de KM in de loop van de jaren hebben verlaten, wordt op 3 december een reünie georganiseerd. Voor meer informatie: http://home.planet.nl/~hoogteijling/ informatie.html.
Vanuit ECHOS Home ‘Dutch Corner’ en de Pro Rege informatiestand op de Landmachtdagen stuurden honderden bezoekers afgelopen weekend een ansichtkaart met een bemoedigende tekst naar militairen in Uruzgan. Waarschijnlijk de fleurigste schouderklop werd geleverd door een negenjarig meisje: zij nam er alle tijd voor om een prachtige bos bloemen te tekenen voor een onbekende soldaat. De ‘Actie Schouderklop’ is een initiatief van Pro Rege, de organisatie achter de ECHOS Homes en PMTrefpunten. Sinds de start van deze actie in maart 2008 stuurde de organisatie al meer dan 2.500 groeten door aan uitgezonden militairen. Niet alleen particuliere burgers, maar ook scholen, verenigingen, politieafdelingen, brandweergroepen, kerkelijke gemeenten en vele anderen gebruikten de ‘schouderklop’ envelop om hun steun voor militairen op uitzending te betuigen.
KMTO motortocht
Met de gedachte ‘een gemeenschappelijke hobby verbroedert en verbroedering leidt tot een betere samenwerking’ is op 12 juni de eerste KMTO motortoertocht gereden. Een groep van 22 militairen uit alle rangen en
technische disciplines heeft een tocht van 220 km door Noord-Holland afgelegd. De CKMTO KLTZ Nico de Vries deed de groep uitgeleide. Alle deelnemers zijn na een leuke dag, zonder ongelukken, teruggekeerd.
Eerste paal DDS Op woensdag 4 juni is de eerste paal geslagen voor het nieuwe lesgebouw van de Defensie Duikschool (DDS) in Den Helder. Gadegeslagen door genodigden van de bij de nieuwbouw betrokken partijen hebben BGEN Ir. Richard Tieskens van de Dienst Vastgoed Defensie, CDRE Jelle Snoeks van CZSK Directeur Operationele Onders teuning, John Mebius van de Afdeling Vastgoedbehoeften van de Bestuursstaf en de aannemer deze handeling gezamenlijk uitge33
voerd. Het aanleveren van de eerste paal werd op aparte wijze uitgevoerd door een duikteam dat vanaf het duikvaartuig Cerberus naar het talud zwom en ver volgens de paal in de heistelling plaatsten. Voor de commandant van de DDS, de LTZ1 Marcel Fievez was dit de lang verwachte eerste stap naar een geheel nieuwe opzet van de infrastructuur voor de DDS. Het gebouw zal in het voorjaar van 2009 in gebruik worden genomen.
Geachte Redactie, n Omdat zowel mijn schoonzoo l als mijn kleindochter dee ke uitmaken van de Koninklij le cia spe met ik Marine lees de ks lij nde maa ht aandac Alle Hens. Nu ben ik goed bekend op Curaçao en daarom maak ik U attent op een foto in de Alle Hens van juni op blz 10 van de koninginnenrun van 2008 n. die niet van 2008 kan zij De pontjesbrug is in 2006 gerenoveerd en deze foto is van voor die tijd. Er is namelijk ook nieuwe led verlichting aangebracht. Op deze foto staan nog de oude lampen. Met vriendelijke groet, P. Hertogs
De brief van meneer Hage in de Alle Hens van juni heeft bij de lezers enkele tips opgeleverd voor publicaties over de slag om Narvik. Lub van den Berg uit Urk noemt bijvoorbeeld een speciale editie van het blad '’40-’45 Toen & Nu' uitgegeven door SI publicaties BV in Arnhem. Deze editie (van 2007) is helemaal gewijd aan de Noorse campagne in 1940 en daarin wordt de slag om Narvik uitvoerig behandeld. Vlootaalmoezenier Jeroen de Jong kwam met: Peter Dickens (achterkleinzoon van) - Narvik, Battles in the Fjords’, 1e druk 1974, ISBN 0-07710-484-6 Ook is er een boek in dezelfde serie (Sea battles in close-up) verschenen van Eric Grove, getiteld ‘Narvik.’
Maandag 16 juni hebben we Sergeant Ulko Reinders de laatste eer bewezen. Ukkie overleed 5 juni op Aruba ten gevolge van ziekte. Naast het gevoel van rouw en bedroefdheid voelde ik na afloop van de begrafenis nog een ander gevoel. Een gevoel van trots. Trots op m’n collega’s die in grote getale aanwezig waren. Trots op m’n eenheid die zonder aarzeling aanbood het ceremonieel op zich te nemen. Trots op m’n korps omdat die nog altijd de ware geest bezit. Trots op m’n marine-organisatie die kosten nog moeite heeft bespaard in de begeleiding van Uk en z’n gezin tijdens en na z’n ziekte. Maar bovenal trots op Uk omdat die zelfs na z’n dood dit soort gevoelens weet op te wekken. Uk, het gaat je goed, Qua Patet Orbis en zelfs ver daar buiten. Arjen
Ik wil graag een paar opmerkingen plaatsen Onderstaande reactie is van LTZ SD 2OC Karen Gelijns, voormalig
bij het artikel over de Caraïbische
hoofdredacteur Alle Hens en auteur van het artikel over de Caraïbische
Vlootdagen 2008. Het Franse amfibische
Vlootdagen.
ondersteuningsschip heet gewoon Francis Garnier. Le Batral heeft betrekking op de Franse typebenaming van dit schip (BAtiment
Geachte P. Hertogs,
de TRAnsport Léger).
Ik kan met 100 % zekerheid stellen dat deze foto is gemaakt op
Verder is de prefix van de kustwachtcutter
de Koninginnenrun tijdens de Caraibische Vlootdagen 2008.
Chacachacare niet RFA (Royal Fleet Auxiliary) maar TTS (Trinidad and Tobago
De pontjesbrug is inderdaad in 2006 gerenoveerd. Zoals zoals u
Ship).
heel duidelijk kunt zien op de avondfoto van pagina 11 is de ledverlichting aangebracht in de bogen van de brug. Die verlichting
Rob Cabot
is overdag dus niet zichtbaar. Wel hebben ze - om het authentieke karakter van de brug te behouden - ook de oude lampjes weer onder de bogen gehangen.
Alle Hens is benieuwd naar de mening van haar lezers. Daarom wil de redactie u graag de ruimte geven om te reageren op de artikelen in Alle Hens. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden stukken te selecteren, te redigeren en in te korten voor publicatie.
Voor mij zijn ook de lopers bewijs. Voorop loopt de huidige kazerne adjudant van Marinekazerne Suffisant, Ed Bergman. Als tweede loper ziet u de huidige commandant van Hr.Ms. Pelikaan, LTZ Wilco Faber.
Reacties op Alle Hens kunt u sturen naar:
[email protected], of per post: Alle Hens, Het Paleis, postbus 10.000, 1780 CA Den Helder (MPC10 A).
Met vriendelijke groet, Karen Gelijns
34
offIcieren
OnderoffIcieren
SGTMARNALG D.A. Hoelas,
MATR 1 TD M.A. Schors,
SGTMARNALG J.J. Hulst,
MATR 1 LDV D. Tetteroo,
Bevorderingen
Bevorderingen
SGTLDGD A. Ket,
MATR 1 OD B. van Veen,
KTZAR J.P. Roubos,
SA1 AOOMARNALG E.R.
SGTLDA S.M.M.E. Koomen,
MATR 1 OD J.R. Zeeman.
LTKOLMARNS Dr. M.F.J. Houben,
Ebbinge,
SGTLDGB J.P. Oost,
KLTZ VLOP Drs. D. Huurman,
SA1 AOOODVB P.E. Klaasse,
SGTMARNALG J. Renckens,
Dienstverlaters
KLTZ H.J. Woker,
SA2 AOOODND E. Kers,
SGTMARNALG B.A.P.C. Tim-
MATR 1 TDE H.A. van Beek,
LTZE 1 H. van de Beek,
SA2 AOOODOPS E. Wagemans,
mers,
MARN 1 ALG G. Brouwer,
LTZ 1 W. Faber,
SA2 AOOMARNALG M. van
SGTMARNALG G.A. van Triest,
MATR 1 TDW M.P.L. Christiaans,
LTZE 1 Ing. P. Freling,
Daalen,
SGTODOPS P.M.T. van de Ven,
MATR 1 ODND R. Horsman,
LTZA 1 E. van Laar,
SA2 AOOODOPS J. Hadderingh,
SGTLDV M.P. de Voogd,
MATR 1 LDGD P.M.E. Janssen,
LTZE 1 Ing. H. Pomstra,
SA2 AOOWDE M. van Dijke,
SGTLDGD J. Windhorst,
MARN 1 ALG A. van Kralingen,
MAJMARNS H. Vegelin,
SA2 AOOWDE A. Bogert,
SGTMARNALG D.D. ‘t Zand,
MATR 1 LDGB R. Mechielsen,
LTZT 2 OC A.E.M. Blankensteijn,
SA2 AOOMARNALG H. Verldhuis,
SGTMARNALG R.S. Zitter.
MATR 1 LDA M.E. Pattinama,
LTZ 2 OC C.E. Borsboom,
SA2 AOOODOPS G. van Leeuwen,
LTZE 2 OC Ing. J.P. Elk,
AOOMARNVB H.J.C. Gillissen,
Dienstverlaters
MATR 1 ODOPS D. Quik,
LTZE 2 OC R. Flohil,
AOOLDA P.H. van den Hil,
AOOMARNVB A. Backers,
MATR 1 LDV D.M. Rebel,
KAPTMARNS T.R.D. Gibcus,
AOOLDGB R.C.J. van Kempen,
AOOLDGB M.H.M. van den
MARN 1 ALG R. Rijksen,
LTZE 2 OC Ir. S.A. van ‘t Hart,
AOOMARNALG H.R. Kinkelaar,
Berkmortel,
MATR 1 ODND J. Stegenga,
LTZE 2 OC Ing. J. Jansen,
AOOWDE D.J. Kits van Heijningen,
AOOWDE N.J. Bot,
MATR 1 TDE T.D. Wilson,
LTZAR 2 OC Drs. D.H.J. Leeuwen,
AOOODOPS R.J. Kuipers,
SMJRTDW R.M. Cevering,
MATR 2 WDS E. Willems,
LTZA 2 OC R.R. Osnabrugge,
AOOMARNALG B. Overeem,
SMJRTDW J.B. Mooijaart,
MATR 3 LDV K.T. Tollenaar.
LTZAR 2 OC Drs. E.M. van Soelen,
AOOLDA K.M. Peters,
SMJRBDGSK A.A. Visser,
LTZ 2 OC L.A. Tejedor Hermens,
AOOMARNALG J.C. Schmitz,
SGTLDV H.W. Folkers,
Burgers
LTZA 2 OC M.P. van de Ven,
AOOMARNALG R. Stobbe,
SGTODOPS R.A. Francis,
Bevorderingen
KAPTMARNS C.A. van der Wel,
SMJRMARNALG K. Brandsma,
SGTTDW J.H. Jansen,
Ing. L.M. Berkhout, 11,
LTZ 2 E. de Boer,
SMJRMARNVB J.W. van Drunen,
SGTLDGB G. van Leeuwen,
S. Smit, 9,
LTZA 2 W.J.M. Heinen,
SMJRTDW A.E. Eilers,
SGTMARNALG J.C. Ruiter,
J. Herder, 6,
ELNT B.A. Pronk,
SMJRMARNALG J.F. Emo,
KPLLDGB V. de Jonge,
T.T.M .Heil, 5,
LTZA 2 C.H. Schriel.
SMJRLDA F. Floor,
KPLWDS M.L. Ruijsink.
M.E. de Paauw-Vink, 5,
Rubriek: Mensen en Mutaties
SMJRMARNALG L.A.J. de Groot,
MATR 1 LDV J.M.P. Post,
A.C. Slikker, 4.
Dienstverlaters
SMJRLDA J. van de Kaa,
MANSCHAPPEN
CDR Mr. M. van Seventer,
SMJRLDA J.L. van Kempen,
Bevorderingen
Dienstverlaters
KTZ C.E. van Haastert,
SMJRODOPS J.M. Lemmen,
MATR 1 TD L. Ammerlaan,
E.J.J. Ronteltap,
KLTZT P.A. van Belle,
SMJRODOPS R.J.B.M. Marcelis,
MATR 1 LDGD K. Blankestijn,
M. Pronk,
KLTZ H.W.B. Croiset van Uchelen,
SMJRMARNVB R. Mouton,
MARN 1 ALG H. Borsje,
M. Bijl,
LTZ 1 G.H.S. Dorpmans,
SMJRMARNALG M.L.A.H. Oss,
MATR 1 OD C. den Breems,
E. Haasnoot,
LTZE 1 Ir. E.J.W. Enzerink,
SMJRMARNALG R. de la Parra,
MARN 1 ALG F. ten Brinke,
W.J. ten Hoeve,
LTZ 1 M.A. Kwak,
SMJRODND M.F. Raaijman,
MATR 1 OD M.A. Dahlhaus,
M.J. Witteman.
LTZ 1 Ir. S.L.J.C. Lucas,
SMJRODOPS D.S. Salverda,
MATR 1 OD P. Eland,
LTZ 1 Ir. M.J.A. Rodie,
SMJRMARNALG J.A. Sichterman,
MATR 1 TD G. van Harselaar,
In Memoriam
LTZT 1 Ing. F.A. Sikking,
SMJRMARNALG D.A. Vonk,
MATR 1 OD I. Jeffery,
SGTODOPS I.W. Beunder.
LTZT 2 OC C. Bijl,
SMJRLDGD N.J.G. Zaal,
MATR 1 ODVB K. Koops,
KAPTMARNS S. Hanegraaf,
SGTODND K.W. van de Beek,
MATR 1 WDS R.A. Kuipers,
KAPT H.J.P. Schuiten
SGTMARNALG D.J.L.
MATR 1 TD H. Lingerak,
LTZV 2 OC ing. S. Verhoef,
Berkelmans,
MATR 1 TD H. Meinsma,
LTZ 2 M.W. Timmermans.
SGTMARNALG J. Dobbinga,
MATR 1 OD S. Mons,
Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en beschikbaar gesteld door Bureau Rapportages DC HR Enschede. Indien de getoonde informatie onjuist is, dient u contact op te nemen met het DC HR: *06-733-3 / 0800-225573 of P&O van uw defensieonderdeel.
35
MARINEDAGEN 11,12,13 JULI 2008 DEN HELDER
INNOVATIE
IN MENS & MATERIEEL WWW.MARINE.NL