AUGUSTUS

BIBLIOTE QUE / BIBLIOTHEEK Les carnets de la pierre. La pierre au jardin De natuursteenboekjes. Natuursteen in de tuin

POR TR AIT / PO RTRET Les Ardoisières d’Herbeumont optimisent leur chaine de production De Ardoisières d’Herbeumont optimaliseren hun productieketen

ACTU AL ITE / AC TUEEL Le Musée de la Pierre de Maffle a 20 ans Het steenmuseum van Maffle viert zijn 20 jarig bestaan

&

PIERRE & MARBRE STEEN & MARMER

LA PIERRE PAR…

POM ARCHITECTURE ET DESIGN NATUURSTEEN BIJ…

PÉRIODIQUE ÉDITÉ PAR LA FÉDÉRATION BELGE DES ENTREPRENEURS DE LA PIERRE NATURELLE - ORGANE OFFICIEL DE L’ASBL PIERRES ET MARBRES DE WALLONIE TIJDSCHRIFT UITGEGEVEN DOOR DE BELGISCHE FEDERATIE VAN AANNEMERS VAN NATUURSTEENBEWERKING - OFFICIEEL ORGAAN VAN DE VZW PIERRES ET MARBRES DE WALLONIE

A O U T/A U GU STU S 2 0 0 9-2

Er zijn gewone bouwverzekeringen,

Il y a des assurances construction ordinaires,

...en er zijn die van Federale Verzekering

...et il y a celles de Fédérale Assurance

Federale Verzekering werd meer dan 90 jaar geleden opgericht door aannemers. De sector is nog steeds vertegenwoordigd in het bestuur van de maatschappij. We werken reeds lang nauw samen met de beroepsorganisaties van de bouwsector. Zodoende zijn we perfect op de hoogte van de risico’s die u loopt, om u zo de beste bescherming te bieden. Bovendien delen wij elk jaar onze winst met u.

Fédérale Assurance a été fondée il y a plus de 90 ans par des entrepreneurs. Aujourd’hui encore, la profession est représentée au Conseil d’Administration. Nous travaillons en partenariat étroit avec les organisations professionnelles de la construction. Le but ? Connaître parfaitement les risques que vous courez pour vous offrir la meilleure protection. Et chaque année, nous partageons nos bénéfices avec vous.

www.federale.be L’ a s s u r e u r q u i p a r t a g e t o u t a v e c v o u s , m ê m e s e s b é n é f i c e s De verzekeraar die alles met u deelt, zelfs zijn winst

Steengroeve Belgische Blauwe Hardsteen Carrière de Pierre Bleue de Belgique

photo: pierre actual

2

PIERRE & MARBRE - STEEN & MARMER - 2009-2

Carrières de la Préalle S.A. Rue de la Préalle 31 - 4140 Chanxhe +32 4 369 99 66 - www.laprealle.be

E DITOR IAL / editoria al

SO M M AI R E / IN H O UD

On le critique parce qu’il ne fait rien. Ou s’il fait quelque chose, ce n’est évidemment pas ce qu’il aurait dû faire. De toute façon, il s’y est mal pris. Et si ça réussit quand même, c’est qu’il a vraiment eu de la chance. Ah ! ben oui, ça. C’est moi qui vous le dis ! Qui, ça ? Ben, le président, pardi ! C’est d’ailleurs un peu à cela que ça sert, un président. À trouver un responsable aux choses qui ne vont pas. Qui faudrait-il incriminer quand quelque chose cloche à la fédération ou dans la profession, je vous le demande, sinon le président ? Tout cela, Robert De Battice le savait. Ce ne sont pas les années qu’il a déjà passées dans différents comités ou commissions qui auraient pu le lui laisser ignorer. Et pourtant, il a accepté cette charge que sûrement peu de ses prédécesseurs lui auraient recommandée. Des mauvaises langues diront qu’il n’y avait pas d’autres candidats. Alors là, c’est vrai qu’on ne se presse pas au portillon pour accepter le mandat. Car tout le monde sait ce que cela signifie : d’abord, sacrifier le peu des loisirs que vous laisse la conduite de vos affaires pour réaliser quelques projets et finalement constater tout ce qui resterait à faire et que, malheureusement … Alors, merci, Président. Merci et, oui, sincèrement, sans arrière-pensée et au nom de tous : bon courage et bonne chance ! Claude Bonhomme président honoraire Kritiek krijgt hij altijd. Hij doet niets. Als hij iets doet, is het beslist niet wat er moest gedaan worden. Hij heeft het in ieder geval verkeerd aangepakt. En als hij al scoort, dan heeft hij bijzonder veel geluk gehad. Jawel. Neem dat van mij aan! Wie dan? Wel de voorzitter natuurlijk! Daar dient hij trouwens toch een beetje voor. Om een verantwoordelijke te vinden voor dingen die niet vlotten. Op wie anders dan de voorzitter zou men de schuld moeten schuiven als er in de federatie of in het beroep iets verkeerd loopt, Ik vraag het u? Robert De Battice wist dat maar al te goed. Na zoveel jaren in verschillende comités en commissies te hebben gezeteld kon hij daar moeilijk geen weet van hebben. En toch aanvaardde hij deze last die weinige van zijn voorgangers hem zouden aanbevelen. Boze tongen zullen misschien zeggen dat er geen andere kandidaten waren. En dat is nog waar ook, want niemand staat te springen om dit mandaat aan te nemen. Iedereen weet immers wat dat betekent: om te beginnen afstand doen van de weinige vrije tijd die men bij het leiden van een zaak overhoudt om enkele projecten tot stand te brengen en aan het eind van de rit vast te stellen wat er allemaal nog zou moeten gedaan worden en dat er, jammer genoeg… Daarom dus, bedankt Voorzitter, bedankt, en, in naam van iedereen wensen we u oprecht en zonder bijbedoeling : veel sterkte en geluk!

AC T UALI TE / AC TUEEL 04

AR C H I TEC T UR E / AR C H I TEC T UUR 06

La pierre par… POM Architecture et design Natuursteen bij… ‘POM Architecture et design’

PO R TR AI T / PO R TR ET 10

Les Ardoisières d’Herbeumont optimisent leur chaine de production / De Ardoisières d’Herbeumont optimaliseren hun productieketen.

TEC H N I Q UE / TEC H N I EK 12

Claude Bonhomme honorair voorzitter

Mot du président Woord van de voorzitter

La silice cristalline alvéolaire : un danger invisible Alveolair siliciumdioxide: onzichtbaar gevaar

AC T UALI TE / AC TUEEL NOS ANNONCEURS / ONZE ADVERTEERDERS

ENTRACO

14

Le Musée de la Pierre de Maffle a 20 ans Het steenmuseum van Maffle viert zijn 20-jarig bestaan


La Fédération Belge des Entrepreneurs de la Pierre naturelle tient son «Assemblée générale» à Dinant Belgische Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking. Algemene vergadering in Dinant.

B I B LI O TEQ UE / B I B LI O TH EEK Publication trimestrielle éditée par la Fédération Belge des Entrepreneurs de la Pierre Naturelle / Driemaandelijks tijdschrift uitgegeven door de Belgishe Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerkings : Rue du Lombardstraat 34-42 . B-1000 Bruxelles/Brussel T +32(0)2 223 06 47 . F +32(0)2 223 05 38 [email protected] [email protected] Organe officiel de l’asbl PIERRE ET MARBRES DE WALLONIE 11, rue des Pieds d’Alouette, 5100 Naninne Tél : 081/22 76 64 Fax : 081/47 57 62 [email protected] Officieel orgaan van de vzw PIERRE ET MARBRES DE WALLONIE 11, rue des Pieds d’Alouette, 5100 Naninne Tel : 081/22 76 64 Fax : 081/47 57 62 [email protected]

Editeur responsable / Verantwoordelijke uitgever : D. De Haen, Rue du Lombardstraat 34-42, B-1000 Bruxelles/Brussel Comité directeur / Bestuurcomité R. De Battice, Président de la Fédération Voorzitter van de Federatie V. Brancaleoni, Président / Voorzitter P.M.W. Comité de rédaction / Redactiecomité C. Bonhomme - D. De Haen F. Tourneur - F. Dominique - R. De Battice Coordination / Coördinatie F. Dominique, P.M.W. Mise en page / Lay out ADPRESS Impression / Druk ADPRESS Tél +32(0)4 230 33 20 Rue du Charbonnage, 7a B-4100 Seraing www.adpress.be Lid I Membre Confederatie Bouw Confédération Construction

20

Les carnets de la pierre. La pierre au jardin. De natuursteenboekjes. Natuursteen in de tuin

B I B LI O TEQ UE / B I B LI O TH EEK 22

Notre sélection Onze keuze


Grands professionnels à l’honneur Buitengewone vaklui beloond

AG EN D A / AG EN D A 31

Foires et salons Beurzen en salons

2009-2 - PIERRE & MARBRE - STEEN & MARMER 3

ACTUA LITE / AC TUEEL

LE MOT DU PRÉSIDENT

WOORD VAN DE VOORZITTER

Il y a déjà deux ans que les fédérations des marbriers et tailleurs de pierres se sont rejointes pour n’en faire plus qu’une.

Het is twee jaar geleden dat de federaties van de marmerbewerkers en steenhouwers zich verenigden om maar een beroepsfederatie meer te vormen.

Madame Deelen a rempli le rôle de présidente. Elle nous a permis, en assumant cette tâche, de garder la cohésion nécessaire à la bonne vie de votre fédération. Nous la remercions d’avoir pu nous permettre un futur qui je l’espère sera des meilleurs. Le conseil d’administration me transmet dès à présent le flambeau pour continuer.

Mevrouw Deelen nam het voorzitterschap op zich. Daardoor bleef de nodige cohesie voor het bestaan van onze federatie bewaard. Wij danken Mw Deelen omdat ze de aanzet gaf tot die toekomst die, ik hoop het, opperbest zal zijn. De Raad van bestuur heeft me de fakkel doorgegeven om vanaf nu de taak van voorzitter verder te zetten.

Outre les activités courantes déjà bien nombreuses qui font que la fédération est active et au service de ses membres, les projets pour les années à venir sont les suivants :

Naast de gewone activiteiten die op zich al maken dat de federatie een actieve organisatie is, ten dienste van haar leden, staan er voor de komende jaren enkele projecten op stapel: 1) Uitwerking van een lastenboek voor grafwerken op oude begraafplaatsen Het funerair erfgoed zal in onze drie gewesten (beter) beschermd worden door de steden en gemeenten. We moeten uitzoeken op welke manier de natuursteenbewerkers die grafwerk uitvoeren het kunnen aanpakken door de integratie van nieuwe grafstenen en de restauratie van oude grafstenen. Een brochure met aanbevelingen en informatie hierover bestemd voor steenhouwers en gemeentebesturen zal uitgegeven en verspreid worden. Wij mogen hiervoor rekenen op de medewerking van specialisten in het erfgoed, de heer Marcel Célis voor Vlaanderen en de heer Xavier Deflorenne voor Wallonië, en een materiaaldeskundige, de heer Francis Tourneur.

LA VIE DE VOTRE FÉDÉRATION

1) Elaboration d’un cahier des charges pour les travaux funéraires dans les anciens cimetières Dans nos trois régions, le patrimoine funéraire sera (mieux) protégé par les villes et communes. Il nous faudra voir comment les marbriers funéraires effectueront leurs différents travaux d’intégration de nouvelles sépultures, de restauration d’anciennes sépultures. Dans une brochure à éditer à destination des tailleurs de pierres et des pouvoirs communaux des recommandations, des informations seront données. Nous bénéficions de la collaboration de spécialistes du patrimoine funéraire, M. Marcel Célis pour la Flandre, et M. Xavier Deflorenne pour la Wallonie, et d’un spécialiste des matériaux M. Francis Tourneur. 2) Mise sur pied d’un service ombudsman A l’initiative de notre vice-président M. Henri Vanderlinden la fédération propose(ra) un service d’aide en cas de litige avec un client. Un avis extérieur sur un travail réalisé peut aider les parties à résoudre leurs différents. Il ne s’agit toutefois pas d’un avis juridique mais de conseils pour clôturer au plus tôt un litige. Si cette conciliation ne devait porter ses fruits, la voie judiciaire reste bien entendu ouverte. 3) Edition d’un syllabus des matières et compétences nécessaires pour les candidats à l’accès à la profession Nos représentants au jury central n’ont aucun document, les candidats non plus. Il faut établir une base minimale de connaissances à la pratique de notre métier et la publier. Nous travaillons avec la collaboration de la fédération des carreleurs, ceux-ci font partie du même cluster et même accès à la profession. 4) Améliorer la visibilité de notre métier Nous avons un beau métier, il faut le transmettre aux jeunes et les attirer dans nos ateliers. L’organisation d’une journée de la pierre avec nos chantiers ouverts sera peut-être une manifestation à envisager. Tout cela n’est pas exhaustif, la fédération est à votre écoute. Dans cette période un peu trouble que nos entreprises traversent, l’esprit de corporatisme doit nous rapprocher encore. Pour mieux passer cette crise, la fédération est là pour vous représenter et vous aider. Robert de Battice Président de la Fédération belge des Entrepreneurs de la Pierre naturelle

4


HET LEVEN VAN UW FEDERATIE

2) Opzetten van een ombudsmandienst Voortgaand op het initiatief van onze ondervoorzitter, de heer Henri Vanderlinden, zal de federatie een hulpdienst aanbieden voor leden die een geschil hebben met een klant. Een extern advies over een geleverd werk kan een grote hulp zijn om meningsverschillen op te lossen. Toch gaat het niet over een juridisch advies, maar over een raadgeving waardoor de partijen sneller een geschil kunnen afhandelen. Als deze verzoening niet zou slagen kan er nog altijd een gerechtelijke weg gevolgd worden. 3) Uitgave van een syllabus over de materialen en bevoegdheden ten behoeve van de kandidaten voor het vestigingsattest Onze vertegenwoordigers in de centrale jury hebben geen enkel document om op te steunen en de kandidaten evenmin. De basiskennissen noodzakelijk voor de uitvoering van onze beroepsactiviteiten moeten vastgelegd en bekendgemaakt worden. We zullen dit doen in samenwerking met de federatie van de tegelzetters, waarmee we een cluster vormen en welke activiteiten met de onze gegroepeerd zijn in de vestigingsreglementering. 4) Zichtbaarheid van ons beroep verbeteren Wij hebben een mooi beroep, we moeten het doorgeven aan de jongeren en ze naar onze ateliers toetrekken. Misschien is de organisatie van een dag van de steen, met open werven, het nadenken waard. Maar dit programma is niet beperkend, de federatie staat open voor uw mening. In deze nogal verwarrende tijd die onze bedrijven doormaken, moet die verenigingsgeest ons dichter bij elkaar brengen. De federatie is er om u te vertegenwoordigen en u te helpen om deze crisis beter aan te kunnen. Robert de Battice Voorzitter van de Belgische Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking

platen & tegels in marmer - kalksteen - blauwe hardsteen - leisteen - graniet - trafficstone

tranches & dalles en marbre - pierre calcaire - pierre bleue -schiste - granit - trafficstone

Politieke Gevangenenstraat 40 8530 Harelbeke, België/Belgique T ++ 32 56 23 70 00 F ++ 32 56 23 70 02

www.sizecommunication.com

www.beltrami.be

9ZcVijjgXgZZgi! 7aVjlZHiZZcjî=ZcZ\djlZc[VhX^cZZgi# B-7060 Soignies – Tel: 067/34 78 00 De natuursteen die dicht bij u staat

→

www.blauwesteen.be


AR CHITECTURE / A RC HITECTUUR

LA PIERRE PAR… POM ARCHITECTURE ET DESIGN La région des Hautes Fagnes possède un sous-sol riche en matériaux variés. Le grès, l’arkose ou le grès schisteux sont omniprésents dans son paysage. Non seulement dans le bâti traditionnel mais également par les réalisations récentes conçues par un jeune bureau d’architecture nommé POM. En quelques années d’existence, la dynamique équipe a réussi à s’imposer par les qualités esthétiques de ses projets qui font la part belle aux matériaux naturels.

NATUURSTEEN BIJ… ‘POM ARCHITECTURE ET DESIGN’ In de streek van de Venen is de ondergrond rijk aan uiteenlopende materialen. Zandsteen, arkoze en schisteuze zandsteen zijn overal in het landschap aanwezig; niet alleen in de traditionele gebouwen, maar ook in de recente realisaties van het jonge architectenbureau POM. In de vijf jaar van haar bestaan wist de dynamische ploeg zich met de esthetische kwaliteiten van haar projecten op te werken door het overvloedige gebruik van natuurlijke materialen.

6


POM

POM

POM (Projets, Ouvertures et Mouvements), trois initiales derrière lesquelles on retrouve un bureau qui se place comme un acteur incontournable de l’Est de la Belgique.

POM (Projets, Ouvertures et Mouvements), drie initialen waarachter een bureau schuilgaat dat zich manifesteert als een vaste waarde in het Oosten van België.

Etablie sous la forme d’une société coopérative, le noyau de son équipe pluridisciplinaire est composé de Christophe Stembert, Mary Hermann, Emmanuel Thannen et Anne Dethier. A eux quatre, ils disposent des compétences diverses dans les domaines de l’expertise, du stylisme ou du design qui leur permettent de proposer des projets ouverts sur d’autres horizons.

Gevestigd onder vorm van een coöperatieve vereniging, bestaat de kern van de multidisciplinaire ploeg uit Christophe Stembert, Mary Hermann, Emmanuel Thannen en Anne Dethier. Samen beschikt dit viertal over de nodige bevoegdheden op diverse vlakken, zoals expertise, vormgeving of design, waardoor ze meer uitgebreide projecten kunnen aanbieden.

POM impose sa philosophie en se montrant attentif à une qualité de vie correspondant aux besoins quotidiens des futurs utilisateurs des espaces conçus tels que lieux de commerce, de passage, de culture ou de vie. L’intégration de leurs réalisations dans un cadre naturel préservé en ayant recours aux matériaux appropriés, qu’il soit bois, pierre -ou un savant mariage des deux dans une forme épurée- demeure également une priorité. Les quatre projets qui suivent sont des exemples de cette intégration réussie dans quatre habitats individuels.

In zijn filosofie besteedt het bureau POM aandacht aan de levenskwaliteit en de noden van de toekomstige gebruikers van de ontworpen ruimten, zowel handelspanden, doorgangen, als cultuur- en woongelegenheden. Een andere prioriteit is de integratie van de projecten in de omringende beschermde natuurzone, door het aanwenden van gepaste materialen (hout, natuursteen of beide) in zuivere vormen. De volgende vier projecten zijn een toonbeeld van deze geslaagde integratie in vier individuele gebouwen.

MAISON D’HABITATION DE WAIMES Localisation : Waimes Entreprise de gros œuvre : Zanzen Pierre construction sprl Bureau d’ingénieur et Coordination sécurité santé : Imhotep engineering Matériaux pierreux : grès du Condroz Année de construction : 2005

WONING IN WAIMES Plaats : Waimes Ruwbouwonderneming: Zanzen Pierre construction sprl Ingenieursbureau en Coördinatie veiligheid en gezondheid: Imhotep engineering Natuursteen: Condroz zandsteen Bouwjaar: 2005

Entre lac et forêts, le village de Waimes se dessine suivant des courbes dénivelées au sommet desquelles l’homme se retrouve face à l’immensité. C’est cette perspective qu’ont voulu mettre en valeur les architectes par cette construction conçue en harmonie avec son environnement. Centrée sur un long volume de pierre de 5 mètres, l’habitation se termine en biais à son sommet. Deux parallélépipèdes recouverts d’un bardage en bois de cèdre huilé et d’un enduit blanc y sont adossés. Le choix du grès du Condroz a permis une maçonnerie sans joints qui renforce l’impression d’un bloc massif. Par ailleurs, les matériaux nobles, outre leurs qualités esthétiques, s’intègrent parfaitement dans le contexte bâti régional. A l’Est, la lumière rasante pénètre par les fenêtres percées au premier étage qui rythment la façade et brisent son opacité presque parfaite. A l’ouest, c’est un long bandeau qui laisse rentrer la lumière. Une fenêtre d’angle donne un sentiment de continuité entre les différentes façades en pierre.

Het dorpje Waimes kronkelt zich langsheen het meer en de bossen naar boven en helemaal bovenaan valt er een ontzaglijk beeld te aanschouwen. Het is dit perspectief dat de architecten tot zijn recht wilden laten komen door deze constructie ontworpen in harmonie met de omgeving. Het centrale deel van de woning is een lang schuin volume in steen van 5 m. aan de spits. Daar zijn twee parallellepipedums tegenaan gebouwd bezet met geolied cederhout en witte bepleistering. Met de zandsteen uit de Condroz kon een metselwerk zonder voegen worden toegepast, waardoor de massieve indruk nog wordt versterkt. Afgezien van hun esthetische kwaliteit, integreren de edele materialen zich overigens volkomen in de plaatselijke bebouwde context. In het Oosten dringt het licht binnen langs de ramen van de eerste verdieping, die ritme brengen in de gevel en zijn ondoorzichtigheid doorbreken. In het Westen wordt het licht langs een lange strook binnengelaten. Een venster in de hoek zorgt voor continuïteit tussen de verschillende gevels in natuursteen. De visuele contrasten van de buitenkant stemmen overeen met een functionele indeling aan de binnenkant. Het stenen volume omvat de circulatiezones en de kamers van ouders en kinderen op de verdieping, terwijl in de houten volumes de woonkamer en de keuken zijn ondergebracht. De indeling van de ruimtes is goed doordacht en voorziet zowel in de dagdagelijkse als professionele behoeften van de twee generaties, zonder ze echter van elkaar te scheiden.

Aux contrastes visuels extérieurs correspond une répartition fonctionnelle des différentes pièces à l’intérieur de l’habitat familial. En effet, on retrouve dans le volume en pierre les pièces de passage ainsi que la chambre des parents et celles des enfants à l’étage, tandis que les volumes en bois abritent la salle de séjour et la cuisine. La répartition des espaces est réfléchie et permet une cohabitation des besoins de vie et professionnels des deux générations, sans pour autant séparer celles-ci.


8

MAISON D’HABITATION DE MALMEDY Localisation : Malmedy Entreprise de gros œuvre : M.O. Bureau d’ingénieur et Coordination sécurité santé : Imhotep engineering Matériaux pierreux : grès schisteux de la Warche Année de construction : 2002

WONING IN MALMEDY Plaats : Malmedy Ruwbouwonderneming : M.O. Ingenieursbureau en Coördinatie veiligheid en gezondheid: Imhotep engineering Natuursteen: schisteuze zandsteen van de Warche Bouwjaar : 2002

Cette habitation surprenante est le résultat de l’interpénétration de deux volumes qui contiennent respectivement les pièces de vie et les pièces de services. L’audace de ce projet réside dans le défi technique d’oser inverser la superposition traditionnelle des matériaux en plaçant la pierre en porte-àfaux sur une structure en Mélèze de Sibérie. En effet, le volume de pierre déposé sur son socle de bois se prolonge dans le vide sur une longueur d’1m20. Une certaine transparence et continuité entre les espaces est assurée par l’adjonction d’un volume vitré de séparation ainsi que de nombreuses baies. A l’intérieur, les espaces sont ouverts et subtilement divisés afin de préserver l’unité. Pour habiller les pièces d’habitation, les couleurs vives et tranchées vert jaune, rouge pavot contribuent à la modernité du projet. Pour le choix des matériaux, ce sont les arguments de proximité qui ont achevé de convaincre la propriétaire, déjà séduite par l’effet en strates horizontales que permet le grès schisteux.

Deze verrassende woning kwam tot stand door twee kruisende volumes die respectievelijk het woongedeelte en het professionele gedeelte herbergen. De stoutmoedigheid van dit project schuilt in een technische uitdaging waarbij de traditionele opeenstapeling van materialen wordt omgekeerd door een gedeelte in natuursteen te laten overhellen op een structuur van Siberische Lariks. Het volume in natuursteen ligt zo 1m20 in overkraging op de houten sokkel. Tussen de ruimten wordt een zekere transparantie en continuïteit verzekerd door een glazen volume en een aantal andere vensteropeningen. Binnenin zijn de ruimtes open en subtiel onderverdeeld om zo de eenheid te bewaren. Het levendige en contrasterende geelgroen en rood in de bekleding van de woonruimtes dragen bij aan het moderne karakter van het project. Voor de materiaalkeuze was het de nabijheid van de groeve die bij de eigenares de doorslag heeft gegeven, hoewel ze al verleid was door het effect van de horizontale lagen te bereiken met schisthoudende zandsteen.

MAISON D’HABITATION DE THIRIMONT Localisation : Thirimont-Waimes Entreprise de gros œuvre : M.O. Bureau d’ingénieur et Coordination sécurité santé : Imhotep engineering Matériaux pierreux : grès Année de construction : 2004-2009

WONING IN THIRIMONT Plaats : Thirimont-Waimes Ruwbouwonderneming: M.O. Ingenieursbureau en Coördinatie veiligheid en gezondheid: Imhotep engineering Natuursteen: zandsteen Bouwjaar: 2004-2009


Le souhait du propriétaire était d’avoir une habitation simple, qu’il puisse réaliser lui-même. La solution qui lui a été proposée a démontré qu’il n’est impossible à un projet contemporain et accessible de répondre à ses attentes. La mégastructure élancée en bois de sapin qui domine l’habitat semble reposer à ses extrémités sur deux volumes distincts en pierre. Par un jeu de vides et de pleins, les concepteurs ont agencé un dialogue entre les matériaux dont les teintes s’harmonient. Par celui-ci, on constate des perspectives très contrastées entre les différentes façades. Grâce à ses propriétés techniques, le grès quartzeux choisi se prêtait aussi bien à une mise en œuvre en maçonnerie massive, qu’à celle de murs de gabions qui dessinent les alentours. Une réussite pour un habitat qui privilégie des concepts écologiques (toiture verte, chauffe-eau solaire, épuration par lagunage).

De eigenaar vroeg om een eenvoudige woning die hij zelf kon bouwen. De oplossing die hem werd voorgesteld toonde aan dat het met een hedendaags toegankelijk project niet onmogelijk was zijn verwachtingen in te lossen. De megastructuur in dennenhout die het gebouw domineert lijkt aan de uiteinden op twee verschillende stenen volumes te rusten. De ontwerpers creëerden via het spel van massa en openingen een dialoog tussen de harmonieus getinte materialen. Daardoor ontstonden zeer contrasterende perspectieven tussen de verschillende gevels. Vanwege zijn technische eigenschappen leende de gekozen kwartszandsteen zich zowel voor toepassing in het massieve metselwerk als in de schanskorven die de omgeving aftekenen. Een groot succes voor een woning gesteund op ecologische principes (groen dak, zonneboiler, waterfiltering in een lagune).

GITE DE VACANCES DEHOTTAY Localisation : Malmedy Entreprise de gros œuvre : Schmitz-Jenchenne sprl Bureau d’ingénieur et Coordination sécurité santé : Imhotep engineering Année de construction : 2004 Matériaux pierreux : grès du Condroz

VAKANTIEHUIS DEHOTTAY Plaats: Malmedy Ruwbouwonderneming: Schmitz-Jenchenne sprl Ingenieursbureau en Coördinatie veiligheid en gezondheid: Imhotep engineering Bouwjaar: 2004 Natuursteen: Condroz zandsteen

Entouré de verdure, ce site est idéalement situé pour répondre aux attentes des touristes, le gîte constitue un lieu idéal pour se ressourcer. Le corps de cette réalisation s’étire en longueur. La maçonnerie de grès du Condroz, choisi pour son image esthétique, apparaît comme un socle entrecoupé de grandes baies translucides sur lequel se pose un pont en bois. L’éclairage, permis par les grandes ouvertures, se propage au-delà de la cuisine et du séjour jusqu’au sous-sol. Les espaces préservent leur simplicité et leur cohésion pour créer un sentiment d’unique et privilégier les couleurs chaudes.

De site bevindt zich midden in het groen, is dus ideaal gelegen voor toerisme en vormt een uitstekende plek om even tot rust te komen. Het gebouw strekt zich uit in de lengte. De zandsteen uit de Condroz werd gekozen omwille van zijn esthetische kwaliteiten en doet zich hier voor als een sokkel gebroken door grote doorschijnende openingen met daarboven een houten brug. Door de grote openingen verkrijgt men een verlichting die zich verspreidt tot voorbij de keuken, de verblijfplaats en de kelderverdieping. De ruimtes creëren met hun eenvoud en samenhang een uniek ruimtegevoel ingekleurd met warme tinten.

F.D.


POR TRA IT / P ORTRET

LES ARDOISIÈRES D’HERBEUMONT

OPTIMISENT LEUR CHAINE DE PRODUCTION. Depuis la reprise de l’exploitation en 1999, la carrière de schiste, située sur le site d’exploitation des anciennes Ardoisières d’Herbeumont connaît un succès croissant que la crise actuelle ne ternit pas. Cette réussite, dont certains ont douté il y a 10 ans, s’est construite peu à peu grâce à la ténacité de l’administrateur Benoît Pierlot et au travail de l’équipe technique dirigée par Michel Bouvy. Forte de son succès, la carrière a investi dans de nouvelles installations afin d’offrir une meilleure rentabilité.

DE ARDOISIÈRES D’HERBEUMONT OPTIMALISEREN HUN PRODUCTIEKETEN.

Sinds de heropening van de uitbating in 1999 kent deze leisteengroeve in de ontginningssite van de oude Ardoisières d’Herbeumont een stijgend succes dat zelfs in de huidige crisis niet verbleekt. Dit welslagen, dat 10 jaar geleden door sommigen werd betwijfeld, is beetje bij beetje gegroeid dankzij de hardnekkigheid van de beheerder, Benoît Pierlot, en het werk van de technische ploeg geleid door Michel Bouvy. Omdat het zo goed loopt, heeft de steengroeve in nieuwe installaties geïnvesteerd die de rentabiliteit moeten verbeteren.

10


En moellons, en dalles ou en couvre-murs, clivé, scié ou adouci, le schiste compte parmi les matériaux les plus appréciés et recherchés actuellement. Ses propriétés esthétiques et techniques ont séduit les architectes de notre pays et des régions limitrophes. Après s’être imposé aux Pays-Bas où les projets publics et privés se sont multipliés ces dernières années, le schiste se commercialise aujourd’hui vers l’Allemagne et le Grand-Duché du Luxembourg.

Schist, in gekliefde, gezaagde of gepolijste breuksteen, tegel of deksteen behoort momenteel tot de meest gewaardeerde en gevraagde materialen. Zijn esthetische en technische eigenschappen overtuigen architecten uit eigen land en uit de aangrenzende gebieden. Na zijn intrede in Nederland, waar de openbare en particuliere projecten de laatste jaren fors zijn gestegen, wordt schist nu ook in Duitsland en het groothertogdom Luxemburg gecommercialiseerd.

Afin de renouveler sa gamme, la carrière a également investi dans la diversification de ses produits et conquis ainsi de nouveaux marchés. Outre les applications en marbrerie, les pétales d’ardoise offrent une alternative durable aux copeaux de bois. Par ailleurs, les produits de jardin continuent d’avoir la cote (murs à sec, dalles, pas japonais…) même si la production de moellons occupe toujours le haut du pavé.

De groeve investeerde ook in de diversifiëring van haar productengamma waardoor ze nieuwe markten kon veroveren. Behalve de toepassingen in marmer, worden ook leisteenbrokken aangeboden als duurzaam alternatief voor houtspaanders. Tuinartikelen doen het trouwens nog altijd even goed (stapelmuren, terrastegels, Japanse tegels), ook al voert de productie van breuksteen nog altijd de boventoon.

Pour répondre à ces demandes, la carrière a décidé d’investir dans un nouvel équipement et de moderniser sa chaine de production. Jusqu’alors, le travail manuel fourni était assez contraignant et l’installation, réalisée par l’équipe en interne, d’une nouvelle ligne de production permet aujourd’hui de corriger ce problème.

Om aan deze vraag te voldoen, besliste de steengroeve om te investeren in nieuwe apparatuur en haar productieketen te moderniseren. De geleverde manuele arbeid was tot dan toe nogal een probleem en de installatie van de nieuwe productielijn, gerealiseerd door een interne ploeg, heeft hier veel aan verholpen.

En effet, la production est à présent entièrement automatisée : un premier crible sélectionne les sous-produits destinés au concassage et les sépare, d’une part, des moellons (maçonneries et murs à sec) qui poursuivent par un tapis roulant leur façonnage et d’autre part des éléments spécifiques de plus grandes dimensions qui sont débités séparément.

De productie verloopt nu inderdaad helemaal automatisch: in een eerste zeef worden de bijproducten geselecteerd voor de breukstenen enerzijds (metselwerk en droge muren), dewelke op een rollend tapijt hun verdere afwerking tegemoet gaan, en anderzijds de meer specifieke en grotere elementen die afzonderlijk worden verzaagd.

Outre l’amélioration de la sécurité et des conditions de travail, ces nouvelles installations ont permis une importante augmentation de la rentabilité allant pratiquement du simple au double. Elles garantissent la production de 100 m² de moellons par jour et 50 m d’angle et assurent ainsi des délais de livraison courts, fort appréciés.

Behalve de verbeterde veiligheid en werkomstandigheden werd met deze nieuwe installaties de rentabiliteit praktisch verdubbeld. Ze staan garant voor een dagelijkse productie van 100m² breuksteen en 50 m hoeken en meteen ook voor korte levertijden die erg op prijs worden gesteld.

Les Ardoisières d’Herbeumont ne vont pas s’arrêter en si bon chemin et projettent déjà de nouveaux investissements dans des scies complémentaires notamment pour les années à venir.

De Ardoisières d’Herbeumont laten het hier natuurlijk niet bij, en plannen voor de komende jaren al nieuwe investeringen in bijkomende zagen.

F.D.

CONTACT : Ardoisières d’Herbeumont Rue du Babinay 2 6880 BERTRIX 061 41 65 41 [email protected] www.ardoisiere.be


TE CHNIQ UE / TEC HNIEK

LA SILICE CRISTALLINE ALVÉOLAIRE : UN DANGER INVISIBLE ALVEOLAIR SILICIUMDIOXIDE : ONZICHTBAAR GEVAAR

Dr Bastien Wauthoz Valbois R.N. Responsable Cellule Pierre Verantwoordelijke Cel Natuursteen

Qu’ils sortaient d’un puits de charbonnages ou d’une ardoisière, l’image des mineurs toussant, mais la clope au bec, est ancrée dans notre mémoire collective. Cette «toux du mineur» qui pouvait dégénérer en maladies respiratoires aiguës est aujourd’hui appelée «silicose» et est reconnue comme la plus ancienne maladie professionnelle identifiée. La silicose est due, entre autres, à l’inhalation d’une fine poussière de silice créée par l’extraction du charbon (en fait les schistes et grès du toit ou du mur d’une veine) ou du schiste ardoisier, la silice (SiO2) étant un constituant principal de ces roches. Ces particules de poussière passent dans les poumons, puis les bronches et finalement les alvéoles pour les plus fines d’entre elles. Coupantes comme du verre, elles y créent des petites lésions, persistantes car l’organisme peine à se débarrasser naturellement de ces échardes de silice. Dans son rapport de juin 2003, le Comité scientifique en matière de limites d’exposition professionnelle a conclu à la responsabilité de la poussière de silice alvéolaire dans l’apparition de la silicose. Het beeld van hoestende mijnwerkers die - dikwijls nog al rokend - een koolmijn of leisteengroeve verlaten, blijft in het collectieve geheugen gegrift. Deze ‘mijnwerkershoest’, die kon ontaarden in acute ademhalingsziekten, heet vandaag de dag ’silicose’ en werd erkend als de oudste geïdentificeerde beroepsziekte. Silicose wordt onder andere veroorzaakt door het inademenen van fijne kwartsstof dat vrijkomt bij de ontginning van steenkool (in feite schilfersteen en zandsteen uit het dak of de muur van een ader) of leisteen, aangezien siliciumdioxide (SiO2) een hoofdbestanddeel van deze rotsen is. De stofdeeltjes gaan in de longen langs de longpijptakken en de fijnste komen uiteindelijk ook terecht in de longblaasjes. Deze deeltjes zijn vlijmscherp en veroorzaken er kleine hardnekkige wondjes omdat het organisme zich moeilijk op een natuurlijke manier van deze splinters kiezelaarde kan ontdoen. In zijn rapport van juni 2003 besluit het SCOEL (Scientific Comittee for Occupational Exposure Limits) dat kwartsstof in de longblaasjes verantwoordelijk is voor Silicose. ACCORD SOCIAL ET BONNE VOLONTÉ

SOCIAAL AKKOORD EN GOEDE WIL

Il fallait agir face à ce problème de santé, et avec l’appui de la Commission européenne le monde industriel (cinq associations européennes de producteurs et neuf associations européennes d’utilisateurs de silice ou de matériaux contenant de la silice) a signé, avec les deux confédérations européennes des syndicats, un accord social européen sur la silice cristalline alvéolaire.

Er moest dus iets gedaan worden aan dit gezondheidsprobleem. Vandaar dat de industrie (vijf producentenverenigingen en negen Europese organisaties van gebruikers van siliciumdioxide of materialen die dit stof bevatten), met de steun van de Europese Commissie, samen met twee Europose syndicatenconfederaties, een Europees sociaal akkoord rond siliciumdioxide hebben onderschreven.

Les objectifs de cet accord européen sont : - la protection de la santé des employés exposés sur leurs lieux de travail à de la silice cristalline, - la minimisation de cette exposition à la silice cristalline alvéolaire par l’application de bonnes pratiques, - l’amélioration de la connaissance des effets potentiels sur la santé de la silice cristalline alvéolaire.

De doelstellingen van dit Europees akkoord zijn: - bescherming van werknemers op de arbeidsplek tegen siliciumdioxide, - beperking van de blootstelling aan siliciumdioxide door goede gewoonten aan te nemen, - verbetering van de kennis over de mogelijke effecten van siliciumdioxide op de gezondheid.

Dans le cadre de cet accord, la Fediex, dans un premier rapport destiné à la Commission européenne, a dressé un état des lieux le plus complet possible début 2008 pour les carrières de Belgique. La période 20082010 verra la mise sur pied d’une large campagne de mesures de la silice cristalline alvéolaire en carrière et la mise en place de pratiques visant à améliorer la situation des travailleurs, à mieux les informer sur les risques liés à la silice cristalline alvéolaire et sur les mesures de sécurité à prendre. Le rapport de 2010 devra démontrer que des améliorations ont été apportées ou sont en cours. Et ainsi de suite tous les deux ans. Un échec de cet accord entraînerait de sérieux problèmes pour certaines entreprises, voire même la substitution des produits contenant de la silice cristalline alvéolaire, conformément à la directive REACH.

12


In een eerste rapport voor de Europese Commissie stelde Fediex, in het kader van dit akkoord, begin 2008 een zo volledig mogelijke stand van zaken op voor de Belgische steengroeven. Tussen 2008 en 2010 zal een grote campagne worden gevoerd om alveolair siliciumdioxide in de groeven te meten en maatregelen te nemen om de situaties van de werknemers te verbeteren, ze beter te informeren over de risico’s van blootstelling aan alveolair siliciumdioxide en over de in acht te nemen veiligheidsregels. Het rapport van 2010 zal moeten aantonen of er al verbetering is of op til is. En zo zal nadien om de twee jaar een evaluatie worden gehouden. Indien dit akkoord faalt, dreigen sommige bedrijven ernstige moeilijkheden te krijgen, of zullen producten die alveolair siliciumdioxide bevatten zelfs vervangen moeten worden, in overeenstemming met de REACH-verordening.

De plus, la Région wallonne a déjà inscrit dans sa loi les limites tolérables d’exposition à la silice cristalline alvéolaire pour les trois variétés possibles (quartz, tridymite et cristobalite). Les seuils d’exposition tolérés sont équivalents à ceux que propose de fixer la norme européenne (à savoir 0,1 mg/m³ pour le quartz et 0,05 mg/m³ pour la trydimite et la cristobalite).

Bovendien heeft het Waalse Gewest de toegelaten blootstellingsgrenzen aan alveolair siliciumdioxide voor de drie mogelijke variëteiten (kwarts, tridymite en cristobalite) al bij wet vastgelegd. De toegelaten drempels komen overeen met hetgeen de Europese norm wil vastleggen (te weten 0,1 mg/m³ voor kwarts en 0,05 mg/m³ voor tridymite en cristobalite).

LA SILICE CRISTALLINE ALVÉOLAIRE EN MARBRERIE ET CHEZ LES TAILLEURS DE PIERRES

ALVEOLAIR SILICIUMDIOXIDE IN DE MARMERBEWERKING EN BIJ DE STEENHOUWERS.

Qu’en est-il du risque en marbrerie et pour ceux qui travaillent la pierre en général ? On peut penser que les tailleurs de pierre qui travaillent principalement le petit granit, ou pierre bleue, n’y sont pas exposés. C’est malheureusement une erreur d’appréciation. En effet, le petit granit, les travertins, pierres de Bourgogne et autres calcaires travaillés en marbrerie ou chantier de taille de la pierre contiennent tous de la silice cristalline. En faible proportion (généralement moins d’1 %), certes, mais suffisante pour éveiller la vigilance. Quant aux marbriers et tailleurs de pierre qui travaillent les granits durs, toutes roches riches en silice cristalline (jusque 30 % de silice), ils démultiplient leurs chances d’être exposés à des teneurs dangereuses. On peut également objecter qu’aujourd’hui la majeure partie du travail marbrier se fait par voie humide, ce qui diminue les émissions de poussières, et donc l’exposition à des poussières de silice cristalline alvéolaire. Bien sûr, et tant mieux ! Et en même temps, toute marbrerie et tout atelier de taille de la pierre possède son atelier de façonnage par voie sèche. Il est d’ailleurs le poste qui produit le plus de poussière. Et qui ne rectifie pas une pièce lors de la pose sur chantier ? Inutile de se voiler la face. Les risques sont là et le danger pour la santé est bien réel.

Wat houdt dit risico nu in voor marmerbewerkers en al degenen die natuursteen bewerken? Men zou denken dat steenhouwers die vooral met blauwe steen werken er niet aan blootgesteld zijn. Jammer genoeg klopt deze redenering niet. Blauwe steen, travertijn, natuursteen uit Bourgondië en andere kalkstenen die op de steenhouwerswerf worden bewerkt, bevatten immers allemaal siliciumdioxide, weliswaar in geringe hoeveelheid (over het algemeen minder dan 1 %), maar voldoende om waakzaam te zijn. Marmerbewerkers en steenhouwers die werken met hard graniet en ander gesteente dat rijk is aan siliciumdioxide (30% silica) lopen een groter risico van blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Nu is het wel zo dat het overgrote deel van de marmerbewerking nat wordt uitgevoerd, wat de uitstoot van stof vermindert, en dus ook de blootstelling aan siliciumdioxide. Zoveel te beter! Maar elk marmer- en steenhouwersatelier voert ook droge bewerkingen uit en daar wordt het meeste stof veroorzaakt. Bovendien worden op elke werf ter plaatse nog stukken aangepast. Het is dus nutteloos om de kop in de grond te steken, het risico bestaat en het gevaar voor de gezondheid is wel degelijk reëel.

VOORGESTELDE MAATREGELEN MESURES PROPOSÉES? Etant donné que la Fédération européenne & internationale des industries de la pierre EURO ROC a signé l’accord européen dont nous parlions plus haut, VALBOIS R.N. propose, dans le cadre de son travail de terrain, à la Fédération belge des entrepreneurs de pierre naturelle un projet pour assurer le rapport européen qu’Euro Roc s’est engagé à dresser. Ceci en vue d’organiser la collecte des mesures de silice cristalline en entreprise. Pour ce dernier point, il convient de rapprocher le monde des carriers et des marbriers pour que ceux-ci profitent du système mis en place pour ceux-là. En effet, le Centre Terre et Pierre, chargé de la campagne de mesures, le Centre de recherche de l’industrie cimentière, chargé de l’analyse des échantillons et de la mesure de silice cristalline alvéolaire, en partenariat avec la Fediex ont obtenu une guidance Arena qui diminue largement le coût de l’échantillonnage et des analyses. Si l’accord social est dénoncé par les syndicats, ils pèseront de tout leur poids pour que des règles contraignantes soient imposées aux entreprises qui manipulent d’une manière ou l’autre des matériaux contenant de la silice cristalline. Et donc les marbreries et tailleurs de pierre. De plus, comme les limites d’exposition sont déjà prévues dans la loi (en fait une compétence régionale, mais les trois régions ont adopté les mêmes limites), chaque entreprise est passible d’un contrôle qui, s’il s’avère positif, lui demandera de prendre en urgence les mesures nécessaires pour réduire l’exposition de ses travailleurs. La possibilité d’effectuer une campagne de mesure préventive est une bonne chose. Surtout si les résultats montrent que l’exposition est inférieure aux normes en vigueur. Sinon, cela sera autant de temps gagné pour prévoir et mettre en place les mesures adéquates.

Aangezien de Europese en Internationale Federatie van de natuursteenindustrie EURO ROC bovengenoemd akkoord onderschreef, heeft VALBOIS R.N. in het kader van zijn activiteiten op het terrein, aan de Belgische Federatie van Aannemers van Natuursteenbewerking een project voorgelegd in de context van het Europese rapport waartoe Euro Roc zich heeft verbonden, project dat instaat voor de organisatie van de inzameling van metingen van kwartsstof in de bedrijven. Voor die organisatie volstaat het de groeven en natuursteenbedrijven te benaderen opdat ze zouden kunnen genieten van het systeem dat voor hen werd ingevoerd. Het ‘Centre Terre et Pierre’, belast met de metingcampagne, en het ‘Centre de Recherche de l’Industrie Cimentière’, belast met de analyse van stalen en de hoeveelheid siliciumdioxide, hebben samen met FEDIEX immers een “Arena” begeleiding verkregen waardoor de kost van de steekproef en de analyse aanzienlijk minder is. Als het sociaal akkoord door de vakbonden wordt aangezegd, zullen ze al hun gewicht in de schaal leggen om verplichtende regels op te leggen aan de bedrijven die op de één of andere manier materialen behandelen die siliciumdioxide bevatten. Dus ook de marmerbewerkers en de steenhouwers. Bovendien werden de blootstellingsgrenzen al bij wet vastgelegd (eigenlijk een gewestelijke bevoegdheid, maar de drie Gewesten hebben dezelfde wettelijke limieten aangenomen), en is elk bedrijf onderhevig aan een controle waarbij een positief resultaat zal leiden tot het verzoek om de nodige maatregelen te treffen die de blootstelling voor de werknemers verminderen. De mogelijkheid om een preventieve campagne op te starten is een goede zaak, vooral als de resultaten uitwijzen dat de blootstelling lager ligt dan de in voege zijnde normen. In het andere geval zal men toch tijd hebben gewonnen om de gepaste maatregelen te voorzien en uit te voeren.

Si vous voulez plus d’informations :

Voor meer informatie:

Dr Bastien Wauthoz Responsable Cellule Pierre Valbois R.N. Tel : 061/293076 @ : [email protected]

Dr. Bastien Wauthoz Verantwoordelijke Cel Natuursteen Valbois R.N. Tel : 061/293076 @ : [email protected]



LE MUSÉE DE LA PIERRE DE MAFFLE A

20ANS HET STEENMUSEUM VAN MAFFLE VIERT ZIJN

20-JARIG BESTAAN Jean-Pierre Ducastelle

1.

Conservateur du Musée de la Pierre de Maffle Conservator in het steenmuseum van Maffle

Le 15 octobre 1989, un musée s’installe au cœur des anciennes carrières de Maffle (Ath) dans la maison du maître de carrière Jean-Baptiste Durieux. Ce beau bâtiment néo-classique a été construit à partir de 1841 lorsque ce commerçant athois a entrepris d’extraire la pierre bleue le long de la chaussée d’Ath à Mons. Op 15 oktober 1989 werd in het hart van de oude steengroeven van Maffle (Ath), in het huis van de steengroeve uitbater Jean-Baptiste Durieux, een museum geopend. Het prachtige neoklassieke gebouw werd in 1841 opgetrokken toen deze Aatse handelaar Blauwe Steen begon te ontginnen langs de chaussée d’Ath in Bergen. Depuis 1975, des membres du Cercle royal d’Histoire et d’Archéologie d’Ath se sont intéressés à ce site d’une quinzaine d’hectares déserté par l’industrie depuis le début des années 1960. Il comprend les anciens sièges d’extraction des carrières Rivière, Durieux et Cowez, les anciens fours à chaux de la carrière Rivière (1885), d’anciens treuils, des quais de chargement, un ancien dépôt de poudre à côté de la maison du maître de carrière. L’ensemble est aussi devenu un site naturel protégé et un lieu de promenade agréable. Les fours à chaux sont classés monuments historiques avec le site depuis le 12 août 1988. Il en est de même pour trois maisons ouvrières (le 17 août 1980) alors que la brasserie du maître de carrière, Auguste Rivière, a fait l’objet de deux arrêtés : le 13 octobre 1980 et 23 juillet 1992. Cette brasserie construite en 1852 a été rénovée au début du troisième millénaire à l’initiative de l’Institut du Patrimoine wallon. Elle devrait trouver une affectation dans la mise en valeur du patrimoine régional. La pierre calcaire est extraite dans la région depuis l’époque romaine. Au XIIe siècle, la tour Burbant a été construite en dolomie de l’étage de Lalaing extraite sur place. A partir du XIIIe siècle, la pierre extraite à Ath et à Maffle est de plus en plus attestée mais l’essor des carrières est postérieur à l’introduction de la pompe à feu (machine à vapeur) à la fin du XVIIIe siècle qui va permettre d’épuiser les eaux et d’exploiter les meilleurs bancs.

14


Sinds 1975 betoonden leden van de ‘Cercle royal d’Histoire et d’Archéologie’ van Ath interesse voor deze 15 hectaren grote site die al van in het begin van de jaren 60 in onbruik was geraakt. De site omvat de oude ontginningen van de groeven Rivière, Durieux en Cowez, de oude kalkovens van de Rivière groeve (1885), oude lieren, laadkades, en een oud springstofdepot naast het huis van de uitbater. Het geheel is een beschermd natuurgebied geworden waar het aangenaam wandelen is. De kalkovens met de site zijn sinds 12 augustus 1988 beschermde historische monumenten. Drie arbeiderswoningen kregen eerder al hetzelfde statuut toegewezen op 17 augustus 1980, terwijl de brouwerij van groeve-uitbater Auguste Rivière werd opgenomen in twee verordeningen: die van 13 oktober 1980 en die van 23 juli 1992. Deze brouwerij werd gebouwd in 1852 en gerenoveerd in het begin van het derde millennium, op initiatief van het ‘Institut du Patrimoine Wallon’. In het kader van de opwaardering van het gewestelijk erfgoed zou het gebouw een nieuwe bestemming moeten krijgen. Kalksteen wordt in deze regio al sinds de Romeinse tijd ontgonnen. De ‘Burbant’ toren werd in de 12de eeuw opgetrokken in dolomiet die te ‘Lalaing’ werd ontgonnen. Sinds het begin van de 13de eeuw zijn er meer en meer tekenen van de ontginning van natuursteen in Ath en Maffle, maar de groeven kennen hun echte groei pas op het einde van de 18de eeuw na de invoering van de stoompomp die het mogelijk zal maken het

Le développement a commencé à partir de 1825 avec la création de la carrière de Pierre Samuel Rivière et s’est affirmé avec l’ouverture des entreprises du Baron Léopold Lefebvre à Ath (1841) et de Jean-Baptiste Durieux (1841) qui deviendra la Société des Carrières et Fours à chaux de la Dendre. A la veille de la première guerre mondiale, les carrières occupent 600 ouvriers. Elles ne sont plus exploitées après 1963 mais le chantier GainBougard (devenu la Scierie des Carrières de Maffle) a poursuivi la tradition locale du travail de la pierre.

water weg te pompen en de beste steenbanken te ontginnen. De ontwikkeling begon in 1825 met de aanleg van de groeve van Pierre Samuel Rivière, en ze bevestigde zich met de opening van de bedrijven van Baron Léopold Lefebvre in Ath (1841) en van Jean-Baptiste Durieux (1841), later de ‘Société des Carrières et Fours à chaux de la Dendre’ . Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog stelden de groeven 600 arbeiders tewerk. Na 1963 werden ze niet meer uitgebaat, maar de werf van Gain-Bougard (nu de ‘Scierie des Carrières de Maffle’) zette de plaatselijke traditie van de steenbewerking wel verder.

2.

3.

4.

5.

6. 1. La carrière Broquet (Carrière de la Dendre) vers 1865 vue par l’artiste athois Henri Hanneton / De steengroeve Broquet (Steengroeve van de Dender) rond 1865 bekeken door de Aatse kunstenaar Henri Hanneton 2. Les ouvriers de la carrière de la Dendre vers 1935 (carte postale, collection Musée de la Pierre, Maffle) / Arbeiders van de steengroeve van de Dender rond 1935 (postkaart, collectie Steenmuseum, Maffle) 3. Chantier de la Carrière Rivière avec grue à vapeur, début du XXe siècle (carte postale, collection Musée de la Pierre, Maffle) / Werf van de steengroeve Rivière met stoomkraan, begin 20e eeuw (postkaart, collectie Steenmuseum, Maffle) 4. La Carrière Durieux vers 1848 (Gravure Vandenkerkhoven, Archives de la Ville d’Ath) / De steengroeve Durieux rond 1848 (Gravure Vandenkerkhoven, Archieven van de Stad Ath) 5. Rocteurs de buffet à l’extraction avec les marteaux perforateurs (carte postale, collection Musée de la Pierre, Maffle) / De uitbrekers van de rotsteen aan het werk met

7. de boorhamers (postkaart, collectie Steenmuseum, Maffle) 6. Scierie (armure) de la Carrière de la Dendre vers 1935 (carte postale, collection Musée de la Pierre, Maffle) / Zagerij (beslag) van de steengroeve van de Dender rond 1935 (postkaart, collectie Steenmuseum, Maffle) 7. Les tailleurs de pierre à la Carrière de la Dendre vers 1935 (carte postale, collection Musée de la Pierre, Maffle) / Steenhouwers van de groeve van de Dender rond 1935 (postkaart, collectie Steenmuseum, Maffle)


De 1975 à 1989, avec la collaboration d’anciens ouvriers carriers, des enquêtes orales ont été menées dans le village alors que des outils, d’anciennes machines et des documents iconographiques étaient rassemblés dans la perspective de la mise en œuvre du musée. Le 20 novembre 1976, un colloque a réuni à Maffle tous ceux qui travaillaient alors sur l’histoire et l’archéologie de l’industrie de la pierre en Belgique. Les actes de cette réunion ont été publiés par le Cercle royal d’Histoire et d’Archéologie d’Ath en 1978. En même temps, à la maison communale du village, une exposition présentait les premiers documents rassemblés et rencontrait un beau succès jusqu’au 16 janvier 1977. Mais il faudra attendre 1989 pour que la ville d’Ath achète l’ancienne maison du maître de carrière Jean-Baptiste Durieux et que l’association des Amis du Musée de la Pierre, constituée le 13 mai 1985, puisse présenter le matériel iconographique, les outils et les machines collationnés auprès des ouvriers carriers, du chantier Gain-Bougard, des carrières du Perlonjour et de l’entreprise Gauthier-Wincqz à Soignies. Le nouveau musée n’était pas seulement consacré aux carrières locales mais il replaçait celles-ci dans leur contexte hennuyer et national sans négliger différents aspects du travail de la pierre en Europe. Des expositions temporaires ont permis d’élargir les préoccupations au bassin parisien (1991) au Poitou (Chauvigny) (1998) ou à l’Anjou (1998). Les carrières d’Ecaussinnes ou de Tournai n’étaient pas oubliées, pas plus que l’archéologie industrielle en général. Le musée consacrait une exposition et un colloque aux fours à chaux en Europe (1994). Le musée contribue depuis 1986 à l’étude du travail de la pierre en publiant chaque année un bulletin (23 numéros parus). Celui-ci est largement ouvert aux collaborations et il tente de rendre compte chaque année des publications consacrées aux carrières et à la mise en œuvre des matériaux pierreux.

Tussen 1975 en 1989 werden er, met de hulp van vroegere groevewerknemers, mondelinge enquêtes verricht in het dorp en is men gereedschappen, oude machines en iconografische documenten voor het museum gaan verzamelen. Op hetzelfde moment liep er in het plaatselijk gemeentehuis een tentoonstelling rond de eerste collectie documenten die tot 16 januari 1977 veel bijval genoot. We moeten echter nog tot 1989 wachten voor de stad Ath het oude huis van de groeve uitbating van Jean-Baptiste Durieux opkoopt, en de vereniging ‘les Amis du Musée de la Pierre’, opgericht op 13 mei 1985, er onderdak vindt voor de presentatie van het iconografische materiaal, de gereedschappen en machines die werden verzameld bij de arbeiders, de ‘Gain-Bougard’ werf, de groeven van Perlonjour en het bedrijf Gauthier-Wincqz uit Soignies. Het nieuwe museum was niet enkel gewijd aan de lokale groeven; het plaatste ze ook in hun Henegouwse en nationale context, zonder daarbij de verschillende aspecten van de natuursteenbewerking in Europa over het hoofd te zien. Tijdelijke tentoonstellingen maakten het mogelijk de aandacht toe te spitsen op het Parijse bekken (1991), Poitou (Chauvigny) (1998) en Anjou (1998). De groeven van Ecaussinnes en Doornik werden niet vergeten, de algemene industriële archeologie evenmin. Het museum wijdde ook een tentoonstelling en een conferentie aan de Europese kalkovens (1994). Sinds 1986 draagt het museum bij aan de studie van de natuursteenbewerking door de uitgave van een jaarverslag (23 verschenen nummers). Hierin wordt veel ruimte gelaten voor samenwerking, en er wordt getracht om elk jaar een verslag uit te brengen van de aan steengroeven gewijde publicaties en de toepassingen van steenmaterialen. 8. Le Musée de la Pierre de Maffle, ancienne maison du maître de carrière Jean-Baptiste Durieux (vers 1842) (photo Jocelyn Flament) / Het Steenmuseum van Maffle, oude woning van groefbaas JeanBaptiste Durieux (rond 1842) (foto Jocelyn Flament) 9. Cheminée de la machine à vapeur actionnant un treuil, vers 1875 (photo Jocelyn Flament) / Rookpijp van de stoommachine die de hijslier bedient, rond 1875 (Foto Jocelyn Flament) 10. Fours à chaux de la carrière Rivière à Maffle (1886) (photo Jocelyn Flament) / Kalkovens van de steengroeve Rivière te Maffle (1886) (Foto Jocelyn Flament) 11. Bas-relief en pierre bleue montrant le travail de la pierre, sculpture d’Oscar Vincent vers 1952, Maffle (photo Jocelyn Flament) / Bas-reliëf in blauwe steen dat de bewerking van de steen laat zien, beeldhouwwerk van Oscar Vincent rond 1952, Maffle (foto Jocelyn Flament)

8.

9.

Des articles ont été consacrés aux carrières de pierre bleue de Soignies et Ecaussinnes mais aussi au Pays Blanc tournaisien, au porphyre de Lessines, aux pierres de Bretagne, ou au calcaire parisien à côté des entreprises locales. Le musée n’a pas négligé le travail des sculpteurs contemporains à qui il a consacré deux expositions ou le travail des photographes (Bernard Bay ou Amédée Defossez). Les responsables du musée ont tenu à célébrer en 2009 le vingtième anniversaire de sa fondation. Du 4 juillet au 30 septembre, une exposition présente une cinquantaine d’œuvres d’art mettant en scène les carrières et le travail de la pierre. Un important ensemble provenant de la région de Tournai où ces activités ont inspiré des artistes importants comme Edmond Dubrunfaut, Jean Leroy, Roger Dudant. Les gravures de la «Belgique Industrielle» présente l’état des carrières au milieu du XIXe siècle. La région de Soignies est bien représentée grâce à la collaboration des Carrières de la Pierre Bleue Belge. Plusieurs artistes réputés y sont exposés comme Gustave Courbet (18191877), Léonard Defrance, ou Géricault (1791-1874) qui ont représenté des carrières, des ouvriers carriers au travail ou des fours à plâtre. De nombreuses régions du travail de la pierre ont inspiré des artistes aussi bien le bassin parisien, le Poitou, l’Anjou ou en Belgique, Lessines, Quenast ou la région de Soignies et Ecaussinnes. Les 6 et 7 novembre 2009, un colloque international réunira dans une perspective pluridisciplinaire des chercheurs français et belges qui présenteront une partie de leurs travaux à la Maison Culturelle d’Ath (Auditoire Marion Coulon).

16


10.

De Blauwe Steengroeven van Soignies en Ecaussinnes, maar ook de Doornikse ‘Pays Blanc’, het porfier van Lessines, natuursteen uit Bretagne, en Parijse kalksteen, net als lokale bedrijven, kwamen aan bod in artikels. Het museum wijdde ook al enkele tentoonstellingen aan hedendaagse beeldhouwers en fotografen (Bernard Bay en Amédée Defossez). In 2009 wordt de 20e verjaardag van de oprichting van het museum gevierd. Van 4 juli tot 30 september vindt er een tentoonstelling plaats over een vijftigtal kunstwerken waarin de groeven en de natuursteenbewerking een centrale rol spelen. Een aanzienlijk deel komt uit de streek van Doornik, waar deze activiteiten enkele belangrijke kunstenaars hebben geïnspireerd, zoals Edmond Dubrunfaut, Jean Leroy, en Roger Dudant. In de gravures van het ‘Industriële België’ zien we hoe de groeven erbij lagen in het midden van de 19de eeuw. De streek van Soignies is goed vertegenwoordigd dankzij de samenwerking met de ‘Carrières de la Pierre Bleue Belge’. Verschillende gereputeerde kunstenaars, zoals Gustave Courbet (1819-1877), Léonard Defrance, en Géricault (1791-1874), tonen hier steengroeven, werkende steenhouwers en pleisterovens. De artiesten werden geïnspireerd door talrijke streken waar natuursteen wordt ontgonnen, zowel het Parijse bekken als Poitou en Anjou of in België, Lessines, Quenast of de streek van Soignies en Ecaussinnes. Op 6 en 7 november 2009 komen in een internationale en multidisciplinaire conferentie, Franse en Belgische onderzoekers samen om een deel van hun werk voor te stellen in het ‘Maison Culturelle d’Ath’ (Auditorium Marion Coulon).

Colloque : «L’Industrie de la Pierre» / Colloquium : «De Natuursteenindustrie» Programme provisoire/Voorlopig programma: Vendredi 6 novembre 2009/ Vrijdag 6 november 2009 09h30/09u30 : Accueil des participants/ Onthaal van de deelnemers 10h00/10u00 : Mot de bienvenue de JEAN-PIERRE DENIS, Bourgmestre de la ville d’Ath/ Verwelkoming door Jean-Pierre Denis, burgemeester van Ath 10h30/10u30 : JEAN GERMAIN, Le français régional dans le vocabulaire technique de la pierre en Wallonie

14h30/14u30 : pause/ pauze 15h00/15u00 : JEAN-PIERRE DUCASTELLE, Evolution des techniques du travail de la pierre en Belgique du 18e au 20e siècle Exposition : «Art et Carrières» Accessible du 4 juillet au 30 septembre 2009, chaque week-end et jour férié de 14h30 à 18h30. En juillet et août, tous les jours de 14h à 17h ou sur rendez-vous.

11h00/11u00 : ERIC GROESSENS, La pierre d’Avesnes 11h30/11u30 : pause/ pauze 12h00/12u00 : PHILIPPE et ANNIE BLANC, Le marbre blanc de Châtelperron (Allier), son utilisation dans l’Antiquité et au XXe siècle

Tentoonstelling : «Art et Carrières» Open van 4 juli tot 30 september 2009, elk weekend en op feestdagen van 14u30 tot 18u30. In juli en augustus alle dagen van 14u tot 17u of op afspraak. Informations utiles/ Nuttige informatie :

13h00/13u00 : HERVÉ BOSSEAUX, La Terre de Sommières ou sépiolite de Salinelles. 14h30/14u30 : Visite du site des carrières de Maffle et du Musée de la Pierre/ Bezoek aan de steengroeven van Maffle en het Steenmuseum. 18h00/18u00 : Réception à l’Hôtel de Ville d’Ath/ Receptie op het gemeentehuis van Ath

Asbl Les Amis du Musée de la Pierre Chaussée de Mons, 419 7810 Maffle Tél./Tel. : +32 (0)68/26.90.36 Fax : +32 (0)68/26.51.79 e-mail : [email protected] web: www.ath.be/museedelapierre

20h00/22u00 : Projection de films à la Maison culturelle sur le travail de la pierre/Vertoning van films over natuursteenbewerking in het “Maison culturelle” Samedi 7 novembre 2009/ Zaterdag 7 november 2009 09h30/09u30 : JACQUES GAILLARD, l’Archéologie expérimentale : le tournage d’un bloc de pierre à l’antique 10h00/10u00 : LOUIS CHAURIS, Un schiste exceptionnel : la Pierre Bleue de Mozay (Loire-Atlantique) 10h30/10u30 : GÉRARD BAVAY, Maître de carrière et Maître maçon. Dialogue (XVe – XVIe siècle) 11h00/11u00 : pause/ pauze 11h30/11u30 : FRANCIS TOURNEUR, Les carrières namuroises du Moyen Age au XXe siècle, essai de synthèse 12h00/12u00 : JACKY LEGGE, Apports d’architectes du XXe siècle au patrimoine du cimetière du Sud, à Tournai : Matériaux et formes 12h30 – 13h30/12u30-13u30 : pause/ pauze 13h30/13u30 : RENÉ POTHET, Les plans inclinés de la carrière de Tercé (Vienne 86), 1883 et 1901 14h00/14u00 : JEAN-LOUIS VAN BELLE, Bilan des recherches sur les signes lapidaires

10.



LA FÉDÉRATION BELGE DES ENTREPRENEURS DE LA PIERRE NATURELLE TIENT SON «ASSEMBLÉE GÉNÉRALE» À DINANT BELGISCHE FEDERATIE VAN AANNEMERS VAN NATUURSTEENBEWERKING. ALGEMENE VERGADERING IN DINANT.

25 avril 2009. Par une belle journée ensoleillée, mais frisquette, l’Assemblée générale se réchauffe au restaurant de la Citadelle avec un bon café accompagné de croissants.

25 april 2009. Het is een mooie zonnige dag, maar vrij fris. De deelnemers verzamelen in het Restaurant van de Citadel waar ze worden onthaald met een kopje koffie en een koffiekoek.

L’Assemblée débute par l’exposé de Monsieur Wauthoz, géologue Dr. Sc., sur les problèmes de santé liés à la silice. Les personnes présentes sont fort intéressées, les questions et les commentaires fusent et je prends conscience que la plupart des participants prennent déjà toutes les précautions utiles à cet égard. La réunion continue, animée par Madame Deelen, présidente sortante et la prise de relais par Monsieur De Battice. La réunion, fort intéressante se prolonge quelque peu et le programme de la journée prend déjà du retard, au grand dam des organisateurs de la Citadelle qui minutent de manière précise les différents horaires de la journée : il faut visiter, manger, être à l’heure pour le bateau... Et il y a plusieurs groupes... Seule une partie de notre groupe, déterminée, arrive à obtenir une visite rapide de la citadelle. Les autres devront attendre après la croisière.

De vergadering wordt ingezet met een uiteenzetting van de heer Wauthoz, geoloog, Dr. in de Wetenschappen, over mogelijke voorzorgsmaatregelen en problemen als gevolg van kiezelzuur. Iedereen luistert aandachtig naar de toelichtingen van de spreker die al snel overstelpt wordt met vragen en bemerkingen. Ik heb de indruk dat de meeste deelnemers de nodige voorzorgsmaatregelen nu al in acht nemen.

Un repas excellent nous est servi au restaurant de la citadelle (avec une très originale, délicieuse et surprenante entrée à base d’escargots). Après le café, embarquement pour la promenade en bateau-mouche : clou de la journée et détente... Entre-temps, le ciel s’est couvert et la plupart des participants restent bien au chaud à l’intérieur du bateau. Le spectacle des rives de la Meuse est féerique. Les couleurs du printemps, le gris des rochers ponctué par la tenue rouge d’un grimpeur ou l’autre, ne laissent personne indifférent. Admiration, bavardages, photo souvenir du groupe, tout contribue à une atmosphère amicale et conviviale. Merci à Monsieur Musin, l’organisateur très discret de cette belle journée. Je le découvre amoureux de la pierre (comme tous ici, d’ailleurs...) et en particulier de cette région dont il connaît le moindre caillou... La fraîcheur du temps dissuade la plupart de prolonger la visite du site, pourtant fort tentante. Tant pis, il fait vraiment trop froid, et Dinant n’est vraiment pas loin. Il faudra revenir.

18


Daarna worden de overige agendapunten behandeld onder leiding van Mevrouw Deelen, uittredend voorzitster, die de fakkel doorgeeft aan de heer De Battice. De bespreking is interessant en de vergadering duurt langer dan gepland zodat we achterop lopen op het programma tot grote ergernis van de organisatoren van de Citadel. Ze volgens ons op de minuut : men moet bezoeken, eten, en op tijd zijn voor de boottocht,…. En het is erg druk. Slechts een bepaald deel van onze groep lukt erin een snel bezoek aan de Citadel geregeld te krijgen; voor anderen is het wachten tot na de boottocht. In het restaurant van de Citadel krijgen we een lekkere maaltijd opgediend (met een erg origineel, verrassend voorgerecht op basis van escargots). Na de koffie vertrekken we naar de inschepingplaats voor de bootrondvaart: het moment van de dag, ontspannend… Intussen is de hemel helemaal bewolkt zodat de meeste deelnemers een warm plaatsje opzoeken in het overdekte gedeelte van de boot. Het spektakel aan de boorden van de Maas is feeëriek. Mooie Lentekleuren, grijze rotsen, een rode stip van een rotsklimmer. Het laat niemand koud. Bewondering, een praatje, een groepsfoto, al deze dingen zorgen voor een gemoedelijke en vriendschappelijke sfeer.

Cette journée bien remplie se terminera devant une bonne Leffe. Et chacun repartira, avec dans le cœur, le souvenir d’une Assemblée générale 2009 réussie. Brigitte Gallez

Hartelijk dank aan de heer Musin, bescheiden organisator van deze mooie dag. Ik merk dat hij verliefd is op de steen (zoals alle aanwezigen hier trouwens) en meer bepaald op deze streek waarvan hij alles weet, tot het kleinste steentje toe… Ondanks het aanlokkelijk aanbod nog eens naar boven te gaan voor een echt bezoek aan de Citadel bedanken de meesten er toch voor wegens te koud. Dan is dat maar zo. Tenslotte ligt Dinant niet zo ver af. We moeten maar eens terugkomen. Deze goed gevulde dag eindigt bij een smakelijke Leffe. En dan vertrekken we met in ons hart een mooie herinnering aan deze geslaagde Algemene vergadering 2009.

COMITÉ DE DIRECTION ET NOUVELLE PRÉSIDENCE

DIRECTIECOMITÉ. VOORZITTERSWISSEL

Après sa composition par l’Assemblée générale du 25 avril 2009, le Conseil d’administration a procédé à l’élection du Comité de direction. Vu l’alternance linguistique prévue dans les statuts, c’est Robert De Battice de l’association de Liège qui a été élu Président en succession à Danielle Deelen, nommée Past-Présidente. Ce n’est pas tellement étonnant, car l’association liégeoise est une des plus actives et elle a toujours livré des membres fidèles au sein du Comité de Direction. Les plus anciens d’entre nous se rappelleront le regretté Lucien Bonhomme décédé en 1968. Et nul ne contestera qu’en Claude Bonhomme, la fédération a toujours eu un précieux et fidèle collaborateur, notamment à la rédaction de cette revue. Robert De Battice n’est pas un petit bleu. Il est entré dans le Conseil d’Administration en 1990. Il siège au comité de direction depuis 1991, dont il fut d’abord rapporteur puis secrétaire général. En 2005, il fut nommé vice-président wallon. Pendant sa vice-présidence, il a fort poussé à la charrette du groupement des fédérations des tailleurs de pierres et des marbriers, et à présent son plus grand désir est de pouvoir donner un nouvel élan à la Fédération de la Pierre Naturelle unissant les deux métiers, qui se trouve d’ailleurs devant un nouveau défi : son entrée au secrétariat commun avec les fédérations FEDECOM et FECAMO.

Na zijn samenstelling door de Algemene vergadering van 25 april 2009 ging de Raad van Bestuur over tot de verkiezing van het Directiecomité. Rekening houdend met de statutaire bepalingen aangaande de taalbeurtrol van de Voorzitter, werd Robert De Battice van de vereniging van Luik tot Voorzitter verkozen, in opvolging van Danielle Deelen die Past-Voorzitster werd benoemd. Dat de Voorzitter uit die streek komt is niet zo verwonderlijk, want de Luikse vereniging is één van onze actiefste groeperingen en ze heeft in het verleden al trouwe bestuursleden afgeleverd. De oudsten onder ons herinneren zich vast nog wel de betreurde Lucien Bonhomme, overleden in 1968. En niemand zal ontkennen dat het bestuur aan Claude Bonhomme altijd een erg gedienstig lid heeft gehad, meer bepaald door zijn actieve medewerking aan de redactie van dit blad. Robert De Battice is geen nieuwkomer. Hij maakt sinds 1990 deel uit van de Raad van Bestuur, is lid van het Directiecomité sinds 1991, eerst als verslaggever en daarna als Secretaris-generaal, om in 2005 Waalse Ondervoorzitter te worden. Het was in die laatste functie dat hij fel opkwam voor de groepering van de federaties van de steenhouwers en marmerbewerkers en nu is het zijn grote wens een nieuw elan te geven aan die Federatie van de Natuursteenbewerking die de twee beroepen verenigt. Er hangen overigens nog meer veranderingen in de lucht nu de federatie besloten heeft aan te sluiten bij het gemeenschappelijk secretariaat van FEDECOM en FECAMO.

Le Comité de direction entier se présente comme suit: Président: DE BATTICE Robert Past-Présidente: DEELEN Danielle Vice-Présidents : BRAMS Robert - VANDERLINDEN Henri Secrétaire général: COGNAUX Francis Trésorier: EGGERMONT Jos Rapporteurs: BUZIN Emile- JEROME Denis -ROOSEMONT J.-P. Présidents honoraires : BONHOMME Claude - DASCOTTE Jacques Vice-Président honoraire : VERHEES Roland

Het voltallig Directiecomité ziet er als volgt uit: Voorzitter: DE BATTICE Robert Past-Voorzitster: DEELEN Danielle Ondervoorzitters : BRAMS Robert - VANDERLINDEN Henri Secretaris-generaal: COGNAUX Francis Penningmeester: EGGERMONT Jos Verslaggevers: BUZIN Emile- JEROME Denis -ROOSEMONT J.-P. Honoraire voorzitters : BONHOMME Claude - DASCOTTE Jacques Honorair Ondervoorzitter : VERHEES Roland

de gauche à droite/van links naar rechts : Henri Vanderlinden, Robert De Battice, Emile Buzin, Francis Cognaux©Brigitte Gallez


BIBLIOTEQ UE / BIBLIOTHEEK

LES CARNETS DE LA PIERRE. LA PIERRE AU JARDIN Ou comment la pierre continue de surprendre les regards les plus avertis… Par ses nombreuses publications, l’asbl Pierres et Marbres de Wallonie poursuit sa mission de sensibilisation aux usages de la pierre naturelle. Les trois livrets, nouvellement parus, présentent respectivement l’emploi thématique de la pierre en « murs », « sols » ou « escaliers » par des exemples de jardins contemporains.

DE NATUURSTEENBOEKJES. NATUURSTEEN IN DE TUIN Of hoe natuursteen de meest ervaren kenners nog blijft verrassen… Door haar talrijke publicaties volhardt de vzw ‘Pierres et Marbres de Wallonie’ in haar missie om het gebruik van natuursteen aan te moedigen. De drie zopas verschenen boekjes gaan achtereenvolgens over het thematisch gebruik van natuursteen in “muren”, “vloeren” en “trappen”, aan de hand van voorbeelden van hedendaagse tuinen. Derrière les trois couvertures simples mais hautes en couleurs, c’est indiscutablement le vert qui domine et qui se mêle au calpinage précis du calcaire de Meuse, aux dalles dressées de schiste ou aux contre-marches de pierre bleue. La nouvelle collection intitulée «Les carnets de la pierre» que débute aujourd’hui Pierres et Marbres de Wallonie rassemble les potentialités de mise en œuvre de matériaux, qu’elles soient traditionnelles ou nées de l’imagination d’un concepteur.

Achter de eenvoudige maar kleurrijke omslagen domineert ontegensprekelijk het groen, vermengd met de zorgvuldig gekozen steenverbanden in maaskalksteen, rechtopstaande breukstenen in schist, en treden in blauwe steen. In de nieuwe collectie De «natuursteenboekjes» waar Pierres et Marbres de Wallonie nu mee uitpakt, worden de toepassingsmogelijkheden van de materialen voorgesteld, zowel traditionele als nieuwe ontsproten uit de creativiteit van een ontwerper.

1. Jardin privé/Privétuin, Lasne © Les carrières de le Pierre Bleue Belge 2. Parc du Dobbelenberg, Diegem, Concepteur/Ontwerp Wirtz International S.A. © Pierres et Marbres de Wallonie (C. Marchi) 3. Pegasus Park, Diegem, Conception/Ontwerp Michel Pauwels © Pierres et Marbres de Wallonie (C. Marchi)

4. Pegasus Park, Diegem, Conception/Ontwerp Michel Pauwels © Pierres et Marbres de Wallonie (C. Marchi) 5. Promenade Verte/De Groene Wandeling, Auderghem/Oudergem, Conception/ Ontwerp Dessin et Construction © Pierres et Marbres de Wallonie (D. Guerrier-Dubarle)

1

2

20


3

4

5

La première thématique retenue est celle de «La pierre au jardin», un choix qui n’est pas tout à fait innocent. En effet, en 2006, l’association publiait «Pierres et Jardins», une brochure généraliste évoquant toutes les applications de nos matériaux. Celle-ci a remporté un succès unanime auprès de professionnels et particuliers mais avait intrigué grand nombre de lecteurs curieux d’en apprendre davantage. Les trois premiers tomes de cette nouvelle collection répondront, nous l’espérons, à leurs attentes en proposant une description de projets ainsi que le détail précis des matériaux et techniques de pose. Des schémas particulièrement clairs se succèdent tel des recettes pour une mise en oeuvre réussie de sols, murs ou escaliers. Les pierres ne sont certes pas en reste dans ces opus où elles sont présentées de manière très personnelle par l’auteur qui a su mettre en évidence les qualités de celles-ci ainsi que leurs limites en synthétisant les traits qui font leur richesse.

Het eerste behandelde thema is «Natuursteen in de tuin», een niet zo toevallige keuze want in 2006 publiceerde de vereniging immers al een brochure «Natuursteen in de tuin» waarin alle toepassingen van onze materialen aan bod komen. Deze uitgave kende een unaniem succes bij zowel professionelen als particulieren, en intrigeerde tal van lezers die er graag wat meer over te weten wilden komen. De eerste drie delen van deze nieuwe collectie zullen hopelijk aan hun verwachtingen voldoen met de beschrijving van projecten en nauwkeurige details van materialen en plaatsingstechnieken. Duidelijke schema’s en voorschriften voor een geslaagde plaatsing van vloeren, muren en trappen wisselen elkaar af. De stenen worden vanzelfsprekend niet achterwege gelaten in dit opus. De auteur stelt ze op een persoonlijke manier voor en weet, door een synthese van hun voornaamste troeven, zowel de kwaliteiten als beperkingen aan te kaarten.

Confiés au tandem qui avait livré la première brochure, nous y retrouvons la plume de Dominique Guerrier-Dubarle (pour les textes et les schémas) et l’illustration photographique de Cristina Marchi (chargée de la coordination).

Voor deze uitgave werd dezelfde tandem ingeschakeld als voor de eerste brochure. De auteur is Dominique Guerrier-Dubarle (tekst en schema’s) en de fotografie-illustraties zijn van Cristina Marchi (belast met de coördinatie).

D’assemblages créatifs en détournements, de pierres brutes en lignes adoucies, c’est un cheminement à travers l’imagination des architectes de jardins tels Serge Delsemme, Jean Delogne, Patrick Verbruggen et tant d’autres qui s’offre au lecteur au fil des pages.

Van creatieve combinaties tot vondsten van aandachtige waarnemers, van onbewerkte stenen tot zachte lijnen, het is een constante beweging volgens de verbeelding van tuinarchitecten zoals Serge Delsemme, Jean Delogne, Patrick Verbruggen en nog enkele anderen, die zich doorheen gans het werk voor de lezer voltrekt.

Le soin apporté à la sélection des projets atteste des richesses dissimulées dans les coins verts des habitations de notre pays. Qu’il s’agisse d’un ensemble fascinant ou d’une petite trouvaille discrète qui fait la différence, ces carnets ne peuvent qu’inspirer ceux qui rêvent d’introduire la pierre dans leur jardin.

De zorg die werd besteed aan de selectie van de projecten laat ook zien welke rijkdom verborgen ligt in de groene hoekjes van de woningen in ons land. Of het nu gaat om een boeiend geheel of een discrete kleine vondst die het zo bijzonder maakt, deze boekjes zullen zeker inspiratie leveren aan iedereen die ervan droomt natuursteen in zijn tuin te gebruiken.

F.D.

Diffusion : http://www.pierresetmarbres.be/-Publications-.html Verkrijgbaar bij: http://www.pierresetmarbres.be/-Publicaties-.html Ou/of : [email protected]


BIBLIOTEQ UE / BIBLIOTHEEK

NOTRE SÉLECTION/ONZE KEUZE Les parutions intéressantes de ces derniers mois sont nombreuses – l’édition ne connaîtrait-elle pas la crise ? – on est loin en tout cas de la disparition annoncée du support papier au profit des moyens de communication modernes ! Nous avons sélectionné à votre intention une série d’ouvrages diversifiés, dont le lien avec la pierre peut paraître parfois ténu, mais qui contribuent à éclairer des facettes multiples et, qui sait, inexplorées voire nouvelles de ce matériau vieux comme le monde. Voici donc ces livres à recommander. De jongste maanden verschenen talrijke interessante uitgaven –zou de uitgeverijwereld niet lijden onder de crisis?- in ieder geval ligt de aangekondigde vervanging van de papieren communicatie door moderne communicatiemiddelen nog veraf! Wij hebben voor u een reeks werken geselecteerd over verschillende thema’s waarvan de band met de steen soms ver te zoeken is, maar die toch een bijdrage leveren tot de kennis van veelvuldige, wellicht ongekende of nieuwe facetten, van een materiaal dat zo oud is als de wereld. Het gaat over volgende aanbevelingswaardige boeken.

RENOVATIE & RESTAURATIE. NATUURSTEEN IN VLAANDEREN, VERSTEEND VERLEDEN Michiel DUSAR, Roland DREESEN & André DE NAEYER Editions Kluwer (www.kluwer.be ). 2009, 562 pages, largement illustrées de photographies, de cartes, de tableaux, etc. ISBN 978-90-4652-367-4 Uitgeverij Kluwer (www.kluwer.be ). 2009, 562 bladzijden, rijk geïllustreerd met foto’s, kaarten, schilderijen, enz. ISBN 978-90-4652-367-4

Nous avions salué naguère la parution du bel «atlas» des pierres historiques du Limbourg belge (R. DREESEN, M. DUSAR & Fr. DOPERÉ, 2002, Atlas natuursteen in Limburgse monumenten, Provincie Limburg / Likonea) – voici l’amplification prévisible de l’approche, d’abord à toute la Région flamande, ensuite au monde de la pierre envisagé de façon plus globale, jusqu’à l’époque actuelle. L’ouvrage est volumineux, le corps de fiches techniques qui prend plus de 400 pages débute par une introduction fournie, de plus d’une centaine de pages, qui aborde aussi bien les domaines scientifiques (géologie, classification pétrographique…) que

22


Onlangs verheugden wij ons in de publicatie van de mooie «atlas» van historische natuurstenen uit Belgisch Limburg (R. DREESEN, M. DUSAR & Fr. DOPERÉ, 2002, Atlas natuursteen in Limburgse monumenten, Provincie Limburg / Likonea) – met dit boek wordt het thema doorgetrokken tot gans Vlaanderen, en vervolgens tot de wereld van de steen in een globalere context tot de tijd van nu. Het is een lijvig werk. Het gedeelte van de technische fiches beslaat 400 pagina’s en begint met een lange inleiding van een honderdtal pagina’s handelend over zowel wetenschappelijke kenmerken (geologie,

constructifs et techniques (performances et méthodes d’analyse, aptitude au façonnage, etc.), ainsi que des aspects patrimoniaux (historique des exploitations et des usages) et des questions pratiques dans une démarche de restauration du patrimoine bâti (identification, altération, restauration et remplacement…) – le tout présenté de façon didactique et agrémenté de nombreuses figures. Les fiches proprement dites reprennent un schéma aujourd’hui classique (dénomination, identification, origine, caractéristiques, remplacement, bibliographie), avec un développement variable des différents champs selon l’importance historique des matériaux (20 pages pour le petit granit, 4 pour le basalte). C’est d’ailleurs un aspect peu pratique de ce qui se veut un guide : les «fiches» ne sont pas standardisées en terme de présentation, ce qui en rend consultation et surtout comparaison difficiles. De même, les nombreuses illustrations, globalement de qualité, ne sont pas systématisées quant à l’échelle, le recul, la lumière, etc. L’extrême diversité de matériaux explique ce travers mais il n’empêche que ces différences troublent la perception et, à nouveau, handicapent les comparaisons directes. C’est donc plutôt un ouvrage de lecture qu’un manuel de terrain dont nous disposons ici. Il faut souligner par ailleurs l’intérêt d’avoir repris des bibliographies spécifiques de chaque matériau, et l’utilité manifeste des différents index (noms, synonymes et variantes/couleurs/pétrographie/stratigraphie/général). En bref, un ouvrage fort recommandable pour tout amateur de constructions anciennes et de matériaux historiques !

petrografische indeling), als bouwtechnische kenmerken (prestaties en analysemethodes, toepassing, enz.) en erfgoedaspecten (identificatie, verwering, restauratie en vervanging…) – dit alles op een didactische wijze voorgesteld en aangenaam geïllustreerd met beelden. De fiches zelf zijn samengesteld volgens een klassiek hedendaags schema (benaming, identificatie, herkomst, kenmerken, bibliografie) met een veranderende ontwikkeling in de verschillende velden volgens het historisch belang van de materialen (20 pagina’s voor de blauwe hardsteen, 4 voor het basalt). Deze aanpak is overigens weinig praktisch als het de bedoeling is een gids af te leveren: de «fiches» zijn niet gestandaardiseerd in hun voorstelling, wat het raadplegen en vooral het vergelijken bemoeilijkt. Ook de talrijke, meestal kwaliteitvolle, illustraties zijn niet geordend volgens schaal, afstand, belichting, enz. De extreme diversiteit aan materialen kan dit tekort verklaren, maar dat neemt niet weg dat deze verschillen de beoordeling vertroebelen en, zoals gezegd, onderlinge vergelijkingen belemmeren. We beschikken hier dus eerder over een leeswerk dan over een handleiding. Anderzijds moeten we wel wijzen op het nut van de specifieke bibliografische gegevens die van elk materiaal werden opgetekend en van de verschillende indexen (namen, synoniemen en varianten/kleuren/ petrografie/algemeen). Kortom, een aanrader voor elke liefhebber van oude gebouwen en historische materialen.

SPRL ENTRACO Willy CHARTIER Rue de Picopré 8 4140 CHANXHE-SPRIMONT Tél. 04/369.22.02 - Fax 04/369.28.51

MACHINES POUR LE TRAVAIL DES PIERRES, MARBRES ET GRANITS AGENT EXCLUSIF BENELUX ET FRANCE DE OFFICINE BM S.R.L.

MACHINES VOOR DE STEEN-, MARMER EN GRANIETBEWERKING EXCLUSIEF AGENT BENELUX EN FRANKRIJK DE OFFICINE BM S.R.L.


LA PIERRE BLEUE BELGE

authentiek duurzaam verrassend

24

Het winnen van dit decoratieve gesteente vereist een vakmanschap dat men niet van vandaag op morgen onder de knie krijgt. Les Carrières de la Pierre Bleue Belge koppelt respect voor de traditie aan technologische durf en ontgint, zaagt en bewerkt Belgische Blauwe Hardsteen op haar twee exploitatieplaatsen: Les Carrières Gauthier & Wincqz, met exploitatie begonnen in 1668 en la Carrière du Clypot, ontstaan in 1898.

1, CHEMIN DES CARRIÈRES - B-7063 SOIGNIES +32(0)67346800 - [email protected]

Les Carrières de la Pierre Bleue NV, uw partner.

www.pierrebleuebelge.be


OVER DE VLOER, MET VOETEN GETREDEN ERFGOED ELOY KOLDEWEIJ (COORD.) Waanders Uitgever, Zwolle (www.waanders.nl)/Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, Zeist/Amersfoort (www.racm.nl ). 2008, 424 pages très illustrées ISBN 978-90-400-8561-1 Waanders Uitgever, Zwolle (www.waanders.nl)/Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, Zeist/Amersfoort (www.racm.nl ). 2008, 424 bladzijden met veel illustraties ISBN 978-90-400-8561-1

On connaît la qualité des travaux publiés par le service hollandais des monuments et l’originalité de leurs approches, qui se vérifie une fois de plus avec cette anthologie des sols à travers le patrimoine des PaysBas. Bien souvent, cette partie des monuments est négligée dans les études monographiques et maltraitées lors des travaux de restauration. Considérés d’abord sous leurs aspects fonctionnels, les sols sont trop fréquemment sacrifiés et remplacés «à l’identique», avec une perte déplorable d’authenticité matérielle, et la disparition progressive des témoins des pratiques anciennes. C’est vrai pour toutes les matières, dont bien sûr les pierres et les marbres. Ici sont abordées de multiples facettes de ces problématiques –fouilles archéologiques et leur valorisation lors d’aménagements d’églises ou d’édifices publics, sols prestigieux ou sols modestes, chauffage par le sol et patrimoine, ou, plus inattendu, les sols des maisons de poupées et leurs enseignements sur les pratiques anciennes de sols ! Pour notre part, nous retiendrons l’article fouillé de Hendrik J. Tolboom, sobrement intitulé «Natuursteen vloeren», qui recense la gamme de matériaux pierreux utilisés par ces applications aux Pays-Bas et traite des questions pratiques liées à la maintenance, à l’entretien et à la restauration de ces ensembles. Mais le livre est vraiment très riche d’enseignements sur toutes sortes de sujets !

De kwaliteit van de werken gepubliceerd door de Hollandse dienst voor monumenten en de originaliteit van hun benadering is gekend. Dat blijkt eens te meer uit deze bloemlezing over de vloer doorheen het erfgoed van de Nederlanden. Vaak wordt dit gedeelte van de monumenten in wetenschappelijke verhandelingen verwaarloosd en ook niet goed behandeld tijdens restauratiewerken. Laten wij vooreerst de functionele aspecten van de vloer bekijken. Die wordt te dikwijls opgeofferd en «op identieke wijze» vervangen met als gevolg een betreurenswaardig verlies van de materiële authenticiteit en de geleidelijke verdwijning van de getuigen van oude praktijken. Dat geldt voor alle materialen, dus ook voor de steen en het marmer. De veelvuldige facetten van deze problematiek worden hier behandeld -archeologische opgravingen en hun waardebepaling tijdens verbouwingen van kerken of openbare gebouwen, prestigieuze of bescheiden vloeren, vloerverwarming en erfgoed of, meer onverwacht, vloeren van poppenhuizen en wat ze ons leren over oude vloerpraktijken! Wat ons betreft, onthouden wij het goed onderbouwd artikel van Hendrik J. Tolboom met de sobere titel «Natuursteen vloeren» dat de gamma natuursteenmaterialen die hiervoor in Nederland werden gebruikt onder de loep neemt en praktische kwesties behandelt over het behoud, het onderhoud en de restauratie van die ensembles. Maar het boek is echt heel leerzaam over tal van onderwerpen!


ELEMENTS IN ARCHITECTURE, MATERIALEN, MATÉRIAUX, MATERIALEN OSCAR RIERA OJEDA (ÉDIT.) & MARK PASNIK (TEXTE) Editions Evergreen, Köln (www.taschen.com ), 2008 (édition anglaise originale en 2003), 192 pages ISBN 978-3-8365-0340-2 2008 (oorspronkelijke Engelse editie uit 2003), 192 bladzijden ISBN 978-3-8365-0340-2

ELEMENTS IN ARCHITECTURE, FARBEN, COULEURS, KLEUREN OSCAR RIERA OJEDA (ÉDIT.) & JAMES MCCOWN (TEXTE) Editions Evergreen, Köln (www.taschen.com), 2008 (édition anglaise originale en 2004), 192 pages ISBN 978-3-8365-0344-0 2008 (oorspronkelijke Engelse editie uit 2004), 192 bladzijden ISBN 978-3-8365-0344-0

Nous ne citerons ici que ces deux volumes d’une belle série qui en comporte d’autres (sur les espaces et les détails, notamment). Traduites et adaptées en trois langues au départ d’une édition anglaise, ces anthologies présentent de fort belles photographies (signées de Paul WARCHOL) de réalisations exemplaires des dix dernières années, accompagnées de dessins techniques sur les appareillages et les mises en œuvre. La pierre proprement dite n’occupe qu’une petite partie de ces références mais certains ensembles très épurés méritent l’attention par leur originalité –tel ce «panneau déflecteur» en ardoise, qui diffuse une douce lumière sur des parois d’une salle de bain en ardoise sciée, d’une façon qui n’est pas sans évoquer les fameux thermes suisses de Zumthor…

We citeren hier slechts twee van een mooie reeks van volumes (meer bepaald over ruimte en details). Deze bloemlezingen werden uit de oorspronkelijke Engelse editie in drie talen vertaald en bijgewerkt, en tonen ons bijzonder mooie foto’s (van Paul Warchol) van voorbeeldige realisaties uit de laatste 10 jaar, met technische tekeningen van steenverband en toepassingen. De natuursteen komt niet zoveel aan bod in deze referentiewerken, maar sommige goed uitgekiende voorstellingen verdienen alle aandacht omwille van hun originaliteit. Een voorbeeld daarvan is de leistenen deflectorplaat, die een zacht licht werpt op de wanden van een badkamer in gezaagde leisteen en zo doet denken aan de vermaarde Zwitserse thermen van Zumthor.

SET IN STONE. RETHINKING A TIMELESS MATERIAL DIRK MEYHÖFER Braun Publishing AG, Berlin (www.braun-publishing.ch ). 2009, 256 pages ISBN 978-3-03768-008-7 2009, 256 bladzijden ISBN 978-3-03768-008-7

Het woordje ‘Stone’ in de titel van dit werk kan verkeerd begrepen worden, aangezien het gaat over natuursteen in de architectuur natuurlijk, maar ook over baksteen en keramiek… De bedoeling is te bewijzen dat ‘steen’ in de ruime betekenis van het woord een uiterst hedendaags materiaal is en geschikt is voor resoluut vernieuwende toepassingen. De geslaagde presentatie, waarin het kwaliteitsvolle fotomateriaal goed tot zijn recht komt, toont uiteenlopende realisaties –het stadium van Tenerife in grote blokken lavasteen en het congrescentrum in beton met plaatselijke keien, de universiteit van Lissabon waar het oude en het hedendaagse elkaar vinden in vastgehaakte witte steen, de kerk van het Noorse Mortensrud en zijn lichtdoorlatend metselwerk in breuksteen, de schanskorven van een grote bibliotheek in Colombia, maar ook eenvoudige individuele woningen of de verbouwing van de Frauenkirche in Dresden. Kortom, een flinke dosis frisse ideeën en esthetisch genot bij het ontdekken van deze afbeeldingen! Le “stone” du titre peut prêter à confusion, puisque sont ici figurées des architectures en pierre naturelle bien sûr, mais aussi en brique et en céramique… L’intention est de prouver que la «pierre» au sens donc large est un matériau on ne peut plus contemporain et peut se prêter à des utilisations résolument novatrices. La superbe présentation met en valeur les photographies de haute qualité, pour montrer des réalisations très diversifiées -Tenerife et son stade en gros blocs de lave ou son centre de congrès en béton aux galets locaux, l’université de Lisbonne ou le choc de l’ancien et du contemporain en pierre blanche agrafée, l’église de Mortensrud en Norvège et ses maçonneries translucides de moellons, les gabions d’une grande bibliothèque en Colombie –mais aussi de simples maisons individuelles ou la reconstruction de la Frauenkirche de Dresde, souvent présentées. Bref, une bonne dose d’idées nouvelles et un grand plaisir esthétique dans la découverte de ces images !

26


STONE ARCHITECTURE DAVID DERNIE Laurence King Publishing, London (www.laurenceking.co.uk). 2009 (1ère édition en 2003), 240 pages ISBN 978-1-85669-602-9 Laurence King Publishing, London (www.laurenceking.co.uk). 2009 (1e editie uit 2003), 240 bladzijden ISBN 978-1-85669-602-9

David DERNIE, architecte qui dirige l’école d’architecture de Manchester, est connu chez nous pour sa monographie sur Victor Horta (1995), qui avait apporté un éclairage original sur l’œuvre de ce grand architecte. Il est aussi un fin connaisseur du matériau «pierre», auquel il a consacré une anthologie publiée pour la première fois en 2003 («New stone architecture») et aujourd’hui rééditée en version brochée. Une trentaine de projets, réalisés pour la plupart au cours des dix dernières années, est répartie en trois grands chapitres, la «construction en pierre» («Building in stone»), le paysage pétrifié («Petrified Landscapes») et les «pierres urbaines» («Urban stones»), le tout précédé d’une introduction sur la puissance de la pierre («The power of stone»). Ici aussi, de fort belles photos, des plans et des détails d’exécution – belle source d’inspiration à nouveau !

David DERNIE, staat aan het hoofd van de architectuurschool in Manchester en is bij ons bekend om zijn monografie over Victor Horta (1995), waarin een originele kijk werd gegeven op het oeuvre van deze grote architect. Hij is ook een natuursteenkenner en wijdde hieraan een anthologie die voor de eerste maal werd gepubliceerd in 2003 (‘New stone architecture’) die vandaag heruitgegeven wordt in een gebonden versie. Een dertigtal projecten, de meeste gerealiseerd tijdens de laatste tien jaar, werden ondergebracht in drie grote hoofdstukken, ‘Bouwen in steen’ (‘Building in stone’), ‘Versteende landschappen’ (‘Petrified Landscapes’) en ‘Stedelijke steen’ (‘Urban stones’), dit alles voorafgegaan door een inleiding over de kracht van natuursteen (‘The power of stone’). Ook dit werk bevat bijzonder mooie foto’s, plannen en uitvoeringsdetails –alweer een mooie inspiratiebron!

PIERRE DE TAILLE. ARTISANAT, OUTILLAGE ET APPLICATIONS : FORGE, EXTRACTION, TAILLE ETIENNE CUNRATH Archives des Artisans de la pierre de taille, Le Plessis-Robinson (2 allée Bourdelle). 2007, 272 pages ISBN 978-2-9529990-0-7 Archives des Artisans de la pierre de taille, Le Plessis-Robinson (2 allée Bourdelle). 2007, 272 bladzijden ISBN 978-2-9529990-0-7

Voici à coup sûr un ouvrage atypique ! La présentation «à l’italienne» interpelle, ainsi que le traitement inhabituel de la couverture, mi-mate, mibrillante. Le contenu accroche, mélange de dessins au trait (souvent d’après des clichés ou des peintures et dessins anciens), de somptueux dessins «aux petits points» et de photographies historiques et contemporaines. Le fil rouge est l’outil, décliné sous toutes ses formes et pour tous les usages, depuis l’extraction jusqu’à la mise en œuvre. L’ouvrage couvre toute l’histoire, de la préhistoire à nos jours, et est universel, de la Méditerranée antique au monde précolombien d’Amérique centrale. Quel intérêt, direz-vous, après les livres classiques de Jean-Claude Bessac sur l’outillage et les publications techniques de la maison d’édition Eyrolles, pour ne citer que les ouvrages en langue française ? L’intérêt est de disposer d’une approche synthétique, très largement (et globalement plutôt très bien) illustrée, rédigée d’une façon claire et très compréhensible pour le commun des mortels, avec une profusion de détails et de compléments, qui ne laisseront pas indifférents les spécialistes… Bref, bien que de diffusion un peu limitée (et par conséquent d’achat un peu difficile), un livre, à la fois beau et utile – pour lequel il ne faut pas hésiter à contacter directement l’auteur (Etienne Cunrath, 2 allée Bourdelle, F-92350 Le Plessis-Robinson).

Dit is zeer zeker een ongewone uitgave! De presentatie ‘op zijn Italiaans’ en de opvallende half matte -half blinkende omslag, trekken de aandacht. Hetzelfde geldt voor de inhoud: een mengeling van pentekeningen (dikwijls op basis van clichés of schilderijen en oude tekeningen), weelderige ‘puntjes’ tekeningen en historische en hedendaagse foto’s. De rode draad is het werktuig in al zijn vormen en toepassingen, van de ontginning tot de plaatsing. Het werk behandelt de hele geschiedenis en de hele wereld, van de prehistorie tot nu, van de Mediterrane Klassieke Oudheid tot de precolumbiaanse wereld in centraal Amerika. U vraagt zich misschien af of we hierop nog zaten te wachten, na de klassiekers van Jean-Claude Bessac over de uitrusting, en de technische publicaties van de uitgeverij Eyrolles, om louter Franstalige werken te vernoemen. Dit boek munt uit door zijn synthetische benadering, rijke - en globaal gezien goede - illustraties, duidelijke en voor leken verstaanbare teksten, een overvloed aan details en aanvullingen, en zal de vakmensen niet onverschillig laten. Kortom, het is een mooi en nuttig boek, hoewel de verspreiding ervan nogal beperkt is (en dus moeilijker te verkrijgen) waarover men de auteur altijd mag contacteren (Etienne Cunrath, 2 allée Bourdelle, F-92350 Le Plessis-Robinson).


LA VILLE AUJOURD’HUI, NOUVELLES TENDANCES EN URBANISME SIMONE SCHLEIFER (ÉDIT.) Editions Place des Victoires, Paris (www.editions-placedesvictoires.fr ). 2008, 255 pages ISBN 978-2-8099-0006-4 Editions Place des Victoires, Paris (www.editions-placedesvictoires.fr ). 2008, 255 bladzijden ISBN 978-2-8099-0006-4

URBAN LANDSCAPE DESIGN JOHN A. FLANNERY & KAREN M. SMITH teNeues Verlag GmbH + Co., Kempen, (www.teneues.com ). 2008, 220 pages ISBN 978-3-8327-9275-6 teNeues Verlag GmbH + Co., Kempen, (www.teneues.com ). 2008, 220 bladzijden ISBN 978-3-8327-9275-6

URBAN SPACES, ENVIRONMENTS FOR THE FUTURE JACOBO KRAUEL Editions Links, Barcelona (www.linksbooks.net). 2009, 299 pages ISBN 978-84-96969-39-1 Uitgeverij Links, Barcelona (www.linksbooks.net). 2009, 299 bladzijden ISBN 978-84-96969-39-1

DÉTAILS DE PAYSAGE CONTEMPORAIN (TRADUIT DE L’ANGLAIS PAR RICHARD CREVIER) VIRGINIA MCLEOD Editions du Moniteur, Paris (www.editionsdumoniteur.com). 2008, 190 pages (avec un CD reprenant tous les dessins) ISBN 978-2-281-19357-2 Editions du Moniteur, Paris (www.editionsdumoniteur.com). 2008,190 bladzijden (met een CD waarop alle tekeningen werden bewaard) ISBN 978-2-281-19357-2

28


L’aménagement urbain et souvent en continuité, celui des parcs et espaces verts font aujourd’hui l’objet de toutes les attentions et d’innombrables projets récents témoignent à travers le monde de réussites incontestables, où l’originalité formelle se double d’astuces techniques pour créer des effets complètement inattendus. Que l’on cite simplement les aménagements toujours en cours du centre de Bordeaux, ville classique s’il en est, engoncée jusqu’il y a peu dans son image un peu desséchée de préfecture de province –image renouvelée de fond en comble par ces boulevards, ces places, où le minéral se tempère heureusement d’un végétal varié et coloré, avec des concepts entièrement nouveaux– comme les miroirs d’eau des bords de la Garonne. En continu avec les promenades des quais, se développe une vaste esplanade de granit, couverte selon les moments d’une mince pellicule d’eau, où se reflètent les strictes façades symétriques des places royales, ou de nuages de brumes et de vapeurs, qui estompent les lignes par trop rigides de cette architecture d’apparat. Les quatre ouvrages repris ici montrent quantité de ces réalisations, avec tous les détails techniques souhaitables et, comme de coutume, beaucoup de belles images à faire rêver les plus matérialistes…

Het stedelijk weefsel is voortdurend in beweging, parken en groene zones krijgen vandaag heel veel aandacht en talloze recente vernieuwingsprojecten getuigen over heel de wereld van ontegensprekelijke successen waarin de vormelijke originaliteit gepaard gaat met technische hoogstandjes en zo voor onverwachte effecten zorgt. Zo zijn er de nog steeds aan de gang zijnde vernieuwingen in het centrum van Bordeaux. Deze klassieke stad ging tot voor kort gebukt onder het nogal stijve en droge imago van de prefectuur van een provincie, maar ze kreeg een gans nieuw imago aangemeten door deze boulevards en pleinen waar gesteenten gelukkig gemengd worden met gevarieerde en kleurrijke beplantingen, volgens volledige vernieuwende concepten, zoals de ‘waterspiegels’ aan de oevers van de Garonne. In het verlengde van de promenades op de kaaien ligt nu een uitgestrekte granieten esplanade, bedekt met ofwel een dun laagje water waarin de strikt symmetrische gevels van de koninklijke pleinen worden gereflecteerd, ofwel wolken van nevels en waterdamp die de stijve lijnen van deze architectuur verdoezelen. In de 4 boeken die hier worden aangehaald zijn talrijke realisaties terug te vinden, met alle technische details die men maar wensen kan en, zoals gewoonlijk, met heel veel mooie foto’s die zelfs de grootste materialisten doet dagdromen...

F.T.



GRANDS PROFESSIONNELS À L’HONNEUR LE SECTEUR DE LA CONSTRUCTION RECRUTE DES “LAURÉATS” ET “CADETS” DU TRAVAIL BUITENGEWONE VAKLUI BELOOND BOUWSECTOR ZOEKT LAUREATEN EN CADETTEN VAN DE ARBEID Votre entreprise compte-t-elle dans ses rangs des travailleurs exceptionnels? Vous êtes indépendant et votre compétence est votre label de qualité? Votre savoir-faire fait votre fierté? Votre entreprise regorge de talent? Distinguez ce talent en briguant le titre de “lauréat” ou de “cadet” du Travail. Werkt uw bedrijf met buitengewone werknemers? Bent u zelfstandige en zijn uw vaardigheden uw kwaliteitslabel? Bent u als bedrijfsleider trots op uw knowhow? Barst uw onderneming van het talent? Bekroon het, door het de kans te geven Laureaat of Cadet van de Arbeid te worden. Tout talent mérite sa récompense. Une récompense qui n’est pas que financière. Au moins aussi importante est la reconnaissance de vos pairs. Quelle plus belle reconnaissance que celle d’être désigné par ses propres confrères comme un exemple à donner à toute la profession?

Talent moet beloond worden. Deze beloning is niet noodzakelijk alleen financieel: minstens even belangrijk is de erkenning door de beroepsgroep zelf. Door vakbroeders erkend worden als een voorbeeld voor het hele beroep, is de mooiste beloning die iemand kan krijgen.

Et voilà pourquoi l’Institut royal des Elites du Travail organise à intervalles réguliers une sélection destinée à permettre aux réels talents d’être distingués comme « lauréats » ou « cadets » du Travail.

Daarom organiseert het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid (KIEA) op gezette tijdstippen een procedure die talenten de kans geeft om Laureaat of Cadet van de Arbeid te worden.

UN LABEL DE QUALITÉ

EEN KWALITEITSLABEL

Pour patrons, cadres, indépendants, employés et ouvriers méritants

Het verkrijgen van deze titels is een grote eer. Het is een kwaliteitslabel, zowel binnen de bouwsector als voor de consumenten. Werkgevers, kaderleden, zelfstandigen, bedienden en arbeiders kunnen meedingen. Voorwaarde is dat zij blijk geven van grote verdienste, vakbekwaamheid en persoonlijke inzet op professioneel gebied.

Les titres honorifiques octroyés par l’Institut du Travail sont comme un label de qualité, tant parmi les professionnels de la construction qu’auprès de leurs clients. Les patrons, les cadres, les indépendants, les employés et ouvriers peuvent tous concourir pour les obtenir. Ils doivent seulement avoir fait la preuve de leurs grands mérites, de leur compétence et de leur implication personnelle au plan professionnel.

LAURÉAT Un lauréat du Travail doit faire preuve d’une grande qualification dans l’exercice quotidien de sa tâche. En première instance, un lauréat reçoit un insigne de bronze. Cinq ans plus tard, il peut prétendre à une médaille d’argent, dans la mesure où sa compétence professionnelle s’est enrichie et qu’il s’est adapté aux évolutions techniques et/ou de management et de gestion. En finale, un lauréat peut enfin prétendre à l’or. Pour cela, il faut qu’il ait développé ses activités sociales et soit devenu un exemple pour tout son secteur d’activité.

LAUREAAT Een Laureaat van de Arbeid kan een hoge beroepskwalificatie aantonen in de dagelijkse uitoefening van zijn taak, functie of beroep. In eerste instantie krijgt een Laureaat een bronzen ereteken. Na een periode van minstens vijf jaar kan hem een zilveren ereteken verleend worden, als hij zijn beroepsbekwaamheden heeft verruimd en zich heeft aangepast aan de evolutie van de techniek en/of van de managements- en beheersmethodes. Tenslotte kan een Laureaat ook een gouden ereteken verdienen. Daarvoor moet hij sociale activiteiten ontwikkelen die een voorbeeld kunnen zijn voor zijn sector.

CADET CADET La construction ne sera jamais florissante que si elle s’attire de jeunes talents. Des jeunes de moins de trente ans qui sont actifs dans la construction depuis au moins trois ans et dont on pressent le potentiel qu’ils présentent pour le secteur peuvent être candidats au titre de « cadet » du Travail et recevoir une étoile à ce titre de l’Institut des Elites du Travail, qui prend par ailleurs contact avec les professionnels déjà cadets ou lauréats, pour les engager à concourir pour une plus haute distinction.

De bouw kan alleen bloeien als hij talentvolle jongeren kan blijven aantrekken. Mensen onder de dertig jaar die minstens drie jaar een bouwberoep uitoefenen en die een veelbelovende toekomst hebben in de bouwsector, kunnen daarom Cadet van de Arbeid worden. Het ereteken dat zij krijgen is een ster. Het KIEA neemt zelf contact op met mensen die al Laureaat of Cadet zijn, met het oog op een eventuele bevordering.

EREDEKEN Enkel de beroepsfederaties kunnen mensen voordragen om Eredeken van de Arbeid te worden. De Eredekens zijn ambassadeurs en dragen de

30


A G ENDA DOYENS D’HONNEUR Seules les fédérations professionnelles peuvent proposer des personnalités en vue de l’octroi du titre de doyen d’honneur du Travail. Les doyens d’honneur sont comme des ambassadeurs, garants des valeurs et du prestige moral et social du métier qu’ils exercent et de leur secteur d’activité.

LE PASSÉ ET L’AVENIR À LA FOIS Les titres octroyés par l’Institut des Elites du Travail sont-ils une vieille tradition un peu désuète et qui risque de disparaître bientôt ? Rien n’est moins sûr, car l’Institut est très soucieux de son avenir et de l’intérêt sociétal qu’il représente. L’an passé, l’accent était ainsi mis sur le développement durable. Le souci de rester en phase avec son temps se traduit aussi par la modernisation de la procédure d’octroi des titres de lauréat et de cadet du Travail. La participation est simplifiée et l’outil internet y joue un rôle appréciable. La procédure colle donc à la réalité du secteur de la construction de notre temps. L’Institut Royal des Elites du Travail a été fondé il y a plus d’un demi-siècle. Il se propose de faire valoir officiellement les mérites et les talents dans la vie professionnelle. Il encourage aussi la formation professionnelle continuée et l’engagement social dans tous les domaines de l’organisation d’entreprise. Voir aussi www.iret-kiea.be. Ceci vous parle-t-il ? Ne tardez pas alors à poser votre candidature comme lauréat ou cadet du Travail. Donnez aussi aux talents que vous connaissez dans votre entreprise la chance de mériter cet honneur. Prenez dans cette optique contact avec votre fédération professionnelle. Pour tous renseignements supplémentaires, écrivez à [email protected] ou téléphonez au 02 514 18 58. La procédure de sélection démarre le 15 juin 2009.

waarden en het morele en sociale prestige van hun sector of beroep uit.

18/04-25/10/09 Troyes (F)

LE BEAU XVIe

TRADITIONEEL ÉN UP TO DATE In de flitsende mediasamenleving van vandaag kunnen eretitels voor de arbeid oubollig lijken. Maar KIEA is een toekomstgerichte organisatie, die zich inzet voor het brede maatschappelijke belang. Vorig jaar nog schaarde zij zich achter een duurzamere samenleving. De wil om de vinger aan de pols van de tijd te houden, blijkt ook de modernisering van de procedure om Laureaat of Cadet van de Arbeid te worden. De deelname is vereenvoudigd, en het internet krijgt een grotere rol. De procedure is afgestemd op de moderne realiteit in de bouwsector. Het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid (KIEA) bestaat al meer dan een halve eeuw. Zijn doel is de officiële en openbare erkenning van professionele talenten en verdiensten. Bovendien moedigt het Instituut beroepsopleiding en na- en bijscholing aan, net als sociaal engagement, en dat op alle sporten van de bedrijfsorganisatie. Zie ook www.iret-kiea.be. Bent u geïnteresseerd? Stel uzelf kandidaat om Laureaat of Cadet van de Arbeid te worden en geef ook het talent in uw onderneming de kans om deze eer te verdienen. De selectieprocedure voor deze eretitels start op 15 juni 2009. Neem voor deelname contact op met uw beroepsfederatie. Met verdere vragen kunt u terecht op info@ iret-kiea.be of 02 514 18 58.

Exposition des Chefs-d’œuvre de la sculpture en Champagne Tentoonstelling over meesterwerken in de beeldhouwkunst van de Champagnestreek

www.sculpture-en-champagne.fr

04/07-30/10/09 Maffle (B)

ART ET CARRIERES Exposition pour les 20 ans du Musée de la Pierre de Maffle Tentoonstelling rond het 20-jarig bestaan van het Steenmuseum te Maffle

www.ath.be/museedelapierre

12/09-11/10/09 Louveigné (B)

PAS A PAS Exposition des oeuvres de Brigitte Danse Tentoonstelling van de werken van Brigitte Danse

www.pasapas.eu

26/09-04/10/09 Namur (B)

BATIRENO Salon de la construction et de la rénovation Bouw- en Renovatiebeurs

www.batireno.be

30/09-03/10/09 Verona (I)

MARMOMACC Mostra internazionale di marmi, pietre e technologie Internationale vakbeurs voor natuursteen en aanverwante technologieën

www.marmomacc.it

thetis - design: nicola pedrini

CARRARA MARMOTEC

2010 Maggio_May, 19/222 Carrara, Italy

30 2010 INTERNATIONAL FAIR MARBLE TECHNOLOGIES DESIGN

PROMOSSO DA/PROMOTED BY:

INTERNAZIONALE MARMI E MACCHINE CARRARA SpA

ORGANIZZATO DA/ORGANIZED BY: GRUPPO BANCA CARIGE

Business on the Move

Cassa di Risparmio di Carrara S.p.A. SPONSOR UNICO BANCARIO SOLE SPONSORING BANK

ISTITUTO NAZIONALE PER IL COMMERCIO ESTERO ITALIAN INSTITUTE FOR FOREIGN TRADE

PR O M OZ I ON E

PROVINCIA DI MASSA CARRARA

PROVINCIA DI LUCCA

COMUNE DI CARRARA

COMUNE DI MASSA

PIETRA N AT U R A L E

CarraraFiere Srl

Tel +39 0585- 787963 Galileo&Galilei, 133 - STEEN & MARMER 3 2Viale PIERRE MARBRE 2009-2 Fax+39 0585 787602 54033 Marina di Carrara (MS) Italy

e-mail: [email protected]

www.carraramarmotec.com

AUGUSTUS

Recommend Documents