~atwijk
Voorstel
Zoaknummer
: 2CIl1.-49'4
Status
: Openbaar / Ter besluitvorming
Datum
: 7 maart 2012
Afdeling
: Maatschappelijke
Paraaf medewerk(sr)er:
Raad:
: Nee
Medewerk(st)er
: P.C.M. Jehee
Telefoonnummer
: 071 406 5632
Or
: Nee
PortefeuIllehouder
: Mostert, l.G.
Communicatie:
: Nee
Bijlagein)
:1
Evaluatie
: Nee
Aan
: Burgemeester
en Wethouders
zaken
cf
Onderwerp;
Programma
Voorkoming
voortijdig schoolverlaten
Samenvatting:
Het Voortijdig schoolverlaten
is primair een verantwoordelijkheid
van rijk en het onderwijsveld;
de gemeente beeft
slechts een regieverantwoordelijkheid. In de regionale sociale agenda is bet voorkomen van voortijdige schooluitval speerpunt van beleid gemaakt. Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten wordt dan ook regionaal opgepakt. Al heel wat jaren is hierop ingezet met een fikse daling tot gevolg; desondanks is het vsv-aantal in Katwijk relatief ten opzichte van de regio en in absolute getallen boog. De inzet van regio-middelen (rijksgeld) wordt gebaseerd op een regio-analyse. Onlangs is aangedrongen aandacht voor de hoge aantallen Katwijkse vsv-ers. Dit onderzoek is nog niet afgerond.
op extra
Gevraagde besliSSing: 1. Notitie voor kennisgeving aannemen en 2. In de regio aandringen op de focus op de gemeenten met relatief hoge aantallen vsv'ers 3. het RBL en RMC verzoeken met (aanvullende) voorstellen te komen die het aantal Katwijkse vsv'ers verder reduceren.
o Intern advies
nv!
CIrculeren 8&W
Seer.
Akkoord:
o Extern advies Burg.
Weth. I
Weth. "
Weth. lil
Weth. IV
nvgt
Datum besluJt 8&W/Burgemeester
1 3 MRT 2012
Bespreken 8&Wveroedertnc
Besluit:
Overeenkomstig het vcorstel besloten 7 maart 2012
Nr.
1S
: 2012-4914 : Programma Voorkoming voortijdig schoolverlaten
Zaaknummer Onderwerp
Inleiding Al enige tijd is opgevallen dat ondanks een daling in het aantal voortijdig schoolverlaters in de regio het aantal Katwijkse vsv’ers relatief en absoluut hoog is. Katwijk is dan ook ongeveer een jaar geleden lid van de regionale werkgroep vsv geworden. Op dit moment wordt er een regionale analyse van de cijfers opgesteld. Aangedrongen is om nader in te zoomen op mogelijke oorzaken bij die gemeenten die relatief en absoluut het hoogste aantal schoolverlaters kennen (Leiden en Katwijk). Beoogd resultaat Actieve sturing op resultaten door de gemeente op het aantal vsv’ers. Argumenten 2.1. In absolute aantallen gaat het om veel Katwijkse Vsv’ers!! In Katwijk gaat het om 169 leerlingen die de school voortijdig verlaten. (zonder diploma) 2.2.
Focus op gemeenten met relatief hoge aantallen vsv’ers biedt mogelijkheid van quick wins
Op basis van een regio-analyse wordt een subsidie-aanvraag voor regionale middelen opgesteld. Aandacht voor de relatief hoge aantallen vsvérs in Katwijk en Leiden moet worden gevraagd. Hierdoor kunnen regionale middelen ingezet worden op de meest effectieve maatregelen. De analyse is vooral beperkt tot de inzet van additionele (doelgroepgerichte) middelen. De regio-middelen worden vooral additioneel ingezet. 3.1.
Het RBL en het RMC hebben de expertise om maatregelen voor te stellen
Beide organen vormen onderdeel van de basisaanpak voor het bereiken van een verdere reductie van VSV’ers en zullen inzicht hebben in maatregelen die additioneel “lokaal” kunnen worden ingezet. Maatregelen gericht op het v.o. en overgang van vo naar mbo hebben vooral een lokale impact. De gemeente is regieverantwoordelijk voor de Zorg in en om school en voert de leerplichtwet uit. De lokale zorgstructuur zal direct aanvullend dienen te zijn op de interne zorgstructuur op school. Beroepsoriëntatie als een van de oorzaken van uitval kan ook lokaal bestreden worden.
Kanttekeningen 1. Aandacht voor het primaire proces is vooral aan het onderwijsveld en het rijk. Het rijk heeft een kwaliteits en inspanningsprikkel ingevoerd in de vorm van een prestatienorm op schoolniveau. Hiermee prikkelt het ministerie de scholen hun verantwoordelijkheid daadwerkelijk op zich te nemen. Ook de onderwijsinspectie zet zich hiervoor in. 3. Middelen kunnen op dit domein nagenoeg niet lokaal gericht worden ingezet.
7 maart 2012
Extra lokale (doelgroepgerichte) middelen voor het bereiken van een verdere reductie van vsv’ers in onze gemeente kunnen bijna niet lokaal gericht worden ingezet. Veel schoolbezoek VO en vooral MBO vindt buiten de gemeentegrenzen plaats. Heel veel MBO-leerlingen volgen in Leiden onderwijs.
Middelen nvt Uitvoering De huidige gedragslijn in de regio wordt voortgezet. Bijlage(n) VSV-notitie Katwijk maart 2012
3
Notitie Voortijdig schoolverlaten 2012
1. Aanleiding “Zoals aangegeven en door u toegezegd in de commissie Welzijn van 10 januari ontvangen wij een reactie op bovenstaande graag in de vorm van een notitie waarover wij dan tijdens een volgende commissievergadering Welzijn dan met het College over van gedachten kunnen wisselen in relatie met stuk ter kennisname van de commissie Welzijn van dinsdag 1O/1 'Rekenkamerraport uitvoering leerplichtwet'. “
2. Katwijkse Cijfers: betrouwbaar Katwijk heeft in de regio jarenlang aangedrongen op het verkrijgen van betrouwbare cijfers. In het verleden waren de bestanden erg vervuild. Het is een hele operatie geweest om betrouwbare cijfers te verkrijgen. Op dit moment is er nog een aantal verschillen tussen de landelijke duo-cijfers en de cijfers van het vo-roc systeem (digitaal systeem om de overgang van het voortgezet onderwijs naar het middelbaar beroepsonderwijs in beel te krijgen). Zo telt het DUO (landelijk register) de “wel ingeschreven leerlingen maar niet bekostigd” mee als VSV’er terwijl deze feitelijk geen schoolverlaters zijn. Thans kan wel gezegd worden dat er sprake is van een veel hogere betrouwbaarheid van de cijfers. In de regionale regie- en werkgroep VSV weet men waarover gesproken wordt.
3. VSV cijfers 3.1.
cijfers op gemeenteniveau:
Uitvallers over de jaren heen: 2005/2006 277 2006/2007 262 2007/2008 257 2008/2009 190 (waarschijnlijk effect aanstelling van jeugdmaatschappelijk werkers 2009/2010 196 2010/2011 169 van de 5405 deelnemers (VO 1,1% en MBO 7,2%) aantal Katwijkse leerlingen en uitval in 2010/11: VO MBO totaal
3635 uitvallers 1770 uitvallers 5405
41 128 169 1
3.2.
Cijfers en Regionale Analyse
Er is een sterk dalende tendens over de jaren heen zichtbaar (ook in Katwijk) door de maatregelen binnen het regionale VSVprogramma (ondanks de vervuilde gegevensbestanden in de beginjaren). Voor wat betreft de daling van het voortijdig schoolverlaters is onze regio de 8e regio van de best presterende regio’s in den lande; van de provincie zelfs de best presterende. Geen enkele regio heeft overigens de landelijke doelstelling gehaald; de uitval in onze regio is bovendien nog altijd hoger dan het landelijk gemiddelde. Er is derhalve wel sprake van een forse inhaalslag. Afgezet tegen de cijfers van omliggende gemeenten (regioverband) valt verder op dat het aantal schoolverlaters relatief zeer hoog is in onze gemeente (in 2009/2010: Leiden 4,3%; Katwijk 3,1%; de kleinere gemeenten in Holland Rijnland rond de 2%). Hiernaar is geen nader onderzoek gedaan. Wel is bekend dat de uitval vooral plaatsvindt in het MBO. In algemene zin ligt aan uitval ten grondslag: a) verkeerde schoolkeuzen en b) individuele problemen van leerlingen. In de brief van het ministerie 17 febr. j.l. worden bij de uitval uit BOL niveau 3 en 4 schoolgebonden redenen genoemd en bij de uitval BOL niveau 1 en 2 met name privéproblemen. Deze bevindingen worden in de regio bevestigd. Aan RMC en RBL is gevraagd of voor het relatieve hoge aantal uitvallers in onze gemeente een verklaring is (ook is verzocht in de commissie van april een en ander mondeling toe te lichten). In het kader van het nieuwe convenant voortijdig schoolverlaten dienen RMC-regio's een regioanalyse op te stellen. Deze wordt in april afgerond. Katwijk heeft aangedrongen op een analyse op gemeenteniveau met bijzondere aandacht voor Katwijk en Leiden mede met het oog op eventueel te behalen quick wins. In de regionale VSV analyse worden de volgende elementen benoemd: Kwantitatief: 1. hoe staat de regio er voor t.o.v. de gemiddelde regio 2. hoe staat de regio er voor t.o.v. twee vergelijkbare regio’s 3. Hoe presteren de VO- en MBO-instellingen t.o.v. de nieuwe normen Kwalitatief: 1. Wat zijn de belangrijkste redenen van uitval in de regio 2. hebben de maatregelen 2008-2012 het beoogde effect gehad 3. hebben de plusvoorzieningen het beoogde effect 4. hoe is de samenwerking op uitvoerend en bestuurlijk niveau tussen convenantpartners 5. hoe worden de convenantpartners geïnformeerd over de voortgang van de vsv-aanpak 6. wat is het verzuimbeleid in de regio voor 18- en 18+ leerlingen 7. is er een regionaal verzuimprotocol? 8. hanteren alle scholen en gemeenten het regionaal verzuimprotocol? 9. hoe staat het met de capaciteit van leerplicht en RMC 10. waar staat de regio in 2022 m.b.t de visie en doelstellingen VSV
2
3.3. RBL 2008/09 2009/10 2010/11
3.4.
Cijfers op gemeenteniveau Spijbelverzuim
31
Signaalverzuim 135 195 118
Luxe verzuim 64 50 39
totaal 199 247 188
Cijfers naar schoolsoort
Signaalverzuim 2010 / 2011 PO, VO en Mbo Primair Onderwijs 14 VO 54 MBO 25 Overige MBO scholen 25 Totaal 118 Van het Absoluut verzuim zijn geen cijfers op gemeenteniveau beschikbaar.
% meldende basisscholen 2009/10 2010/11
% contactzoekende basisscholen
68% 50%
76% 77%
4. Instrumenten VSV in 2010/2011: Wanneer we de indeling naar basisaanpak en doelgroepgerichte aanpak toepassen op een nadere typering van doelgroepen en instrumenten, dan ontstaat het volgende beeld: Kern van de vsv aanpak 1. uitvoering wettelijke taken
2. zorg in en om het onderwijs
basisaanpak vsv Leerplicht Kwalificatieplicht RMC (beleid, administratie, trajectbegeleiding) Presentie-aanjager
doelgroepgerichte aanpak
interne zorgstructuur vo
schoolmaatschappelijk werk vo (€71.000 voor DBS; Katwijk 4 uur p/w op 800 leerlingen=18 uur; 3,5 uur per school vo. schoolmaatschappelijk werk mbo sociale vaardigheidstrainingen, trajecten voor motivering en empowerment (o.a. key to succes, Workskills (€ 72.000,- voor 140 jongeren bij jongerenloket en UWV terug naar passende opleiding), sportsteward, kickstart
interne zorgstructuur mbo aansluiten zorgstructuur onderwijs op externe zorgstructuur
3
Pluscoach/plusvoorziening (€ 330.000) overbelaste mp-jongeren orthopedagogische ondersteuning (bovenschoolse gedragskundige VO (Katwijk ca € 12.000 voor docenten met competentieprofiel voor een warme overdracht vo – roc en interne overstappers) Goalkeeper (=voor niet kunners, overstappers en overbelasten) Herstart Op de rails opvanggroepen MBO (regio € 312.000) (reflectie en opleidingskeuze) afdeling anderstaligen oriëntatiejaar Rebound OPDC
3. tijdelijke opvang in of naast het reguliere onderwijs
4. samenwerking vombo
Loopbaandenken (€ 56.000) = beroepsoriëntatie regionale samenwerking vo-vavo in VOROC (€ 98.000) (digitale.plaatsing en overdracht) Ons Platform (instrument)
In het bovenstaande schema is de kern van de regionale vsv-aanpak (zoveel mogelijk voorkomen en (dreigende) uitvallers ondersteunen) in beeld gebracht. In het schema zijn enkele indicaties opgenomen voor de omvang van de regiomiddelen (van het rijk). Er wordt veel geïnvesteerd in de doelgroepgerichte aanpak en die aanpak laat positieve resultaten zien. Gezegd moet worden dat deze aanpak als het ware additioneel is op het primaire proces. Het primaire proces binnen het onderwijs bestaat uit: het onderwijsprogramma zelf, de beroepsoriëntatie; het verzuimbeleid en de interne zorgstructuur. Het rijk en het onderwijs zijn hiervoor verantwoordelijk; de onderwijsinspectie ziet toe op de uitvoering. De gemeenten zijn en worden steeds nadrukkelijker mede verantwoordelijk voor de zorg in en om school.
5. Veranderingen vanaf 2012 1 Het ministerie zet in op een daling in 2014 / 15 van 12,5% t.o.v. 2010/ 11 2. Er wordt een sterkere instemmingsrol van gemeenten gevraagd. De bestrijding van VSV moet ingebed worden in de gemeentelijke zorg voor jeugdigen. 3.De invoering van passend onderwijs zal een sterke impact hebben op de cijfers. 4.De nieuwe rekenmethode in het convenant geeft waarschijnlijk een reductie van het aantal schoolverlaters van ca 30 %.
5. subsidieaanvraag regiomiddelen 2012-2015 wordt opgesteld door de regiegroep VSV d.d. 26 juni 2012 6. In het nieuwe convenant wordt het zogenoemde koppengeld vervangen door prestatiemiddelen. Deze middelen bestaan uit een vaste voet en een prestatieafhankelijke component. De prestatiegelden komen per school, uitgesplitst naar maximum uitvalpercentages per niveau en richting: VO-onderbouw, vmbo-bovenbouw, havo/vwo-bovenbouw, MBO 1, MBO 2 en MBO ¾
4
school
niveau
deelnemers
vsv 09/10
% 09/10
max. 2012/2013 t/m 2014/2015
% norm
€ norm
Andreas
Vaste voet
20.000
Andreas
VO ob
797
2
0,3
8
1,0%
4.000
Andreas
vmbo bb
476
16
3,4
19
4,0%
2.000
Andreas
havo/vwo bb
695
7
1,0
3
0,5%
Andreas
totaal
1968
25
1,3
30
4.000 30.000
Gegevens van de andere scholen in Katwijk zijn niet beschikbaar op lokatieniveau. Het geeft een indruk van de omvang van de middelen per school.
6. Voorlopige conclusies 1. In absolute aantallen gaat het om veel Katwijkse Vsv’ers!! 2. Op basis van regio-analyse wordt een subsidie-aanvraag voor regionale middelen opgesteld. Aandacht voor de relatief hoge aantallen vsvérs in Katwijk en Leidenmoet worden gevraagd. Hierdoor focus op inzet van regionale middelen. 3. Aandacht voor het primaire proces is aan rijk en inspectie. Het rijk heeft hiervoor een prikkel in de vorm van een prestatienorm ingevoerd. 4. Voor additionele middelen worden regio-middelen ingezet. 5. Extra lokale (doelgroepgerichte) middelen voor het bereiken van een verdere reductie van vsv’ers in onze gemeente kan bijna niet gericht worden ingezet door veel schoolbezoek VO en vooral MBO buiten de gemeentegrenzen plaatsvindt. 6. Extra lokale middelen voor basisaanpak voor het bereiken van een verdere reductie van VSV’ers kan wel gericht worden ingezet.
5
Bijlage 1 Uit: nieuwe convenant (rijk met scholen en RMCregio’s)
Door gebruik van meerdere informatiebronnen kan vanaf schooljaar 2012-2013 het merendeel van de jongeren die nu onterecht als vsv’er geregistreerd staat uit de vsvtellingen gehaald worden. Het gaat om de volgende groepen: 1. Jongeren die vanuit het reguliere vo en mbo direct overstappen naar een school in het (voortgezet) speciaal onderwijs (in aanvulling op de brief van 4 november 2011). 2. Jongeren die vanuit het regulier bekostigd onderwijs overstappen naar niet-bekostigd onderwijs. 3. Jongeren met een vrijstelling van de leerplicht. 4. Jongeren met een mbo-1 diploma (entreeopleiding) en een baan van minstens 12 uur op de teldatum van 1 oktober. 5. Jongeren die op 1 oktober als vsv’er zijn geteld, maar in de daaropvolgende maanden oktober, november of december alsnog een startkwalificatie halen. Dit is een deel van de examendeelnemers die niet meer als vsv’er geteld wordt. 6. Jongeren die van het vmbo en het mbo naar de politieschool of defensieopleidingen gaan. 7. Eerstejaars nieuwkomers, dat zijn buitenlandse jongeren die hier worden opgevangen. Scholen spreken over ISK-leerlingen, anderstaligen, asielzoekers of vreemdelingen.
Vavo-leerlingen die qua bekostinging nog aan een vo-school vastzitten, worden indien zij uitvallen geteld bij de vo-bovenbouw. vavo-leerlingen zonder vo-school vallen buiten de vsv-systematiek.
6