Atlas Hilvarenbeek
Een Hartveroverende Heerlyckheit
Colofon SAB Eindhoven Correspondentieadres: Meerkollaan 9 5613 BS Eindhoven T F I E
040 - 212 55 75 040 - 212 71 55 www.sab.nl
[email protected]
Atlas Hilvarenbeek Projectnummer: Opdrachtgever: November 2009
80306 Gemeente Hilvarenbeek
Inhoud 1 | Inleiding
5
2 | Typering Hilvarenbeek
7
3 | Het Beleid
13
4 | De Lagenbenadering
25
4
1 | Inleiding
Leeswijzer Het volgende hoofdstuk gemeente Hilvarenbeek. van het reeds bestaande uitgebreide inventarisatie
Deze atlas schetst een beeld van de meest uiteenlopende ruimtelijke aspecten die een rol spelen in Hilvarenbeek. De atlas is bedoeld als naslagwerk en kan dienen als basis voor de structuurvisie. De gemeente Hilvarenbeek is verkend op kenmerken met betrekking tot de domeinen occupatie, netwerk en ondergrond. Het gaat om gegevens die betrekking hebben op het gebruik, verkeer, groen, energie, bodem, geomorfologie, water(huishouding), (cultuur)historie en topografie, natuur en landschap. Dit zijn de basisgegevens die (soms letterlijk vanuit de bodem) de bestaande ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Hilvarenbeek bepalen.
5 Atlas Hilvarenbeek
schetst in het kort een typering van de In hoofdstuk drie komt een inventarisatie beleid aan bod. In hoofdstuk vier volgt een aan de hand van de lagenbenadering.
Topografische kaart (circa 1850)
Topografische kaart (circa 2008)
6
2 | Typering Hilvarenbeek 2.1
Geschiedenis
Op de Vrijthof in Hilvarenbeek staat een grote linde die al stamt uit 1676. In de gemeente zijn verder vijf werkende musea aanwezig: Brouwerij de Roos, museummolen De Doornboom, het Nationaal Likeur- en Frisdranken Museum Isidorus Jonkers, Orgelmuseum Dansant en museum De Dorpsdokter. De verschillende toneel- en muziekgezelschappen, de carnavalsvereningen houden het culturele leven levend. Een levende band met de geschiedenis vormen de schuttersgilden, die in elk dorp hun tradities levend houden.
De oudste vermelding van de naam (Hilvaren)beek komt voor in de twaalfde eeuw. In de veertiende eeuw wordt de naam van de heilige Hildevardi hieraan toegevoegd. In de vijftiende eeuw groeit de kern Hilvarenbeek uit tot een welvarende plaats omdat het langs een handelsroute komt te liggen. Deze welvarendheid is nog te zien aan de forse kerktoren. Vanaf de Tachtigjarige Oorlog is de kern Hilvarenbeek tot in de twintigste eeuw vooral een agrarische gemeenschap. In de vorige eeuw begon de ontwikkeling van Hilvarenbeek tot een centrum van kleinschalige nijverheid met leerlooierijen, schoenfabrieken en sigarenmakerijen.
2.3
Hilvarenbeek De oude structuur van Hilvarenbeek van rond 1900 is nog duidelijk herkenbaar. De ontstaansgeschiedenis rond het Vrijthof met daarop gericht de historische linten is goed intact gebleven. Het gebied rondom het Vrijthof is dan ook aangewezen als beschermd dorpsgebied. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn diverse woonwijken toegevoegd aan de historische structuur.
Op 1 januari 1997 werd de oude Heerlijkheid Hilvarenbeek weer bijna in zijn omvang van voor 1800 hersteld. De gemeenten Hilvarenbeek en Diessen werden samengevoegd en gingen één bestuurlijk geheel vormen samen met de kerkdorpen Biest-Houtakker, Esbeek, Haghorst en Baarschot.
2.2
De kernen
Huidige situatie
Hilvarenbeek ligt aan de N269 van Tilburg naar Reusel. Het centrum van Hilvarenbeek is met de N269 verbonden middels de Diessenseweg. De Tilburgseweg, Doelenstraat, Paardenstraat, Hakvoortseweg, Vrijthof, Gelderstraat, en de Diessenseweg vormen de belangrijkste verkeersaders in de kern.
Hilvarenbeek is een gemeente met 15.000 inwoners gelegen aan de Belgische grens met mooie natuurgebieden en veel dorpsschoon. In het noorden ligt de grote stad Tilburg met al haar voorzieningen en in het zuiden het Vlaamse land.
In Hilvarenbeek zijn twee bedrijventerreinen. Slibbroek ligt aan de noordzijde van de kern en Bukkum tussen het centrum en de N269. Annanina’s Rust en het landgoed Groenendael zijn twee groengebieden nabij de kern Hilvarenbeek.
Door de schrale zandgronden werden in het verleden veel bossen aangeplant. Zo ontstonden de landgoederen De Utrecht, Gorp, Roovert en Annanina’s rust die inmiddels zijn uitgegroeid tot uitgestrekte natuurgebieden. Typisch voor de Brabantse zandgrond zijn ook de vennen en de kronkelende beekjes zoals de Reusel en het Spruitenstroompje. Maar ook in de dorpscentra neemt het groen een belangrijke plaats in: speelveldjes, groenperken en waterpartijen zijn nooit ver uit de buurt.
Diessen Diessen kwam tot bloei in de 15e tot de 17e eeuw. Hierna ging de economie te gronde door oorlogshandelingen en na 1648 door systematische achterstelling. In 1875 werd de klinkerweg van Hilvarenbeek naar Oirschot aangelegd. De wegen naar Baarschot en naar Haghorst werden in 1930 verhard. Diessen was tot in de 20e eeuw vrijwel geheel agrarisch. De nijverheid was vooral gebaseerd op enkele wind- en watermolens. Daarnaast waren er een aantal brouwerijen.
De traditionele industrie verdween gaandeweg en daarvoor in de plaats kwamen bedrijven op uiteenlopende terreinen. Op cultureel gebied heeft Hilvarenbeek veel te bieden. Diessen en Hilvarenbeek bezitten beide Laat-Middeleeuwse gotische kerken en in Baarschot is er de markante Mariakapel in de vorm van een grot.
Diessen is een kern waar voornamelijk wordt gewoond. Na de tweede wereldoorlog vond projectmatige groei plaats. Tussen de naoorlogse
7 Atlas Hilvarenbeek
woonwijken zijn de oude linten nog duidelijk herkenbaar. In de 20e eeuw begonnen de grootschalige heideontginningen die meestal door kapitaalkrachtige buitenstaanders werden uitgevoerd. De Arbeidsdienst leidde tot projecten zoals de kanalisatie van de Reusel.
Esbeek Aan het noordelijke deel van dit oorspronkelijke kransakkerdorp is de huidige kern van Esbeek ontstaan. De kern van Esbeek is een compact dorp met veel individuele woningbouw. De kerk neemt ruimtelijk een centrale positie in in de kern. De N269 snijdt de huidige kern af van de rest van het kransakkerdorp. Ten oosten van de provinciale weg is de Groenstraat goed bewaard gebleven met zijn cultuurhistorische waarde.
In Diessen zijn vier bedrijvenlocaties. In de omgeving van Diessen zijn verder diverse groene gebieden aanwezig. Biest-Houtakker Biest-Houtakker is een kleine kern van twee aan elkaar gegroeide lintdorpen. Biest aan de Biestsestraat en Houtakker aan de Vossenhol. De agrarische ontstaansgeschiedenis is nog duidelijk zichtbaar. BiestHoutakker kent één projectmatige uitbreidingswijk. De Antonius van Paduakerk en de Mariakapel bij de brug over het Spruitenstroompje vormen de religieuze bebouwing van de kern Biest-Houtakker.
In Esbeek wonen nog nakomelingen van de mensen die ruim een eeuw geleden de heide ontgonnen. De oude steenfabriek is kenmerkend voor dit dorp, evenals de parochiekerk, welke in 1889 opgericht werd door pastoor Jurgens. Op historische kaarten (circa 1890) is te zien dat Esbeek aan het traject van de stoomtram richting Poppel (België) gelegen was. Het tracé is in de huidige situatie niet meer in gebruik. Ook de straatnaam Oude Trambaan verraadt dat hier vroeger een trambaan lag.
Dwars op de Biestseweg loopt de Akkerstraat. Aan de noordzijde verbindt de Akkerstraat Biest-Houtakker met het Wilhelminakanaal. In zuidelijke richting vormt de Akkerstraat een verbinding met de N269 en Hilvarenbeek.
In de omgeving van de kern Esbeek zijn diverse groengebieden gelegen. Ten zuiden van de kern ligt het grote natuurgebied Landgoed De Utrecht. Aan de westzijde van de kern is de Rovertsche Heide zichtbaar.
Ten noorden van Biest-Houtakker ligt het Wilhelminakanaal met zijn volwassen begroeiing. Bij de kruising van de Biestsestraat met het kanaal is een kleine passantenhaven. Aan de zuidzijde stroomt het Spruitenstroompje die ten noorden van het kanaal uitmondt in de Reusel.
Haghorst Ten tijde van de grootschalige ontginningen van woeste gronden is Haghorst geleidelijk gegroeid. Omstreeks 1918 werden pogingen ondernomen om landbouwbedrijven te stichten in De Opslag en De Drie Huizen op de Beerse Heide. Doordat verkeerde landbouwmethoden werden gehanteerd leidde deze pogingen niet tot veel succes. Nieuwe ontginners kwamen in 1928 en die hadden meer succes. Deze
Biest-Houtakker heeft een actief verenigingsleven met verenigingen voor onder meer voetbal, tennis, carnaval, volleybal en jeu des boules. Jaarlijks wordt in mei het Volksfeest georganiseerd, waarbij volop muziek, een jaarmarkt en ontspanning aanwezig zijn.
Topografische kaarten kernen (ca. 1850)
8
kwamen uit Gilze en wisten de juiste landbouwtechnieken te hanteren. Ondertussen was in 1923 het Wilhelminakanaal voltooid. Deze ontwikkelingen maakten dat bij de sluis een nederzetting ontstond die in 1930 via een verharde weg met de rest van de regio werd verbonden.
voormalige agrarische bebouwing met enkele langgevelboerderijen. Aan de Heikant staan voornamelijk woningen. Tussen de bebouwing door is het agrarische landschap duidelijk zichtbaar. Tussen het lint Baarschotseweg en Heikant is het nieuwbouwplan Brouwershof in ontwikkeling.
Op historische kaarten (circa 1890) is Haghorst aangegeven als Hooge Haghorst en Lage Haghorst. Het huidige Haghorst is op deze oude kaarten aangegeven met Hooge Haghorst.
In de omgeving van Baarschot zijn uitlopers te vinden van de grote natuurgebieden Landgoed De Utrecht en de Spreeuwelse heide bij Westelbeers. De Reusel vormt de noordelijke begrenzing van de kern. Langs de Reusel liggen nog enkele broekbossen.
Haghorst ligt temidden van een betrekkelijk kaal heideontginningsgebied. Echter door de volwassen begroeiing aan het Wilhelminakanaal en het bosgebied Het Stuk aan de zuidzijde is dit vanuit de kern niet te ervaren. Het Stuk is een deel van de Beerse heide dat niet tot landbouwgrond is omgevormd en is begroeid met naaldbos.
Een belangrijk religieus element is de Mariagrot aan de Baarschotsestraat uit 1945. Deze grot is gebouwd uit dankbaarheid voor het feit dat in Baarschot geen slachtoffers ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen. De Mariagrot is opgebouwd uit zwerfkeien uit het nabijgelegen Landgoed de Utrecht.
Haghorst bestaat uit een hoofdstraat (St. Josephstraat) en enkele zijstraten. De St. Josephstraat kruist in het noorden van de kern met het Wilhelminakanaal verbindt Diessen met Moergestel. Het Wilhelminakanaal neemt een belangrijke rol in in het dorp. Het kanaal vormt de begrenzing van de kern aan de noordzijde. Daarnaast is bij de kruising van de St. Josephstraat met het kanaal de kerk, de school en twee horecagelegenheden gelegen. De enige projectmatige uitbreiding van de kern is ten oosten van de hoofdstraat gerealiseerd.
Baarschot is een voormalig agrarische gemeenschap. Tegenwoordig vormt ook het toerisme en horeca een belangrijk bestaansmiddel. Ten zuidoosten van Baarschot ligt tegen de Spreeuwelse heide een groot kampeerterrein en park met vakantiehuisjes. Voorzieningen voor dagelijkse levensbehoeften zijn niet aanwezig in de kern Baarschot.
Baarschot Baarschot bestaat grotendeels uit lintbebouwing langs de Baarschotsestraat. Deze kern is geen kerkdorp. Het formaat en de sterke sociale cohesie maken dat Baarschot meer is dan een buurtschap. De lintbebouwing aan de Baarschotsestraat bestaat grotendeels uit
9 Atlas Hilvarenbeek
2.4
Bijzondere gebieden Landgoed Gorp en Rovert Landgoed Gorp en Rovert is een uitgestrekt landgoed van 1200 hectare met oude loof-, naald- en gemengde bossen, cultuurgronden, heide en vennen. Het landgoed is vrij toegankelijk. Door het gebied stroomt over een lengte van 5 kilometer de nog volop meanderende Rovertse Leij en enkele afgesneden oude meanders.
In het buitengebied van Hilvarenbeek liggen enkele bijzondere gebieden. Annanina’s Rust Annanina’s Rust is een natuurgebied van 272 hectare groot en ligt tussen Hilvarenbeek en Diessen. Het gebied bestaat uit een oud landgoed met loof- en naaldbos. Annanina’s Rust is in 1899 gesticht door Emile Huijsmans, een notaris te Diessen. Dit landgoed is ongeveer 150 hectare groot.
Ten westen van Esbeek ligt de Rovertsche Heide met bos en heide van bijna 500 hectare. Een deel van het gebied staat bekend als Aalstheide. Tegen de Belgische grens ligt een ven, het Papschot. In het noorden van het gebied ligt het dal van de Rovertse Leij met vochtig loofbos.
Het zuidwestelijk deel van het landgoed is aangelegd in Engelse landschapsstijl. Een deel van het landgoed bestaat uit monumentale eiken en beuken, en rhododendronaanplant. Het overige deel bestaat voornamelijk uit naaldbomen en werd ook voor de houtproductie gebruikt. Verder staan er twee boswachterswoningen uit 1940. Het landgoed is nu in bezit van het Brabants Landschap.
Tot circa 1900 maakte de Rovertsche heide deel uit van de uitgestrekte heidevelden aan weerszijde van de grens. Daarna is het aangeplant met naaldbos.
Ten noorden en ten oosten van het landgoed bevinden zich enkele beemdgebieden, die tot dezelfde beheerseenheid horen. Deze beemdgebieden zijn de vochtige weilanden langs de Reusel, de Roodloop en het Spruitenstroompje.
Topografische kaarten kernen (huidig)
10
Landgoed de Utrecht Landgoed de Utrecht is een 2700 hectare groot landgoed ten zuiden van Esbeek. Het landgoed dankt haar naam aan de levensverzekeringsmaatschappij De Utrecht. Het bedrijf ontginde in 1898 de uitgestrekte heidevelden op grote schaal door middel van vuur. Het landgoed is nu een gevarieerd natuurlandschap. Hiervan is 1800 hectare bos, 600 hectare land- en bouwgrond en 400 hectare natuurterrein. De in 1905 gebouwde brandtoren met houtvesterswoning is bijzonder. Het landgoed is opengesteld voor publiek. In de bossen van De Utrecht bevindt zich een klein cafeetje, de Bockenreyder.
Diessens Broek Ten oosten van het landgoed Annanina’s Rust ligt het natuurgebied Diessens Broek. Het gebied is gelegen langs het dal van de Reusel ten noorden van Diessen. De kanalisatie van de Reusel wordt ongedaan gemaakt.
11 Atlas Hilvarenbeek
12
3 | Het Beleid
Gezien de relatie die Hilvarenbeek heeft met de regio is het van belang te onderzoeken welk nationaal en regionaal beleid is vastgesteld en welke consequenties dat heeft voor het toekomstig ruimtelijk beleid. Het regionaal beleid is gebaseerd op bestaande kwaliteiten die betrekking hebben op bodem, geomorfologie, water(huishouding), (cultuur)historie en topografie, natuur en landschap. Het gemeentelijk beleid legt verbanden tussen regionale beleidsdoelstellingen en lokale ruimtelijke ontwikkelingen. Hierdoor moet een integraal systeem ontstaan van regionale en lokale ingrepen.
1.1
het draagvlak voor voorzieningen van belang. Infrastructuur kan worden geconcentreerd en optimaal worden benut. Het rijk voert het bundelingbeleid niet zelf uit. Dat is een taak van decentrale overheden. Wel speelt het rijk een stimulerende rol. Uitgangspunt is dat iedere gemeente voldoende ruimte biedt om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas. Dat geldt ook voor landelijke gebieden waar vooral starters en ouderen moeite hebben om aan een geschikte woning te komen. Hierdoor staat de sociale samenhang onder druk. Behalve voor de eigen bevolkingsaanwas, moet iedere gemeente ook voldoende ruimte bieden voor de lokaal georiënteerde bedrijvigheid.
Nationaal
Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten betekent dat nieuwe bebouwing voor deze functies grotendeels geconcentreerd tot stand komt, dat wil zeggen in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande bebouwde gebied of in nieuwe clusters van bebouwing daarbuiten. De ruimte die in het bestaande stedelijke gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal worden gebruikt.
Nota Ruimte De Nota Ruimte (2006) bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nota bevat, in overeenstemming met het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet, de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. De rijksverantwoordelijkheden en die van anderen zijn helder onderscheiden. Daarbij geeft het rijk invulling aan het motto “decentraal wat kan, centraal wat moet”.
1.2
Provinciaal beleid
Interimstructuurvisie “Brabant in ontwikkeling” De Interimstructuurvisie (2008) benoemt de (ruimtelijke) belangen en doelen van de provincie Noord-Brabant en werkt deze op hoofdlijnen in beleid uit. Het hoofdbelang van de provincie is zorgvuldig ruimtegebruik. Dit hoofdbelang wordt thematisch uitgewerkt in deelbelangen en -doelen. De hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid zijn vervolgens uiteengezet aan de hand van vijf leidende principes, welke een ruimtelijke inslag hebben en van belang zijn voor het provinciale schaalniveau. De vijf ruimtelijke principes zijn: • meer aandacht voor de onderste lagen; • zuinig ruimtegebruik; • concentratie van de verstedelijking; • zonering van het buitengebied; • grensoverschrijdend denken en handelen.
Het hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is om ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies. Het kabinet richt zich op: • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; • borging van veiligheid. Voor verstedelijking en economische activiteiten gaat het rijk uit van de bundelingstrategie. De steden worden ondersteund in hun functie van economische en culturele motor. In steden en dorpen is
13 Atlas Hilvarenbeek
14
Kaart 1, Uitsnede Paraplunota (bron: provincie Noord-Brabant)
(potentiële) natuurwaarden ondergebracht. Hieronder vallen ook de beheersgebieden die zijn begrensd in het kader van de EHS. De AHSlandschap omvat de landbouwgebieden met de overige bijzondere (potentiële) natuurwaarden en de daarmee samenhangende landschapswaarden. Ook behoren hiertoe de landbouwgebieden die op zichzelf genomen geen bijzondere (potentiële) natuurwaarden bezitten, maar die vanwege hun ligging ten opzichte van bos- en natuurgebieden en landbouwgronden met bijzondere natuurwaarden binnen een regionale natuur- en landschapseenheid (RNLE) zijn opgenomen. De AHS-landbouw omvat ten slotte de meest pure landbouwproductiegebieden.
In de Interimstructuurvisie is het landelijke gebied van Noord-Brabant in verschillende zones onderverdeeld. De groene hoofdstructuur (GHS) is een samenhangend netwerk van alle natuur- en bosgebieden, landbouwgebieden en andere gebieden met bijzondere (potentiële) natuurwaarden. De bescherming van (potentiële) natuur- en landschappelijke waarden staat hier voorop. De ecologische hoofdstructuur (EHS) valt geheel binnen de begrenzing van de GHS. De agrarische hoofdstructuur (AHS) omvat het gebied buiten de GHS, de bebouwde kernen en infrastructuur. De landbouw krijgt hier in beginsel ruimte voor ontwikkeling. De GHS is verder onderverdeeld in GHSnatuur en GHS-landbouw en de AHS is onderverdeeld in AHS-landschap en AHS-landbouw. Daarnaast heeft de provincie een aantal regionale natuur- en landschaps-eenheden (RNLE’n) aangeduid. De RNLE’n zijn zelfstandige eenheden waar natuur, landschap en landbouw centraal staan. De RNLE komt vrijwel volledig overeen met de AHS-landschap.
Paraplunota ruimtelijke ordening In de Paraplunota (2008) staat de uitwerking van het provinciaal ruimtelijk beleid uit de Interimstructuurvisie. Deze nota vormt de basis voor het dagelijks handelen van Gedeputeerde Staten en dus voor de inzet van de instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro). In de paraplunota wordt concreter aangegeven wat het beleid van de provincie is. Het beleid uit de paraplunota put hiervoor grotendeels uit verschillende bestaande plannen, zoals het voormalige Streekplan (waarvoor nu de Interimstructuurvisie in de plaats is gekomen), de uitwerkingsplannen, reconstructieplannen, en verschillende thematische nota’s zoals de beleidsnota “Buitengebied in ontwikkeling”.
De EHS in Noord-Brabant bestaat uit reservaatsgebieden, natuurontwikkelingsgebieden en beheersgebieden, indicatief zijn ook ecologische verbindingszones (robuuste verbindingszones) aangegeven. In de GHS-natuur zijn alle bestaande bos- en natuurgebieden ondergebracht met de ecologische verbindingszones daartussen, evenals de reservaat- en natuurontwikkelingsgebieden die zijn begrensd in het kader van de EHS. In de GHS-landbouw zijn landbouwgebieden en andere gebieden met bijzondere
Legenda kaart 1, Uitsnede Paraplunota (bron: provincie Noord-Brabant)
15 Atlas Hilvarenbeek
16
Kaart 2, Uitsnede Uitwerkingsplan (bron: provincie Noord-Brabant)
economische mogelijkheden en versterking van de leefbaarheid van het platteland gerealiseerd worden. De provinciale nota Buitengebied in Ontwikkeling schetst ruimtelijke kaders voor (voormalige) agrarische bedrijven en nieuwe activiteiten in het buitengebied. Een belangrijke doelstelling van het beleid is dat de ruimtelijke kwaliteit wordt behouden en waar mogelijk versterkt. Ruimtelijke kwaliteit betreft een versterking van de aspecten economie, ecologie, esthetiek en sociaalculturele aspecten in samenhang. De nota is opgesteld om verruimde mogelijkheden te bieden ten opzichte van de mogelijkheden die het voormalig Streekplan bood. De nota biedt gemeenten de gelegenheid om eigen beleidsruimte gebiedsspecifiek in te vullen op basis van een visie. Dit beleid wordt later uitgewerkt in een gemeentelijk BiO-beleid en het bestemmingsplan buitengebied.
Uitwerkingsplan Het Uitwerkingsplan Hilvarenbeek en Oisterwijk (2004) geeft invulling aan het globale verstedelijkingsbeleid uit het Streekplan voor de provincie Noord-Brabant. In het plan is opgenomen waar, wanneer en hoeveel ontwikkelingen mogelijk zijn in deze regio aan woningen en aan bedrijventerreinen. Daarnaast zijn de voor deze regio gewenste ontwikkelingen op het gebied van hoofdinfrastructuur en landschap aangegeven. Het Uitwerkingsplan is in het kader van de regionale afstemming in samenspraak met de betrokken gemeenten en waterschappen opgesteld. Het resultaat is een precieze afstemming van de bestaande kwaliteiten en wensen van deze regio. Bij het opstellen van het Uitwerkingsplan zijn de bestaande kwaliteiten van de regio onderzocht en geanalyseerd. Dit is gebeurd middels de lagenbenadering. Bovenstaande heeft geresulteerd in een kaart waarop naast de benoemde bestaande ruimtelijke kwaliteiten, ook de zogenaamde afweegbare uitleggebieden (transformatiegebieden) zijn afgebeeld. Het duurzame deel van de plankaart is samengesteld uit het landschappelijk raamwerk, de stedelijke structuur en de infrastructuur. Stedelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden zowel binnen het bestaand stedelijk gebied als binnen de zoekruimten voor verstedelijking. Beleidsnota Buitengebied in Ontwikkeling De agrarische sector van Noord-Brabant is in ontwikkeling. Door economische omstandigheden stoppen veel agrariërs met hun bedrijf of zoeken naar een aanvulling op het inkomen via een nevenfunctie. Vanuit het project Revitalisering Landelijk Gebied moeten nieuwe alternatieve
Legenda kaart 2, Uitsnede Uitwerkingsplan (bron: provincie Noord-Brabant)
17 Atlas Hilvarenbeek
18
Kaart 3, Uitsnede EHS Ontwerpverordening Ruimte (bron: provincie Noord-Brabant)
Ontwerpverordening Ruimte De Ontwerpverordening Ruimte draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de Interimstructuurvisie en bevat hiertoe instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun bestemmingsplannen. Het ontwikkelen van de Verordening Ruimte gaat in twee fasen. Fase 1 betreft de onderwerpen waarvoor het Rijk uitwerking van de provincie vraagt (onder andere de ecologische hoofdstructuur) of waarvan duidelijk is dat ze inhoudelijk niet ter discussie staan in de nieuwe Structuurvisie (onder andere de integrale zonering intensieve veehouderij). Daarna worden de overige in de Verordening te regelen onderwerpen bepaald en uitgewerkt in fase 2. Van fase 1 heeft de provincie een ontwerp vastgesteld. Voor het buitengebied worden in fase 1 voor de volgende onderwerpen regels gegeven: • ecologische hoofdstructuur; • waterberging; • ontwikkelingsmogelijkheden intensieve veehouderij; • glastuinbouw; • ruimte-voor-ruimte. De gebieden die in de (Ontwerp-)verordening worden aangewezen in verband met de ecologische hoofdstructuur staan in kaart 3, ‘uitsnede EHS Ontwerpverordening Ruimte’. De gebieden die van belang zijn voor eventuele waterberging staan in kaart 4 ‘uitsnede onderdeel water Ontwerpverordening Ruimte’. Voor de ontwikkelingsmogelijkheden van de intensieve veehouderij wordt verwezen naar de volgende paragraaf over het Reconstructieplan. In de gemeente Hilvarenbeek zijn geen glastuinbouwgebieden aangewezen.
Legenda kaart 3, Uitsnede EHS Ontwerpverordening Ruimte (bron: provincie Noord-Brabant)
19 Atlas Hilvarenbeek
Kaart 4, Uitsnede onderdeel water Ontwerpverordening Ruimte (bron: provincie Noord-Brabant)
20
aan arbeidsplaatsen in het landelijk gebied vraagt om compensatie. Dat zal moeten gebeuren door specialisatie of een tweede tak van de agrarische bedrijven en door een toename van de werkgelegenheid in recreatie, industrie en dienstverlening. Het reconstructiegebied Beerze Reusel moet in 2016 erg aantrekkelijk zijn voor extensieve dagrecreatie. Het kleinschalige landschap en de afwisseling tussen openheid en geslotenheid maken dat er veel mogelijkheden zijn voor wandelen, fietsen en paardrijden. De aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van het gebied dienen te worden vergroot. De grote natuurgebieden (het Groene Woud, de Kempische Landgoederen en de Kempische Grensbossen) zijn met elkaar verbonden via de beekdalen. Daarmee komt een robuust systeem van natuurgebieden tot stand. De beken worden weer zichtbaar in het landschap.
Reconstructieplan / Milieueffectrapport Beerze Reusel Na de varkenspestcrisis van 1997 is de overtuiging gegroeid dat het Brabantse platteland een grondige kwaliteitsverbetering nodig heeft. De reconstructie moet daarvoor zorgen. Toch is het zeker niet zo dat alleen een oplossing wordt gezocht voor de situatie in de intensieve veehouderij. Er is op het platteland sprake van een stapeling van problemen: • Door de schaalvergroting in de veehouderij is het aantal locaties met grote stank- en ammoniakemissies toegenomen. • De toename en hogere intensiteit van neerslag vraagt om meer bergingsmogelijkheden. Ook nemen de perioden met extreme droogte toe. • Verder kamt Noord-Brabant met een sterke afname van de soortendiversiteit in landbouwgebieden en raken natuurgebieden meer en meer versnipperd. • Daarnaast neemt de behoefte aan recreatie op het platteland de laatste decennia sterk toe. • Tenslotte neemt de vraag naar alternatieve werkgelegenheid op het platteland de laatste jaren sterk toe, omdat het aantal mensen dat in de landbouw werkt afneemt. De provincie Noord-Brabant staat voor de uitdaging de problemen snel en in onderlinge samenhang aan te pakken. Het Reconstructieplan Beerze Reusel voorziet daarin voor het grondgebied van Hilvarenbeek.
Het noordelijk deel van het reconstructiegebied kent enkele relatief uitgestrekte, rationeel verkavelde gebieden die door natuurontwikkeling aan variatie moeten gaan winnen. Tussen Hilvarenbeek en Moergestel zal in De Gement een grootschalig natuurgebied gaan ontstaan dat tevens als overstromingsvlakte dient. Dit gebied gaat naar het oosten over in een groot landbouwontwikkelingsgebied. Daarin vindt een deel van de inplaatsing van agrarische bedrijven plaats. De beekdalen krijgen weer de ruimte en tussen de dorpen door zijn de schakels van de beken versterkt. Buiten de beekdalen behoudt de landbouw nog altijd een prominente plaats met een sterke verweving met andere functies. Door de aanwezigheid van veel landschappelijke en natuurelementen, de merendeels kleinschalige verkaveling en belangrijke cultuurhistorische waarden, is er in de toekomst sprake van een gebied met een hoge landschappelijke kwaliteit.
De provincie Noord-Brabant wenst dat het gebruik van het landelijk gebied in 2016 meer aangepast is aan de natuurlijke omstandigheden. Een belangrijk uitgangspunt voor de reconstructie is dat de verbetering van de kwaliteit van natuur, landschap en milieu samen moet gaan met verbetering van de sociale en economische vitaliteit.
De voorgenomen activiteiten zijn in het Reconstructieplan per deelgebied beschreven. Daarnaast zijn enkele algemene thema’s beschreven die voor meerdere deelgebieden gelden.
Uitgangspunt van het Reconstructieplan is, dat het gebied Beerze Reusel in 2016 een kleinschalig gebied is, waarin de verschillende functies verweven zijn. In de spreiding van wonen en werken dient het historisch patroon duidelijk herkenbaar te blijven. Zowel functioneel gebruik, kenmerkend voor de streek, als karakteristieke natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden zijn het uitgangspunt bij de ontwikkeling van het gebied. Het belang van de intensieve veehouderij zal afnemen. Deze bedrijven krijgen een plek op locaties waar duurzame ontwikkeling mogelijk is. In kwetsbare gebieden is ruimte voor extensieve vormen van grondgebonden landbouw. Het verlies
Het Reconstructieplan bevat een integrale zonering voor intensieve veehouderij. Integrale zonering is het indelen in drie zones: gebieden met perspectief voor primair intensieve veehouderij, gebieden met perspectief voor hetzij natuur hetzij woonfuncties en gebieden waar natuur, landschap, cultuurhistorie, wonen, werken en landbouw met elkaar zijn verweven. De drie gebieden heten achtereenvolgens landbouwontwikkelingsgebieden, extensiveringsgebieden en verwevingsgebieden.
Legenda kaart 4, Uitsnede onderdeel water Ontwerpverordening Ruimte (bron: provincie Noord-Brabant)
21 Atlas Hilvarenbeek
Kaart 5, Uitsnede Reconstructieplan Beerze Reusel (bron: provincie Noord-Brabant)
22
Kernrandzones, bebouwingsclusters en bebouwingslinten zijn in de meeste gevallen begrensd als extensiveringsgebied. In verband met de stankwetgeving zijn de ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij op dit moment zeer beperkt. De intensieve veehouderij in de betreffende bebouwingsconcentraties verdwijnt op termijn. De nog aanwezige intensieve veehouderijen krijgen ondersteuning bij verplaatsing naar een plek buiten de bebouwingsconcentraties. Door middel van de verruimde mogelijkheden voor hergebruik van voormalige agrarische bebouwing en vestiging van nieuwe economische dragers zijn er voldoende mogelijkheden om de gewenste verplaatsingen te realiseren.
Ter bevordering van de identiteit van de kernen zal in nauw overleg met de belangenorganen uitvoering van de dorpsontwikkelingsplannen verder ter hand worden genomen. Waar nodig en wenselijk zullen de dorpsontwikkelingsplannen worden geactualiseerd. Uitgangspunt voor het gemeentelijk beleid ten aanzien van woningbouw zal zijn ‘bouwen naar behoefte’. Daartoe zal met regelmaat de (verandering in) woningbehoefte worden gepeild. Eén en ander moet binnen vier jaar leiden tot waarneembare vermindering van de wachtlijsten voor woningen. Gestreefd wordt naar een uitbreiding van de woningvoorraad tot 2010 met minimaal 400 woningen. Voor de leefbaarheid van de kleine kernen zijn daar nog honderd woningen aan toegevoegd.
Om de recreatie in het gebied te versterken biedt het Reconstructieplan in het hele gebied ruimte aan uitbreiding en verbetering van recreatieve routestructuren, aan uitbouw van kleinschalige recreatiebedrijven en agrotoerisme, het versterken van de organisatiestructuur en aan kwaliteitsversterking van bestaande dag- en verblijfsrecreatie.
Het beleid inzake het behoud van een groot aantal zandpaden in het buitengebied zal worden gecontinueerd. Tevens is bevordering van de toeristische uitstraling en aantrekkelijkheid van Hilvarenbeek een kerndoelstelling.
De reconstructiecommissie spant zich tevens in voor de leefbaarheid. Onder leefbaarheid wordt verstaan de zorg voor een adequate voorzieningenstructuur en voor woningbouw in het gebied, de aandacht voor de kwaliteit van de sociale leefomgeving en de aandacht voor de fysieke kwaliteit van de leefomgeving. Hiertoe stellen de gemeenten onder meer dorpsontwikkelingsplannen en ruimtelijke ontwikkelingsvisies voor kernranden, bebouwingsclusters en bebouwingslinten op.
1.3
Leefbaarheidsagenda gemeente Hilvarenbeek In de leefbaarheidsagenda van de gemeente Hilvarenbeek zijn enkele knelpunten benoemd. Vergrijzing, ontgroening en niet participerende nieuwkomers zorgen voor druk op het verenigingsleven. Het aantal vrijwilligers en het aantal deelnemers aan activiteiten neemt af. In de kleine kernen (Baarschot, Esbeek, Haghorst en Biest-Houtakker) zijn veel voorzieningen, zoals een supermarkt en bank, al verdwenen. Door schaalvergroting komen veel publieke voorzieningen op steeds grotere afstand van de kern terecht (medische zorg, ouderenzorg en de politie). Deze ontwikkelingen dragen eraan bij dat de leefbaarheid in de gemeente Hilvarenbeek onder druk staat. Zeker minder mobiele, zwakkere bevolkingsgroepen (ouderen en jongeren) ervaren dit aan den lijve.
Sectoraal en overig beleid
Beleidsprogramma 2007-2010 De gemeente Hilvarenbeek hecht groot belang aan behoud van de identiteit van al de zes kernen. Teneinde te waarborgen dat bij het oprichten van bouwwerken die identiteit wordt ondersteund en zo mogelijk versterkt, zal de gemeente beleid formuleren voor ‘dorps bouwen’.
legenda Integrale zonering Extensivering - natuur Extensivering - Overig Primair landbouwontwikkelingsgebied Secundair landbouwontwikkelingsgebied Stedelijk gebied Verwevingsgebied
Recreatie Intensieve recreatie Projectlocaties Recreatieve poort Sociale economie Leefbaarheid
Legenda kaart 5, Uitsnede Reconstructieplan Beerze Reusel (bron: provincie Noord-Brabant)
23 Atlas Hilvarenbeek
Afbeelding: De lagenbenadering VROM
24
4 | De Lagenbenadering Laag 4 laagoverschrijdend Deze laag bevat de aspecten die met alle lagen te maken hebben. Het gaat daarbij om lagen die de koppeling tussen de overige lagen tot stand brengt en voornamelijk de culturele kenmerken die laagoverschrijdend hun invloed hebben. De laagoverschrijdende aspecten maken onderdeel uit van het geheugen en het DNA van de plek. Aan deze laag zijn geografische waarden verbonden.
De lagenbenadering is een geografische analyse die bestaat uit het uitsplitsen van de diverse gegevens die te maken hebben met de ontstaansgeschiedenis en de huidige situatie van de gemeente Hilvarenbeek. Zo bouwen we laag voor laag de gemeente op om een goed overzicht te krijgen van de onderscheidende kenmerken van de gemeente Hilvarenbeek. De lagenbenadering is als volgt opgedeeld. Laag 1 occupatie In deze laag komt het huidige gebruik en de recente geschiedenis tot uitdrukking. Het heeft te maken met de vorming van het stedelijk netwerk. Stedelijke kernen en verbindende infrastructuur bepalen het beeld. De occupatielaag kent een relatief hoge veranderingssnelheid. Laag 2 netwerk In de tweede laag komen de netwerken van infrastructuur aan de orde. De netwerklaag kent hoge aanloopkosten en lange aanlooptijden. Laag 3 ondergrond De derde laag is die van de ondergrond: dit is de basis van de gemeente. Deze laag heeft betrekking op de patronen en structuren op het gebied van reliëf, bodem en geomorfologie. Aan deze laag is weinig te veranderen en heeft een hoge stabiliteit. De ondergrondlaag kent een lange ontstaansgeschiedenis.
25 Atlas Hilvarenbeek
4.1
Occupatie
Afbeelding: Gebruik
De occupatielaag kent een hoge veranderingssnelheid. Feitelijk bestaat de occupatielaag uit de gebruikspatronen die voortkomen uit het menselijk gebruik van de ondergrond en de netwerken. Bij de planning van de occupatielaag moet meer dan voorheen rekening worden gehouden met de eigenschappen en functies van de ondergrond en de netwerken en de eisen die deze lagen stellen aan het ruimtegebruik.
4.1.1 Gebruik Op deze kaart is duidelijk gemaakt hoe de verdeling van het ruimtegebruik is in de gemeente Hilvarenbeek. Voor een groot deel bestaat het grondgebruik binnen de gemeente uit een agrarische bestemming. Daarnaast is te zien hoe de verschillende woonkernen zich positioneren, en zich tot elkaar verhouden. Uitgezonderd bij Baarschot zijn bij de kernen sportvelden gelegen. In de nabijheid van de kernen Hilvarenbeek, Diessen, Haghorst en Esbeek is te zien dat er bedrijvigheid aanwezig is. 4.1.2 Bebouwingsstructuur Op deze kaart is de bebouwingsstructuur weergegeven anno 2009. Hierop zijn alle gebouwen weergegeven. Hierdoor is de structuur van kernen met daartussen de linten duidelijk zichtbaar. Ook de ruimtes die vrij zijn van bebouwing worden zo zichtbaar zoals de natuurgebieden en de agrarische gebieden met grootschalige verkavelingen.
wonen centrum bedrijvigheid sport / recreatie agrarisch bos- en heidegebied gemeentegrens
26
Afbeelding: Bebouwingsstructuur
gebouwen gemeentegrens
27 Atlas Hilvarenbeek
4.2
Netwerk Afbeelding: Wegennet
Netwerken kennen hoge aanloopkosten en lange aanlooptijden. Deze netwerken vormen een belangrijke voorwaarde voor stedelijke en economische dynamiek. Bij de ruimtelijke planvorming is het essentieel de eigenschappen en functies van deze netwerken in beeld te brengen en de eisen die deze stellen aan de ruimte vast te leggen.
4.2.1 Infrastructuur De verkeersinfrastructuur is het geheel aan voorzieningen voor het vervoer van mensen of goederen. In de gemeente Hilvarenbeek bestaat dit ondermeer uit wegen, fietspaden en wandelroutes. In de hierna volgende kaarten zijn deze infrastructuren uiteengezet. 4.2.1.1 Wegennet Op de kaart van het wegennet zijn de hoofdroutes door de gemeente Hilvarenbeek weergegeven. Deze hoofdroutes bestaan uit de provinciale wegen N269 en de N395. Grenzend aan de gemeente loopt de A58, een belangrijke interregionale en nationale verbindingsweg, daarom is deze ook aangegeven op de kaart. Ten slotte worden op de kaart in het paars de belangrijkste secundaire verbindingswegen aangegeven, deze wegen handelen het ‘interne’ verkeer binnen de gemeente af. 4.2.1.2 Fietsroutes De fietsroutes binnen de gemeente Hilvarenbeek worden als belangrijke langzaamverkeeraders gezien voor onder andere bereikbaarheid en beleving van het landschap. De routes, zoals deze op de kaart zijn weergegeven, zijn onderdeel van het fietsroutenetwerk Brabant, deelnetwerk ‘de Kempen’ uitgegeven door het VVV.
rijksweg - A58 provinciale wegen - N269 / N395 belangrijkste secundaire wegen gemeentegrens
4.2.1.3 Wandelroutes Het wandelnetwerk op deze kaart is het ‘Wandelnetwerk De Hilver’. Het netwerk is eveneens onderdeel van een groter netwerk in Brabant. De kaart maakt duidelijk dat in de gehele gemeente een fijnmazig netwerk aanwezig is. Louter in de noordwestelijke punt, rondom de Beekse Bergen, is het netwerk grover.
28
Afbeelding: Wandelroutes
Afbeelding: Fietsroutes (bron:VVV)
knooppunt cult. hist.,nat. hist., bezienswaardigheden, horeca en verblijf verhard pad on/half verhard pad beoogde route
fietsroutes gemeentegrens
29 Atlas Hilvarenbeek
Afbeelding: Waterwegen
4.2.1.4 Waterwegen Er is in de gemeente Hilvarenbeek één waterweg: het Wilhelminakanaal. Dit kanaal is aangegeven op de kaart. Hierover vaart beroepsvaart maar ook pleziervaart. 4.2.2 Kabels en Leidingen De kaart met kabels en leidingen geeft de ligging van de leidingen en het type. Met een ster staat de waterzuiveringsinstallatie aangegeven. Vooral rond Hilvarenbeek liggen diverse leidingen. 4.2.3 Groenstructuur De groenstructuur heeft een grote impact op het karakter van de gemeente Hilvarenbeek. Het bevat ondermeer het bos- en heidegebied aan de westkant van de gemeente, bestaande uit de landgoederen de Utrecht en Roovert en Gorp. Daarnaast zijn enkele kleinere bosgebieden aangegeven, zoals Annanina’s Rust en Het Stuk. Het landschap tussen de bosgebieden en rondom de kernen aan de oostzijde van de gemeente worden betiteld als waardevol open landschap. Binnen dit open landschap zijn globaal twee typen landschappen te herkennen. Tussen bos- en heidegebieden in het westen en de kernen Hilvarenbeek en Esbeek ligt een gebied met een kleinschalig agrarisch landschap. In het noorden en oosten is een grootschalig open landschap terug te vinden.
Wilhelminakanaal gemeentegrens
30
Afbeelding: Groenstructuur
Afbeelding: Kabels en Leidingen
D.P.O. leiding (Defensie Pijpleiding Organisatie) transportleiding intergas watertransportleiding rioolpersleiding D.T.M. pijpleiding (Direct To Metal) transportleiding gasunie waterzuiveringsinstallatie gemeentegrens
bos en heide landschap kleinschalig landschap grootschalig landschap recreatie kernen gemeentegrens
31 Atlas Hilvarenbeek
Afbeelding: Hoogtekaart (bron: Aardkundige waardenkaart provincie Noord-Brabant)
4.3
Ondergrond
De ondergrond kent een lange ontstaansgeschiedenis en is kwetsbaar: Daarom is een zorgvuldige omgang gewenst en is de ondergrond medestructurerend voor de bovenliggende lagen: de netwerken en de occupatie. Een goede kennis van het ondergrondsysteem is van belang om te komen tot een duurzame inrichting van het gebied. Intrinsieke kwaliteiten van het ondergrondsysteem en kwetsbare gebieden zijn in beeld te brengen en biedt tevens een analyse zicht op de geschiktheid van bodem en ondergrond voor (toekomstige) gebruiksfuncties.
4.3.1 Hoogtekaart Op de hoogtekaart zijn de verschillende maaiveldhoogtes in de gemeente uitgetekend. Deze hoogtes lopen van zuid naar noord en van 24.7m tot 8.8m boven N.A.P.. 4.3.2 Geomorfologie De geomorfologie beschrijft de opbouw en de structuur van de bodem. Hierbij kan gedacht worden aan stuifduinen, een terrasvlakte of een dalvormige laagte. Bijgevoegde kaart geeft de verschillende gebieden weer zoals deze in de gemeente voorkomen. Duidelijk zichtbaar zijn de welvingen in het zuiden op de hoger gelegen gebieden. Ook de dalvormige laagtes van de beekdalen zijn duidelijk te herkennen in de geomorfologie. 4.3.3 Grondsoort De verschillende grondsoorten zijn op deze kaart geïnventariseerd en weergeven. Ook op deze kaart is het beekdallenlandschap duidelijk zichtbaar. De kernen zijn voornamelijk gelegen op de eerdgronden.
hoogte <8.8 m hoogte 10.2 - 15.1 m hoogte 15.5 - 18.3 m hoogte 18.7 - 21.1 m hoogte 21.3 - 23.3 m hoogte 23.8 - >24.7 m gemeentegrens
32
Afbeelding: Geomorfologie (bron: Aardkundige waardenkaart provincie Noord-Brabant)
(land)duinen dalvormige laagte, beek- of rivierdal rug (dekzandrug of terrasrug) laagte (+/- randwal) moerassig beekoverstromingsvlakte
Afbeelding: Grondsoort (bron: Aardkundige waardenkaart provincie Noord-Brabant)
beekdallandschap eerdgronden zandgronden oppervlaktewater gemeentegrens
terrasvlakte vlakte (dek)zand water welvingen (zand, uiterwaard, terrasof getijafzetting) gemeentegrens
33 Atlas Hilvarenbeek
gegraven in het kader van de werk-verschaffing. Kanaal en haven waren van groot belang voor de aan- en afvoer van goederen.
4.3.4 Biotisch Flora en fauna staan op deze kaart centraal. De Natura 2000 richtlijnen zijn aangegeven op deze kaart. Dit heeft zich vertaald in verschillende beschermingszones die op de kaart door middel van vlakken zijn weergegeven. In het geel is de Habitatrichtlijn zichtbaar gemaakt. Oranje geeft aan dat in het gebied de Habitatrichtlijn geldt én dat het gebied beschermd natuurmonument is. Deze richtlijnen zijn opgelegd vanuit de Europese Unie.
De Reusel De Reusel ontspringt in Reusel en stroomt door het Landgoed de Utrecht en vervolgens langs Baarschot en Diessen onder het Wilhelminakanaal door naar Moergestel. Bij Moergestel gaat de Reusel over in de Achterste Stroom. Beken die in de Reusel uitmonden zijn de Raamloop en het Spruitenstroompje (ten noorden van het Wilhelminakanaal). De Reusel stroomt ten zuiden van Diessen langs het natuurgebied Turkaa. Verder stroomafwaarts door het Diessens Broek. De loop van de Reusel is hier gedeeltelijk verlegd in het kader van ruilverkavelingswerken.
4.3.5 Watersysteem Het watersysteem met het kanaal, beken, stroompjes en sloten wordt op deze kaart weergegeven. Conform de hoogteligging van de gemeente stroomt het water in noordoostelijke richting.
Het Spruitenstroompje Het Spruitenstroompje is een zijbeek van de Reusel. Het beekje ontspringt als Hoogeindsche beek aan de Nederlands-Belgische grens ten zuidwesten van Esbeek. Vervolgens stroomt het door het Landgoed de Utrecht, oostelijk langs Esbeek en Hilvarenbeek en aan de westkant van het natuurgebied Annanina’s Rust. Hier mondt een nog kleiner beekje, de Roodloop, in het Spruitenstroompje uit. Ten oosten van Biest-Houtakker gaat de beek onder het Wilhelminakanaal door en even verder mondt het in de Reusel uit.
Het Wilhelminakanaal Het Wilhelminakanaal loopt van de Amer bij Geertruidenberg naar de Zuid-Willemsvaart tussen Beek en Donk en Aarle-Rixtel. Op 4 april 1923 werd het officieel geopend. Het Wilhelminakanaal is met de hand
34
Afbeelding: Biotisch (bron: Natura 2000 gebieden Ministerie LNV)
Afbeelding: Watersysteem
habitatrichtlijngebied habitatrichtlijngebied en beschermd natuurmonument gemeentegrens
water Wilhelminakanaal beken - Aalst - Spruitenstroompje - Reusel - Roodloop - Rovertsche leij gemeentegrens
35 Atlas Hilvarenbeek
4.4
Laagoverschrijdend 4.4.1 Archeologische waardenkaart Deze kaart geeft inzicht in de archeologische verwachtingswaarde. Dit is weergegeven in drie categorieën, geel - redelijk hoge kans, oranje - hoge kans en rood - zeer hoge kans. Vooral ter plaatse van de voormalige landgoederen geldt een hoge verwachtingswaarde.
Naast de drie lagen, zoals deze in de lagenbenadering beschreven worden, zijn laagoverschrijdende elementen toegevoegd. Deze laag bevat de aspecten die met alle lagen te maken hebben. Het gaat daarbij om elementen die de koppeling tussen lagen tot stand brengt en voornamelijk de culturele kenmerken die laagoverschrijdend hun invloed hebben. Hierin komen zaken als archeologie en cultuurhistorie aan bod. Deze elementen hebben hun weerslag op het ontstaan van een gebied.
4.4.2 Cultuurhistorie Op deze kaart staan de cultuurhistorische waarden die in de gemeente aanwezig zijn. Om te beginnen stellen de groene driehoekjes monumentale bomen voor. De blauwe puntjes zijn de zogenaamde elementen uit het Monumenten Inventarisatie Project. De Rode puntjes stellen de rijksmonumenten voor. In het noorden van de kern Hilvarenbeek staat een grotere cirkel, dit is de molenbiotoop. De lichtbruine vlakken op de kaart zijn de archeologische monumenten. Ten slotte staan op de kaart drie gebieden aangegeven die als stedenbouwkundig waardevol beschouwd worden. Dit zijn de uitlopers van Hilvarenbeek naar het buitengebied, het historische hart van de kern Hilvarenbeek en het (voormalig) kransakkerdorp: Esbeek.
36
Afbeelding: Cultuurhistorische kaart (bron: Cultuurhistorische waardenkaart provincie Noord-Brabant)
Afbeelding: Archeologische waardenkaart (bron: Aardkundige waardenkaart provincie Noord-Brabant)
hoog of middelhoog laag gemeentegrens
archeologische monumenten MIP rijksmonument molenbiotoop historische bomen stedenbouwkundig waardevol gemeentegrens
37 Atlas Hilvarenbeek
38