Voorwaarden en handreiking
Aanleg en beheer van nuttige akkerranden v03032011 Merijn Bos Deze handreiking is opgesteld voor de aanleg en het beheer van nuttige akkerranden. De informatie is samengesteld op basis van de eisen van de regeling en van tips uit onderzoeks‐ en praktijkervaringen. Binnen Bloeiend Bedrijf stimuleren we de eigen ideeen van deelnemers. Wil je iets anders proberen rond de aanleg en het beheer van de randen? Neem dan contact op met uw contact persoon, dan kunnen we uw akkerranden nauwkeuriger volgen. Nieuwe ervaringen kunnen deze handreiking completer maken Grootte en positie De akkerranden zijn minstens 3 meter breed en maximaal 12 meter breed. Het zijn immers randen. De optimale verhouding tussen breedte en effect is te verwachten van randen tussen de 3 en 6 meter breed. De rand moet langs een akkerbouwgewas liggen. De optimale ligging hangt af van verschillende factoren, onze aanbevelingen: Langs een gewas dat er baat bij heeft: Kies een gewas dat baat heeft bij natuurlijke vijanden. Bijvoorbeeld gewassen die snel last hebben van luis. Langs de lange zijde van het perceel: De natuurlijke vijanden moeten zich optimaal vanuit de randen over de rest van het perceel kunnen verspreiden. Langs de zonnige zijde: Een bloeiende rand groeit het best in de zon en trekt dan de meeste nuttige insecten aan. Bij lage onkruiddruk: Kies een plek waar weinig last met onkruiden is geweest zodat onkruid niet in de rand gaat domineren. Zo min mogelijk berijden: Kies een plek waar zo min mogelijk met machines over gereden wordt. Een in‐ of uitrit is geen probleem, maar rijpaden en keerplekken in de akkerrand moeten vermeden worden! Aspecten zoals positie ten op zichte van fiets‐ en wandelpaden zijn minder belangrijk dan bovenstaande punten. Voorjaar: Bodembewerkingen en zaaibedvoorbereiding Voor eenjarige randen zijn er geen beperkingen voor de voorjaars behandelingen. De zaaibed voorbereiding verschilt niet van andere gewassen die ingezaaid moeten worden. Wel adviseren we extra op te letten bij de zaaibedvoorbereiding. Met een valszaaibed geef je het zaadmengsel een goede voorsprong op onkruiden.
Inzaaien De zaadmengsels bestaan uit grote en kleine zaden. Houd daar rekening mee bij het inzaaien. De zaaidichtheid is 20‐25kg/hectare. Als u niet zelf de rand in kunt zaaien, kijk dan of er binnen uw deel groep gezamelijk een machine gebruikt kan worden zodat minder vaak de machines opnieuw afgesteld hoeven te worden. Loonwerkkosten kunnen binnen de vergoeding gedeclareerd worden. In zuidwest Nederland is goede ervaring op gedaan met een aangepaste bietenzaaier die de mengsels in rijen inzaaide zodat het mogelijk was twee keer te schoffelen en zo onkruid te onderdrukken. Tijdens het seizoen: Opkomst en onkruidbeheersing Ga in het begin na of de opkomst van het zaadmengsel goed verloopt. Een goede opkomst is belangrijk om de onkruiddruk te beperken. Mocht er toch een onkruidprobleem ontstaan, dan is pleksgewijze bestrijding toegestaan. Onze aanbeveling is om dat handmatig te doen (met steekvorken of handmaaiers). Pleksgewijs mag chemische bestrijding met een rugspuit, maar nooit oppervlakte‐dekkend over de hele akkerrand! Najaar Het beheer van de een jarige randen is gebonden aan het hoofdgewas. De najaarsbewerkingen kunnen gelijktijdig met die van het volle veld uitgevoerd worden. Op percelen waar geen problemen door gewasresten zijn te verwachten (bijvoorbeeld slakken), raden we wel aan te proberen de randen pas in het volgende voorjaar voor te bereiden op het nieuwe gewas. De meerjarige randen kan het nodig zijn het eerst een tweede jaar (na de bloei van de kruiden!) 1 a 2 keer per jaar te maaien. Zodra de vegetatie wat dunner wordt is maaien niet meer nodig, dan ontstaat er een goede dichte strooisellaag waar natuurlijke vijanden in overwinteren. Om die verdunning van de vegetatie te krijgen is afvoeren van het materiaal nodig. Het materiaal kan vercomposteerd worden op het naastgelegen perceel. Direct inwerken is niet aan teraden als er onkruiden in de rand staan. Zaadmengsels De belangrijkste eis die gesteld wordt aan zaadmengsels is dat ze natuurlijke vijanden aantrekken en stuimuleren, en geen plagen en ziekten! Hoe goed een mengsel bij uw akker past hangt af van: Grondsoort: Op schrale zandgronden kunnen vlinderbloemigen belangrijk zijn om stikstof in de bodem te krijgen. Verder zijn onderstaande mengsels op zowel klei‐ als zandgronden effectief gebleken. Er zijn echter nog geen goed gedocumenteerde lange termijn ervaringen op met name veen‐ en zandgronden! Hoofdgewas: Bloemen in de akkerrand moeten zo min mogelijk verwant zijn aan het hoofdgewas op de akker. Het bekendste voorbeeld zijn de schermbloemigen waartoe peen en wortel behoren. De wortelvlieg voedt zich ook met koriander, venkel en akkerscherm! Mengsels rond de wortel‐ en peen‐teelt mogen geen schermbloemigen bevatten.
Bereikbaar nectar en pollen: Voor vliegende natuurlijke vijanden is voldoende nectar en pollen een cruciale voedselbron. Sommige bloemen produceren zelfs buiten de bloemen nectar (Zonnebloem). Bovendien moeten nectar en pollen goed bereikbaar zijn en niet te diep in de bloemen verstopt. Diversiteit: Hoe meer soorten, hoe beter. Meer soorten trekken nog meer verschillende natuurlijke vijanden aan. Spreiding in bloeitijd: Zodat er een zo lang mogelijke periode is waarin de rand bloeit. Meerjarig of eenjarig: Meerjarige randen stimuleren vooral rondkruipende natuurlijke vijanden (bijv. loopkevers, spinnen), eenjarige randen vooral de rondvliegende natuurlijke vijanden (bijvoorbeeld sluipwespen, zweefvliegen, gaasvliegen). De rondvliegende hebben een veel groter bereik dan de rondkruipende. In dat opzicht passen meerjarige randen dus beter bij kleinere percelen. Elk jaar is de eenjarige rand gevoeliger voor onkruiddruk dan de meerjarige rand. In de meerjarige rand ontstaat een biodiverse graszode waar onkruiden zich moeilijker vestigen, maar de bloeiende kruiden zullen ook snel afnemen. Verder verschillen de twee typen randen in beheer (zie boven) wat belangrijk is in de keuze. Betaalbaarheid: De mengsels moeten betaalbaar blijven. We streven naar kosten tot 300 EUR per hectare. De betaalbaarheid hangt af van de soorten en de verhouding van de soorten. Om mengsels goedkoop te maken worden er vaak granen door gemengd. Wij stellen echt er een maximum van 15% granen in het mengsel.
Vanuit Bloeiend Bedrijf is contact met zaad leveranciers om grote hoeveelheden af te nemen. Neem contact op met uw contactpersoon om zaad via die weg te bestellen.
Bloeikaart 2011 Ten Have Seeds eenjarig mengsel (met of zonder de schermbloemige Groot akkerscherm) Opgesteld door: Merijn Bos,
[email protected]
Groot akkerscherm
Alexandrijnse klaver
Bolderik
Boekweit
Bernagie
Meisjesogen
Korenbloem
Klaproos
Saffloer
Hoofdjesgillia
Phacelia
Zomertarwe
Gipskruid
Gierst
Welriekende reseda
Luzerne
Bloeikaart 2011 Ten Have Seeds eenjarig mengsel (met of zonder de schermbloemige Groot akkerscherm) Opgesteld door: Merijn Bos,
[email protected] Alexandrijnse klaver Bernagie Boekweit Bolderik Gierst Gipskruid Groot akkerscherm Hoofdjesgilia Klaproos Korenbloem Luzerne Meisjesogen Phacelia Saffloer Welriekende reseda Zomertarwe
Aandel (%) 8 3 14 8 3 8 3 3 3 8 8 3 8 3 3 14
Natuurlijke vijanden np n np np np np p p np np np n p np n=nectar p=pollen Hab=habitat
Vogels √ √ √ √ √
Groep Meerjarig Meerjarig/eenjarig Eenjarig Eenjarig Eenjarig Meerjarig Eenjarig Eenjarig Meerjarig Eenjarig Meerjarig Meerjarig Eenjarig Eenjarig Eenjarig Eenjarig
Bestuivers Bloemkleur Hoogte (m) Bloei Hb5/H/Wb/V wit/roze 0,05‐0,35 mei‐okt Hb3/H lichtblauw 0,3‐0,5 jul‐sep Hb5 wit/roze 0,3‐0,7 jun‐aug Hb2 Hb3/Wb wit 0,7‐1,0 jun‐jul Hb1 wit 0,7‐1,0 jun‐jul Hb1/H/V lavendelblauw 0,4‐0,6 mei‐sep Hb5/H rood/oranje 0,8‐1,0 mei‐jun Hb5/H/V blauw 0,5‐0,8 jun‐aug Hb4/H/Wb/V blauw/paars 0,3‐0,8 jun‐sep Hb3/H geel 0,6‐1,0 jul‐aug Hb5/H/V blauw 0,3‐1.0 mei‐sep Hb1 geel/oranje 0,7‐1,1 jul‐aug Hb5/H/Wb/V groen/wit 0,2‐0,4 jul‐okt Honingbijen: Hb1=zelden bezocht; Hb5=zeer goed bezocht H=Hommels Wb=Wilde bijen V=Vlinders
Bloeikaart 2011 Ten Have Seeds meerjarig mengsel (met of zonder de schermbloemigen Venkel en Koriander) Opgesteld door: Merijn Bos,
[email protected]
Boekweit
Wilde margriet
Phacelia
Luzerne
Rolklaver
Gewoon struisgras
Venkel
Witte klaver
Roodzwenkgras
Koriander
Wilde cichorei
Kamgras
Smalle weegbree
Bloeikaart 2011 Ten Have Seeds meerjarig mengsel (met of zonder de schermbloemigen Venkel en Koriander) Opgesteld door: Merijn Bos,
[email protected] Boekweit Gewoon struisgras Kamgras Koriander Luzerne Phacelia Rolklaver Roodzwenkgras Smalle weegbree Wilde cichorei Wilde margriet Wilde venkel Witte klaver
Aandel (%) 25 8 8 8 8 8 3 12 3 3 3 3 8
Natuurlijke vijanden np Hab Hab np np n np Hab p p np np p n=nectar p=pollen Hab=habitat
Vogels √ √ √ √ √
Groep Eenjarig Meerjarig Meerjarig Eenjarig Meerjarig Eenjarig Meerjarig Meerjarig Meerjarig Meerjarig Meerjarig Meerjarig Meerjarig
Hoogte Bestuivers Bloemkleur (m) Bloei Hb5 wit/roze 0,3‐0,7 jun‐aug Hb3/H/Wb witroze 0,4‐0,6 jun‐jul Hb4/H/Wb/V blauw/paars 0,3‐0,8 jun‐sep Hb5/H/V blauw 0,3‐1.0 mei‐sep Hb3/H/Wb/V geel 0,1‐0,4 jun‐sep Hb3 groen 0,1‐0,8 mei‐sep Hb5/H/Wb/V blauw 0,5‐1,5 jul‐aug Hb3/Wb/V wit 0,3‐0,6 mei‐aug Hb3/H/Wb/V geel 1,0‐1,5 Jul‐okt Hb5/H/Wb/V wit/roze 0,05‐0,35 mei‐okt Honingbijen: Hb1=zelden bezocht; Hb5=zeer goed bezocht H=Hommels Wb=Wilde bijen V=Vlinders
Bloeikaart 2011 Van Dijke Zaden eenjarig mengsel (met of zonder de schermbloemigen Groot akkerscherm en Koriander) Opgesteld door: Merijn Bos,
[email protected]
Groot akkerscherm
Koriander
Drakenkop
Muurbloem
Gele kamille
Boekweit
Meisjesogen
Korenbloem
Gele ganzebloem
Cosmea
Hoofdjesgillia Chrysant
Gipskruid
Luzerne
Klaproos
Teunisbloem
Bolderik
Saffloer
Welriekende reseda
Kleine zonnebl.
Zomertarwe
Bloeikaart 2011 Van Dijke Zaden eenjarig mengsel (met of zonder de schermbloemigen Groot akkerscherm en Koriander) Opgesteld door: Merijn Bos,
[email protected] Boekweit Bolderik Chrysant Cosmea Drakenkop Gele ganzenbloem Gele kamille Gierst Gipskruid Groot akkerscherm Hoofdjesgilia Klaproos Korenbloem Koriander Luzerne Meisjesogen Muurbloem Saffloer Teunisbloem Welriekende reseda Zomertarwe Zonnebloem
Aandeel (%) 14 6 2 2 2 2 1 5 7 3 3 3 4 2 2 4 3 7 2 2 22 2
Natuurlijke vijanden np np np p np np np np np p p np np np np np p np np n/p n=nectar p=pollen Hab=habitat
Vogels √
Groep Eenjarig Eenjarig Eenjarig
√ √ √ √ √ √
Eenjarig Eenjarig Eenjarig Meerjarig Eenjarig Meerjarig Eenjarig Eenjarig Meerjarig Eenjarig Eenjarig Meerjarig Meerjarig Meerjarig Eenjarig Eenjarig Eenjarig Eenjarig Eenjarig
Bestuivers Hb5 Hb2 Hb1
Bloemkleur Hoogte (m) Bloei wit/roze 0,3‐0,7 jun‐aug geel of wit met 0,4‐0,6 jun‐aug bruine banden Hb5/H/V rozerood‐wit 0,8‐1,5 jul‐okt Hb3/V geel 0,3‐0,6 jun‐sep Hb1/Wb/V geel 0,4‐0,7 jun‐sep Hb3/Wb wit 0,7‐1,0 jun‐jul Hb1 wit 0,7‐1,0 jun‐jul Hb1/H/V lavendelblauw 0,4‐0,6 mei‐sep Hb5/H rood/oranje 0,8‐1,0 mei‐jun Hb5/H/V blauw 0,5‐0,8 jun‐aug Hb3/H/Wb witroze 0,4‐0,6 jun‐jul Hb4/H/Wb/V blauw/paars 0,3‐0,8 jun‐sep Hb3/H geel 0,6‐1,0 jul‐aug Hb5/H/Wb/V geel/oranje 0,3‐0,8 mei‐jun Hb1 geel/oranje 0,7‐1,1 jul‐aug Hb3/H geel 0,5‐1,5 jun‐sep Hb5/H/Wb/V groen/wit 0,2‐0,4 jul‐okt Hb5/H geel, bruinig hart 0,8‐4,0 jul‐okt Honingbijen: Hb1=zelden bezocht; Hb5=zeer goed bezocht H=Hommels Wb=Wilde bijen V=Vlinders
Bloeikaart 2011 Van Dijke Zaden meerjarig mengsel (met of zonder de schermbloemige Venkel) Opgesteld door: Merijn Bos,
[email protected]
Boekweit
Wilde margriet
Rolklaver
Witte klaver
Luzerne
Gewoon struisgras
Venkel
Wilde cichorei
Duizendblad
Smalle weegbree
Roodzwenkgras
Klaproos
Gele ganzebloem
Kamgras
Bloeikaart 2011 Van Dijke Zaden meerjarig mengsel (met of zonder de schermbloemige Venkel) Opgesteld door: Merijn Bos,
[email protected] Boekweit Duizendblad Gele ganzenbloem Gele kamille Gewoon struisgras Kamgras Klaproos Luzerne Rolklaver Roodzwenkgras Smalle weegbree Wilde cichorei Wilde margriet Wilde venkel Witte klaver
Aandeel (%) 20 2 3 3 14 14 2 2 5 18 2 1 4 7 3
Natuurlijke vijanden n/p n/p n/p n/p Hab Hab p n/p n/p Hab p p n/p n/p p n=nectar p=pollen Hab=habitat
Vogels √ √ √ √ √
Groep Eenjarig Meerjarig Eenjarig Meerjarig Grassen Grassen Meerjarig Meerjarig Meerjarig Grassen Meerjarig Meerjarig Meerjarig Meerjarig Meerjarig
Bestuivers Bloemkleur Hoogte (m) Bloei Hb5 wit/roze 0,3‐0,7 jun‐aug Hb1/Wb/V wit/roze 0,15‐0,7 jul‐okt Hb3/V geel 0,3‐0,6 jun‐sep Hb1/Wb/V geel 0,4‐0,7 jun‐sep Hb5/H rood/oranje 0,8‐1,0 mei‐jun Hb4/H/Wb/V blauw/paars 0,3‐0,8 jun‐sep Hb3/H/Wb/V geel 0,1‐0,4 jun‐sep Hb3 groen 0,1‐0,8 mei‐sep Hb5/H/Wb/V blauw 0,5‐1,5 jul‐aug Hb3/Wb/V wit 0,3‐0,6 mei‐aug Hb3/H/Wb/V geel 1,0‐1,5 Jul‐okt Hb5/H/Wb/V wit/roze 0,05‐0,35 mei‐okt Honingbijen: Hb1=zelden bezocht; Hb5=zeer goed bezocht H=Hommels Wb=Wilde bijen V=Vlinders