LE SECRETAIRE D’ÉTAT À L’INTÉGRATION SOCIALE ET À LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETÉ
DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE
De interfederale armoedebarometer
Ontwerp en realisatie: www.artoos.be
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
LE SECRETAIRE D’ÉTAT À L’INTÉGRATION SOCIALE ET À LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETÉ
DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING
Een project van:
Om een papierversie van de Armoedebarometer te bestellen : tel. 02 508 85 85 of
[email protected] Om de on-line versie te raadplegen surft u naar www.mi-is.be en opent u de rubriek Armoedebarometer.
LE SECRETAIRE D’ÉTAT À L’INTÉGRATION SOCIALE ET À LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETÉ
DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING
Wonen Deelname
Inkomen & schuld Gezondheidszorg Werk Onderwijs
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
De interfederale armoedebarometer
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE
2011
Inleiding
2011
De staatssecretaris voor maatschappelijke integratie en armoedebestrijding
Ik wil tot slot onze partners bedanken voor de bijdrage tot de realisatie van de Interfederale Armoedebarometer 2011.
Het moet onze ambitie zijn de armoedebarometer op “mooi weer” te krijgen, en dat kunnen we alleen door de strijd tegen armoede samen aan te pakken!
De Armoedebarometer laat ons bovendien toe de om vergelijking te maken met de situatie in andere Europese landen. Zo kunnen we ook binnen Europa van elkaar leren.
“Armoede beter leren kennen om ze beter te kunnen bestrijden, en dat op alle niveaus”, dat is voor mij een prioriteit. Deze Armoedebarometer moet dan ook een beleidsinstrument zijn voor alle overheden uit ons land.
In ons land leeft één burger op zeven onder de armoedegrens. Armoede wordt vaak gekenmerkt door onvoldoende inkomsten. Maar armoede betekent meer dan louter geldgebrek. Armoede heeft een invloed op alle aspecten van het leven van onze armste medeburgers. Door hun kwetsbaarheid liggen grondrechten en basisbehoeften zoals gezondheidszorg, werk, onderwijs, huisvesting, ... voor hen immers vaak ver buiten hun bereik.
Dit instrument heeft als voornaamste doelstelling het verschijnsel armoede beter bekend te maken in België. De Armoedebarometer toont aan hoe wijdverspreid armoede wel niet is en verduidelijkt enkele essentiële kenmerken ervan.
In 2009 werd voor het eerst, zoals voorzien in het Federaal Plan Armoedebestrijding, de Interfederale Armoedebarometer gepresenteerd. Ik stel u vandaag de editie 2011 voor.
Mevrouw, Mijnheer,
De interfederale armoedebarometer
2011
6. Achterstallige betalingen voor basisbehoeften.
5. Consumentenkredieten en armoederisico.
4. Subjectief armoederisico. Percentage personen die leven in een huishouden waarvan de referentiepersoon aangeeft dat het huishouden moeilijk rondkomt.
3. Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens.
2. Bevolkingscategorieën met een sterk verhoogd armoederisico.
1. De armoederisicograad van de Belgische bevolking.
Inkomen & schuld
De interfederale armoedebarometer
1. De armoederisicograad van de Belgische bevolking. Het percentage personen met een gestandaardiseerd huishoudinkomen lager dan 60% van het nationaal mediaan gestandaardiseerd huishoudinkomen.
Inkomen & schuld
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
14,6%
40%
90%
80%
70%
Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008
2011
Personen in een gezin met een werkintensiteit=0
Personen met een werkintensiteit tussen 0 en 0,5 en met kinderen
•
•
volgende pagina >
invaliditeit/ziekte
•
Relatie tot de arbeidsmarkt: • werkloosheid
2. Bevolkingscategorieën met een sterk verhoogd armoederisico.
Inkomen & schuld
De interfederale armoedebarometer
29,9%
zonder kinderen
33,4%
0% 100%
0% 100%
46,9%
0% 100%
22,8%
0% 100%
75,4%
met kinderen
0% 100%
Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008
2011
Alleenstaande vrouw zonder kinderen
Nationaliteit: • Niet EU25
Opleiding: • Personen met een laag opleidingsniveau
•
Gezinssituatie: • Alleenstaande ouder
2. Bevolkingscategorieën met een sterk verhoogd armoederisico.
Inkomen & schuld
De interfederale armoedebarometer
53,2%
0% 100%
23,8%
0% 100%
25,2% 0% 100%
24,0%
0% 100%
Ouder dan 65 jaar
0% 100%
Jonger dan 65 jaar
36,9%
Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008
2011
koppel met twee kinderen
koppel met twee kinderen
volgende pagina >
•
Invaliditeit • alleenstaande
•
Leefloon • alleenstaande
3. Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens.
Inkomen & schuld
De interfederale armoedebarometer
101,0%
74,0%
0% 100%
0% 100%
82,0%
64,0%
0% 100%
0% 100%
Bron: EU-Silc 2009/ bedrag van de uitkeringen en inkomen 2008
2011
koppel met twee kinderen
koppel
volgende pagina >
•
Pensioen • alleenstaande
•
Werkloosheid • alleenstaande
3. Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens.
Inkomen & schuld
De interfederale armoedebarometer
106,0%
86,0%
0% 100%
0% 100%
87,0%
69,0%
0% 100%
0% 100%
Bron: EU-Silc 2009/ bedrag van de uitkeringen en inkomen 2008
2011
koppel met twee kinderen
•
koppel met twee kinderen
Minimumloon • alleenstaande
•
130,0%
Inkomensvervangende tegemoetkomingen voor gehandicapten • alleenstaande 73,7%
3. Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens.
Inkomen & schuld
De interfederale armoedebarometer
0% 100%
0% 100%
88,0%
66,0%
0% 100%
0% 100%
Bron: EU-Silc 2009/ bedrag van de uitkeringen en inkomen 2008
2011
•
koppel
Inkomensgarantie voor Ouderen • alleenstaande
3. Sociale uitkeringen als percentage van de armoederisicogrens.
Inkomen & schuld
De interfederale armoedebarometer
92,0%
0% 100%
82,0%
0% 100%
Bron: EU-Silc 2009/ bedrag van de uitkeringen en inkomen 2008
2011
4. Subjectieve beoordeling van het armoederisico. Het percentage personen dat leeft in een huishouden waarvan de referentiepersoon aangeeft dat het huishouden moeilijk of zeer moeilijk rondkomt.
Inkomen & schuld
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
21,1%
40%
90%
80%
70%
Bron: EU-Silc 2009
2011
5. Consumentenkredieten en armoederisico. Het percentage huishoudens waarvan het beschikbaar inkomen (verder) onder de armoederisicogrens valt ten gevolge van de afbetaling van consumentenkredieten.
Inkomen & schuld
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
40%
60%
100%
5,3%
50%
90%
80%
70%
Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2006
2011
6. Achterstallige betalingen voor basisbehoeften. Het percentage personen dat leeft in een gezin met ten minste twee achterstallen voor één of meerdere basisbehoeften (facturen voor electriciteit, water, gas, huur, hypothecaire lening, gezondheidszorg).
Inkomen & schuld
10%
20%
30%
0%
40%
60%
100%
5,8%
50%
90%
80%
70%
Bij de totale bevolking
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
14,0%
40%
90%
80%
70%
In de groep met de 20% laagste inkomens
Bron: EU-Silc 2009
2011
2. Negatieve inschatting van de eigen gezondheid.
1. Uitstel van gezondheidszorg(en) omwille van financiële redenen.
Gezondheidszorg
De interfederale armoedebarometer
2011
1. Uitstel van gezondheidszorg(en) omwille van financiële redenen. Het percentage personen dat leeft in een huishouden waarvan één van de leden in de loop van het voorbije jaar gezondheidszorgen heeft moeten uitstellen of annuleren omwille van financiële redenen.
Gezondheidszorg
10%
20%
30%
0%
40%
60%
100%
2,4%
50%
90%
80%
70%
Bij de totale bevolking
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
40%
60%
100%
7,1%
50%
90%
80%
70%
In de groep met de 20% laagste inkomens
Bron: EU-Silc 2009
2011
volgende pagina >
2. Negatieve inschatting van de eigen gezondheid. Het percentage personen onder de bevolking van 16 jaar en ouder dat zijn/haar gezondheid ‘redelijk’, ‘slecht’ of ‘zeer slecht’ inschat.
Gezondheidszorg
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
26,5%
40%
90%
80%
70%
Bij de totale bevolking
De interfederale armoedebarometer
52,0%
+ 65 jaar
20,3%
- 65 jaar
0% 100%
0% 100%
Bron: EU-Silc 2009
2011
2. Negatieve inschatting van de eigen gezondheid. Het percentage personen onder de bevolking van 16 jaar en ouder dat zijn/haar gezondheid ‘redelijk’, ‘slecht’ of ‘zeer slecht’ inschat.
Gezondheidszorg
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
42,3%
40%
90%
80%
70%
In de groep met de 20% laagste inkomens
De interfederale armoedebarometer
58,4%
+ 65 jaar
34,3%
- 65 jaar
0% 100%
0% 100%
Bron: EU-Silc 2009
2011
2011
c. Het aandeel van werkenden onder de bevolking met armoederisico.
b. Werkenden met armoederisico in enkele specifieke bevolkingscategorieën.
2. a. Werkenden met armoederisico.
b. Volwassenen in huishoudens zonder betaald werk.
1. a. Kinderen in huishoudens zonder betaald werk.
Werk
De interfederale armoedebarometer
1b. Volwassenen in huishoudens zonder betaald werk. Het percentage volwassenen (18-59 jaar) dat leeft in een huishouden waar geen van de volwassenen betaald werk heeft.
1a. Kinderen in huishoudens zonder betaald werk. Het percentage kinderen (0-17 jaar) dat leeft in een huishouden waar geen van de volwassenen betaald werk heeft.
Werk
1a
10%
20%
30%
0%
100%
60%
11,8%
40%
50%
De interfederale armoedebarometer
90%
80%
70%
1b
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
12,8%
40%
90%
80%
70%
Bron: Enquête naar de Arbeidskrachten 2009
2011
2a. Werkenden met armoederisico. Het percentage werkenden met een inkomen beneden de armoederisicogrens (60% van het gestandaardiseerd nationaal mediaan inkomen).
Werk
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
40%
60%
100%
4,6%
50%
90%
80%
70%
Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008
2011
koppel met minimum 3 kinderen
•
volgende pagina >
koppel zonder kinderen
•
Gezinssituatie • alleenstaande
7,5%
6,4%
2b. Werkenden met armoederisico in enkele specifieke bevolkingscategorieën.
Werk
De interfederale armoedebarometer
0% 100%
0% 100%
3,2%
0% 100%
Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008
2011
hoog
•
volgende pagina >
midden
•
Onderwijsniveau • laag
2,6%
8,0%
2b. Werkenden met armoederisico in enkele specifieke bevolkingscategorieën.
Werk
De interfederale armoedebarometer
0% 100%
0% 100%
4,8%
0% 100%
Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008
2011
deeltijds
volledig jaar gewerkt
niet volledig jaar gewerkt
•
•
•
Soort tewerkstelling • voltijds
4,3%
3,5%
2b. Werkenden met armoederisico in enkele specifieke bevolkingscategorieën.
Werk
De interfederale armoedebarometer
0% 100%
0% 100%
9,4%
8,7%
0% 100%
0% 100%
Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008
2011
2c. Het aandeel van werkenden onder de bevolking met armoederisico. Het percentage personen dat werkt, berekend op de bevolking van 18 tot 65 jaar met een armoederisico.
Werk
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
23,8%
40%
90%
80%
70%
Bron: EU-Silc 2009/ inkomen 2008
2011
1. Vroegtijdige schoolverlaters. Het percentage jongeren tussen 18 en 24 jaar dat geen onderwijs volgt en dat ten hoogste een diploma lager middelbaar onderwijs heeft, berekend op alle jongeren tussen 18 en 24 jaar.
Onderwijs
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
11,1%
40%
90%
80%
70%
Bron: Enquête naar de Arbeidskrachten 2009
2011
2011
2
Kwaliteit van de huisvesting
1. Betaalbare huisvesting: het aandeel sociale huurwoningen in verhouding tot het aantal private huishoudens.
Wonen
De interfederale armoedebarometer
1. Betaalbare huisvesting: het aantal sociale huurwoningen als percentage van het aantal private huishoudens.
Wonen
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
20,0% 6,2%
40%
90%
80%
70%
Bron: Administratieve gegevens 2007
2011
• Onvoldoende ruimte, berekend als minder dan 1 kamer per gezinslid (toilet, badkamer, … niet meegerekend)
• Tenminste twee van volgende problemen: lekkend dak, geen adequate verwarming, vocht en schimmel, rottende ramen en deuren, en/of
• Tekort in basiscomfort als gevolg van het ontbreken van één van volgende voorzieningen: bad of douche, warm stromend water, toilet met waterspoeling in de woning zelf, en/of
2. Kwaliteit van de huisvesting. Percentage van de bevolking dat leeft in een woning met één of meerdere van volgende problemen:
Wonen
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
28,7%
40%
90%
80%
70%
Bij de totale bevolking
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
49,1%
40%
90%
80%
70%
In de groep met de 20% laagste inkomens
Bron: EU-Silc 2009
2011
2011
2. Niet-monetaire deprivatie: het niet kunnen beschikken over een aantal goederen en diensten of het niet kunnen deelnemen aan bepaalde activiteiten die als noodzakelijk worden beschouwd.
1. Deelname aan sportieve, recreatieve of artistieke activiteiten
Deelname & niet monetaire deprivatie
De interfederale armoedebarometer
1. Deelname aan sportieve, recreatieve of artistieke activiteiten. Het percentage personen van 16 jaar en ouder dat niet deelneemt aan sportieve, recreatieve (jeugdbeweging, ouderenvereniging) of artistieke (muziek, theater, fotografie, tekenen) activiteiten. 10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
66,5%
40%
90%
80%
70%
Bij de totale bevolking
Bron: EU-Silc 2009
2011
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
79,4%
40%
90%
80%
70%
In de groep met de 20% laagste inkomens
Deelname & niet monetaire deprivatie
De interfederale armoedebarometer
• • • • •
•
•
• •
het vermijden van schulden (huur, afbetalingen huurkoop) het zich niet kunnen permitteren om tenminste éénmaal per jaar een week vakantie te nemen, weg van huis het zich niet kunnen permitteren van om de twee dagen een maaltijd met vlees/vis/kip geen onvoorziene uitgave kunnen doen (ter waarde van het maandbedrag van de armoederisicogrens van het jaar voordien) de woning niet afdoende kunnen verwarmen niet beschikken over een wasmachine niet beschikken over een televisietoestel niet beschikken over een telefoon niet beschikken over een auto
2. Niet-materiële deprivatie: het niet kunnen beschikken over een aantal goederen en diensten of het niet kunnen deelnemen aan bepaalde activiteiten die als noodzakelijk worden beschouwd. Het percentage personen dat leeft in een huishouden dat geconfronteerd word met tenminste drie van de negen onderstaande problemen, omwille van financiële redenen.
Deelname & niet monetaire deprivatie
De interfederale armoedebarometer
10%
20%
30%
0%
50%
100%
60%
11,4%
40%
90%
80%
70%
Bron: EU-Silc 2009
2011
Info
2011
Eerst wordt het inkomen gestandaardiseerd, dat wil zeggen , vergelijkbaar gemaakt tussen huishoudens van een verschillende grootte. Dit gebeurt door het gewone beschikbare huishoudinkomen te delen door een getal 1 voor een alleenstaande. Voor elke bijkomende volwassene in het gezin wordt daar 0,5 aan toegevoegd en voor elk kind 0,3. Voor een huishouden bestaande uit twee volwassenen en twee kinderen wordt het gewone beschikbare huishoudinkomen bijgevolg gedeeld door 2,1 om het gestandaardiseerd inkomen van dit huishouden te bekomen;
Vervolgens worden de personen geordend op basis van dit gestandaardiseerd inkomen, van laag naar hoog. Dan wordt nagegaan welke persoon zich precies in het midden van deze rangschikking bevindt. Het inkomen van deze persoon is het mediaan gestandaardiseerd inkomen;
De armoedegrens wordt dan bekomen door 60% van deze mediaan te berekenen. Dit is dan meteen de armoede-risicogrens voor een alleenstaande. Om voor andere huishoudtypes de armoederisicogrens te bekomen moet de armoederisicogrens opnieuw vermenigvuldigd worden met de hierbovenvermelde factor voor het betreffende gezinstype. Voor 2009 (inkomen 2008) bedroeg de armoederisicogrens voor een alleenstaande €966.
•
•
•
De armoederisicogrens wordt bepaald als 60% van het mediaan gestandaardiseerd beschikbaar huishoudinkomen van de Belgische bevolking. De concrete berekening verloopt als volgt:
1. De armoederisicogrens: een verduidelijking
De interfederale armoedebarometer
Info
2011
http://www.socialsecurity.fgov.be/nl/nieuws_publicaties/socinc_ind/index.htm
De indicatoren van de Armoedebarometer werden geselecteerd uit de indicatorenset van het Nationaal Actieplan Sociale Inclusie (NAPincl.), welke een ruimere set van indicatoren omvat. Voor een inschatting van de (evolutie van de) sociale situatie kan de NAPincl. indicatorenset worden gebruikt ter ondersteuning van de interpretatie van de Armoedebarometer. De NAPincl. indicatorenset kan worden geconsulteerd via:
3. De Armoedebarometer en de indicatoren van het Nationaal Actieplan Sociale Inclusie
De opvolging van de Armoedebarometer wordt opgenomen door de werkgroep Indicatoren NAPincl., het Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting en de POD Maatschappelijke Integratie.
De interfederale Armoedebarometer werd ontwikkeld in het kader van het Federaal Plan Armoedebestrijding. De selectie van de indicatoren werd gecoördineerd door de werkgroep Indicatoren NAPincl., opgericht binnen de FOD Sociale Zekerheid, op basis van de beschikbare cijfers van verschillende instellingen (ADSEI, RVA, NAR, FOD Sociale Zekerheid, enz.)
2. Ontwikkeling en opvolging van de Armoedebarometer
De interfederale armoedebarometer
Nota’s
De interfederale armoedebarometer
2011
Nota’s
De interfederale armoedebarometer
2011
Nota’s
De interfederale armoedebarometer
2011
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE
2011 Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
De interfederale armoedebarometer
DE STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN ARMOEDEBESTRIJDING LE SECRETAIRE D’ÉTAT À L’INTÉGRATION SOCIALE ET À LA LUTTE CONTRE LA PAUVRETÉ