Ficha de trabajo 1 El Alfabeto A B C CH D E F G H I J K L LL M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z
Argentina Bolivia Cuba ¡Salsa! Chile Durango España flamenco Guatemala Honduras Ibiza jugo … zumo La Paz ¿Cómo te llamas? México Nicaragua niños y niñas ¡Olé! Paraguay Quito República Dominicana El Salvador Titicaca Uruguay Venezuela
Yucatán Zaragoza
1.
Cantad la canción. | Zing het lied (tekstboek cd 1 | 7 ).
2.
Mira los mapas y busca los lugares. | Bekijk de kaarten van Spanje en Latijns-Amerika achter in het tekstboek en zoek de plaatsen en landen uit het lied op.
3.
Elige tres palabras y explícalas. | Kies drie woorden of uitdrukkingen en leg uit wat ze in het Nederlands betekenen.
1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................................................................... 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................................................................... 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................................................................... © 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
2 Ficha de trabajo Speurtocht door ¡Apúntate! 1 Het tekstboek van ¡Apúntate! 1 is je belangrijkste middel bij het leren van Spaans. Als je bij het leren iets niet begrijpt, is het handig om te weten waar je het zelf op kunt zoeken. Kruis steeds het juiste antwoord aan en leer zo ¡Apúntate! 1 kennen. Je kunt het tekstboek erop naslaan en de antwoorden zoeken. De letters bij de juiste antwoorden vormen samen een woord. Je hoeft de letters alleen maar in de goede volgorde te zetten. Veel plezier!
1.
Je leerboek Spaans bevat 11 lessen. Hoe worden ze genoemd? (D) Anexo (E) Repaso (O) Unidades
2.
De symbolen en verwijzingen worden uitgelegd op p. 6. Hoeveel zijn het er? (B) 7 (L) 10 (R) 9
3.
Op welke pagina‘s van Unidad 4 vind je luisterteksten? (O) 46, 47, 49, 50, 51, 55 (S) 46, 48, 49, 50, 51, 53, 55
(G) 46, 47, 48, 50, 51, 53
4.
e opgaven waarbij je zelf grammaticaregels uitwerkt, staan onder het kopje: D (R) Descubrir (F) Aprender mejor (E) Practicar
5.
il je graag weten wat de aanwijzing Cierra el libro. betekent? Geen probleem: kijk in de Anexo in de W Indicaciones para los ejercicios, p. 155/156. Daar worden alle aanwijzingen uitgelegd. Cierra el libro. betekent: (U) Open het boek. (E) Sluit het boek.
6.
I n welk jaar werd het Museo del Juguete (speelgoedmuseum) in Alicante opgericht? Culturele informatie over de Spaanssprekende wereld vind je in het Pequeño diccionario de cultura y civilización. (H) 1905 (A) 1984 (L ) 1972
7.
Waar vind je de woorden die bij elke Unidad horen? (F) In de Anexo in de Woordenlijst per les.
8.
(G) In de Anexo in de Lista alfabética.
Je vindt een lijst met de verschillende werkwoordengroepen in de Anexo op pagina: (E) 197 en verder. (O) 179 en verder.
9. In de Lista alfabética vind je achter de woorden een combinatie van letters en cijfers. Waarop hebben die betrekking? (H) Op de pagina waarop de woorden voor het eerst voorkomen. (P) Op het gedeelte van de Unidad waarin ze voor het eerst voorkomen.
Oplossing:
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Ficha de trabajo 3 Sara, la chica de Holanda
1.
rdena las palabras y forma frases. | Zet de woorden O in de juiste volgorde en maak zinnen.
1. con – en – Sara – el – Esteban – habla – recreo. ........................................................ 2. el – Costa Rica – compañero – Esteban – es – nuevo – de. ........................................................ 3. ¿Sara – dónde – es – De? ........................................................................................................... 4. Holanda – Leiden – de – en – Es. ........................................................................................................... 5. Alicante – la – Sara – padre – Pero – trabajan – madre – ahora – el – en – de – y. ........................................................................................................... 6. San Vicente – Y – estudia – ella – colegio – el – en. ........................................................................................................... 7. Sara – colegio – español – el – habla – y – en – estudia. ........................................................................................................... 8. habla – ella – En – casa – holandés – siempre. ...........................................................................................................
2.
Inventa una frase y prepara un ejercicio para tu compañero/-a. | Bedenk nu zelf een zin en verander de woordvolgorde zoals bij oefening 1. Een klasgenoot moet de zin weer kloppend maken.
........................................................................................................... ...........................................................................................................
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
4 Ficha de trabajo Estudiamos el vocabulario nuevo
1.
Ordena las palabras según las categorías. | Zet de woorden uit het kader bij de juiste categorie.
cuaderno * vosotras * hablamos * colegios * ellas * casas * cómo * soy * hermana * estudias * trabajo * actividades * tú * recreo * nosotras * chatean * compañeros * habláis * de dónde * charla * yo * es * quién * él * eres * ideas * ella * vosotros * amigos * trabaja * ellos * profesores * chateo * nosotros * estudian
Verbos | Werkwoorden Zoek de werkwoordsvormen en zet ze in het enkelvoud of meervoud, bijvoorbeeld hablamos – hablo (1e persoon enkelvoud yo ‡ 1e persoon meervoud nosotros). hablamos – hablo, . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................................................................... ........................................................................................................... ........................................................................................................... ........................................................................................................... Sustantivos | Zelfstandige naamwoorden Zoek de zelfstandige naamwoorden, schrijf het bepaald lidwoord erbij en zet ze in het enkelvoud of meervoud. el cuaderno – los cuadernos, . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................................................................... ........................................................................................................... ........................................................................................................... ........................................................................................................... Pronombres personales sujeto | Persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp ........................................................................................................... Pronombres interrogativos | Vraagwoorden .............................................................
Vergeet het accent en de vraagtekens niet!
............................................................................... ...............................................................................
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Ficha de trabajo 5 DESCUBRIR ALICANTE
la tienda
✂
A jugar. | Spel voor drie personen. Knip de dominokaarten uit. Leg ze op tafel met de plaatjes naar beneden en schud ze goed. Verdeel de kaarten. De eerste speler draait een kaart om. Om de beurt proberen de spelers het juiste plaatje of het juiste woord aan te sluiten. Wie geen passende kaart heeft, moet wachten en dan is de volgende speler aan de beurt. Degene die als eerste alle kaarten heeft aangelegd, heeft gewonnen.
✂
1.
la panadería
el barrio
✂ la hamburguesería
el hotel
la heladería
✂ el castillo
la plaza
los amigos
✂ la casa
el cine
el colegio
✂ el restaurante
la calle
la playa
✂ la ciudad
el kiosko
la horchata
✂ el cibercafé
el estadio
la academia de danza
✂
✂
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
6 Ficha de trabajo ¿DÓNDE ESTÁ NARANJINA? 1.
Jugad a dos. | In tweetallen. Knutsel de dobbelsteen in elkaar. A gooit de dobbelsteen en vraagt ¿Dónde está Naranjina? B antwoordt en gebruikt daarbij een plaatsbepaling. Wissel elkaar af.
Ejemplo: A: ¿Dónde está Naranjina? B: Está debajo de la cama.
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Ficha de trabajo 7 ELENA Y SUS COSAS 1.
Escucha y completa el texto. | Luister naar de cd en vul de de tekst aan.
Elena y su
viven en un piso de la Avenida Adolfo Muñoz Alonso. La madre de Elena es médica
y trabaja en un
cerca de casa. Ahora llega a casa con Paco, su compañero.
Madre: ¡Elena!... ¿Dónde estás? Elena: Estoy en mi . Mamá, ¿dónde está mi móvil? Madre: Ay, Elena, ¡otra vez! Seguro que está en tu , como siempre. Elena: No, mamá, el móvil no está allí. Madre: Pues muy bien. Así hablas más con tu madre y menos con tus amigos. Elena: Mamá, ¡por favor! Necesito mi Madre: ¿Y no está en el salón? Elena: Tampoco.
.
del salón y ve un montón de La madre mira por la cedés: encima de la mesa, debajo de la mesa, al lado de la mesa y también en el sillón.
¡Hola, chicos! ¿Dónde estáis?
Madre: Elena, ¡tus cedés todavía están en el salón...! Elena: Sí, ¡y tus
también! ¡Pero mi móvil no!
Madre: Bueno, bueno..., ¿y en tu ? Elena: En mi mochila sólo están mis cosas del cole. Oye, mamá, ¿Paco no está? Madre: Sí, sí, está en la cocina. Ya es casi hora de comer... Elena: ¡Mi móvil! ¡Es mi móvil!... Aquí está... ¡en el baño! Madre: ¡Ay, no!
¡A , que ya es tarde! Elena, comemos y después buscamos tu móvil juntos, ¿vale?
Estamos cerca de tu . Y tú, ¿estás en casa ahora?
Ring … ring …
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
8 Ficha de trabajo ¿Éste es tu libro? 1.
Trabajad en parejas. | Werk in tweetallen. Knip de kaartjes uit en doe ze in een envelop. A kiest een van de afgebeelde personen en doet alsof hij/zij die persoon is. B haalt steeds een kaartje uit de envelop en vraagt A of dat wat er op het plaatje staat van hem/haar is. Wissel daarna steeds van rol.
Ejemplo: B: Elena, ¿éstos son tus cuadernos? A: Sí, son mis cuadernos. / No, no son mis cuadernos. Son los cuadernos de Sara.
✂
✂
✂
✂
✂
✂
✂
✂
✂
✂
✂
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
✂
Ficha de trabajo 9 Un montón de regalos 1a
¡Es el cumpleaños de Esteban! Apunta los regalos en el crucigrama. | Het is de verjaardag van Esteban! Schrijf zijn cadeaus in het kruiswoordraadsel.
4
6 5 7
1 11
10
8 2
9
3
1b ¿Cómo se dice en español? | Wil je weten hoe je in het Spaans iemand feliciteert? De letters in de hokjes
met een cijfer vormen samen het antwoord.
1
2a
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Apunta las palabras del crucigrama con el artículo determinado. | Schrijf de woorden uit het kruiswoordraadsel op met het bepaald lidwoord erbij.
1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2b Escribe tres frases con las palabras del crucigrama. | Schrijf drie zinnen met de woorden uit het kruis
woordraadsel.
1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . © 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
10 Ficha de trabajo ¿Qué hay para comprar? 1.
Relaciona los pisos con las cosas y con los números. Después forma frases como en el ejemplo. | Verbind de verdiepingen met de voorwerpen en de getallen. Maak daarna zinnen zoals in het voorbeeld.
20
dieciocho
19
dos
18
nueve
17
cuatro
16
diecisiete
15
ocho
14
siete
13
cinco
12
trece
11
once
10
uno (un/una)
9
seis
8
doce
7
diez
6
tres
5
dieciséis
4
veinte
3
catorce
2
quince
1
diecinueve
1. Hay un sillón. 2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Ficha de trabajo 11 En la fiesta 1.
Lee el texto con la ayuda de los símbolos. | Lees de tekst voor met behulp van de symbolen.
El sábado Elena, Sara y Esteban están en la
.
En la
Buscan a Javi porque quieren saludar a su amigo. Los
del
hay un
y con un
de historia con
(de la tía Vera), un
de
chicos ven al hermano, al padre y a la madre, pero no
«Zipi y Zape» (de los abuelos de )Javi y un
a Javi.
Shakira (de Cristina y Carlos). Javi prefiere la música de
Madre: ¡Hola, chicos! Ya estáis aquí, ¡qué bien! Entrad,
Juanes, pero así son los
Javi está en el
a veces son un poco aburridos y a veces son estupen-
con sus primos.
Elena: Hola, Javi, ¡feliz cumpleaños!
dos: ¡al lado de la
Sara: Toma, Javi, esto es para ti: una
y un
.
¡qué guay!
queremos ver una
Javi toma la
mañana, ¿y vosotros? ¿Tenéis
ganas?
: a veces son divertidos,
hay una
Javi: Mirad, chicos, éste es el
Javi: ¡Qué guay! ¡Muchas gracias! Chicos, Rafa y yo
de
nueva! de mis padres:
, la madre mira al chico con la
y mira a la tía Vera: «Javi, ¡deja la bici y ten
Esteban: Yo sí.
cuidado con …!»
Sara y Elena: Nosotras también.
Pero ya es tarde: Javi, la tía Vera y también la
Javi: Quiero ver «
están en el suelo.
».
Sara y Elena: No es nueva, pero bueno … ¿Y dónde?
Madre: Ya está … pero, hijo, ¿qué pasa? Javi, a veces
¿En el
eres como un niño pequeño …
Explanada?
Javi: Perdona, tía, …
Javi: Eh … , eh … ¡No sé! Esteban: B ueno, no importa. Miramos en buscamos la
y
, ¿vale?
Madre: C hicos, ¿tenéis hambre? ¿Queréis comer algo? Hay de todo:
,
,
,
… A ver,
Pero ya la familia y los amigos cantan juntos:
Cumpleaños feliz te deseamos a ti cumpleaños, querido Javi ¡cumpleaños feliz!
Elena, ¿qué quieres beber? Elena quiere un
y Sara un
. Los chicos
beben, comen y hablan con los primos de Javi. Miran los
: © 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
12 Ficha de trabajo ¿Qué quieres hacer mañana? tú
............... ............... ............... ...............
preparar una fiesta
O
O
O
O
O
leer un libro
O
O
O
O
O
estudiar para un examen
O
O
O
O
O
escuchar música
O
O
O
O
O
escribir e-mails y chatear
O
O
O
O
O
charlar con mis amigos
O
O
O
O
O
ver una película en el cine
O
O
O
O
O
tomar un helado
O
O
O
O
O
ver a mis primos
O
O
O
O
O
tocar la guitarra
O
O
O
O
O
comer pastel
O
O
O
O
O
...............................
O
O
O
O
O
...............................
O
O
O
O
O
...............................
O
O
O
O
O
1.
¿Qué quieres hacer mañana? Marca las casillas. | Wat wil je morgen gaan doen? Kruis de hokjes aan.
2.
¿Qué quieren hacer tus compañeros mañana? Pregunta a cuatro compañeros y marca las casillas. | Wat willen je klasgenoten morgen doen? Vraag het aan vier klasgenoten en kruis de juiste hokjes aan.
3.
Presenta los resultados en clase. | Presenteer de resultaten aan de klas:
Mañana quiero […]
X quiere […]
X y yo (nosotros/-as) queremos […]
X y Y (ellos/-as) quieren […]
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Ficha de trabajo 13 Tu bolso de los verbos 1. Ordena los verbos. Después compara con tu
compañero/-a | Schrijf de vormen op de juiste plek in het schema. Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.
llegáis
lee
estoy
escriben tengo comes
canta
aprendéis saludan
yo
tú
él / ella / usted
nosotros/-as
beben queremos
vemos dejas
preferís eres
descubro vive
entramos
vosotros/-as
ellos/-as / ustedes
eres
2. Apunta el infinitivo y escribe una frase con cada verbo. Tu compañero/-a controla las frases. | Schrijf de
hele werkwoorden op en maak een zin met elk werkwoord. Je klasgenoot kijkt de zinnen na.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
infinitivo
frase
ser
Alicante es una ciudad interesante y bonita.
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
...........................................................
......................
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
14 Ficha de trabajo ¿Puedo tener un perro? 1.
Ordena las frases. | Knip de kaartjes uit. Leg ze in de goede volgorde zodat er een verhaaltje ontstaat. Lees daarna de tekst voor.
✂ Su madre no quiere un perro porque ya tienen un periquito.
Por fin, su madre y Paco, el compañero de su madre, vuelven a casa.
✂ ¿Y su madre? Elena piensa en su madre y... en su problema.
Además, con los amigos, el colegio y las clases de baile español, Elena no tiene tiempo para un perro.
✂ Un perro pequeño y cariñoso como Sami, el perro de Sara.
Elena tampoco puede estar siempre con él.
✂
Elena habla con ellos.
Pero después del colegio ella y su perro pueden estar juntos.
✂
La madre no sabe.
Elena vuelve a casa con una idea estupenda: ¡quiere tener un perro!
✂ Bueno, tener un perro no es fácil: tiene que salir a la calle y necesita cariño.
No tienen que comprar un perro: pueden encontrar uno en la asociación protectora de animales “Masali”.
✂
✂
✂
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Ficha de trabajo 15 Más animales 1.
Busca los animales en el diccionario. | Zoek in het woordenboek op hoe de dieren in het Nederlands heten en teken ze.
la serpiente
......................................
la rana
......................................
la lechuza
......................................
la cabra
......................................
la mariposa
......................................
la vaca
......................................
el gallo
......................................
la oveja
......................................
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
16 Ficha de trabajo ¿QUÉ HORA ES? 1.
Mira los dibujos y escribe las horas y las partes del día. | Bekijk de plaatjes en schrijf de tijdstippen en dagdelen erbij. Ejemplo: 1. Son las tres y media de la tarde.
2. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ................................... 3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 4. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 5. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 6. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ................................... 7. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 8. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 9. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. 10. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ................................... © 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Ficha de trabajo 17 Los números 1.
Completa la tabla.
10 diez
20 veinte
1 uno
11 once
21 veintiuno
2 dos
12 doce
22 veintidós
3 tres
13 trece
4 cuatro
14
24 veinticuatro
5 cinco
15 quince
25 veinticinco
6 seis
16 dieciséis
26 veintiséis
7
17 diecisiete
27 veintisiete
8 ocho
18 dieciocho
28
9 nueve
19 diecinueve
29 veintinueve
30 treinta
40 cuarenta
50 cincuenta
60 se
31 treinta y uno
41 cuarenta y uno
51 cincuenta y uno
61
32 treinta y dos
42
52 cincuenta y dos
62 sesenta y dos
33 treinta y tres
43 cuarenta y tres
53
63 sesenta y tres
34 treinta y cuatro
44 cuarenta
54 cincuenta y cuatro
64 sesenta y cuatro
35
45 cuarenta y cinco
55 cincuenta y cinco
65 sesenta y cinco
36 treinta y seis
46 cuarenta y seis
56 cincuenta y seis
66 sesenta y seis
37 treinta y siete
47 cuarenta y siete
57 cincuenta y siete
67 sesenta y
38 treinta y ocho
48 cuarenta y ocho
58 cincuenta y
68 sesenta y ocho
39 treinta
49 cuarenta y nueve
59 cincuenta y nueve
69 sesenta y nueve
80 ochenta
90 noventa
2.
71 setenta y uno
81 ochenta y uno
91 noventa y uno
Apunta los números con acento.
72 setenta
82 ochenta y dos
92 noventa y dos
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
73 setenta y tres
83 ochenta y tres
93 noventa y tres
74 setenta y cuatro
84
94 noventa y cuatro
75 setenta y cinco
85 ochenta y cinco
95 noventa y cinco
76 setenta y seis
86 ochenta
96
77 setenta y siete
87 ochenta y siete
97 noventa y siete
78 setenta y ocho
88 ochenta y ocho
98 noventa y
79
89 ochenta y nueve
99 noventa y nueve
70 se
enta
!
23 veintitrés
enta
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
18 Ficha de trabajo Así soy yo 1.
Rellena la ficha. Después haz un dibujo de ti. | Vul het formulier in maak een tekening van jezelf.
Me llamo
..................................................
Tengo
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . años.
Vivo en
..................................................
Mis amigos/-as se llaman
..................................................
Mi película favorita es
..................................................
Mi libro favorito es
..................................................
Mi cantante favorito/-a es
..................................................
Mi canción favorita es
..................................................
Mi comida favorita es
..................................................
Mi animal favorito es
..................................................
Mi asignatura favorita es
..................................................
Tengo buenas notas en
..................................................
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . no es/son mi fuerte.
Mis actividades favoritas son
..................................................
1 el/la cantante zanger, zangeres, 2 la canción lied(je) © 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Ficha de trabajo 19 ¿Qué llevan los chicos? 1.
Pinta la ropa de Elena, Sara, Esteban y Javi. | Kleur de kleding van Elena, Sara, Esteban en Javi in. De cijfers geven aan welke kleur je moet gebruiken. 1. rojo
2.
2. amarillo
3. azul
4. verde
5. negro
6. blanco
Describe la ropa de los chicos.
........................................................................................................... ........................................................................................................... ........................................................................................................... ........................................................................................................... ........................................................................................................... ........................................................................................................... ........................................................................................................... ...........................................................................................................
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
20 Ficha de trabajo ¡Vamos a comprar! 1.
Completa los mapas mentales. | Vul de woordenwebben aan. de arroz
.............................. ..............................
un paquete ..............................
..............................
de agua ..............................
.............................. una botella ..............................
.............................. ..............................
.............................. una lata de tomate
.............................. ..............................
2.
Escribe la lista de la compra.
1/2 kilo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
3/4 kilo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 kilo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 kilos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
100 gramos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 ½ litro . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2 litros . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 gramos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Ficha de trabajo 21 ¿Y qué más? 1.
Lee las frases. Apunta una v en las frases del vendedor (verkoper) y una c en las frases del cliente (klant).
2.
Recorta las frases y ordénalas. | Knip de zinnen uit en zet ze in de juiste volgorde.
3.
Repartid los roles y leed el diálogo. | Verdeel de rollen en draag de dialoog voor.
✂ …… Manzanas. Tres cuartos de kilo de manzanas.
✂ …… Dos plátanos, tres peras y una piña. …… Muchas gracias y adiós.
✂
✂ …… A ver, medio kilo de naranjas... ¿Y qué más?
✂ …… Buenos días. Necesito frutas para preparar una macedonia.
✂
…… Prefiero las manzanas rojas. Y, además, medio kilo de uvas.
✂ …… Son 9 euros con 50.
✂ …… y una piña. Muy bien. ¿Eso es todo?
✂ … ¿Manzanas rojas o verdes?
✂ …… Aquí tiene.
… Muy bien. ¿Y qué frutas?
✂
✂
…… Estas uvas blancas están muy frescas. El medio kilo son sólo 3 euros.
✂ …… Hola, buenos días. …… No, mejor no, están muy caras. Prefiero comprar naranjas. Medio kilo de naranjas, por favor.
✂
✂ …… Sí, eso es todo. Muchas gracias. ¿Cuánto es todo? © 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
22 Ficha de trabajo
Un paseo* (WAnDELING) por Alicante
¡A jugar! | Zet jullie pionnen op Start. Gooi om de beurt de dobbelsteen en zet het aantal stapjes dat de dobbelsteen aangeeft. Wie op een veld met een gesprekssituatie komt, mag nog een keer gooien als hij de situatie goed oplost. Is het antwoord niet goed, dan moet hij een beurt overslaan. Wie als eerste het eindpunt bereikt, wint.
del
lo
s
R
Piscina
In een winkel kom je Sara tegen, die een cadeau uitzoekt voor Javi. Doe haar
Hipódromo
Je komt Esteban tetegen, die zijn jasde zakkenCastillo doorzoekt. San Fernando Vraag wat hij zoekt
een voorstel voorInstitutoen zeg dat hij in zijn een cadeau. Miguel rugzak moet kijken. Hernández Instituto E. M. Jorge Juan
z re Pé
G
nid
s dó al
co
a
Al
nid
Al
X
El
o bi Sa
Plaza deToros
Plaza España
Mercado Central
Je koopt wat fruit op de Mercado Central: 2 groene appels, 3 bananen en een halve kilo druiven.
o ns fo
y
s
Rico
ío
Día Re al
ba ce
.C Av
on
it o
Al
e
Doctor
.d
n Be
e Av
START
Colegio Altozano
z
Municipal Je Colegio komt San twee vrienFernando den tegen. Begroet ze en vraag a l hoe het Je gaat wandelen Iemand vraagt je Re a d gaat. met dze met de hond. Stel hoe laat het is. Geef Centro de de hond voor. Tecnificaciónantwoord.
R
Cu
te
en
de
M ur
sd ot
eS
rt
e Av
ca
ci a
o
e Av nid aG
b Ram
en
Comisaría de Policía
era
la
Iemand vraagt of er een bioscoop in de buurt is. Leg uit dat er hier geen bioscoop is, maar wel aan de Explanada de España.
Es
lM a
arv
a nid
e Av aF ed
ñ Nú
ez
da ás n a om T
de
pa
nida Ave
Ayuntamiento
Sanatorio Twee vrienden vragen of je meegaat ez De Mella Vázqu naar de Polideportivo. Zeg dat je wel zin hebt, maar geen tijd, omdat het al laat is.
de op een JeCastillo bestelt Santa Bárbara terras een aardappeltortilla en een sinaasappelsap.
te
en ali yV
Iemand vraagt je hoe je “Calle Pintor Gisbert“ schrijft. Spel de straatnaam voor hem. ña
ez nd Mé
Plaza Gabriel
la
Plaza Puerta del Mar
Je ontmoet op het strand een meisje dat op vakantie is in Alicante. Vraag hoe ze heet, waar ze vandaan komt en hoe oud ze is.
Comandancia de Marina
Plaza Aduana del Puerto
en
Am
o
eri co
EINDE
© 2011 Fichas ¡Apúntate! 1, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs is toegestaan.
Ciu
e
Diario Información
dr
is b e
o
z
Je praat met vrienden op school en legt uit wat je lievelingsvakken zijn en welke niet.
Pa
or G
De vader van Sara verjaagt een hond Colegio Público uit zijn bakkerij. Simón Llull Wat roept hij? P in t
a id en Av
Plaza Luceros
So to
Industria y Comercio
II
p a Je broer belt om te Ex id en Av vragen waar zijn Marina de lievelingstijdschrift Levante is. Leg uit dat het in Marina Deportiva de rugzak onder je bureau ligt.
aJ
nid
Av e
me
Jau
Doc ida
Rafa heeft vandaag nieuwe kleding aan. Zeg dat zijn nieuwe broek heel mooi is en goed bij zijn ogen past. Gta. Poeta
Diputación Je komt een vriend Provincial tegen die graagójen ci ta telefoonnummer Es a id Geef wil hebben. en Av het hem.
ave isonn a Ma id Aven
Je staat voor de Miró bioscoop en ziet een poster van een film met Javier Bardem. Je vraagt wie hij is.
os
an
ell
ov
et
gu
sti
Po
de
Playa
lo C alv
nid
e Av
oc
aD
Central Correos
ra
ida
Av en
éne
Elena Vicente vraagt of je Mojida meegaat naar het strand. Antwoord dat het een goed BARRIO idee is, maar dat je SAN BLAS eerst nog je huiswerk moet maken.
Estación F. C. Madrid
Gta. De la Estrella
Estación Autobuses
afo
.L
nB
ua
Av .J
Ave nid
a Ca rme
Ave n
Bestel een ijsje met je favoriete smaken.
era Aguil
Javi's vader zit in een restaurant te eten. Wens hem smakelijk eten. a id Aven
Avenida Salama nca
lfo
so
lon
zA ño Sa Plaza nB las
Mu do aA
nid Av e
tor
Jim Ci ud ad
to
rG
ad
ea
1.
