Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 1
ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 16013 Pastoriestraat, Rosmalen Gemeente Den Bosch Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en karterend booronderzoek
Richard Exaltus Joep Orbons
Maart 2016
ArcheoPro Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 2
ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 16013 Pastoriestraat, Rosmalen Gemeente Den Bosch Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en karterend booronderzoek
Colofon Opdrachtgever: Status:
Wolters Vastgoed, Postbus 2171, 5260 CD Vught Concept versie 04-03-2016
Projectcode : Bestandsnaam : Archis melding (OM nummer): Bevoegd gezag: Opslagplaats documentatie: ISSN:
16-020 ArcheoPro, Pastoriestraat, Rosmalen, 2016 03 04 3989449100 Gemeente Den Bosch Provincie Noord-Brabant 1569-7363
Auteur: Projectleider: Projectmedewerkers: Onderaannemers : Autorisatie:
Richard Exaltus, Joep Orbons Joep Orbons Richard Exaltus, Joep Orbons nvt Drs. R.P. Exaltus; senior-archeoloog
Uitgegeven door ArcheoPro © Copyright 2016 ArcheoPro, Eijsden ArcheoPro Sint Jozefstraat 45 NL 6245 LL Eijsden Nederland
Versie: 04-03-2016
Tel : 0(0 31) 43 3672586 www.archeopro.nl
Kamer van Koophandel Limburg: 14117581 e-mail:
[email protected]
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 3
Inhoudsopgave Inhoudsopgave.................................................................................................................................................................... 3 Samenvatting ....................................................................................................................................................................... 4 1. Inleiding ............................................................................................................................................................................ 5 1.1 Algemeen ....................................................................................................................................................................... 5 1.2 Locatiegegevens .......................................................................................................................................................... 5 1.3 Aard van de ingreep .................................................................................................................................................. 5 1.4 Onderzoek ..................................................................................................................................................................... 7 2 Bureauonderzoek........................................................................................................................................................... 9 2.1 Methode en bronnen ................................................................................................................................................. 9 2.2 Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem ......................................................................................................... 11 2.3 Archeologie ................................................................................................................................................................ 16 2.4 Informatie amateurarcheologen ....................................................................................................................... 17 2.5 Historie ........................................................................................................................................................................ 21 2.6 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel .................................................................................... 26 2.7 Onderzoeksstrategie .............................................................................................................................................. 27 3 Veldonderzoek ............................................................................................................................................................. 28 3.1 Verrichte werkzaamheden .................................................................................................................................. 28 3.2 Resultaten booronderzoek .................................................................................................................................. 28 4 Conclusies en aanbevelingen (beleidsadvies) ................................................................................................. 31 Verklarende woordenlijst............................................................................................................................................ 32 Archeologische tijdschaal ............................................................................................................................................ 32 Bronnen .............................................................................................................................................................................. 33 Literatuur ........................................................................................................................................................................... 34 Bijlage 1: Boorbeschrijving ......................................................................................................................................... 35 Betekenis van de afkortingen: ................................................................................................................................... 35
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 4
Samenvatting Op 5 februari 2016 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een terrein aan de Pastoriestraat te Rosmalen. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting geldt voor archeologische resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. In verband met de relatief grote afstand tot open water, geldt een lage verwachting voor resten uit het laat-paleolithicum en het mesoltihicum. Omdat het plangebied niet echt in de historische kern ligt op land dat tot in de negentiende eeuw in gebruik is geweest als akkerland, geldt hooguit een middelhoge verwachting voor resten van bewoning uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Voor resten van begravingen uit deze periode geldt een lage verwachting omdat deze gewoonlijk rond de kerken lagen. Om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen zijn binnen het plangebied zeven boringen gezet met behulp van een zandguts en een megaboor. Uit het met de zandguts verrichte onderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied tot grote diepte verstoord is waarbij zand vermengd is geraakt met moderne insluitsels zoals piepschuim. Hieronder is op de locatie van de voormalige bouwput van de huidige bebouwing, een pakket inspoelingslaagjes aangetroffen dat gevormd moet zijn door in de bouwput inspoelend regenwater. In alle overige boringen is onder de vergraven toplaag direct sschoon, grijs rivierzand aangetroffen. In geen van de boringen zijn relevante archeologische indicatoren aangetroffen. In verband hiermee, alsmede in verband met de sterke verstoring van de bodem, geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren. Evenmin zijn tijdens het onderzoek archeologische resten aangetroffen waarmee tijdens de verdere planvorming of bij de uitvoering van de geplande werkzaamheden rekening zou moeten worden gehouden.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 5
1. Inleiding
1.1 Algemeen Opdrachtgever: Datum uitvoeringveldwerk: Archis onderzoeksmelding: Bevoegd gezag: Bewaarplaats vondsten: Bewaarplaats documentatie:
Wolters Vastgoed, Postbus 2171, 5260 CD Vught 5 februari 2017 3989449100 Gemeente Den Bosch Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant
1.2 Locatiegegevens Provincie: Gemeente: Plaats: Toponiem: Globale ligging: Hoekcoördinaten plangebied:
Oppervlakte plangebied: Eigendom: Grondgebruik: Hoogteligging: Bepaling locaties:
Noord-Brabant Den Bosch Rosmalen Pastoriestraat Het perceel van de voormalige kippenslachterij tussn de Pastoriestraat en ed Burgemeester Nieuwenhuijzenstraat. 153439 / 414150 153439 / 414216 153501 / 414216 153501 / 414150 0,23 ha Particulier Bebouwd ± 5.2 m +NAP GPS Garmin, meetlinten
1.3 Aard van de ingreep Aard ingreep: Wijze fundering: Onderkeldering: Diepte bodemverstoring: Oppervlakte bodemverstoring: Verwachte wijziging grondwaterstand: Toekomstige ligging bovenen ondergrondse infrastructuur: Toekomstige ligging verharding:
Versie: 04-03-2016
Bestemmingsplanwijziging voor nog onbekende nieuwbouw. De bestaande bebouwing wordt gesloopt gevolgd door nieuwbouw. Huidige fundering, minimaal 80 cm. Nieuwe fundering nog niet bekend Huidige situatie: Nee. Nieuwe situatie: Onbekend Nog onbekend Nog onbekend n.v.t. Onbekend Onbekend
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 6
Figuur 1: Kaart met overzicht van de kadastrale situatie.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 7
1.4 Onderzoek Op 5 februari 2016 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een terrein aan de Pastoriestraat te Rosmalen. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. Het plangebied ligt in een gebied waar een gemeentelijk archeologisch beleid is vastgesteld. Op grond van dit beleid valt het plangebied in een zone ,et een middelhoge archeologische verwachting. Om in deze zone een omgevingsvergunning te kunnen verkrijgen, dient de initiatiefnemer een rapport te overleggen waarin naar oordeel van de bevoegde overheid de archeologische waarde van het plangebied voldoende is vastgesteld. In het kader van dit proces heeft het in dit rapport beschreven onderzoek plaatsgevonden. Voorafgaand aan het onderzoek is telefonisch contact geweest met drs. S. Molenaar die als archeologisch adviseur van de gemeente optreed. De voorgenomen onderzoeksaanpak is besproken en het onderzoek is conform uitgevoerd. ArcheoPro voert haar onderzoeken uit conform de hiervoor vastgelegde normen en richtlijnen (KNA 3.3) en is door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) vergunning verleend tot het verrichten van bepaalde archeologische werkzaamheden in het kader van het doen van opgravingen, bestaande uit prospectie door middel van booronderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd door drs. R.P. Exaltus (senior-archeoloog) en ing. P.J. Orbons (senior vakspecialist).
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 8
Figuur 2: De ligging van het plangebied (rood omlijnd) met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 9
2 Bureauonderzoek
2.1 Methode en bronnen Onderzoeksgebied bureauonderzoek: Cirkel met een straal van één kilometer rond het centrum van het plangebied Tijdens het bureauonderzoek wordt door de bestudering van beschikbare bronnen, kennis vergaard omtrent de bodem en geologie van het onderzoeksgebied en de hierin bekende en te verwachten archeologische waarden. Aan de hand van de resultaten van het bureauonderzoek kan de beste aanpak voor het veldonderzoek worden bepaald. Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd (voor bronvermelding; zie ook literatuurlijst, dit geldt ook voor de kaarten die in de tekst opgenomen zijn):
Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Archeologische MonumentenKaart (AMK) ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) Atlas van topografische kaarten Nederland 1955-1965, 1:50.000 Bodemkaart 1:50.000 Gemeente ‘s Hertogenbosch, Archeologische waarden- en verwachtingskaart Historische topografische atlas van Noord-Brabant 1836-1843, 1:25.000 Geomorfologische kaart 1:50.000 Geologische kaart 1:50.000 Grote historische atlas van Nederland 1:50.000 1838-1857 (Deel Zuid) Grote historische topografische atlas van Nederland, provincie Noord-Brabant 1:25.000 1894-1926 Kadastrale minuutplan met aanwijzende tafels, 1830 Provincie Noord-Brabant, Cultuurhistorische waardekaart Kaart van Verheesch 1800
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 10
Figuur 3: Luchtfoto met daarop rood omlijnd het plangebied.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 11
2.2 Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem Tijdens het Midden-Pleistoceen (de periode van de ijstijden) vormde de Maas een vlechtende rivier met talrijke stroomgeulen waarin en waarlangs rivierzand en grind (de formatie van Veghel) werd afgezet. Plaatselijk werd rivierzand door de wind afgezet in de vorm van rivierduinen (donken). Binnen noordelijke deel van het onderzoeksgebied, is door de Maas een terrasvlakte gevormd die plaatselijk is vervlakt door overstromingsmateriaal (figuur 4; legenda-eenheid 2M18). Het noordwestelijke deel van het plangebied is tot aan de bedijking onder invloed van de Maas gebleven. Dit gebied maakt deel uit van de voormalige Beersche of Beerse Maas; een lange overstroombedding die liep van Beers tot ten noorden van ’s Hertogenbosch. Deze liep tijdens hoog water onder en vormde dan een tijdelijke rivier. Tijdens een groot deel van de laatste ijstijd (het Weichselien), heerste in Nederland een poolklimaat. Door het ontbreken van begroeiing had de wind vrij spel en kon vanuit het Noordzeebekken dekzand worden afgezet. Dit dekzand behoort tot het Laagpakket van Wierden (Formatie van Boxtel). Het plangebied ligt langs de noordrand van het dekzandgebiedin een gebied dat hoofdzakelijk bestaat uit dekzandruggen (legenda-eenheid 3K14 op figuur 4). Op de uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN; figuur 5), is te zien dat het reliëf binnen het onderzoeksgebied afloopt van zuid naar noord. Op de drogere delen van het dekzandlandschap zijn veelal veldpodzolgronden ontstaan. Deze worden gekenmerkt door een uitspoelingslaag (E-horizont) en een inspoelingslaag (Bhorizont). De B-horizont gaat veelal via een overgangslaag (de BC-horizont) over in het niet door bodemvorming beïnvloede zand (de C-horizont). Dergelijke bodems zijn aanwezig op het oostelijke deel van het onderzoeksgebied in de vorm van laarpodzolgronden (legendaeenheid cHn21 op figuur 6). Dergelijke (podzol)gronden hebben door ontginning of langdurige be-akkering een dikkere teeltlaag dan gewoonlijk het geval is op een akker. Binnen het plangebied kunnen volgens de bodemkaart ook hoge zwarte enkeerdgronden aanwezig zijn die zijn gevormd in leemarm en zwak lemig fijn zand (legenda-eenheid zEZ21 op figuur 6) Dergelijke enkeerdgronden worden gekenmerkt door een tenminste 50 cm dik humusrijk akkerdek dat kan zijn ontstaan ten gevolge van eeuwenlange bemesting met potstalmest.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 12
Figuur 4: Uitsnede uit de geomorfologische kaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 13
Figuur 5: Uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 14
Figuur 6: Uitsnede uit de bodemkaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft. Voor uitleg van de codes, zie hoofdstuk 2.2
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 15
Figuur 7: Uitsnede uit de grondwatertrappenkaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 16
2.3 Archeologie Voor dekzandgebieden in hun algemeenheid geldt dat hierbinnen bewoningssporen kunnen worden aangetroffen die dateren vanaf het laat-paleolithicum. Vuursteenvindplaatsen van jager-verzamelaars uit het laat-paleolithicum en het mesolithicum liggen veelal op relatief hoog gelegen delen van het dekzandlandschap in de nabijheid van water. Later, in het neolithicum wanneer een sedentair bestaan in de plaats komt van een nomadisch levenswijze, verkiest men vooral de hoogste delen van het dekzandlandschap. Deze nederzettingskeuze blijft tot in de vroege middeleeuwen bestaan. In de late middeleeuwen en de nieuwe tijd zijn de nederzettingen met name gesticht langs doorgangswegen, op kruispunten van wegen en aan de overgangen van rivieren. Binnen het onderzoeksgebied liggen negentien archeologische waarnemingen en twee beschermde monumenten. Al deze vindplaatsen zijn opgesomd in de onderstaande tabel en dateren uit de ijzertijd, de Romeinse tijd en de middeleeuwen. Ruim tweehonderd meter ten noordwesten van het plangebied is in 2012 door Econsultancy BV een inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase) uitgevoerd. Hierbij is gebleken dat op basis van de waargenomen bodemverstoringen en de aanwezigheid van bebouwing op een deel van de nieuwbouwlocatie, kan worden geconcludeerd dat archeologische sporen hier niet meer verwacht hoeven te worden. Tabel 1 Waarnemingen en Monumenten Nummer Coördinaat Periode W 14744 152970/414340 Bronstijd W 17208 153240/414820 IJzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen W 17840 153250/414820 IJzertijd, Romeinse tijd W 36865 153090/414870 Middeleeuwen W 36867 153080/414850 Middeleeuwen, Nieuwe Tijd W 36868 153080/414850 Middeleeuwen, Nieuwe Tijd W 38487
153280/414800
W 38502
153000/414000
W 39028
153080/414850
Bronstijd, IJzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd IJzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd Middeleeuwen, Nieuwe Tijd
W 39817
152800/414320
IJzertijd
W 40767
153300/414700
W 48388 W 48433 W 105467
153248/414809 153264/414808 154320/414470
W 404599
153264/414808
W 407893
153264/414808
Romeinse tijd, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd IJzertijd, Middeleeuwen IJzertijd, Middeleeuwen IJzertijd, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd IJzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen IJzertijd, Middeleeuwen
Versie: 04-03-2016
Vondsten Brons Keramiek Keramiek Niet van toepassing Niet van toepassing Keramiek, metaal, hout/houtskool, Brons, keramiek, metaal Bot, dierlijk, hout/houtskool Tefriet/basaltlava, Keramiek, bot, lood Hout/houtskool, Keramiek Zandsteen/kwartsiet Keramiek Keramiek Keramiek Keramiek Keramiek www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
W 414351 W 441140
153650/413390 153404/414442
W 426391
153664/414521
AMK 1350 AMK 15526
153090/414856 154232/415013
Middeleeuwen, Nieuwe Tijd IJzertijd, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd Niet nader bepaald Middeleeuwen, Nieuwe Tijd IJzertijd, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 17
Niet van toepassing Keramiek Hout/houtskool, keramiek, bot, Kasteel, klooster Huisterp
2.4 Informatie amateurarcheologen Omdat het terrein altijd bebouwd geweest is, is geen contact geweest met de lokaalarcheologen.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 18
Figuur 8: Kaart met Archis-gegevens met daarop een cirkel met een straal van één kilometer rond het plangebied die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 19
De archeologische beleidskaart van de gemeente Den Bosch toont met betrekking tot het plangebied een archeologische verwachting 4E voor het noordelijke deel en 5A voor het zuidelijke deel. De archeologische verwachting 4E betreft terreinen binnen de oude kernen van de dorpen met een hoge verwachting op het aantreffen van resten van vroegere dorpsbebouwing. In deze zones is voor bodemingrepen dieper dan 50 cm en voor oppervlaktes groter dan 50 m2 een onderzoek vereist. De archeologische verwachting 5A betreft gebieden waar verspreide nederzettingen en grafvelden uit alle periodes verwacht kunnen worden.
Figuur 9: Uitsnede uit de gemeentelijke beleidskaart
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 20
Figuur 10: Uitsnede uit de kaart cultuurhistorische monumenten
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 21
2.5 Historie
Rosmalen wordt in 815 al genoemd in een oorkonde van de abdij van Lorsch bij Mentz. In deze archieven wordt melding gemaakt van een hoeve Rosmalla met weiden in het bos en met zes varkens. De kaart van Hendrik Verheesch uit omstreeks 1780 laat zien dat het plangebied destijds al binnen bebouwing lag. Deze kaart geeft echter een min of meer geschematiseerde weergave van de werkelijkheid en is daarmee niet betrouwbaar genoeg om uit af te leiden of binnen het plangebied werkelijk bebouwing aanwezig was.
Figuur 11: Uitsnede uit de kaart van Verheesch.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 22
Volgens de kaart van de historische landschappen en historische relicten (zie figuur 12 en 13) ligt het plangebied buiten de historische kern maar wel pal ten noorden van een historische weg. De omgeving waarin het plangebied ligt is overwegend in gebruik geweest als akkerland.
Figuur 12: Uitsnede uit de kaart met historische relicten Oost Brabant (Naar de Bont, 1993)
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 23
Figuur 13: Uitsnede uit de kaart met historische landschapselementen Oost Brabant (Naar de Bont, 1993)
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 24
De kadasterkaart uit 1832 (zie figuur 14), toont dat het plangebied destijds nog op onbebouwde percelen lag die in gebruik waren voor de akkerbouw.
Figuur 14: Uitsnede uit de kadastrale kaart uit 1832
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 25
Figuur 15 toont achtereenvolgens topografische kaarten van het onderzoeksgebied uit 1845, 1901, 1956 en 2009. Op deze kaarten is te zien dat tussen 1845 en 1901 een woning is gebouwd op het zuidelijke deel van het plangebied. Deze woning is in de twintigste eeuw vervangen door de huidige bebouwing.
Figuur 15: Uitsneden uit de topografische kaarten uit achtereenvolgens: 1845, 1901, 1956 en 2009.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 26
2.6 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Specifieke ligging (locatie) Het plangebied ligt op de noordrand van het dekzandgebied, op een dekzandrug, net ten zuiden van de historische kern van Rosmalen. Binnen het plangebied stond in de achttiende eeuw nog geen bebouwing. In de negentiende en de twintigste eeuw hebben verschillende fasen van bebouwing bestaan binnen het plangebied. Verwachte perioden (datering) Op basis van de bekende gegevens van archeologische waarden in het onderzoeksgebied moet worden geconcludeerd dat voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting geldt voor archeologische resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. In verband met de relatief grote afstand tot open water, geldt een lage verwachting voor resten uit het laat-paleolithicum en het mesoltihicum. Omdat het plangebied niet echt in de historische kern ligt op land dat tot in de negentiende eeuw in gebruik is geweest als akkerland, geldt hooguit een middelhoge verwachting voor resten van bewoning uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Complextypen Binnen het plangebied kunnen zowel resten van bewoning als van begraving aanwezig zijn uit het neolithicum, de bronstijd, de ijzertijd, de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen. Begravingen uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd hoeven niet te worden verwacht omdat deze gewoonlijk rond de kerken in de dorpskernen lagen. Uit historische kaartgegevens blijkt dat binnen het plangebied geen resten van historische huisplaatsen aanwezig zijn die van voor het einde van de achttiende eeuw dateren. Uiterlijke kenmerken Nederzettingsresten uit alle perioden zullen binnen het plangebied uit vondststrooiingen bestaan en/of uit opgevulde spoorvullingen en funderingsresten onder de bouwvoor of onder een esdek. Mogelijke verstoringen Door de bouw en sloop van verschillende fasen van bebouwing en de herindeling van het terrein, zal tenminste plaatselijk aanzienlijke bodemverstoring zijn opgetreden.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 27
2.7 Onderzoeksstrategie Tijdens het veldwerk moet allereerst worden vastgesteld hoe de bodem is opgebouwd, in hoeverre deze intact is en of hierin archeologische indicatoren aanwezig (kunnen) zijn. Om de bodemopbouw zo exact mogelijk te kunnen bestuderen kan het beste gebruik gemaakt worden van een guts. Indien blijkt dat de huidige grondbewerking tot in de natuurlijke bodem reikt en een goede vondstzichtbaarheid heerst, is een oppervlaktekartering het meest geschikt voor het opsporen van archeologische indicatoren. De meeste van de archeologische vondsten in de omgeving van het plangebied zijn immers gedaan als oppervlaktevondsten. Indien een oppervlaktekartering niet mogelijk is of in onvoldoende mate effectief zal zijn, wordt nageboord met een edelmanboor met een diameter van 15 cm. Het hiermee opgeboorde materiaal wordt gezeefd op een zeef met een maaswijdte van vier millimeter. Binnen het plangebied zijn 7 boorpunten verdeeld over een zo gelijkmatig mogelijk netwerk. Hierdoor is binnen het 0.23 hectare grote plangebied een boordichtheid bereikt van ongeveercdertig boringen per hectare. Een dergelijke boordichtheid voldoet volgens de Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (SIKB, 2006), ruimschoots als brede zoekoptie om vindplaatsen uit alle perioden, in zand op te sporen. Het archeologisch booronderzoek is gelijktijdig uitgevoerd met milieukundig booronderzoek. In de voor het milieukundig onderzoek tot 50cm geboorde boorgaten is in eerste instantie ten behoeve van het archeologisch onderzoek, geboord met een zandguts. Waar nodig is vervolgens nageboord met een megaboor. Zelfs met de door ArcheoPro gehanteerde hoge boordichtheid is op basis van booronderzoek nooit te garanderen dat alle typen archeologische resten kunnen worden opgespoord. De kans op het aantreffen van grondsporen is bijvoorbeeld aanmerkelijk groter indien een proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd. Een dergelijke aanpak zou echter in dit stadium van het onderzoek een te zwaar middel vormen Van alle boorpunten wordt de NAP-hoogte bepaald door middel van het AHN en de waterpas.
Figuur 16: Het plangebied nabij boring 7, gezien in noordelijke richting
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 28
3 Veldonderzoek
3.1 Verrichte werkzaamheden Positie boringen: Gebruikt boormateriaal: Totaal aantal boringen: Boordichtheid: Geboorde diepte: Inmeten boorlocaties: Boorbeschrijving:
Regelmatige verdeling over het plangebied (figuur 19). Guts met diameter van 3 cm 7 waarvan 4 inpandig Ongeveer dertig boringen per hectare 1.5 – 2.0 m –Mv meetlint en waterpas Archeologische Standaard Boorbeschrijving (ASB 5.2)
Inspectie bodemontsluitingen en/of oppervlaktekartering: In verband met de bebouwingvan het plangebied was geen oppervlaktekartering mogelijk. Evenmin waren bodemontsluitingen aanwezig die geïnspecteerd konden worden op de aanwezigheid van archeologische indicatoren.
3.2 Resultaten booronderzoek De inpandige boringen (1, 2, 3, 4) tonen dat tijdens de bouw van de huidige bebouwing, de bodem tot minimaal 60 cm –mv maar meestal tot ruim 100 cm –mv verstoord is. Hierbij is de bodem tot grote diepte vermengd geraakt met piepschuim. De dikte van deze laag loopt uiteen van 30cm in boring 5 tot 130 cm in boring 7. Onder de met piepschuim vermengde laag, recent verstoorde grond, is in de boringen 1 tot en met 4 een laag aangetroffen van vijf tot veertig centimeter dikte die bestaat uit dunne laagjes zwart, geel en bruin zand van wisselend humusgehalte. Het betreft een pakket inspoelingslaagjes zoals deze gewoonlijk ontstaan in kuilen die na het uitgraven nog geruime tijd open liggen en waarin inspoelend regenwater het ongeconsolideerde zand van de kuilranden kan herafzetten als een gelaagd pakket. De dikte van dit pakket loopt uiteen van ongeveer vijf tot vijftien centimeter. Waarschijnlijk heeft tijdens de bouw van het huidige pand de bouwput een tijdje open gelegen zodat dit pakket kon ontstaan. Hieronder is in elk van deze boringen, grof donkergrijs, rivierzand aangetroffen. Dergelijk zand is in de boringen 5, 6 en 7, direct onder de toplaag aangetroffen. Behalve (zeer) moderne insluitsels zijn in geen van de boringen relevante archeologische indicatoren aangetroffen. In verband hiermee is het KNAonderdeel Waardestelling, in dit rapport niet nader uitgewerkt. Binnen het plangebied is de bodem gemiddeld tot ongeveer een meter beneden het maaiveld verstoord. In de omgeving van het plangebied was geen terreindeel aanwezig waarop een boring gezet kon worden die ter referentie een nog grotendeels intacte bodem had kunnen opleveren.
Figuur 17: Foto van de verstoorde toplaag in boring 2 (links) met daaronder het pakket inspoelingslaagjes. Direct hieronder is grof, grijs rivierzand aangetroffen.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 29
Figuur 18: Boorprofielen
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 30
Figuur 19: Boorpunten met verstoringsdiepten.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 31
4 Conclusies en aanbevelingen (beleidsadvies) Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied een middelhoge archeologische verwachting geldt voor archeologische resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. In verband met de relatief grote afstand tot open water, geldt een lage verwachting voor resten uit het laat-paleolithicum en het mesoltihicum. Omdat het plangebied niet echt in de historische kern ligt op land dat tot in de negentiende eeuw in gebruik is geweest als akkerland, geldt hooguit een middelhoge verwachting voor resten van bewoning uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Voor resten van begravingen uit deze periode geldt een lage verwachting omdat deze gewoonlijk rond de kerken lagen. Om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen zijn binnen het plangebied zeven boringen gezet met behulp van een zandguts en een megaboor. Uit het met de zandguts verrichte onderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied tot grote diepte verstoord is waarbij zand vermengd is geraakt met moderne insluitsels zoals piepschuim. Hieronder is op de locatie van de voormalige bouwput van de huidige bebouwing, een pakket inspoelingslaagjes aangetroffen dat gevormd moet zijn door in de bouwput inspoelend regenwater. In alle overige boringen is onder de vergraven toplaag direct sschoon, grijs rivierzand aangetroffen. In geen van de boringen zijn relevante archeologische indicatoren aangetroffen. In verband hiermee, alsmede in verband met de sterke verstoring van de bodem, geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren. Evenmin zijn tijdens het onderzoek archeologische resten aangetroffen waarmee tijdens de verdere planvorming of bij de uitvoering van de geplande werkzaamheden rekening zou moeten worden gehouden. In alle gevallen geldt dat indien archeologische materialen en/of sporen aangetroffen worden, deze gemeld dienen te worden bij de gemeente Den Bosch, conform Monumentenwet 1988, laatste wijziging van 1 september 2007, paragraaf 7, artikel 53 en verder.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 32
Verklarende woordenlijst AHN Actueel Hoogtebestand Nederland. AMK Archeologische Monumentenkaart. ASB Archeologische Standaard Boorbeschrijving. Archis Archeologisch Informatie Systeem. BP: Before Present (present = 1950) GIS Geografische InformatieSystemen. GPS Global Positioning System. IKAW Indicatieve kaart van archeologische waarden IVO Inventariserend VeldOnderzoek. KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie. -mv Onder maaiveld. NAP Normaal Amsterdams Peil PVA Plan van Aanpak. PVE Programma van Eisen. RCE Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. SBB Standaard Boor Beschrijvingsmethode. SCEZ Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. SIKB: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Archeologische tijdschaal Periode Midden- en Laat Paleolithicum (oude steentijd) Mesolithicum (midden steentijd) Neolithicum (nieuwe steentijd) Bronstijd IJzertijd Romeinse tijd Vroege middeleeuwen Volle middeleeuwen Late middeleeuwen Nieuwe tijd
Versie: 04-03-2016
Datering 250.000
- 9000
9000 4500 2000 800 12 v chr. 500 1000 1250 1500
-
4500 2000 800 12 v. chr. 500 n. chr. 1000 1250 1500 heden
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 33
Bronnen Encyclopedie van Noord-Brabant (red. A. van Oirschot, A.C. Jansen en L.S.A. Kroesen; Baarn 1985) Grote historische Provincie Atlas van Nederland; deel 4 Zuid-Nederland 1838-1857 1:50.000. Topografische dienst Wolters Noordhoff Groningen 1990 Grote historische topografische Provincie Atlas Noord-Brabant; 1905 1:25.000. Nieuwland Tilburg 2006 Grote historische topografische Provincie Atlas Noord-Brabant; 1905 1:25.000. Nieuwland Tilburg 2006 Grote topografische atlas van Nederland 1:50.000 Deel 4 Zuid-Nederland. Topografische dienst. Wolters Noordhoff Groningen 1997 Kadastrale minuut 1830 met aanwijzende tafels, (www.watwaswaar.nl) Kadaster Topografische Dienst, Top25Raster, Top10Vector, GBKN kaarten, Emmen 2008 Luchtfoto, http://maps.google.nl Provincie Noord-Brabant, brabant.nl/CHW)
Cultuurhistorische
waardekaart
(http://www.noord-
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, IKAW 2 (Indicatieve kaart Archeologische Waarden), Amersfoort. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, AMK (Archeologische monumentenkaart), Amersfoort. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, ARCHIS II (Archeologisch Informatie Systeem), http://archis2.archis.nl/ Rijkswaterstaat, Servicedesk Data, AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland), Delft. Stichting voor Bodemkartering, Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968. Stichting voor Bodemkartering: Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000, Staring Centrum, Wageningen, 1989 Stichting voor Bodemkartering, Geologische kaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968. Tranchot en v. Muffling, Kartenaufnahme der Rheinlande 1803-1820 Twaalf provinciën 2007. Atlas van topografische kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverij twaalf provinciën. Landsmeer.
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 34
Literatuur Bont, Ch de., Cultuurhistorisch onderzoek Oost-Brabant, 1993. Cate, J. A. M. ten. A. F. van Holst, H. Kleijer en J. Stolp, 1995. Handleiding bodemgeografisch onderzoek; richtlijnen en voorschriften. Deel A: Bodem. Wageningen, DLO-Staring Centrum. Technisch Document 19A. Cohen, K.M. & E. Stouthamer, 2012. Beknopte toelichting bij het digitaal basisbestand paleogeografie van de Rijn-Maas Delta, Utrecht, 2012. Es. Van W.A., Sarfatij, H. & P.J. Woltering (red.) 1988. Archeologie in Nederland; De rijkdom van het bodemarchief. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Amersfoort. Kuiper, M. 2006/2007. Atlas van topografische kaarten Nederland, 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer. Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (SIKB, 2006) Renes, J., West-Brabant, een cultuurhistorisch landschapsonderzoek, Waalre, 1985
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 35
Bijlage 1: Boorbeschrijving
Algemene kopgegevens Soort boring Projectnummer Projectnaam Deelgebied Organisatie OM-nummer coördinaatsysteem Coördinaatsysteemdatum Locatiebepaling Referentievlak Bepaling maaiveldhoogte Boormethode Boordiameter Opdrachtgever
Posities van de boringen (boorlocaties) Boornummer XCO YCO 1 153485.6 414164.1 2 153486.6 414190.8 3 153465.1 414192.3 4 153460.7 414176.2 5 153451.7 414166.9 6 153446.5 414186.9 7 153471.8 414163.7
BAR 16-020 Pastoriestraat, Rosmalen Nvt ArcheoPro 3989449100 RD2000 ETRS89 GPS en meetlint NAP AHN – Waterpas Guts en edelman 3 cm en 15 cm Wolters Vastgoed
MA, M´s tov NAP 5.12 5.12 5.12 5.12 5.22 5.34 5.08
Boorbeschrijving volgens ASB 5.2 Boo r Nr 1
LDO
Lithologie GD BK BS
BZ
BG
BH
Kleur HK
TK
Z Z Z-grof Z Z Z Z
BR ZW GR BR ZW GR BR
GE BR
3
85 95 160 120 135 190 115
Z Z-grof Z
ZW GR BR
BR
4
125 170 60 65 170 185 70 195 95 150 130 180
Z Z Z-grof Z Zgrof Z Zgrof Z Zgrof
ZW GR GR BR GR BR GR BR GR
BR
2
5 6 7
GE BR
IK
VLK
Overige kenmerken CO PLH VS SST
AIS BHN
GR DO DO
BHC
DO DO
ROG INSP
INSP
C GR
DO DO
GE
GI
OPG INSP
ZL GR
GE
BI
ROG ZL
Piepschuim, Baksteen
INSP BHC
GR DO DO
ROG ZL
Piepschuim
INSP BHC C
GE
GR
ROG
GE
GR
ROG
GE
GR
ROG
C C C
Betekenis van de afkortingen: LDO – Onderzijde boortraject Lithologie: GD – Onverharde sedimenten: G = grind, K = klei, L = leem, V = veen en Z = zand
Bijmengsels: BK = bijmengsel klei, BS = bijmengsel silt, BZ =bijmengsel zand, BG= bijmengsel grind, BH = bijmengsel humus. Betekenis toegevoegde cijfers: 1 = zwak, 2 = matig, 3 = sterk en 4 = uiterst. Kleur: HK = hoofdkleur, BL = blauw, BR = bruin, GE = geel, GN = groen, GR = grijs, OL = olijf, OR =oranje, PA = paars, RO = rood, RZ = roze, WI = wit, ZW = zwart. TK = Tweede kleur (kleurafkortingen als boven). IK = Intensiteit kleur: LI = licht en DO = donker
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch
ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 36
VLK = Vlekken (V): 2e en 3e letter is kleurafkorting als boven, 1 = weinig, 2 = matig , 3= veel Overige kenmerken: CO = Consistentie (C ): ZSL-zeer slap, SLA-slap, MSL-matig slap, MST-matig stevig, STV-stevig PLH = plantenresten (PL0 = geen, PL1 = spoor, PL2 = weinig, PL3 = veel) VS = veensoorten SST = Sedimentaire structuren, ZL = zandlaagjes BHN = Bodemhorizont; BHC = C-horizont BI = Bodemkundige interpretaties; BOV = bouwvoor , ROG = rommelig, VRG = vergraven, INSP = Inspoeling GI = Geologische interpretaties; DEZ = dekzand AIS = Archeologische indicatoren
Versie: 04-03-2016
www.ArcheoPro.nl