ArcheoPro Archeologisch rapport Nr. 11127 Bosring, Montfort Gemeente Roerdalen Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek, oppervlaktekartering en verkennend/karterend booronderzoek
Rob Paulussen Joep Orbons
December 2011
ArcheoPro
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 2
ArcheoPro Archeologisch rapport Nr. 11127 Bosring, Montfort Gemeente Roerdalen Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek, oppervlaktekartering en karterend booronderzoek
Colofon Opdrachtgever: MRO, ’t Zand 30, 3811 GC Amersfoort Contactpersoon: J. Pronk Status: versie 05-12-2011 Projectcode : 11-266 Bestandsnaam : ArcheoPro, Bosring, Montfort, 2011 12 05 Opgesteld conform KNA 3.2 Archis onderzoeksmelding (OM nummer): 49.220 Bevoegd gezag: Gemeente Roerdalen Opslagplaats documentatie: Provincie Limburg Auteur: Rob Paulussen, Joep Orbons Projectleider Rob Paulussen Projectmedewerkers: Richard Exaltus, Rob Paulussen, Joep Orbons, Ron Mans Onderaannemers: n.v.t. Autorisatie: Drs. R.P. Exaltus, senior-archeoloog ISSN : 1569-7363 Uitgegeven door ArcheoPro © Copyright 2011 ArcheoPro, Maastricht ArcheoPro Sint Jozefstraat 45 NL 6245 LL Eijsden Nederland
Versie: 05-12-2011
Tel : 0(0 31) 43 3672586 Fax: 0(0 31) 43 3672585
Kamer van Koophandel Limburg: 14117581 e-mail:
[email protected] www.archeopro.nl
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 3
Inhoudsopgave: Samenvatting.................................................................................................................................................... 4 1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 6 1.1 Algemeen ................................................................................................................................................... 6 1.2 Locatiegegevens ......................................................................................................................................... 6 1.3 Onderzoek .................................................................................................................................................. 6 2 Bureauonderzoek........................................................................................................................................... 9 2.1 Methode en bronnen................................................................................................................................... 9 2.2 Geo(morfo)logie en bodem ...................................................................................................................... 10 2.3 Archeologie .............................................................................................................................................. 15 2.4 Historie..................................................................................................................................................... 20 2.5 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel................................................................................... 23 2.6 Onderzoeksstrategie ................................................................................................................................. 24 3 Veldonderzoek ............................................................................................................................................ 25 3.1 Verrichte werkzaamheden........................................................................................................................ 25 3.2 Resultaten oppervlaktekartering............................................................................................................... 25 3.3 Resultaten booronderzoek ........................................................................................................................ 25 4 Conclusies en aanbevelingen (selectieadvies)............................................................................................. 29 Archeologische tijdschaal .............................................................................................................................. 30 Bronnen .......................................................................................................................................................... 30 Literatuur........................................................................................................................................................ 31 Bijlage 1: Boorbeschrijving ........................................................................................................................... 33
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 4
Samenvatting Op 2 november 2011 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een terrein aan de Bosring (ong.) te Montfort. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. Het plangebied ligt op een met dekzand afgedekt dalvlakteterras, aan de voet van een langgerekte dekzandrug en is altijd als bouwland in gebruik geweest. Binnen een afstand van 100 meter ten zuidoosten van het plangebied ligt een cluster van 16 geregistreerde archeologische waarnemingen. Op basis van de landschappelijke ligging en vooral de bekende gegevens omtrent archeologische waarden in het gebied moet worden geconcludeerd dat voor het plangebied een hoge archeologische verwachting geldt voor archeologische nederzettingsresten daterend vanaf het mesolithicum tot en met de Romeinse tijd alsmede grafvelden uit het neolithicum tot en met de Romeinse tijd. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied negen karterende boringen gezet met behulp van edelmanboor met een diameter van 15 cm. Tevens is ter plaatse van een smalle strook braakliggende grond langs de noordwestelijke grens van het plangebied een oppervlaktekartering verricht. Uit het verrichte booronderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied uit sterk siltige dekzandafzettingen bestaat waarin zich een (vorst)vaagrond heeft ontwikkeld. Als gevolg van landbouwkundige bewerking is ook de bodem direct onder de huidige ploegvoor matig geroerd tot een gemiddelde diepte van 43 cm –mv. De ploegvoor zelf is 25 tot 35 cm dik. Zowel tijdens de oppervlaktekartering op een deel van het plangebied als tijdens het onderzoek van het bij het boren vrijgekomen bodemmateriaal zijn geen eenduidige archeologische indicatoren aangetroffen. De resultaten van het bureauonderzoek en in het bijzonder de in Archis geregistreerde waarnemingen pal ten zuidoosten van het plangebied, geven voldoende aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven te adviseren. Hoewel de kern van de vroegere nederzetting(en) uit de periode van het neolithicum tot en met de Romeinse tijd waarschijnlijk juist buiten het plangebied ligt, kunnen met name binnen het oostelijke deel van het plangebied nog behoudenswaardige resten en sporen voorkomen uit de randzone van de verwachte nederzetting. De aangetroffen bodemverstoring is niet van een dusdanige aard en omvang dat eventuele archeologische resten in de vorm van grondsporen volledig zullen zijn verstoord. Aangezien het plangebied beduidend lager ligt dan het aangrenzend reeds bebouwde terrein, is het aannemelijk dat ook het plangebied zal worden opgehoogd tot het gewenste peil. Een mogelijk alternatief voor behoud ex situ door middel van opgravingen van eventuele archeologische waarden, is behoud in situ waarbij de ophooglaag als beschermingslaag gaat functioneren. Dit betekent echter dat het plangebied een archeologische (dubbel)bestemming dient te krijgen en dat er gebruiksbeperkingen worden opgelegd die voorkomen dat er in de toekomst graafwerkzaamheden worden verricht tot beneden het niveau van de huidige bouwvoor. Een dergelijke vorm van archeologievriendelijk bouwen vereist het vooraf
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 5
opstellen en bestuurs- of privaatrechterlijk verankeren van een eenduidig en controleerbaar nazorgplan in combinatie met een actieve periodieke controle en eventuele handhaving. Het uitvoeren van een proefsleuvenonderzoek is enkel toegestaan na goedkeuring door het bevoegd gezag van een daartoe opgesteld Programma van Eisen. Het uitvoeren van een proefsleuven onderzoek is voorbehouden aan een daartoe door de Minister aangewezen opgravingsbedrijf.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 6
1 Inleiding 1.1 Algemeen - Opdrachtgever: MRO, ’t Zand 30, 3811 GC Amersfoort - Contactpersoon: Joris Pronk - Geplande ingrepen: bouw van 4 vrijstaande woningen (zie figuur 2) - Datum uitvoering veldwerk: 2 november 2011 - Archis onderzoeksmelding (OM nummer): 49.220 - Bevoegd gezag: Gemeente Roerdalen - Bewaarplaats vondsten: Provincie Limburg - Bewaarplaats documentatie: Provincie Limburg 1.2 Locatiegegevens - Provincie: Limburg - Gemeente: Roerdalen - Plaats: Montfort - Toponiem: Heisteren - Globale ligging: noordelijke rand van de bebouwde kom van Montfort - Hoekcoördinaten plangebied: o 194689 / 349523 o 194689 / 349620 o 194772 / 349620 o 194772 / 349523 - Oppervlakte plangebied: 0.45 ha - Eigendom: particulier - Grondgebruik: akker - Hoogteligging: ± 29,5 m +NAP - Bepaling locaties: GPS Garmin, meetlinten - Onderzoeksgebied bureauonderzoek: Cirkel met een straal van één kilometer rond het centrum van het plangebied 1.3 Onderzoek Op 2 november 2011 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een terrein aan de Bosring (ong.) te Montfort. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. ArcheoPro voert haar onderzoeken uit conform de hiervoor vastgelegde normen en richtlijnen en is door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) vergunning verleend tot het verrichten van bepaalde archeologische werkzaamheden in het kader van het doen van opgravingen, bestaande uit prospectie door middel van booronderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd door drs. R.P. Exaltus (senior-archeoloog), drs. R.P.A. Paulussen (geograaf/archeoloog) en ing. P.J. Orbons (senior vakspecialist).
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 7
Figuur 1: De ligging van het plangebied (rood omlijnd) met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 8
Figuur 2: De plankaart voor het plangebied met de ligging van de vier woonhuizen.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 9
2 Bureauonderzoek 2.1 Methode en bronnen Tijdens het bureauonderzoek wordt door de bestudering van beschikbare bronnen, kennis vergaard omtrent de bodem en geologie van het onderzoeksgebied en de hierin bekende en te verwachten archeologische waarden. Aan de hand van de resultaten van het bureauonderzoek kan de beste aanpak voor het veldonderzoek worden bepaald. Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd (voor bronvermelding; zie ook literatuurlijst, dit geldt ook voor de kaarten die in de tekst opgenomen zijn): -Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) -Archeologische MonumentenKaart (AMK) -ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) -Atlas van topografische kaarten Nederland 1955-1965, 1:50.000 -Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart gemeente Roerdalen -Bodemkaart 1:50.000 -Geomorfologische kaart 1:50.000 -Geologische kaart 1:50.000 -Grote historische atlas van Nederland 1:50.000 1838-1857 (Deel Zuid) -Grote historische topografische atlas van Nederland, provincie Limburg 1:25.000 1894-1926 -Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) -Kadastrale minuutplan met aanwijzende tafels, 1832 -Tranchotkaart 1805
Figuur 3: Luchtfoto met daarop rood omlijnd het plangebied.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 10
2.2 Geo(morfo)logie en bodem Het plangebied ligt binnen het Zuidnederlandse zandgebied, ongeveer vijf kilometer ten oosten van het huidige Maasdal. De ondergrond van het plangebied bestaat uit rivierafzettingen van de Maas die zijn afgezet tijdens het Pleniglaciaal van de laatste ijstijd, het Weichselien (circa 75.000 – 15.700 jaar BP). Ze bestaan uit een meters dik pakket grof zand en grind dat tot de Formatie van Beegden wordt gerekend. Aan het einde van het Weichselien, met name in het Laat Pleniglaciaal (circa 29.000 - 15.700 jaar BP) en het Jonge Dryas (circa 12.745 - 11.755 jaar BP) heerste er een poolklimaat in Nederland. Door het ontbreken van vegetatie trad op grote schaal verstuiving op. Vanuit het Noordzeebekken werd dekzand meegevoerd dat is afgezet in de vorm van vlaktes, welvingen en ruggen. Dit zand is kalkloos, fijnkorrelig en goed afgerond. Tevens is het goed gesorteerd en arm aan grind. Deze afzettingen behoren tot het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel (Berendsen, 1997). Het dekzand heeft de rivierafzettingen van de Maas grotendeels overdekt. Het dekzandreliëf bestaat grotendeels uit dekzandruggen en dekzandwelvingen en enkele land- en rivierduinen. De ruggen zijn vaak duidelijk te zien en kunnen meer dan anderhalve meter boven hun omgeving uitsteken. Het dekzand is soms in twee verschillende fases onder te verdelen, het lemige en veelal gelaagde oude dekzand en het jonge dekzand dat minder leem bevat en geen gelaagdheid vertoont. Op de overgang tussen deze twee fases kan zich een vegetatiehorizont hebben gevormd, de zogenaamde Laag van Usselo. Deze laag dateert uit het warmere en vochtigere Allerød-interstadiaal (13.900 - 12.800 jaar BP). Volgens de geomorfologische kaart ligt het plangebied op een dalvlakteterras dat met dekzand is bedekt (figuur 6, legenda-eenheid 4E10). Pal ten zuiden van het plangebied loopt een smalle, zuidwest-noordoost georiënteerde dekzandrug (figuur 6, legenda-eenheid 4K14). Deze dekzandrug is ook herkenbaar op het AHN-hoogtebeeld (figuur 8). Op een detailuitsnede van het AHN-hoogtebeeld (figuur 4) is goed te zien dat het plangebied enigszins lager aan de voet van de dekzandrug ligt. De top van dekzandrug ligt ongeveer drie meter hoger dan het plangebied. Figuur 4: Detailuitsnede van het AHNhoogtebeeld (figuur 7) rondom het plangebied (rood omlijnd). Geel is hoog, (donker)blauw is laag.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 11
Het natuurlijke landschap rondom Montfort wordt vooral gekenmerkt door vrij hoge, paraboolvormige landduinen (figuur 6, legenda-eenheden 12C2 en 4L8) met bijbehorende uitblazingsbekkens (figuur 6, legenda-eenheid 4N5). Dit zijn rivierduinen, ontstaan door uitblazing van rivier- en dekzanden door sterke zuidwestelijke winden tijdens het droge LaatGlaciaal (m.n. jonge Dryas) en de beginfase van het Vroeg-Holoceen (Locht, 1977). Het duincomplex van Montfort vormt het uiterste zuidelijke deel van en lange gordel van rivierduinen ten oosten van de Limburgse Maas. Het zijn zogenaamde organogene duinen. Dat wil zeggen dat het door de wind aangevoerde zand door vegetatie werd vastgehouden. Naast paraboolduinen komen ook langgerekte, zogenaamde streepduinen voor. In de uitblazingslaagten konden door een tijdens het Holoceen stijgende grondwaterspiegel en gebrekkige afwatering moerassen en vennen met bijbehorende veenafzettingen ontstaan. Deze veenvoorkomens zijn gedurende de laatste vierhonderd jaar, nadat de militaire functie van het kasteel van Montfort sterk was afgenomen, ontwaterd en afgegraven (figuur 6, legendaeenheid 2M48). Op het AHN-hoogtebeeld (figuur 8) is het opvallende duinreliëf met hoogte verschillen tussen (paraboolvormige) rivierduinen en uitblazingslaagten van meer dan tien meter goed herkenbaar. Ongeveer 500 meter ten zuiden van het plangebied stroomt de Vlootbeek. Deze beekloop volgt een oude uitblazingslaagte. Figuur 5: Ligging van het laatgaciale rivierduinencomplex bij Montfort tussen het Maasdal in het westen en het Roerdal in het noorden. Pleistocene rivierterrassen met dekzand Holocene rivierdalen (Maas, Roer) Rivierduinencomplex
Bron: Wetenschappelijke atlas van Nederland deel 13, 1985 De bodem binnen het plangebied bestaat uit vorstvaaggronden in lemig fijn zand (figuur 7, legenda-eenheid Zb23) met een grondwatertrap VII. Vorstvaaggronden hebben onder de Ahorizont een, in de positie van de B-horizont gelegen en door bodemvorming ontstane, min of meer bruin gekleurde laag (zogenaamde kleur-B) of een zwakke moderpodzol-B (Stiboka, 1972). Grondwatertrap VIII betekent dat het droge bodems zijn met een hoogste grondwaterstand dieper dan 80 cm –mv.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 12
Figuur 6: Uitsnede uit de geomorfologische kaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 13
Figuur 7: Uitsnede uit de bodemkaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft. Voor uitleg van de codes, zie hoofdstuk 2.2
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 14
Figuur 8: Uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 15
2.3 Archeologie Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW 3.0) ligt het plangebied in een zone met een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden (zie figuur 10). De archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeente Roerdalen (figuur 11) geeft eveneens aan dat het plangebied in een zone met een hoge archeologische verwachting ligt. Binnen het onderzoeksgebied met een straal van 1 kilometer ligt volgens de landelijke database van Archis slechts één terrein van hoge archeologische waarde archeologisch (monumentnr. 16.293). Dit betreft een gedeelte van de historische kern van Montfort, circa 900 meter ten zuidwesten van het plangebied. Dit AMK-terrein wordt ook op de verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeente Roerdalen als zodanig aangeduid. Het aantal archeologische waarnemingen binnen het onderzoeksgebied is zeer talrijk. Het merendeel hiervan ligt binnen een straal van 500 meter geconcentreerd rondom het plangebied. Figuur X geeft een gedetailleerd beeld van de ligging van 26 archeologische waarnemingen in de directe nabijheid van het plangebied. Al deze waarnemingen zijn tussen 1999 en 2006 gedaan door de heer T.J.P. (Ron) Mans uit Montfort. 100 m
Figuur 9: Archiswaarnemingen binnen een straal van 20o meter rondom het plangebied.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 16
ArcheoPro heeft contact opgenomen met de heer Mans1 voor nadere informatie over deze waarnemingen en het plangebied. De door de heer Mans aangeleverde informatie is integraal verwerkt in deze paragraaf. Binnen het plangebied ligt waarneming 44860. Dit betreft een driedoornige pijlspits uit het neolithicum (Klokbekercultuur), een bijlafslag en een bronzen beitel. Een cluster van 16 in Archis geregistreerde waarnemingen ligt pal ten zuidoosten van het plangebied binnen een afstand van circa 120 meter (zie tabel 1). Op basis van de ruimtelijke spreiding van de oppervlaktevondsten wordt aangenomen dat er sprake is van een vroegere neolithische nederzetting waarvan de kern op het iets hoger gelegen deel van de dekzandrug pal ten zuidoosten van het plangebied lag. Tabel 1: overzicht archeologische waarnemingen T.J.P.Mans nabij het plangebied Waarnemingscluster ten zuidoosten van het plangebied Nummer Afstand tot het Periode plangebied (m) 44943 78 Mesolithicum 45217 59 Mesolithicum 45161 62 Neolithicum, late middeleeuwen 45218 45706
64 112
Neolithicum midden Neolithicum vroeg
47566 47570 47590 47271
74 93 101 85
Neolithicum Mesolithicum, ijzertijd Neolithicum-bronstijd
47274
78
Steentijd-ijzertijd
405828 405634 400796 400771
92 69 100 119
Mesolithicum-Neolithicum Neolithicum-Bronstijd Mesolithicum-Neolithicum Mesolithicum-Bronstijd
400776
57
Mesolithicum-Neolithicum
409152
82
Meolithicum-Bronstijd
Omschrijving vondsttype en complextype Schrabbers (2x), nederzetting Schrabber, kling, nederzetting Pijlspits, nederzetting denarius bisdom Keulen Bladspits Breitkeil doorboord, basalt, nederzetting Afslagschrabber, nederzetting Bijlafslag, nederzetting Mikroliet, aardewerk, nederzetting Bijlafslag, schrabber, kling (3x), nederzetting Bijlafslag, schrabber, kling (3x), aardewerk, nederzetting Bijlafslag, schrabber, nederzetting Bijl silex spitsovaal Schrabbers, klingen, nederzetting Kling, aardewerk randfragment, nederzetting Bijlfragment, afslagschrabbers, klingen,nederzetting Bijlafslag (2x), schrabber, nederzetting
Ten noorden en ten oosten van het plangebied liggen verspreid binnen een afstand van zo’n 200 meter een tiental archeologische waarnemingen, eveneens gedaan en in Archis geregistreerd door de heer Mans (zie figuur 9 en tabel 2). Het betreft voornamelijk bewerkt vuursteenmateriaal uit de periode mesolithicum – bronstijd en handgevormd aardewerk uit de ijzertijd en vroeg Romeinse tijd, vermoedelijk afkomstig van een voormalig urnenveld. De door de heer Mans geregistreerde waarnemingen betreffen verzamelwaarnemingen. Deze bestaan uit meerdere individuele vondsten die tijdens verschillende karteringen kunnen zijn gedaan. In de overzichten zijn enkel de belangrijkste (diagnostische) vondsten vermeld. Op 20 mei 2011 heeft de heer Mans het perceel inclusief het plangebied opnieuw gekarteerd. Daarbij zijn gedurende een drie uur durende prospectie onder andere een meso1
De heer T.J.P. (Ron) Mans is een aan de universiteit van Leiden academisch opgeleid archeoloog (BA). De door hem als amateur-archeoloog verrichte en in Archis geregistreerde waarnemingen zijn het resultaat van regelmatig uitgevoerde oppervlaktekarteringen, zowel visueel als met behulp van een metaaldetector.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 17
microschrabber (RD: 194826/349510), een mesolithische pijlspits (RD: 194808/349535) en handgevormd aardewerk gevonden. Het betreffende perceel is in het verleden in gebruik geweest als aspergeveld. Op de gemeentelijke verwachtings- en beleidsadvieskaart zijn de voornoemde vondstlocaties van de heer Mans rondom het plangebied aangeduid als twee vindplaatsen van zowel jagersverzamelaars als van landbouwers. Tabel 2: overzicht archeologische waarnemingen T.J.P.Mans nabij het plangebied Waarnemingen ten noorden en ten oosten van het plangebied Nummer Afstand tot het Periode plangebied (m) 426828 185 Nieuwe tijd 44676 128 Mesolithicum-neolithicum 413839 162 Neolithicum Late middeleeuwen 403966 145 Mesolithicum-Neolithicum 403965 167 Neolithicum - ijzertijd 405630
145
Neolithicum – Romeinse tijd
405631
142
Mesolithicum - ijzertijd
405632 400773
205 209
Neolithicum - bronstijd Mesolithicum - neolithicum IJzertijd
Versie: 05-12-2011
Omschrijving vondsttype en complextype Metaalvondsten; legerplaats Maasei-schrabber, dennenboomspits Kling(fragmenten), geretoucheerd, koperen leerbeslag klingen, afslagen, boortje, bijlafslag Spits, afslagen; nederzetting Aardewerk; grafveld (urnenveld) Klingen, schrabbers; nederzetting Aardewerk; grafveld (urnenveld) Bladspits, A-spits Aardewerk; grafveld (urnenveld) Klingen Kling(fragmenten), klingkern, schrabber; nederzetting Aardewerk; grafveld (urnenveld)
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 18
Figuur 10: Kaart met Archis-gegevens met daarop een cirkel met een straal van één kilometer rond het plangebied die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 19
Figuur 11: Uitsnede uit de gemeentelijke archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 20
2.4 Historie Montfort is een historische stad die rond 1263 stadsrechten kreeg. Het kasteel van Montfort is tussen 1251 en 1267 gebouwd door Hendrik van Gelre, prins-bischop van Luik. Het was eeuwenlang het bestuurlijke centrum van het Ambt Montfort, een bestuursdistrict van het Overkwartier Gelre. Het kasteel lag op een zandrug in het dal van de Vlootbeek. Na verlies van zijn militaire functie is het tussen 1780 en 1785 gesloopt. (Hupperetz e.a., 2005). De eerste kerk werd waarschijnlijk rond 1344 gebouwd. In 1713 kwam Montfort als onderdeel van Staats-Opper-Gelre bij de Verenigde Provinciën. De eerste schriftelijke vermelding dateert uit 1258 (van Berkel en Samplonius, 2006). Volgens Renes (1999) moet het kasteel voor Montfort, meer dan de landbouw, de economische basis hebben gevormd. De stedelijke ontwikkeling van Montfort is echter nooit goed op gang gekomen. In de 14 en 15e eeuwse opsomming van Gelderse steden ontbreekt Montfort altijd. In belastinglijsten wordt Montfort aangeduid als dat steetken (1468) of dy vleck (1533). De Franstalige naam Montfort is een latere modenaam. De oorspronkelijke naam luidt Miemekar en had betrekking op een omgrachte heuvel op de plaats van het latere kasteel. De Tranchotkaart (zie figuur 12) uit 1805 laat zien dat het plangebied in die tijd volledig onbebouwd was en in gebruik was als bouwland (akker). De huidige Heistersweg die langs het plangebied loopt bestond op dat moment al. De opvallende kruisvormige structuur die de huidige Heistersweg, Processieweg, Mariaveld en Bosring vormen wijst op een relatief late maar Figuur 12: Uitsnede uit de Tranchotkaart van 1805. systematische, planmatige ontginning van het gebied. Enkele honderden meters ten oosten van het plangebied lag een grotere kamphoeve. Dergelijke hoeves kunnen de basis hebben gevormd voor de voornoemde systematische ontginning van het gebied. Volgens de kaart van Renes (figuur 13) ligt het plangebied in een gebied dat al rond 1806 als cultuurland in gebruik was. De Heistersweg direct naast het plangebied is ook op deze kaart aangeduid als een weg die van voor 1806 dateert. Er liggen in de direct omgeving van het plangebied geen belangwekkende historische landschapselementen
Figuur 13: Uitsnede uit de kaart met historische landschapselementen (naar Renes, 1999).
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 21
De kadasterkaart uit 1832 (figuur 14) toont dat het plangebied destijds binnen de percelen 192, 193, 194, 195, 196, 197, 198 en 199 lag. Uit de aanwijzende tafels blijkt dat deze percelen in eigendom waren bij Smeets, Nijsjen, Frenken, Segers, Beckers, Hangen, van der Henne en Wolters en in gebruik waren als bouwland. Binnen en rondom het plangebied was geen sprake van bebouwing. Opvallend is de zeer systematische verkaveling in smalle stroken. Net als de eerder genoemde kruisvorm van wegen wijst dit op een latere ontginning dan wel een ontginning die vanuit een centrale organisatie werd gestuurd.
Figuur 14: Uitsnede uit de kadastrale kaart uit 1832
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 22
Figuur 15 toont achtereenvolgens topografische kaarten van het onderzoeksgebied uit 1845, 1895, 1958 en 2008. Op deze kaarten is te zien dat het plangebied sinds omstreeks 1845 altijd als landbouwgrond in gebruik is geweest. Rond 1845 liepen er over de dekzandrug ten zuidoosten van het plangebied nog meerdere (veld)wegen. De iets hoger gelegen langgerekte dekzandrug zal altijd een belangrijke verbindingsfunctie hebben gehad in noordelijke richting.
Figuur 15: Uitsneden uit de topografische kaarten uit achtereenvolgens: 1845, 1895, 1958 en 2008.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 23
2.5 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Specifieke ligging (locatie) Het plangebied ligt op een met dekzand afgedekt dalvlakteterras, aan de voet van een langgerekte dekzandrug en is altijd als bouwland in gebruik geweest. De afstand tot de historische kern van Montfort bedraagt ongeveer 1 kilometer. De aangrenzende Heistersweg dateert van voor 1805. Verwachte perioden (datering) Op basis van de landschappelijke ligging en vooral de bekende gegevens omtrent archeologische waarden in het gebied moet worden geconcludeerd dat voor het plangebied een hoge archeologische verwachting geldt voor archeologische resten daterend vanaf het mesolithicum tot en met de Romeinse tijd. Complextypen Binnen het plangebied resten van (semi) permanente landbouwnederzettingen met bijbehorende grafvelden uit de perioden van het neolithicum tot en met de Romeinse tijd worden aangetroffen. Tevens kunnen resten van (jacht)kampjes van jagers-verzamelaars gemeenschappen uit het mesolithicum en vroeg-neolithicum aanwezig zijn. De kern van de verwachte landbouwnederzetting ligt gezien de spreiding van oppervlaktevondsten en de ligging van de dekzandrug naar verwachting juist ten zuidoosten van het plangebied. De exacte begrenzing van de verwachte nederzetting kan niet op basis van de actuele gegevens niet worden aangeduid. Binnen het plangebied kunnen derhalve nog behoudenswaardige nederzettingsresten of randverschijnselen behorende bij de voormalige nederzetting voorkomen. Uiterlijke kenmerken Nederzettingsresten uit de genoemde perioden zullen bestaan uit meer of minder dichte concentraties van vondstmateriaal (met name vuursteen, aardewerk, houtskool, metaal en bouwmateriaal bestaande uit natuursteen, baksteen of verbrande leem) of als spoorvullingen van voormalige afvalkuilen, paalkuilen, waterputten en dergelijke onder de bouwvoor. Eventuele sporen van begraving kunnen resten van crematies of inhumatiegraven betreffen. Deze kunnen zowel voorkomen in kleine clusters van enkele graven als in grote grafvelden van vele tientallen graven. Mogelijke verstoringen Door het gebruik als (asperge)akker kan een aanzienlijke bodemverstoring zijn opgetreden. Een dergelijke verstoring heeft vooral veel effect op de restkwaliteit van paleolithische en mesolithische vuursteenvindplaatsen.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 24
2.6 Onderzoeksstrategie Tijdens het veldwerk moet allereerst worden vastgesteld hoe de bodem is opgebouwd, in hoeverre deze intact is en of hierin archeologische indicatoren aanwezig (kunnen) zijn. Om de bodemopbouw zo exact mogelijk te kunnen bestuderen kan het beste gebruik gemaakt worden van een guts of een smalle edelmanboor met een diameter van 7 cm. Indien blijkt dat de huidige grondbewerking tot in de natuurlijke bodem reikt en een goede vondstzichtbaarheid heerst, is een oppervlaktekartering het meest geschikt voor het opsporen van archeologische indicatoren. De meeste van de archeologische vondsten in de omgeving van het plangebied zijn immers gedaan als oppervlaktevondsten. Indien een oppervlaktekartering niet mogelijk is of in onvoldoende mate effectief zal zijn, wordt nageboord met een edelmanboor met een diameter van 15 cm. Het hiermee opgeboorde materiaal wordt per bodemlaag gezeefd op een zeef met een maaswijdte van vier millimeter. Binnen het plangebied zijn negen boorpunten verdeeld over een zo gelijkmatig mogelijk netwerk. Hierdoor wordt binnen het 0,45 hectare grote plangebied een boordichtheid bereikt van twintig boringen per hectare. Een dergelijke boordichtheid voldoet volgens de Leidraad inventariserend veldonderzoek; deel: karterend booronderzoek (Tol, Verhagen en Verbruggen, 2006), als brede zoekoptie om vindplaatsen uit alle perioden in zand op te sporen. Op basis van booronderzoek is echter nooit te garanderen dat alle typen archeologische resten kunnen worden opgespoord. De kans op het aantreffen van grondsporen is bijvoorbeeld aanmerkelijk groter indien een proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd. Een dergelijke aanpak zou echter in dit stadium van het onderzoek een te zwaar middel vormen en dient pas te worden toegepast na vaststelling dat er een onverstoord bodemprofiel en archeologische indicatoren aanwezig zijn. Van alle boorpunten wordt de NAP-hoogte bepaald door middel van het AHN.
Figuur 16: Het plangebied (preiakker) nabij boring 2, gezien in oostelijke richting. Het plangebied loopt geleidelijk omhoog richting de zuidwest-noordoost georiënteerde dekzandrug.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 25
3 Veldonderzoek 3.1 Verrichte werkzaamheden - Positie boringen: regelmatige verdeling over het plangebied, zie figuur 21. - Gebruikt boormateriaal: guts met diameter van 2 cm / edelmanboor met diameter van 15 cm. - Totaal aantal boringen: 9 karterende boringen en 4 verdichtende boringen - Boorgrid: 20 * 25 m - Boordichtheid: 20 boringen per hectare - Geboorde diepte: 1,0 m –mv - Inmeten boorlocaties: GPS, meetlint - Boorbeschrijving: Archeologische Standaard Boorbeschrijving (ASB 5.2) - Inspectie bodemontsluitingen en/of oppervlaktekartering: In verband met de begroeiing van het plangebied was slecht op een klein deel van het plangebied (ca. 8 %) een oppervlaktekartering mogelijk (zie figuur 17). Er waren geen bodemontsluitingen aanwezig die geïnspecteerd konden worden op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. 3.2 Resultaten oppervlaktekartering Ondanks de goede vondstzichtbaarheid zijn tijdens deze beperkte oppervlaktekartering geen vondsten gedaan die van voor de achttiende/negentiende eeuw dateren. Verspreid over het plangebied zijn slechts enkele relatief moderne puin- en aardewerkresten aangetroffen.
Figuur 17: Plangebied nabij boring 1, gezien in zuidelijke richting met rechts de braakliggende strook grond langs de Bosring waar een oppervlaktekartering kon worden uitgevoerd. 3.3 Resultaten booronderzoek De ligging van de boorpunten is weergegeven op de boorpuntenkaart. De resultaten van het booronderzoek zijn opgesomd in bijlage 1. Tijdens het veldonderzoek zijn in totaal dertien karterende grondboringen verricht waarvan negen stuks verspreid over het plangebied (boringen 1-9) en vier stuks als verdichtende boringen rondom boring 1 (boringen 10-13). Het vrijgekomen bodemmateriaal is laagsgewijs gezeefd en onderzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
Ap
A/C
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 26
C
Figuur 18: Foto van boring 1. Uit de boorresultaten blijkt dat de bodem binnen het plangebied uit matig fijn dekzand bestaat met een relatief hoog siltgehalte. In dit dekzandpakket heeft zich een (vorst)vaaggrond gevormd met een 25 tot 35 cm dikke ploegvoor (Ap-horizont); zie figuur 18. Tussen de ploegvoor en het lichtgele dekzand van de C-horizont is in zeven van de negen boringen sprake van een geroerde overgangszone (A/C-horizont) die met name gekenmerkt wordt door een gevlekt uiterlijk. Deze verstoorde overgangszone is 19 cm dik met een maximum van 25 cm bij boring 2. In de boringen 8 en 9 ontbreekt deze geroerde overgangszone tussen de Apen de C-horizont. De Ap-horizont gaat hier geleidelijk over in de C-horizont. Deze natuurlijke overgangszone (AC-horizont) is 20 tot 35 cm dik. De gemiddelde verstoringsdiepte binnen het plangebied (Ap + A/C-horizont) bedraagt 43 cm met een minimum verstoringsdiepte van 20 cm bij boring 9. De AC-horizont wordt duidelijk gekenmerkt door een ten opzichte van de lichtgele Chorizont meer (licht)bruine kleur (zie figuur 18). Het betreft hier de ook door Stikoba (1972) genoemde kleur-B of zwakke moderpodzol-B. Op een diepte van circa 70 tot 80 cm –mv werden in het moedermateriaal roodbruine vlekken aangetroffen die in eerster instantie deden denken aan (fossiele) roestvlekken ontstaan door een fluctuerende grondwaterstand. Aannemelijker is echter dan het hier een banden-B horizont betreft, ontstaan door de verticale migratie van lutum- en ijzerdeeltjes uit de bovengrond. Figuur 19 toont de wand van een kelderput tijdens de bouw van een woning binnen het naastgelegen bouwplan Mariaveld. Duidelijk is op deze profielfoto onderaan de sterk ontwikkelde banden-B horizont zichtbaar. Een banden-B ontwikkeld zich met name goed in goed doorlatende siltrijke zandafzettingen. Figuur 19: Profielwand van een bouwput op het naastgelegen bouwplan Mariaveld (foto R. Mans)
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 27
Tijdens de boorwerkzaamheden is alleen in de A/C-horizont van boring 1 een archeologische indicator in de vorm van een klein fragment lichtgrijze vuursteen aangetroffen (10 mm) dat mogelijk het restprodukt van vuursteenbewerking kan zijn. Naar aanleiding hiervan zijn rondom boring 1 in kruisvorm vier verdichtingsboringen geplaatst, elk op een afstand van 2 meer van boring 1. In deze boringen zijn echter geen aanvullende indicatoren meer aangetroffen. Nadere bestudering van het vuursteenfragment doet tevens vermoeden dat dit van natuurlijke oorsprong is.
Figuur 20: Boorprofielen
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 28
Figuur 21: Zone oppervlaktekartering en boorpunten met verstoringsdiepten.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 29
4 Conclusies en aanbevelingen (selectieadvies) Het plangebied ligt op een met dekzand afgedekt dalvlakteterras, aan de voet van een langgerekte dekzandrug en is altijd als bouwland in gebruik geweest. Binnen een afstand van 100 meter ten zuidoosten van het plangebied ligt een cluster van 16 geregistreerde archeologische waarnemingen. Op basis van de landschappelijke ligging en vooral de bekende gegevens omtrent archeologische waarden in het gebied moet worden geconcludeerd dat voor het plangebied een hoge archeologische verwachting geldt voor archeologische nederzettingsresten daterend vanaf het mesolithicum tot en met de Romeinse tijd alsmede grafvelden uit het neolithicum tot en met de Romeinse tijd. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied negen karterende boringen gezet met behulp van edelmanboor met een diameter van 15 cm. Tevens is ter plaatse van een smalle strook braakliggende grond langs de noordwestelijke grens van het plangebied een oppervlaktekartering verricht. Uit het verrichte booronderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied uit sterk siltige dekzandafzettingen bestaat waarin zich een (vorst)vaagrond heeft ontwikkeld. Als gevolg van landbouwkundige bewerking is ook de bodem direct onder de huidige ploegvoor matig geroerd tot een gemiddelde diepte van 43 cm –mv. De ploegvoor zelf is 25 tot 35 cm dik. Zowel tijdens de oppervlaktekartering op een deel van het plangebied als tijdens het onderzoek van het bij het boren vrijgekomen bodemmateriaal zijn geen eenduidige archeologische indicatoren aangetroffen. De resultaten van het bureauonderzoek en in het bijzonder de in Archis geregistreerde waarnemingen pal ten zuidoosten van het plangebied, geven voldoende aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven te adviseren. Hoewel de kern van de vroegere nederzetting(en) uit de periode van het neolithicum tot en met de Romeinse tijd waarschijnlijk juist buiten het plangebied ligt, kunnen met name binnen het oostelijke deel van het plangebied nog behoudenswaardige resten en sporen voorkomen uit de randzone van de verwachte nederzetting. De aangetroffen bodemverstoring is niet van een dusdanige aard en omvang dat eventuele archeologische resten in de vorm van grondsporen volledig zullen zijn verstoord. Aangezien het plangebied beduidend lager ligt dan het aangrenzend reeds bebouwde terrein, is het aannemelijk dat ook het plangebied zal worden opgehoogd tot het gewenste peil. Een mogelijk alternatief voor behoud ex situ door middel van opgravingen van eventuele archeologische waarden, is behoud in situ waarbij de ophooglaag als beschermingslaag gaat functioneren. Dit betekent echter dat het plangebied een archeologische (dubbel)bestemming dient te krijgen en dat er gebruiksbeperkingen worden opgelegd die voorkomen dat er in de toekomst graafwerkzaamheden worden verricht tot beneden het niveau van de huidige bouwvoor. Een dergelijke vorm van archeologievriendelijk bouwen vereist het vooraf opstellen en bestuurs- of privaatrechterlijk verankeren van een eenduidig en controleerbaar nazorgplan in combinatie met een actieve periodieke controle en eventuele handhaving. Het uitvoeren van een proefsleuvenonderzoek is enkel toegestaan na goedkeuring door het bevoegd gezag van een daartoe opgesteld Programma van Eisen. Het uitvoeren van een proefsleuven onderzoek is voorbehouden aan een daartoe door de Minister aangewezen opgravingsbedrijf. In alle gevallen geldt dat indien archeologische materialen en/of sporen aangetroffen worden, deze gemeld dienen te worden bij de gemeente Roerdalen, conform Monumentenwet 1988, laatste wijziging van 1 september 2007, paragraaf 7, artikel 53 en verder.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 30
Verklarende woordenlijst: BP: Before Present (present = 1950) GPS: Global Positioning System IVO: Inventariserend VeldOnderzoek NAP: Normaal Amsterdams Peil. RCE: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed SIKB: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer Archeologische tijdschaal Periode Midden- en Laat Paleolithicum (oude steentijd) Mesolithicum (midden steentijd) Neolithicum (nieuwe steentijd) Bronstijd IJzertijd Romeinse tijd Vroege middeleeuwen Volle middeleeuwen Late middeleeuwen Nieuwe tijd
Datering 250.000 9000 4500 2000 800 12 v chr. 500 1000 1250 1500
-
9000 4500 2000 800 12 v. chr. 500 n. chr. 1000 1250 1500 heden
Bronnen Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart gemeente Roerdalen. Grote historische Provincie Atlas van Nederland; deel 4 Zuid-Nederland 1838-1857 1:50.000. Topografische dienst Wolters Noordhoff Groningen 1990 Grote historische topografische Provincie Atlas Limburg; 1894-1926 1:25.000. Nieuwland Tilburg 2006 Grote topografische atlas van Nederland 1:50.000 Deel 4 Zuid-Nederland. Topografische dienst. Wolters Noordhoff Groningen 1997 Kadastrale minuut 1830 met aanwijzende tafels, (www.watwaswaar.nl) Kadaster Topografische Dienst, Top25Raster, Top10Vector, GBKN kaarten, Emmen 2008 Luchtfoto, http://maps.google.nl Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, IKAW 2 (Indicatieve kaart Archeologische Waarden), Amersfoort. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, AMK (Archeologische monumentenkaart), Amersfoort. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, ARCHIS II (Archeologisch Informatie Systeem), http://archis2.archis.nl/ Rijkswaterstaat, Servicedesk Data, AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland), Delft.
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 31
Stichting voor Bodemkartering, Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968. Stichting voor Bodemkartering: Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000, Staring Centrum, Wageningen, 1989 Stichting voor Bodemkartering, Geologische kaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968. Tranchot en v. Muffling, Kartenaufnahme der Rheinlande 1803-1820 Twaalf provinciën 2007. Atlas van topografische kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverij twaalf provinciën. Landsmeer.
Literatuur Arts, N., A. Huijbers, K. Leenders, J. Schotten, H. Stoepker, F. Theuws en A. Verhoeven, 2007, De middeleeuwen en vroegmoderne tijd in Zuid-Nederland, NOaA hoofdstuk 22 (versie 1.0), (www.noaa.nl) Bakker, H. de en A.W. Edelman-Vlam, 1976. De Nederlandse bodem in kleur Bakker, H. de en J. Schelling, 1989. Systeem van bodemclassificatie. De hogere niveaus. Wageningen. Barends, S. et. al. (red), 2005. Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering. Matrijs Berendsen, H.J.A., 1997. Landschappelijk Nederland, Assen Berendsen, H.J.A., 1997. De vorming van het land. Inleiding in de geologie en geomorfologie, Assen Berg, G. M.W. van den, 1996. Fluvial sequences of the Maas. A 10 Ma record of neotectonics and climate change at various time scales. Wageningen Berkel, G. van & K. Samplonius, 2006. Nederlandse plaatsnamen, herkomst en historie, Utrecht. Bosch, J.H.A., 2005. Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht. TNO-rapport, NITG 05-043-A. Broek, J.M.M. van den & G.C. Maarleveld, 1963. The Late-Pleistocene terrace deposits of the Meuse. Mededelingen Geologische Stichting 16, 13-24. Cate, J. A. M. ten. A. F. van Holst, H. Kleijer en J. Stolp, 1995. Handleiding bodemgeografisch onderzoek; richtlijnen en voorschriften. Deel A: Bodem. Wageningen, DLO-Staring Centrum. Technisch Document 19A. Deeben, Jos e.a. (red.), 2005. De steentijd van Nederland. Stichting Archeologie Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 32
Gaauw, P. van der, M. de Grooth, J. Hoevenberg, L. van Hoof & H. Stoepker, 2007. Evaluatie en synthese van het in Limburg tussen 1995 en 2006 uitgevoerde onderzoek (www.limburg.nl) Houtgast, R.E., 2002. Late Quaternary activity of the Feldbiss Fault Zone, Roer Valley Rift System, the Netherlands, based on displaced fluvial terrace fragments. Tectonophysics 352 (2002) 295– 315 Hupperetz, W., B. Olde Meijerink en R. Romes (red.), 2005. Kastelen in Limburg. Burchten en landhuizen (1000-1800). Locht, B.J., 1977. Paraboolvormige rivierduinen in de omgeving van Montfort. Een geomorfologische studie. Natuurhist. Maandblad 66: 153-160
Locht, B.J.M.L., 2006. De Roerstreek. Een versneden landschap van de Maas met terassen, meanders en duinen. In: Jaarboek Heemkunde Vereniging Roerstreek 38, p. 29-42 Louwe Kooijmans, L.P., P.W van den Broeke, H. Fokkens en A. van Gijn, 2005. Nederland in de Prehistorie. Amsterdam. Mulder, E.F.J de e.a. (red.), 2003. De ondergrond van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen/Houten Renes, J., 1999. Landschappen van Maas en Peel. Leeuwarden SIKB, 2010. Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2. SIKB. Gouda. Tol, A.J., J.W.H.P. Verhagen en M. Verbruggen, 2006. Leidraad inventariserend veldonderzoek. Deel: karterend booronderzoek. Gouda (SIKB uitgave).
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 33
Bijlage 1: Boorbeschrijving Algemene kopgegevens Soort boring Projectnummer Projectnaam Deelgebied Organisatie OM-nummer coördinaatsysteem Coördinaatsysteemdatum Locatiebepaling Referentievlak Bepaling maaiveldhoogte Boormethode Boordiameter Opdrachtgever
Boor LDO nr. 1
2
3
4
Lithologie
Kleur
(cm)
GD
HK
30
Zmf
6
7
8
9
BK BS BZ BG BH 3
2
MV in m +NAP 29.16 29.35 29.42 29.46 29.60 29.69 29.49 29.85 29.95
Overige kenmerken TK
IK
VLK
BR
LG
TL
SST
AIS NVS
BHN
BI
Ap
GI DEZ
50 Zmf 80 Zmf
3
GE
3
GE
100 Zmf 25 Zmf
3
50 Zmf 70 Zmf
3
GE
3
GE
LI
C
DEZ
100 Zmf 25 Zmf
3
GE
ROBR
C
DEZ
Ap
DEZ
40 Zmf 70 Zmf
3
GE
BR
A/C
3
GE
BR
C
DEZ
100 Zmf 30 Zmf 50 Zmf
3
RO
GE
Cg
DEZ
70 Zmf 100 Zmf 5
Posities van de boringen (boorlocaties) Boornummer X_RD Y_RD 1 194724.1 349606.3 2 194714.0 349580.9 3 194703.9 349556.4 4 194738.6 349586.5 5 194728.8 349561.6 6 194718.9 349538.4 7 194760.3 349587.9 8 194749.6 349563.4 9 194738.6 349539.5
BAR 11-266 Bosring, Montfort Nvt ArcheoPro 49220 RD2000 ETRS89 GPS en meetlint NAP AHN Guts en edelman 2 cm en 15 cm MRO
35 Zmf 50 Zmf 80 Zmf
3
3
3
RO 2
2
2
3
BR
BR
BR
GE GE BR BR
2
100 Zmf 25 Zmf
3
GE
45 Zmf 75 Zmf
3
BR
3
GE
100 Zmf 30 Zmf
3
RO
50 Zmf
3
BR BR
70 Zmf 100 Zmf
3
GE
30 Zmf 65 Zmf
3 3
GE
80 Zmf 100 Zmf
3
GE
25 Zmf 45 Zmf
3
2
2
3
3
GE ROBR GE LI BR
3
GE
3
RO
XX
XX
DEZ XX
DEZ
C
DEZ
C Ap A/C
XX
DEZ DEZ DEZ
C
DEZ
C
DEZ
Ap
DEZ
A/C
XX
DEZ DEZ DEZ
GE
Ap A/C C
ROBR BR LI LGE
BR BR
DEZ
C
LI
BR
DEZ
GE
BR GE
A/C
C
BR
3
DEZ DEZ
ROBR
BR
RO 2
C Ap
A/C
LI
DEZ DEZ
GE LI
GE 2
XX
Ap
BR
GE
Versie: 05-12-2011
GE
BR
3
75 Zmf 100 Zmf
BR
A/C C
BR
3
3
BR LI
BR
3 3 3
3
BR
GE
SVU AWF
DEZ XX
DEZ DEZ
C
DEZ
Ap
DEZ
AC
DEZ
C
DEZ
C
DEZ
Ap
DEZ
AC
DEZ
C
DEZ
C
DEZ
www.ArcheoPro.nl
Archeologische onderzoek Bosring, Montfort, Gemeente Roerdalen.
ArcheoPro Rapport, 11127, Pagina 34
Betekenis van de afkortingen: LDO – Onderzijde boortraject in cm -mv Lithologie: GD – Onverharde sedimenten: G = grind, K = klei, L = leem, V = veen, Z = zand, P = puin Korrelgrootte: uf = uiterst fijn, zf = zeer fijn, mf = matig fijn, mg = matig grof, zg = zeer grof, ug = uiterst grof Bijmengsels: BK = bijmengsel klei, BS = bijmengsel silt, BZ =bijmengsel zand, BG= bijmengsel grind, BH = bijmengsel humus. Betekenis toegevoegde cijfers: 1 = zwak, 2 = matig, 3 = sterk en 4 = uiterst. Kleur: HK = hoofdkleur, BL = blauw, BR = bruin, GE = geel, GN = groen, GR = grijs, OL = olijf, OR =oranje, PA = paars, RO = rood, RZ = roze, WI = wit, ZW = zwart. TK = Tweede kleur (kleurafkortingen als boven). IK = Intensiteit kleur: LI = licht en DO = donker VLK = Vlekken (V): 2e en 3e letter is kleurafkorting als boven, 1 = weinig, 2 = matig , 3= veel Overige kenmerken: SO = Sortering: 1 = slecht, 2 = matig, 3 = goed, 4 = zeer goed CO = Consistentie (C ): ZSL-zeer slap, SLA-slap, MSL-matig slap, MST-matig stevig, STV-stevig PLH = plantenresten (PL): PL0 = geen, PL1 = spoor, PL2 = weinig, PL3 = veel) NVS = nieuwvormingen: MNC = mangaanconcreties, ROV = roestvlekken, FEC = ijzerconcreties, FFV = fosfaatvlekken TL = trends in de laag; FUA = naar boven toe fijner, TOH = aan de top humeus SST = Sedimentaire structuren; STKL = kleilagen, STLL = leemlagen, STZL = zandlagen, FLA = fijn gelaagd LG = laaggrens; BSE = basis scherp, BGE = basis geleidelijk, BDI = basis diffuus BHN = Bodemhorizont; BHA = A-horizont, BHAa = esdek, BHB = B-horizont, BHBs = B-horizont met sesquioxiden, BHC = C-horizont, BHCg = C-horizont met gleykenmerken, BHCr = gereduceerde C-horizont BI = Bodemkundige interpretaties; BOV = bouwvoor , XX = recent verstoord, XM = verveend, VEG = veengrond, OPG = opgebracht, SLO = slootvulling, PD = plaggendek, AD = antropogeen dek, MPG = moderpodzol GI = Geologische interpretaties; LSS = löss, COL = colluvium, ALL = alluvium, DEZ = dekzand, RIV = rivierafzettingen, FPG = fluvioperiglaciaal AIS = Archeologische indicatoren; BST = baksteen, SKO = steenkool, HKF = houtskool fijn verdeeld, AWF = aardewerkfragmenten, PUI = puin, SIN = sintels, ASF = asfaltbeton, MXX = metaal SVU = vuursteenfragmenten, GLS = glas, SLA = slakken/sintels, VKL = verbrande klei/leem, NTS = natuursteen
Versie: 05-12-2011
www.ArcheoPro.nl