ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE Arcadis Nederland B.V. 18 MEI 2016
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
Arcadis Nederland B.V. Postbus 4205 3006 AE Rotterdam Nederland +31 (0)88 4261 261
www.arcadis.com
Projectnummer: C00001.201602.0100 Onze referentie: 078948620 A
2
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
Contactpersonen NIKKI SPAPENS
Arcadis Nederland B.V. Postbus 4205 3006 AE Rotterdam Nederland
3
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
Inhoudsopgave 1 INLEIDING
7
2 ARCADIS VISIE EN AMBITIE 2020
8
2.1 Visie
8
2.2 Ambitie
8
3 DOELSTELLING 2016-2018
9
3.1 Referentiejaar 2010
10
3.2 Inspanningen om scope 1 emissies te verlagen
10
3.2.1 Zuinigere leaseauto‟s
10
3.2.2 Hybride & elektrische auto‟s
10
3.2.3 Kantoorlocatie(s) naar het spoor
10
3.2.4 OpenUp (Het Nieuwe Werken)
11
3.2.5 Verandering mobiliteitsbeleid
11
3.3 Doelstelling scope 1 emissies
11
3.4 Inspanningen om scope 2 emissies te verlagen
12
3.4.1 Inkoop 100% groene stroom
12
3.4.2 Kantoorlocatie(s) naar het spoor
12
3.4.3 OpenUp (Het Nieuwe Werken)
12
3.5 Doelstelling scope 2 emissies
12
3.6 Klimaatneutraal
13
3.7 Inspanningen rondom scope 3 emissies
13
3.7.1 Upstream scope 3 emissies
13
3.7.2 Downstream scope 3 emissies
13
4 ARCADIS & ENERGIE
15
4.1 Scope bepaling
15
4.2 Energieverbruiken scope 1, 2 en 3
15
4.3 Energie gebouwen
17
4.3.1 Aardgasverbruik
17
4.3.2 Elektriciteitsverbruik
17
4.3.2.1 Groene stroom
18
4.3.3 Koude en warmteverbruik
18
4.3.4 Energieverbruik in de gebouwen
19
4.4 Zakelijk verkeer
20 5
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
6
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
1 INLEIDING Het energiebeleidsplan van Arcadis Nederland B.V. (hierna ANL) maakt onderdeel uit van het Energiemanagementsysteem dat is opgesteld conform de NEN ISO 50001 norm. Eens in de drie jaar wordt een nieuw energiebeleidsplan opgesteld. Deze rapportage bevat het beleidsplan over de periode 2016-2018, afgeleid uit onze visie 2020. Doel van het energiebeleidsplan is inzicht verschaffen in: • • •
de ambitie van Arcadis Nederland op het gebied van energiereductie; de geplande maatregelen om deze doelstelling te kunnen behalen; de verdeling van de energieverbruiken naar hoeveelheid en functionaliteit.
Dit energiebeleidsplan maakt onderdeel uit van een groter geheel, het energiemanagementprogramma van Arcadis. De onderstaande figuur geeft de programma‟s en rapportages weer en de onderlinge samenhang hiervan.
Figuur 1: Programma's en rapportages Energiemanagementprogramma
Leeswijzer In hoofdstuk 2 staat de Visie & Ambitie 2020 van Arcadis Nederland B.V. Hoofdstuk 3 bevat een toelichting op het vastgestelde referentiejaar en een beschrijving van de doelstellingen en de inspanningen die worden geleverd om de doelstellingen te bereiken. In hoofdstuk vier word het energieverbruik nader toegelicht.
7
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
2 ARCADIS VISIE EN AMBITIE 2020 2.1 Visie Improving the quality of life is de visie en passie van Arcadis. Van klimaatverandering tot razendsnelle verstedelijking. Onze wereld wordt steeds complexer. De ruimte in steden moet optimaal worden benut en onontgonnen land moet bewoonbaar worden gemaakt. Juist op deze terreinen creëren wij buitengewone en duurzame oplossingen. Onze mensen werken gezamenlijk aan het creëren van meerwaarde door gebouwde en natuurlijke elementen naadloos in te passen in hun omgeving. Wij voelen de verantwoordelijkheid om onze wereld en maatschappij op een evenwichtige manier in stand te houden. Het is onze missie om voor onze klanten te zoeken naar de meest duurzame oplossingen in de natuurlijke en gebouwde omgeving. We vergroten de kwaliteit van de ruimte om te wonen, werken, reizen en ontspannen. Improving the quality of life. Arcadis onderneemt op maatschappelijk verantwoorde en duurzame wijze.
2.2 Ambitie In lijn met onze visie, Improving the quality of life, heeft de directie Arcadis Nederland de volgende ambitie vastgesteld: ‘Wij hebben een duurzame bedrijfsvoering waarin wij streven naar een optimale balans tussen het natuurlijk-, sociaal- en economisch kapitaal. Hierdoor verlagen wij onze impact op onze omgeving continu, zijn onze medewerkers vitaal en duurzaam inzetbaar en zijn wij volledig klimaatneutraal.’ Deze ambitie is vertaald in de onderstaande pijlers, waarbinnen de drie kapitalen herkenbaar zijn. In dit energiebeleidsplan geven we invulling aan de CO 2-reductieambitie van 40% ten opzichte van 2010.
Figuur 2: Ambitie Arcadis Nederland 2010-2020 8
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
3 DOELSTELLING 2016-2018 In de ambitie Arcadis Nederland 2020 wordt een CO 2-footprint reductie van 40% van de scope 1 en 2 emissies ten opzichte van het referentiejaar, 2010, genoemd. Een reductie van 40% in de periode 2010-2020 is ambitieus en komt neer op een reductie van 4% per jaar. De planning van maatregelen voor de periode 2016-2018 is gebaseerd op deze ambitie. Echter, het wel of niet behalen van deze ambitieuze ambitie is deels afhankelijk van externe factoren, bijvoorbeeld fiscale wijzigingen in bijtelling van duurzame auto‟s etc. Doordat Arcadis het laaghangend fruit aan maatregelen inmiddels heeft genomen zijn deze externe factoren van grote invloed op het wel of niet behalen van onze doelstelling. Daarom is de doelstelling zelf op 30% gezet. Dit komt neer op een reductie van 3% per jaar ten opzichte van het referentiejaar. In Figuur 3 staan zowel de Ambitie van 40% als de doelstelling van 30% lineair verdeeld over de periode 2010-2020 weergegeven. Tevens is de reeds gerealiseerde reductie opgenomen in de figuur. Over de afgelopen jaren zijn er al verschillende maatregelen genomen om het energieverbruik te reduceren. In de periode 2010-2014 is hiermee ca. 22% bespaard 1 op de scope 1 en 2 emissies van Arcadis Nederland . Daarmee lopen de behaalde resultaten van de afgelopen jaren voor op de nieuwe ambitie.
Figuur 3: Ambitie Arcadis Nederland 2010-2020
Zoals te zien in de bovenstaande figuur is voor de periode 2016-2018 volgens de 1 ambitie een besparing van 12% gepland in de scope 1 en 2 emissies . Wanneer we kijken naar de doelstelling komt dit neer op een besparing van 9% over dezelfde periode. Naast de scope 1 en 2 emissies monitort Arcadis ook een aantal scope 3 emissies. Hiervoor zijn (vooralsnog) geen procentuele reductiedoelstellingen vastgesteld. Wel wordt actie ondernomen om de scope 3 CO2-emissies van Arcadis te minimaliseren middels verschillende acties, meer hierover is te vinden in § 3.6. In dit hoofdstuk worden het referentiejaar, de doelstellingen en inspanningen om de doelstelling te behalen nader toegelicht, meer inzicht in de energieverbruiken en daaraan gerelateerde gegevens staan in hoofdstuk 4.
1
Voor een uitleg over de scope 1 en 2 emissie van Arcadis, zie paragraaf 4.1. 9
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
3.1 Referentiejaar 2010 In dit beleidsplan wordt gebruik gemaakt van een basisjaar (2014) en een referentiejaar (2010). De energieverbruiken en energiebalans van Arcadis wordt opgesteld op basis van het basisjaar. Deze data zijn meer accuraat en vergelijkbaar met de huidige situatie. De doelstellingen en ambities van Arcadis worden berekend ten opzichte van het referentiejaar (2010). De CO2-emissie van Arcadis Nederland B.V. in het referentiejaar staan in de onderstaande tabel weergegeven. Scope
Emissie referentiejaar 2010
Scope 1
5.664 ton CO2-emissie
Scope 2
2.684 ton CO2-emissie
Scope 3
1.624 ton CO2-emissie
Totaal
9.971 ton CO2-emissie
Tabel 1: Emissie referentiejaar
3.2 Inspanningen om scope 1 emissies te verlagen 3.2.1 Zuinigere leaseauto’s Arcadis heeft een stimuleringsregeling op het type leaseauto‟s dat de medewerker mag rijden. Zo zijn alleen categorie A en B auto‟s beschikbaar en krijgen medewerkers die een energiezuinigere leaseauto uitzoeken een financieel voordeel. Deze regeling zorgt ervoor dat het leasewagenpark steeds zuiniger wordt. Naar verwachting wordt tot en met 2018 ca. 0,38% CO2-emissie bespaard door het rijden van zuinigere leaseauto‟s ten opzichte van de totale CO2-emissie in het referentiejaar.
3.2.2 Hybride & elektrische auto’s Sinds eind 2015 is het voor medewerkers van Arcadis mogelijk een (semi)elektrische leaseauto te rijden. Wegens de (nog) bekende technische beperkingen, voornamelijk in reikwijdte van de elektrische auto, is deze maatregel niet voor alle medewerkers van toepassing (moet passen in je reisprofiel). Uitgaande van een toename van gemiddeld 10 elektrische auto‟s per jaar wordt tot en met 2018 ca. 2,54% bespaard met deze maatregel ten opzichte van de totale CO2emissie in het referentiejaar (kortom, in 2020 rijden er 50 (semi) elektrische leaseauto‟s rond).
3.2.3 Kantoorlocatie(s) naar het spoor Om het voor medewerkers gemakkelijker te maken met het openbaar vervoer naar kantoor te komen heeft Arcadis als beleid dat alle relevante kantoren nabij een stationslocatie gesitueerd moeten zijn. Dit is nog niet het geval voor de kantoren Rotterdam en Assen. Ook deze kantoren zullen in de toekomst naar een stationslocatie worden verplaatst. Hierdoor wordt een groter deel van de woonwerkafstand afgelegd met het openbaar vervoer, maar ook vervoer van medewerkers tussen kantoren. Daarnaast heeft Arcadis als beleid gebruik te willen maken van energiezuinige panden (groen label). Voor beide effecten geld dat de besparing over zowel scope 1 als scope 2 verdeeld is. 10
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
Voor scope 1 wordt met deze maatregel naar verwachting 0,44% CO2-emissie bespaard tot en met 2018 ten opzichte van de totale CO2-emissie in het referentiejaar.
3.2.4 OpenUp (Het Nieuwe Werken) De meeste kantoorlocaties van Arcadis zijn al ingericht volgens het OpenUp principe. Er zijn nog een aantal locaties waar „Het Nieuwe Werken‟ (verder) doorgevoerd moet worden. Ook voor deze maatregel geldt dat het effect van de maatregel zowel in scope 1 als in 2 zichtbaar is. Wat betreft de scope 1 emissie wordt met deze maatregel naar verwachting 0,46% bespaard tot en met 2018 ten opzichte van de totale CO2-emissie in het referentiejaar.
3.2.5 Verandering mobiliteitsbeleid Momenteel heeft Arcadis haar eigen Mobiliteitsbeleid. In dit beleid staan alle regels en voorwaarden met betrekking tot zakelijk en woon-werkverkeer vermeld. In de periode 2016-2018 wordt verkend of we dit huidige beleid kunnen herzien in een voor medewerker, werkgever en milieu beter beleid (bijvoorbeeld een vorm van afrekenen o.b.v. gebruik). Immers constateren we dat in de huidige regeling goed gedrag van medewerkers onvoldoende wordt beloont en slecht gedrag onvoldoende inzichtelijk wordt gemaakt. Een van de ideeën is het invoeren van een vorm van een flexibel mobiliteitsbudget waarin medewerkers zelf verantwoordelijk worden voor hun vervoer en krijgen hiervoor een vast budget per maand en/of per kilometer van Arcadis. Naar verwachting zal hierdoor in veel gevallen de “duurzame” manier van reizen ook de goedkoopste manier zijn voor de medewerker. Naar verwachting wordt tot en met 2018 met deze maatregel 3,26% CO2-emissie bespaard ten opzichte van de totale CO2-emissie in het referentiejaar.
3.3 Doelstelling scope 1 emissies Uitgaande van een lineaire effect reductie van de te nemen maatregelen wordt volgens planning in 2018 met de scope 1 maatregelen in totaal 0,301 ton CO2-eqemissie per fte bespaard ten opzichte van het referentiejaar 2010. Dit komt overeen met 665 ton CO2-eq-emissie, ca. 8,0%, van de totale CO2-emissie in 2010.
Figuur 4: Ambitie scope 1 2010-2020
11
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
3.4 Inspanningen om scope 2 emissies te verlagen 3.4.1 Inkoop 100% groene stroom De afgelopen jaren kocht Arcadis al een deel van haar elektriciteit “groen” in. Groene stroom is in dit geval stroom van windenergie met een SMK-keurmerk. In 2014 was dit ca. 42% van de totale hoeveelheid ingekochte elektriciteit. Voor 2020 is de ambitie 100% groen in te kopen (met keurmerk). Dit betekend dat tot en met 2018 in scope 2 ca. 12% CO 2-emissie wordt bespaard ten opzichte van de totale CO2-emissie in het referentiejaar.
3.4.2 Kantoorlocatie(s) naar het spoor Het verplaatsen van de kantoorlocatie(s) naar het spoor heeft ook een effect op de scope 2 emissies van Arcadis (§3.2.3). Dit effect zit voornamelijk in de energiezuinigere panden en het hebben van minder vierkante meters. Met deze maatregel wordt voor scope 2, naar verwachting, 0,19% CO 2-emissie bespaard ten opzichte van het referentiejaar.
3.4.3 OpenUp (Het Nieuwe Werken) Ook de maatregel OpenUp heeft zowel in scope 1 (§3.2.4) als in scope 2 een effect op de uitstoot. Het doorvoeren van „Het Nieuwe Werken‟ heeft tot en met 2018 een effect van 1,06% op de scope 2 emissies ten opzichte van de totale CO2-emissie in het referentiejaar.
3.5 Doelstelling scope 2 emissies Uitgaande van een lineaire effect reductie van de te nemen maatregelen wordt volgens planning in 2018 met de scope 1 maatregelen in totaal 0,604 ton CO2-eqemissie per fte bespaard ten opzichte van het referentiejaar 2010. Dit komt overeen met 1.337 ton CO2-eq-emissie, ca. 16%, van de totale CO2-emissie in 2010. F40%
Figuur 5: Ambitie scope 2 2010-2020
12
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
3.6 Klimaatneutraal Sinds 2015 opereert Arcadis Nederland B.V. 100% klimaatneutraal. Wat betekend dat, naast de inspanningen die Arcadis doet om de CO 2-emissie te verminderen, het restant van de CO2-uitstoot wordt gecompenseerd door te investeren in een gecertificeerd cookstove project van het FairClimateFund. Voor de uitstoot die onvermijdelijk is investeert Arcadis in CO2 credits voor cookstoves die gezinnen op het platteland in India gebruiken. Dit heeft een positieve impact op de leefkwaliteit van deze gezinnen. Cookstoves vervangen hout gestookte open vuren en koken schoner, veiliger en sneller. Dit project zorgt bovendien voor langdurige werkgelegenheid, want de cookstoves worden lokaal geproduceerd en onderhouden. Op deze manier krijgen de gebruikers meer kans zich te ontwikkelen.
3.7 Inspanningen rondom scope 3 emissies Naast de scope 1 en 2 doelstellingen brengt Arcadis ook een aantal scope 3 emissies in beeld. Betreft scope 3 emissies zijn onder te verdelen in Upstream en Downstream.
3.7.1 Upstream scope 3 emissies De CO2-emissie van drie scope 3 emissies worden jaarlijks gerapporteerd in de CO2-footprint. Dit zijn de emissies: • • •
brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto‟s; brandstofverbruik zakelijke vliegreizen; brandstofverbruik zakelijk verkeer OV.
Voor deze emissies zijn geen reductiedoelstellingen vastgesteld voor de periode 2016-2020. Wel is het de ambitie van Arcadis het brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto‟s en verkeer OV gezamenlijk minimaal gelijkblijvend te houden en indien mogelijk met 5% te verlagen ten opzichte van het referentiejaar. Met de oprichting van Arcadis Europa en de globalisering van het bedrijf zal het brandstofverbruik ten behoeve van vliegverkeer de komende jaren niet verminderen. Gezien de aard van het bedrijf is dit een onvermijdelijke ontwikkeling. Er zullen echter wel acties worden ondernomen deze vliegkilometers tot een minimum te beperken en op andere aspecten meer te reduceren. Wat betreft het brandstofverbruik zakelijk verkeer OV, aangezien dit een “duurzamere” manier van reizen is dan met de auto of met het vliegtuig zal een deel van het reductieprogramma gericht zijn op medewerkers, wanneer ze moeten reizen, met het OV te laten reizen. Toch is het de ambitie ook deze uitstoot te minimalieren, waarbij we geholpen worden door de OV-sector die aangeeft in 2018 al haar elektriciteit groen in te kopen.
3.7.2 Downstream scope 3 emissies De downstream scope 3 missies van Arcadis focussen zich op een drietal gebieden: • • •
Ontwerpprojecten met CO2-gunningvoordeel. Railsector. Wegensector.
Arcadis heeft de meeste invloed in de ontwerpprojecten die zijn gewonnen met CO 2gunningvoordeel. In deze projecten is namelijk zowel van de opdrachtgevers als opdrachtnemerskant commitment om in het project te werken aan duurzaamheid.
13
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
Daarnaast is op basis van de basisketenanalyse die is opgesteld voor Arcadis gekozen voor een primaire focus op de railsector en de wegensector voor de downstream scope 3 emissie-keten. Dit met als reden dat we hier omvangrijke omzetten genereren, er klanten acteren die omvangrijke doelstellingen kennen en we hier dus ook impact kunnen realiseren. Om die reden is voor zowel voor de ontwerpprojecten als de PMC Rail als de PMC Wegen een strategie ontwikkeld die tot doel heeft om CO 2-emissie te verminderen. Deze strategie is opgenomen in het document „Duurzaamheid in de Arcadis-keten – Strategie‟ (18-08-2015).
14
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
4 ARCADIS & ENERGIE 4.1 Scope bepaling De CO2-uitstoot die wordt veroorzaakt wordt conform het GHG-protocol onderverdeeld in een drietal scopes (scope 1, 2 en 3). De scopes onderscheiden zich door de mate waarin het bedrijf invloed heeft op de uitstoot. • •
•
Scope 1 betreft directe CO2-emissies waar veel invloed op is. Ter illustratie: op het moment dat de verwarming aangaat, wordt er meteen aardgas verbruikt ter plekke. Scope 2 betreft indirecte CO2-emissies waar wel invloed op is maar waar de uitstoot op een andere locatie plaatsvindt. Ter illustratie: wanneer het licht aangaat komt de stroom van de energiecentrale, waar de uiteindelijke uitstoot plaatsvindt. Scope 3 betreft indirecte CO2-emissies waar sprake is van beperkte invloed. De scope 3 emissies zijn onder te verdelen in upstream en downstream emissies. Ter illustratie: medewerkers van ANL mogen zelf kiezen op welke manier zij hun woon-werk verkeer invullen. Arcadis is wel verantwoordelijk voor de uitstoot, niet (of heel beperkt) voor de keuze die wordt gemaakt.
In de onderstaande figuur staan de scopes grafisch weergegeven.
Figuur 6: Indeling scope 1, 2 en 3 volgens GHG-Protocol
4.2 Energieverbruiken scope 1, 2 en 3 ANL rapporteert haar scope 1 en 2 emissies. Naast deze emissies wordt ook een aantal scope 3 emissies gerapporteerd. De emissies, en hun omvang, staan in de volgende tabel weergegeven (basisjaar 2014).
15
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
Energieaspect
Verbruik
2
Eenheid
[eenheid/jaar] Scope 1: Directe CO2-emissies Aardgasverbruik 135.532 Brandstofverbruik leaseauto‟s Benzine 271.426 Diesel 1.051.736 LPG 13.623 Hybride benzine 62.239 Hybride diesel 18.323 Scope 2: Indirecte CO2-emissies Elektriciteitsverbruik 3.420.764 Ingekochte koude en warmte Stookolie 0 WKO 118.162 Stadswarmte 819 Scope 3: Overige indirecte CO2-emissies Brandstofverbruik zakelijk verkeer privéauto‟s Benzine 2.369.092 Hybride 46.193 Diesel 1.718.204 LPG 153.082 Elektrisch 805 Brandstofverbruik zakelijke vliegreizen < 700 km 364.297 700 – 2.500 km 1.113.339 > 2.500 km 3.667.098 Brandstofverbruik zakelijk verkeer OV Gedeclareerde 61.121 treinkilometers NS-businesscard 4.597.747 treinkilometers Taxikilometers 705 Totaal
CO2-emissie
Percentage
[ton CO2/jaar]
[%]
Nm³
255
3%
Liter Liter Liter Liter Liter
744 3.397 25 171 59
9% 43% 0% 2% 1%
kWh
1.051
13%
Liter kWh GJ
0 62 16
0% 1% 0%
Km Km Km Km Km
531 8 366 30 0
7% 0% 5% 0% 0%
Km Km Km
108 223 539
1% 3% 7%
Km
4
0%
Km
299
4%
Km
0 7.888
0% 100%
Tabel 2: Totale energieverbruiken en CO2-emissie per energiedrager ANL 2014 3
De totale CO2-emissie in 2014 is gelijk aan 7.888 ton . Het grootste aandeel hierin is afkomstig van het brandstofverbruik zakelijk verkeer leaseauto‟s (56%). De bovengenoemde energieaspecten zijn onder te verdelen in twee hoofdactiviteiten: zakelijk verkeer en het energieverbruik van de gebouwen. Het zakelijk verkeer veroorzaakt 82% van de CO2-emissie van ANL, de overige 18% van de emissies zijn gebouw gebonden.
Figuur 7: Verdeling zakelijk verkeer vs. gebouw gebonden uitstoot
2
Omgerekend met conversiefactoren van website: http://co2emissiefactoren.nl/, 12 december 2015. Ook koudemiddelen en koelinstallaties vallen onder scope 1. Het effect van het vrijkomen van de koelmiddelen naar de atmosfeer wordt echter niet meegenomen. Het elektriciteitsverbruik ten behoeve van de installaties is wel meegenomen. 3
16
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
4.3 Energie gebouwen Zoals te zien in Figuur 7 wordt 12% van de emissies veroorzaakt door het energieverbruik ten behoeve van gebouwen. In deze paragraaf wordt het energieverbruik van de gebouwen nader toegelicht en wordt achtereenvolgens ingegaan op: het aardgasverbruik (§4.3.1), het elektriciteitsverbruik (§4.3.2), het koude en warmteverbruik (§4.3.3) en tot slot het totale energieverbruik van de gebouwen (§4.3.4).
4.3.1 Aardgasverbruik De meeste ANL kantoren worden verwarmd met behulp van aardgas. De kantoren Amersfoort, Rotterdam, Zwolle Pas de Deux II en Amsterdam Sloterdijk hebben geen aardgasaansluiting. Amersfoort wordt verwarmd met behulp van een WKO-systeem dat op elektriciteit draait. De overige kantoren maken gebruik van stadswarmte voor het verwarmen van het gebouw. In de onderstaande tabel is het aardgasverbruik van de tien grootste ANL locaties, op basis van de CO2-emissie als gevolg van het aardgasverbruik, in 2014 weergegeven. Inmiddels zitten we niet meer op de locatie Apeldoorn, in Goes zijn we naar een andere locatie verhuisd en voor Maastricht worden minder vierkante meters gehuurd.
Locatie Arnhem, Beaulieu Apeldoorn, Rietveld Assen, Zendmastweg 19 Maastricht, Colonel Hoorn Den Bosch, Mercatorplein Beilen Goes Apeldoorn, Weegschaalstraat
Vloeropp. [m²] 3.831 3.392 2.077 886 631 2.486 1.060 144 608
Aardgas [m³/jaar] 35.251 34.209 28.406 10.698 5.453 4.243 3.081 2.080 1.835
Aardgas [m³/m²] 9,2 10,1 13,7 12,1 8,6 1,7 2,9 14,4 3,0
CO2-emissie [ton/jaar] 66,4 64,4 53,5 20,2 10,3 8,0 5,8 3,9 3,5
Tabel 3: Aardgasverbruik tien grootste ANL locaties 2014
Het aardgasverbruik is sterk gerelateerd aan het klimaat. In de onderstaande figuur wordt dit inzichtelijk gemaakt.
Figuur 8: Relatie tussen graaddagen en aardgasverbruik locatie Apeldoorn 2011
.
4.3.2 Elektriciteitsverbruik 17
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
ANL gebruikt elektriciteit voornamelijk voor haar apparatuur, de verlichting van haar panden en ventilatie/ koeling. De onderstaande tabel geeft het elektriciteitsverbruik van de tien grootste panden op basis van de CO2-emissie in 2014 weer, waarbij de gebouwen die in 2015 niet meer in gebruik waren zijn weggelaten. Locatie Amersfoort, Eempolis Apeldoorn, Rietveld Arnhem, Bellevue Maastricht, Colonel Hoorn Amsterdam, Sloterdijk Zwolle, Pas de Deux II Goes Leusden
Vloeropp. [m²] 10.424 3.392 135 886 631 310 579 144 246
Elektriciteit [kWh/jaar] 1.156.892 309.808 214.997 96.647 38.644 23.401 21.010 9.127 6.160
Elektriciteit [kWh/m²] 111,0 91,3 1.593,3 109,1 61,2 75,6 36,3 63,2 25,0
CO2-emissie [ton/jaar]
608,5 163,0 113,1 50,8 20,3 12,3 11,1 4,8 3,2
Tabel 4: Elektriciteitsverbruik tien grootste ANL locaties in 2014
Opvallend is dat het bovenstaande overzicht niet alle grote locaties van Arcadis bevat. Dit heeft te maken met groene stroom. De locaties waarvoor groene stroom wordt ingekocht hebben ten aanzien van elektra geen CO2-emissie, waardoor ze niet in het bovenstaande overzicht voorkomen.
4.3.2.1 Groene stroom In totaal is in 2014 41% van de ingekochte elektriciteit met een SMK-keurmerk ingekocht. Daarnaast wordt op de locatie Amersfoort groene stroom opgewekt met zonnepanelen. Naast de inkoop en opwekking van groene stroom met SMK-keurmerk koopt ANL ook groene stroom in zonder (SMK-)keurmerk. Deze stroom wordt in de footprint opgenomen als grijze stroom omdat de herkomst niet altijd helder is. De totale inkoop van groene stroom in 2014, met en zonder SMK-keurmerk, bedraagt 51%. In de onderstaande tabel staan de locaties waar groene stroom mét een SMKkeurmerk wordt ingekocht weergegeven. De CO2-emissie van deze locaties is 0 ton.
Locatie Amersfoort, Eempolis Arnhem, Beaulieu Rotterdam Den Bosch, Mercatorplein Assen, Zendmastweg 19 Beilen Apeldoorn, Weegschaalstraat Arnhem, Rijntoren Schoonebeek Enschede
Vloeropp. [m²] 10.424 3.831 3.748 2.486 2.077 1.060 608
Elektriciteit [kWh/jaar] 21.591 522.102 351.130 286.559 179.743 12.126 18.054
324 295 148
19.252 9.315 2.916
Type groene stroom Zelf opgewekte groene stroom Ingekochte groene stroom Ingekochte groene stroom Ingekochte groene stroom Ingekochte groene stroom Ingekochte groene stroom Ingekochte groene stroom Ingekochte groene stroom Ingekochte groene stroom Ingekochte groene stroom
Tabel 5: Aardgasverbruik tien grootste ANL locaties 2014
4.3.3 Koude en warmteverbruik In 2014 wordt bij de locaties Amersfoort, Rotterdam, Zwolle Pas de Deux II en Amsterdam Sloterdijk koude en/ of warmte ingekocht. Tabel 6 geeft de ingekochte volumes op deze locaties weer.
18
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
Locatie Amersfoort, Eempolis Rotterdam Zwolle, Pas de Deux II Amsterdam, Sloterdijk
Vloeropp. [m²]
Ingek. koude [GJ/jaar]
10.424 3.748 579 310
1.082
Ingek. koude [GJ/m²]
Ingek. warmte [GJ/jaar]
0,10
Ingek. warmte [GJ/m²]
1.399 572 148 55
CO2emissie [ton/jaar]
0,13 0,15 0,26 0,17
62 11 3 1
Tabel 6: Ingekochte koude en warmte in 2014
4.3.4 Energieverbruik in de gebouwen De panden die ANL gebruikt hebben verschillende functionaliteiten. Het grootste aandeel van de vierkante meters wordt gebruikt als kantoor. Naast de kantoren is er ook kleinschalige opslag en één serverruimte. In de onderstaande tabel staat het energieverbruik van 2014 naar de aard van de locatie weergegeven.
Aard van de locatie Kantoren Opslag Serverruimte Totaal
Vloeropp. [m²] 30.143 2.723 135 33.001
Elektriciteit [kWh/jaar] 3.148.543 57.224 214.997 3.420.764
Aardgas [Nm³/jaar] 127.600 7.932
Koude [GJ/jaar] 1.082
Warmte [GJ/jaar] 2.217
135.532
1.082
2.217
Tabel 7: Energieverbruiken 2014 onderverdeeld naar de aard van de locatie
Naast de aard van de locaties heeft het energieverbruik van ANL ook verschillende functionaliteiten. In 2010 is voor de locatie Rotterdam onderzocht hoe het energieverbruik van deze locaties is onderverdeeld over de functionaliteiten. Hieruit blijkt dat bijna de helft van het totale energieverbruik voor de rekening komt van elektronisch apparatuur zoals laptops, kopieermachines liften, etc. verlichting komt met 19% op een tweede plaats. De overige 35% van het energieverbruik wordt gebruikt voor de conditionering van het binnenklimaat (verwarming, ventilatie, bevochtging, etc.).
Figuur 9: Energieverbruik Rotterdam 2010 onderverdeeld naar functionaliteit
19
ARCADIS ENERGIEBELEIDSPLAN 2016-2018 IMPROVING QUALITY OF LIFE
4.4 Zakelijk verkeer Deze paragraaf wordt ingegaan op het zakelijk verkeer dat is verdeeld over alle drie de scopes. Het zakelijk verkeer van ANL is verdeeld over alle drie scopes. ANL heeft, afhankelijk van de scope, in meer of mindere mate controle op de uitgestoten CO2-emissie. De verdeling is als volgt: • • •
Scope 1: Zakelijk verkeer leaseauto‟s (incl. woon-werk) Controle Scope 3: Zakelijk verkeer privéauto‟s (excl. woon-werk) Beperkte controle Scope 3: Zakelijk verkeer openbaarvervoer (excl. woon-werk) Beperkte controle
In de onderstaande tabel is de emissie voor het zakelijk verkeer in 2014 weergegeven: Activiteiten
Scope
CO2-emissie [ton/jaar]
Zakelijk verkeer leaseauto´s Zakelijk verkeer privéauto´s Zakelijk verkeer openbaar vervoer Totaal
Scope 1 Scope 2 Scope 3
4.308 898 303 5.509
Tabel 8: CO2-emissie gerelateerd aan zakelijk verkeer in 2014
In de onderstaande figuur staan de emissies verdeeld in percentages weergegeven. Het grootste deel van de emissie wordt veroorzaakt door de leaseauto‟s gevolgd door de uitstoot van het zakelijk verkeer privéauto‟s.
Figuur 10: Emissies zakelijk verkeer
20