ARBOBELEIDSPLAN voor Het Nuborgh College
Goedgekeurd door MR d.d.: april 2010
Inhoudsopgave 1. Uitgangspunten - Arbobeleid in essentie - Preventieve zorg - Deskundige ondersteuning 2. Organisatie - Arbocommissie - Deskundige werknemers (preventiemedewerker en arbocoördinator) - Bedrijfshulpverlening 3. Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) - Aanpak en voortgang - Voorlichting 4. Verzuimbeleid - Overleg - Cijfers 5. Speciale doelgroepen 6. Agressie, intimidatie en geweld 7. Registratie van ongevallen 8. Arbeidstijdenbeleid 9. Financiering
Bijlage: Verdeling taken en verantwoordelijkheden en ongevallen registratieformulier.
2
1
Uitgangspunten
De algemeen directeur, daartoe gemandateerd door het bevoegd gezag, van de protestants christelijke scholengemeenschap Het Nuborgh College is verantwoordelijk voor het schoolbeleid. Onder het schoolbeleid zijn er aparte uitgangspunten voor het Arbobeleid te weten: - de zorg voor veiligheid, gezondheid en het voorkomen of beheersen van psychosociale arbeidsbelasting van personeel en leerlingen; - het belang van een ongestoorde voortgang van het onderwijsproces; - het voldoen aan kwaliteitseisen voor het onderwijs; - beleidsafspraken uit overige beleidsdocumenten. De algemeen directeur en de locatiedirecteuren streven naar optimale arbeidsomstandigheden voor haar personeel en leerlingen. Het Arbobeleid is gericht op waarborging van de veiligheid en gezondheid van medewerkers en leerlingen, en op het voorkomen of beheersen van psychosociale arbeidsbelasting (seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk). De algemeen directeur en de locatiedirecteuren organiseren het werk op zo’n manier dat onaanvaardbare risico’s in principe zijn uitgesloten. Vermijdbaar verzuim en arbeidsongeschiktheid worden zo veel als mogelijk tegengegaan. Het Nuborgh College formuleert en evalueert hiertoe doelen en realistische streefcijfers. Seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie worden actief bestreden. Verder is het streven om personeelsleden zo goed en breed mogelijk in te zetten. Speciale aandacht gaat uit naar de inzet van nieuw personeel, ouderen, leerlingen en vrouwen (met name wanneer het gaat om de relatie werk/zwangerschap). 1.1 Arbobeleid in essentie Behalve op genoemde uitgangspunten rust het Arbobeleid uiteraard op de Arbowet, het Arbobesluit en andere relevante wet- en regelgeving. De doelstellingen van het Arbobeleid worden in samenhang met de schooldoelstellingen geformuleerd. Dit gebeurt in overleg met de personeelsvertegenwoordiging (PMR) en het reguliere overleg in de organisatie. Het Arbobeleidsplan bevat een omschrijving van het beleid waarmee de hoofddoelstelling wordt verwezenlijkt en van de hieruit voortvloeiende taken voor de komende vijf jaar. Indien van toepassing wordt voor elk beleidsonderdeel aangegeven: - wie verantwoordelijk is; - welke procedures worden gevolgd; - welke instrumenten worden gebruikt; - welke vorm van interne of externe ondersteuning nodig is; - hoe de kwaliteitsborging is geregeld. 1.2 Preventieve zorg De algemeen directeur en de locatiedirecteuren willen risico’s voor veiligheid, gezondheid en psychosociale arbeidsbelasting zo veel mogelijk voorkomen dan wel beheersen. Zij laten zich bij de zorg voor de veiligheid, gezondheid en het voorkomen of beheersen van psychosociale arbeidsbelasting van het personeel ondersteunen door deskundige medewerkers. 3
De taken van deze medewerkers omvatten tenminste de medewerking aan het verrichten en opstellen van een RI&E, het uitvoeren van Arbo-maatregelen en preventieve taken en het adviseren aan en overleggen met de medezeggenschapsraad. Voor de preventie en beheersing van Arbo-risico’s zijn verschillende middelen beschikbaar zoals beschreven in de Arbocatalogus VO. Een adequaat aankoopbeleid en onderhoudscontracten zijn onlosmakelijk verbonden aan risicopreventie. Bij de bouw en inrichting van schoolgebouwen verdienen de arbeidsomstandigheden extra aandacht. In de omschrijving van de opdracht voor bouw- en inrichtingswerkzaamheden houdt de algemeen directeur uitdrukkelijk rekening met de Arbo-regelgeving. Als de verantwoordelijkheid hiervoor bij de gemeente ligt, zal de algemeen directeur deze belangen inbrengen in het overleg met de verantwoordelijke functionaris. De algemeen directeur zorgt voor relevante informatie zoals inkoopspecificaties en ziet toe op de naleving van onderhoudscontracten. 1.3 Deskundige ondersteuning De algemeen directeur laat zich bij zijn verplichtingen uit de Arbo-wet bijstaan door de gecertificeerde Arbo Unie Harderwijk. De algemeen directeur heeft een contract met de Arbo Unie Harderwijk. In overleg met de personeelsvertegenwoordiging (PMR), is voor verzuimbegeleiding het contract verzuim en reïntegratieplan dienstverlening gekozen. Er is een vast contactpersoon bij de Arbo-dienst. Elk jaar evalueert de algemeen directeur in samenspraak met de staffunctionaris P&O het contract met de Arbo-dienst. Zo nodig wordt het bijgesteld. De algemeen directeur is het vaste aanspreekpunt voor de Arbo-dienst. Wat betreft de verzuimbegeleiding is de staffunctionaris P&O het aanspreekpunt voor de Arbo-dienst. De Arbo-dienst overlegt vervolgens zowel met de staffunctionaris P&O als met de algemeen directeur en de locatiedirecteuren.
4
2
Organisatie
Het organogram ziet er als volgt uit
Bestuur
Algemeen directeur
Medezeggenschapsraad Directiesecretariaat
Beleidsmedewerk. P&O /Preventiemedewerkster
Directeur bedrijfsbureau
Locatiedirecteur LF
Locatie- arbocoordinator
Locatiedirecteur OOL
Locatie-arbocoordinator
Locatiedirecteur VEL
Locatie-arbocoordinator
Voor een uitgebreid overzicht van mogelijke taken en verantwoordelijkheden verwijzen we naar de bijlage. 5
2.1 Arbocommissie Het Arbobeleidsplan wordt opgesteld door een Arbocommissie. Het Arbobeleidsplan wordt telkens voor een periode van 5 jaar vastgesteld door het Management team, nadat de PMR het concept heeft goedgekeurd. De Arbocommissie bestaat uit de volgende personen: - preventiemedewerker - locatie-arbocoördinatoren - directeur bedrijfsbureau Voor het einde van ieder schooljaar evalueert de Arbocommissie het gevoerde Arbobeleid aan de hand van dit Arbobeleidsplan. Het beleid kan worden bijgesteld als daartoe aanleiding is. 2.2 Arbocoördinator en preventiemedewerkers Op school is de algemeen directeur verantwoordelijk voor de uitvoering van het Arbobeleid. Hij zorgt voor de verdeling van Arbotaken en overlegt met het bestuur. De PMR heeft instemmingsrecht en inspraak bij de totstandkoming van het Arbobeleid. De algemeen directeur stelt een preventiemedewerker aan, die de Arbocommissie leidt. In deze werkgroep zijn de deskundige medewerkers van de scholen (locatie-arbocoordinatoren) vertegenwoordigd. De locatie-arbocoördinators zorgen voor de uitvoering van de arbotaken op de scholen. 2.3 Bedrijfshulpverlening De schoolleiding is verantwoordelijk voor de inrichting van de bedrijfshulpverlening (BHV). De locatiearbocoördinator regelt de uitvoering ervan. De arbodienst of een andere deskundige verzorgt de noodzakelijke opleiding voor BHV-ers, die met scholingsgelden wordt bekostigd. Minstens eenmaal per jaar wordt met medewerking van de brandweer het ontruimingsplan geoefend. 3 Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) De RI&E wordt door de deskundige medewerkers (locatie-arbocoördinator ) uitgevoerd onder leiding van de preventiemedewerker. De locatiedirecteur is eindverantwoordelijk voor de RI&E van zijn locatie. Resultaten worden aan de PMR voorgelegd. De locatie- arbocoördinator bepaalt jaarlijks of gewijzigde omstandigheden een (gedeeltelijke) herhaling van de RI&E vereisen. In ieder geval wordt jaarlijks een veiligheidscontrole uitgevoerd aan de hand van controlelijsten uit de Arboscan-VO (zie opmerking). Opmerking: Voor uitvoering van een RI&E op Het Nuborgh College wordt gebruik gemaakt van de Arboscan-VO, het digitale RI&E-instrument voor het voortgezet onderwijs: (zie www.arboscan-vo.nl). 3.1 Aanpak en voortgang Conform de Arbowet 2007 stelt Het Nuborgh College op grond van de resultaten van de RI&E een plan van aanpak op. Hierin staat welke risico’s met welke prioriteit aangepakt worden, welke werkzaamheden hiermee gepaard gaan, wie daarvoor verantwoordelijk is en welk budget in termen van tijd en geld daarmee gemoeid is. Ook is terug te lezen welke activiteiten al zijn uitgevoerd. Het plan van aanpak wordt aan de PMR voorgelegd. 6
Aan het eind van het schooljaar wordt het plan van aanpak geëvalueerd en aangepast voor het volgende jaar. Dit gebeurt aan de hand van een door de preventiemedewerker in samenspraak met de locatie-arbocoördinator te vervaardigen voortgangsverslag (een overzicht van al dan niet gerealiseerde maatregelen) 1 . De bevindingen worden op bestuursniveau gebundeld en besproken met de PMR. 3.2 Voorlichting Op grond van de uitkomsten van de RI&E, teamvergaderingen en individuele gesprekken met teamleden wordt bepaald over welke risico’s het personeel voorlichting moet krijgen. In ieder geval wordt aandacht besteed aan: - de veiligheids- en werkinstructies voor leerkrachten en leerlingen; - werkgebonden risico’s, zoals agressie, geweld en stress; - het verzuimbeleid en bijbehorende protocollen; - de ontwikkeling van het ziekteverzuim op school; - de introductie van nieuwe medewerkers, stagiair(e)s en leerlingen.
1
Het informeren van de medezeggenschap over de voortgang van het plan van aanpak is niet langer in de Arbowet geregeld. Op grond van de WMS (art. 8) heeft een PMR recht op informatie. 7
4
Verzuimbeleid
De algemeen directeur heeft een verzuimbeleid ontwikkeld, inclusief verzuimprotocollen, en ter instemming voorgelegd aan de personeelsvertegenwoordiging. Het verzuimbeleid wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Het verzuimbeleid inclusief de verzuimprotocollen voldoen aan de bepalingen van de Wet Verbetering Poortwachter (WVP). De algemeen directeur en de locatiedirecteuren zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het verzuimbeleid en wordt hierin ondersteund door de Arbo-dienst. 4.1 SMT Elke 8 werkweken komt het sociaal-medisch team (SMT) bij elkaar voor overleg. Het team bestaat uit de algemeen directeur, de bedrijfsarts, de staffunctionaris P&O en de betreffende locatiedirecteur / direct leidinggevende. In het overleg worden ontwikkelingen geagendeerd die van invloed kunnen zijn op het verzuimbeleid. Naast het beleidsmatig deel wordt verzuimcasuïstiek geagendeerd. 4.2 Cijfers De verzuimkengetallen die personeelszaken verzamelt, worden regelmatig aan de schoolleiding bekend gemaakt door middel van een managementsrapportage. Hetzelfde geldt voor de ziekteverzuimgegevens die externe partijen beschikbaar stellen. 5
Speciale doelgroepen
Nieuwe medewerkers en senioren zijn onderwerp van specifiek op deze groepen gericht beleid, zoals verwoord in het personeelsbeleidsplan van de instelling. De schoolleiding is verantwoordelijk voor de implementatie. Aandacht voor oudere (55+) medewerkers, stagiair(e)s en beginnende leerkrachten komt in de begeleiding, POP-gesprekken en beoordelingen nadrukkelijk naar voren. 6
Agressie, intimidatie en geweld
Het Nuborgh College hanteert een beleid dat alle vormen van (seksuele) intimidatie, agressie, geweld, pesten en racistisch gedrag jegens personeel en leerlingen tegengaat. Een klachtenprocedure, een gedragscode en de aanstelling van vertrouwenspersonen maken hiervan onderdeel uit. Voor het Nuborgh College zijn er twee externe vertrouwenspersonen aangesteld. Daarnaast heeft elke locatie twee interne vertrouwenspersonen bij wie leerlingen hun verhaal kwijt kunnen. Elke locatie gebruikt de door het bestuur vastgestelde gedragscode voor de omgang met leerlingen in bijzondere situaties. 7 Registratie van arbeidsongevallen “De werkgever meldt arbeidsongevallen die leiden tot de dood, een blijvend letsel of een ziekenhuisopname direct aan de daartoe aangewezen toezichthouder [Arbeidsinspectie] en rapporteert hierover desgevraagd zo spoedig mogelijk schriftelijk aan deze toezichthouder.” (Artikel 9, lid 1). Deze ongevallen worden direct schriftelijk aan de Arbeidsinspectie gemeld. 8
Op bestuurlijk niveau wordt een registratie bijgehouden van arbeidsongevallen die bij de Arbeidsinspectie gemeld zijn. Ook arbeidsongevallen die geleid hebben tot een verzuim van meer dan drie werkdagen worden in deze registratie opgenomen. Bij een arbeidsongeval, zoals hiervoor omschreven, vult de locatie- arbocoördinator of een daarvoor aangewezen persoon een ongevallenmeldingsformulier in en levert deze in bij de preventiemedewerker (zie bijlage 2). Het formulier moet binnen 24 uur na het ongeval ingevuld worden. In het register van arbeidsongevallen die aan de Arbeidsinspectie gemeld moeten worden, wordt in ieder geval de datum en aard van arbeidsongeval opgenomen. Uit de geregistreerde informatie blijkt of er gevaarlijke situaties zijn of kunnen ontstaan. Elk kwartaal bespreekt de preventiemedewerker het register met de schoolleiding. 8
Arbeidstijdenbeleid
De schoolleiding voert een arbeidstijdenbeleid voor personeel in overeenstemming met de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. Met de persoonlijke omstandigheden wordt – waar redelijkerwijs mogelijk - rekening gehouden. De gegevens worden op school opgeslagen en zijn beschikbaar voor de Arbeidsinspectie. De locatiedirecteur is verantwoordelijk voor het beheer van de gegevens. 9
Financiering
Het jaarlijkse plan van aanpak wordt verwerkt in de eerstvolgende begroting. Indien de vermelde items de draagkracht van de begroting te boven gaan, vindt er uitsmering over verschillende jaren plaats. Voor het oplossen van acute knelpunten overlegt de locatiedirecteur vooraf met de algemeen directeur.
9
Bijlage 1: Verdeling taken en verantwoordelijkheden Uitvoering van het Arbobeleid vraagt om benoeming en verdeling van taken en verantwoordelijkheden. NB. Arbocoördinator, preventiemedewerker en bedrijfshulpverlener zijn rollen die medewerkers kunnen vervullen. Het zijn dus niet per definitie volledige functies. De rol van Arbocoördinator en preventiemedewerker kunnen in hoge mate samen vallen afhankelijk van de omvang van de instelling en de wijze waarop de interne deskundige medewerkers georganiseerd zijn. Arbocommissie - arbobeleidsplan vaststellen; - arbobudget vaststellen; - taken en bevoegdheden delegeren, eventueel arbocoördinator aanstellen; - taakomschrijving arbocoördinator en bedrijfshulpverlener maken; - middelen toekennen; - overleg voeren met personeelsvertegenwoordiging; - contract sluiten met de arbodienst of andere gecertificeerde arbodeskundigen; - scholing en training organiseren; - informeren en adviseren over arbozaken; - organiseren van de BHV. Locatiedirecteur - RI&E organiseren; - plan van aanpak vaststellen; - arbotaken verdelen; - arbocoördinator(en), bedrijfshulpverleners en contactpersonen aanwijzen; - taakomschrijving arbowerkgroep maken en arbowerkgroep aanstellen; - overleggen met personeel; - contact onderhouden met Arbo-dienst of andere gecertificeerde Arbo-deskundigen; - overleg met en informatieverstrekking aan bestuur en vertrouwenspersoon; - verzuimbegeleiding. Personeelsgeleding PMR - overleg/advies/instemming t.a.v.: . contract arbodienst . verzuimbeleid . personeelsbeleid . RI&E . plan van aanpak en voortgangsverslag. Preventiemedewerker - arbowerkgroep leiden en stimuleren; - overleggen met en adviseren aan schoolleiding, MR en vertrouwenspersonen; - risico's signaleren; - plan van aanpak uitvoeren; - RI&E begeleiden; - BHV/EHBO coördineren.
10
Locatie-arbocoördinator - RI&E verrichten en opstellen; - bedrijfshulpverlening invullen; - personeel van informatie voorzien; - risico’s signaleren en bespreken in arbo-overleg; - uitvoeren van arbomaatregelen. Team- en werkoverleg - opinievorming; - arboknelpunten bespreken; - draagvlak creëren voor maatregelen. Interne en externe vertrouwenspersoon - aanspreekpunt voor medewerkers en leerlingen; - informatievoorziening; - klachtenprocedure begeleiden.
Bij de uitvoering van het arbobeleid zijn de volgende externe instanties betrokken: Arbodienst - begeleiden van verzuim en re-integratie; - toetsen RI&E (bij meer dan 25 werknemers); - uitvoeren van arbeidsgezondheidskundig onderzoek (door een gecertificeerde bedrijfsarts); - werkplekonderzoek; - voorlichting en deskundigheidsbevordering Arbeidsinspectie - controle arbeidsomstandigheden; - controle uitvoering van Arbowetverplichtingen waaronder: . de registratie van arbeids- en rusttijden; . de uitvoering van de RI&E en het Plan van aanpak.
Bijlage 2 Ongevallen registratie Zie Excelbestand.
11