Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Usselmeergebied voorheen Directie Flevoland
Jaarverslag 1994 Arbeidsomstandighedenwet
ARBO Veiligheid Gezondheid en Welzijn
Rijkswaterstaat directie Ussetmeergebiecl bibttotheek postbus 600 820WrmtiM^O
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Usselmeergebied voorheen Directie Flevoland
Jaarverslag 1994 Arbeidsomstandighedenwet Directie Flevoland
ARBO Veiligheid Gezondheid en Welzijn Postbus 600 S200AP Lelystad Smedlnghuls Zulderwajcenplein 2
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Memo
Of
- T te Q l "
Directoiaat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Usselmeergebied
BIBLIOTHEEK Aan
Kamer 470 Smedinghuis
De hoofden van hoofd-/stafafdelingen Dienstkring- en afdelingshoofden Dienstcommissie Arbo-contactpersonen Bedrijfsmaatschappelijk werk
Contactpersoon
Doorkiesnummei
F.W. M e s s e m a k e r , A r b o - f u n c t i o n a r i s
7611
Datum
Bijlagelnl
20 november 1995
1
Onderwerp
Arbo-jaarverslag 1994
Geachte mevrouw/mijnheer, Bijgaand doe ik u het jaarverslag 1994 van de directie Flevoland (per januari 1995 directie Usselmeergebied) toekomen. Dit jaarverslag is in het Directieteam van 19 juni 1994 goedgekeurd. Besluitvorming in de Dienstcommissie heeft, door diverse omstandigheden, pas oktober j.l. plaatsgevonden. Derhalve kan ik nu pas het definitieve jaarverslag over 1994 toezenden. Ik verzoek u bovengenoemd jaarverslag in de stafvergaderingen en het werkoverleg onder de aandacht te brengen.
Directie Usselmeergebied
Telefoon 0320-299111
Postadres postbus 600. 8200 AP Lelystad
Telefax 0320-234300
Bezoekadres Zuiderwagenplein 2 (gebouw "Smedinghuis")
Telex 40115 dfl nl
Bsnkrelitio: RABO-benk Lelystad rekening 33.76.88.898 of poslroken.no 869847
ARBO veiligheid gezondheid en welzijn
Inhoudsopgave
1
Inleiding 5
2
Algemeen 7
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Activiteiten Arbo-werkgroep 7 7 Algemene Arbo-aspecten 77 Specifieke Veiligheidsaspecten 19 Bedrijfsinterne milieuzorg (BIM) 24 Opleidingsplan 27 Studiedagen 28
4 4.1 4.2
Rijks bedrijfsgezondheids- en bedrijfsveiligheidsdienst (RBB) en bedrijfsmaatschappelijk werk 29 Jaarverslag RBB 30 Jaarverslag BMW 38
5
Personele aangelegenheden 47
6
Samenwerking met de dienstcommissie 47
7
Nawoord 49
Bijlagen 51
1
Inleiding
Het vierde Arbo-jaarverslag directie Flevoland 1994 is mede tot stand gekomen door inbreng van de hoofd/stafafdelingen, DienstCommissie (DC), RijksBedrijfsgezondheids- en Bedrijfsveiligheidsdienst (RBB), BedrijfsMaatschappelijk Werk (BMW) en BedrijfsHulpVerlening (BHV). De inbreng van de hoofd/stafafdelingen is integraal in het verslag opgenomen. Doel van dit verslag is een weergave te geven van de stand van zaken van de Arbo-activiteiten die binnen de directie Flevoland plaatsvinden of worden ontwikkeld. Tevens legt de HID hiermee verantwoording af aan de medewerkers en Arbeidsinspectie (per 1 april 1994 Dienst voor Inspectie en Informatie (DID van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) van het gevoerde beleid inzake de arbeidsomstandigheden. Het Arbo-jaar 1994 is een enerverend jaar in verband met de gestarte renovatie van het Hoofdgebouw 'Smedinghuis' per 1 maart 1994. Hierdoor zijn er veel verhuisbewegingen zowel naar wisselruimten als naar de nieuw ingerichte werkplek. Dit loopt nog door tot einde 1995 en geeft het personeel veel last en ongemak. De definitieve instelling van de stafafdeling Interne Dienst heeft in 1994 plaatsgevonden. Hierbij hebben de Arbo-aangelegenheden en Bedrijfshulpverlening een duidelijke plaats gekregen in de organisatie. Deze zijn ondergebracht binnen de formatie van de nieuwe stafafdeling Interne Dienst onder de afdeling Bedrijfsbureau staf. De 'Coordinator Veiligheid en Crisisbeheersing' (voorheen Arbo-coordinator) blijft wel rechtstreeks verant woording verschuldigd c.q. dient te rapporteren aan de HID. In het verslagjaar zijn de vacatures van zowel de ambtelijke als niet-ambtelijke veiligheidsfunctionaris nog niet opgevuld. Tijdelijk zijn een tweetal waarnemend veiligheidsfunctionarissen belast met deze taken. Tevens is in het verslagjaar aandacht besteed aan beheersing van het ziekteverzuim. Een studie is verricht naar het beeldschermbesluit en werkplekonderzoeken. In 1995 worden hiervoor procedures opgesteld. Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft met de RBB een convenant afgesloten waarin diensten (zoals risico-inventarisatie) zijn opgenomen die via een centraal budget worden betaald. De regionale directies kunnen daarnaast een aanvullend contract uit eigen budget afsluiten voor overige diensten die niet in het convenant zijn opgenomen. Tussen de RBB en DFL is een convenant afgesloten, een zgn. 'verzuimcontract' tot 1 januari 1996 met de nadruk op gezondheids- en verzekeringsgeneeskundige zorg. Daarna zal het verzuimcontract worden verbreed tot een Arbo-contract dat afgesloten zal gaan worden met een gecertificeerde Arbo-dienst welke de directie kan ondersteunen voor de invulling van de verplichte risico-inventarisatie. De verplichte risico-inventarisatie op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn dient uiterlijk 1 januari 1996 te zijn uitgevoerd. Voor de directie Flevoland zal naar alle waarschijnlijkheid de RBB de Arbo-dienst worden. De Arbo-dienst is, om aan de certificering te kunnen voldoen, verplicht vier disciplines in huis te hebben t.w.:
" * ' *
een arts gespecialiseerd in arbeids- en bedrijfsgeneeskunde; een arbeidshygienist; een veiligheidskundige; een arbeids- en organisatiedeskundige.
Het voeren van functioneringsgesprekken en werkoverleg hebben eveneens een plek gevonden in de organisatie. Genoemde punten komen verderop in het verslag uitgebreider aan de orde. Ook kan nog worden vermeld dat de in het verslagjaar ingevoerde 'Nieuwsbrief (ter vervanging van aanschrijvingen/circulaires) regelmatig aandacht besteed aan arbeidsomstandigheden binnen de directie Flevoland. Per 1 januari 1995 krijgt de directie Flevoland een nieuwe naam. Op voordracht van de D.C.-RWS heeft de minister de nieuwe naam officieel vastgesteld die luidt 'Rijkswaterstaat Directie Usselmeergebied (RDIJ)'. Reden van deze naamsverandering is dat de naam 'directie Flevoland' de lading niet meer dekt van het beheersgebied van de directie die zich uitstrekt van Amsterdam tot en met de Afsluitdijk en met zes provincies heeft te maken.
2
Algemeen
Arbo-wet Met ingang van 1 januari 1994 is de laatste fase van de vemieuwde Arbo-wet in werking getreden. Vanaf die datum is de hele Arbo-wet daadwerkelijk van kracht zowel voor het bedrijfsleven als voor de overheid. De verplichtingen van deze laatste fase komen voort uit de kaderrichtlijn van de EG 'Veiligheid, gezondheid en welzijn' op het werk. Goede arbeidsomstandigheden zijn een gemeenschappelijk belang van organisatie en medewerkers. Veiligheid, gezondheid en welzijn op de werkplek kan ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en demotivatie voorkomen. Werkgever en werknemer zijn samen verantwoordelijk voor goede arbeidsomstandigheden. Het verbeteren en optimaliseren van veiligheid, gezondheid en welzijn kan geen eenmalige of tijdelijke inspanning zijn. Vorenstaande is de visie op arbeidsomstandigheden opgesteld door de RWS-directieraad welke door de directies als Arbo-beleid in praktijk worden gebracht. Uitgangspunt voor de RWS-directieraad is dat een goede Arbo-zorg het belang dient van medewerker en organisatie. Deze visie op arbeidsomstandigheden past in de lijn die is uitgezet met Koers RWS 200+ en met strategisch personeelsmanagement. Arbo-beleid wordt beschouwd als een normale bedrijfsactiviteit en de kosten moeten daarom in de normale plancyclus worden opgenomen.
Arbo-zorg betekent dat bij alles wat de dienst doet, of het nu gaat om de aanschaf van machines, het neerzetten van gebouwen, het ontwerpen van dijken en waterwegen, het samenstellen van de takenpakketten van mensen, en zelfs het afsluiten van contracten, de vraag wordt gesteld 'wat betekent dit voor de arbeidsomstandigheden!' voor de medewerkers en op basis van deze vraag komt tot een goede afweging tot een keuze in het beleid. Gelijksoortige vragen kunnen gesteld worden over de organisatie van het werk. Leidt het wel tot complete takenpakketten zodat medewerkers zich prettig voelen. Houden de mensen overzicht over het werkproces. Zit het logisch in elkaar. Daarnaast blijft de noodzaak van een aantal verbeteringen, waarbij zijn genoemd: de risico-inventarisatie als basis voor het Arbo-jaarplan, gespecificeerde ramingen voor Arbo-kosten en de meld- en registratieprocedure voor ongevallen, gevaren en klachten. De RWS-directieraad vindt Arbo-zorg een vanzelfsprekend onderdeel van het totale beleid. Een goede werkgever biedt zijn medewerkers behalve goede arbeidsvoorwaarden ook optimale arbeidsomstandigheden. Van de HID wordt dan ook het navolgende verwacht - visie; - naleving van de Arbo-wet; - verantwoording over het beleid. De HID en het directieteam hebben de intentie uitgesproken dat zij goede arbeidsomstandigheden nastreven voorzover dit uiteraard wordt mogelijk gemaakt binnen het contract met de D.G. van de Waterstaat. Als een must worden daarbij die Arbo-maatregelen beschouwd die ertoe leiden dat onaanvaardbare risico's worden uitgesloten dan wel geminimaliseerd. Daar de Arbo-wet in de vorm van regels, voorwaarden en bepalingen goede arbeidsomstandigheden afdwingt, is het minstens zo belangrijk dat medewerkers bewuster nadenken over hun werk en de werksituatie en mogelijk met voorstellen komen om een en ander nog veiliger, gezonder en plezieriger (welzijn) te maken. Binnen de directie Flevoland is het Arbo-beleid niet blijven steken in een beleidsnota vol van goede voornemens, maar er zijn daadwerkelijk plannen uitgevoerd. Arbeidsomstandighedenbeleid is nooit klaar. Het is een permanent proces. Veiligheid, gezondheid en welzijn zijn door bijvoorbeeld veranderingen in taken, technologie en door omgevingsfactoren permanent aan verandering onderhevig. De vorderingen die in het verslagjaar zijn gemaakt kwamen mede door inzet van medewerker en organisatie tot stand. In het navolgende hoofdstuk wordt aangegeven wie bij de directie Flevoland bij de uitvoering van de Arbo-wet betrokken is en een schematische weergave van de taken en verantwoordelijkheden van het Arbo-beleid.
Wie is bij de uitvoering van de Arbo-wet betrokken Algemeen beleid Aan de top van de organisatie stelt de HID, samen met het directieteam het algemeen beleid vast. Dit krijgt vorm door het vaststellen van het Arbo-beleids-/jaarplan, Arbo-jaarverslag en andere beleidsstukken die op Arbo-betrekking hebben.
Overlegpartner namens de werknemers is de dienstcommissie. Deze wordt door de dienstleiding geinformeerd over het beleid en heeft instemmingsrecht bij het Arbo-jaarplan. Binnen DFI is de Arbo-functionaris functioned bij de HID ondergebracht. Dit houdt in: controle op. rapportage over en ondersteuning bij de beleidsuitvoering en bijdragen in de beleidsvoorbereiding. In de organisatie zelf Voor de uitvoering van het beleid zijn de hoofdafdelingshoofden en hoofden van stafafdelingen verantwoordelijk. Zij delegeren deze taak veelal verder aan de chefs van de verschillende onderafdelingen/dienstkringen. In veel diensteenheden zijn daarnaast Arbo-contadpersonen aangewezen welke contact tussen lijnmanagement en Arbo-werkgroep onderhouden. Zij signaleren de omstandigheden op de werkvloer en doen daarvan verslag. Soms zijn ze ook aanspreekpunt voor klachten van werknemers. De verantwoordelijkheid voor het beleid blijft echter liggen bij het lijnmanagement. Centraal georganiseerde taken De organisatie van ARBO en BHV vindt plaats bij de stafafdeling Interne Dienst (ID). De Arbo-functionaris is hierarchisch binnen deze organisatie geplaatst maar functioneel rechtstreeks verantwoording schuldig aan de HID. In dit kader worden BHV-, EHBO-, SOLAS- en andere cursussen georganiseerd. Ook geeft de afdeling adviezen op het gebied van de bedrijfsveiligheid. Een ander centraal functionerend punt is de vertrouwenspersoon seksuele intimidaties waar klachten vertrouwelijk worden behandeld. Instanties buiten RWS De bedrijfsgezondheidsdienst (RBB) wordt ingeschakeld bij de begeleiding van zieke medewerkers. Verricht geneeskundig onderzoek. Preventie is een belangrijke taak en de dienst doet onder meer werkplekonderzoeken om vervolgens adviezen te geven over arbeidsomstandigheden. Het bedrijfsmaatschappelijk werk doet ook aan Arbo. Als problemen van mensen op de werkplek te maken hebben met minder goede arbeidsomstandigheden wordt hierover overlegd met de betreffende leidinggevenden. In het sociaal team vindt overleg plaats tussen bedrijfsarts, bedrijfsmaatschappelijk werker, afdeling P&O alsmede Arbo-functionaris tb.v. Arbo-zaken en betrokken lijnchef(s). Tot slot is er nog een instantie die moet toezien op naleving van de Arbowet. De Dienst voor Inspectie en Informatie (voorheen Arbeidsinspectie) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid controleert op de aanwezigheid van een Arbo-beleid en geeft adviezen aan de hand van praktische vragen.
Taken en verantwoordelijkheden ARBO-Beleid te nemen aktie door:
10
Aktiviteiten
lijn/stafafdeling
formuleren Arbo-beleid (jaarplan)
jaarplan voor afdeling of dienstkring samenstellen
HID/DT
vaststellen te voeren Arbo-beleid
jaarplan voor afdeling of dienstkring inbrengen in staf -werkoverleg
evalueren Arbo-beleid (jaarverslag)
jaarverslag voor afdeling of dienstkring samenstellen
vaststellen gevoerd Arbo-beleid (jaarverslag)
eigen jaarverslag bespreken In staf- en werkoverleg
signaleren knelpunten
risico-inventarisatie middels inspectie plus pakket door Ar bo-contactperson en
uitvoeren maatregelen
o.b.v. jaarplan en inspecties
mogelijk maken van grotere investeringen
controle op uitvoering van Arbo-beleid
controlerondes, dagelijkse leiding is verantwoordelijk
via jaarverslag en aan de hand van voortgangsrapport opgestelde jaarplannen, ages observaties. gesprekken
Arbo-functionaris
dienstcommissie
concept integraal jaarplan op basis van afd.jaarplannen samenstellen op basis van integraal jaarplan
risico-inventarisatie
ter instemming
concept integraal jaarverslag op basis afd. jaarverslagen samenstellen ter instemming
op basis van integraal jaarverslag advisering en stimulering van Inspecties
eventueel op eigen initiabef
via jaarverslag. eventueel eigen
inittatlef
3 Activiteiten Arbo-werkgroep
Op het gebied van de arbeidsomstandigheden ontwikkelden de Arbo-werkgroep en waarnemende veiligheidsfunctionarissen verschillende initiatieven en werd aandacht geschonken aan de onderstaande activiteiten m.b.t. door Arbo-contactpersonen van de hoofd-/stafafdelingen en medewerkers gesignaleerde knelpunten. Tenslotte wordt, gedurende het gehele jaar door, de Arbo-functionaris door de afdelingen als intern deskundige ingeschakeld, om een constante vinger aan de pols houden om goede arbeidsomstandigheden tijdens de dagelijkse werkzaamheden te kunnen blijven waarborgen.
3.1
Algemene Arbo-aspecten
a Bedrijfshulpverlening De organisatie van de bedrijfshulpverlening is niet vrijblijvend, in de zin dat op een willekeurige wijze maatregelen mogen worden genomen om eventuele gevaren als gevolg van een calamiteit voor de in het gebouw aanwezige personen het hoofd te bieden. De Arbeidsomstandighedenwet en het bijbehorende uitvoeringsbesluit Besluit bedrijfshulpverlening Arbeidsomstandighedenwet stellen eisen aan de organisatie en uitvoering van de bedrijfshulpverlening. Bezetting BHV-organisatie In afwachting van de risico-inventarisatie heeft de directie Flevoland het aantal BHV-ers overeenkomstig het Besluit Bedrijfszelfbescherming (BZB) voorlopig als norm gehanteerd.
-HBHV - pIv.HBHV - BHV -EHBO - Brandweer
Totaal
Hoofdbedrijfshulpverlening Plaatsvervangend hoofdbedrijfshulpverlening : Bedrijfshulpverlen : Eerste Hulp Bij Ongelukken
:
1993 1 1
1994 1 1
10 10 5
10 10
27
27
1
11
Aantal BHV-leden per hoofd- en stafafdeling
Afd.
Aantal
1993
AN
77
CX
35
DX Ll
1994
%
10%
Aanvulling
4
3
2,6
8
6
4
4
11-4
4
0
7
0
0
0.0
1
1
119
2
2
1.7
12
10
P&O
20
1
1
5.0
2
1
RS/RF
14
2
2
14,3
1
1
ID
80
10
7
10.0
8
0
SO
54
1
1
3,7
5
3
WV
86
5
6
7,0
9
3
1
0,0
27
5,5
50
25
Arbo Totaal
492
27
Verklaring symbolen: •
" " * ••*•
Gehuisvest in het Smedinghuis e.e.a. volgens telefoonlijst december 1994 van directie Flevoland, (excl. geprivatiseerde afdelingen, welke in het Smedinghuis zijn gehuisvest). Percentage BHV-ers die een afdeling aan de BHV levert. Gewenste formatie is 10% van de in het gebouw Smedinghuis aanwezige medewerkers/sters. Gewenste benodigde aanvulling per hoofdafdeling.
Door de minimale bezetting zijn we nog steeds gedwongen om de bestaande BHV-leden breder inzetbaar te maken. Dit kan door hen de mogelijkheid te bieden meerdere opleidingen te gaan volgen. Toch moeten we oppassen met de dubbel-functies. Tijdens verlofdagen of werkzaamheden van BHVmedewerkers buiten het gebouw worden er meerdere disciplines gemist Ten aanzien van de BHV is in het verslagjaar aan onderstaande punten aandacht besteed: Om de benodigde kennis van de BHV-ers op peil te houden werden er in 1994 herhalingsdagen in het oefencentrum Deldenerbroek gehouden. Deze herhalingsdagen waarbij eerste hulp bij ongelukken en bedrijfshulpverlening centraal staan werden in samenwerking met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (Landinrichtingsdienst, Utrecht) Rijkswaterstaat (Bouwdienst, Utrecht) georganiseerd. De instructies werden verzorgd door erkende instructeurs van de Nederlandse Vereniging Bedrijfshulpverlening. Op dit oefencentrum is bijna elk ongeval of calamiteit in scene te zetten, van kleine individuele- tot grootschalige ongevallen of calamiteiten, met inzet van complete hulpverleningseenheden. Hierdoor konden realistische situaties in de praktijk beoefend worden. De persluchtmaskerdragers van de BHV-organisatie ondergingen in 1994 vuur- en vaardigheidstrainingen in Fort Rijsenhout Om de kennis van de BHV-ers op peil te houden werden tevens de benodigde BHV-, EHBO- en reanimatie herhalingslessen in 1994 gegeven.
12
De BHV-organisatie verleende ook de benodigde hand- en spandiensten, o.a. bij de sportdag, personeelscontactdag georganiseerd door de PV van de directie Flevoland. Het BHV-organisatieplan van de directie Flevoland wordt n.a.v. de renovatiewerkzaamheden en herindeling van de kamers in het Smedinghuis geactualiseerd. Ontruimingssignaal Smedinghuls/ontruimingsoefening Tijdens de renovatie van het gebouw Smedinghuis zijn bij alarm 2 ontruimingssignalen hoorbaar. Deze ontruimingssignalen bestaan uit een langgerekte toon van 1 minuut of een Slow-Whoop signaal. Na voltooiing van de renovatie zal het ontruimingssignaal alleen bestaan uit een SlowWhoop signaal. Alle andere signalen zijn alleen bedoeld voor de BHV-ers. Op 24 juni 1994 heeft een ontruimingsoefening in het gebouw Smedinghuis plaatsgevonden. Doel van deze oefening is dat in het gebouw zich calamiteiten voor kunnen doen waarbij het noodzakelijk is dat alle personeelsleden met hun eventuele bezoekers het gebouw direct dienen te verlaten. Dit kan onder andere gebeuren bij brand, ontploffing, bommelding etc. De leiding van de ontruiming berust bij de Bedrijfshulpverlening. Deze kan op een snelle doeltreffende en juiste wijze procedures uitvoeren en de beschikbare middelen op een veilig manier inzetten ten behoeve van de veiligheid van het personeel en bezoekers. Bij de evaluatie na de oefening is geconstateerd dat, getoetst aan de uitgangspunten, de oefening goed is verlopen. Wel heeft de Arbo-functionaris aan hoofd Interne Dienst de navolgende conclusies en aanbevelingen gedaan. Deze zijn tevens ter kennisname in het DT aan de orde geweest. - het is gewenst een grote digitale klok, nabij de receptie, voor het invullen van de juiste tijd op de formulieren door de verdiepingsleiders. Bij controle van de ingevulde formulieren is gebleken dat de ingevulde tijden niet met elkaar overeen kwamen. Dit kan met een centrale digitale klok worden voorkomen; - een medewerker die niet op de hoogte was van de oefening is onopgemerkt via een neveningang, tijdens de ontruiming naar zijn kamer gegaan. In het vervolg zal tijdens de ontruimingsoefening de neveningangen worden bewaakt door BHV-medewerkers; - tijdens deze oefening is gebleken dat door de renovatie twee van de drie trappenhuizen van het hoofdgebouw zijn afgesloten. Ten behoeve van de veiligheid moeten er te alien tijden twee trappenhuizen beschikbaar blijven; - het gegeven alarmeringssignaal was niet voor iedereen in het gebouw hoorbaar.
13
Renovatie EHBO-kamer Smedinghuis Naar aanleiding van een besluit in de vergadering huisvestingscommissie is afgesproken, dat er een herinrichtingsplan door de BHV-organisatie zou worden ingediend met daarbij een kostenraming. Het herinrichtingsplan is 11 april 1994 ingediend bij het secretariaat huisvestingscommissie. Er is toegezegd aan het HBHV, dat het voorstel wordt meegenomen met de renovatie van de 2e verdieping.
14
Cursus/herhaling Safety Of Life At Sea (SOLAS) In 1994 hebben doelgroepmedewerkers van directie Flevoland deelgenomen aan de cursus SOLAS A. Op het Markermeer werden de herhalingen SOLAS-B gehouden. Deze trainingen hebben als doel het overleven op zee, als een schip verlaten moet worden, met gebruik van de juiste veiligheidsmiddelen en overlevingstechnieken. Er wordt nadrukkelijk gesproken over herhalingen, omdat alleen door herhaalde oefeningen het betreffende personeel vertrouwd wordt gemaakt met de mogelijkheden en beperkingen van de aan boord aanwezige reddings- en veiligheidsmiddelen. Kleine blusmiddelen De jaarlijkse controle van de aanwezige kleine blusmiddelen bij directie Flevoland heeft in 1994 plaatsgevonden. De controles werden uitgevoerd door R.E.O.B.* erkende en N.V.O.B.* gediplomeerde monteurs. Dienstauto's en vaartuigen worden bij deze controles niet meegenomen (hiervoor dienen aparte regelingen getroffen te worden). • R.E.O.B. : Regeling Erkenning Onderhouds Bedrijven. • N.V.O.B. : Nederlandse Vereniging van Fabrikanten en Importeurs op Beveiligingsgebied. Risico-inventarisatie De risico-inventarisatie en - evaluatie is belangrijk omdat een goed uitgevoerde risico-inventarisatie en -evaluatie belangrijke bouwstenen opleveren voor een goed Arbo- en ziekteverzuimbeleid. Daarnaast is de risico-inventarisatie mede van belang voor het vaststellen van een goede voorlichting en onderricht; ondersteuning door (Arbo) deskundigen; bedrijfshulpverlening; frequentie van het periodieke arbeidsgezondheidskundig onderzoek. In principe moeten alle risico's op het terrein van de Arbo-wet geTnventariseerd en geevalueerd worden. Dat wil zeggen risico's op het terrein van veiligheid, gezondheid en welzijn. Bij alle directies ligt de verantwoordelijkheid uiterlijk 1 januari 1996 alle risico's op een rij te hebben. Ten aanzien van de BHV hebben de Arbo-functionaris en plv. HBHV reeds de risico-inventarisatie opgestart. Voor DFI wordt de RBB in 1996 de Arbo-dienst voor de eventuele ondersteuning bij de risico-inventarisatie. Hiervoor wordt nog een convenant afgesloten met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. In dit convenant zijn diensten opgenomen die via een centraal budget worden betaald. De regionale directies kunnen daarnaast een aanvullend contract uit eigen budget afsluiten voor overige diensten die niet in het convenant zijn opgenomen. Bouwprocesbesluit Arbeidsomstandighedenwet Het besluit van 3 augustus 1994 houdende regels met betrekking tot het verrichten van arbeid op tijdelijke en mobiele bouwplaatsen is met een begeleidend schrijven toegezonden aan de betrokken staf- en hoofdafdelingshoofden en Arbo-contactpersonen. Het besluit houdt ondermeer in de algemene verplichtingen inzake bouwplaatsen en verplichting in verband met het ontwerp van een bouwwerk zoals veiligsheids- en gezondheidsplan, coordinatietaken gedurende de ontwerpfase e.d.
15
Aangezien de inhoud van het toegezonden bouwprocesbesluit arbeidsomstandigheden moeilijk lees- en toepasbaar is, is in het DT van oktober 1994 besloten dat door CX de consequenties van het bouwprocesbesluit voor DFI in beeld worden gebracht en vertaald naar instructies voor de projectleiders voor opneming in de bestekken. Voor DFI wordt dan een uniforme standaardtekst ontwikkeld. De Arbo-functionaris heeft het DT erop gewezen dat de directie Flevoland zich nu reeds aan het besluit heeft te houden en dat dit tevens geldt voor de lopende bestekken. Van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is een toelichting op het bouwprocesbesluit Arbeidsonstandighedenwet uitgegeven. De Arbo-contactpersonen hebben via de Arbo-functionaris een exemplaar hiervan ontvangen. Met het bouwprocesbesluit wordt in feite uitvoering gegeven aan de minimumvoorschriften van de EG-richtlijn voor veiligheid en gezondheid. Gezien de consequenties van dit besluit voor grote groepen medewerkers van de Rijkswaterstaat is besloten om begin 1995 een opleidingsdag/themadag over dit onderwerp te organiseren met als doelgroep de medewerkers: * ontwerpers/bestekschrijvers; * contractzaken/interne controle contractzaken; * directie UAV/projectleiders; " toezichthouders; * Arbo-/veiligheidsfunctionarissen. Aanpassing keuken personeelsverblijf en bedrijfsrestaurant Smedinghuis In het Personeelsverblijf is de keuken aangepast waardoor de werkzaamheden veel makkelijker verricht kunnen worden. Tevens is een afzuigkap (t.b.v. afzuiging stoom e.d.) aangebracht en is het plafond verlaagd en werd de verlichting aangepast waardoor de werkplek optimaal verlicht kan worden. Daarnaast wordt er nu gebruik gemaakt van een vriescel i.p.v. vrieskisten. Hierdoor wordt de rug minder belast (je kunt in de vriescel staan en lopen). Daarnaast is de vriescel veel hygienischer en eenvoudiger te reinigen dan de diverse vrieskisten. In het bedrijfsrestaurant is een bordenstandaard aangeschaft (minder rugbelasting) en is de afzuiginstallatie gereinigd en hersteld. Voorts is de presentatie van het gebodene aangepast aan de eisen van de warenwet Douchegelegenheid De aanwezige douchegelegenheid op de begane grond is geschikt gemaakt voor zowel het gebruik door dames als door heren. Dit in verband met het verzoek van diverse personeelsleden die, van buiten Lelystad, in sporttenue, op de fiets naar het werk komen en alvorens aan het werk te gaan een gelegenheid willen hebben om zich op te frissen. Geconstateerd wordt dat van deze douchegelegenheid optimaal gebruik wordt gemaakt. Tevens wordt door de medewerk(st)ers van de Bedrijfshulpverlening alsmede Bedrijfsrestaurant van deze douchegelegenheid gebruik gemaakt Naar aanleiding van de gerealiseerde douchegelegenheid is een omkleedgelegenheid noodzakelijk gebleken. Op de begane grond tegenover de rode liften en in de directe nabijheid van de doucheruimten word in de loop van 1995 een omkleedruimte gerealiseerd. In deze betegelde ruimte worden een 12 tal hoge garderobekasten, welke zijn voorzien van een muntslot, geplaatst. De ervaring zal aangeven of het aantal van deze geplaatste kasten voldoende is. Zonodig zal te zijner tijd een uitbreiding moeten plaatsvinden.
1«
s>medinghi
Diefstal- en inbraakpreventie Smedinghuis/parkeerplaats In de afgelopen jaren is de discussie over beveiliging van het Smedinghuis en parkeerplaats meerdere malen aan de orde geweest. Aanleiding voor de discussie was meestal een serie vermissingen van apparatuur en inbraken in motorvoertuigen geparkeerd op het plein voor het Smedinghuis. Tot daadwerkelijke beveiliging was het nog niet gekomen uit vrees voor de aantasting van het openbare karakter van het gebouw en parkeerplaats. Inmiddels is Rijkswaterstaat, directie Flevoland niet meer de enige bewoner van het gebouw en worden ook de overige bewoners geplaagd door vermissingen van met name apparatuur, met als gevolg grote directe en indirecte materiele schade. Bij het analyseren van het diefstalrisico blijkt de kans op vermissing bijzonder groot te zijn en het negatieve effect op de continulteit van de organisatie ongewenst Bij het inventariseren van de ruimten met een verhoogd risico blijkt dat deze alle PC-werkplekkken betreffen. Hiermee behoort het gehele Smedinghuis tot de categorie risicovol. Om verandering in deze situatie te brengen is besloten het gebouw met inventaris en het parkeerterrein te beveiligen. Eind 1994 is een plan uitgebracht dat is gebaseerd op het uitgangspunt van optimale beveiliging met gecontroleerde toe- en uitgangen. Na overleg met de gemeente Lelystad en de Politie is eind 1994 een begin gemaakt met de uitvoering van de beveiliging van de parkeerplaats aan de voorzijde van het Smedinghuis door middel van twee draaibare videocamera opstellingen. Renovatie Smedinghuis De renovatie is maart 1994 gestart. De navolgende aangelegenheden zijn daarbij geconstateerd c.q. opgelost. Verlichting Tijdens het verslagjaar is het regelmatig voorgekomen dat voorschakelapparatuur van de bestaande, ruim 20 jaar oude, TL-verlichting spontaan doorbrandden. Hierbij komen schadelijke stoffen vrij en een zeer onaangename lucht in het gehele gebouw. Deze problemen komen voor op de gerenoveerde als nog te renoveren etages. Aanpassen van de bestaande verlichting is, vanwege de ontbrekende financien, niet in het renovatieplan opgenomen. De aanpassing van de toegestane verlichting in het Smedinghuis zal pas in 1998 plaatsvinden. Vanuit WV wordt betreurd dat dit niet gelijktijdig met de renovatie is meegenomen. Bij het gehuurde deel door de Rijksgebouwendienst wordt voor de inwoners de verlichting wel aangepast Dit wordt ervaren als tegenstrijdige belangen. Bezien wordt nu of de aanpassing van de verlichting versneld kan worden uitgevoerd. Geluidsoverlast Op de gerenoveerde afdelingen vinden nog steeds hinderlijke bouwactiviteiten plaats. Dit wordt door de medewerkers niet als plezierig ervaren. De Arbo-functionaris heeft deze aangelegenheid in het overleg met de hoofd Interne Dienst aan de orde gesteld. Hoofd ID heeft zitting in de projectgroep Renovatie. Hoofd projectgroep heeft een en ander met de uitvoerende aannemers besproken. Deze zal alles in het werk stellen bovengenoemde problemen minimaal te houden.
17
Snoeren en stekkerdozen in kamers Tijdens de renovatie van het gebouw Smedinghuis zijn de bestaande vloerzuiltjes voor electriciteit en telefoonaansluitingen de zgn. nekkebrekers, alsnog komen te vervallen. Er zijn langs de convectorpunten kabelgoten gemonteerd waarin alle benodigde kabels tb.v. stroom, telefoon en computemetwerk zijn aangebracht. Hierdoor komen de vele losse benodigde verlengsnoeren te vervallen. Compartimenteringsdeuren Tijdens de tussentijdse oplevering van de gerenoveerde achtste etage is naar voren gekomen dat de compartimenteringsdeuren (branddeuren) in de gang een beperkte vrije doorgangshoogte hebben van 1,965m'. De vereiste doorgangshoogte volgens de bouwvoorschriften moet minimaal 2.00 m' zijn. De voorkeur gaat uit naar 2.10m'. In nader overleg zijn deze deuren alsnog aangepast en gaan nu over de voile hoogte van de gang open. Alle branddeuren zijn voorzien van electro-magneten zodat de deuren overdag in geopende stand kunnen worden vastgezet Bij een eventuele calamiteit worden alle branddeuren vanuit de centrale post gesloten. Aangezien de ene deur duwend en de naastgelegen deur trekkend moet worden geopend (bij dichte deuren) is geadviseerd stickers 'duwen'-'trekken' op de deuren te bevestigen. Huisvestingscommissie In de Huisvestingscommissie is besloten dat zodra medewerkers terugkeren naar de gerenoveerde werkplek, de leverancier van het nieuwe meubilair deze op de persoon instelt Tot op heden gebeurt dit nog niet Hierover is contact geweest met hoofd Interne Dienst Laatste heeft toegezegd dit onderwerp met het verhuisteam te bespreken. Voor de diverse afdelingen is door stafafdeling Interne Dienst nieuw meubilair aangeschaft, dat voldoet aan de daartoe opgestelde ergonomische eisen. Zo zijn bij de Afdeling Grafische Vormgeving verstelbare tafels en hierop aangepaste stoelen aangeschaft, die het werken achter beeldschermen aanzienlijk vergemakkelijkt. Ten behoeve alle (nieuwe) medewerkers is een nieuwe wegwijzer (bewonersgids) in voorbereiding waarin naast bewoners- ook rechtspositionele aspecten aan de orde komen. De dienstleiding heeft ingestemd met het advies van de consensuscommissie om aan de individuele keuze vrijheid van de medewerkers tegemoet te komen door hen wat de kleurstelling van accessoires en bureaustoelen betreft te laten kiezen uit drie kleuren. Vanwege de renovatie van het Smedinghuis (hoofdgebouw) verhuisden de onderafdelingen WVL, WVW, SOO en SOA in februari 1994 tijdelijk naar kantoorruimten boven de winkels in het Lelycentre. Op deze locatie had men geen last van de renovatie maar was de lange hete zomer van 1994 goed merkbaar. In enkele kamers liep de temperatuur soms op tot 35 a 36 graden C. De dienst verstrekte daarom bureauventilatoren zodat de hitte enigszins uit te houden was.
it
3.2
Specifieke Veiligheidsaspecten
De waarnemend veiligheidsfunctionarissen c.q. Arbo-contactpersonen besteedden aandacht aan de hieronder vermelde aangelegenheden: a Flyte-Suits (droogpakken) Ten behoeve van medewerkers van de steunpunten Harder-Haven (WV) Lely-stad-Haven en afdeling Metingen (AN) zijn Flyte-Suits (droogpakken) voorzien van hooggesloten neopreen-kraag, manchetten en laarzen, in gebruik genomen. Deze pakken hebben een isolerende werking waardoor de medewerkers tijdens slechte weersomstandigheden in en op het water kunnen doorwerken. Ondermeer tijdens de reddingsacties bij de overstromingen in Limburg afgelopen jaren december 1993 en 1994 zijn deze pakken van groot nut gebleken. Dit heeft de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden verhoogd. De aanwezige waadpakken en doorwerkpakken op de dienstvaartuigen en de desbetreffende afdelingen binnen de directie Flevoland zullen eveneens door deze droogpakken zgn. Flyte-Suits worden vervangen. Dit zal in de loop van 1995 gebeuren. b Aktiewagens In het verslagjaar zijn door WV een aantal multifunctionele aktiewagens tb.v. de veiligheid van de medewerkers aan de weg gekocht. Deze wagens zijn speciaal uit Belgie gelmporteerd en hebben ondermeer de mogelijkheden om situatie-verduidelijkende teksten aan de weggebruiker te tonen door middel van een moderne display. Hiermee wordt meer begrip gekweekt voor werkzaamheden welke de verkeersveiligheid ten goede komen. De aktiewagens zijn aan de orde geweest op de themadag werk aan de weg van 9 december 1994. (Veiligheids) Maatregelen bij Werk in Uitvoering zijn tijdens deze dag speerpunt In dit kader past ook het toepassen van de actie ' hier werkt oranje voor u aan de weg' een grote promotiecampagne voor de veiligheid van de werkers aan de weg.
i»
Elektronische borden op aktiewagens voor nog meer veiligheid langs de weg. Aktiewagen voor noodsignalering en snelheidsbewaking. Foto: Snelheidsbewaking en noodsignalering langs de A50 (Rijkswaterstaat Flevoland - Dienstkring Lelystad Randmeren)
— .-a
Tijdens de themadag 'Werk aan de weg' is aandacht besteed aan het uitwisselen van ervaringen en aanbevelingen ter verbetering van de veiligheid langs de weg o.a.: * voorlichting t.b.v. de weggebruikers d.m.v. aktiewagens (RWS) voorzien van display met tekst; overleg met andere overheden en politie. * communicatie gebruiksvriendelijke communicatiemiddelen, portofoons/mobilofoons (bij RWS en aannemers in gebruik op dezelfde frequentie); goede communicatie met de politie; goede interne communicatie binnen Rijkswaterstaat, zowel bij RWS als bij de aannemer een aanspreekpunt om misverstanden te voorkomen; snelheidscontroles door politie laten uitvoeren. * veiligheid gebruikmaken van veiligheidsvesten/kleding zo mogelijk achter geleide barrieres werken bij werkzaamheden die langer dan een week vergen; goede voorlichting aan de weggebruikers door middel van het plaatsen van borden; instellen van een veiligheidsmedewerker t.b.v. controle wegafzettingen.
20
" beleid veiligheid opnemen in het bestek; controle naleving besteksbepalingen; verbetering van faciliteiten in bestek vastleggen; herkenbaarheid kleur auto's aannemers welke worden ingezet bij wegwerkzaamheden. Bij de uitvoering van werkzaamheden aan de verkeerswegen wordt door de hoofdafdeling WV de nodige aandacht besteed aan de bescherming van de werknemers. Er zijn landelijke richtlijnen in voorbereiding die zullen leiden tot een nog betere bescherming van het rijks- en aannemerspersoneel welke in het voorjaar 1995 van kracht zullen worden. Door een recent aantal verkeersongevallen bij weg-werkzaamheden werd de procedure van een en ander versneld. c Rijvaardigheidsrit 50+ In de Nieuwsbrief DFI van mei 1994 is door W V een artikel gepubliceerd over de rijvaardigheidstraining voor automobilisten van 50 jaar en ouder. Hierin werden belangstellenden opgeroepen zich aan te melden voor een extra training. In totaal hebben 8 medewerkers zich hiervoor gemeld. Alle namen zijn doorgespeeld aan het secretariaat van het ROVF met het verzoek deze personen voor de training in 1995 op te roepen. Het ROVF organiseert jaarlijks in elke gemeente van Flevoland zo'n training. d Cursus defensief rijgedrag Deze cursus heeft geen doorgang kunnen vinden in verband met het faillisement van het instituut. e Veilig werken langs de weg Voor 1995 zijn voorbereidingen getroffen een cursus veilig werken langs de weg te organiseren voor kantonniers/opzichters. In deze cursus wordt aandacht besteed aan de eigen veiligheid van medewerkers die langs de weg werken, veiligheid in het algemeen, kennis van richtlijnen met betrekking tot het uitvoeren van werkzaamheden langs wegen, treffen van maatregelen bij werk in uitvoering om verantwoord en veilig te werken. De cursus wordt gegeven door het Politie Verkeersinstituut. Tevens is i.s.m. de interne bedrijfshulpverleningorganisatie een cursus 'veiligheid, alarmering, hulpverlening bij verkeersongevallen' ontwikkeld. De cursus bestaat uit een praktisch en een theoretisch gedeelte en wordt gegeven door een instructeur van de eigen Bedrijfshulpverlening. f Verkeersveiligheidstraining In het verslagjaar is weer een 60-tal personeelsleden in aanmerking gekomen voor de verkeersveiligheidstraining. De verkeersveiligheidstraining geeft de doelgroeppersonen de gelegenheid eens in de twee jaar deel te nemen aan de training met als belangrijkste doel vermindering van het aantal verkeersslachtoffers. Deze training is in 1994 gegeven door het Verkeers Veiligheids Centrum Rozendom te Rijssen. Doelgroep zijn personeelsleden die uit hoofde van hun functie zich dagelijks op de weg moeten begeven t w . (hulp)kantonniers, directie-chauffeur, bode/chauffeur buitendienst en buitendienstmedewerkers die regelmatig ten behoeve van hun functie gebruik maken van een auto. De training houdt o.m. in: - theorie over remtechniek in bochten en ontwijken van obstakels; - in de praktijk geoefende remtechnieken. Aan deze cursussen wordt met veel enthousiasme deelgenomen. De reacties zijn zeer positief.
21
De verkeersveiligheidstraining geschiedt met voertuigen van het verkeersveiligheidscentrum zelf. Diverse personen hebben de voorkeur uitgesproken met eigen auto de training af te leggen. Dit is echter een verzekeringskwestie en de overheid is hiervoor niet verzekerd. Het gebruik van dienstauto's tijdens de training is een mogelijke optie/oplossing. De wnd. veiligheidsfunctionaris zal bij andere directies informeren hoe een en ander aldaar is geregeld en zal dit terugkoppelen met het trainingscentrum. Naar aanleiding van een artikel in een Arbo-tijdschrift over Beroepsopleidingen Verkeersveiligheid b.v. (BOV) te Lelystad hebben de Arbo-functionaris en wnd. veiligheidsfunctionaris aan dit opleidingsinstituut een bezoek gebracht. Naar aanleiding van de bevindingen is met de adviseur Rij-opleidingen een afspraak gemaakt om als proef met vier deelnemers van de directie Flevoland een rijvaardigheidstraining te volgen. De mogelijkheid van het volgen van de verkeersveiligheidstraining in Lelystad i.p.v. Rijssen is besparende kostenpost i.v.m. reisdeclaraties. De proef zal in mei 1995 plaatsvinden. Het accent van deze cursus ligt op: * defensief weggebruik; * het verkrijgen van een goed verkeersinzicht; * het ontwikkelen van een goede voertuigbediening; * een optimale voertuigencontrole. g Vluchtwegen/plaatsing kopieerapparaten/printers e.d in gangen Uit het oogpunt van brandveiligheid, een en ander in overleg met de gemeente Brandweer Lelystad, moeten gangen/trappenhuizen en andere vluchtwegen vrij van obstakels zijn. Hieraan wordt tijdens en na de renovatie de nodige aandacht geschonken. Kopieerapparaten, netwerkprinters en papiervernietigingsmachines geplaatst in de trappenhuizen (ook op de gerenoveerde etages) moeten ten behoeve van de veiligheid worden verwijderd. Reden hiervan is dat bij eventuele kortsluiting gevolgd door brand en de overdruk in de trappenhuizen de vrijkomende rook de gangen wordt ingeblazen.
alarm
87
ZORG DAT U DE PLAATS KENT VAN DE : - vluchtwegen - blusmiddelen - verbandkoffers
•
BRAND
HANDBRANDMELDER INSLAAN
Meld telefonisch via
-Wie u bent -Wat er brand -Waar het brand -PROBEER TE BLUSSEN
ONGEVAL
STEL SLACHTOFFER GERUST
Meld telefonisch via
- Wie u bent - Soort ongeval - Plaats ongeval - Aantal slachtoffers
BOM-MELDING
-Blijfkalm - Spreek rustig - Vraag bijzonderheden - Maak notities - Bel hiema direct *87
Indien u een telefonische melding ontvangt
SPREEK HIER NIET MET ANDEREN OVER ONTRUIMING
NA HET ALARMSIGNAAL - Sluit ramen en deuren - Verlaat het gebouw - Neem koffers en tassen mee - Volg instructies op - Melden op verzamelplaats - Help minder validen GEBRUIK GEEN LIFT
*-•
GA NOOIT TERUG om persoonlijke bezittingen op te halen
Zie calamiteiten instructies interne telefoongids Smedinghuis Voorkom paniek en blijf rustig!
ciaf Umlmir|i>lit
tf>
h Stickers gevaarlijke stoffen/nooduitgang/vluchtweg Ten behoeve van de veiligheid zijn er nieuwe - door de BHV organisatie directie Flevoland ontworpen - waarschuwingsstickers/pictogrammen aangeschaft en op elke gerenoveerde etage duidelijk zichtbaar aangebracht. i Gebruik heftrucks Op verschillende locaties wordt gebruik gemaakt van vorkheftrucks. Deze mogen alleen worden gebruikt door degenen die daarvoor een speciale instructie/opleiding hebben gehad. De vaste bestuurders van de vorkheftruck in gebruik in en nabij het gebouw Smedinghuis hebben in 1994 het certificaat theorie en praktijk vorkheftruck behaald. Een herhaling van de instructie is om de twee jaar. Voor het jaarlijks onderhoud van de vorkheftruck wordt in 1995 een jaarlijks contract afgesloten. j Calamiteitenplan voor Rijkswateren in het Usselmeergebied De afdeling Planstudie Natte Infrastructuur en Scheepvaart (ANP) heeft in 1993 een calamiteitenplan Rijkswateren Usselmeergebied opgesteld bestaande uit: - uitgangspunten voor de organisatie van de calamiteitenbestrijding bij Rijkswaterstaat, directie Flevoland; - aanwijzingen calamiteitenbestrijding (uitgave juni 1993). Dit calamiteitenplan wordt geheel herzien en aangepast en zal in februari 1995 uitkomen. Binnen het beheersgebied van RWS directie Flevoland kunnen zich overal incidenten en ongevallen voordoen, die kunnen overgaan in calamiteiten en/of rampen. In bijna alle gevallen zal RWS directie Flevoland op een of andere wijze bij de afhandeling van zo'n voorval betrokken zijn of heeft zelfs het voortouw. Dit betekent dat er bestrijdingsplannen klaar moeten liggen wanneer zich ongewenste calamiteiten in het Usselmeergebied voordoen. Ook dient ervoor te worden gewaakt, dat instanties die gei'nformeerd en gealarmeerd moeten worden ook daadwerkelijk op de hoogte worden gesteld van een voorkomend calamiteit. Genoemd calamiteitenplan is een nadere uitwerking van de bijdrage van RWS directie Flevoland aan het samenwerkingsverband met de gemeenten die delen van het Usselmeer, Markermeer en de Randmeren binnen hun grenzen hebben. Het plan heeft met name als doel in te spelen op ongevalssituaties die niet worden gedekt door de bevoegdheden van andere (overheids-)instanties.
3.3
Bedrijfsinterne milieuzorg (BIM)
Gelet op de koppeling Arbo- en Milieuzorg neemt de Arbo-functionaris deel aan de vergaderingen van de projectgroep Bedrijfs Interne Milieuzorg. Met het Milieuplan worden de volgende doelen nagestreefd: - het inzichtelijk maken van de wijze waarop de directie Flevoland de zorg voor het milieu meeneemt in haar beleid; - het systematisch aangeven hoe de directie Flevoland op lange termijn kan bijdragen aan een goed en duurzaam milieu; - het formuleren van een visie op de zorg voor het milieu bij de directie Flevoland; - het zorgdragen voor de integratie van de milieuzorg in de algehele taakuitoefening; het leveren van een bijdrage aan de 'bewustwording' van het milieu-
beleid.
24
Ten aanzien hiervan zijn door de Arbo-functionaris de navolgende acties ondernomen t.w.: Bij de Afdeling Repro is de afzuiging van gevaarlijke stoffen en dampen ter hand genomen, waardoor de atmosfeer binnen de werkruimte aanmerkelijk is verbeterd. Voorts zijn er om de gevolgen van geluidshinder tegen te gaan voor de betrokken medewerkers gehoorbeschermers aangeschaft die zij ook gebruiken. T.b.v de reparatie van de Xerografische machine (de Xerox 5390 en Kodak 1580) heeft de betrokken medewerker met goed gevolg een opleiding gevolgd bij de fabrikant en beschikt hij over veiligheidsbrillen en plastic handschoenen (i.v.m. de gebruikte chemicalien). Tevens is er in de ruimte brandblusapparatuur aangebracht In het Milieu-actieplan van de hoofdafdeling WV zijn een aantal maatregelen opgenomen die hebben geleid tot verbetering van de werkomstandigheden van het uitvoerend personeel, onder meer door het gebruiken van milieu-vriendelijke materialen. Velligheidsaspecten milieu baggeren/bodemsanering In het verslagjaar is wederom veel gebruik gemaakt van het door de RBB en de afdeling Metingen (AN) opgestelde draaiboek over gedragsregels ten behoeve van de bescherming van de veiligheid en gezondheid van betrokken medewerkers in het kader van bodemsanering, bodemonderzoek, bemonsteringen, waarnemingen enz. van verontreinigde bodem en water. Met name voor de gestarte specieberging in het Ketelmeer is deze informatie van belang geweest De zorg voor de arbeidsomstandigheden in de baggerindustrie is in de afgelopen twee jaar aanmerkelijk verbeterd. Er zijn uitgebreide voorlichtingsacties gehouden die de zorg voor goede arbeidsomstandigheden onder de aandacht brengen. Deze acties hebben vrijwel alle werknemers en werkgevers in de sector bereikt. Ook Rijkswaterstaat houdt, meer dan in het verleden, bij hetverlenen van baggeropdrachten rekening metde vraag of bedrijven voldoende beschermende maatregelen nemen voor hun medewerkers. Om de Arbo-zorg in het ondernemingsbeleid te verankeren, is een systeem ingevoerd waarbij baggerbedrijven een zogeheten Arbo-certificaat kunnen krijgen. Zij moeten dan aan een aantal eisen met betrekking tot de arbeidsomstandigheden voldoen. Vanaf 1 januari 1996 zal Rijkswaterstaat alleen nog opdrachten verlenen aan baggerbedrijven die zo'n certificaat hebben. Naar verwachting zullen de eerste Arbo-certificaten in maart 1995 worden uitgereikt. Propaanopslagtanks objecten De propaanoposlagtanks bij de objecten zijn in het verslagjaar onderzocht en goedgekeurd. Tevens is er een overzichtslijst opgesteld van de binnen de directie aanwezige propaantanks alsmede het keuringsjaartal. Gevelonderhoudsinstallaties Smedinghuis De gevelonderhoudsinstallatie is na de laatste keuring door het liftinstituut weer overgegaan naar de firma Lalesse machinebouw BV te Arnhem voor het dagelijks onderhoud en controle. Een en ander volgens normering P-blad 120. Genoemde keuring en inspectie geschiedt tweemaal per jaar. Geconstateerd is dat binnen de gemeente Lelystad geen keuringsplicht bestaat op gevelonderhoudsinstallaties. De directie Flevoland hanteert de landelijke keuringsplicht
25
Containerbranden Op zondag 17 juli, maandag 5 September en dinsdag 11 oktober 1994 alsmede in de nacht van maandag op dinsdag 24/25 oktober en zondag 5 november 1994 zijn er containerbranden geweest op de omloop onder de overkapping aan de achterkant van het Smedinghuis. Twee van deze containerbranden zijn door de veiligheidsdienst geblust De overige branden zijn na de brandmelding van de veiligheidsdienst van het Smedinghuis door de gemeente brandweer Lelystad geblust De oontaken van de branden zijn niet bekend. Bij de brand van 17 juli is door de hitte en de bluswerkzaamheden het gebouw beschadigd. Het betreft de ruimte die is onderverhuurd door RWS aan ingenieursbureau Oranjewoud. De schade betreft een geblakerd kozijn en een geknapte ruit Om deze calamiteiten in de toekomst te voorkomen heeft de gemeente brandweer Lelystad geadviseerd: - de opslagcontainers minimaal vijf meter uit de gevel te plaatsen; - de opslagcontainers nergens onder het gebouw te plaatsen; - niet afgesloten opslagcontainers -van de aannemers tijdens de renovatiemoeten einde werktijd verwijderd zijn; - als verwijdering van de opslagcontainers na werktijd niet mogelijk is dan de aannemers verzoeken afsluitbare containers te gebruiken; - opslagcontainers in gebruik bij ingenieursbureau Oranjewoud achter het hek op hun parkeerterrein te laten plaatsen. Een en ander zal door de Interne Dienst van de directie Flevoland met de huishoudelijke dienst van het ingenieursbureau Oranjewoud worden besproken. De realisatie van deze advisering zal mogelijk in 1995 kunnen plaatsvinden. Naleving arbeidsomstandigheden Vuilstortplaats Braambergen Almere Van de gemeente Almere is hierover een brief bij de directie Flevoland binnengekomen. De in de brief genoemde tekortkomingen respectievelijk overtredingen hebben betrekking op de algemene arbeidshygienische voorschriften en de behandeling van asbest (houdend) afval. De provincie heeft een gedoogbeschikking t.a.v. technische uitrusting verstrekt Over de arbeidsomstandigheden is hierover niets opgnomen. Over het KGA-depot wordt in kader MER aandacht besteed. Naar aanleiding van de benodigde correspondentie met de Dienst voor Inspectie en Informatie/Arbeidsinspectie Regio Oost ten aanzien van de sanitaire voorzieningen en schaftgelegenheid welke moeten voldoen aan de voorschriften van de arbeidsomstandighedenwet, zoals verwoord in het project 93-336/1 stortplaatsen (bij directie Flevoland reeds in het bezit). Om aan bovengenoemde voorschriften te voldoen zijn de hiermee volgende afspraken gemaakt: * voor 1 april 1995 is het plan van aanpak gereed; * voor 1 juli 1995 zijn de geconstateerde tekortkomingen verholpen. Bij het verbouwen c.q. slopen van het semi-permanente gebouw moet er rekening worden gehouden met de asbesthoudende sandwichpaneelwanden en met de regels van het asbestbesluit arbeidsomstandighedenwet
Daglicht/uitzicht silo Qz6 Aan de silo Qz6 is nieuwe gevelbeplating aangebracht. In de oude situatie zaten ramen waardoor naar buiten kon worden gekeken. In de nieuwe constructie worden deze zodanig geplaatst dat dit niet meer mogelijk is. Het verzoek van een medewerker om de ramen een meter naar beneden te plaatsen zodat naar buiten kan worden gekeken is niet gehonoreerd. Naar aanleiding van een bezoek van de Arbeidsinspectie is vastgesteld dat aangezien de werkplek maar zes weken per jaar wordt bemand de tijdspanne te kort is om uitzicht naar buiten te eisen. Hiervoor is een wettelijk kader. Betrokkene heeft zich bij de uitspraak moeten neerleggen. Granaten De RBB-arts Lelystad heeft de Arbo-functionaris melding gedaan van haar bevinding dat bij bedrijf Az104 granaten liggen opgeslagen. In het kader van de Arbo-veiligheid mag dit niet voorkomen maar moeten deze direct door de opruimingsdienst worden opgehaald. Arbo-functionaris heeft de betrokken afdeling hierop gewezen met verzoek hier zo spoedig mogelijk aandacht aan te besteden. Betrokken afdeling heeft de explosieven opruimingsdienst hiervoor ingeschakeld. Met ingang van 1 maart 1995 treedt een andere procedure in werking voor verwijdering explosieven in de polders van de directie Flevoland. Voorheen werden de gevonden explosieven in de polder gemeld bij de veiligheidsambtenaar van de gemeente Lelystad. Deze nam contact op met de EOD Explosieve Opruimingscommando Koninklijke Landmacht Per 1 maart 1995 dienen de gevonden explosieven te worden gemeld bij de regiopolitie Flevoland met de vermelding van de vindplaats, kavel nr. waar eventueel opgeslagen, de naam van de aanspreekbare functionaris, waar telefonisch bereikbaar, het aantal gevonden explosieven, de afmetingen van de explosieven en de bereikbaarheid van de vindplek. De politie neemt daarna contact op met de EOD en begeleidt de EOD naar de vindplaats binnen het gebied van de directie Flevoland.
3.4
Opleidingsplan
Naar aanleiding van het opleidingsplan is duidelijk gesteld dat de deelname van de medewerkers aan Arbo-activiteiten door de 'lijn' dient te worden aangegeven d.tv. de Arbo-contactpersonen. Omgekeerd zal dan degene die de cursus organiseert via de contactpersonen de lijn op de hoogte houden over de gang van zaken. Belangrijkste aandachtspunten in het opleidingsplan zijn de per individu benodigde tijdsbesteding en kosten. Bij de uitvoering van de opleidingen wordt geconstateerd dat bij diverse cursussen sommige cursisten zomaar wegblijven, zich niet of zich te laat afmelden zodat open plekken niet meer kunnen worden ingevuld. Om dit tegen te gaan, zijn de Arbo-contactpersonen hierbij nadrukkelijk betrokken. De brief hoe om te gaan met afmelding bij veiligheidscursussen en trainingen is begin 1994 afgerond. Het betreft een standaard brief over tijdige afmeldingen en aangeven van een eventuele vervanger. Gesteld kan worden dat de uitgezette lijn voor de co6rdinatie van opleidingen/cursussen e.d. in 1994 goed heeft voldaan. De cursussen waren nu alle vol door het onderling ruilen en invullen met doelgroepdeelnemers. In het vervolg zal de lijn de coordinatie van opleidingen/cursussen d.tv. de Arbocontactpersonen moeten regelen. Deze laatste hebben weer contact met de wnd. veiligheidsfunctionaris.
27
3.5
Studiedagen
Deelname studiedag Arbo-dag met de volgende doelen: - kennismaken met elkaar, vorming van een V&W breed Arbo-netwerk; - informatieoverdracht en uitwisselen van ervaringen; - kweken van saamhorigheidsgevoel ten aanzien van de Arbo-taakstelling. Deze studiedag heeft op 27 januari 1994 plaatsgevonden en is zowel door voorzitter en secretaris bijgewoond en als positief ervaren. Tijdens deze dag is gebleken dat elke directie met dezelfde problemen op het gebied van de arbeidsomdstandigheden anders omgaat. Met deze dag is een goede lijn voor de arbeidsomstandigheden V&W breed uitgezet. In de toekomst worden dergelijke dagen herhaald. 30 maart 1994 NVB ledenvergadering 18 mei 1994 NVB themadag BHV 2 november 1994 NVB risico-inventarisatie BHV
21
4
Rijksbedrijfsgezondheids-en bedrijfsveiligheidsdienst (RBB) en bedrijfsmaatschappelijk werk
De Bedrijfsgezondheidsdienst RBB besteedde regelmatig aandacht aan de arbeidsomstandigheden. Naar aanleiding van afgelegde werkplekbezoeken bracht de bedrijfsarts aan de dienstleiding een aantal mondelinge en schriftelijke adviezen uit De Arbo-functionaris heeft eenmaal per twee maanden zitting in het overleg Sociaal Team inzake Arbo-aangelegenheden. Ten aanzien van de richtlijnen en routing integraal werkplekonderzoek is een discussie ontstaan. Hoe dient er procedureel gehandeld te worden en wie voert deze uit. Van belang is ook te weten dat er kosten mee zijn gemoeid. In het overleg 'sociaal-team' is een richtlijn en routing integraal werkplekonderzoek in voorbereiding. In het verslagjaar is geconstateerd dat aan de door de RBB verrichte werkplekonderzoeken en de daaruit voortvloeiende adviezen weinig of geen aandacht wordt besteed. De uitvoering laat op zich wachten en de terugmelding aan betrokkene is niet aan de orde. In de Arbo-werkgroep is gesteld dat in ieder geval het voor betrokkene van belang is te weten wanneer de adviezen van de RBB worden opgepakt. De Arbo-functionaris heeft in overleg met hoofd Interne Dienst een plan van aanpak opgesteld van welke adviezen concreet kunnen worden opgepakt en welke nog moeten wachten. Een rol in deze spelen ook de financien. Per afdeling zal dan ook budgettaire ruimte in het functieplan moeten worden vrijgemaakt om bepaalde adviezen te realiseren. Naar aanleiding van het Arbo-jaarverslag '92/'93 van de directie Flevoland is opgemerkt dat de verslagen van de RBB Den Oever en Leeuwarden ontbreken. Hier vindt ook geen sociaal-teamoverleg plaats. Hiervoor geldt dat bij langdurige ziekte de betrokken personeelconsulent overleg heeft met afdelingshoofd, betrokken RBB en een arbeidsdeskundige ABP. Vanuit RBB Lelystad is voorgesteld jaarlijks met deze bedrijfsartsen contacten te onderhouden door ze bijvoorbeeld uit tenodigen tijdens een van de sociaal-team besprekingen. Bedrijfsarts mevrouw M. Pol te Lelystad gaat dit coordineren. Het bedrijfsmaatschappelijk werk bij de directie Flevoland is er op gericht een bijdrage te leveren aan het welzijnsaspect binnen de organisatie. Hulpverlening aan individuele en groepen medewerkers is hierbij een belangrijk instrument om knelpunten op te heffen en het functioneren van medewerkers binnen de organisatie te bevorderen. De werkzaamheden van de RBB en het bedrijfsmaatschappelijk werk voor de directie Flevoland zijn verwoord in hiemavolgende door hun geleverde verslagen. In beide verslagen is In beide verslagen is eveneens het uplgedeelte weergegeven.
4.1
Jaarverslag bedrijfsgezondheidszorg 1994 Directie Flevoland
Algemeen De Bedrijfsgezondheidsdienst RBB levert diensten op het terrein van arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim. Zij ondersteunt de uitvoering van regelingen op het gebied van verzuimcontrole voor de gehele rijksoverheid en in toenemende mate voor opdrachtgevers uit de publieke en particuliere sector. Op deze gebieden heeft de RBB meer dan 30 jaar ervaring. Nu nog is de RBB een onderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, maar er bestaan vergevorderde plannen tot privatisering. De RBB is met meer dan 50 vestigingen (verdeeld over 8 districten) en met ruim 450 medewerkers de grootste zelfstandig landelijk werkende Arbo-dienst in Nederland. Het bedrijfsgezondheidskundig team (BGZ team) in Lelystad ten behoeve van Directie Flevoland bestaat uit een bedrijfsarts en een doktersassistente/administratief medewerkster. Daarnaast zijn er op de RBB vestiging Lelystad meerdere bedrijfsartsen, doktersassistenten, verzuimrapporteurs, een bedrijfsgezondheidskundig assistent en een bedrijfsverpleegkundige werkzaam. Risico-inventarisatie en -evaluatie Volgens de nieuwe Arbo-wet moet elke werkgever, met ingang van 1994, een verplichte inventarisatie en evaluatie maken van alle risico's op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn voor de werknemers. De werkgever kan deze inventarisatie en evaluatie zelf uitvoeren, zich laten assisteren door de RBB, dan wel de inventarisatie laten uitvoeren door de RBB. Wanneer de dienst zelf de RI&E uitvoert, moet deze zich laten bijstaan door een Arbo-dienst. De RBB kan in dit kader een toetsing uitvoeren. De RI&E dient in principe eenmalig plaats te vinden en daarna slechts indien de (arbeids)omstandigheden ofwel veranderingen in de wetgeving hiertoe aanleiding geven. Door continue evaluatie dient echter de informatie wel aktueel gehouden te worden. De RBB kan de werkgever van dienst zijn door: a. Het geven van voorlichting/cursussen m.b.t. de door de werkgever zelf uit te voeren RI&E. b. Het uitvoeren van de RI&E (Arbo-doorlichting, quick-scan methode, PBGO). c. Een toetsing uit te voeren op de door de dienst uitgevoerde RI&E. Naar aanleiding van het convenant, wat in oktober 1994 door RWS en de RBB ondertekend is, vindt nu op landelijk niveau onderzoek plaats hoe de RI&E binnen RWS gestalte zal gaan krijgen. In afwachting hiervan zal t z . t binnen Directie Flevoland een RI&E uitgevoerd gaan worden. Verzuimbegeleiding Controle In principe is de werkgever vrij in de wijze waarop hij de verzuimcontrole inricht Hij kan hierbij afgaan op de informatie die de werknemer hem verschaft, op de verzuimrapporteur of op het oordeel van een arts. De dienst stelt zelf de interne spelregels vast (hoe, wanneer en bij wie ziekmelden, door wie gecontroleerd etc.).
30
Bij directie Flevoland vindt de ziekmelding plaats bij de directe chef, die de melding vervolgens doorgeeft aan personeelszaken. PZ zorgt dat de melding bij de RBB terecht komt. Indien spoedige controle gewenst is kan de dienst betrokkene verwijzen naar het spoedspreekuur van de bedrijfsarts. In 1994 vonden 5 spoedspreekuurcontacten plaats. Begeleiding In de begeleiding van verzuimende werknemers (alles wat gedaan kan worden om de verzuimduur te beperken: regelmatig contact met de werkgever, verband tussen verzuim en werkomstandigheden, aanpassen van het werk etc.) is de bijstand van een Arbo-dienst wel verplicht Ziekteinformatieformulier Zodra de ziekmelding door de dienst aan de RBB is doorgegeven, wordt de betrokken medewerker het zgn F72 Ziekte-lnformatie-Formulier (ZIF) toegezonden om informatie te verkrijgen over de aard en oorzaak van het verzuim. De zieke medewerker zendt het formulier, ook als hij is hersteld. naar de bedrijfsarts. De verkregen informatie is een leidraad voor het oproepbeleid.
2klswe/dcn als tendeneeriqcdnq
31
In 1994 zijn 327 formulieren verzonden (een afname ten opzichte van 1993) en 226 terugontvangen. Het kwam regelmatig voor dat ziekmeldingen pas na een week bij de RBB binnenkwamen, waardoor vertraging optrad bij de verzuimbegeleiding. In 1994 werden 570 verzuimmeldingen ontvangen. Ook hersteldmeldingen werden niet altijd doorgegeven, waardoor het voorkwam dat medewerkers werden opgeroepen, die het werk reeds hervat hadden. Aan de hand van het convenant zullen hierover duidelijke afspraken gemaakt gaan worden. Verzuimspreekuur Indien de medewerker nog arbeidsongeschikt is, zal hij voor het spreekuur worden opgeroepen. Tijdens het bij de RBB gebruikelijke combinatie-spreekuur wordt in eerste instantie een verzekeringsgeneeskundige beoordeling gedaan, d.w.z. de bedrijfsarts beoordeelt o f , en zo ja in welke mate er sprake is van arbeidsongeschiktheid. Indien nodig bekijkt hij hoe reintegrate kan worden bereikt Naast de spreekuuractiviteiten zijn er ook bijzondere vormen van oproepbeleid, zoals het spoedspreekuur, het telefonisch spreekuur en huisbezoek door de bedrijfsarts. Bij de langdurig zieken bleken rugklachten en psychische klachten wederom het meest voor te komen. In enkele gevallen bleken de klachten voort te komen uit onzekerheid over de toekomst of hoge werkdruk. Tevens werd een toename geconstateerd van hart- en vaatziekten. In 1994 vonden in totaal 247 spreekuurcontacten plaats, waarvan 92 telefonische spreekuren, 5 spoedspreekuurbezoeken en 3 huisbezoeken. Ten opzichte van 1993 hebben minder spreekuurcontacten plaatsgevonden. Terugkoppeling spreekuur Van ieder spreekuurcontact zendt de RBB op dezelfde dag een schriftelijk bericht aan het stafbureau personeelszaken van directie Flevoland per interne post of PTT. Deze afdeling stuurt het bericht door naar het hoofd van de betreffende afdeling die vervolgens de direct leidinggevende op de hoogte stelt. Dit bericht bevat informatie met betrekking tot het percentage arbeidsongeschiktheid, de datum van het volgende contact en een eventueel aanvullend advies. In 1994 zijn 267 uitslagen naar de dienst verzonden, De berichtgeving naar de direct leidinggevenden bleek in de praktijk enige dagen tot zelfs enkele weken vertraging op te lopen, hetgeen soms tot onverwachte problemen t.a.v. vervanging kon leiden. Ook de berichtgeving werd als te summier ervaren. Reihtegrafje In maart '92 is de wet Terugdringing Arbeidsongeschiktheids Volume (TAV) in werking getreden. Deze verplicht de werkgever tot het nemen van initiatieven tot reintegrate van werknemers in een vroeg stadium van het verzuim. Bovendien hoort in dit kader de verplichte 6e maandsmelding van de werkgever aan het ABP te worden vermeld. Regelmatig vindt overleg plaats in het Sociaal Medisch Team (SMT) en met het Algemeen Burgelijk Pensioenfonds (ABP) om te bespreken welke maatregelen er nodig zijn om de reintegratie van langdurig zieken te bevorderen.
32
Het Sociaal Medisch Team kwam in 1994 10 maal bijeen. Het kwam steeds vaker voor dat direct leidinggevenden bij het overleg werden betrokken om de reintegrate van een langdurig zieke te bespreken. Vergeleken met 1993 werd er minder tijd besteed aan gevalsbesprekingen, omdat het aantal langdurig zieken afnam. Psychische klachten en rugklachten kwamen het meeste voor. De ziekteverzuimcijfers werden regelmatig besproken. Op de meeste afdelingen was een daling te zien ten opzichte van 1993. Periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek Volgens de nieuwe Arbo-wet is de werkgever verplicht alle werknemers in de gelegenheid te stellen om periodiek een arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan (PAGO). Het gaat om een onderzoek naar de effecten van specifieke risico's op werknemers die aan deze risico's worden blootgesteld. Op grond van de RI&E en het advies van de RBB, in overleg met het medezeggenschapsorgaan moet worden vastgesteld welke werknemers en in welke frequence zich mogen laten onderzoeken (denk aan persluchtmaskerdragers, werknemers die naar het buitenland worden uitgezonden, werknemers die onder belastende omstandigheden werken zoals lawaai, tillen van zware lasten, afwijkende houding, beeldschermwerk, een hoge verantwoordelijke functie bekleden etc.). In 1994 werden de persluchtmaskerdragers van de bedrijfsbrandweer onderzocht en vonden managerkeuringen plaats. Voor een aantal medewerkers van de reproafdeling werd een gehooronderzoek aangevraagd. Bij 6 beeldschermwerkers is door een stagiaire en de bedrijfsarts een arbeidsgezondheidskundig onderzoek verricht. In totaal werden 14 periodieke onderzoeken verricht. Naar aanleiding van het convenant zullen verdere afspraken over periodiek onderzoek gemaakt gaan worden.
Arbeidsgezondheidskundig spreekuur De werkgever is verplicht de werknemers in de gelegenheid te stellen een spreekuur te bezoeken van een deskundige van een gecertificeerde Arbo-dienst. Het is bedoeld voor werknemers die klachten hebben over hun arbeidsomstandigheden dan wel meer willen weten over de risico's voor hun veiligheid, gezondheid of welzijn. Zonodig zal onderzoek worden gedaan voordat een advies aan werknemer en/of werkgever wordt verstrekt over eventuele aanpassing van de werkomstandigheden. Het spreekuur kan ook resulteren in medische advisering, verwijzing (naar bedrijfsmaatschappelijk werk, andere deskundigen van de RBB, of huisarts) en/of individuele gezondheidsvooriichting. In 1994 vonden 39 spreekuurbezoeken plaats (een toename ten opzichte van 1993). In de meeste gevallen betrof het een verzoek om een beeldschermwerkbril, klachten over het meubilair en de opstelling van het beeldscherm. Melding beroepsziekten De bedrijfsarts draagt zorg voor de constatering van (vermoede) beroepsziekten aan de werkgever. Tevens draagt hij zorg voor de invulling van het medische gedeelte van het meldingsformulier aan de Arbeidsinspectie. In 1994 werden geen beroepsziekten gemeld. Arbeidsbeschermende maatregelen en advisering Volgens de Arbo-wet kan de deskundige dienst adviseren aan en samenwerken met de werkgever voor wat betreft arbeidsbeschermende maatregelen (voortvloeiend o.a. uit RI&E, bevindingen spreekuur, werkplekbezoek etc.) Tevens dient de werkgever deze maatregelen uit te voeren dan wel medewerking hieraan te vertenen.
33
Werkplekbezoeken In 1994 werden zowel door de bedrijfsarts als de bedrijfsgezondheidskundig assistent (BGA) 26 werkplekonderzoeken verricht, die naast mondelinge adviezen aan de medewerkers, voor het merendeel in schriftelijke adviezen aan de dienst resulteerden. Deze adviezen hadden betrekking op: - 16 x beeldschermergonomie en kantoormeubilair (een toename t o . v . 1993); - 3 x beeldschermwerkbrillen; - 2 x veiligheidsbrillen; - 1 x vloerbedekking. De uitvoering van de adviezen liepen in een aantal gevallen aanzienlijke vertraging op door onduidelijkheden over taken en verantwoordelijkheden binnen de dienst. In het periodiek overleg tussen het SMT en de Arbocoordinator is dit knelpunt aan de orde gesteld, waarbij is afgesproken dat de Arbo-coordinator het proces bewaakt en terugkoppelt naar het SMT. Periodiek Overleg Arbo-coordinator-SMT In 1994 vond 5 maal overleg plaats tussen de Arbo-coordinator en de kernleden van het SMT (PZ, BMW en RBB). In vergelijking met het vorig jaar werd steeds meer tijd besteed aan Arbo-zaken. Besproken werden o.a. de nota beheersing van het ziekteverzuim, protocol beeldschermbrillen en veiligheidsbrillen, procedure adviezen werkplekaanpassingen RBB, bedrijfsfitness, ongevallenregistratie, procedure opvang na traumatsche ervaring, telewerken, periodieke keuringen, instructies instellen nieuw meubilair, voorbereiding informatiebijeenkomst ziekteverzuim. Voorlichting De bedrijfsarts heeft in het personeelsblad "de Cultuurwijzer* twee artikelen geschreven over Beeldschermwerk en Lawaai op het werk. Ook in het komende jaar zullen een aantal onderwerpen besproken worden. Tevens wordt door de leden van het SMT en de Arbo-coordinator een voorlichtngsbijeenkomst voorbereid over ziekteverzuim. EHBO instructie In het kader van de bedrijfveiligheid zijn een aantal herhalingslessen reanimate door de bedrijfsarts gegeven. De organisatie van de lessen is in handen van het bureau EHBO van de RBB. EHBO verrichtingen In 1994 werd 1x een beroep op de RBB gedaan om eerste hulp te verlenen. Het betrof een medisch probleem welke geen relatie had met het werk. Betrokkene is naar zijn huisarts verwezen. Overige diensten A anstellingskeuringen De aanstellingskeuring is de start van de bedrijfsgezondheidskundige begeleiding van een werknemer. Het is een medisch onderzoek naar de geschiktheid van de nieuwe werknemer voor de geambieerde functe. Het aantal aanstellingskeuringen verricht door de bedrijfsarts in 1994 bedroeg 15.
34
Verzekeringsgeneeskundige keuring ex art. 38, lid 1 ARAR, Pensioenkeuring Ter beantwoording van de vraag of volledige dienstuitoefening al dan niet blijvend uitgesloten moet worden geacht verricht de bedrijfsarts na overleg met het hoofd van dienst en het ABP een keuring overeenkomstig artikel 38, lid 1 van het ARAR, welke tevens als pensioenkeuring overeenkomstig artikel P1 van de ABP wet kan worden aangemerkt. In 1994 werden 5 keuringen verricht. Verzekeringsgeneeskundige keuring ex art 36, lid 3 sub b ARAR In 1994 werd 1 keuring verricht. Overleg buiten de organisatie Veelal naar aanleiding van het spreekuur en ten behoeve van het Sociaal Medisch Team wordt door de bedrijfsarts contact opgenomen met behandelend huisarts of specialist (na schriftelijke toestemming van betrokkene). Met het ABP vindt sinds de invoering van de TAV-wet regelmatig overleg plaats over de medewerkers die vijf of meer maanden ziek zijn. Dit "vooroverleg" dient in de eerste plaats om rei'ntegratiebevorderende maatregelen en adviezen door de inbreng van het ABP vroegtijdig te bespreken. Het zogenaamde vooroverleg met de uitkerende instantie is ook bestemd voor de bespreking van langdurig zieken in het kader van de aanmelding voor de AAW. In 1993 werd voor Directie Flevoland 10 maal een AAW aanvraag gecompleteerd en naar het ABP doorgestuurd. Tevens vond 8 maal vooroverleg met het ABP plaats. Inzet bedrijfsgezondheidskundig assistent De bedrijfsgezondheidskundig assistent (BGA) heeft in 1994 totaal 25 uur besteed aan werkplekbezoeken. Deze uren vallen buiten het huidige dienstverleningspakket. Naar aanleiding van het convenant zullen hierover verdere afspraken gemaakt gaan worden. Conclusies en aanbevelingen Het voeren van een ziekteverzuimbeleid binnen directie Flevoland heeft geresulteerd in een daling van het ziekteverzuim. Dit blijkt o.a. uit een afname van het aantal ziekmeldingen, minder spreekuurcontacten en minder gevalsbesprekingen in het SMT. Ook is het aantal zeer langdurig zieken afgenomen omdat langlopende ziektegevallen konden worden afgehandeld, resulterend in (gedeeltelijke) afkeuring of reintegratie. Aandacht voor het ziekteverzuim blijft echter geboden, wil de dalende lijn zich voortzetten. De direct leidinggevende is verantwoordelijk voor de beheersing van het ziekteverzuim. Zo blijken een goede informatevoorziening over veranderlngen en reorganisaties, regelmatig werkoverleg en functioneringsgesprekken, waarbij ook het ziekteverzuim aan de orde komt, goede instrumenten te zijn om arbeidsongeschiktheid te voorkomen. Belangstelling voor de zieke en aanpassing van de werkzaamheden blijken de terugkeer naar het werk te bevorderen. Om geen vertraging te laten optreden bij de verzuimbegeleiding door de bedrijfsarts, is het van belang dat de ziekmelding op dezelfde dag bij de RBB binnenkomt Ook als het verzuim slechts een dag duurt is melding van belang, omdat een hoge frequence een signaal kan zijn van problemen die nadere aandacht vragen. Net als de ziekmelding is het van belang dat de hersteldmelding op dezelfde dag bij de RBB binnenkomt om verspilling van tijd en geld te voorkomen.
De uitslag van het spreekuurcontact legt een lange weg af voordat het bij de direct leidinggevende terecht komt. Dit punt verdient extra aandacht om problemen bij de bedrijfsvoering te voorkomen. Een mogelijkheid zou zijn, dat het stafbureau personeelszaken de uitslag telefonisch aan de direct leidinggevende doorgeeft, zodra de uitslag van de RBB ontvangen is. Er blijkt een duidelijke behoefte te bestaan aan meer informatie op het uitslagformulier met name bij langdurig zieken, zoals de aard van de beperkingen waarmee rekening gehouden dient te worden bij de reintegrat e en prognose. Om hierin verbetering te brengen zal de bedrijfsarts het komend jaar na 6 weken ziekteverzuim een eerste stappenplan opstellen (in overleg met betrokkene) en bespreken met de direct leidinggevende. Aan de orde komen o.a. of er verband bestaat tussen het verzuim en werkomstandigheden, welke aanpassingen van het werk nodig zijn, welke maatregelen er verder genomen kunnen worden om de verzuimduur te beperken en een voorlopige prognose. Het is een goede ontwikkeling dat steeds meer leidinggevenden betrokken raken bij het SMT overleg. Het bevordert de onderlinge communicatie en verbetert de afstemming. Het SMT streeft ernaar om het komend jaar iedere direct leidinggevende met een medewerker die langer dan 3 maanden ziek is, uit te nodigen voor het overleg. Psychosociale problematiek, rugklachten en hart- en vaatziekten bij medewerkers van Directie Flevoland waren in 1994 de belangrijkste thema's in de verzuimbegeleiding. In sommige gevallen bleken de klachten voort te komen uit onzekerheid over de toekomst of een verhoogde werkdruk. In verband met de afslanking van de dienst, blijft extra aandacht voor deze problematek geboden. Behalve psychosociale problematiek als een van de oorzaken van rugklachten, bleken een tekort aan lichaamsbeweging en een slechte werkhouding een belangrijke rol te spelen. Ter verbetering van de lichamelijke conditie is directe Flevoland in het najaar van 1994 gestart met bedrijfsfitness. In 1995 vindt een evaluate plaats. In 1994 is begonnen met de renovatie van het Smedinghuis, hierbij wordt het oude meubilair vervangen door ergonomisch verantwoord kantoormeubilair. Extra aandacht is geboden voor de opstelling van de beeldschermen, de verlichting en de juiste installing van het meubilair, omdat daar de meeste klachten over waren. Voor de beeldschermwerkbrillen is een werkplekbezoek noodzakelijk. omdat een deel van de klachten veroorzaakt wordt door niet optimale omstandigheden op de werkplek, die dan eerst aangepast moeten worden. Naast de bedrijfsarts zou een bedrijfsverpleegkundige (BVK) werkplekbezoeken kunnen afleggen en voorlichting over een juiste werkhouding kunnen geven. Hierin voorziet de huidige overeenkomst niet. Als alle werkplekbezoeken door de bedrijfsarts gedaan zouden worden, gaat dit gepaard met meer kosten en is er minder tijd voor de verzuimbegeleiding. Door de strengere afkeuringskriteria en de afslanking van directe Flevoland zal het steeds moeilijker worden passend werk te vinden voor medewerkers, die om medische redenen hun eigen werk niet meer kunnen doen. Bovendien zullen een aantal mensen, die reeds gedeeltelijk afgekeurd waren, worden herbeoordeeld, hetgeen kan betekenen dat zij hun werkzaamheden zullen moeten uitbreiden.
Nieuwe ziektegevallen moeten daarom zoveel mogelijk worden voorkomen. De dienst kan hier veel aan doen door de arbeidsomstandigheden verder te verbeteren. Om erachter te komen waar de knelpunten zitten moet eerst de wettelijke Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) worden uitgevoerd (vanaf 1994 wettelijk verplicht). Het staat niet in het convenant vermeld, maar het is verstandig hiermee niet te lang te wachten. Pas op grond van de RI&E kan worden vastgesteld welke groepen medewerkers voor een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) in aanmerking komen. Behalve bij groepen met een verhoogd risico kan ook gedacht worden aan het uitvoeren van een Periodiek Bedrijfsgezondheidskundig Onderzoek (PBGO) bij alle medewerkers afgestemd op de aard van hun werk. De periodiciteit van het onderzoek maakt het mogelijk om veranderingen na een bepaalde tijd vast te stellen zoals de effectiviteit van beschermende maatregelen. Door middel van het PBGO kan tevens aan een aantal wettelijke verplichtingen worden voldaan, namelijk het uitvoeren van een risicoinventarisate en het bieden van de gelegenheid van een arbeidsgezondheidskundig onderzoek aan alle medewerkers. Gezien het grote aantal medewerkers kan een meerjarenplan opgesteld worden en prioriteiten worden vastgesteld. Bij de RBB Den Oever en Leeuwarden zijn ten behoeve van de medewerkers Dienstkring Afsluitdijk in het verslagjaar de navolgende vem'chtingen gedaan: Verzuimmeldingen 14 Herstelmeldingen 16 Spreekuurbezoeken 14 Arbeidsgezondheidskundig spreekuur 2 Telefonische spreekuren 15 Overleg afdelingschef 2 AAW 9 maandsmelding 2
M.A.M. Pol - Douwes, bedrijfsarts
37
4.2
Jaarverslag bedrijfsmaatschappelijk werk 1994 directie Flevoland
Voor het bedrijfsmaatschappelijk werk bij de directie Flevoland is met name het welzijnsaspect uit de Arbo-wet een integraal onderdeel van de curateve en preventieve werkzaamheden. 1 Curatieve werkzaamheden. In totaal meldden zich 51 clienten met 85 vragen/problemen aan in het jaar 1994. De medewerkers werden verwezen door de bedrijfsarts, personeelszaken, de chef, collega's of kwamen op eigen initiatief. Het merendeel van de clienten had ca. 1 t/m 5 gesprekken (60 % ) , terwijl er ook clienten waren die een langdurige begeleiding nodig hadden van meer dan 20 gesprekken (20 %). De vragen/problemen waren als volgt verdeeld: - gerelateerd aan de Dienst : 30 - prive gerelateerd : 15 - een combinatie van beide : 40.
De meest voorkomende problemen waren: - problemen van psycho-sociale aard welke al dan niet gepaard gingen met psycho-somatische klachten; - problemen betreffende het werk zoals samenwerking, veranderingen, conflicten, functioneren, werkbelasting e.d.; - een combinate van problemen en/of een wisselwerking tussen prive en werkproblemen. 2 Preventieve werkzaamheden. - ondersteuning bij verzuimbegeleiding door deelname aan het Sociaal Team en aan het Werkgeversteam; - objectbezoeken en werkplekbezoeken. Deze bezoeken hebben tot doel op de hoogte te blijven van de werkinhoud en de werkomstandigheden van de medewerkers. Bovendien vergroot het contact de mogelijkheid dat problemen in een vroegtijdig stadium worden aangemeld en zo kunnen worden voorkomen. - introducte van nieuwe medewerkers. Een dergelijke bijeenkomst heeft in 1994 niet plaatsgevonden. - een bijdrage aan de prepensioneringsbijeenkomst om de toekomstige gepensioneerden op hun toekomst voor te bereiden. - voorlichting/advies. Hierbij kan gedacht worden aan het overdragen van specifieke kennis t.b.v. bijvoordeeld een consensuscommissie, een afdelingschef. - het mede voorbereiden van een te houden informatiebijeenkomst ziekteverzuimbegeleiding vanuit het Sociaal Team. - aandacht geven aan mogelijke problemen welke kunnen ontstaan als gevolg van schokkende ervaringen genaamdpost traumatsche stress stoomissen. - aanspreekpunt zijn als vertrouwenspersoon ongewenste intmiteiten; - het signaleren aan de leiding van te verwachten probleemsituaties n.a.v. kennis opgedaan uit de curatieve hulpverlening. Tiny Zonneveld Ton van Vuuren
39
40
5
Personele aangelegenheden
Ongevallenmelding- en registratie In 1994 heeft P&O hierover een notitie opgesteld welke behandeld is in de Arbo-werkgroep van 22 September 1994. Aansluitend aan de bevindingen van de werkgroep wordt de notitie voor instemming ingebracht in DT en DC. De Arbo-werkgroep heeft zich met inachtneming van de navolgende opmerkingen met de inhoud van de nottie ingestemd: - ook ongevallen buiten de werktijd dienen gemeld te worden; hiervoor is discipline nodig van de betrokken chef; zodra betrokken zich ziek meldt dient deze te vragen wat de oorzaak van het verzuim is; - het begrip woon- werkverkeer geldt in principe niet tenzij andere afspraken over dienst- en werktjd zijn gemaakt (bv. declaranten); - zodra het ongevallenmeldingsformulier bij P&O wordt aangeleverd wordt aldaar een kopie verzorgt tb.v. de Arbo-functionaris; - de op het ongevallenmeldingsformulier aangegeven situatieschets dient eenduidig te zijn met overige ingevulde formulieren (evt. copie hiervan); - het ongevallenmeldingsformulier dient v.w.b. de ruimte nog wat te worden bijgesteld; - binnen de bedrijfsburo's en op elk object/steunpunt komen de ongevallenmeldingsformulieren te liggen; - deelname aan fitness-activiteiten is 'vrije tijd'; - ongevallen bij telewerken; bij het opstellen van een contract dient hiermee rekening te worden gehouden; - financiele schade door toedoen BHV activiteiten worden niet apart op het formulier vermeld; er zijn eventueel mogelijkheden indien een ongeval door/vanwege de dienst zich voordoen boven de 70 % afkeuringsvergoeding. Aanvulling lijst peridodiek onderzoek Aan de door HW-RWS opgestelde lijst van opgave van functies voor het gericht periodiek onderzoek worden van DFI-zijde nog de navolgende functies toegevoegd: * persluchtmaskerdrager; * (hulp) kantonnier wegen; * specialist gewasbescherming en; * medewerker WVO-handhaving. Tevens heeft DFI nog aangegeven dat 200 medewerkers meer dan twe uur per dag met een beeldscherm werken en derhalve er vanuit mag worden gegaan dat een periodiek onderzoek verplicht is. De doelgroep en wat is verplicht wordt in een nieuw Arbo-beleidsplan opgenomen. Nota-risico-inventarisatie beeldschermwerk bij DFI De notitie biedt een basis voor besluitvorming door DT voor: * houden werkplekonderzoek bij alle medewerkers DFI die vallen onder beeldschermbesluit * de verstrekking van beeldscherm- en veiligheidsbrillen. Tevens geeft de notitie inzichten voor de herinrichting van werkkamers na renovatie.
41
De Arbo-werkgroep heeft de notitie behandeld met de navolgende opmerkingen: - De inrichting van de werkplekken levert aan de hand van de uitkomst van het onderzoek vergaande consequenties op. Bij de na de renovatie ingerichte werkplekken is met de opstelling van de computer geen rekening gehouden. Het contrast wat ontstaat doordat de werknemer tegen het licht inkijkt dient zo klein mogelijk gehouden te worden. De optimale opstelling van de beeldschermplek is 3 meter vanaf het raam. Met het huidige meubilair is de nieuwe opstelling niet te realiseren. De Arbofunctionaris is van oordeel dat de ideale opstelling van de werkplek in het Arbo-jaarplan dient te worden opgenomen. - Het werken met beeldschermen dient ook in de functe-beschrijving te worden ingebed. Een prioriteitenlijste is in de notitie opgenomen maar uiteindelijk zal dit voor elke functe moeten worden bezien. Tevens is de Arbo-werkgroep van mening dat aan elke nieuwe medewerker instructe dient te worden gegeven over de diverse arbeidsomstandigheden. Deze kunnen worden opgenomen in een bewonersgids maar de chef speelt hier een belangrijke rol; deze moet weten wat hij/zij moet doen; d.m.v. een checklist kan een chef een werkplekanalyse doen. De checklist moet nog worden opgesteld. - Bij het hoofdstuk 'beeldschermwerkbril' dient niet alleen uitgegaan te worden van 'leesbrildragende' medewerkers. Ook beeldschermwerkers zonder bril maar met klachten komen na de gebruikelijke weg van de procedure (bezoek RBB) in aanmerking voor een beeldschermwerkbril. Hierover dient duidelijkheid te komen. De noodzaak voor een veiligheidsbril is voorbehouden aan een doelgroep (bv. BHV-ers) en functiegebonden medewerkers. In principe is hiervoor een bezoek aan de RBB niet nodig. De leidinggevende bepaald. - Een periodiek bedrijfsgeneeskundig onderzoek voor elke functe op vrijwillige basis (globaal) om op een snelle wijze voldoende informatie te krijgen over gezondheid en arbeidsomstandigheden in het bedrijf. Beeldschermbesluit Het administratieve personeel bij de dienstkringen WV en AN hebben tastbare voordelen ondervonden van het Arbo-beleid. Er zijn t e n voorzetschermen voor de monitoren aangekocht waarmee het werken op de PC een stuk aangenamer en rustiger voor de ogen is geworden. De afdeling Informatievoorziening (IDI) heeft er zorg voor gedragen. dat de aan te schaffen automatiseringssystemen uitgerust worden met 14" XVGAmonitoren die voldoen aan de eisen gesteld in het Besluit Beeldschermen (en de MPR ll-norm en ISO 9241). Voorts hebben deze schermen als voordeel dat ze een veel rustiger beeld geven. Ten behoeve van grafische toepassingen zoals Cad en Gis worden 17"monitoren aangeschaft, die voldoen aan de daartoe gestelde eisen. Met betrekking tot het werken achter automatiseringsapparatuur heeft IDI een bijdrage geleverd m.b.t tot het aanschaffen van nieuw meubilair en is op ad hoc-basis geadviseerd over de inrichting van individuele werkplekken. T.b.v. van een visueel gehandicapte medewerker is dankzij een bijdrage van het ABP het vergrotingsprogramma LP-DOS aangeschaft voor de computer en met een bijdrage van de ziektekostenverzekeraar na een positief advies van de geneesheer-specialist is een TV-loep aangeschaft opdat betrokkenen facturen e.d. beter kan lezen.
42
Telewerken Telewerken valt, evenals andere vormen van thuiswerk, ook nu onder de Arbo-wet indien er sprake is van een arbeidsovereenkomst of van een gezagsverhouding (bv. leerlingen/stagiares). De werkgever heeft behalve de verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden op het werk in de regel ook de verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden thuis. In 1994 is thuiswerken (telewerken) binnen de directie Flevoland officieel mogelijk geworden. Een voorstel van die strekking heeft de instemming van de dienstcommissie. Op individuele basis en onder verantwoordelijkheid van de lijn kunnen contracten worden afgesloten waarbij eventuele financiele risico's op het terrein van de particuliere inboedelverzekering zullen worden afgedekt. Ziekteverzuim /registra tie 1. Ziekteverzuim In 1994 bedroeg het ziekteverzuim 5,1 %. Daarmee heeft de daling die in 1992 is ingezet zich onverminderd doorgezet. In 1993 bedroeg het nog 6,7 %. Het verzuim van mannelijke medewerkers was 4,87 (1993 = 6,2 %) en van vrouwelijke medewerkers 6,33 % (1993 = 9,3 %). De meldingsfrequentie bleef op 1,11 steken. Deze bedroeg in 1993 1,32. De daling van het verzuim komt in hoofdzaak voort uit een daling van de gemiddelde verzuimduur van 42 (1993) naar 21 dagen. In 1994 werd de afkeuringsprocedure cq. herplaatsingsprocedure van 4 medewerkers afgerond. 3 personen werden volledig afgekeurd en 2 medewerkers voor respectievelijk 50 en 60 % herplaatst. Een gedeeltelijk afgekeurde medewerker (WAGW'er) is i.v.m. toegenomen arbeidsgeschiktheid binnen de directie weer volledig herplaatst. Door de strengere criteria inzake afkeuring moeten meer medewerkers die hun oude functie niet meer kunnen uitoefenen herplaatst worden. Het geeft steeds meer problemen deze medewerkers binnen de eigen krimpende directie te herplaatsen. Het is niet uitgesloten dat in de toekomst daarom vaker een beroep gedaan moet worden op herplaatsingswachtgeld.
Activiteiten in het kader van beheersing van ziekteverzuim 1. Managementinformatie: per kwartaal ontvangen de managers een overzicht van het ziekteverzuim van de eigen (hoofd)afdeling. Eveneens ontvangen zij periodiek een overzicht van frequent veelvuldig verzuim (6x of meer per jaar). Per maand ontvangt men een overzicht van de medewerkers die langer dan 1 maand ziek zijn. 2. Bedrijfsfitness: in oktober is gestart met bedrijfsfitness bij Medigym voor een proef periode van een half jaar. Alle 120 belangstellenden (HID 1, P&O 5, CX 10, RS 2, ID 18, Ll 2 1 , SO 15, WV 26, AN 22) zijn vooraf getest Er draaien 8 groepen. In de eerste maand is ongeveer 30 % van de belangstellenden gestopt. Daarna is het deelnemersaantal stabiel gebleven. Voor 1 april 1995 zal de proef worden geevalueerd en zal besloten worden of en in welke vorm de bedrijfsfitness zal worden voortgezet.
Bedrijfsfitness
Medi-gym De fitness-lessen zijn van start gegaan. Naar aanleiding van de fit-test is enige commote ontstaan omdat diverse personen zijn doorverwezen naaar zowel de bedrijfsarts als huisarts. Achteraf is naar voren gekomen dat de bloeddrukmeter, gebruikt bij de fit-test, niet goed functoneerde.
43
3. Sociaal Medisch Team: het accent in de maandelijkse besprekingen is verlegd van bespreking langdurige arbeidsongeschiktheid naar verzuimpreventie. Er is veel aandacht besteed aan werkplekaanpassingen in het kader van de reintegrate van medewerkers. Bij het SMT is periodiek de arbeidskundige van het ABP en de Arbo-functionaris aanwezig. 4. Informatiebijeenkomst ziekteverzuimbegeleiding: door het SMT is voor leidinggevenden een informatiebijeenkomst voorbereid waarbij de rol van de chef centraal staat. Deze bijeenkomst vindt medio in 1995 plaats. M.b.t. het begeleiden van zieken en hen weer integreren in het arbeidsproces zijn in het afgelopen verslagjaar binnen ID positieve resultaten bereikt waarbij het creatief en flexibel opstellen van zowel de betrokken medewerkers als de afdeling en dienst essentieel geweest zijn. 5. Periodieke keuringen: in afwachting van de ondertekening van het verzuimcontract tussen het minister V. en W. en de RBB inzake dienstverlening RBB is gewerkt aan het wegwerken van de achterstand m.b.t periodieke keuringen. Voorrang is gegeven aan persluchtmaskerdrager en audiometrisch onderzoek. In het begin van 1995 zal een keuze worden gemaakt inzake het houden van (vrijwillige) periodieke keuringen binnen de financiele ruimte. 6. Ongevallen: er is een procedure afgesproken voor het melden en registreren van ongevallen. Daarbij is uitgegaan van het nieuwe meldingsformulier van het ministerie van SWZ. Er hebben in 1994 geen ongevallen plaatsgevonden die tot ziekteverzuim hebben geleid. Brainstormen over aids op de werkplek V&W-ers op de werkplek gaan bewuster om met de onderwerpen aids en seropositiviteit Bedrijfsmaatschappelijk werkers, bedrijfsartsen en personen van diverse dienstonderdelen daarom rond de tafel gaan zitten om te praten over dit onderwerp. Directe aanleiding is het aanbod van de Bedrijfsgezondsheidsdienst om workshops over aids tegeven aan P-werkers. bedrijfsartsen, bedrijfsmaatschappelijk werkers en directeteams binnen V&W. Uit het brainstormgroepje kwam naar voren dat respect voor het individu altijd het centrale uitgangspunt moet zijn. Als een medewerker (werknemer) kenbaar maakt dat hij of zij besmet is met het HIV-virus dan wel aids heeft. dan zullen de beteffende lijnchefs goed op de hoogte moeten zijn van de medische aspecten van deze ziekte als van de psycho-sociale kanten. Het management zal in de gaten houden hoe de werkvloer reageert en ingrijpen als de betreffende werknemer negatief wordt bejegend. Dat houdt in dat het management het eigen personeel moet voorlichten over wat een ziekte als aids nu eigenlijk inhoudt. De leden van de groep vinden het een goed idee om een onderwerp als aids op te hangen aan de Arbo-wet Maar vooralsnog is het niet de bedoeling dat er nu een centraal beleid wordt opgezet Het lijkt ons zinvoller dat de diensten dit zelf oppikken en aan de slag gaan. De leden van het discussiegroepje gaan het onderwerp aankaarten binnen hun eigen diensten om te bezien in hoeverre daar belangstelling is voor de workshops van de bedrijfsgezondheidsdienst Aan het einde van het jaar komen de leden weer bij elkaar om de ontwikkelingen te bezien.
Bij de directie Flevoland is door de RBB de nodige aandacht besteed aan aids. Tijdens training van EHBO en BHV is het gebruik van beschermende middelen uitgebreid behandeld. Gezien een besmette medewerker is het management gelnformeerd en zal continu informatie/coaching van de leiding afhankelijk van de (medische/sociaal psychische) situatie van betrokkene plaatsvinden. Begeleiding van jongeren Bij de dienst zijn geen jongeren in vaste of tijdelijke dienst jonger dan 18 jaar. Werkoverleg Het gestructureerd werkoverleg vindt niet op alle afdelingen plaats. Waar dit gehouden wordt komen de Arbo-vgw zaken uitsluitend ad-hoc aan de orde. Arbo-functionaris adviseert de lijn om in het gestructureerde werkoverleg op alle niveaus in de organisate Arbo-aangelegenheden als vast agendapunt op te nemen. Hij verzoekt de Arbo-contactpersonen hierop toe te zien en onder de aandacht van de betrokken chefs te brengen. Functioneringsgesprekken Eind 1994 heeft 60 % van alle DFI medewerkers de cursus functioneringsgesprekken gevolgd. In 1995 wordt deze cursus onverminderd voortgezet. Inmiddels wordt bij 50 % van de directie Flevoland periodiek (minimaal 1x per jaar) functioneringsgesprekken gehouden. Daarbij wordt veelvuldig aandacht besteed aan o.a. opleidingen.
45
6 Samenwerking met de Dienstcommissie
De samenwerking met de Werkgroep Arbo-zaken van de Dienstcommssie is in de verslagjaren als posittef ervaren. De verslagen van de Arbo-werkgroep worden ter kennisname aan de dienstcommissie toegezonden. Onderstaand treft u de bijdrage van de Arbo-werkgroep-dienstcommissie aan. Het beteft een weergave van de belangrijkste Arbo-aangelegenheden die in het Overleg met de HID aan de orde zijn geweest. In haar vergadering van 23 januari 1995 is de Dienstcommissie directie Usselmeergebied (voorheen directie Flevoland) accoord gegaan met deze
bijdrage. De Dienstcommissie heeft in 1994 Overleg gevoerd met de dienstleiding over de navolgende Arbo-zaken: Renovatie Smedinghuis De Dienstcommissie heeft ingestemd met het advies van de Consensuscommissie om aan de individuele keuzevrijheid van de medewerkers tegemoet te komen door hen wat de kleurstelling van bureaustoelen en accessoires betreft te laten kiezen uit drie kleuren. Op 1 maart 1994 is de Renovatie Smedinghuis van start gegaan.
Inrichting eerste verdieping Smedinghuis Door de dienstleiding is een uiteenzetting gegeven van de technische mogelijkheden en onmogelijkheden met betrekking tot de inrichting van de eerste verdieping. Aan de orde was de uitwerking van het programma van eisen, waarbij als randvoorwaarden gesteld zijn, het verhelpen van de bestaande tochthinder, een optimale beveiliging alsmede het bevorderen van de vereiste klantvriendelijkheid. De DC is nu nog in afwachting van een uitgewerkt voorstel van de dienstleiding. Huisvesting In de Overlegvergadering van 21 juli is door het Hoofd SO - de heer mr. H.A. Kramer - een uitzetting gegeven van de ondernomen acties aangaande de huisvesting van de rijksdiensten in Lelystad. Hierbij waren naast de directie ook het ministerie V en W, het RIZA en de Rijksgebouwendienst betrokken. Door directie Flevoland en het RIZA is een werkgroep ingesteld, die de opdracht heeft meegekregen goede basisgegevens te leveren voor het te voeren beleid en dit toegespitst op de huisvesting van beide directies in Lelystad. De resultaten van deze werkgroep wacht de Dienstcommissie af. Tevens werd in dit Overleg meegedeeld dat per 1 januari 1995 de directie der Domeinen van het ministerie van Financien in het Smedinghuis gehuisvest zal worden.
Beveiliging parkeerplaats In diverse Overlegvergaderingen is door de Dienstcommissie aangedrongen op de uitvoering van de beveiliging parkeerplaats. Doordat er nog overleg plaats moest vinden met de politie en met de gemeente Lelystad heeft de uitvoering vertraging opgelopen. In december is een begin gemaakt met uitvoering van de beveiliging van de parkeerplaats. Beveiligingsplan Smedinghuis Regelmatg heeft er Overleg plaatsgevonden over het Beveiligingsplan Smedinghuis. Voorgesteld is om een plan in te brengen, dat gebaseerd is op het uitgangspunt van optimale beveiliging met gecontroleerde toegangen c.q. uitgangen. Bedrijfsfitness en periodiek geneeskundig onderzoek In 1994 heeft verschillende keren Overleg plaatsgevonden over de invoering van bedrijfsfitness, waarbij o.a. aan de orde zijn geweest de kostenverdeling en het plaatshebben ervan in dienstijd/eigen tijd, en vrijwillige medische keuring. De bedrijfsfitness is op 1 oktober 1994 ingegaan en zal na een half jaar worden geevalueerd. Ten aanzien van het periodiek geneeskundig onderzoek is door de dienstleiding meegedeeld, dat met het RBB wordt overlegd over de vormgeving, waarbij het uitgangspunt is eenmaal in de vier jaar voor alle medewerkers. Tevens zal een inventarisatie plaatsinden van risicogroepen die het eerst aan de beurt moeten komen. Het onderzoek zal in principe op vrijwillige basis plaatsvinden, tenzij de bedrijfsarts voor bepaalde functies een mindere vrijblijvendheid adviseert. A. van der Scheer voorzitter Dienstcommissie
7
Nawoord
Binnen de directie Flevoland wordt aan de benodigde Arbo-zaken een brede bekendheid gegeven. Dit mede ook door middel van artikelen in het personeelsblad Cultuurwijzer. Gesteld kan dan ook worden dat uit het verslag blijkt dat een en ander tevens heeft bijgedragen tot Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu binnen de directie Flevoland. De samenwerking met de Arbo-functionarissen binnen RWS is optimaal. Samenvattend hebben in 1994 o.a. de navolgende aangelegenheden aandacht gekregen en zullen voor het jaarplan 1995 de volgende zaken de aandacht krijgen: 1994 * renovatie Smedinghuis; * bedrijfshylpverlening incl. de (herhalings)opleidingen; * aanpassing keuken personeelsverblijf en bedrijfsrestaurant Smedinghuis; " douchegelegenheid; * beveiliging parkeerplaats; * aankoop Flyte-Suits, aktiewagens.
1995 * Veilig werken Betreft adviezen voor een aanpak door derden zoals verkeerstellingen, verkeersonderzoek, veiligheidstrainingen chauffeurs. In deze adviezen zou meer structureel aandacht kunnen worden besteed aan het Arboaspect voor de uitvoerenden. * Nieuwe kantoorhuisvesting Knelpunt: werkplekonderzoek. Verlichting kantoorkamers niet geschikt voor PC-werk. Niet alle pc's op KA. Nieuw meubilair —> voorlichting gebruiksmogelijkheden te weinig. " renovatie EHBO-kamer Smedinghuis; * risico-inventarisatie; * bouwprocesbesluit; * beveiliging gecontoleerde toe- en uitgangen hoofdgebouw. Tevens zal de directie te maken gaan krijgen met gecertificeerde Arbo-diensten die de risico-inventarisaties van de diensten onder hun hoede krijgen. Voor het oprichten van de Arbo-diensten is in 1993 een start gemaakt. Naar verwachting zal de verzelfstandigde Bedrijfsgezondheidsdienst RBB in 1995 als gecertificeerde Arbo-dienst voor de gehele Rijkswaterstaat worden ingezet. Voor de relatie tussen werkgever en werknemers betekent dit dat overleg over optimalisering van de arbeidsomstandigheden een vast punt op de agenda moet zijn. Daarbij kan de ondersteunende deskundige dienst, de RBB, een rol spelen.
In het nawoord van het gecombineerde jaarverslag 1992/1993 werd aan alle hoofd-/stafafdelingen gevraagd tekst te leveren betreffende Arbo-aangelegenheden, zoals wat heeft de afdeling gedaan aan Arbo-zaken en wat is het voornemen. Het aanleveren van deze teksten aan het Arbo-secretariaat zal dan via de Arbo-contactpersonen van de afdelingen geschieden. Helaas hebben ten behoeve van het Arbo-jaarverslag 1994 niet alle hoofd-/ stafafdelingen aan bovengenoemde gevraagde gehoor gegeven. Bij navraag is gebleken dat Arbo-verslaglegging niet de hoogste prioriteit heeft binnen hun afdeling. Voor de verzorging van het Arbo-secretariaat en het samenstellen van dit Arbo-jaarverslag wil ik namens de Arbo-werkgroep mevrouw C. Hazeborg hartelijk bedanken. Een deel van de cartoons zijn verzorgd door de heer R. Nagel. De Arbo-functionaris ing. F.W. Messemaker Lelystad, juni 1995
50
Bijlagen
- Arbo-structuur directie Flevoland - BHV activiteiten 1994 * overzicht opleidingen BHV/SOLAS/Verkeersveiligheid - Verzendlijst Arbo-jaarverslag - Lijst met afkortingen
51
ARBO-structuur
1 ARBO-werkgroep en Codrdinatiecommissie VGW afdeling Uitvoering Het voorzitterschap van de in 1982 ingestelde Coordinatiecommissie VGW wordt vervuld door het hoofd afdeling Uitvoering. De taken van de Arbowerkgroep en de Coordinatiecommissie VGW komen in het algemeen met elkaar overeen. Het kenmerkende verschil is dat de Coordinatiecommissie is ingesteld voor het UPL en de werkleiding, terwijl de Arbo-werkgroep zich in principe bezig houdt met het totale Arbo-beleid voor de directe Flevoland. Gezien het bovenvermelde zijn geen wijzigingen aangebracht in de samenstelling en de taken van de Coordinatiecommissie. Een eventueel noodzakelijke afstemming tussen de Arbo-werkgroep en de Commissie zal vooralsnog plaatsvinden door het uitwisselen van verslagen en de deelneming van de voorzitter van deze commissie en de Veiligheidsfunctionaris LIU aan het overleg van de Arbo-werkgroep. 2 Positie en bevoegdheden Arbo-functionaris en werkgroep De Arbo-functionaris functioneert rechtstreeks onder verantwoordelijkheid van de HID. De Arbo-functionaris beschikt bij de uitoefening van zijn taken over ondervermelde bevoegdheden tw.: - het gevraagd en ongevraagd adviseren van HID, directieteam en lijnchefs over het te voeren Arbo-beleid, de van toepassin zijnde Veiligheidsbesluiten en de in verband hiermee te treffen maatregelen; - het binnen het vastgestelde beleid geven van richtijnen (aan Veiligheidsfunctionarissen en het lijnmanagement) voor het verzamelen en beschikbaarstellen van in het kader van het Arbo-beleid benodigde gegevens; - het binnen het vastgestelde beleid opstellen van procedures voor de behandeling van Arbo-aangelegenheden; - het controleren en bewaken van de voortgang en de afdoening van klachten en adviezen over de arbeidsomstandigheden; - het vertegenwoordigen van de HID in zowel interne als externe overlegsituaties over Arbo-aangelegenheden, o.a. in de Sociaal-Team besprekingen (voor zover het "Arbo-aangelegenheden" betreft). De hoofdtaak van de werkgroep is het ondersteunen van de Arbo-functionaris bij het initieren, coordineren en uitvoeren van het bij de directie Flevoland te voeren Arbo-beleid. De functie van Arbo-functionaris wordt uitgeoefend door de heer ing. F.W. Messemaker. In deze functie treedt hij ook op als voorzitter van de Arbowerkgroep. 3
Positie, bevoegdheden en taakverdeling van de veiligheidsfunctionarissen Zij zijn bevoegd tot - het binnen het vastgestelde Arbo-beleid gevraagd en ongevraagd adviseren van lijnchefs, in het bijzonder over de veiligheids-wetgeving, en de in verband hiermee in de werksituatie te treffen veiligheidsmaatregelen; - het verrichten van veiligheids- en werkplekonderzoeken in de werkorganisatie.
52
In de Arbo-structuur van de directie Flevoland wordt de functie van veiligheidsfunctionaris a.p. op ad hoc basis waargenomen door de heer J. van den Burg van de afdeling ID. Binnen de daarvoor in het verleden vastgestelde kaders functioneert de heer A.C. van Nieuwenhuyzen tijdelijk als Veiligheidsfunctionaris voor de UPL-medewerkers en hun directe werkleiding. Voor de veiligheidsaangelegenheden en de werksituatie in het Smedinghuis en (de op dit moment aanwezige) dependances functioneert de heer Messemaker als aanspreekpunt 4 Samenstelling van de Arbo-werkgroep De Arbo-werkgroep bestaat uit de volgende leden: - Arbo-functionaris: de heer F.W. Messemaker, voorzitter - Veiligheidsfunctionarissen: voor het ambtelijk gedeelte de heer J. van den Burg (tijd.waarnemer); en de heer A.C. van Nieuwenhuijzen (waarnemer) voor het UPL.; - Namens de afd. Personeelzaken: de heer J. Boogaard - Hoofd Huishoudelijke Zaken: de heer H. Tiemes - Voorzitter Coordinatiecommissie VGW: de heer R. Spriensma - Secretariaat mevrouw C. Hazeborg Ad-hoc leden - bedrijfsarts: mevrouw M. Pol-Douwes; - Bedrijfsmaatschappelijk werk: mevrouw T. Zonneveld en de heer T. van Vuuren; - Arbo-contactpersonen: Stafafdelingen CX/P&O : de heer G.W.H. Harmsen Hoofdafdeling RF : de heer J. van den Burg Hoofdafdeling AN : de heer R. Buursink Hoofdafdeling WV : de heer N. Davidse Hoofdafdeling Ll : de heer J. Penninkhof Hoofdafdeling SO : mw. F. Stavast 5 Arbo-taakverdeling en verantwoordelijkheden Binnen de voor de directie Flevoland vastgestelde Arbo-structuur is sprake van een verdeling van de Arbo-taken en de daarbij behorende verantwoordelijkheden. Deze verdeling ziet er als volgt uit: HID Is verantwoordelijk voor het Arbo-beleid Moet belangrijke voornemens t.a.v. • reorganisaties • automatisering • huisvesting doen toetsen aan de Arbo-wetgeving en de bepalingen dienaangaande daarin laten verwerken.
53
Lijnmanagement Dagelijks verantwoordelijk voor het Arbo-beleid binnen het eigen onderdeel. Actiepunten en instrumenten: * functioneringsgesprekken (problemen, opleiding, loopbaan); * werkoverleg (veiligheid, gezondheid en welzijn); * instructie en voorlichting; * veiligheidsbeoordelingen; * melding bedrijfsongevallen; * ziekteverzuim: registratie en -analyse (voorshands bij PX); * samenwerking met andere werkgevers. Medewerkerls verantwoordelijk voor de wijze waarop hij/zij zijn/haar werk verricht en het op de juiste wijze gebruiken van machines, toestellen, werktuigen etc. Hierbij dient o.a. te worden gedacht aan: * het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen; * het in acht nemen van instructies en voorschriften; * het melden van gevaarlijke werksituaties en (bijna-) ongevallen; * het voorkomen van gevaar voor hem/haarzelf, collega's en derden. Arbo-functionaris en - werkgroep Ondersteunt de HID en het lijnmanagement. Heeft een vooriichtende en een adviserende taak. Voert (centrale) taken uit, die niet kunnen worden gedelegeerd aan het lijnmanagement. Hierbij dient o.a. te worden gedacht aan: * het geven van algemene voorlichting over VGW; * het geven van voorlichting over persoonlijke beschermingsmidde Ien, blusmiddelen etc.; * het centraal organiseren van cursussen (EHBO, SOLAS, verkeersveiligheidstraining. etc.); * het controleren en bewaken van de voortgang en de afdoening van klachten en adviezen; * veiligheidsonderzoeken; * analyse ziekteverzuim; " contacten onderhouden met: - Arbo-organisaties; - Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandigheden (NIA); - Ministerie van Verkeer en Waterstaat, directie Facilitaire Zaken, Facilitair Advies en Coordinatie; - Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; - Rijks Bedrijfs Gezondheids en Bedrijfsveiligheidsdienst (RBB) - RICAS - trainingscentrum te Ede. Arbo-contactpersonen De Arbo-contactpersonen fungeren als eerste aanspreekpunt tussen Arbowerkgroep en de hoofd-/stafafdeling waartoe zij behoren. De lijn dient bepaalde acties, vanuit het werkoverleg, via de contactpersonen door te sluizen naar de Arbo-functionaris c.q. Arbo-secretariaat De Arbo-contactpersonen hebben geen zitting in de Arbo-werkgroepbesprekingen maar ontvangen wel de verslagen van de Arbo-werkgroep. Zonodig worden de Arbo-contactpersonen op ad-hoc basis uitgenodigd om deel te nemen aan de Arbo-werkgroepbespreking.
54
BHV-activiteiten 1994 22 februari
herhaling perslucht (Capelle aan de Ussel).
7 maart
herhaling EHBO.
21 maart
herhaling EHBO.
22 maart
herhaling perslucht (Rijsenhout).
30 maart
algemene ledenvergadering (NVB Noordwest).
5 april
herhaling BHV, met Lotusslachtoffers.
11 april
herhaling EHBO.
28 april
oefendag (NVB Noordwest).
18 mei
thema/informatiedag (NVB Noordwest).
13 September
herhaling BHV, met Lotusslachtoffers.
6 oktober 11 oktober
oefendag (NVB Noordwest). BHV oefendag (incl. herhaling reanimatie).
2 november
thema/informatiedag (NVB Noordwest).
8 november
herhaling BHV, met Lotusslachtoffers.
29/30 november
BHV-oefendagen, met Lotusslachtoffers.
55
RWS Directie Flevoland Overzicht opleidingen buitendienst medewerkers Brandbestrijding elemental rvcaiill IICJUC cupri
cnBU AXJ„I:_.—
__
Afdeling Naam ,r
1 Antwerpen ACM. 2 Berg v.d. A. 3 Beukers L. 4 Broekhof HJ. W.A. 5 Brink 6 Cornelissen B. K. 7 Elp v. 8 Hanekamp R. 9 Heidekamp B. lOHemertv. J.N.J. 11 Hoogeveen H. 12Horstv.d. F.T.J.M. 13 Jousma L 14 Kley v.d. N. M.E. 15 Koers 16 Koopman J. 17Kooy G. 18 Kouwenhove n 19 Kranenburg DJ.C. 20 Lanjouw F. 21 Lemstra D. 22 Maaswinkel R. 23 Marel v.d. M.C. 24 Meer v.d. A. H. 25 Pee Totaal: x gediplomeerd
56
ANY ANY ANY ANY ANY WVL WVW WVL ANY ANY ANY ANY ANY ANY ANM ANM ANM ANY WVL WVL ANY ANY ANY ANY ANY
* X
X
<
X
<
X
X <
X
X
X
X
X
X
X
X
X
x
x
K
X
X
X
X X
X
X
X
X X X X X
X
X X
X
X
X
X X
25
1
verlopen
RWS Directie Flevoland Overzicht opleidingen buitendienst medewerkers Brandbestrijding elementair Reanimate EHBO Afdeling Naam 1 Prinse 2 Roukema 3 Ronde 4 Rooseboom 5 Scheltus 6 Schipper 7 Schokker 8 Schurink 9 Sellis 10 Severs 11 Smid 12 Stnjker 13 Vahrmeijer 14 Verbaan 15Vriens 16Weertde 17 Woude v.d. 18Wubbels 19 Zomer
T. J. LC. J. B. H. J. H.R. B. A.J. A. J. L. H. E. H.W. H.
ANM ANAK ANM WVL WVT WVL ANY ANM WVW WVW ANY ANY WVL ANM ANY WVL ANY WVW ANY
x X X X X X X X X X X X X X X X X X X
20 21 22 23 24 25
Totaal:
19
11
x gediplomeerd
57
RWS Directie Flevoland Overzicht SOLAS opleidingen Persluchtmaskerdrager Brandbestrijding elementair Reanimate EHBO SOLAS B SOLAS A Logboek nr. Afdeling Naam 1 Broekhof 2 Heidekamp 3 Jonker 4 Jousma 5 Lemstra 6 Marel v.d. 7 Meer v.d. 8 Smid 9 Spaan 10 Wagemakers 11 Wieten 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Totaal: x gediplomeerd
58
H.J. C. J. D. M.C. A. AJ. J.M. P. H.
ANYS ANYS ANYS ANYS ANYS ANYS ANYS ANYS ANYS ANYS ANYS
001339 000636 001340 001315 001310 001314 001317 940023 001324 940024
x
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
10
9
X
RWS Directie Flevoland Overzicht SOLAS opleldlngen Persluchtmaskerdrager Brandbestrijding elemental Reanimate EHBO SOLAS B SOLAS A Logboek nr. Afdeling Naam 1 Berkeveld 2 Braak 3Fikse 4Grul 5 Jongh de 6 Koers 7 Kooi 8 Koopman 9 Loosman 10 Prinse 11 Romkes 12 Rondede 13 Schurink 14 Spa 15 Veen v. 16 Verbaan 17 Westerink 18Wijnstok 19 20 21 22 23 24 25
Totaal:
C. W. H. A. L. M.E. G.J. J.C. K. T. R. LC. J. H.C.R. J. L. H.J. N.
ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANM ANMM ANM
001325 001343 001401 930016 930018 001342 001344 001338 001335 001341 001336 001313 000663 001329 001326 001327 940022 930017
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X X
X
18
14
9
1
1
x gediplomeerd
5»
RWS Directie Flevoland Overzicht SOLAS opleidingen Persluchtmaskerdrager Brandbestrijding elementair Reanimate EHBO SOLAS B SOLAS A Logboek nr. Afdeling
Naam 1 Bodde 2 Visser 3 Visser 4 Zondag 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Totaal: x gediplomeerd
H F. F. A
ANAK ANAK ANAK ANAK
940021 001394 001330 001331
x x x x
x x x x
RWS Directie Flevoland Overzicht SOLAS opleidingen Persluchtmaskerdrager Brandbestrijding elementair Reanimate EHBO SOLAS B SOLAS A Logboek nr.
I
Afdeling
Naam 1 Descendre 2 Hanekamp 3 Kranenburg 4 Schipper 5 Weert de 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
A. P. R. D.J.C. B. E.
WXLR WXLR WXLR WXLR WXLR
001403 001404 001333 001334 001332
x X X X X
Totaal: x gediplomeerd
ci
RWS Directie Flevoland Overzicht SOLAS opleidingen Persluchtmaskerdrager Brandbestrijding elemental Reanimate EHBO SOLAS B SOLAS A Logboek nr. Afdeling
ir
Naam 1 Beemster 2 Bruinsma 3 Koopman 4 Oosterberg 5 Scheer v.d. 6 Staffer mw. 7 Venhuizen 8 Winkels 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 Totaal: x gediplomeerd
A.H Y. F.M W. A. M. B, H.
001391 001402 001453 001396 001400 940025 001391 001398
X
X
X
x
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
8
8
x
x
v x
1
1
RWS Directie Flevoland Overzicht SOLAS opleidingen Persluchtmaskerdrager Brandbestijding elementair
Reanimate EHBO SOLAS B SOLAS A Logboek nr. Afdeling
Naam 1 Burg v.d. 2 Meulen v.d. 3 Nijhof 4
J. M. W.S.
IDA IDA IDA
001227 001321 001345
x x x
x x x
x x
x x
x x x
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 Totaal: x gediplomeerd
63
RWS Directie Flevoland Deelnemers herhalingstrainingen SOLAS 1994 15Juni1994
64
20 September 1994
1 Descendre
A. P.
WXLR
1 Ronde de
L
ANM
2 Weert de
E.
WXLR
2 Verbaan
L.
ANM
3 Beemster
A.H.
LIOW
3 Jongh de
L.F.
ANMI
4 Nijhof
W.S.
IDA
4 Wijnstok
N.H.J.
ANMI
5 Meulen v.d.
M.
IDA
5Grul
A.D.
ANMI
6 Jousma
J.
ANYS
6 Berkeveld
C.
ANMI
7 Heidekamp
B.
AN
7 Poog
P.
ANAK
8 Lemstra
D.
ANYS
8
9
9
10
10
11
11
12
12
RWS Directie Flevoland Deelnemers opleiding SOLAS A en B 1994
SOLAS A 1 Bodde
H.
2 Smid
A.J.
3 Staffer mevr.
M.
4 Westerink 5 Wieten
SOLAS B ANA
1 Bodde
H.
ANA
2 Smid
AJ.
ANM
LIOB
3 Staffer mevr.
M.
LIOB
H.J.
ANM
4 Westerink
H.J.
ANM
H.
ANY
5 Wieten
H.
ANY
6
6
7
7
8
8
9
9
10
10
11
11
12
12
65
RWS Directie Flevoland Overzicht opleidingen BHV Reanimate EHBO BHV-A Persluchtmaskerdrager Brandweer Afdeling
—
Naam 1 Balgobind B. 2 Bastiaans J. P. 3 Beemster AH. 4 Berkeveld C. 5 Bruinsma P. 6 Burg v.d. J. 7 Diender A.G. H.H.M 8 Gebbeken 9 Gerards LJ. 10 Haga M. 11 ImmingH.F. de Vries 12Jager G. F.R. 13 Jezuit HJ. 14Lans 15 Messemaker F.W. 16 Meulen v.d. M. 17 Noppers W. 18 0lstv. J.A. 19 Posthuma M. 20 Postma S. A. 21 Pothof 22 Schipper J. 23 Selm v. J.D. 24 Spa H.C.R. 25 Staverman R.G.T. 26 Strik N.F. 27 Werfhorst v.d. E.
Totaal: X gediplomeerd
T WW IDA LIOW ANMI WVT IDA IDB WVLB CXC IDA IDB RS ANMI CXT ARBO IDA WVLB SOPT RFR WVT CXC WVT PXP ANMI LIC CXFE IDG
X X
X
x x
X X X
X
x
X X X
X
x x
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
x x
x x X
x
X X
x x
x
X
x
x
x x
x x
x X
x x
X
X X
X
X
X
X
X
8
17
19
20
Verzendlijst ARBO-jaarverslag Directie Flevoland 1994 Hoofdingenieur-directeur Hoofden van de hoofd/stafafdelingen Dienstkringhoofden Dienstcommissie Leden Arbo-werkgroep en Arbo-contactpersonen Bedrijfsmaatschappelijk werksters
Archief Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat t.a.v. mevrouw K. van Woerkens Postbus 20906 2500 EX Den Haag Rijks Bedrijfsgezondheids-en Bedrijfsveiligheidsdienst ta.v. mevrouw M. Pol-Douwes, bedrijfsarts Postbus 1093 8200 AP Lelystad Rijks Bedrijfsgezondheids-en Bedrijfsveiligheidsdienst ta.v. de heer Weber Postbus 273 1780 AG Den Helder Rijks Bedrijfsgezondheids- en veiligheidsdienst Hoofd Bureau Bedrijfshulpverlening G.A. van Heiningen Postbus 252 9400 AG Assen Nederlands Instituut Arbeidsomstandigheden Postbus 5665 1007 AR Amsterdam Ministerie van Verkeer en Waterstaat, directe Facilitate Zaken Facilitair Advies en Coordinate ta.v. de heerC. Leenders Postbus 20901 2500 EX Den Haag Dienst voor Inspectie en Informatie van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid Regio Oost t.b.v. directie Usselmeergebied Postbus 9018 6800 DX Arnhem Dienst voor Inspectie en Informatie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Regio Noord tb.v. Afsluitdijk Kornwerderzand Engelse Kamp 4 9722 AX Groningen
Dienst voor Inspectie en Informatie van het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid Regio Noordwest t.b.v. Afsluitdijk Den Oever Postbus 58366 1040 HJ Amsterdam Nederlandse Vereniging Bedrijfshulpverlening afdeling Noord-West H.J.E. Wenckebachweg 151 1096 A M Amsterdam Brandweer gemeente Lelystad t.a.v. commandant de heer ing. R. Hommes Gordiaandreef 101 8233 AB Lelystad Algemeen Bureau voor Ongevallenpreventie en Materieelzaken (ABOMA) Pascalstraat 9 Postbus 141 6710 BC Ede
Lijst van afkortingen Arbo
- Arbeidsomstandighedenwet
HID
- Hoofdingenieur-Directeur
DC
- Dienstcommissie
RWS
- Rijkswaterstaat
HW
- Hoofddirectie van de Waterstaat
RBB
- Rijks Bedrijfsgezondheids- en Bedrijfsveiligheidsdienst
VGW
- Veiligheid, Gezondheid e n Welzijn
SOLAS
- Safety O f Life A t Sea
BZB
- Bedrijfszelfbescherming
BHV
- Bedrijfshulpverlening
NIA
- Nederlands Instituut Arbeidsomstandigheden
DX
- Stafafdeling Directiesecretariaat
P&O
- Stafafdeling Personeel en Organisatie
CX
- Stafafdeling Controller
RS
- Stafafdeling Strategische en Juridische Zaken
ID
- Stafafdeling Interne Dienst
AN
- Hoofdafdeling Waterhuishouding en Vaarwegen
WV
- Hoofdafdeling Wegen en Verkeer
Ll
- Hoofdafdeling Landinrichting
LIU
- Afdeling Uitvoering
UPL
- Uitvoerend Personeel Landinrichting
SO
- Hoofdafdeling Sociaal-Economische en Stedebouwkundige Ontwikkeling
FAC
- Facilitair Advies en Coordinate van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
FAZ
- Directie Facilitaire zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
NVB
- Nederlandse Vereniging Bedrijfshulpverlening
BIM
- Bedrijfs Interne Milieuzorg
ABOMA
- Algemeen Bureau voor Ongevallenpreventie en Materieelzaken te Ede
GWW
- Grond-, water- en wegenbouw
RAW
- Stichting Rationalisate en Automatisering Grand-, water- en wegenbouw
CROW
- Stichting Centum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grand-, water en wegenbouw en de Verkeerstechniek
n
BOV
- Beroepsopleiding Verkeersveiligheid
EOD
- Explosieven Opruimings Dienst
SMT
- Sociaal Medisch
ROVF
- Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Flevoland