Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
Inleiding Met de invoering van de Wet kinderopvang januari 2005 wordt de verantwoordelijkheid voor een goede kwaliteit meer bij de kinderopvang zelf gelegd. De wet regelt dat de opvang moet bijdragen aan een goede gezonde ontwikkeling van het kind in een gezonde omgeving. Deze wet stelt als eis dat iedere dagopvang een risico-inventarisatie met betrekking tot veiligheid en gezondheid uitvoert en zo inzicht geeft in de veiligheid- en gezondheidsrisico’s die de opvang van kinderen met zich mee brengt in een peuteropvang. Jonge kinderen zijn kwetsbaarder. Er zijn een tal van factoren die de gezondheid beïnvloeden. Kinderen opvangen in een omgeving waarin een goede gezondheid zoveel mogelijk gewaarborgd is, gaat verder dan het voorkomen van kinderziekten. Zelfs als er in een peuteropvang geen zieke kinderen zijn, betekent dit niet automatisch dat kinderen hier niet aan risico’s blootgesteld zijn die een goede gezondheid ondermijnen. Verantwoord beleid op het gebied van gezondheid is dan ook heel belangrijk. Doormiddel van dit protocol en bijbehorende protocollen proberen wij een situatie te creëren waarin betrokkenen gezondheid/ veiligheid risico’s onderkennen en het handelen erop richten om ziekte te voorkomen. Het gedrag van kinderen, ouders en medewerkers staat dan ook centraal. Bij het tot stand komen van de risico-inventarisatie gezondheid is er door het LCHV voor gekozen om vier categorieën gezondheidsrisico’s uit te werken die hun weerslag kunnen hebben op de gezondheid van de kinderen, gedurende het verblijf bij de Peuteropvang. Het betreft gezondheidsrisico’s door overdracht van ziektekiemen, gezondheidsrisico’s als gevolg van binnen- en buitenmilieu en tenslotte gezondheidsrisico’s ten gevolge (van het uitblijven) van medisch handelen. De methode Veiligheidsmanagement van de Stichting Consument en Veiligheid gaat er vanuit dat een gezonde mix gevonden moet worden tussen het bieden van veiligheid en het bieden van voldoende leermomenten. Niet alle veiligheidsrisico’s kunnen of moeten worden afgedekt, wel moeten we de risico’s tot een aanvaardbaar minimum worden gereduceerd en kans op ernstig letsel moet voorkomen worden. Rol van de GGD Het toezicht gebeurt onder de Wet kinderopvang door de GGD. De GGD-inspecteur kan de gezonde opvang beoordelen op basis van de door mij uitgevoerde risico-inventarisatie, het actieplan, het pedagogisch beleidsplan en een observatie door de inspecteur van de wijze van uitvoeren van mijn plannen. Op deze manier wordt de kwaliteit van de kinderopvang beoordeeld.
Pagina 1 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
Gezondheidsmanagement binnen de Peuteropvang Jaarlijks inventariseren wij elke ruimte volgens de methode van het LCHV op gezondheidsrisico’s. Omdat gezondheid en gezondheid-gerelateerd gedrag geen vast gegeven is, is een frequente, jaarlijkse, inventarisatie nodig. Wanneer er een dusdanige verbouwing in een ruimte heeft plaatsgevonden zal er een nieuwe RI worden uitgevoerd. De inventarisatielijst helpt om risico’s zichtbaar te maken. In de praktijk is het vrijwel onmogelijk om gezondheidsrisico’s volledig uit te sluiten. Op de inventarisatielijst wordt een inschatting gemaakt van de kans dat een ongewenste situatie zich voordoet. Op basis van deze inschattingen kan er een actieplan gemaakt worden mocht het nodig zijn. Bij een risico ‘groot’ , zal het nemen van maatregelen een hoge prioriteit krijgen. Bij een risico ‘klein’, maken we een inschatting of aanvullende maatregelen wenselijk zijn om de situatie te optimaliseren. De laatste kolom van de inventarisatie lijst is een verwijzing naar een protocol of de huisregels waar in beschreven staat hoe wij met de situatie omgaan. Aansluitend wordt er een gezondheidsverslag gemaakt.
Pagina 2 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
Veiligheidsmanagement binnen de Peuteropvang Jaarlijks inventariseren wij elke ruimte volgens de methode van het LCHV op veiligheidsrisico’s. Deze inventarisatie vraagt niet zozeer om technisch inzicht maar om inzicht en ervaring met het doen en laten van kinderen. Door middel van inventarisatielijsten wordt er per ruimte “ongevallen” omschreven waarvan aangegeven wordt of de kans dat deze voorkomen groot of klein is. Vervolgens moet de kans op ernstig letsel bij een dergelijk ongeval worden gewaardeerd met groot of klein. De mogelijkheid uitgesloten geldt alleen voor die risico’s die zich niet voor kunnen doen omdat de materialen o.i.d. simpelweg niet aanwezig zijn. Elke dag kunnen zich risico’s voordoen. De registratie van deze ongevallen of gevaren is hierbij van groot belang. Voor beide gevallen zijn registratieformulieren opgenomen in de methode. Ter voorkoming van ongelukken en om de gevaren zoveel mogelijk te beperken zijn er huisregels opgesteld. Deze vastgestelde huisregels worden bij elke jaarlijkse RI, bij meerdere dezelfde ongelukken volgens de ongevallenregistratie, gecontroleerd evt. aangepast en teruggekoppeld. De huisregels voor de kinderen worden in de groep besproken, herhaald en toegepast. Door inventarisatie en registratie zijn de risicovolle situaties binnen de Peuteropvang in kaart gebracht. Op basis hier van kunnen actieplannen worden opgesteld waar in aangegeven wordt hoe wij de situatie gaan oplossen. Aansluitend wordt er een veiligheidsverslag gemaakt.
Pagina 3 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
INHOUDSOPGAVE 1.Gezondheidsprotocol 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Handhygiëne Ziekte van een beroepskracht Hoest en nies discipline Toilet hygiëne Hygiëne tijdens verschonen Een ziek kind Inschakelen van de GGD Gezond binnenmilieu
2.Schoonmaak 2.1 2.2 2.3 2.4
Schoonmaken Desinfectie Speelgoed Schoonmaakschema
3.Buitenruimte 3.1 3.2 3.3 3.4
Zandbak Zwembadjes Dieren en ongedierte Zonnebrand
Pagina 4 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
GEZONDHEIDSPROTOCOL 1.1 Handhygiëne Ziektekiemen worden onder meer via handen overgedragen. Een goede handhygiëne door beroepskrachten, maar ook door kinderen, is een van de meest effectieve manieren om besmettingen te voorkomen. -
Draag altijd zorg voor een goede handhygiëne Zorg voor kort geknipte nagels Draag zo min mogelijk sieraden Was de handen op cruciale momenten:
Wanneer moeten handen worden gewassen? Voor: het aanraken en bereiden van voedsel het eten of het helpen bij eten wondverzorging Na:
hoesten, niezen en snuiten toiletgebruik het verschonen van een kind (dus na elk kind) het afvegen van de billen van een kind contact met lichaamsvochten zoals: speeksel, snot, braaksel, ontlasting, wondvocht of bloed wondverzorging buiten spelen contact met de vuile was of de afvalbakken schoonmaakwerkzaamheden
Handen wassen gaat als volgt:
gebruik stromend water maak de handen nat en neem vloeibare zeep wrijf de handen over elkaar en zorg ervoor dat water en zeep over de gehele handen worden verdeeld was ook de vingertoppen en tussen de vingers, vergeet de duimen niet spoel de handen al wrijvend af onder stromend water droog de handen af met een papieren handdoek
In theorie zal het vrijwel onmogelijk zijn om kinderen na ieder kuchje de handen te laten wassen. Maak zelf een inschatting wanneer dat nodig is. Afspraak: wanneer handen zichtbaar vuil zijn is wassen noodzakelijk. Voor pedagogisch medewerkers en stagiaires geldt dat handen in ieder geval gewassen moeten worden na een hoestbui, voor het middag/avondeten, voor het maken en geven van een fles en voor en na het verzorgen van wondjes. Bij een goede taakverdeling, waarbij iemand die verkouden is en dus veel hoest, kun je risico’s beperken. Spreek dan bijvoorbeeld af dat een collega de bereiding van voeding voor zijn rekening neemt.
Pagina 5 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
1.2 Ziekte van een beroepskracht Draag altijd zorg voor een goede handhygiëne In het geval van buiktyfus, paratyfus, bloederige diarree en open tbc komen de medewerkers niet werken Overleg bij een mogelijke besmettelijke ziekte zoals diarree of huiduitslag met Arboarts/GGD Kom je ziek van vakantie terug moet er worden overwogen of hij/zij wel in de groep ingezet kan worden. Neem contact op met het management Draag zorg voor goede hoesthygiëne 1.3 Hoest en nies discipline Ziekteverwekkers uit de neus, mond en keel kunnen zich op verschillende manieren verspreiden. Door hoesten en niezen worden ziekteverwekkers via onzichtbare speekseldeeltjes verspreid in de lucht. Als deze vochtdruppeltjes door een ander worden ingeademd, nestelen de ziektekiemen zich bij deze persoon in de neus, mond, keel of longen met mogelijk ziekte tot gevolg. Wanneer de hand voor de mond wordt gehouden, kan besmetting optreden via de handen. Een andere verspreidingsweg is via snot of slijm. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een kind dat een snottebel wegveegt en met het vuile handje speelgoed vastpakt. Via het “besmette “speelgoed kan een ander kind op een later tijdstip besmet raken. Leer de kinderen tijdens het hoesten of niezen het hoofd weg te draaien of het hoofd te buigen Hoest of nies niet in de richting van een ander Houdt tijdens het hoesten of niezen een papieren zakdoek, de hand of de binnenkant van de elle boog voor de mond Was de handen na het hoesten, niezen of neus afvegen Laat kinderen regelmatig hun neus snuiten Gebruik telkens voor ieder kind een schone papieren handdoek 1.4 Toilet hygiëne Ontlasting en urine kunnen ziekteverwekkers bevatten, waardoor handen en sanitair maar ook contactvlakken in de sanitaire ruimte (kraan, de handdoekhouder, lichtschakelaar, de deurknop) besmet kunnen raken. Besmette oppervlakken kunnen fungeren als overdrachtsmedium. Op een later tijdstip kunnen langs deze weg overgebrachte ziekteverwekkers via hand-mond contact infecties teweeg brengen. Leer de kinderen dat ze na het toiletbezoek hun handen moeten wassen Let erop dat kinderen na het toiletbezoek hun handen wassen Leer kinderen hun handen goed wassen (zie bijlage 19, handleiding Handen wassen) Gebruik het zeepschuim of vloeibare zeep Gebruik papieren wegwerphanddoekjes Leer de kinderen plaats te nemen op het toilet zonder de handen op de wc bril te zetten We gebruiken geen potjes Laat kinderen geen speelgoed meenemen in een verschoonruimte of het toilet. 1.5 Hygiëne tijdens het verschonen Het verschonen van een kind brengt risico’s met zich mee vanwege het mogelijk de contact met ontlasting en urine. Er is aanzienlijke kans dat het kind, de pedagogisch medewerker of de omgeving besmet raakt met ziekteverwekkers. Waar moet op gelet worden? Verschonen doen we in de verschoonruimte waar we toegang hebben tot een waterkraan Gooi vuile luiers meteen weg in een afgesloten luieremmer Reinig de verschoonplek na iedere verschoonbeurt met een papieren handdoek met sanitair reiniger/ met een oplossing van water en allesreiniger in een plantenspuit Vervang het aankleedkussen als het gescheurd is Was na verschoning van elk kind de handen Eventuele handdoek wordt gebruikt ter afdekking van het aankleedkussen na reiniging van het verschoonkussen.
Pagina 6 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
De plastic hoes van het aankleedkussen zal na verloop van tijd gaan scheuren. Het schuimrubber zal dan bij het schoonmaken vocht opnemen. Dit zal een paradijs voor micro-organismen zijn. Vervang daarom kapotte aankleedkussens meteen! 1.6 Een ziek kind De Peuteropvang is niet berekend op de opvang voor zieke kinderen. Ziekte is echter een rekbaar begrip waardoor soms discussies ontstaan of een kind met ziekteverschijnselen wel naar de Peuteropvang mag of thuis moet blijven. Bij de beslissing hierover zijn 2 aspecten bepalend: het welbevinden van het zieke kind en de gezondheid van andere kinderen in de groep. Welbevinden kind Een kind dat hoge koorts heeft, regelmatig overgeeft of pijn lijdt, voelt zich niet prettig in een groep. Het is dan wenselijk dat het kind rust krijgt in een huiselijke omgeving. Observatie van een ziek kind door de pedagogisch medewerker is hierbij van belang. Let op: de pedagogisch medewerker is niet bevoegd om een diagnose te stellen. Het is de beslissing die je neemt of een kind op de groep kan blijven, of je de ouders moet waarschuwen, of dat je direct een arts moet waarschuwen. In het zieke kinderen protocol kunnen ouders lezen wat het beleid is ten aanzien van het ophalen van een ziek kind. Hier in staat ook beschreven wat het beleid is wanneer de huisarts wordt ingeschakeld en op welk moment wij direct naar de Eerste hulp gaan en wat de procedure is t.a.v. de ouders waarschuwen. Gezondheid van andere kinderen Bij enkele besmettelijke ziekten –die ernstig verlopen- mag een ziek kind niet naar de Peuteropvang komen, omdat de besmetting voor andere kinderen en pedagogisch medewerkers te groot is. Het tijdelijk niet toelaten van deze kinderen wordt “wering” genoemd en gebeurt altijd in overleg met de GGD. Huid- en wondverzorging Was handen voor en na wond- of huidverzorging zorgvuldig Spoel het wondje met water schoon Dep het pus/vocht uit de blaasjes of wondjes van kinderen regelmatig met een nieuw gaasje Dek de wond af om te voorkomen dat wondvocht of bloed tot besmetting van de omgeving leidt Verwissel de pleister of het verband regelmatig en in ieder geval als het doordrenktis met wondvocht of bloed Loopoor; regelmatig deppen van het pus, met een wattenbol, uit de oorschelp. Absoluut geen wattenstaafje, watje in het oor! Voorkomen van overdracht van ziektekiemen Gebruik papieren handdoeken Geef het kind eigen speelgoed Reinig speelgoed voordat andere kinderen dit krijgen Was de handen van de kinderen na krabben aan wondjes/blaasjes Gebruik eigen bord en beker Voorkom dat kinderen met een koortslip anderen zoenen Gebruik een speciaal hoesje om de thermometer om te voorkomen dat de thermometer verontreinigd raakt Desinfecteer de thermometer voor en na gebruik met alcohol 70% Let op een goede handhygiëne bij het insmeren van crème of zalf Gebruik een doekje bij het aanbrengen van crème of zalf Gooi pleisters, doekjes, thermometerhoesjes in een afgesloten afvalemmer
Pagina 7 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
Bij bloed overdraagbare aandoeningen Draag wegwerphandschoenen bij elk contact met bloed, wondvocht of lichaamsvochten die zichtbaar vermengd zijn met bloed Gebruik ze al volgt; - Trek de handschoenen andersom uit - Gooi ze na gebruik direct weg - Was daarna de handen met water en zeep Verwijder gemorst bloed als volgt; - Neem het bloed, met handschoenen aan, op met een papieren wegwerpdoek op. - Daarna met water en zeep het oppervlakte schoonmaken - Droog het oppervlak na - Desinfecteren met alcohol 70% - Laat de alcohol aan de lucht drogen Was met bloed bevuild linnengoed op 60% Wondjes afdekken met een pleister en verwissel het verband of de pleister regelmatig, zeker als deze doordrenkt is met bloed Wondjes en bijten Wat te doen als er toch bloedcontact is geweest? Laat het wondje goed dorbloeden Spoel met water Desinfecteer vervolgens met Betadine-jodium of alcohol 70-80% Dek het wondje af met een waterafstotende pleister Spoel bij verwonding van de slijmvliezen direct goed uit met water Was de handen met water en zeep 1.7 Inschakelen van de GGD Eén van de taken van de GGD is de bestrijding van infectieziekten. Artsen en verpleegkundigen van de GGD verrichten bron- en contactonderzoek; zij onderzoeken bijvoorbeeld waar iemand een ziekte heeft opgelopen, wie nog meer besmet zijn en wat men kan doen om te voorkomen dat meer mensen ziek worden. Zo kan de GGD adviseren bij een geval van Hepatitis A, daarnaast geeft de GGD voorlichting over de ziekte en adviezen over hygiënemaatregelen. Informatie De manager van de Peuteropvang kan contact opnemen met de GGD afdeling infectieziekten als men meer wil weten over een bepaalde infectieziekte. Overleg en advies Als zich bij de Peuteropvang een ziekte voordoet waarbij geadviseerd wordt ouders van de andere kinderen te waarschuwen of het zieke kind van de Peuteropvang te weren dan wordt er eerst door de manager overlegd met de GGD. De GGD neemt dan met toestemming van de ouders contact op met de behandelend arts en bepaalt vervolgens of de maatregelen echt nodig zijn. Als de andere ouders geïnformeerd moeten worden, zorgt de GGD voor een informatiebrief. De brief wordt verspreid door de pedagogisch medewerkers. Wettelijk verplichte melding van infectieziekten In het geval van het optreden van een infectieziekte dienen er maatregelen te worden getroffen om te voorkomen dat de infectieziekte zich verder verspreidt. Hoe eerder hierbij maatregelen worden genomen, des te kleiner is het eventuele gevolg. De manager van de Peuteropvang meldt binnen een werkdag het optreden van een ongewoon aantal van de hieronder genoemde aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard, zowel bij peuters als personeel op basis van artikel 26 van de Wet publieke gezondheid bij de plaatselijke GGD: Acute maag- en darmaandoeningen; Geelzucht;
Pagina 8 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
Huidaandoeningen; Andere ernstige aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hersenvliesontsteking of meerdere gevallen van longontsteking in korte tijd.
De manager verzameld, indien er een vermoeden is van één van de bovenstaande ziektebeelden, de volgende gegevens van de zieken: Volledige persoonsgegevens; Aard, ernst en verloop van de klachten; Datum eerste ziekteverschijnselen; Vermoeden van meerdere besmettingen; Eventueel bekende bron. Bepaal, in overleg met de arts infectieziektebestrijding van de plaatselijke GGD, welke maatregelen er moeten worden genomen. 1.8 Gezond binnenmilieu Het binnenmilieu is de leefomgeving binnen in de Peuteropvang. Een gezond binnenmilieu houdt in dat de lucht schoon is, de temperatuur behaaglijk en het geluidsniveau aangenaam, terwijl er geen andere bronnen van verontreinigingen zijn dan de aanwezige mensen. In en om het gebouw wordt niet gerookt. Voor een gezond binnenmilieu zijn de volgende factoren van belang: luchtverversing, temperatuur en vochtbalans en de kwaliteit van de (binnen)lucht. Luchtverversing (ventileren en luchten) Afspraken: Zorg voor goede en voldoende ventilatie/luchtmomenten (ongeveer een kwartier per dagdeel) Indien aanwezig; zet de ventilatie de hele dag en nacht aan Houdt luchtroosters (indien aanwezig) boven in het raam open en mak deze regelmatig schoon. Open bij het gebruik van de ruimte zoveel mogelijk ramen boven de 1.80m (indien aanwezig) Temperatuur Afspraken: De temperatuur van de verblijfsruimte mag niet lager zijn dan 17°C en niet hoger dan 27°C In de slaapkamers niet lager dan 15°C en niet hoger dan 25°C Zorg voor een thermometer in elke ruimte waar een kind verblijft Voor ruimten met een temperatuur van meer dan 25 °C wordt een ventilator gebruikt Overige afspraken met betrekking tot hitte zullen worden vastgelegd in een hitteprotocol. Stoffering Voorwerpen van textiel zoals vloerkleden, gordijnen en gestoffeerd meubilair vormen een belangrijke bron van allergenen. Allergenen zijn vooral schadelijk voor kinderen die een allergie hebben. Maar ook gezonde kinderen kunnen door contact met allergenen, allergieën ontwikkelen. Gezien de gezondheidsrisico’s van verhoogde allergeengehalten, houden wij deze gehalten zo laag mogelijk. Beperking van allergenen Koop alleen verkleedkleren, textiel en knuffels die op 60°C gewassen kunnen worden en was ze maandelijks of bij zichtbaar vuil direct handelen Gebruik geen schoonmaakmiddelen in directe aanwezigheid van kinderen Verwijder knutselwerkjes als blijkt dat ze zichtbaar stoffig zijn en stop ze in de mappen of geef ze mee naar huis Gebruik geen spuitbussen in ruimtes met kinderen Kies voor lijm op waterbasis en niet giftige stiften Gebruik geen sterk geurende producten, dit kan op je ademhaling slaan We hebben kunstplanten, deze worden elke week afgespoeld onder de kraan, bij regen buiten gezet
Pagina 9 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
2.SCHOONMAAK 2.1 Schoonmaken De inrichting van de ruimten moet het mogelijk maken om het zo makkelijk mogelijk schoon te houden. Een strak schoonmaakschema is hier van belang. Het is de verantwoording van de Pedagogisch medewerker om ’s ochtend te bekijken of de schoonmaak op de woensdagmiddag en vrijdagmiddag naar behoren is uitgevoerd. Op deze dagen wordt er schoongemaakt door een schoonmaker. En direct te handelen daar waar het niet naar behoren is gedaan! Daarnaast hebben de pedagogisch medewerkers een eigen schoonmaakrooster en is het hun verantwoording om een schone groep achter te laten. Door efficiënt reinigen worden de meeste micro-organismen verwijderd. Door verwijdering van vuil, zorg je ervoor de kans op groei van micro-organismen te verminderen. Door goed schoonmaken wordt het aantal stofdeeltjes verlaagd. Schoonmaakmethoden Stof afnemen met een vochtige doek Stof wissen van een gladde vloer met een wisser Stofzuigen, (ventileren, het geniet de voorkeur om dit te doen bij afwezigheid van kinderen) Afstoffen met een vochtige doek (na elk poetsbeurt nieuwe doek) Vegen van de buitenruimte Vloer dweilen met een dweil Vloer dweilen met een schrobmachine Middelen Allesreiniger Glassex Schoonmaakazijn (kalkoplosser) Glorix zonder bleek Afwasmiddel Schuurmiddel Sanitair schoonmaakmiddel (rood) Interieur schoonmaakmiddel (blauw) Vloeren schoonmaakmiddel (groen) Aandachtspunten Ziektekiemen kunnen verspreidt worden via handcontactpunten zoals kranen, deurkrukken, lichtknoppen en doorspoelknoppen. Het is daarom zeer belangrijk daaraan veel aandacht te besteden.
Gebruik voor elke schoonmaak een schone doek Reinig eerst droog en daarna nat Werk van schoon naar vuil en van hoog naar laag Maak meubilair en voorwerpen schoon met een sopje en een doekje Maak vloeren schoon met een dweil of mop: een dweilkar met 2 emmers. Eén voor schoon water en één voor vuil water Zichtbaar vuil water verversen Na elke schoonmaak, materiaal reinigen. Doekjes eerst laten drogen en dan in de wasmachine, bezem en stofzuigermond uitpluizen
Pagina 10 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
2.2 Desinfectie Onder desinfectie wordt verstaan; het terugbrengen of onschadelijk maken van micro-organismen, deze actie is onomkeerbaar. In situaties waarbij een verhoogd risico op besmetting aanwezig is, moet desinfectie worden toegepast: Als een oppervlak met bloed verontreinigd is (wondjes/bloedneus etc.) Als een oppervlak verontreinigd is met bloed, bloederige diarree of braaksel Bij bijzondere situaties, zoals een epidemie op advies van de GGD Desinfectie is alleen afdoende wanneer er voorafgaand goed gereinigd is. Desinfectans moet strikt volgens voorschrift gebruikt worden. De juiste volgorde van handelingen, een juiste dosering, voldoende inwerktijd en goed naspoelen en drogen zijn bepalend voor de effectiviteit en veiligheid van het proces. Gebruik alcohol 70% Vanwege brandgevaar alleen kleine oppervlakken: aankleedkussen/speelgoed/thermometer Desinfecteer na goede reiniging Na desinfectie, oppervlak aan de lucht drogen Gebruik chloortabletten Voor grotere oppervlakken die met bloed, diarree of braaksel zijn bevuild, desinfecteer je met een chlooroplossing van chloortabletten Desinfecteer na goede reiniging Houdt een juiste inwerktijd aan en spoel het oppervlak na met schoon water Na desinfectie, oppervlak aan de lucht drogen Gebruik chloortabletten alleen in overleg met de GGD! Bleekwater is geen desinfectiemiddel Gebruik chloor nooit in combinatie met andere schoonmaakmiddel of met warm water Middelen zoals Dettol, Lysol en Lyortol mogen niet voor desinfectie van oppervlakken worden gebruikt, ze zijn niet wettelijk toegelaten voor desinfecties 2.3 Speelgoed Berg speelgoed dat niet gebruikt wordt in een afsluitbare doos op Reinig zichtbaar vuil speelgoed meteen Reinig speelgoed dat uitnodigend is om in de mond te nemen dagelijks Schaf eenvoudig te reinigen speelgoed aan Gooi beschadigd speelgoed weg of leg het apart en laat het repareren Houd speelgoed voor binnen en buiten gescheiden Speelgoed wekelijks reinigen
Pagina 11 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
2.4 Schoonmaakschema
Wat Afvalbak legen Afvalbak binnenkant Afvalbak buitenkant Deuren Deurmatten
Dag X
Week
Anders
X X X X
Gordijnen Kasten/plank Kasten/plank hoog Keuken buitenkant Keukens binnenkant Klinken deur
Maand
Hoe In de grote container Nat
Wie Pedagogisch medewerker Schoonmaker
Nat
Schoonmaker
Nat Stofzuigen
Schoonmaker Pedagogisch medewerker Pedagogisch medewerker Schoonmaker Schoonmaker
X
Wasmachine
X
Nat Nat
X
X
Nat X
Nat
X
Nat
Koelkast
X
Nat
Kantoor helemaal Knuffelbeesten en kussens Magnetron
X
Stofzuigen en nat Wasmachine
X X
Nat
Plafond
X
Ramen binnen
X
Ramen buiten Speel en werkvlakken
X
6x per jaar
X
Speelgoed
X
Schoonmaak gerei Telefoons Tafels inclusief onderstel
4x per jaar
Stofzuiger/ Spinnen rag direct Nat Nat
Pedagogisch medewerker Pedagogisch medewerker Schoonmaker
Pedagogisch medewerker Extern bedrijf Pedagogisch medewerker
Nat/wasmach controle beschadiging
Pedagogisch medewerker
Nat Nat
Pagina 12 van 16
Pedagogisch medewerker Pedagogisch medewerker Schoonmaker
Nat
Na gebruik X X
Pedagogisch medewerker Schoonmaker
Pedagogisch medewerker/ schoonmaker Schoonmaker Schoonmaker
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
Toiletten kinderen
X
Toiletten personeel
X
Vloeren
Nat
Pedagogisch medewerker
Nat
Schoonmaker
X
Stofzuigen/ swifferen
Vloeren Vloeren schrobben
X
dweilen Schrobmachi ne
Pedagogisch medewerker/ Schoonmaker Schoonmaker Facilitaire dienst
Vensterbanken
X
X
Verkleedkleren Verschoon ruimte Wanden
Tussen de middag einde van de dag Minim 3x per dag
Minim 2x per jaar
Nat X
Wasmachine
X
Nat stofzuigen dweilen Nat
X
Onder pedagogisch medewerkers kan men ook stagiaires verstaan. Let er wel op dat zij worden gecontroleerd!
Pagina 13 van 16
Pedagogisch medewerker Pedagogisch medewerker Pedagogisch medewerker Schoonmaker
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
3. BUITENRUIMTE 3.1 Zandbak Wanneer het zand vervuild is met uitwerpselen van honden en katten kunnen deze uitwerpselen spoelwormen bevatten. De eitjes van deze wormen kunnen via de ontlasting in het zand terechtkomen. Via hand-mondcontact kunnen kinderen worden besmet met de eitjes van de wormen. De verschijnselen zijn meestal licht. Soms treden echter langdurig klachten op. Ziekteverschijnselen na besmetting zijn griepachtige klachten, koorts, buikklachten en prikkelhoest. Er kunnen long- en leverklachten optreden. Bij kinderen met een allergische aanleg kunnen astmatische klachten eerder tot uiting komen. Ook kunnen zich in de zandbak verontreinigingen bevinden, zoals stenen, bouwafval, straatvuil, glas, plastics, blikjes en sigarettenpeuken. Om gezondheidsrisico’s te beperken is het volgende van belang; Controleer de zandbak visueel en door te harken Dit doe je samen met de controle buitenruimte op zwerfvuil, voor dat je met de kinderen naar buiten gaat Schep uitwerpselen van honden en katten met ruim zand er omheen weg Laat de kinderen na het spelen in de zandbak de handen wassen Laat kinderen niet eten of drinken in de zandbak Zand vervangen als er langer dan 3 weken uitwerpselen van honden of katten inzitten 3.2 Zwembadjes Omdat een goede hygiëne van belang is voor zwembadje die maar een korte periode achter een in gebruik zijn, hier onder een aantal richtlijnen. Controleer of het badje schoon is voor dat het gebruikt wordt Verschoon het water dagelijks Bij tussentijdse vervuiling direct verversen Bij geen gebruik van het badje droog opbergen Laat kinderen niet eten of drinken in het badje Gebruik gepast speelgoed, wel eendjes, maar geen bekers, deze associëren met het drinken van zwembadwater Reinig na gebruik het zwembad en laat hem opdrogen 3.3 Dieren en ongedierte Huisdieren en ongedierte kunnen ziekteverwekkers verspreiden. Naast het overbrengen van ziekten kunnen dieren ook andere problemen veroorzaken (bijvoorbeeld een wespensteek of een tekenbeet). Tenslotte zijn er veel kinderen allergisch voor dieren. Daarom worden er in de groepsruimten geen dieren gehouden. Ongedierte Plaats horren voor ramen indien er vliegen, bijen en wespen in de groepsruimte komen Houdt de ruimtes goed schoon om overlast van mieren te voorkomen Zorg dat etensresten goed zijn verpakt, afgedekt of weggegooid worden Wespen en bijen Wespen en bijen veroorzaken nare steken. Ze worden aangetrokken door zoete geuren Beperk het buiten eten en drinken Drinken de kinderen buiten, gebruik dan een rietje Controleer de kinderen voor dat ze naar buiten gaan op plakkerige handen en monden Verwijder direct de angel met een pincet of zuig hem uit met je mond Zuig het gif uit met een speciaal spuitje Koel het wondje Bij een steek in de hals of mond direct koelen en direct naar de dichtstbijzijnde hulpinstantie (huisarts) Neem bij een uitstapje het spuitje mee om gif uit te zuigen Bij een heftige allergische reactie direct 112 waarschuwen
Pagina 14 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
Teken Teken kunnen besmet zijn met ziekteverwekkende bacteriën en virussen, ze kunnen met name de ziekte van Lyme veroorzaken. Laat kinderen niet in of bij de bosjes spelen Mocht dit gebeuren omdat je met de kinderen in het bos bent geweest, controleer de kinderen als je terug bent. Laat de ouders thuis nogmaals controleren als het kind geheel ontbloot is Verwijder met het tekenpincet de teek volgens gebruiksaanwijzing Desinfecteer daarna het wondje Neem bij een uitstapje de tekenverwijderaar mee Eikenprocessierups De rups verspreidt brandhaartjes, deze kunnen bij kinderen ernstige irritatie van de ogen en luchtwegen geven. Er ontstaan na enkele uren klachten van de huid: pijnlijke jeuk en huiduitslag in de vorm van bultjes of blaasjes Indien er eikenbomen met de eikenprocessierups in de nabijheid staan, neem dan de volgende voorzorgsmaatregel: Vraag advies aan de GGD en de gemeente Vermijdt het spelen rondom de eikenbomen Als een kind in contact is geweest met de rupsen of brandharen neem dan de volgende maatregelen: Geef bij de kinderen aan, hoe moeilijk het ook is, dat ze niet moeten gaan krabben of wrijven Neem plakband en strip de huid Spoel na met lauw water Spoel de ogen met lauw water Was de kleren meteen op 60°C Bij ernstige klachten contact opnemen met de huisarts Muizen en ratten Muizen en ratten kunnen overlast en schade veroorzaken. Met name ratten kunnen infectieziekten overbrengen. Houdt de Peuteropvang en directe omgeving daarom goed schoon. Leeg prullenbakken in en rondom de Peuteropvang dagelijks en gooi de afval in grote afgesloten containers Indien er ongedierte wordt aangetroffen schakel dan direct de afdeling ongediertebestrijding van de gemeente in Geef aan dat de kinderen niet in contact mogen komen met giftige bestrijdingsmiddelen Verwijder uitwerpselen meteen Maak het schoonmaakgereedschap en de plaats waar de uitwerpselen lagen, goed schoon Gebruik hiervoor bleekwater en spoel na met koud water Planten en bomen rondom de Peuteropvang Voorkom dat er giftige planten op de buitenruimte aanwezig zijn Binnen in de Peuteropvang plaatsen wij geen planten Laat berenklauw op het buitenterrein verwijderen Meld Ambrosia via de site www.natuurkalender.nl/toepassingen/hooikoorts/ambrosia_invoer.asp. Draag volledig dekkende kleding en handschoenen bij het verwijderen van Ambrosia. Draag bij verwijdering tijdens het bloeiseizoen ook een mondkapje en veiligheidsbril
3.4 Zonnebrand
Pagina 15 van 16
Gezondheid en veiligheid Zonnestraaltjes
Overmatige blootstelling aan zonlicht tijdens de kinderjaren en het aantal keer dat iemand is verbrand, lijken een rol te spelen bij het ontstaan van huidkanker. Hoe vaker kinderen verbranden, hoe groter de kans dat zij in hun latere leven huidkanker ontwikkelen. De huid van kinderen is extra gevoelig voor uv-stralen. Smeer de kinderen in van begin mei tot eind september, op alle dagen dat het zonnig of half bewolkt is; ook als ze in de schaduw spelen! Houdt kinderen onder de 12 maanden in de schaduw Smeer de kinderen in met voor de leeftijdscategorie bedoelde zonnebrandcrème, tenminste factor 20 Smeer de kinderen een half uur voor dat er naar buiten wordt gegaan in Smeer de kinderen om de 2 uur in Laat kinderen tussen 12.00 uur en 15.00 uur, wanneer de uv- straling het krachtigst is, niet buiten spelen. Pas het spel aan zodat grote inspanningen worden vermeden Gebruik zoveel mogelijk petjes om hoofd en nek te beschermen en draag zoveel mogelijk T-shirtjes ter bescherming tegen de zon Laat kinderen bij hoge temperaturen extra drinken Maak gebruik van parasols/partytenten
Pagina 16 van 16