01
ARABELLA RICHARD STRAUSS – 11 april t/m 2 mei 2014
03
ARABELLA
Inleidingen door Joke Dame Plaats Nationale Opera & Ballet, foyer 2de balkon Tijd 18.15/12.45 uur Lengte 30 minuten Toegang gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nationale Opera.
Het luxe operaboek Arabella is verkrijgbaar in Nationale Opera & Ballet. Daarin staan onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Duits en Nederlands. De prijs is €8. Decors, kostuums en rekwisieten vervaardigd door GöteborgsOperan. Grime, belichting, geluids- en toneeltechniek vervaardigd en verzorgd door De Techniek van Nationale Opera & Ballet. De voorstelling van woensdag 23 april wordt live uitgezonden op Radio 4 (NTR Opera Live) om 18.45 uur.
Nieuwe productie voor DNO Richard Strauss 1864-1949 Lyrische Komödie in drei Aufzügen, op. 79 Libretto Hugo von Hofmannsthal Wereldpremière 1 juli 1933 Staatsoper, Dresden Première 11 april 2014 volgende voorstellingen 13*, 17, 20*, 23, 25, 27* april 2 mei 2014 19.00/*13.30 uur Nationale Opera & Ballet De voorstelling duurt circa 3 uur en 30 minuten, inclusief 2 pauzes. De opera wordt in het Duits gezongen, Nederlands en Engels boventiteld. Nederlandse boventitels gebaseerd op de librettovertaling van Paul Beers. Engelse boventitels: Jonathan Burton. Originele productie GöteborgsOperan 2006 Oper Frankfurt 2009
Muzikale leiding Marc Albrecht Regie Christof Loy Decor & kostuums Herbert Murauer Licht Reinhard Traub Choreografie Thomas Wilhelm Nederlands Philharmonisch Orkest Koor van De Nationale Opera Instudering Frank Hameleers
04
05
ROLVERDELING
PRODUCTIETEAM
KORTE INHOUD
Graf Waldner Alfred Reiter Adelaide Charlotte Margiono Arabella Jacquelyn Wagner Zdenka Agneta Eichenholz Mandryka James Rutherford Matteo Will Hartmann Graf Elemer Marcel Reijans Graf Dominik Roger Smeets Graf Lamoral Thomas Dear Die Fiakermilli Susanne Elmark Eine Kartenaufschlägerin Ursula Hesse von den Steinen Welko Richard Meijer Ein Zimmerkellner Richard Prada
Assistent-dirigent Boudewijn Jansen Repetitoren Rupert Dussmann Ernst Munneke Instudering regie Axel Weidauer Assistent-regisseur Dorike van Genderen Avondregie Dorike van Genderen Taalcoach Miriam Kaltenbrunner Voorstellingsleiders Marie-José Litjens Jan Veenhof Thomas Lauriks Sajinthe de Vries Assistent decor- en kostuumontwerper Katja Quinkler Repetitiecoördinator Tine Haze Assistent kostuumproductie Ingo Steinberger 1ste toneelmeester Dimitry de Groot 1ste belichter Peter van der Sluis Voorman rekwisieten Jurgen van Tiggelen 1ste kleder Krystyna Peda
Vooraf De verarmde graaf Waldner is met zijn echtgenote Adelaide en zijn twee dochters naar Wenen gekomen. Hij hoopt dat zijn oudste dochter, Arabella, de familie door een rijk huwelijk kan redden van de financiële ondergang. De jongste dochter, Zdenka, werd als jongen (‘Zdenko’) opgevoed, want het zou te duur zijn om twee jonge vrouwen te voorzien van een garde robe die bij hun stand past. Zdenka leidt nu een ‘geslachtelijk neutraal’ leven. Intussen dingen drie Weense graven naar Arabella’s hand. Maar de mooie jongedame houdt hen aan het lijntje, terwijl de financiële situatie van de Waldners slechter en slechter wordt. De vader verliest zijn geld in het kaartspel en de moeder verpandt stiekem haar juwelen, om zich door dubieuze waarzeggers een gelukkige toekomst te laten voorspellen. De tijd verstrijkt, het carnaval is bijna afgelopen en het hotel waarin de Waldners logeren, dreigt hen eruit te zetten vanwege hun vele onbetaalde rekeningen. Arabella wil zich nog tot middernacht de tijd gunnen voordat ze kiest voor een van haar drie vrijers.
1ste grimeur Pim van der Wielen Titelregie Ruud Rockx Bediening boventiteling Jan Hemmer Productievoorbereider Mark van Trigt Productieleiding Karsten Stouten
Eerste bedrijf – In Waldners gehuurde, maar onbetaalde hotelsuite. Gravin Adelaide raadpleegt een waarzegster, die voorspelt dat haar dochter Arabella weldra in het huwelijk zal treden met een geheimzinnige vreemdeling, maar niet zonder hindernissen. Zdenka hoopt daarentegen dat er een huwelijk zal worden gesloten tussen Arabella en de jonge officier Matteo. Arabella heeft hem allang afgewezen, sinds ze kennis heeft gemaakt met de drie graven. In zijn vertwijfeling neemt Matteo – naar hij denkt – Arabella’s jongere broer in vertrouwen en dreigt zich, volgens de Weense mode, van het leven te beroven. Zdenka is heimelijk verliefd op de jonge officier en stuurt hem om hem gerust te stellen elke dag een liefdesbrief in naam van Arabella. Matteo krijgt daardoor het gevoel dat Arabella van hem houdt, maar raakt in verwarring door de koelheid waarmee ze hem telkens bejegent wanneer zij elkaar tegenkomen. Elke dag brengt hij haar rozen. Voor Arabella was Matteo niet meer dan een tussendoortje. Aan zijn rozen schenkt zij, zoals gewoonlijk, geen aandacht, wanneer ze thuiskomt na een wandeling over de Ring. Veel interessanter vindt zij een onverwachte ontmoeting: een vreemdeling met donkere ogen heeft naar haar gekeken toen ze het hotel binnenging. Van deze man zou ze veel liever bloemen willen krijgen! Tevergeefs doet Zdenka haar best om bij haar zuster een goed woordje te doen voor haar ‘beste vriend’ Matteo.
06
07
SYNOPSIS
Een van de drie graven, Elemer, arriveert. Hij ziet zichzelf al als overwinnaar in de strijd om Arabella en nodigt haar uit voor een sleetocht. Arabella stemt toe, op voorwaarde dat ‘Zdenko’ meegaat. Ze kijkt uit het raam en ziet de mysterieuze onbekende opnieuw. Deze vreemdeling blijkt Mandryka te zijn, de neef van een kameraad van graaf Waldner uit diens officierstijd. In zijn financiële nood had Waldner zijn zeer vermogende vriend een brief geschreven en daar een portret van Arabella bij gevoegd. De oude man is intussen gestorven, maar zijn erfgenaam, de jonge Mandryka, is op slag verliefd geworden op het portret. Hij heeft zijn landgoed verlaten en is naar Wenen vertrokken. Waldner is verrast als hij in plaats van zijn oude vriend diens neef voor zich ziet. Wat vervolgens gebeurt, lijkt in Waldners ogen wel een sprookje: Mandryka vraagt om Arabella’s hand, terwijl hij haar nog nooit heeft gezien. Én hij houdt zijn schoonvader in spe uitnodigend een goed gevulde beurs voor… Zij besluiten dat ze elkaar die avond op het Koetsiersbal zullen terugzien. ‘Zdenko’ moedigt Matteo aan ook naar het bal te gaan, waar hij een nieuwe liefdesbrief van Arabella zal krijgen. Intussen huivert Arabella, die nog geen weet heeft van het bezoek van de ‘vreemdeling’, bij het idee dat ze nog deze nacht een bruidegom moet kiezen. Ze probeert haar gevoelens over wat haar boven het hoofd hangt
te verdrijven met nog duisterder gedachten: ‘De grote laan af – dat ik geen adem meer krijg’. Tweede bedrijf – Dezelfde avond. Op het Koetsiersbal. In een kleine zijkamer van de balzaal. Arabella wordt aan Mandryka voorgesteld. De jonge adellijke stadsvrouw en de niet zo mondaine landjonker voelen zich direct tot elkaar aangetrokken. Zij is bereid Wenen te verlaten om hem te volgen. Slechts één verzoek heeft ze nog: ‘Ik wil nog dansen en afscheid nemen van mijn meisjestijd, één uurtje maar.’ Mandryka maakt nader kennis met haar ouders, terwijl Arabella voorgoed afscheid neemt van de drie graven. Mandryka is er getuige van hoe ‘Zdenko’ Matteo een sleutel toespeelt en hem uitnodigt Arabella in het hotel op te zoeken. In werkelijkheid zal Zdenka in Arabella’s hotelkamer op Matteo wachten. Mandryka wordt gek van jaloezie en scheldt de af wezige Arabella uit, ten overstaan van alle gasten. Graaf Waldner staat erop dat zij meteen terugkeren naar het hotel. Derde bedrijf – In het hotel. Matteo heeft in het donker de liefde bedreven met Zdenka en haar in het vuur van zijn hartstocht aangezien voor Arabella. Als hij kort daarop tegenover de echte Arabella staat, die net van het bal terugkomt in de hotellobby, begrijpt hij er niets van – te meer doordat zij hem op haar gebruikelijke kille manier begroet.
Er ontstaat een heftige woordenwisseling tussen hen. Op dat moment duiken de ouders, Mandryka en de drie graven op. Mandryka voelt zich bevestigd in zijn lage dunk van Arabella en denkt dat haar ontrouw is bewezen. Arabella is diep geraakt door zijn gedrag; de sfeer is vol gekwetstheid en verdriet. Volgens de erecode willen Mandryka en Matteo het conflict in een duel uitvechten. Maar dan vertoont Zdenka zich als meisje en bekent dat zij het was die zich aan Matteo had gegeven. Arabella is sterk ontroerd door de overweldigende liefde van haar kleine zusje. Matteo probeert zijn gevoelens voor Arabella en voor zijn ‘beste vriend’ te ontwarren, evenals zijn herinneringen aan de samen doorgebrachte nacht. Mandryka doet zijn best om Matteo en Zdenka bij elkaar te brengen, in de hoop dat Arabella hem dan zal vergeven. Wanneer Arabella alle verdere gesprekken uitstelt tot de volgende dag, meent Mandryka dat hij haar voor altijd heeft verloren. Maar na een moment van bezinning komt Arabella terug en reikt hem, zoals in zijn vaderland traditie is, een glas water, om daarmee hun verloving te bezegelen: ‘in lief en leed, bij pijn doen en vergeven!’ Christof Loy Vertaald door Frits Vliegenthart
Background Count Waldner, a retired cavalry officer, has fallen on hard times. He and his wife Adelaide and their two daughters are staying in a hotel in Vienna, where, Waldner hopes, his attractive elder daughter Arabella can be fixed up with a wealthy husband and thus save the family from financial ruin. They pass off the younger daughter Zdenka as a boy (‘Zdenko’), as it would be too costly to properly outfit two young women of their standing. Zdenka now leads a ‘gender-neutral’ existence. Meanwhile, three Viennese noblemen are vying for Arabella’s hand. But she strings them along, even as her family’s financial woes pile up. Her father loses his money at cards and her mother secretly pawns her jewelry in order to pay unscrupulous fortune-tellers to predict a bright future. Time passes, Carnival is nearly over and the management of the Waldner’s hotel threatens them with eviction unless they settle their accounts. Arabella has given herself until midnight to choose between her three suitors. Act I − In the Waldners’ rented, but unpaid-for, hotel suite. Countess Adelaide consults a fortune-teller, who predicts that Arabella will soon marry a mysterious foreigner, but the road will not be free of obstacles. Zdenka hopes instead that Arabella will marry the young officer Matteo. But
08
Arabella has given him the cold shoulder since making the acquaintance of the three counts. In desperation Matteo takes Arabella’s younger ‘brother’ into his confidence and threatens, in keeping with Viennese fashion, to commit suicide. Zdenka is secretly in love with him, and to prevent him for carrying out his threat, she writes him a daily love letter supposedly signed by Arabella. Matteo believes Arabella loves him, but is thrown off by her cool manner whenever they happen to meet. Every day he brings roses to her suite. For Arabella, Matteo was no more than a fling. She takes, as usual, little notice of his roses upon returning from her stroll along the Ring. But an unexpected encounter does catch her fancy: a dark and handsome stranger eyed her as she entered the hotel. Now there’s someone she’d like to receive flowers from! Zdenka tries in vain to put in a good word for her ‘best friend’ Matteo with her sister. One of the three counts, Elemer, arrives. He considers himself a shoe-in for Arabella’s affections and invites her for a sleigh ride. Arabella accepts under the condition that ‘Zdenko’ join them. Looking out of her window, she catches another glimpse of the mysterious newcomer. The stranger is Mandryka, the nephew of a comrade of Count Waldner from his cavalry days. Waldner had written to his old and extremely wealthy friend with an account of his dire straits, and included a photograph of his daughter Arabella. The
09
old man has since died, but his heir, the young Mandryka, is at once smitten with her upon seeing the portrait. He has left his country estate and come to Vienna. Waldner is surprised not to see his old friend but the man’s nephew. The ensuing events appear to Waldner as a dream: Mandryka asks then and there for Arabella’s hand, before he has even laid eyes on her. On top of it he dangles a well-filled purse in front of his prospective father-inlaw. They decide to meet later that evening at the Coachmen’s Ball. ‘Zdenko’ urges Matteo to go to the ball as well, where he is to receive another love letter from Arabella. Meanwhile Arabella is fraught with anxiety over having to choose a husband this very night. She tries to banish her apprehension with even more foreboding thoughts: ‘A ride down the Hauptallee – until it takes my breath away...’ Act II − The same evening. At the Coachmen’s Ball. In a small alcove off the ballroom. Arabella is introduced to Mandryka. The young and aristocratic urbanite and the not-so-mondaine country landowner are instantly attracted to one another. She is prepared to leave Vienna and follow him. She has but one request: ‘I'd like to dance and take my leave of my girlhood, only for an hour.’ Mandryka chats with her parents while Arabella bids the three counts farewell.
Then Mandryka sees ‘Zdenko’ hand Matteo a key and an invitation to visit Arabella in her suite that night. In reality it is Zdenka who will receive Matteo in the hotel room. But Mandryka is mad with jealousy and raises a commotion, cursing Arabella in front of the other guests. Count Waldner insists they return to the hotel at once.
hope that Arabella will then forgive him. Arabella puts off all further talk until the next day, which Mandryka takes as a sign he has lost her forever. But after a moment of reflection, Arabella returns and cements their engagement by handing him a glass of water – a traditional symbol in his country – with the words: ‘in grief and joy, in injury and forgiveness!’
Act III – In the hotel. Matteo has made love to Zdenka in the dark, believing in the throes of his passion that it is Arabella. When, in the hotel lobby shortly thereafter, he bumps into the real Arabella, who has just returned from the ball, he is flabbergasted – all the more so because of her frosty manners. They quarrel. Just then her parents, Mandryka and the three counts show up. Mandryka is convinced of his low opinion of her, and believes her infidelity is confirmed. Arabella in turn is hurt by his accusation; the atmosphere is one of indignation and misery. The code of honour requires Matteo and Mandryka to resolve the conflict in a duel. But then Zdenka enters, no longer in disguise, and confesses that it was she who seduced Matteo. Arabella is moved by her sister’s overwhelming love. Trying to unravel his feelings for Arabella and for his ‘best friend’, Matteo struggles to come to grips with the events of the previous night. Mandryka does his best to bring Matteo and Zdenka together in the
Christof Loy Translated by Jonathan Reeder
10
11
ARTISTIEK TEAM EN CAST
Thomas Wilhelm, Marc Albrecht en Christof Loy Niet op de foto: Herbert Murauer en Reinhard Traub
Alfred Reiter, Roger Smeets, James Rutherford, Marcel Reijans, Thomas Dear, Ursula Hesse von den Steinen, Jacquelyn Wagner, Richard Prada, Will Hartmann en Agneta Eichenholz Niet op de foto: Charlotte Margiono en Susanne Elmark
MARC ALBRECHT (chef-dirigent van De Nationale Opera en het Nederlands Philharmonisch Orkest) staat bekend om zijn interpretaties van werken van Wagner, Richard Strauss en hedendaagse muziek. Hij was gastdirigent bij orkesten als de Berliner Philharmoniker, de Münchner Philharmoniker en het Koninklijk Concertgebouworkest. Van 2006 tot 2011 was hij artistiek leider en chef-dirigent van het Orchestre Philharmonique de Strasbourg. Bij de Deutsche Oper Berlin dirigeerde hij een veelgeprezen uitvoering van Saint François d’Assise. Recentelijk leidde hij onder meer The Bassarids (München), Der fliegende Holländer (Londen), Der Prinz von Homburg (Wenen), Lulu (Salzburg) en Die Frau ohne Schatten (Milaan). Bij DNO dirigeerde hij onder meer Die Frau ohne Schatten, Die Zauberflöte, Der Schatzgräber, Die Meistersinger von Nürnberg en De speler. Een uitgebreide biografie is te vinden op operaballet.nl. CHRISTOF LOY (regisseur) debuteerde in 2010 bij De Nationale Opera met Les vêpres siciliennes. Loy was te gast in Düsseldorf en Duisburg, bij de Bayerische Staatsoper München en Hamburgische Staatsoper, de Brusselse Munt, Oper Frankfurt, ROH Covent Garden en Theater an der Wien, en op de festivals van Salzburg en Glyndebourne. In 2001 ontving Loy de Musikpreis der Stadt Duisburg. Voor Ariadne auf Naxos (Londen) werd hij in 2001 genomineerd voor de Laurence
Olivier Award; in 2003 en 2004 werd hij door Opernwelt uitgeroepen tot regisseur van het jaar. In 2008 ontving hij de Faust- Theaterpreis. Sinds 2006 is Christof Loy docent en hoofd toneelregie aan de Hochschule für Musik und darstellende Kunst Frankfurt. DNO-productie: Les vêpres siciliennes HERBERT MURAUER (decor & kostuums) studeerde aan de Hochschule für Musik und Darstellende Kunst in Salzburg. Vervolgens kreeg hij een aanstelling bij het Staatstheater Stuttgart, waar hij vele decors voor toneel en opera tot stand bracht. Vanaf 1996 werkt hij als freelancer regelmatig samen met Christof Loy. Tot hun gemeenschappelijke producties behoren La Gioconda in Bremen, Manon, Lucia di Lammermoor en Don Carlo voor de Deutsche Oper am Rhein, Der Rosenkavalier in de Brusselse Munt en Ariadne auf Naxos voor ROH Covent Garden in Londen. Bij de Bayerische Staatsoper ontwierp hij decors voor Saul, Roberto Devereux, Alcina en Il turco in Italia. Ook werkte hij voor de Nürnberger Pocket Opera, de Münchner Kammerspiele en de operahuizen van Graz en Rouen. DNO-debuut REINHARD TRAUB (licht) werkte samen met regisseurs als David Alden, Hans Hollmann, Lin Hwai-min, Peter Konwitschny, Stephen Lawless en Daniel Slater; hij is de vaste lichtontwerper van onder anderen
Martin Kušej en Christof Loy. Reinhard Traub was te gast bij vele operahuizen en op vele festivals, zoals Aix-en-Provence, Barcelona, Bayreuth, Berlijn, Buenos Aires, Brussel, Düsseldorf, Dresden, Glyndebourne, Göteborg, Hamburg, Hannover, Helsinki, Hong Kong, Kopenhagen, Londen, Madrid, Montreal, Moskou, Oslo, Parijs, Rio de Janeiro, Salzburg, Seoul, Singapore, Stockholm, Stuttgart, Tokio, Verona, Wenen en Zürich. DNO-producties: Lady Macbeth van Mtsensk, Die Gezeichneten en Der fliegende Holländer THOMAS WILHELM (choreografie) studeerde dans aan de Palucca Schule in Dresden. Gedurende acht jaar was hij lid van het gezelschap van Stephan Thoss, waarmee hij onder meer optrad in de operahuizen van Kiel en Hannover. Daarnaast verzorgde hij ook de choreografie bij het gezelschap. Vanaf 2006 werkt hij als freelancer. Hij begon zijn samenwerking met Christof Loy met Arabella, later volgden Lucio Silla, Die Bassariden, Louise, Intermezzo, Lucrezia Borgia, Lulu, Theodora, Der Prinz von Homburg, La donna del lago, Alceste, Die Fledermaus, Die Frau ohne Schatten, Der Sandmann, La fanciulla del West, Parsifal, Alcina, Jenůfa en Falstaff. Hij werkte zowel bij het Schauspielhaus Zürich als bij de Wiener Staatsoper. DNO-productie: Les vêpres siciliennes
14
FRANK HAMELEERS (koordirigent) studeerde zang en koordirectie aan het Sweelinck Conservatorium Amsterdam bij Max van Egmond en Jan Pasveer. Daarnaast volgde hij directielessen bij Jan Eelkema en Uwe Gronostay. Hij was als tenor verbonden aan het Groot Omroepkoor, trad op als solist en gastzanger bij het Amsterdam Baroque Choir, Cappella Amsterdam en het Nederlands Kamerkoor. Frank Hameleers won prijzen op nationale en internationale koorfestivals en dirigeerde premières van Psalmenrequiem (Daan Manneke), Requiem (Bernard Bartelink) en Carmina Elegia (Pablo Escande). Hij geeft koor- en stemvormingscursussen, dirigeert oratoriumverenigingen en is werkzaam als gastdirigent bij de Nederlandse Reisopera en het Nederlands Kamerkoor. DNO-productie: Orest ALFRED REITER (Graf Waldner) studeerde aan het conservatorium in München. In 1993 won hij daar de eerste prijs van de Richard-Strauss-Gesellschaft. Aan het begin van zijn carrière zong hij vele kleine en grote rollen in Wiesbaden en Nürnberg. In 2008 werd hij ensemblelid van Oper Frankfurt. Recente engagementen waren vertolkingen van Sarastro Die Zauberflöte in Wenen, Parijs, Londen, Glyndebourne, Salzburg en Genève; Gurnemanz Parsifal in Leipzig, Genève en Cardiff (Welsh National Opera); König Marke Tristan und Isolde in Genève, Cardiff (WNO) en Keulen; Fafner Der Ring des Nibelungen op het
15
Festival d’Aix-en-Provence en Baron Ochs Der Rosenkavalier in Genève. Toekomst: Sarastro in het Bregenz Festival 2014, Graf Waldner in Barcelona en Seneca L’incoronazione di Poppea in Frankfurt. DNO-debuut CHARLOTTE MARGIONO (Adelaide) studeerde aan het conservatorium van Arnhem bij Aafje Heynis. Eerder bekend om haar vertolkingen van Mozartrollen tot aan het jugendlich-dramatische vak, richt zij zich de laatste jaren vooral op partijen als Herodias in Salome, de Knusperhexe uit Hänsel und Gretel, Mère Marie in Dialogues des Carmélites en Brangäne in Tristan und Isolde. Charlotte Margiono werkte met dirigenten als Sir Simon Rattle, Sir John Eliot Gardiner, Claudio Abbado, Sir Colin Davis, Hartmut Haenchen, Bernard Haitink, Wolfgang Sawallisch en Jaap van Zweden. Meest recente DNO-producties: Lohengrin, Don Giovanni en Le nozze di Figaro JACQUELYN WAGNER (Arabella) studeerde aan de Manhattan School of Music en de Oakland University in Michigan. Zij won talrijke internationale competities. Begin seizoen 2012-2013 oogstte zij veel lof voor haar vertolking van de titelrol uit Suor Angelica in Keulen. Dit seizoen zong zij La Contessa di Almaviva Le nozze di Figaro in Wenen, gevolgd door haar roldebuut als Arabella in Minneapolis. Ook debuteerde
Jacquelyn Wagner in Carnegie Hall, New York, waar ze Diemut in Feuersnot vertolkte, met het American Symphony Orchestra. Verdere hoogtepunten dit seizoen: de rollen van Donna Anna Don Giovanni en Violetta La traviata in Düsseldorf en Berlijn. DNO-debuut AGNETA EICHENHOLZ (Zdenka) studeerde aan de Musikhögskolan in Malmö en de Operahögskolan in Stockholm. In 2007 brak zij door met Carmina burana op het Verbier Festival en titelrol Armida tijdens de Salzburger Festspiele. Agneta Eichenholz zong bij Oper Frankfurt, Deutsche Oper am Rhein (Düsseldorf), Komische Oper (Berlijn), Det Kongelige Teater (Kopenhagen), Teatre del Liceu (Barcelona), Teatro Real (Madrid) en ROH Covent Garden (Londen). Repertoire: onder meer titelrollen Lulu en Alcina, Fiordiligi Così fan tutte, Violetta La traviata en Lazuli L’étoile. Recent: Joosts Rumour in Antwerpen en Scartazzini’s Der Sandmann in Bazel. Toekomst: titelrol Daphne (Bazel) en Ellen Orford Peter Grimes (Wenen). DNO-productie: Die Meistersinger von Nürnberg JAMES RUTHERFORD (Mandryka) won in 2006 de International Wagner Competition van Seattle Opera. Daarna zong hij Hans Sachs Die Meistersinger von Nürnberg, Wolfram Tannhäuser, Kurwenal Tristan und Isolde en titelrol Der fliegende Holländer bij verschillende festivals en
operahuizen. James Rutherford zong regelmatig in Oper Graz (Hans Sachs, Barak Die Frau ohne Schatten, Giorgio Germont La traviata, Iago Otello, Orest Elektra en titelrol Falstaff). Ook was hij te gast in Berlijn, Parijs, London en Chicago. Recent: Henry Kissinger Nixon in China tijdens het Berlin Festival en de BBC Proms. Binnenkort: optredens in Graz, Hamburg, Frankfurt en Budapest − tijdens het Wagner Festival. DNO-debuut WILL HARTMANN (Matteo) voltooide zijn studie aan de Musikhochschule in Keulen. Hij won prijzen in competities als de Alexander Girardi Competitie. Will Hartmann startte zijn carrière als bariton, maar ontwikkelde zich tot tenor. In Hannover, waar hij aan het operahuis verbonden was, maakte hij vele roldebuten. Hij was daarnaast te gast in operahuizen in Berlijn, Graz, Wenen, Lissabon, Barcelona, Madrid, Londen, Stuttgart, München, Napels, Milaan, en op festivals in Orange, Edinburgh en Bregenz. Recent: roldebuten als Florestan Leonore en als Laca Klemeň Jenůfa, beide in Berlijn. Herfst 2013 debuteerde hij in Genève als Siegfried in Der Ring des Nibelungen. DNO-debuut MARCEL REIJANS (Graf Elemer) was winnaar van het Cristina Deutekom Concours en ging als Nederlandse afgevaardigde naar de Cardiff Singer of the World
16
Competitie. Zijn repertoire vermeldt een groot aantal rollen waaronder: Camille Die lustige Witwe, titelrol Candide, Andres Wozzeck, Vana Kudrjáš Kát’a Kabanová, Paris King Priam, Don Ottavio Don Giovanni, Ferrando Così fan tutte, Froh en Loge Das Rheingold en Erik Der fliegende Holländer. Marcel Reijans was onder meer te gast in de operahuizen van New York, Barcelona, Lyon, Dresden, Hamburg en Antwerpen, op festivals als die in Aix-enProvence en Tanglewood, evenals bij de BBC Proms. DNO-producties: onder meer Les Troyens, Raaff, Così fan tutte, Le nozze di Figaro, Don Giovanni, Tannhäuser, Carmen, Salome, Fidelio en Das Rheingold ROGER SMEETS (Graf Dominik) is sinds 1986 vaste gast aan de Komische Oper Berlin, waar hij titel- en hoofdrollen zong in onder andere Don Giovanni, Jevgeni Onjegin, Sweeney Todd, Le nozze di Figaro, Kiss Me Kate en L’incoronazione di Poppea. Hij vertolkte rollen in de wereldpremières van Gold, 92 bars in a crashed car (Frankfurt) en The Children of Uranium (Genua, Napels). Roger Smeets trad verder op in Tokio/Nagoya, Wenen, Bartlesville (USA), Parijs, Boedapest, Keulen en Kopenhagen. Toekomst onder andere: Arabella (Gran Teatre del Liceu Barcelona) en Lulu (DNO). DNO-producties: onder meer La fanciulla del West, Turandot, Les vêpres siciliennes, Billy Budd, Jevgeni Onjegin, Parsifal, La traviata en De speler
17
THOMAS DEAR (Graf Lamoral) studeerde aan de Rainier III Muziekacademie in Monaco. Hij begon zijn carrière bij het operahuis van Monte Carlo. In 2011 won hij de Spaanse Viñas Competitie. Vervolgens debuteerde hij in Genève (L’amour des trois oranges, Richard III), Parijs (Salome, Arabella), bij de Vlaamse Opera (Tsjarodejka), en zong hij in Nice (La bohème, Die Zauberflöte en Pelléas et Mélisande) en Bordeaux (Salome, Die Zauberflöte). Engagementen voor seizoen 2013-2014: onder meer Sarastro Die Zauberflöte tijdens een tournee door Frankrijk, Eremit Der Freischütz (Rennes), Escamillo Carmen (Limoges), Schäfer Daphne (Toulouse) en Colline La bohème tijdens een zomerfestival in Frankrijk. DNO-productie: Die Zauberflöte SUSANNE ELMARK (Die Fiakermilli) is veel gevraagd in de Europese operahuizen. Zij zong rollen als Zerbinetta Ariadne of Naxos, Königin der Nacht Die Zauberflöte, Konstanze Die Entführung aus dem Serail en de titelrol in Lulu in onder meer München, Berlijn, Madrid, Frankfurt en Oslo. De rol van Fiakermilli zong zij ook in Frankfurt. Onlangs vertolkte Susanne Elmark de veeleisende hoofdrol van Marie in Zimmermanns Die Soldaten onder de muzikale leiding van Marc Albrecht en in de regie van Calixto Bieito (Zürich). Ze zal deze rol opnieuw ten gehore brengen bij de Komische Oper Berlin in juni 2014. DNO-debuut
URSULA HESSE VON DEN STEINEN (Eine Kartenaufschlägerin) begon haar carrière bij operahuizen in Hamburg en Dresden, en bij de Komische Oper Berlin. Latere engagementen brachten haar naar Brussel, Antwerpen, Parijs, Amsterdam en naar de Deutsche Oper am Rhein in Düsseldorf. Tot haar rollen behoren Fricka Das Rheingold en Die Walküre, Eboli Don Carlo, Venus Tannhäuser, Clairon Capriccio, Dalila Samson et Dalila, Marie Wozzeck, de titelrol uit Carmen en Vreemde prinses Rusalka. In de ZaterdagMatinee zong zij recentelijk Helicon in Glanerts Caligula. Ze werkte samen met dirigenten als Claudio Abbado, Riccardo Chailly en Sebastian Weigle. Toekomstige projecten leiden haar naar Barcelona, Berlijn, Riga en Essen. DNO-productie: Die Zauberflöte RICHARD MEIJER (Welko) volgde zijn zangopleiding aan het Conservatorium van Maastricht. In het Stadttheater Aachen zong hij, naast musicalrollen, operarollen als Monterone Rigoletto en Ottokar Der Freischütz. Behalve dat hij optrad tijdens oratoria en liedrecitals in binnen- en buitenland, maakte Richard Meijer televisie- en radio-opnamen met onder anderen André Rieu. Hij dirigeert het nieuwe popkoor 2Enjoy en produceert kindervoorstellingen met de stichting Fabulijn. Hij werkte samen met dirigenten als Elio Boncompagni, Ed Spanjaard, Marcus Bosch, Marc Minkowski,
Jaap van Zweden en Sir Simon Rattle. Hij is sinds 2010 vast verbonden aan het Koor van De Nationele Opera. DNO-producties: L’amour des trois oranges, Billy Budd, Der Rosenkavalier en De nachtegaal en andere fabels RICHARD PRADA (Ein Zimmerkellner) voltooide zijn in Brazilië begonnen muzikale studie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij volgde destijds onder anderen lessen bij Cristina Deutekom. Hij is verbonden aan het Koor van De Nationale Opera, werkt ook bij de Nederlandse Bachvereniging en zingt met ensembles als Fala Música, Bozzolo en Cappella Figuralis. Als solist treedt hij op in binnenen buitenland. Zijn repertoire omvat tenorpartijen uit onder meer de Johannesen Matthäuspassion (Bach), Requiem (Mozart), Petite messe solennelle (Rossini) en Messiah (Händel). Op operagebied vertolkte hij rollen als Tamino Die Zauberflöte, Ferrando Così fan tutte en Nemorino L’elisir d’amore. DNO-producties: Billy Budd, Jevgeni Onjegin en De nachtegaal en andere fabels
18
19
NEDERLANDS PHILHARMONISCH ORKEST
KOOR VAN DE NATIONALE OPERA
NEDERLANDS PHILHARMONISCH ORKEST
Het Nederlands Philharmonisch Orkest is, samen met het Nederlands Kamerorkest, een van de meest veelzijdige culturele ondernemingen van Nederland. Als vaste orkestpartner van De Nationale Opera behoort het tot de beste Europese opera orkesten. Marc Albrecht is sinds 2011 chef-dirigent van zowel het Nederlands Philharmonisch Orkest als De Nationale Opera. Het Koninklijk Concertgebouw is daarnaast de thuiszaal voor een gevarieerde concertprogrammering. Het orkest verbindt artistieke excellentie met gastvrijheid voor een breed publiek en neemt verantwoordelijkheid voor de toekomst met grootschalige educatieve programma’s. Klassieke muziek wordt zo bereikbaar voor iedereen. Onder de voormalige chef- dirigent Hartmut Haenchen boekte het Nederlands Philharmonisch Orkest grote successen met de integrale uitvoering van Der Ring des Nibelungen. Onder leiding van chef-dirigent Marc Albrecht speelde het Nederlands Philharmonisch Orkest bij De Nationale Opera recentelijk onder meer de opera’s Elektra, De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja, Die Zauberflöte en Die Meistersinger von Nürnberg.
Het Koor van De Nationale Opera is een beroepskoor waarvan de leden zich ook regelmatig solistisch laten horen. Behalve in het meer gangbare repertoire heeft het Koor een aantal wereldpremières helpen realiseren. Het Koor werd geprezen voor zijn aandeel in Schönbergs Moses und Aron (Amsterdam, Salzburg) en ontving daarvoor in 1996 de Prix d’Amis van de Vrienden van De Nationale Opera. Belangrijke mijlpalen in de afgelopen jaren waren Saint François d’Assise (ook uitgevoerd bij de BBC Proms), Lady Macbeth van Mtsensk, Ercole amante, Boris Godoenov, La Juive, Les Troyens, Jevgeni Onjegin, Parsifal, Guillaume Tell en De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja (Opera Award 2012 voor beste productie). In het seizoen 2013- 2014 was het Koor onder meer te horen in de opera’s Armide en Lucia di Lammermoor, en in concerten van Der fliegende Holländer in Rotterdam, Parijs en Dortmund (met het Rotterdams Philharmonisch Orkest). Thomas Eitler, de huidige artistiek leider, had het Koor voor deze concerten muzikaal ingestudeerd. Per 1 september 2014 is Ching-Lien Wu benoemd tot artistiek leider van het Koor.
Viool 1 Olga Martinova Jan Evert van Riemsdijk Robert Lis Angela Skala Mascha van Sloten Rada Ovcharova Hike Graafland Tessa Badenhoop Marina Malkin Christiaan Lascae Henrik Svahnström Derk Lottman Armand Gouder de Beauregard Irene Nas Anuschka Franken Marijke van Kooten Viool 2 David Peralta Alegre Guillaume Serpenti Heleen Veder Jos Schutjens Jarmila Delaporte Joanna Trzcionkowska Saskia Schröeder Hadewijch Hofland Mikail Makhtin Lotte Reeskamp Cynthia Briggs Monica Vitali Karina Korevaar Coleman Willis
Altviool Janos Konrad Laura van der Stoep Marjolein de Waart Margrietha Isings Suzanne Dijkstra Avi Malkin Nicholas Durrant Prunella Pacey Joost Cransberg Odile Torenbeek Anna Smith Anne-Bartje Fontein
Fluit Hanspeter Spannring Susanna Edixhoven
Cello Christiaan Louwens Douw Fonda Rik Otto Anjali Tanna Carin Nelson Mariet van Dijk Atie Aarts Pascale Went Nitzan Laster Jozien Jansen
Klarinet Leon Bosch Rick Huls Harrie Troquet
Contrabas Luis Cabrera Martin Boris Kozlov Julien Beijer Erik Spaepen Sorin Orcinschi Patrick Ho Dobril Popdimitrov Gabriel Barbalau
Contrafagot Jaap de Vries
Fluit/piccolo Ellen Vergunst Hobo Toon Durville Rob Bouwmeester Althobo Anita Janssen
Basklarinet Peter Cranen Fagot Remko Edelaar Susan Brinkhof
Hoorn Wouter Brouwer Miek Laforce Stef Jongbloed Fred Molenaar
Trompet Ad Welleman Jeroen Botma Marc Speetjens Trombone Harrie de Lange Wim Hendriks Matyas Veer Tuba David Kutz Pauken/slagwerk Peter Elbertse Slagwerk Hay Beurskens Harp Sandrine Chatron
20
21
KOOR VAN DE NATIONALE OPERA
FIGURATIE
NATIONALE OPERA & BALLET
COLOFON
Sopranen Esther Adelaar Maria van Dongen Iris Giel Sandra Hooglander Michaela Karadjian Fang Fang Kong Vesna Miletic Janine Scheepers Hadewijch Voorn
Djura Lucas Hillen
Raad van Toezicht Voorzitter Antony Burgmans Else Bos Jean-François van Boxmeer Pieter Maarten Feenstra Victor Halberstadt Sir Peter Jonas Bernadette Langius Barbara Leach Jos Nijhuis Corinne Vigreux
De Nationale Opera
Directie Algemeen directeur Els van der Plas Directeur De Nationale Opera Pierre Audi Directeur Het Nationale Ballet Ted Brandsen Adjunct-directeur Frans Huneker
Zakelijke leiding Tanja Mlaker
Redactie Sandra Eikelenboom Frits Vliegenthart Bijdragen Christof Loy (korte inhoud) Anke van Lith (biografieën) Vertalingen Frits Vliegenthart Jonathan Reeder Productie Sander van der Duin Grafisch ontwerp Lesley Moore Lay-out Milo Hoogzaad Foto's Hans van den Bogaard (p. 10: team) Anna van Kooij (p. 10: cast) Monika Rittershaus (p. 12-13) Druk en afwerking Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam Uitgever Nationale Opera & Ballet Postadres Postbus 16822, 1001 RH Amsterdam Bezoekadres Amstel 3, Amsterdam Tel kassa 020 625 5455
[email protected] Tel kantoor 020 551 8117
[email protected]
Alten Yvonne Kok Maaike Molenaar Tenoren Harrie Buijs Ruud Fiselier Robert Kops Frank Nieuwenkamp Martin van Os Richard Prada Bassen Lútzen Bakker Nicolas Clemens Sander Heutinck Jan Majoor Richard Meijer Jean-Claude Ohms
Jankel Leon Meermann Inbal Abir Rik Adema Ad van Baasbank Jan Dzikevic Anabel Eckerling Nicolas Franciscus Cornee Hordijk Valērija Kuzmiča Giacomo Della Marina Gieorgij Puchalski Ewa Sikorska Bram Verhaak Lisa Verhey Rocco Vermijs Pim Veulings Nico Weggemans Ben van Wijngaarden
Directeur Pierre Audi Chef-dirigent Marc Albrecht Artistieke zaken Jesús Iglesias Noriega, hoofd Dramaturgie Klaus Bertisch
Planning Liesbeth Kruyt, hoofd Muziekbibliotheek Ed Versteeg, hoofd Koor Artistiek leider Thomas Eitler Zakelijk leider Jannie Fransman
operaballet.nl © Copyright 2014 Nationale Opera & Ballet
22
23
STEUN DE NATIONALE OPERA
VRIENDEN VAN DE NATIONALE OPERA - U bent geïnteresseerd in opera?
Afhankelijk van uw inkomstenbelasting kunt u al donateur worden voor nog geen € 15 per maand.
DE NATIONALE OPERA DANKT:
- U wilt graag meer betrokken zijn bij DNO?
De Nationale Opera brengt al decennia bijzondere muziektheatervoorstellingen van het allerhoogste niveau. Met grote gedrevenheid en artistieke durf werken we aan producties waarin we traditie en vernieuwing samensmeden. Dat bezorgt ons al vele jaren nationale en internationale faam. We zijn artistiek en zakelijk kerngezond en om dat te blijven, hebben we uw steun nodig. Natuurlijk door onze voorstellingen te blijven bezoeken, maar – indien mogelijk – ook door middel van een financiële bijdrage. Met uw steun kunnen wij spraakmakende producties van het allerhoogste niveau blijven maken. Voorstellingen die u verrassen, raken en inspireren! Meer weten? Voor meer informatie over de mogelijkheden, fiscale aspecten en/of het opvragen van de brochure kunt u contact opnemen met Mathilde Smit via
[email protected] of +31 (0)20 551 83 12, of kijken op operaballet.nl/ operadonateurs.
- U bezoekt regelmatig een voorstelling bij DNO?
AkzoNobel Alle OperaDonateurs en de Vrienden van DNO
SUBSIDIËNTEN
De Vereniging Vrienden van De Nationale Opera heeft zich ten doel gesteld steun te verlenen aan De Nationale Opera en daarnaast de belangstelling voor de opera in al zijn facetten te bevorderen. Daartoe organiseert de Vereniging tal van activiteiten zoals operafilmavonden, lezingen, literaire avonden, openbare repetities, masterclasses, eendaagse operareizen naar België en Duitsland, meerdaagse operareizen naar festivals en belangrijke operahuizen, Vriendenabonnement DNO, voorbespreking losse tickets DNO en het Vriendenbulletin (vijfmaal per seizoen). Fidelio, Jonge Vrienden van De Nationale Opera Jonge mensen (t/m 29 jaar) kunnen lid worden van Fidelio, Jonge Vrienden van DNO. Voor deze groep leden worden speciale activiteiten georganiseerd, terwijl ook alle activiteiten en voordelen van de Vereniging Vrienden van De Nationale Opera voor hen openstaan. Voor meer informatie kun je contact opnemen via
[email protected], of kijken op fidelio-opera.nl.
Opera op het witte doek woensdag 16 april 2014, 19.00 uur Filmzaal van het Stadhuis Arabella (Lisa della Casa, Kiri te Kanawa) en Capriccio (Renée Fleming) Eendaagse Operareis vrijdag 1 mei 2014 Norma (Bellini) Deutsche Oper am Rhein Düsseldorf uitverkocht! De Vereniging Vrienden van De Nationale Opera Contributie voor seizoen 2013-2014 Individueel lidmaatschap € 40 Gezinslidmaatschap (2 pers.) € 75 Donateur (minimaal) € 125 Fidelio, Jonge Vrienden (t/m 29) € 20 Daarnaast bestaat de vorm van lijfrente; inlichtingen bij het secretariaat. Aanmelding door overmaking van het bedrag op bankrekeningnummer NL55ABNA0434057207 t.n.v. Vrienden van De Nederlandse Opera te Amsterdam, o.v.v. ‘nieuw‑lidmaatschap’, Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam. Secretariaat:
[email protected] of 020 551 8282 (dinsdag tussen 14.00 en 16.00 uur, woensdag en donderdag tussen 10.00 en 12.30 uur). Fotojaarboek DNO seizoen 2012-2013 Verkrijgbaar aan de Vriendenbalie in Nationale Opera & Ballet voor € 20 (verzendkosten € 3,50)
024
NATIONALE OPERA & BALLET AGENDA Ballet —
Ballet —
Vier wereldpremières van - Hans van Manen en Remy van Kesteren - Jorma Elo en Viktor&Rolf - Ton Simons en Rineke Dijkstra - Juanjo Arqués en Krijn de Jong 16 april – 7 mei 2014
Stersolisten excelleren - Marius Petipa - George Balanchine - Hans van Manen - Christopher Wheeldon 14 – 20 mei 2014
DUTCH DOUBLES
BALLERINA
Opera —
Opera —
Charles Gounod Een pact met de duivel 10 – 27 mei 2014
Martijn Padding De terreur van de kijkcijfers Stadsschouwburg Amsterdam 3 – 8 juni 2014 Coproductie met het Holland Festival
FAUST
Ballet —
JUNIOR COMPANY Ontdek de sterren van morgen Te zien door heel Nederland t/m 17 mei 2014 Opera en ballet —
OPEN HUIS NATIONALE OPERA & BALLET 17 mei 2014
LAIKA
Opera —
FALSTAFF
Giuseppe Verdi Verdi’s vrolijke zwanenzang 7 – 30 juni 2014 In het kader van het Holland Festival Ballet —
THE TEMPEST
De storm van Shakespeare Krzysztof Pastor 18 – 29 juni 2014 In het kader van het Holland Festival