MAART /APRIL 2014 jaargang 2
BUITENGELUK
het groeiende buitenbelevings boek
BUITENGELUK
PRIJSVRAAG Vraag
het groeiende buitenbelevings boek
Wat zijn de Latijnse- en Nederlandse namen van de planten op deze bladzijde?
Door de bomen het bos niet meer kunnen zien, dit geldt tegenwoordig zeker voor het internet. Informatie vinden over planten, dieren, natuurgebieden en leuke plekjes in Nederland is bijna onmogelijk geworden, elke vereniging, stichting, provincie en dorp of stad heeft zo zijn eigen website. Het is behoorlijk versnipperd, in dit boek willen we u helpen bij het vinden van leuke buiten belevingen.
1 ..... 2 ..... 3 ..... 4 ..... 5 ..... 6 .....
Buitengeluk is een groeiend buiten-belevings boek, met als doel u te informeren over het gene wat u buiten kunt tegenkomen. Leuke plekjes om te bezoeken, leuke buiten weetjes, hoe u tuinplanten moet onderhouden en waar ze kunnen worden toegepast. Informatie over de flora en fauna in Nederland. Elke maand staat er een nieuwe buitenactiviteiten-, moestuin- en tuinkalenders in. In de loop van het jaar breidt het boek zich steeds verder uit met nieuwe hoofdstukken, planten, dieren, enz. 3 4 5 6 7 8 en 9 10 en 11 vanaf 12 vanaf 20 vanaf 26 vanaf 36 vanaf 42 vanaf 58 vanaf 66 vanaf 76 vanaf 84 88 en 89 vanaf 90 101
Prijzen
1e prijs, 4 arbeidsuren van 1 van onze hoveniers. 2e prijs, webshop cadeaubon (waarde 75 euro). 3e prijs, 4 zakken CO2 reducerende potgrond.
Prijsvraag Tuinkalender (maart) Moestuinkalender (maart) Tuinkalender (april) Moestuinkalender (april) Als de lente komt Zaaikalender Groenten Dieren Inheemse planten (wilde planten) Vaste planten Waterplanten Heesters Bomen Fruit Klim- en leiplanten Ondek het plekje Help we hebben een tuin Buiten - dingentjes voor kinderen (en die wat ouder zijn) Onze gegevens
Veel buitenplezier toegewenst, Wander van Laar Bedenker en initiatiefnemer van Buitengeluk De dames gaan weer naar buiten! Eind maart begin april luiden de dansende koeien het voorjaar in.
Waar en wanneer:
www.duinboeren.nl
Mail uw antwoorden naar
[email protected] De winnaars worden bekend gemaakt in BUITENGELUK uitgave mei. U kunt uw antwoorden mailen tot dinsdag 22 april 2014.
De paddentrek is een jaarlijks terugkerend fenomeen waarbij padden (en andere amfibieën) van hun winterverblijven naar het water trekken om zich voort te planten. De paddentrek vindt plaats in de periode februari tot april. De combinatie van temperatuur (minimaal 6°C) en luchtvochtigheid. Hoe natter hoe beter zijn belangrijk voor het op gang komen van de paddentrek. Bruine pad (Bufo bufo). www.padden.nu
(De winnaars krijgen persoonlijk bericht per mail.
-
Over de uitslag kan niet worden gecorrespondeerd)
Nieuwe Tuin?
Ligging moestuin
Teken een plattegrond van de tuin (schaal 1 op 50 cm) en ga eerst lekker schetsen. Tevreden, dan pas inkopen doen.
Zorg ervoor dat de moestuin niet in de zichtlijn van binnen uit komt te liggen. Een moestuin in de winter is nu niet echt de hoofdprijs.
(wij willen u natuurlijk graag adviseren).
Tuinkalender Maart Dit is het moment om voor de eerste keer van het jaar te gaan bemesten. Gebruik bij voorkeur natuurlijke meststoffen, planten nemen deze meststoffen geleidelijk op en zo bestaat er geen kans op verbranding.
Moestuinkalender Maart
De half- en hoogstammen (appels en peren) , kunnen deze maand nog gesnoeid worden. De boom is nu nog in rust. (zie hoofdstuk Fruit). Het gazon ontwaakt uit de winterslaap, het is weer tijd om kritisch naar uw gazon te kijken. Laatste kans dit voorjaar om heesters, vaste planten en boompjes te verplanten. Deze maand kunt u nog wortelgoed aanplanten. Wilt u nog een nestkastje ophangen? (moet u eigenlijk al in de wintermaanden doen) Het nestkastje moet op een hoogte van ongeveer 2 meter hangen en de opening gericht op het noorden of op het noordoosten. Heesters die in de zomer of in het najaar bloeien, kunnen vanaf nu worden gesnoeid. Dit zijn onder andere de herfstsering, de vlinderstruik, de spierstruik, de pluimhortensia, Perovskia, kamperfoelie, winterheide, en zomerbloeiende clematissen.
Vliesdoek of jutte beschermt uw planten tegen kou en vervroegt de groei ervan. Het creëert een microklimaat in de winter en vangt te grote en plotselinge temperatuurverschillen op. Het groeivlies of de jutte beschermt tegen schade van wind, storm en slagregens. Wanneer het vriest, biedt vliesdoek of jutte ook een goede isolatie (iglo-effect). Door het aanbrengen van een vliesdoek of jutte zal de verdamping / uitdroging van het gewas door de koude uitdrogende wind veel kleiner zijn.
Rozen snoeien (half maart tot half april), dode, beschadigde en dunnen takken tot aan de onderstam wegknippen, 3 tot 5, maximaal 7 goede takken overhouden. De gezonde en dikke takken op 3 tot 5 ogen terugknippen (eindknop naar buiten gericht). Het water in de vijver kan deze maand weer richting een beetje worden bijgevoerd. Geef in het begin nog extra algengroei. Afgestorven plantendelen kunnen nu deze maand van de bodem. Pas op voor de kikkers
de 10°C lopen, vanaf nu kunnen de vissen weer niet teveel, overtollig voer veroorzaakt alleen maar ook worden weggehaald en ingewaaid blad haal je en salamanders, ze worden nu ook weer actief.
Als er veel mos tussen het gras zit, kunt u deze maand bij droog weer gaan verticuteren. Onkruid zoals de paardebloem kunt u het beste verwijderen met een mesje. Na het verticuteren het gehele gazon bijzaaien, dus niet alleen de kale plekken. Zodra het weer gaat groeien mag er bemest worden, doe dit steeds in kleine hoeveelheden. (mos in het gazon, wordt vooral veroorzaakt door een slechte voedingsbalans en te kort maaien) Het laatste onkruid nu verwijderen, de groei is nu nog niet in volle gang. Prima maand om vaste planten te delen (scheuren), voorjaarsbloeiende vaste planten pas in het najaar delen. Siergrassen kunnen nu worden afgeknipt, groenblijvende siergrassen alleen het lelijke blad afknippen. Controleer de messen van de grasmaaier, u moet weer bijna gaan maaien. Kent u iemand die wel wat ondersteuning kan gebruiken. De tuinbon is een leuk cadeau!
Spit de grond nog even lichtjes, dit om onkruid minder kans te geven. Ook goed ter voorbereiding van de eerste zaai beurten.
De lente is in aantocht, de grond wordt door de zon weer langzaam aan opgewarmd. Het is nu weer de tijd om compost of een andere organische mest aanbrengen (mengen in de toplaag, 30-40 cm). Dit geldt voor de lichtere gronden, in het najaar moet dit op de zwaardere kleigronden gebeuren. De organische stoffen zorgen voor een betere water- en luchthuishouding. Nog geen moestuin en weinig ruimte! Plant de sla in de vaste planten border en zet de tomaat in een pot. Voordeel van een moestuin in pot is dat er sneller geoogst kan worden en dat het onderhoud beter beheersbaar wordt. Bijkomend voordeel is, de ene keer sla op het terras en de andere keer een tomatenplant op de buitentafel.
Ga op zoek naar slakkeneitjes en verwijder ze, beter voorkomen dan genezen. Maart roert zijn staart, dus het verschil in bodem- en luchttemperatuur kan nog erg groot zijn. Bescherm dus de jonge kiemen (tunneltje of omgekeerde plastic bekertje). Tijd om de aardappels te poten. Geen etenswaren op de compost hoop, kan ongedierte aantrekken. Bescherm de bloesem van de fruitboompjes tegen de vorst met jutte. (Niet met plastic) Deze maand kunt u nog wortelgoed aanplanten. Laatste kans dit voorjaar om bessen, frambozen en fruitboompjes te verplanten. Herfstframbozen kunt u nu nog tot maximaal 30 cm boven de grond afknippen. (zie ook hoofdstuk Fruit). Voor het scheuren van aardbeien, is dit de ideale maand. Fruitboompjes gaan nu weer groeien, kijk de boombanden na! (i.v.m. ingroeien) Zaai en plant met tussenpozen, anders heeft u alles in een keer. Zaai het zaad niet dieper als het zaad groot is. Gesnoeide takken verwijderen, deze kunnen ziekten verspreiden. Rabarber nog even afdekken, dit vervroegt de oogsttijd. Eind van deze maand beginnen met het luchten van de planten onder koud glas. De paden in de moestuin moet u niet maken van houtsnippers of boomschors, dit zijn ideale plekken voor ongedierte en ziektekiemen. Maak elk jaar een inplant schema, hiermee kunt u voorkomen dat planten op dezelfde plek als de jaren daarvoor worden gezet. Tomaten, kolen, wortel- en knolgroenten, Peulvruchten, Aardappelen, komkommers, bladgroenten en aardbeien moeten elk jaar op een andere plek worden gezet, u voorkomt zo ziekten en plagen.
Nieuwe Tuin?
Slakken!
Bij een nieuw aan te leggen terras, 2,5 m2 per persoon aan ruimte aanhouden. Mimimaal 3 meter breed toepassen, anders zit u op het randje.
Strooi zand rondom de planten, slakken houden daar niet van.
Tuinkalender April Verjongingssnoei van voorjaarsbloeiende heesters. Oude takken zover mogelijk tot aan de grond terug knippen. (Na de bloei), Hierdoor krijgen de jonge scheuten de kans om zich goed te ontwikkelen. De jonge scheuten van dit jaar, zorgen voor een mooie bloei voor het volgende jaar. Heesters die u nu moet snoeien zijn o.a. Bloeiend hout (Forsythia), Cornus mas, Kerria, Ribes, Japanse sierkwee.
Kroon van de bolbomen nu tot 15 cm terug knippen. (Bolcatalpa, Bolacacia). Bolesdoorn nu nog niet, pas wanneer de bolesdoorn volop in het blad staat kan er gesnoeid worden. Lavendel, Santolina, Perovskia snoeien tot net boven het oude hout. Let op! Er moeten wel jonge uitlopers zichtbaar zijn, anders is er de kans dat de plant niet meer uitloopt. Vorstgevoelige heesters nu snoeien. Vlinderstruik, Lavatera, Fatsia. Pluimhortensia’s (Hydrangea paniculat) tot ongeveer 20 cm boven de grond afknippen. Gazon is rond deze tijd vaak aan een opknapbeurt toe. Op de plekken waar veel wordt gelopen, heeft het gras de afgelopen herfst en winter te lijden gehad. De bodem is er dicht gelopen, zodat er nu bijna geen zuurstof meer bij kan. Vaak blijft het (regen)water op deze lager gelegen plekken langer staan. Door met een greep gaten in de bodem te prikken verbeter je de beluchting. Kijk gelijk ook even of u wormenhoopjes ziet, wormen zijn nu zeer actief. (wormen zijn heel goed voor de water- en luchthuishouding). Regenwormen verkrijgbaar in onze webshop. Tot halverwege deze maand kunt u nog wortelgoed aanplanten.
Nu het weer, weer aangenaam wordt, maar nog niet te warm is, kunt u nu de tuinmeubelen schoon maken, en de bestrating en de vlonders van algen ontdoen. Vooral houtwerk moet u niet met een te krachtige hogedrukspuit afspuiten, op die manier maakt u het oppervlakte van het hout zacht en dit bevorderd juist weer algengroei weer in een later stadium.
Kuipplanten en Fuchsia’s weer naar buiten. Doe ze weer naar buiten wanneer het een aantal dagen bewolkt en regenachtig is. Als je kuipplanten en Fuchsia’s meteen weer in de zon zet, dan heeeft u kans dat de bladeren in de zon verbranden. Bij kou en vorst weer even naar binnen halen of inpakken.
Eenjarige-, tweejarige- en Vaste planten zaden verkrijgbaar in onze webshop.
Het is een goede periode om een gazon aan te leggen; dit geldt voor zowel zoden als zaden.
Perkplanten aanschaffen? Nog even wachten, de kans op nachtvorst is nog steeds aanwezig. Kunt u niet wachten, let dan goed op de weersberichten. Rozen snoeien (half maart tot half april), dode, beschadigde en dunnen takken tot aan de onderstam wegknippen, 3 tot 5, maximaal 7 goede takken overhouden. De gezonde en dikke takken op 3 tot 5 ogen terugknippen (eindknop naar buiten gericht). Steunen voor vaste planten voorbereiden, rijshout of metalen / kunststof beugels. Eenjarigen planten buiten zaaien (even afdekken met gaas, voor bescherming tegen vogelvraat) Vaste planten kunnen nu nog gedeeld worden en weer uitgeplant, deze goed blijven water geven tot ze goed geworteld zijn.
April is een mooie maand om met mest de wortelgroei van planten te stimuleren, planten nemen nu de voedingsstoffen weer goed op. U kunt nu de vijver weer helemaal opschonen. De oude resten en dode bladeren van waterplanten kunnen de vijver uit. Doe dit wel met beleid, zorg ervoor dat het leven in de vijver niet verstoort wordt.
Hang nestkastjes in de buurt van de moestuin. Merels, maar ook de steenuilen vinden slakken heerlijk.
Moestuinkalender April Wat kan er wel en wat kan er niet naast elkaar worden gezaaid. Radijsjes, wel: Kropsla, tomaten, bieten en dille. niet: Komkommers. Uien, wel: Wortelen, bieten, aardbeien. niet: Koolsoorten, bonen. Courgettes, wel: Uien, stokbonen, maïs. niet: geen Komkommer, wel: bonen, erwten, kool. niet: Tomaten, radijsjes. Selderie, wel: Stambonen, tomaten, prei. niet: Kropsla, maïs. Aarbeien, wel: Knoflook, prei, radijsjes, spinazie niet: Koolsoorten Kropsla, wel: bieten, maïs, witlof, tomaten niet: Selderie, peterselie Erwten, wel: Wortels, komkommers, koolsoorten niet: Uien, prei, knoflook Koolsoorten, wel: aardappels, erwten, pepermunt. niet: Mosterd, aardbeien, uien. Prei, wel: uien, koolrabi, tuinkers. niet: Bonen, Erwten.
April, de zaaimaand! In april kunnen veel groenten en kruiden soorten gezaait worden. De grond in de (moes)tuin is voldoende opgewarmd. De grond is meestal op dit moment nog vochtig genoeg, dus water geven is nu nog neit nodig. Wanneer er een koude en droge wind staat, kunnen kiemen wel uitdrogen, dus de kiemen wel in de gaten houden Een bekertje met bier ingraven (rand 0,5 cm boven de grond), dit is een manier om slakken te vangen. Ideale tijd om pootaardappelen te planten (verkrijgbaar in onze webshop). De planten onder koud glas mogen in deze maand overdag gelucht worden. Haal de eerste bloemen van de net aangeplante fruitboompjes af. In het eerste jaar is de kans op goede vruchtzetting klein en de energie kan beter worden uitgegeven aan wortelgroei. Zaai groente dun, hiermee verkomt u dat de kiemen dun en gevoelig voor ziekten worden. Plant zaailingen ver genoeg uit elkaar, u krijgt een betere oogst. Controleer de planten in potten, ze hebben misschien extra ruimte nodig. Bescherm de bloesem tegen late nachtvorst. U kunt de bloesem inpakken met jutezakken of plastic. Jute en plastic overdag weghalen. Aardappelen kunnen worden aangeaard. Veel gewassen kunnen nu direct op de plaats van bestemming worden gezaaid, zoals, bieten, broccoli, erwtensoorten, koolrabi, paksoi, postelein, raapstelen, radijs, selderij, slasoorten, snijbiet, (zomer)spinazie, spruiten, tuinbonen, wortelen en diversen kruiden en bloemen. Denk ook aan eetbare bloemen, zoals borage en oost-indische kers. Augurk, courgette, komkommer, koolsoorten, paprika, patisson, pompoen, prei en tomaat kunt u nu binnen voorzaaien. Bonenstaken in de grond steken. De bonen worden weliswaar nog niet gelegd, maar tussen de staken is er nu nog ruimte om bijvoorbeeld de eerste slaplantjes uit te zetten.
Als de lente komt dan stuur ik jou, tulpen uit Amsterdam........................ Orchideeen Hoeve Luttelgeest (Flevoland)
De Betuwe
3 en 4 mei Amsterdamse TULPEN dagen 2014
n imen , kerse eerst de pru , en de peren p p a els daarna de
F KEUKENHO 2014 8 mei open t/m 1info: voor meer nhof.nl www.keuke
voor meer info: www.iamsterdam.nl of www.museumvanloon .nl
www. wubsbos.nl
info: www.stepnop.n l/agendatulpenfestival
Bollenstreek Fiets Drie Daagse 29 april t/m 1 m ei www.fi etsenindebollenstr
eek .nl
borum, l u B s u rt Ho Limmen pril vanaf 6 a
so van Bloemencor reek de Bollenst 4 mei m / t l i r p a 30 meer info:
info: voor meer rum.nl us-bulbo rt o .h w w w
voor orso-bollen c n e m e lo .b www streek .nl
27 april Open Dag bloemboll enkweker ij H.M. Meeu wissen Voorhout www.mee uwissenv
oorhout.n
l
eeenhoeve .n
l
Andere plaatsen (manieren) om bloeiende tulpen of andere bloeiende planten te zien zijn:
Oost-Groninger bloembollenroute 2014 13, 20 en 27 april
Het Countus Tulpenfestival 2014 vindt plaats v an woensdag 16 april t/m zondag 4 mei . voor meer
www.orchid
Wandeltochten langs en door de bloeiende bollenvelden , in en rond Noordwijkerhout. www.bloemenradar.nl
Arboretum Belmonte e n Arboretum De Dreijen , Wageningen begin april
Magnolia’s
en de sierk ersen in blo ei , daarna de Rhodod endrons Generaal Fo ulkesweg W ageningen
, Solex Bloementoer langs de bloeiende e bollenvelden in d kleurrijke Bollenstreek . voor meer info straat 8 V V V winkel , Dorps Noordwijkerhout
restoen , a o ot N m u t Arbore ngen) i n o r G ( m Eenru eind april soorten honderden ei . rons in blo Rhododend l meenrum.n tu re o b r .a w ww
Nationaal Fruitpa rk Ochten eerst de pruimen , kersen en de peren , daarna de appels www.fruitpark .nl
Landgoed de Olmenhorst Lisserweg 481 2165 AS LISSERBROEK bloesem www.olmenhorst.n
l
Savooiekool
Bloemendaalse gele kool
Zaaikalender Groenten januari
Andijvie Artisjokken Aubergine Augurken Bieten Bindsla Bleekselderie Bloemkool Boerenkool Broccoli Chinese kool Courgette Doperwten Groenlof Kervel Knoflook Knolselderie Komkommers Koolrabi Koolrapen Kropsla Mais Meloenen Paksoi Paprika Peper Peterselie Pluksla Pompoenen Postelein Prei Pronkbonen
februari
maart
april
mei
juni
Zaaikalender Groenten juli
augustus september oktober
januari
Raapstelen Radijs Ramenas Rapen Rode kool Savooiekool Spruitkool Schorseneren Snijselderie Snijsla Spinazie Stambonen Struikbonen Tomaten Tuinbonen Tuinkers Uien herfst en winter Uien zomer Veldsla Witlof Witte kool Wortelen Zuring
zaaien onder glas zaaien in de volle grond
februari
maart
april
mei
juni
juli
augustus september oktober
De levendbarende hagedis (Zootoca vivipara)
Het konikpaard
De dagpauwoog (Aglais io)
De blauwe pauw (Pavo cristatus)
Schotse hooglander De Baars (Perca fluviatilis)
De rugstreeppad (Bufo calamita)
Charolais-rund
De ooievaar (Ciconia ciconia)
Bijen
HOOFDSTUK
DIEREN De gewone pad of bruine pad (Bufo bufo)
Slak
De Turkse tortel (Streptopelia decaocto) De Kruisspin (Araneus diadematus) Galloway Rund
kippen De knobbelzwaan (Cygnus olor)
De kleine vos (Aglais urticae)
Het Gewone varken (Sus scrofa domesticus)
De citroenvlinder (Gonepteryx rhamni) De gewone wesp (Vespula vulgaris)
Afdrukken van de haas (Lepus europaeus)
Gewone zeehond (Phoca vitulina)
Een tuin vol vlinders De Vlinderstichting beschermt vlinders
Atalanta
In Nederland hebben veel van deze vlinders het zwaar. De Vlinderstichting doet er alles aan om de vlinders in Nederland te beschermen. Dat is hard nodig. Want veel bedreigde vlindersoorten in kleine leefgebiedjes balanceren op de rand van uitsterven. En weg is weg! Ook u kunt De Vlinderstichting steunen. Meer weten? Kijk op www.vlinderstichting.nl.
Citroenvlinder
Steun De Vlinderstichting, word donateur U krijgt heel wat voor maar € 25,- per jaar! Voor € 25,- per kalenderjaar - meer mag natuurlijk ook - bent u donateur en steunt u ons werk. Bent u jonger dan 18 of ouder dan 65 jaar dan is het minimumbedrag € 20,-. Voor mensen van buiten Nederland en België geldt een minimumbedrag van € 31,-. Als u donateur wordt, ontvangt u van ons gratis het boek ‘Vlinders in de tuin’. U ontvangt als donateur vier keer per jaar ons tijdschrift Vlinders. Hierin kunt u lezen hoe wij aan behoud en herstel van vlinders en libellen werken. Maar het belangrijkste is dat u helpt bij het verwezenlijken van onze doelstellingen: een natuur vol vlinders en libellen!
Op zoek naar rupsen van de veldparelmoervlinder De zeer zeldzame veldparelmoervlinder stierf twintig jaar geleden uit in Nederland. Vorig jaar werden in Brabant minstens zes ‘immigranten’ uit België waargenomen. Samen met Vroege Vogels Radio ging De Vlinderstichting op pad om te zoeken op die locatie of er ook overwinterende rupsen de winter hebben overleefd. De zoektocht was zeer succesvol: er werden honderden rupsen gevonden. Op de foto’s zie je hoe de rupsen van deze vlinder zich inkapselen in een nestje dat uit de verte wel wat weg heeft van een spinnenweb, maar dan heel fijn geweven. In zo’n nestje overwinteren de rupsen met tientallen bij elkaar. Als de temperatuur stijgt (en zeker als de zon gaat schijnen) worden ze actief. Door hun zwarte kleur warmen ze snel op, bij een luchttemperatuur van 10 graden kunnen ze dan zelf wel 30 graden bereiken!
Pamflet 'Groen Verbindt' aangeboden aan Annemarie Jorritsma Onder het motto ‘Groen Verbindt’ heeft VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma vrijdag een pamflet in ontvangst genomen om gemeenten te stimuleren meer aan natuur en landschap te gaan doen. Het pamflet is een initiatief van Natuurmonumenten en VNG, waaraan groene maatschappelijke organisaties waaronder De Vlinderstichting een bijdrage hebben geleverd. Centraal in de oproep staat de rol van de burgers. Het pamflet is bedoeld als inspiratie in de komende collegeonderhandelingen om natuur en landschap daarin een belangrijke plek te geven. Benadrukt is dat investeren in groen geen kostenpost is, maar per saldo geld oplevert. Dat kan door aan te sluiten bij actuele thema’s als de zorg, klimaat, gezondheid, wonen en werkgelegenheid.
De Vlinderstichting beschermt vlinders en libellen in Nederland.
Helpt u ook mee?
Een tuin vol vlinders
Vier vlindersoorten die als volwassen vlinder overwinteren, zie je ook in het najaar nog vliegen. Deze zullen de komende tijd gebruiken om zich lekker vol te eten, zodat ze sterk de winter in gaan. Ze zijn aan te treffen op hemelsleutel, herfstaster, klimop en andere nazomerbloeiers. Het gaat om dagpauwoog, kleine vos,gehakkelde aurelia en citroenvlinder. Ook rottend fruit trekt vlinders aan, met name de gehakkelde aurelia en de atalanta. Deze laatste overwintert normaal gesproken niet in ons land, maar trekt nog weg naar het zuiden. Voor die lange tocht heeft hij natuurlijk ook veel brandstof nodig en ook deze zullen we dus aantreffen op plaatsen met voedsel.
Gehakkelde aurelia
Aster novi-belgii ‘Barbados’
Aster novi-belgii Royal Ruby
De Vlinderstichting beschermt vlinders en libellen in Nederland.
In 2012 en 2013 werd een Nachtvlinderestafette dwars door Nederland gereden op initiatief van de Stichting Natuurkampeerterreinen en de Vlinderstichting en uitgevoerd door Natuurpresentaties. Dit was zo succesvol dat eigenaren van voornamelijk natuurkampeerterreinen dit jaar besloten het initiatief voort te zetten. Maak kennis met de wondere wereld van onze nachtvlinders. In Nederland leven honderden soorten die pas actief worden als de zon achter de horizon verdwijnt. (Natuur-)kampeerterreinen zijn voor deze dieren vlinderparadijsjes.
Overwinteren
Kleine vos
De Nachtvlinderestafette: ook in 2014
Aster dumosus Herbstgruss vom Bresserhof
Helpt u ook mee?
Aanvang van deze activiteit: 20.30 uur (presentatie Nachtvlinders door de Harener bioloog Kees Boele); vanaf zonsondergang nachtvlinders kijken bij de vlinderlamp. Alvast even rond kijken op deze mooie locaties of alvast een plaatsje reserveren? Op de site van Natuurpresentaties vindt u een overzicht van alle locaties en data.
Grote vos terug? De grote vos was eind vorige eeuw vrijwel verdwenen uit ons land. De laatste tijd wordt hij steeds vaker gezien en is er ook voortplanting geconstateerd. Komende weken is hij vooral nog te zien. De grote vos overwintert, net als dagpauwoog en zijn kleine broertje kleine vos, als vlinder. Dit betekent dat ze ook vroeg in het jaar al te zien zijn. Tijdens het mooie weer van de afgelopen dagen is de soort via Waarneming.nl en telmee op diverse plekken gemeld. Het voorjaar is de beste tijd om de vlinder te vinden. Zo zijn er de afgelopen week onder andere grote vossen doorgegeven uit de omgeving van Nijmegen (Ooijpolder, Heumense Schans en Groesbeek), de Plateaux in Noord-Brabant, Brunsummerheide, Nieuw Bergen en Bommerig (Limburg), Enschede en bij Vlissingen (Zeeland). Ook in Wageningen is een grote vos waargenomen. Het exemplaar op de foto zat in het Arboretum Belmonte meer dan vier uur te drinken op de schijnhazelaar (Corylopsis). Veel mensen hebben de vlinder daar goed kunnen bekijken. Hij zat in gezelschap van gehakkelde aurelia en kleine vos, zodat het verschil goed te zien was. De grote vos is inderdaad groter, maar dat is niet altijd evengoed te zien. Ook de iets lichtere kleur oranje geven een aanwijzing, maar het belangrijkste en doorslaggevende kenmerk zijn de vier vlekken die bij grote vos als een atoomteken op de voorvleugel te zien zijn. Op het kaartje staan de waarnemingen van de grote vos vanaf 2010. Het is duidelijk dat er plekken zijn waar de vlinder twee of drie jaar is gezien en het is zeer waarschijnlijk dat de soort zich daar voortplant. Onder andere bij Dishoek in Zeeland en in de Noordoostpolder is dit het geval. Door Gerard Eggens is in 2011 een ei-afzettend vrouwtje waargenomen op Schokland. Ook in de regio Nijmegen en in Zuid-Limburg lijkt voortplanting zeer waarschijnlijk. Het is te hopen dat er dit jaar meer waarnemingen komen die op voortplanting duiden, zoals meerdere vlinders bijeen op een plek, ei-afzet of de vondst van rupsen. De rupsen, die van eind april tot in juli te vinden zijn, leven op diverse loofbomen waaronder zoete kers en wilg, maar iep is het meest geliefd. De volgende vlinders vliegen weer in de zomer met een piek eind juli en augustus. De vlinders zijn in de zomer veel minder opvallend en daarom is het goed om de komende weken op zoek te gaan naar deze bijzondere soort.
1
Vliegopening 12,5 x 12,5 cm
6
DOORSNEDE A - A
ACHTERAANZICHT A
GAT VOOR VERGRENDELING
150 180
Plank naast vlieggat
430
15 390
5
Voorwand 2
Achterwand 3
445
445
Deksel 1 170
400
1290 Plank op bodem 06 225
4
Houtdikte 16 mm 25
Zijwand links 4
Bodem 06 15
Zijwand rechts 5
15
145
7
750
3
125
15
370
2
KERKUILEN KAST
320
125
175
390 720
445
445
145
1755
LINKER ZIJAANZICHT
1
A VOORAANZICHT
3
Voor de doe het zelvers onder ons. Een nestkastje voor de Pimpelmees en de Koolmees ziet er zo uit: maten: deksel (1): 25 x 18 cm - achterwand (2): 28 x 11 cm - voorwand (3): 28 x 11 cm zijwanden (4 en 5): 28 x 17 cm - bodem(6): 11 x 13,4 cm - balk voor vergrendeling (7) 11 x 2 cm (2 maal) hout: vurenhout - dikte 18 mm vliegopening: voor de koolmees ® rond, doorsnede 32 mm, 19,5 cm vanaf de bodem voor de pimpelmees ® rond, doorsnede 30 mm, 19,5 cm vanaf de bodem De holte maten zijn hoogte * breedte * diepte = 262 * 110 * 134 mm. De afstand van bodem tot vliegopening is 19,5 cm om de volgende reden: - het nest van de mezen is 6 cm hoog. Zie de foto van een koolmezennest. - er blijft ruim 12 cm over om te voorkomen dat de mezen ‘uit de nestkast vallen’
4
5
6
2
Gewone rolklaver
Bosanemoon
Grote kaardebol
Egelantier
Koningsvaren
Echte valeriaan Wilde Peen
Wilde Marjolein
Akkermelkdistel
Aardaker
Maretak
HOOFDSTUK
INHEEMSE PLANTEN
(wilde planten) Gewone Klaproos
Gewone margriet
Paardenbloem
Cichorei Pinksterbloem
Echte koekoeksbloem Boerenwormkruid
Akkerwinde
Grote Kattenstaart
Koninginnekruid Gewone ereprijs
Gewone Berenklauw
Akkerhoningklaver
Inheemse planten
Alfabetische volgorde
Inheemse planten ruiken, voelen en zien:
INHEEMSE PLANTEN G Grote brandnetel
Groningen: www.heemtuingroningen.nl www.hortusharen.nl Heemtuin Pagedal, Onstwedderweg Stadskanaal Heemtuin Tolbert, Zandhoogte 6, 9356 VE Tolbert Friesland:
Heempark Heeg, Simmerkrite 15 Heeg Heemtuin Oudemirdum, De Brink 4, 8567 JD Oudemirdum
Drente:
Heemtuin Assen, Beilerstraat 38, 9401 PM Assen De Looackerhof, Looackers 29, 7824 NJ Emmen
Overijssel:
Hengelo-IVN heemtuin, Landmansweg 141 Hengelo Heemtuin Kampen, Flevoweg/Wederiklaan 8265, DJ Kampen Heemtuin De Goaren, Rossinistraat, 7442 GZ Nijverdal
Flevoland:
Heemtuin Lelystad, Stadspark 11, 8224 ET Lelystad
Gelderland:
IVN-Heemtuin Matenpark, achter de Ferguutgaarde, 7329 BH Apeldoorn Heemtuin Presikhaaf, Ruitenberglaan 4, 6826 CC Arnhem Natuurtuin bij Natuurcentrum Veluwe, Groot Ginkelseweg 2a, 6718 SL Ede Natuurtuin Harderwijk, Rietmeen 1, 3844 HM Harderwijk Hortus Arcadie, d’Almarasweg 22d, 6525 DW Nijmegen
Utrecht:
Heemtuin Wijk bij Duurstede, Hoge Hoffweg, 3961 DH Wijk bij Duurstede Natuurtuin Soest, Molenstraat 157, 3764 TE Soest Natuurpark Bloeyendael, Archimedeslaan 2, 3584 BA Utrecht
Noord-Holland: Dr. Jac. P. Thijssepark, Prins Bernhardlaan 8, 1182 BE Amstelveen Natuurpark Klarenbeek, Abcouderstraatweg 77, 1105 AA Amsterdam Heemtuin ‘De Dwarsgouw, Trimpad 4, 1443 WB Purmerend Zuid-Holland:
Heempark H.J. Bos, Loosduinse Hoofdstraat 1184, 2552 AV Den Haag Heemtuin Krimpen, Heemlaan, 2923 GR Krimpen a/d IJssel IVN-Heemtuin Nieuwkoop, Kennedylaan 33, 2421 EM Nieuwkoop Heemtuin in het Kralingse Bos, Kralingse Bos, Rotterdam Natuurtuin in het Westerpark, Westerpark, Zoetermeer
Zeeland: Heemtuin De Hollandse Hoeve, Kattendijksedijk 23, 4463 AL Goes Heemtuin Hortus Zelandiae, Duinvlietweg 6, 4356 ND Oostkapelle Noord-Brabant: Heemtuin Rucphen, Baanvelden 12, 4715 RH Rucphen Vlindertuin, Ariespad 5, 5503 EZ Veldhoven Natuurpark ‘De Liniehof ’, Kievitstraat 3, Made Limburg:
Heemtuin ‘In de Struyken’, Nicolaas Maasstraat 2, 45 EJ Brunssum Natuurtuinen Jekerdal, Drabbelstraat 7, 6212 XL Maastricht Heemtuin ‘De Boschhook’, Steinerbos, Stein
Grote brandnetel, Urtica dioica, is een tweehuizige plantensoort uit de Brandnetelfamilie (Urticaceae). Vanwege het zeer algemene voorkomen en de brandharen die bij aanraking zeer pijnlijk zijn is dit een van de bekendste plantensoorten in Nederland. Grote brandnetel is een vaste plant met ronde, kruipende wortelstokken (rhizomen). De planten kunnen tot 3 m hoog worden. De stengel is vierkantig en evenals de bladeren bezet met brandharen. De gezaagde bladeren zijn eirond tot driehoekig langwerpig en lijken sterk op de bladeren van de dovenetels. Uit de brandharen komt histamine vrij en onze huid reageert daarop met een allergische reactie in de vorm van rood worden en jeuken. Die jeuk kan overigens met bladeren van de Grote weegbree bestreden worden. Grote weegbree vind je meestal vlak bij Brandnetel in de buurt. Grote brandnetel is een tweehuizige plantensoort, dat wil zeggen dat er afzonderlijke mannelijke en vrouwelijke planten zijn. Meestal vind je grote groepen van planten met bloemen van hetzelfde geslacht bij elkaar. Dat komt doordat ze onderling vanuit wortelstokken zijn ontstaan en dus eigenlijk een plant vormen. Grote brandnetel is een windbestuiver. De bloeiwijze van de mannelijke en de vrouwelijke plant verschillen bij goede beschouwing duidelijk van elkaar. De mannelijke planten hebben kortere zijtakken en de piepkleine bloemetjes zijn bij rijping geel van kleur. De mannelijke bloemen hebben vier bloemdekblaadjes en vier meeldraden met gele helmhokken. Een verrassend verschijnsel is het plotseling openspringen van de mannelijke bloemen, waarbij de helmhokjes het stuifmeel in een wolk omhoog schieten. Het stuifmeel of pollen van de Grote brandnetel is licht allergeen; er kunnen dus mensen zijn die hooikoortsachtige verschijnselen hebben tijdens de lange bloeiperiode van de Grote brandnetel. De bloeiwijzen van de vrouwelijke planten zijn ook een soort pluimen van kleine groene bloemetjes die in de oksels van bladeren staan. Als ze rijp zijn zie uit de kleine bloemetjes grijze veervormige stempels naar boven steken, die pollen uit de lucht kunnen zeven. De zijtakken van de vrouwelijke planten gaan na de bevruchting enigszins hangen. De bloei is van juni tot laat in de herfst. Op de planten komen zowel gewone haren als brandharen voor. Grote brandnetel is een belangrijke voedingsbron voor allerlei rupsen van vlinders, die hun eieren op deze plantensoort afzetten. Net als vroeger wordt Grote brandnetel benut om er vezels van te maken, die gebruikt worden om neteldoek te weven.
INHEEMSE PLANTEN C
INHEEMSE PLANTEN W Cichorei
Iets na de langste dag van het jaar zie je de Wilde cichorei, Cichorium intybus, een opvallende plantensoort uit de Composietenfamilie (of Asteraceae) in bloei komen. Hij valt op in bermen, langs dijken, bij muren en op verwaarloosde terreinen door zijn fraaie blauwe kleur. De plant is 30-120 cm hoog en heeft een sterk vertakte stengel, waardoor de plant wat op een struik of bezem lijkt. De dofgroene stengel is ruw behaard en spaarzaam bebladerd door verspreid zittende lacetvormige bladeren. De rozetbladeren lijken wel wat op die van de Paardenbloem; ze zijn gesteeld, langwerpig en veerdelig ingesneden. De lintbloemetjes in de 2 tot 3 cm brede hoofdjes zijn lichtblauw tot blauw en enkel in de ochtend geopend; in de namiddag sluiten ze. Als de hoofdjes geopend zijn, staan de lintbloemen mooi uitgespreid in een vlak. Er zijn geen buisbloemen aanwezig in het hoofdje. Het omwindsel bestaat uit twee rijen beklierde blaadjes, waarvan de onderste rij uit korte en brede naar buiten gespreide blaadjes bestaat en debovenste rij uit lange smalle, rechtopstaande. De bloeiperiode loopt van juli tot augustus. Omdat de blauwe kleurstof gemakkelijk in water oplost, zie je na een regenbui wel verbleekte bloemhoofdjes. Van oorsprong komt de plant uit het Middellandse Zeegebied. In Nederland en België is de plant echter al vele eeuwen lang aanwezig en waarschijnlijk door de Romeinen meegebracht. Ze wordt ook in het donker gekweekt. De witte met gele jonge uitlopende struiken worden als groente, Brussels lof, witlof of witloof, gegeten. Van de wortels werd vroeger het extract gebruikt om surrogaat koffie van te maken. Ouderen onder onze bezoekers kunnen zich nog wel het potje Buisman herinneren. Je ziet Wilde cichorei vooral in het Rivierengebied en Zuid-Limburg, daar waar van nature kalk in de bodem zit. Elders vind je de soort vaak doordat er zaad gemorst is waaruit de plant zich dan kan ontwikkelen.
Wilde Peen
In onze bermen en vooral op taluds en dijkhellingen staan in de zomer de opvallende witbloeiende schermen van Peen, Dáucus caróta. Deze algemeen voorkomende schermbloemige soort, die de stamvader is van ons gewas waarvan de wortels gegeten worden, valt op door de fijne peterselie-achtige bladeren en door de sterk geveerde omwindselbladen en omwindseltjes. De soort siert tot in het najaar onze omgeving. Peen, Dáucus caróta, is een zeer algemeen voorkomende plantensoort uit de Schermbloemenfamilie (Umbelliferae of Apiaceae), die in de zomer in veel bermen langs onze wegen te zien is en vooral opvalt als de vruchtzetting heeft plaatsgevonden omdat zich dan een opvallende warrige bol vormt bestaande uit zaden en teruggevouwen omwindselbladen. De plant komt voor in de hele Benelux en ze onderscheidt zich van de eetbare wortel doordat de penwortel wit, vertakt en minder vlezig is. Peen komt voor in droge graslanden, bermen, dijken en duinen. De plant wordt 30-90 cm hoog. Het is een tweejarige plant. Eerst ontstaat een jonge plant die kou nodig heeft, voordat ze kan gaan bloeien. In het tweede jaar, na de winter, gebruikt de plant de opgeslagen voedingsstoffen uit de wortel voor de verdere groei, bloei, vruchten zaadzetting. Net als de andere soorten uit de Schermbloemenfamilie bloeit de soort met schermen. Het scherm is samengesteld uit meerdere schermpjes; het geheel met de omwindselbladen buigt bij rijping vogelnestjesachtig naar binnen. Deze omwindselbladen zijn heel typisch van vorm; ze hebben vier lange zijslippen. De regelmatige bloemetjes zijn wit of een beetje roze en de middelste bloem van het scherm is vaak zwart-purperachtig. De bloemetjes aan de buitenkant van het scherm zijn stralend, dat wil zeggen dat de kroonblaadjes wat groter zijn. De elliptische vrucht is 2-3 mm lang, die met vier rijen lange aan de top hakige stekels bezet is. Daartussen zitten drie rijen met korte stekels. De plant is stijf behaard en de bladeren zijn twee- tot drievoudig geveerd. De stengel is gevuld. Bij aanraking verspreidt de plant een specifieke geur. De plant is rijk aan caroteen en vitamine B en onze eetbare wortel stamt van de wilde Peen af. Peen is de wilde soort die aan de basis staat van ons voedingsgewas. Rassen met gele of oranje wortel hebben als uitgangsmateriaal gediend voor de gekweekte rassen. Peen is om een heel andere eigenschap ook nog bijzonder. Tijdens de bloei maakt de bloeiwijze slaapbewegingen. Dat betekent dat ‘s avonds de bloeiwijze zich bolvormig sluit en over gaat hangen, maar de volgende dag spreidt ze zich weer uit. Uiteindelijk vormt de bloeiwijze aan het eind van de bloei weer een min of meer gesloten bol. Meestal is de soort tweejarig, maar soms maakt ze haar cyclus binnen een jaar af. Van de andere kant kan de plant zelfs meerjarig zijn, wat vooral het geval is als ze vroegtijdig door vraat wordt aangetast of wanneer ze gemaaid wordt.
Hemerocallis Chloe’ s Child
Helleborus argutifolius
Heuchera Peach Flambe
Geranium magnificum Rosemoor
Euphorbia griffithii Dixter
Geranium versicolor Hosta Blue Dimples
Iris germanica Night Owl
Echinops ritro Veitchs Blue
Helenium Waldraut
Aster amellus Veilchenkonigin
HOOFDSTUK
VASTE PLANTEN Dicentra spectabilis
Eupatorium rugosum Chocolate
Cynara scolymus
Astrantia major Roma Coreopsis verticillata Moonbeam
Lavandula angustifolia Campanula portenschlagiana
Anemone hybrida Konigin Charlotte
Dictamus albus
Chelone obliqua Rosea Astilbe chinensis Pumila
Brunnera macrophylla Jack Frost
Centaurea montana
VASTE PLANTEN A
Vaste planten
Anaphalis margaritacea
Inleiding De standplaats De verzorging Het gebruik De soortenindeling Alfabetische volgorde assortiment: A Vaste planten B Kruiden C Varens
Vaste planten ruiken, voelen en zien: Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86 (beneden), 3062 NX Rotterdam (www.trompenburg.nl). Het Von Gimborn Arboretum, Velperengh 13, 3941 BZ Doorn (www.gimbornarboretum.nl). Arboretum Belmonte, Generaal Foulkesweg 94, 6703 DS Wageningen (www.arboretum-belmonte.nl). Arboretum De Dreijen, Generaal Foulkesweg 37, 6703 BL Wageningen (www.botanischetuinen.wur.nl/NL/dreijen) Hortus Botanicus Amsterdam, Plantage Middenlaan 2 a, Amsterdam (dehortus.nl) Arboretum Poort-Bulten, Lossersestraat 70a, De Lutte (www.arboretum-poortbulten.nl) Botanische Tuin TU Delft, Poortlandplein 6, Delft Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73, Leiden (www.hortusleiden.nl) Botanische Tuinen Universiteit Utrecht, Budapestlaan 17, Utrecht (www.bio.uu.nl/bottuinen) De Tuinen van Appeltern,
Nederlandse naam Prachtrozenkransje of Siberische edelwijs Bloemkleur wit Bladkleur zilvergrijsgroen Hoogte 50 tot 60 cm Bloeitijd juli, augustus en september Geur niet geurend Standplaats Zonnig tot lichte schaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk, niet veel eisend Vochthuishouding droog aantal per m2 7 stuks Gebruik border, als snijbloem en droogbloem te gebruiken Familienaam
Asteraceae en behoord tot de composieten
Onderhoud van de
Anaphalis margaritacea
bestaat uit:
Bladverliezende (planten die bovengronds in zijn geheel afsterven) vaste planten, dus planten die in het voorjaar uitlopen, groeien, bloeien en daarna afsterven en in de winter ondergronds doorbrengen, moeten in het voorjaar (maart tot begin april) tot aan de grond worden teruggesnoeid. Niet in het najaar snoeien, want de takken en het afgestorven blad, dienen als bescherming voor de vorst periode. (er zijn een aantal uitzonderingen, voor een aantal soorten is het goed om net na de mooiste bloeiperiode de schaar erin te zetten, dit om een tweede bloei te bevorderen). Tijdens de bloeitijd kunnen uitgebloeide bloemen worden verwijdert. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten (voorjaarsbloeiers en zomerbloeiers verjongen in het najaar en herfstbloeiers verjongen in het voorjaar).
VASTE PLANTEN G
Geranium magnificum Rosemoor
Nederlandse naam Ooievaarsbek Bloemkleur diepblauw Bladkleur frisgroen Hoogte 50 tot 60 cm Bloeitijd julni tot in oktober Geur niet geurend Standplaats Zonnig tot lichte schaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk, niet veel eisend Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 7 tot 9 stuks Gebruik border, prima bodembedekker Familienaam Ooievaarsbekfafmilie
Onderhoud van de
Geranium magnificum Rosemoor
bestaat uit:
Bladverliezende (planten die bovengronds in zijn geheel afsterven) vaste planten, dus planten die in het voorjaar uitlopen, groeien, bloeien en daarna afsterven en in de winter ondergronds doorbrengen, moeten in het voorjaar (maart tot begin april) tot aan de grond worden teruggesnoeid. Niet in het najaar snoeien, want de takjes en het afgestorven blad, dienen als bescherming voor de vorst periode. (er zijn een aantal uitzonderingen, voor een aantal soorten is het goed om net na de mooiste bloeiperiode de schaar erin te zetten, dit om een tweede bloei te bevorderen). Tijdens de bloeitijd kunnen uitgebloeide bloemen worden verwijdert. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten (voorjaarsbloeiers en zomerbloeiers verjongen in het najaar en herfstbloeiers verjongen in het voorjaar).
Liriope muscari Big Blue
Nederlandse naam Leliegras Bloemkleur lilapaars Bladkleur fris groen Hoogte 30 tot 40 cm Bloeitijd augustus tot in oktober Geur niet geurend Standplaats halfschaduw tot schaduw Groenblijvend nee Grondsoort voedselrijk, niet veel eisend Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 7 stuks Gebruik border, prima bodembedekker Familienaam Leliegrassen
Onderhoud van de
VASTE PLANTEN L
Liriope muscari Big Blue
bestaat uit:
Bladverliezende (planten die bovengronds in zijn geheel afsterven) vaste planten, dus planten die in het voorjaar uitlopen, groeien, bloeien en daarna afsterven en in de winter ondergronds doorbrengen, moeten in het voorjaar (maart tot begin april) tot aan de grond worden teruggesnoeid. Niet in het najaar snoeien, want de takken en het afgestorven blad, dienen als bescherming voor de vorst periode. (er zijn een aantal uitzonderingen, voor een aantal soorten is het goed om net na de mooiste bloeiperiode de schaar erin te zetten, dit om een tweede bloei te bevorderen). Tijdens de bloeitijd kunnen uitgebloeide bloemen worden verwijdert. Na vier tot vijf jaar na het inplanten is het verstandig om de planten te verjongen. Verjongen is de planten rooien en daarna te delen (scheuren). De oudere delen van de plant verwijderen (ook de wortels inkorten) en de jongere delen weer opnieuw inplanten (voorjaarsbloeiers en zomerbloeiers verjongen in het najaar en herfstbloeiers verjongen in het voorjaar).
Adiantum pedatum
Geschubde mannetjesvaren 40 tot 50 cm hoog Koele vochtige humusrijke grond Halfschaduw tot scahduw Bladhoudend Lelijk blad afknippen in april
Dryopteris affinis Cristata The King
Varens
Varens
Venushaar of Vrouwenhaar 40 tot 50 cm hoog Koele humusrijke grond Halfschaduw tot scahduw Bladverliezend Afknippen in april
CHELSEA SCHOP
(Het toppen van vaste planten)
In Engeland is doing the Chelsea chop een begrip. Spreek ’chop’ (’tsjop!’) hardop uit en je begrijpt meteen dat het een bezigheid is waar een mes of zelfs een bijl aan te pas komt. De toevoeging ’Chelsea’ is een ezelsbruggetje om het tijdstip te onthouden – eind mei, zodra de tuinshow in Chelsea is afgelopen – waarop je vaste planten kunt ’choppen’, oftewel: een kopje kleiner maken. Al moet je dat kopje nogal ruim nemen, want in de praktijk worden de planten minstens met de helft teruggeknipt. Het gaat om een aantal vaste, in de zomer bloeiende planten. Als je die tussen half mei en de langste dag (21 juni) kortwiekt, bloeien ze later én rijker. De planten blijven bovendien lager en bossiger dan planten die ongehinderd hun gang mogen gaan. Het terugknippen gebeurt niet alleen om de bloei uit te stellen en de plant bossig te houden, maar ook om gezondheidsredenen. Veel planten zijn gevoelig voor meeldauw. Wanneer je die in het late voorjaar met de helft terugknipt en daarna van water en mest voorziet, lopen ze opnieuw uit en krijgt meeldauw voorlopig geen kans. Of neem herfstasters, die vaak last hebben van mijten. In het voorjaar nestelen die zich in de stengeltoppen, die daardoor misvormd raken. Door de asters terug te knippen, raak je de mijten kwijt. Bijkomend voordeel: de afgeknipte stengels bloeien rijker, doordat ze zich na het knippen vertakken. Ben je, net als ik, zo’n slapjanus van een tuinier die het eng vindt om de snoeischaar in vaste planten te zetten, begin dan voorzichtig met een paar tegelijk. Engelse kwekers doen dat met floxen al sinds mensenheugenis. Ze knippen de floxen om en om terug, de ene stengel wel en de andere niet. En zorgen zo voor een gespreide bloei, omdat de afgeknipte stengels uiteraard later bloeien dan de niet afgeknipte. Knipangst is ook te overwinnen door je, terwijl je de schaar in de stengels zet, te concentreren op de vele voordelen van zo’n behandeling. Al deze planten bloeien in juli, midden in de vakantietijd. Kom je lekker uitgerust terug uit Frankrijk, tref je een kleurloze tuin aan omdat alles is uitgebloeid. Die teleurstelling kun je jezelf besparen door de planten voor 21 juni terug te knippen. Je zult zien: op de eerste werkdag na de vakantie beginnen ze allemaal tegelijk te bloeien. Voordelen op de langere termijn zijn er ook, want over een paar maanden hoef je die lange slappe lijzen niet meer op te binden. Of, als je dat toch al niet deed, bang te zijn dat ze bij het eerste het beste herfststormpje omvallen. (bron: Trouw) Vaste planten die in aanmerking komen voor het zo genaamde ‘Chelsea Chop’ zijn onder andere: Nepeta (kattenkruid), Aster, Monarda, Echinacea (Zonnehoed), Artemisia, Phlox, Helianthus, Rudbeckia, Lupinus en Alcea (Stokroos).
Vaste planten die na de bloei direct gesnoeid kunnen worden (dit bevorderd een goede nabloei) zijn o.a. Nepeta, Astrantia, Digitalis, Campanula, Penstemon, Delphinium en Salvia.
Mentha aquatica
Filipendula ulmaria
Myosotis palustris
Caltha palustris subsp. palustris
Hydrocharis morsus-ranae
Butomus umbellatus Potamogeton lucens
Menyanthes trifoliata
Dactylorhiza majalis subsp. praetermissa
Hippuris vulgaris
HOOFDSTUK
Stratiotes aloides
WATERPLANTEN Petasites hybridus
Typha angustifolia
Ranunculus peltatus
Nuphar lutea Pontederia cordata
Phragmites australis Typha latifolia
Nymphoides peltata
Sparganium erectum
Lysichiton americanus Houttuynia cordata Chameleon
Nymphaea Gladstoniana
Preslia cervina
Waterplanten
Inleiding Oeverplanten Moerasplanten Zuurstofplanten Drijfplanten Waterlelies Alfabetische volgorde assortiment
Myosotis palustris Nederlandse naam Moeras vergeet mij nietje Bloemkleur lichtblauw Bladkleur groen en licht behaard Hoogte 20 tot 30 cm Bloeitijd juni, juli en augustus Geur niet geurend Standplaats zonnig tot half schaduw Groenblijvend nee Grondsoort vochtige tot natte grond Vochthuishouding vochtig aantal per m2 5 tot 7 stuks Gebruik vijver en verwildering Familienaam Boraginaceae(Ruwbladigen) Onderhoud
Vijvertuin Ada Hofman Westeindigerdijk 3 7778 HG Loozen Tuinen van Appeltern Natuurlijk in waterrijke gebieden, Nederland is rijk aan inheemse waterplanten.
Waterplanten (moeras- en oeverplant)
Waterplanten ruiken, voelen en zien:
Opschonen in het voorjaar
Caltha palustris subsp. palustris
Hydrocharis morsus-ranae Nederlandse naam Dotterbloem Bloemkleur geel Bladkleur groen Hoogte 30 - 40 cm Bloeitijd maart en april Geur licht zoet Standplaats zonnig Groenblijvend ja Grondsoort vochtige tot natte grond Vochthuishouding natte omgeving aantal per m2 5 stuks Gebruik vijverrand en verwildering
Nederlandse naam Kikkerbeet Bloemkleur wit Bladkleur groen Hoogte mmm Bloeitijd juni tot in augustus Geur niet Standplaats zonnig Groenblijvend nee Grondsoort in het water (voedzame grond op de bodem) Vochthuishouding n.v.t. aantal per m2 1 tot 3 stuks Gebruik vijver (stilstaand tot licht stromend water)
Familienaam
Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)
Familienaam
Onderhoud
Opschonen in het voorjaar
Hydrocharitaceae, (Waterkaardefamilie)
Waterplanten (drijfplant)
Waterplanten(moeras- en oeverplant)
Hydrangea arborescens Annabelle
Physocarpus opulifolius Dart’s Gold
Euonymus europaeus
Aronia arbutifolia
Trochodendron aralioides
Hibiscus syriacus Purple Ruffles
Weigelia florida Monet
Choisya Goldfinger
Corylus avellana Contorta
Berberis thunbergii Atropurpurea
HOOFDSTUK
Sambucus nigra Aurea
HEESTERS Viburnum plicatum Newport
Buxus sempervirens
Lagerstroemia indica Cordon Blue Hypericum Magical White Amelanchier lamarckii
Cornus alba Hydrangea macrophylla St. Claire
Buddleja davidii Border Beauty
Deutzia elegantissima Rosalind
Chaenomeles superba Jet Trail Forsythia intermedia Spectabilis
Magnolia liliiflora Nigra
Ulex europaeus
Heesters D
Heesters
Inleiding De standplaats De verzorging Het gebruik De soortenindeling Alfabetische volgorde assortiment: A Bloeiende heesters. B Groenblijvende heesters. C Hortensia’s. D Japanse esdoorns. E Rhododendrons. F Verdere heesters
Heesters ruiken, voelen en zien: Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86 (beneden), 3062 NX Rotterdam (www.trompenburg.nl). Het Von Gimborn Arboretum, Velperengh 13, 3941 BZ Doorn (www.gimbornarboretum.nl). Arboretum Belmonte, Generaal Foulkesweg 94, 6703 DS Wageningen (www.arboretum-belmonte.nl). Arboretum De Dreijen, Generaal Foulkesweg 37, 6703 BL Wageningen (www.botanischetuinen.wur.nl/NL/dreijen) Hortus Botanicus Amsterdam, Plantage Middenlaan 2 a, Amsterdam (dehortus.nl) Arboretum Poort-Bulten, Lossersestraat 70a, De Lutte (www.arboretum-poortbulten.nl) Botanische Tuin TU Delft, Poortlandplein 6, Delft Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73, Leiden (www.hortusleiden.nl) Botanische Tuinen Universiteit Utrecht, Budapestlaan 17, Utrecht (www.bio.uu.nl/bottuinen)
Nederlandse naam Augurkenstruik (Engels Dead Man’s Fingers) Bloemkleur groengeel, klokvormig Bladkleur groen, jong blad loopt bijna zwart uit Hoogte drie tot vijf meter Bloeitijd april en mei Geur niet geurend Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, goed vochtdoorlatend Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair Familienaam
Lardizabalaceae (Akebia-achtigen)
Onderhoud Vooral jonge scheuten gevoelig voor late nachtvorsten, beschadigden takken in de zomer wegknippen. Voor de rest alleen bladafval verwijderen. Specifiek Na de bloei krijgt de plant blauwberijpte vruchten die eetbaar zijn. De vruchten blijven tot in de winter aanwezig. Komt oorspronkelijk uit de Himalaya.
Decaisnea fargesii
Bloeiende heesters B
Nederlandse naam Vlinderstruik Bloemkleur lilapaars Bladkleur groengrijs Hoogte twee tot vijf meter Bloeitijd juni tot in oktober Geur zoet Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, goed vochtdoorlatend Vochthuishouding niet te nat aantal per m2 n.v.t. Gebruik solitair Familienaam
Buddlejaceae
Onderhoud Wanneer u de vlinderstruik niet veel hoger dan twee meter wilt laten komen, dan moet de plant elk voorjaar (vanaf eind maart) tot 30 cm boven de grond afkinippen. Voor de rest alleen de uitgebloeide bloemaren wegknippen en het bladafval verwijderen. Specifiek, Zet de plant om een beschutte plaats en niet te veel in de wind, dan vormen de bloemen extra goed nectar. Vlinders zijn er dol op.
Buddleja davidii Border Beauty
Hortensia / Heesters H
Nederlandse naam Annabelle Bloemkleur groenwit tot wit Bladkleur groen Hoogte een tot twee meter Bloeitijd juni tot in augustus Geur niet geurend Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, goed vochtdoorlatend Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 1 Gebruik solitair, vakbeplanting Familienaam
Hydrangeaceae (Hortensiafamilie)
Onderhoud Annabelle, bolvormige hortensia, bloeit met grote witte bollen in juni, juli en augustus, de bloemen kunnen zo zwaar worden dat ze ondersteund moeten worden. Nadeel is echter dat de witte kleuring die kan overgaan in groen, vaak door de weersomstandigheden bruin kleuren, wordt ongeveer 1,5 meter hoog. Sterker alternatief is de Hydrangea paniculata Limelight. Eind maart tot ongeveer 20 cm boven de grond afknippen.
Hydrangea arborescens Annabelle
Hortensia / Heesters H
Nederlandse naam Boerenhortensia Bloemkleur rose tot lichtblauw Bladkleur groen Hoogte 1 to 1,5 meter Bloeitijd juli tot in september Geur zwak zoet geurend Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort goed vochtdoorlatend grond Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 1 Gebruik solitair, vakbeplanting Familienaam
Hydrangeaceae (Hortensiafamilie)
Onderhoud Rose of lichtblauwe bolvormige hortensia, bloemen in juli tot in september, wordt ongeveer 120 cm hoog, in het voorjaar snoeien, vanaf 20 april de uitgebloeide bloemen tot ongeveer 5 cm boven nieuwe uitlopende knoppen afknippen. Jonge bloemknoppen op tijd beschermen tegen nachtvorst, uitgebloeide bloemen afknippen bevorderd nabloei, als u de oude takken in de herfst afknipt, krijgt u het volgende jaar minder bloemen, maar wel groter van formaat. Als de bloemen nog goed op kleur zijn, kunt u ze mooi in schelpenzand laten drogen, voor in bloemstukjes bijvoorbeeld. Hortensia’s staan graag in de zon tot halfschaduw, houden wel van vocht op zijn tijd.
Hydrangea macrophylla Bouquet Rose
Hortensia / Heesters H
Nederlandse naam Hortensia Bloemkleur roserood tot helder rose Bladkleur groen Hoogte 1 tot 1,5 meter Bloeitijd juni en juli Geur nee Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort goed vochtdoorlatend grond Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 1 Gebruik solitair, vakbeplanting Familienaam Hydrangeaceae (Hortensiafamilie)
Onderhoud Roserode tot helderrose bolvormige hortensia, bloemen in juni en juli, wordt ongeveer 120 cm hoog, in het voorjaar snoeien, vanaf 20 april de uitgebloeide bloemen tot ongeveer 5 cm boven nieuwe uitlopende knoppen afknippen. Jonge bloemknoppen op tijd beschermen tegen nachtvorst, uitgebloeide bloemen afknippen bevorderd nabloei, als u de oude takken in de herfst afknipt, krijgt u het volgende jaar minder bloemen, maar wel groter van formaat. Als de bloemen nog goed op kleur zijn, kunt u ze mooi in schelpenzand laten drogen, voor in bloemstukjes bijvoorbeeld. Hortensia’s staan graag in de zon tot halfschaduw, houden wel van vocht op zijn tijd.
Hydrangea macrophylla Glowing Embers
Hortensia / Heesters H
Nederlandse naam Pluimhortensia Bloemkleur groen - wit - groen Bladkleur groen Hoogte 1,5 tot 2 meter Bloeitijd juli tot in oktober Geur nee Standplaats zonnig Groenblijvend nee Grondsoort goed vochtdoorlatend grond Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 1 Gebruik solitair, vakbeplanting Familienaam
Onderhoud Groene naar wit en dan weer naar groen kleurende pluimvormige hortensia, bloeit in juli tot in oktober, als u de plant niet elk jaar snoeit, dan wordt de plant uiteindelijk ongeveer 400 cm hoog. Eind maart tot ongeveer 20 cm boven de grond afknippen. De pluimhortensia kan ook als klein boompje worden toegepast. Staat graag op een lichte plek, liefst in de zon.
Hydrangeaceae (Hortensiafamilie)
Hydrangea paniculata Limelight
Hortensia / Heesters H
Nederlandse naam Japanse berghortensia Bloemkleur witroselila Bladkleur donker groen Hoogte 1 tot 1,5 meter Bloeitijd juni tot in augustus Geur nee Standplaats zonnig tot schaduw Groenblijvend nee Grondsoort goed vochtdoorlatend grond Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 1 Gebruik solitair, vakbeplanting Familienaam
Onderhoud Witroselila verkleurend naar rood schermvormige Japanse berghortensia, bloeit in juni tot in augustus, wordt ongeveer 150 cm hoog, in het voorjaar snoeien, vanaf 20 april de uitgebloeide bloemen tot ongeveer 5 cm boven nieuwe uitlopende knoppen afknippen.
Hydrangeaceae (Hortensiafamilie)
Hydrangea serrata Grayswood
Heesters B
Nederlandse naam Palmboompje Bloemkleur geelachtig groen, weinig opvallend Bladkleur frisgroen, in de winter bronsbruine gloed Hoogte tot vijf meter, wordt meestal als bol of haag als haagje toegepast. Bloeitijd april Geur bitter Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladhoudend Grondsoort van zand tot klei, goed vochtdoorlatend Vochthuishouding droog, kalkachtig aantal per m2 voor haagje 15 cm uit elkaar Gebruik solitair, haag, wolk, vormplant Familienaam Buxaceae (Palmboompjesfamilie)
Onderhoud Als figuur of als haag vanaf mei regelmatig knippen. Wanneer de haag door omstandigheden lelijk is geworden, kan de plant tot aan de grond (voorjaar) worden terug gesnoeid. In het groeiseizoen regelmatig mesten.
Bloeiende Heesters F
Nederlandse naam Chinees klokje of bloeiend hout Bloemkleur kanariegeel Bladkleur groen Hoogte twee tot drie meter Bloeitijd april Geur zoet geurend Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort van zand tot klei, goed vochtdoorlatend Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 1 Gebruik solitair, vakbeplanting Familienaam
Buxus sempervirens
Onderhoud De forsythia heeft een rommelig karakter. Na de bloei de wat oudere takken tot aan de grond afknippen en jong twijgen de kans geven voor ontwikkeling. (wel steeds een aantal tweejarige takken laten zitten). Wanneer u niet snoeit, komen er steeds minder bloemen.
Oleaceae (olijfachtigen)
Forsythia intermedia Spectabilis
Bloeiende Heesters R
Nederlandse naam Bes Onderhoud Bloemkleur roze tot rozerood Bladkleur groen Om de paar jaar, na de bloei, de oude uitgebloeide takken Hoogte 2 tot 3 meter tot aan de grond terugknippen. Bloeitijd april tot in mei Geur doordringende geur (kattenpis) Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort goed vochtdoorlatend grond Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 1 Gebruik solitair, vakbeplanting
Ribes sanguineum King Edward VII
Bloeiende Heesters C
Nederlandse naam Japanse sier- of dwergkwee Bloemkleur wit met rozerood Bladkleur groen Hoogte tot 2 meter, 3 meter breed Bloeitijd maart tot in mei Geur sterk zoet Standplaats zonnig tot halfschaduw Groenblijvend nee Grondsoort goed vochtdoorlatend grond Vochthuishouding niet te nat aantal per m2 1 tot 3 Gebruik leiplant tegen muur, vakbeplanting
Onderhoud Weinig, takken die in de weg zitten, bij vakbeplanting eens in de vijf jaar tot aan de grond afknippen. Specifiek De peervormige vruchten te gebruiken voor in de jam. Of als decoratie in de woning, heerlijk geurend.
Chaenomeles speciosa Moerloosei
Bloeiende Heesters H
Nederlandse naam (Chineese) Toverhazelaar Bloemkleur geel Bladkleur groen, geel tot oranje in de herfst Hoogte 1,5 tot 2 meter Bloeitijd januari tot in maart Geur nee Standplaats zonnig Groenblijvend nee Grondsoort goed vochtdoorlatend grond Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 1 Gebruik solitair, vakbeplanting Familienaam
Onderhoud Geen, alleen takken wegsnoeien die in de weg zitten. Specifiek Bloeit op het kale hout. Mooie herfstverkleuring.
Hamelidaceae (Toverhazelaarfamilie)
Bloeiende Heesters S
Nederlandse naam Gewone sering Bloemkleur lilapaars Bladkleur groen Hoogte 2 tot 3,5 meter Bloeitijd juni tot in augustus Geur zware zoete geur Standplaats zonnig tot schaduw Groenblijvend nee Grondsoort goed vochtdoorlatend grond Vochthuishouding niet te droog aantal per m2 1 Gebruik solitair, vakbeplanting Familienaam
Hamamelis mollis
Onderhoud In het hart van de sering komt nog wel eens dood hout voor, verwijder dit regelmatig. Wanneer de struik na een aantal jaren te vol wordt, een enkele oude tak tot aan de stam weghalen, na de bloei.
Oleaceae (olijfachtigen)
Syringa vulgaris Katherine Havemeyer
Malus Evereste
Platanus acerifolia
Alnus cordata
Acer campestre
Crataegus persimilis Splendens
Paulownia tomentosa
Fraxinus Raywood
Quercus cerris
Sorbus Dodong
Rhus typhina
HOOFDSTUK Magnolia soulangiana Lennei
BOMEN Betula utilis Jacquemontii
Catalpa bignonioides
Liquidambar styraciflua
Aesculus x neglecta Erythroblastos Quercus rubra
Tilia platyphyllos Acer rubrum Red Sunset
Gleditsia aquatica
Robinia margaretta Casque Rouge
Castanea sativa Carpinus betulus
Liriondendron tulipifera
Malus tschonoskii
Inleiding De standplaats De verzorging Het gebruik De soortenindeling Alfabetische volgorde assortiment: A B C D
Bomen voor de wat kleinere tuinen. Bomen voor de grotere tuinen. Vormbomen. (Dakbomen, leibomen, zuilbomen en bolbomen). Groenblijvende bomen.
Lijsterbes, De Sorbus Dodong is een kleine boom die circa 5 meter hoog kan worden. De Sorbus Dodong heeft witte bloemen in mei. Oranje/rode bessen van de Sorbus Dodong komen in oktober. En het meest spectaculaire van de Sorbus Dodong is wel de schitterende oranjerode herfstkleur.
Sorbus Dodong
Bomen
Bomen ruiken, voelen en zien: Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86 (beneden), 3062 NX Rotterdam (www.trompenburg.nl). Het Von Gimborn Arboretum, Velperengh 13, 3941 BZ Doorn (www.gimbornarboretum.nl). Arboretum Belmonte, Generaal Foulkesweg 94, 6703 DS Wageningen (www.arboretum-belmonte.nl). Arboretum De Dreijen, Generaal Foulkesweg 37, 6703 BL Wageningen (www.botanischetuinen.wur.nl/NL/dreijen) Hortus Botanicus Amsterdam, Plantage Middenlaan 2 a, Amsterdam (dehortus.nl) Arboretum Poort-Bulten, Lossersestraat 70a, De Lutte (www.arboretum-poortbulten.nl) Botanische Tuin TU Delft, Poortlandplein 6, Delft
Botanische Tuinen Universiteit Utrecht, Budapestlaan 17, Utrecht (www.bio.uu.nl/bottuinen)
Latijnse naam Sorbus Dodong Bloemkleur wit Bladkleur groen, herfstkleur Hoogte vier tot vijf meter Bloeitijd mei Geur zoet Standplaats zonnig/halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te droog Gebruik solitair
BOMEN KLEINERE TUIN S
Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73, Leiden (www.hortusleiden.nl)
Azijnboom of fluweelboom, De Rhus typhina dankt zijn Nederlandse naam aan de uiteindelijke bruine beharing op de twijgen. De bloemen van de fluweelboom zijn onopvallend, maar de bruinrode vruchtkolven die uit de vrouwelijke bloemen ontstaan vallen wel duidelijk op, temeer daar ze de hele winter aan de takken blijven. En het meest spectaculaire van de Rhus typhina is wel de schitterende oranjerode en gele herfstkleur.
BOMEN KLEINERE TUIN R
Latijnse naam Rhus typhina Bloemkleur groen Bladkleur groen, herfstkleur Hoogte drie tot vijf meter Bloeitijd juni Standplaats zonnig tot schaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te droog Gebruik solitair
Rhus typhina
BOMEN KLEINERE TUIN P
Latijnse naam Pyrus salicifolia Pendula Bloemkleur wit Bladkleur witviltig grijsgroen Hoogte vier tot vijf meter Bloeitijd mei Geur zoet Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair
Pyrus salicifolia Pendula
Wilgbladige sierpeer of treurpeer, De Pyrus salicifolia Pendula is een kleine boom die circa 5 meter hoog kan worden. De Pyrus salicifolia Pendula heeft witte bloemen in mei. Peervormige niet eetbare groene vruchtjes en witviltig grijsgroen smal blad. De takken hangen sterk over. Een mooi boompje voor een kleine tuin op een zonnige plek.
Paulownia tomentosa, Anna Paulowna of Keizerkroon.
Een boom met stevige dikke takken die zorgen voor een brede afgeplatte kroon. De schors is grijsbruin, later ruw wordend. Jonge takken zijn dik en viltig behaard. Oudere takken worden kaal en zijn hol. Het blad is vaak even breed als lang bij bomen in volle groeikracht soms tot 40 cm groot. Het voelt viltig aan vanwege de beharing aan zowel boven- als onderzijde. De bladsteel kan tot 20 cm lengte groeien. Iets voor het verschijnen van het blad verschijnen de bloemen in eindstandige, vertakte pluimen. De bloemknoppen zijn zacht behaard en lichtbruin van kleur. Ze worden in de voorgaande zomer aangelegd met als risico dat ze in een strenge winter kunnen bevriezen. De bloemen zijn helder lilablauw en 5 - 6 cm lang. Paulownia verlangt een beschutte standplaats.
BOMEN GROTE TUIN P
Latijnse naam Paulownia tomentosa Bloemkleur lilablauw Bladkleur groen, zeer groot Hoogte tien tot vijftien meter Bloeitijd eind april - mei Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair
Paulownia tomentosa
BOMEN KLEINERE TUIN P
Latijnse naam Prunus serrulata Amanogawa Bloemkleur lichtroze Bladkleur groen Hoogte vijf tot zes meter Bloeitijd april - mei Geur licht zoet Standplaats zonnig Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik solitair
Prunus serrulata Amanogawa
Prunus serrulata Amanogawa, Japanse sierkers is een kleine boom met een zuilvormige kroon. De boom wordt zo’n 6 meter hoog maar groeit langzaam. Twijgen zijn roodbruin. Het blad van de Prunus serrulata Amanogawa is lancet- tot ovaalvormig en heeft een oranje herfstkleur. Prunus serrulata Amanogawa bloeit uitbundig van eind april tot begin mei met lichtroze, halfgevulde bloemen die zwak geuren.
Prunus persica nucipersica Madame Blanchet
Juglans regia Buccaneer
Prunus avium Giorg
Pyrus communis Conference
Prunus Canada Giant
Prunus Ontario Ribes Stanza
Ribes Whinham’s Industry
Vitis vinifera Golden Champion
Malus domestica Elstar
HOOFDSTUK Prunus dulcis
FRUIT EN ANDERE EETBARE VRUCHTPLANTEN
Malus domestica Kanzi
Rubus phoenicolasius
Rubus
Olea europea Ribes Albatros
Vaccinium corymbosum Bluecrop
Mespilus germanica Westerveld
Vitis vinifera Rembrandt
Prunus Benton
Poncirus trifoliata Malus domestica Golden Delicious
Prunus Valor
Pyrus communis Gieser Wildeman
Fruit
Inleiding De standplaats De verzorging Het gebruik De soortenindeling Alfabetische volgorde assortiment: A Appels B Peren C Pruimen D Kersen E Kleinfruit
Plant instructies voor Vruchtbomen Verwijder gras en/of andere begroeiing ca. 75X75cm. En voer dit af. Graaf een gat van ca 0,5 mtr diep, maak de bodem van het gat een steekdiep los. Zorg dat de wortels ruim in het gat passen. Plaats nu eerst de boompaal (op kniehoogte) aan de zuid-weste zijde van de boom ca. 20 cm uit het hart van het gat, de boom zal nu bij de meest voorkomende windrichting in de boomband hangen, dit voorkomt dat de boom langs de paal schuurt. Indien gebruik gemaakt wordt van een boomkorf, dient u twee boompalen te plaatsen waar de boom tussen staat. Boompalen zijn gemiddeld twee groeiseizoenen nodig, daarna kan de boom in de regel voldoende wortels gevormd hebben om zelf recht te blijven. Instructies:
* bevochtig de wortels * Plaats de kant van de boom waaraan de minst ontwikkelde takken zitten op het zuiden. * Houdt een eventuele entknobbel ca. 5cm boven de grond, dit om wortelvorming te voorkomen. * Gooi mooie grond(evt. potgrond) zonder kluiten in het plantgat tot de wortels zijn bedekt. * De boom tijdens het planten wat heen en weer bewegen zodat de grond goed aansluit bij de wortels. * Als het plantgat 2/3 gevuld is drukt u de grond licht aan en gooit u er een emmer water bij. * Zet de boom zo hoog mogenlijk vast aan de boompaal. * Plant bomen nooit dieper dan ze hebben gestaan op de kwekerij !!
Fruit ruiken, voelen, proeven en zien: Nationaal Fruitpark Ochten, Bonegraafseweg 59, 4051 CG OCHTEN (www.fruitpark.nl) Landgoed Verhildersum, Wierde 40, 9965 TB Leens, Groningen (www.verhildersum.nl) De Fruithof, de Fruithof ligt aan de Majoor van Swietenlaan te Frederiksoord. Op de enige rotonde in Frederiksoord neemt u de afslag naar de parkeerplaats. U neemt de ingang naar “De Tuinen” waar de Fruithof deel van uit maakt. Postcode gegevens voor uw routeplanner of navigatiesysteem: 8382 CE Snoei van appel- en perenbomen, De struiken , half- en hoogstammen , kunnen in de wintermaanden gesnoeid worden. De boom is dan in rust. De bladeren zijn dan van de boom gevallen dit is handig omdat je dan goed kunt zien hoe de boomvorm is. Het snoeien van een fruitboom heeft ook een doel, namelijk; - De boom verjongen, als je dit niet doet dan verouderen ze veel sneller. - De belichting in de boom optimaliseren. - Voorkom ziekten ( snij zieke takken, infecties , ..... zo snel mogelijk weg ) - Betere vruchtzetting. Pas eenvoudige technieken toe ! Rechtopgaande takken hebben de meeste groeikracht. Zware takken in de top van de boom wegsnoeien om de belichting te verbeteren. Een boom die te snel groeit kunt u daarom het best snoeien en uitbuigen zodat de takken horizontaal komen te staan. Als u in de zomer gaat snoeien remt dit de groei in de boom en is doelmatiger. Het uitbuigen mag zowel in de zomer als in de winter gebeuren, als u takken in mei-juni uitbuigt gaan die dan op korte tijd een stand aannemen. Nooit te ver doorbuigen dit kan namelijk tot gevolgen hebben dat de tak breekt. Uitbuigen kan door, een gewicht aan de tak te binden of ze met een touwtje omlaag te trekken en vast te maken aan onderliggende takdelen.
In de maanden april (eind) en mei (begin), is het de moeite waard om richting de Betuwe te gaan i.v.m. de bloesem. Eind juni tot in augustus is het kersentijd. Augustus pruimen.
Frambozen Zomerframbozen. Rijptijd: juni-juli Plantafstand: 25 à 30 cm Terugsnoeien op 30 cm (eerste winter), dit voorkomt dat de scheuten gaan zwiepen in de wind en daardoor de jong aangroeiende wortels beschadigen. In de zomer zullen wortel- of grondscheuten gaan groeien; als deze rond 25 cm lang zijn wordt de oude stengelstomp weggehaald. Aan de jonge scheuten hoeft niets gedaan te worden. Deze zullen volgend jaar de eerste vruchten geven. De scheuten worden in de winter of het voorjaar tegen de draden aangebonden Niet meer dan 12 scheuten per meter aanhouden. Overtollige grondscheuten verwijderen, dit om de groei van de overblijvende te stimuleren en kunnen de vruchten beter afrijpen door meer zon. Wintersnoei: alle tweejarige scheuten worden verwijderd; de nieuwe eenjarige scheuten blijven over en geven volgend jaar weer vruchten.
Herfstframbozen. Rijptijd: augustus-september Plantafstand: 25-30 cm Terugsnoeien op 30 cm (eerste winter), als de nieuwe scheuten voldoende lang zijn, 25 tot 30 cm, wordt de oude stengel verwijderd. De nieuwe scheuten worden aangebonden en zullen in de herfst de eerste vruchten geven. 12 tot 14 scheuten per meter aanhouden. Wintersnoei: Alle scheuten worden verwijderd om ruimte te maken voor nieuwe jonge scheuten die in de herfst vrucht zullen geven.
Perzik/Nectarine Voor de teelt van perziken is een warme zonnige plaats met een goede luchtcirculatie het beste. De plaats moet zorgvuldig gekozen worden, want de bloemen van de perzik zijn al vroeg in het voorjaar open, zodat bescherming tegen plotselinge kou of nachtvorst nodig is. Scherpe koude winden en regelmatig lage temperaturen schaden de boom in hoge mate. Perziken stellen geen bijzondere eisen aan de grond, maar het moet humusrijk zijn en goed vochtdoorlatend, want anders kan de groei stil gaan staan. Perzikbomen hebben grote hoeveelheden ‘vrij’water nodig, waarmee men het water bedoelt dat zich om de wortels van de boom bevindt en dat er gedurende de groeiperiode altijd is. Een perzik zonder sap is zeker geteeld op te droge grond. De perzik draagt op tweejarig hout, vruchttwijgen moeten dan ook na de pluk gesnoeid worden om voor jonge, eenjarige takken plaats te maken. Het totale snoeipatroon kan in weinig woorden worden samengevat: snoei de vruchtdragende takken na de oogst. Ook goed geschikt als leiboom.
Rode en witte bessen
Plantafstand: 75 cm bij hagen en 125cm als solitair. De beste tijd om te planten is in het najaar, als de grond nog warm is, want dan groeien de wortels nog, maar in het voorjaar lukt het met wat extra zorg ook uitstekend. Snoeien: het jaar na aanplanten(tweede jaar) worden de takken voor de éénderde teruggesnoeid. De snoei in de zomer beperkt zich tot het weghalen van de scheuten die uit de grond komen. In de volgende zomer worden ook weer de overtollig grondscheuten weggehaald, op een enkeling na die nodig is als gesteltak. Tweejarig hout geeft de beste vruchten en de langste trossen; de beste methode zal dus tussen lange en korte snoei in liggen. Lange snoei: In de winter halen we de zijtakken weg die te zwaar zijn. Korte snoei: Groeien de takken te snel dan kunnen ze wat geremd worden door de top weg te halen; dat bevordert de vorming van zij(vrucht)hout.
Zwarte bessen
Plantafstand: 75 cm aan de haag 125 cm als solitair. Zwarte bessen dragen het beste op eenjarig hout. De struiken worden daarom iedere winter teruggesnoeid tot op eenjarige takken. Na het planten worden de takken teruggesnoeid tot op 20 cm. De jaren daarna worden de meeste grondscheuten weggesnoeid, tenzij ze nodig zijn voor gesteltak. Slecht en dun eenjarig hout snoeien we ook weg. Het beste kunnen de zwarte bessen al gesnoeid worden direct na de oogst. Het eenjarige hout heeft dan de kans zich beter te ontwikkelen. Voor de oogst snoeien kan eventueel ook, je neemt dan de takken met bessen en al mee naar binnen en kan thuis aan tafel de bessen eraf halen.
Druiven
Plantafstand: 2 meter Druiven kunt u buiten het beste planten als de grond nog warm is in het najaar (tot de eerste vorst) of in het voorjaar als de kans op nachtvorst voorbij is. In de kas kan natuurlijk al eerder geplant worden. Jonge, pas geplante druiven moeten wel wat bescherming hebben als het gaat vriezen. Snoei: na het planten snoeien we de plant terug tot op 3 ogen. Als de ogen uitlopen in het voorjaar houden we een sterke scheut aan en binden deze stevig tegen een bamboestok of aan draden. De andere scheuten worden uitgebroken. De zijarmen worden horizontaal geleid, deze armen kunnen een aanzienlijke lengte bereiken en geven vrucht over de hele lengte van de arm. Uit de ogen van gevormde armen groeien namelijk scheuten die vrucht gaan geven, vaak twee of drie trossen per scheut. Voor een goede afrijping is het beter dat er maar een tros wordt aangehouden. De scheut wordt getopt na het vijfde blad na de tros. Scheuten zonder tros worden volledig weggebroken. In de winter worden de takken die vrucht hebben gedragen teruggesnoeid op de onderste twee ogen. (Tussen kerst en oud en nieuw snoeien).
Abrikozen
Drie aspecten zijn belangrijk bij het telen van abrikozen. Ten eerste verschijnen de eerste bloemen reeds vroeg in het voorjaar en ze zijn dan bijzonder gevoelig voor vorst.Ten tweede vallen de vruchtbeginsels af als de wortels te weinig water krijgen en ten derde moet er bij de bevruchting meestal geholpen worden,omdat er in de bloeitijd nog maar weinig insekten actief zijn. Afgezien van bijzonder strenge koudeperioden is de abrikoos al voldoende beschermd als deze tegen een zonnige muur staat, die aan de andere kant verwarmd wordt door onze verwarming. Onze hulp kan hieruit bestaan dat we deze warmte zo constant mogelijk houden, door b.v. de boom af te dekken bij nachtvorst tijdens de bloeiperiode, waarmee we de bloei bevorderen en er geen problemen ontstaan bij nachtvorst. Te droge wortels zijn een gevaar voor alle bomen die bij een muur staan. Dit gevaar is gemakkelijk af te wenden door veel water te geven en door te mulchen. De problemen zijn het grootst in de bloeitijd en in de tijd van vruchtvorming, en dan later nog eens als de vruchten gaan groeien. Als in deze perioden geen of slechts weinig regen valt, moet net zo lang water gegeven worden tot de grond kletsnat is. Zodra de vruchten zijn aangezet, legt men een forse mulchlaag over de wortelen. Die houdt het vocht enige weken vast. Dat bespaart u water geven in de zomer. Abrikozen houden van een goede vochtdoorlating grond; op een zware, natte grond zullen abrikozen het zeker niet goed doen. De abrikozen hebben gedurende de groei veel behoefte aan warmte. De vruchten moeten tot ze rijp zijn aan de boom blijven. Men plukt zo mogelijk vroeg in de morgen, als de vruchten nog ‘dauwfris’ zijn. Ook goed geschikt als leiboom.
Elstar is een friszure handappel, rijptijd: september. Weinig gevoelig voor ziektes makkelijk in onderhoud. Ook te verwerken in gebak of salades. Zelfbestuivend, uitstekende smaak
APPELS
Conference peer, Sappig, zoete bekende handpeer Rijptijd: eind september. Deze peer is tamelijk groot en heeft een goede smaak. Zelfbestuivend.
Malus domestica Elstar
PEREN
Pyrus communis Conference
Bleue de Belgique pruim, Rijptijd: augustus / september. Deze vrucht is tamelijk groot, eirond. Hij is sappig en goed van smaak. Zelfbestuivend.
Karina kers, Rijptijd: half juli. Grote hartvormige vrucht, diep donkerrood met een goede smaak. Lange vruchtsteel. Zelfbestuivend
PRUIMEN
KERSEN
Prunus domestica Blue de Belgique
Prunus avium Kordia
Hedera algeriensis Gloire de Marengo
Wisteria floribunda Macrobotrys
Clematis Hagley Hybrid
Actinidia deliciosa Jenny
Hedera helix Arbori Compacta
Passiflora Perfume Passion Actinidia deliciosa Atlas
Pyracantha coccinea Red Column
Actinidia kolomikta
Clematis Dr. Ruppel
HOOFDSTUK Humulus lupulus Aureus
KLIMPLANTEN LEIPLANTEN
EN
Fallopia aubertii Polygonum
Passiflora carulea
Parthenocissus tricuspidata
Aristolochia macrophylla Clematis Nelly Moser
Pyracantha Soleil dÓr Campsis tagliabuana Indian Summer
Lonicera periclymen Serotina
Clematis Guernsey Cream
Humulus lupulus Hedera helix
Clematis tangutica
Passiflora Purple Haze
Parthenocissus quinquefolia
Klim- en leiplanten
Inleiding De standplaats De verzorging Het gebruik De soortenindeling Alfabetische volgorde assortiment:
Klimplanten ruiken, voelen en zien: Trompenburg Tuinen & Arboretum, Honingerdijk 86 (beneden), 3062 NX Rotterdam (www.trompenburg.nl). Het Von Gimborn Arboretum, Velperengh 13, 3941 BZ Doorn (www.gimbornarboretum.nl). Arboretum Belmonte, Generaal Foulkesweg 94, 6703 DS Wageningen (www.arboretum-belmonte.nl). Arboretum De Dreijen, Generaal Foulkesweg 37, 6703 BL Wageningen (www.botanischetuinen.wur.nl/NL/dreijen) Hortus Botanicus Amsterdam, Plantage Middenlaan 2 a, Amsterdam (dehortus.nl) Arboretum Poort-Bulten, Lossersestraat 70a, De Lutte (www.arboretum-poortbulten.nl) Botanische Tuin TU Delft, Poortlandplein 6, Delft Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73, Leiden (www.hortusleiden.nl) Botanische Tuinen Universiteit Utrecht, Budapestlaan 17, Utrecht (www.bio.uu.nl/bottuinen) Tuinen van Appeltern
VIJFBLADIGE- of WILDE WINGERD Bijen en vogel plant
KLIMPLANTEN P
Latijnse naam Parthenocissus quinquefolia Bloemkleur witgroen Vrucht blauwzwart Bladkleur groen, herfstkleur Hoogte vier tot twintig meter Bloeitijd augustus tot in september Geur zoet Standplaats zonnig/halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te droog Gebruik tegen muur of in boom
Latijnse naam Parthenocissus tricuspidata Veitchii Bloemkleur witgroen Bladkleur groen, herfstkleur Hoogte vier tot tien meter Bloeitijd augustus tot in september Geur zoet Standplaats zonnig/halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te droog Gebruik tegen muur OOSTERSE- of KASTEELWINGERD Bijen en vogel plant
KLIMPLANTEN P
Bijen en vogel plant
KLIMPLANTEN P
OOSTERSE- of KASTEELWINGERD
Parthenocissus tricuspidata Veitchii
Parthenocissus tricuspidata
Latijnse naam Parthenocissus tricuspidata Bloemkleur witgroen Bladkleur groen, herfstkleur Hoogte vier tot tien meter Bloeitijd augustus tot in september Geur zoet Standplaats zonnig/halfschaduw Groenblijvend bladverliezend Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te droog Gebruik tegen muur
Latijnse naam Passiflora Perfume Passion Bloemkleur witgroen Bladkleur groen, herfstkleur Hoogte tot tien meter Bloeitijd juni tot in oktober Geur zoet Standplaats zonnig/halfschaduw Groenblijvend half wintergroen Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik tegen muur of door de klimop Voet beschermen in de winter PASSIEBLOEM
KLIMPLANTEN P
KLIMPLANTEN P
PASSIEBLOEM
Parthenocissus tricuspidata Veitchii
Passiflora caerulea
Latijnse naam Passiflora caerulea Bloemkleur blauw, wit, paars en groen Bladkleur groen Hoogte tot vijftien meter Bloeitijd juni tot in oktober Geur zoet Standplaats zonnig/halfschaduw Groenblijvend half wintergroen Grondsoort alle grondsoorten Vocht niet te nat Gebruik tegen muur of door de klimop Voet beschermen in de winter
Kwintelooyen. Kwintelooyen is een voormalige zandafgraving tussen Veenendaal en Rhenen. Het gebied is in beheer bij Recreatieschap de Utrechtse Heuvelrug. Het gebied is speciaal ingericht voor dagrecreatie met een dagcamping en verschillende voorzieningen. Kwintelooyen ligt ingesloten tussen drie particuliere landgoederen: Prattenburg, de Dikkenberg en Remmerstein. Daaraan grenzend liggen de Stadsbossen van Rhenen en de Plantage Willem III, van Stichting Het Utrechts Landschap. Het gehele gebied strekt zich uit van de noordoever van de Rijn tot de Gelderse Vallei. Karakteristiek in het gebied zijn de diepe erosiedalen, de prehistorische grafheuvels, wallen, beukenlanen en de overgangen tussen heuvelrug en valleien. Opvallend is het grote hoogteverschil van vijftig meter op Kwintelooyen; van zeer nat (ven en moeras) naar droog (heidevelden). Ongeveer de helft van het gebied wordt sinds 2003 begraasd door een kleine kudde Schotse Hooglanders Via de uitgezette wandelroutes kom je op het hoogste punt van het terrein, waar je een prachtig uitzicht hebt over de Gelderse Vallei. Een gedeelte van Kwintelooyen is in gebruik als circuit, op of rond hemelvaart wordt hier de traditionele motorcross gereden, georganiseerd door Motor-Auto Club Rhenen en Omstreken. Het circuit kenmerkt zich door zijn enorme hoogteverschillen (60 meter) als een niet Nederlands circuit. Het heeft een semi permanente status, op het circuit worden 3 meerdaagse evenementen georganiseerd, het heeft geen trainingsfaciliteiten. (bron: utrechtseheuvelrug.punt.nl)
Recreatie gebied Kwintelooyen Tussen Rhenen en Veenendaal
De Zandhagedis en de Levendbarende hagedis, volop aanwezig.
Plantage Willem III Plantage Willem III vormt samen met de Remmerdense Heide een buitenlands aandoend, glooiend gebied op de zuidwestflank van de Utrechtse Heuvelrug. Op de Plantage bevinden zich diverse sneeuwsmeltwaterdalen uit de laatste ijstijd. Eén daarvan is door de provincie aangewezen als aardkundig monument.
Begrazing van halfwilde gallowayrunderen en konikpaarden zorgt op de Plantage voor een halfopen landschap met schraalgrasland, boomgroepen en struwelen. De gevarieerde begroeiing is van grote betekenis voor vlinders, zandhagedis, sprinkhanen, muizen, reeën en vogels als de roodborsttapuit, gekraagde roodstaart en boomleeuwerik. Het ecoduct onder de N225 zorgt voor een waardevolle verbinding tussen de bossen op de stuwwal en de natuur in het dal van de Nederrijn. Aan de Plantage grenst de Remmerdense Heide. Dit gebied bestaat voornamelijk uit struikheide met vliegdennen en struweel. Op de heide is het zeldzame warkruid aanwezig. De heide biedt bovendien leefruimte aan een grote populatie zand hagedissen.
Tussen Elst en Rhenen
Tabaksteelt Plantage Willem III dankt zijn naam aan de tabaksplantage die hier vroeger was gevestigd. De familie Ruys stichtte hier in 1853 een tabaksplantage. Het landschap aan de voet van de Heuvelrug bij Elst werd in die tijd bepaald door de tabaksteelt en de daarbij behorende tabaksschuren. Aan het begin van de 20ste eeuw was de tabaksteelt over haar hoogtepunt. In 1902 kwam de Plantage in handen van ‘N.V. Cultuurmaatschappij Remmerden’, waarna de tabaksteelt naar de achtergrond verdween. Na ongeveer 60 jaar is de onderneming overgedaan aan het gewasveredelingsbedrijf Cebeco en sinds mei 1995 is de Plantage Willem III in handen van Het Utrechts Landschap.
De Grebbeberg vormt het abrupte einde van de Utrechtse Heuvelrug. Met een hoogteverschil van ruim 50 meter biedt de berg een spectaculair uitzicht over de Blauwe Kamer, de Nederrijn en de Betuwe. De Grebbeberg vormt samen met de Blauwe Kamer één natuurgebied. Veel planten en dieren profiteren van de combinatie van hoog en laag, droog en nat, voedselarm en voedselrijk. Het bos op de Grebbeberg bestaat voornamelijk uit eiken. Er groeien typische bosplanten als salomonszegel, vingerhoedskruid en adelaarsvaren. Langs de steile helling van berg naar rivier groeit sleedoorn, hazelaar en marjolein. De steilrand is ontstaan doordat de rivier duizenden jaren zand en grind van de stuwwal heeft weggespoeld. De provincie Utrecht heeft de steilrand aangewezen als aardkundig monument. De Grebbeberg heeft al sinds de prehistorie een strategische ligging. Een tastbaar bewijs is de ringwal(burcht) uit de vroege middeleeuwen. Ook in de Tweede Wereldoorlog is op deze plek zwaar gevochten. De Grebbeberg maakt onderdeel uit van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Op meer plekken langs de Nederrijn krijgt de rivier de ruimte. Ook werkt het Utrechts Landschap aan het verbinden van natuurgebieden. Misschien wandelt het edelhert straks vanaf de Veluwe naar de uiterwaarden en over de Utrechtse Heuvelrug. (bron: Utrechts Landschap)
Voorkomende soorten: groene specht, ransuil, eekhoorn, boommarter, ree, salomonszegel, adelaarsvaren, dalkruid, valse salie, marjolei en de ringslang.
De Blauwe Kamer In natuurgebied de Blauwe Kamer heeft het water van de Nederrijn vrij spel. De zomerdijk is in 1992 afgegraven, zodat het gebied regelmatig overstroomt. De natuur in de Blauwe Kamer is dankzij de overstromingen voortdurend in beweging en ontwikkeling. De dynamiek van de rivier zorgt voor hoogteverschillen en trekt bijzondere planten en dieren aan. Bloemrijke graslanden geven de Blauwe Kamer kleur. Op diverse plaatsen groeit wilgenbos en zijn moerassen ontstaan. In het gebied komen ruim 200 vogelsoorten en 300 plantensoorten voor. Ook de bever voelt zich thuis in de Blauwe Kamer. Vogelparadijs Voor vogelliefhebbers is de Blauwe Kamer een waar paradijs. De vogelkijkhut biedt uitzicht over het vogelrustgebied. Regelmatig laten lepelaars, talingen, kwartelkoningen, steltlopers en torenvalken zich zien. Wie geluk heeft, kan zelfs een vis- of slangenarend voor de lens krijgen.
Tussen Wageningen en Rhenen
Restanten uit het verleden In de Blauwe Kamer staan restanten van een steenfabriek. Deze fabriek bakte tussen 1890 en 1975 bakstenen van rivierklei. In de hoogtijdagen na de Tweede Wereldoorlog verlieten iedere week 500.000 stenen de fabriek. De wijk Tuindorp in Utrecht is voor een groot deel met stenen uit de Blauwe Kamer gebouwd. Tegenwoordig gebruiken koniks, grootoorvleermuizen en wilde bijen de ruïnes om in te schuilen. Natuur verbinden Door het veranderende klimaat krijgen onze rivieren steeds meer water te verwerken. Om dijkdoorbraken te voorkomen wil de overheid de rivier meer ruimte geven. Dat kan door het graven van geulen en het weghalen van obstakels in de uiterwaarden. Ook de natuur profiteert hiervan. Dat heeft Het Utrechts Landschap in de Blauwe Kamer laten zien. Galloways en koniks In het gebied lopen halfwilde galloways en koniks vrij rond in kuddes. Galloways zijn runderen en koniks zijn paarden. Houd afstand en voer de dieren niet. Ze kunnen prima voor zichzelf zorgen, ook in de winter. Bij hoogwater zoeken ze een veilig heenkomen op hoger gelegen gebieden. Daar breiden meidoorn en hondsroos zich uit omdat ze niet door de dieren worden gegeten. Tussen de stekelstruiken krijgt hier en daar een jonge es de kans om uit te groeien tot een volwassen boom.
Galloway rund
Grebbeberg Utrechtse Heuvelrug Zuid
HELP!
HOVENIERSBON
we hebben een TUIN.......!!!!!
De bestrating is groener dan het gras van de buren! Het gazon zit vol met mos, hoe pakken we dit aan. Onze dochter is druk en dat kun je aan haar tuin te zien.
Onze tuinbonnen
Voor mensen die wat hulp kunnen gebruiken in de tuin.
De oplossing voor al uw tuinproblemen. SNOEIBON Kent u iemand wiens tuin lijkt op een Veluws bos? Wilt u iemand helpen met een snoeiprobleem? Is er bij bekende de vraag, Hoe moet er gesnoeid worden of wat moet wanneer gesnoeid? Uw partner vindt In de tuin werken heerlijk en is bent best handig, alleen de uitvoering is twijfelachtig! Door de beplanting de tuin niet meer zien! Wilt u met familie, vrienden of kennissen een cursus snoeien in uw eigen tuin beleven?
We hebben wel de ideeën, maar kan het wel? Mijn man wil de tuin vol met asfalt. Een onderhoudsvriendelijke tuin kan toch ook op een groenere manier?
TUINBONNEN TUINBONNEN
TUINPROBLEMEN! EN
TU
NN O B N I
Onze specialisten staan voor u klaar! Voor meer informatie, bezoek onze webshop
www.tuinbonnen.com
en iteit v i t c era land Kind . Neder I.V.N
BUITEN - dingentjes voor kinderen
BIJNA DAGELIJKS LEUKE BUITENACTIVITEITEN voor meer informatie:
Werk st
uk m aken over http:/ g vogel /www a naar: s . v ogelb ik__v esc ogels _/wer herming .nl/ kstuk ken
Vol
gd eO eho ev ia e en web volg cam deo eho bij e.n haa l rn est via:
ivn.nl/activiteiten Spreekbeurt houden over bever, wild zwijn, vleermuizen of steenmarter Wil je meer weten, kijk dan op: www.zoogdiervereniging.nl/ educatie
Nestkastje ophangen? Zorg ervoor dat de opening van het kastje richting het noorden is!
Er leven wel 21 verschillende vleermuissoorten in Nederland!!!!
r!!! u e sad .nl s a mb ssade a r ba de lin eram V rdt .vlind o w w ww Kinderen bij het Wereld Natuur Fonds Voor kinderen vanaf 3 jaar heeft het Wereld Natuur Fonds de Bamboeclub en voor kinderen vanaf 6 jaar de Rangerclub opgericht. Voor jongeren van 12 jaar en ouder heeft het WNF WNF-LifeGuard. Voor meer info: www.wnf.nl
Meer informatie over vleermuizen, kijk dan op: www.vleermuis.net
kant! e d f a n a potten v s n e s is v Bruin caties lo e d r o o in.nl v v g u r . w w Kijk op w
Volg d e Vos via ee n web http:// cam: volgdev os.nl
en iteit v i t c era land Kind . Neder I.V.N
BUITEN - dingentjes voor kinderen Natuurmonumenten verzorgt bijna dagelijks leuke activiteiten voor jong en oud
en iteit en v i t c era ent Kind monum ur Natu
VOLG DE TORENVALK http://www.beleefdelente .nl/ vogel/torenvalk VOLG DE ZEEAREND http://www.beleefdelente .nl/ vogel/zeearend
VOLG DE STEENUIL http://www.beleefdelente .nl/ vogel/steenuil
voor meer informatie:
http://www.natuurmonumenten.nl/activiteiten/ agenda
Er zijn drie soorten slangen in Nederland: de ringslang, r. de gladde slang en de adde . Wil je weten waar ze zitten www.slangen .nu
http:/
/www .b gekra eleefdelen agdete roods .nl/voge l/ taart
VOLG DE SLECHTVALK http://www.beleefdelente .nl/ vogel/slechtvalk VOLG DE SPREEUW www.beleefdelente .nl/vogel/ spreeuw
VOLG DE KOOLMEES http://www.beleefdelente .nl/ vogel/koolmees
VOLG http://w DE OOIE VAA R ww.bele efdelen t vogel/o oievaar e .nl/
VOLG DE OEH OE http://www.be leefdelente .nl/ vogel/oehoe
er. De Bufo bufo steekt weer ov Help je ze een handje? e/ http://www.padden .nu/Hom Helpmee
Wat voor gekke vogels zitten er in jouw tuin!? Boomklever
Boomkruiper
Ekster
Spreeuw
Staartmees
Stadsduif
Merel
turkse tortel
Pimpelmees
Vink
Roodborstje
Winterkoning
Gaai
Kauw
Goudvink
Koolmees
Groenling
Koperwiek
Heggenmus
Houtduif
Huismus
Zanglijster
Zwarte kraai
Grote bonte specht
Kramsvogel
Het is lente! De vogeltjes zijn druk aan het fluiten en aan het nestjes maken . Maar welke vogels zitten er eigenlijk bij jouw in de tuin? Hier een kort lijstje met de meest voorkomende tuinvogels! Welke kun jij vinden?
Wat is een vogel?
Snavel
Misschien denk je dat het vermogen om te vliegen het belangrijkste kenmerk van vogels is, maar dat is niet helemaal waar. Er zijn vogels zoals de struisvogel en de kiwi (een Nieuw Zeelandse vogelsoort) die niet kunnen vliegen, maar wel vogels zijn. Andersom zijn er veel dieren die wel kunnen vliegen, maar die toch geen vogels zijn zoals de vleermuizen en insecten. Het belangrijkste kenmerk van vogels is dat ze veren hebben. Geen enkel ander dier heeft veren. De meeste vogels kunnen wel vliegen. Daarvoor hebben ze holle botten, want je moet natuurlijk zo licht mogelijk zijn om in de lucht te kunnen blijven.
Aan snavels zie je wat vogels eten. Roofvogels hebben een sterke haaksnavel waarmee ze stukken vlees van de prooi kunnen afscheuren. Reigers hebben een dolkvormige snavel waarmee ze vissen spietsen. Vogels die onder water vissen vangen, zoals de zaagbek, hebben een hele rij met scherpe uitsteeksels aan de snavel. Het lijken wel tanden. Vogels die insecten eten, zoals de roodborst, hebben een kort dun snaveltje waarmee zelfs de kleinste insecten nog te pakken zijn. Zaadeters zoals mussen en vinken hebben juist een korte dikke snavel. Zij moeten de zaadjes open breken en daarvoor hebben ze een sterke snavel nodig.
Hoe zijn vogels ontstaan? De eerste dieren met veren leefden ongeveer 150 miljoen jaar geleden. Dat is de tijd van de dinosauriërs. In een Duitse steengroeve zijn fossiele afdrukken gevonden van de eerste vogel: de Archaeopterix. Deze vogel was zo groot als een kraai, maar had wel een langere staart. In de periode daarna zijn er steeds nieuwe vogelsoorten bijgekomen. Veel daarvan zijn ook weer uitgestorven. Op dit moment leven er in de wereld ongeveer 10.000 vogelsoorten. Er sterven nog steeds vogels uit, maar nu vaak door invloed van mensen. Poten De poten verraden hoe vogels leven. Reigers en ooievaars hebben lange poten waarmee ze makkelijk door hoog gras of door water kunnen lopen. Daar vinden ze hun voedsel als muizen en vissen. Roofvogels hebben sterke klauwen met scherpe nagels waarmee ze hun prooi goed kunnen vasthouden. Deze vogels leven dan ook van andere dieren die flink kunnen tegenspartelen. Veel zangvogels eten insecten of zaden. Deze vogels hebben korte pootjes waarmee ze makkelijk door bomen en struiken kunnen “rennen” of waarmee ze over de grond kunnen hippen. Deze pootjes knijpen vanzelf dicht, zodat ze niet van de takken vallen als ze voedsel zoeken of slapen. Natuurlijk ken je ook wel de poten van een eend met zijn grote zwemvliezen. Hiermee kunnen ze heel goed door het water roeien. De meeste vogels hebben 3 tenen die naar voren wijzen en één kleine teen die naar achteren wijst. Bij spechten is dat anders. Die vogels klimmen langs boomstammen omhoog en dan moeten ze veel grip hebben. Daarom kan één teen opzij gedraaid worden.
Vleugels Ook door goed naar de vleugels te kijken, kun je veel te weten komen over de vogel. Veel zeevogels hebben lange smalle vleugels waarmee ze zelfs in een flinke storm nog moeiteloos kunnen zweven. Zonder wind hebben ze heel veel moeite met vliegen. Roofvogels en ooievaars houden juist niet van harde wind. Zij hebben juist heel brede vleugels waarmee ze op de thermiek uren lang kunnen zweven. Als de zon de grond verwarmt, wordt de lucht erboven ook warm en die stijgt dan op. Deze opstijgende warme lucht heet thermiek en kan kilometers hoog komen. Boven zee ontbreekt deze opstijgende lucht en daarom vliegen roofvogels en ooievaars het liefst over land. Kleine vogels flappen de hele tijd om in de lucht te blijven. De soorten die helemaal naar Afrika vliegen hebben net iets langere vleugels dan de neefjes en nichten die niet zo ver vliegen. Ogen Vogels die veel in het water duiken om te eten, hebben ogen met een extra beschermingsvlies. Zo kunnen ze met de ogen open onder water hun voedsel vinden en hebben geen duikbril nodig. Om afstand goed in te schatten heb je twee ogen nodig die dezelfde kant uit kijken. Uilen en roofvogels vangen prooien en moeten de afstand tot de prooi goed kunnen inschatten. Daarom hebben uilen grote ogen die aan de voorkant in de kop zitten. Zo kunnen ze ook in het donker heel goed de afstand inschatten van de prooi. Omdat de ogen zo groot zijn kunnen ze niet bewegen in de kop. Als en uil achter zich wil kijken, moet hij zijn hele kop draaien. Ook roofvogels vangen prooien. Zij hebben de ogen daarom ook vooraan in de kop, maar deze kunnen wel een klein beetje bewegen.
Vogels die veel vijanden hebben, zoals zangvogels en weidevogels, hebben de ogen aan de zijkant van de kop. Zonder de kop te draaien, kunnen ze bijna helemaal om zich heen kijken en zo rovers al van verre zien aankomen. De ogen van vogels zijn ook zo bijzonder omdat ze ultra violet licht (UV-licht) kunnen zien. Mensen kunnen dat niet zien. Muizenpies weerkaatst het UV-licht. Daar maken torenvalken gebruik van want ze kunnen vanuit de lucht zo’n piesspoor volgen en komen dan vanzelf bij een smakelijke muis. Ook veel andere vogels als grasparkieten en mezen kunnen UV-licht zien. Voor ons lijken deze vogels allemaal op elkaar, maar als je er een UV lamp op schijnt en een speciale bril opzet, lijken sommige delen van deze vogels wel licht te geven. Daar herkennen ze elkaar aan. Reuk Over de vraag of vogels kunnen ruiken bestaat veel onduidelijkheid. De Nieuw Zeelandse kiwi zoekt in de nacht naar wormen in de grond. Bij het puntje van zijn snavel zitten de neusgaten en hij vindt de wormen vooral door te ruiken. Veel gieren in Afrika leven op de open vlaktes en zweven op grote hoogte op zoek naar dode dieren. Die vinden ze vooral met hun heel scherpe ogen en waarschijnlijk kunnen deze vogels niet zo goed ruiken. Andere gieren leven meer in bosgebieden. Dan heb je niet zo veel aan goede ogen, maar moet je dode dieren vooral vinden op de stank. Deze gieren kunnen juist wel heel goed ruiken. Van veel vogels is onbekend of ze kunnen ruiken, maar onderzoek heeft aangetoond dat spreeuwen geschikt nestmateriaal kunnen ruiken. Dus het is waarschijnlijk wel zo dat vogels kunnen ruiken, maar de ene soort veel beter dan de andere.
Veren
Geluid
We hadden al gezegd dat het belangrijkste kenmerk van vogels de veren zijn. De onderlaag bestaat uit kleine donsveertjes. Die houden het lichaam warm. Daaroverheen liggen als een soort dakpannen de veren over elkaar. Die maken het verenpak goed waterdicht en met deze veren pronken de vogels. Deze veren worden ook gebruikt om te vliegen. Voor vogels die veel op en in het water leven, is het niet genoeg dat de veren als dakpannen over elkaar liggen. Zij moeten de veren goed insmeren met een soort vet. Daarvoor hebben ze aan het begin van de staart (op de stuit) een speciale klier waar dit vet wordt gemaakt. Ze smeren dit vet met de snavel en de kop over hun hele verenkleed en kunnen dan zonder problemen duiken en zwemmen.
Vogels zijn bekend om hun mooie zang, maar waarom zingen vogels eigenlijk? Vogels maken verschillende geluiden om met elkaar te “praten”. Meestal zijn het de mannetjes die het mooiste zingen. Ze vertellen hun soortgenoten dat die plek al bezet is (het territorium). Vrouwtjes kiezen de mannetjes die het mooist en het langst zingen. Een mannetje dat lang kan zingen heeft een goed leefgebied en kan dus veel voedsel voor de jonge vogels vinden. Dat zijn de beste mannen. Vogels zingen meestal alleen in het voorjaar. Dan moeten ze hun territorium verdedigen en een vrouwtje zoeken. Na de broedtijd is zingen niet meer nodig. Het trekt dan alleen maar de aandacht van roofdieren en dus stoppen de meeste vogels dan met zingen. Naast de zang kennen vogels ook verschillende andere geluiden. Er zijn korte roepjes waarmee ze elkaar aangeven waar ze zitten. Vogels die in groepen trekken roepen ook steeds naar elkaar zodat ze weten waar de soortgenoten zijn. Als er gevaar is laten ze een alarmgeluid horen om de soortgenoten te waarschuwen.
Rui Veren slijten en doen dan hun werk niet meer. Ze moeten dan vervangen worden. Dit heet de rui. De meeste vogels ruien na het broedseizoen in augustus. De drukke broedperiode is dan voorbij en de vogels hebben de tijd om hun verenpak te wisselen. Dit kost veel energie en daarom houden ze zich heel rustig en laten zich niet zo vaak meer zien. In september zijn ze klaar en hebben weer allemaal nieuwe veren. Daarmee kunnen vogels de koude winter overleven of ze kunnen ermee naar Afrika trekken. De meeste vogels ruien enkele veren tegelijk. Zo kunnen ze blijven vliegen. Eenden en ganzen ruien alle slagpennen tegelijk. Dat zijn de veren aan het eind van de vleugels waarmee ze vliegen. Ze kunnen dan enkele weken niet vliegen. Dat is natuurlijk wel gevaarlijk want ze kunnen niet snel wegkomen als er een roofdier komt. Daarom trekken ze voor de rui naar rustige gebieden met veel water. Op het water zijn ze veilig voor vossen, katten en honden.
Broeden De meeste vogels bouwen in het voorjaar een nest. Sommige vogels, zoals mezen, broeden het liefst in holtes en maken ook gebruik van nestkasten. Merels maken zelf een nest in een struik. Eenden maken in een graspol een nest en roofvogels en ooievaars hebben vaak grote nesten in bomen die ze elk jaar opnieuw gebruiken. Dan worden de eieren gelegd. Het aantal varieert van 1 tot wel 14. De meeste zangvogels hebben 4 of 5 eitjes, maar eenden hebben er vaak wel 8 en koolmezen kunnen er wel 14 leggen. Natuurlijk kan een vrouwtje nooit alle eitjes tegelijk leggen. Meestal legt ze elke dag een ei. Bij veel zangvogels, eenden, ganzen en weidevogels (zoals de kievit), begint het vrouwtje pas met broeden als alle eitjes gelegd zijn. Zo zorgt ze ervoor dat alle jongen op dezelfde dag uit het ei komen en ook op dezelfde dag het nest verlaten. Roofvogels en uilen beginnen al met broeden als het eerste ei gelegd is. Zo komen de jongen na elkaar uit het ei en is het oudste jong het grootst en het sterkst. Als er weinig voedsel te vinden is, zullen de kleinste jongen het niet overleven en worden dan vaak door de grotere broers en zussen opgegeten. Zo zorgen roofvogels en uilen ervoor dat de kans het grootst is dat er in ieder geval 1 of 2 jongen groot worden. Als alles meezit, kunnen alle jongen volwassen worden. Bij de meeste zangvogels duurt het broeden
ruim 2 weken en blijven de jongen ook ruim 2 weken in het nest. Bij grotere vogels duurt het wat langer. De jongen van zangvogels komen kaal en naakt uit het ei. Ze blijven in het nest tot ze veren hebben en kunnen fladderen. Dit noemen we “nestblijvers”. Bij eenden, ganzen en weidevogels, komen de jongen al helemaal bedekt met dons uit het ei. Ze kunnen binnen een dag lopen en verlaten dan ook meteen het nest. Dit noemen we “nestvlieders”. De ouders wijzen ze de voerplaatsen, maar ze moeten meteen zelf eten zoeken. De jonge zangvogels krijgen het voer van de ouders in het nest. Grotere vogels hebben maar 1 nest per jaar. Veel zangvogels hebben wel 2 of 3 nesten per jaar. Er worden veel jonge eendjes en zangvogels geboren. Toch nemen de aantallen van deze vogels niet heel erg toe. Dat komt omdat veel jonge vogels worden opgegeten door katten, sperwers, reigers, snoeken, enz. Bij slecht weer gaan er ook veel dood door de kou en nattigheid. Dit hoort allemaal bij de natuur. Er blijven toch genoeg jongen over zodat het aantal vogels ongeveer gelijk blijft.
Wordt juniorlid!!!
Vogeltrek Sommige vogels blijven het hele jaar op dezelfde plek, zoals de merel en de huismus in jouw tuin. Maar heel veel andere vogels broeden op andere plaatsen dan waar ze overwinteren. Ganzen broeden bijvoorbeeld in het hoge noorden van Scandinavië en Rusland, maar in de winter is het daar de hele dag donker en is het gras bedekt met een dikke laag sneeuw en ijs. Daarom komen ze graag naar onze sappige weilanden waar ze de hele winter genoeg kunnen eten. De zwaluwen die bij ons broeden, eten alleen insecten. In de winter zijn die hier niet te vinden en dus trekken deze vogels in de herfst naar Afrika. In het volgende voorjaar komen ze dan weer terug. Er zijn ook vogels die in het hoge noorden broeden en die helemaal in Afrika overwinteren. Dat zijn pas echt de lange afstandsvliegers zoals de rosse grutto en de kanoet. Maar hoe vinden vogels de weg en hoe kan het dat een zwaluw na een reis van duizenden kilometers weer in dezelfde schuur terugkomt als waar hij vorig jaar heeft gebroed? Vogels die overdag vliegen oriënteren zich op de stand van de zon. Ze kijken ook naar het landschap en volgen vaak rivieren, de kustlijn of bosranden. Vogels die ’s nachts vliegen kijken naar de stand van de sterren en de maan. Maar wat doen ze dan als het bewolkt is? Zoals je weet heeft de Aarde een magnetisch veld. Een kompasnaald wijst het noorden aan. De meeste vogels hebben een soort ingebouwd kompas en kunnen ook zonder dat ze de zon, maan of sterren kunnen zien, hun weg vinden. Hoe ziet de vogelagenda eruit? Voor de meeste vogels ziet een jaar er zo uit. In het voorjaar zoeken ze een broedgebied en een partner om samen jongen groot te brengen. Kleine vogels broeden vaak wel 2 of 3 keer. Grote vogels broeden maar één keer per jaar omdat het veel langer duurt voor de jongen kunnen vliegen en zelfstandig zijn. Na het broeden gaan ze ruien. In de herfst gaan veel vogels op trek en de vogels die hier blijven maken zich klaar voor de lange winter. En in het voorjaar begint het hele verhaal weer opnieuw.
Als juniorlid van Vogelbescherming kom je op voor de vogels! En als juniorlid krijg je 5x per jaar het spannende magazine Vogels Junior. Vogels Junior gaat over beesten, buiten en beschermen en is speciaal bedoeld voor jou! Je vindt er de mooiste foto’s, posters, gekke weetjes en nuttige informatie over dieren en het beschermen van natuur. Maar je leest bijvoorbeeld ook over de favoriete natuur van Bekende Nederlanders en portretten van mensen die werk maken van natuurbescherming.
Kijk voor meer info op:
www.vogelbescherming.nl /juniorlid
Wander van Laar www.DeGroenHerenTUINARCHITECTUUR.nl www.WebshopTuinmateriaal.nl www.tuinbonnen.com E-mail:
[email protected] Telefoon: 06 25083440