Antwerpen als bruisende ecostad Kiezen voor de stad vandaag en morgen
Programma Groen! Antwerpen 7 juli 2006
Groen! Doe iets met je mening
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 1
De • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
inhoud Even vooraf… een programma waarover we je mening willen! Antwerpen als bruisende ecostad Kiezen voor de stad vandaag en morgen Een metropool op mensenmaat Stadsontwikkeling is maatwerk Van filestad naar duurzame mobiliteit De straat teruggeven aan de Antwerpenaars Degelijke en betaalbaar wonen in Antwerpen. Daar is een offensief groen woonbeleid voor nodig… Een stad die gaat voor duurzaamheid Een gezonde stad dankzij een eco-label voor Antwerpen Verder werk maken van een propere stad Geen wegwerpslogans, maar iedere dag werken op de straat Energie sparen voor Kyoto en de portemonnee. Groen! wil een stad die haar bewoners helpt sparen Diversiteit, daar maken we werk van Antwerpen erkennen als een veelkleurige, kosmopolitische metropool Democratie verdraagt geen racisme. Samenleven kan niet wanneer men haat mag zaaien Goed onderwijs op maat van alle kinderen Ieder kind heeft recht op een duurzame toekomst Duurzame economie en jobs in de stad Een andere economie is nodig & mogelijk Antwerpen, een solidaire en warme stad Antwerpenaren betrekken bij elkaar en bij hun buurt Groen! kiest voor betrokken burgers Antwerpenaren betrekken bij hun straat, hun stad en bij elkaar Groene keuzes voor een veilige stad. Een goed bestuurde stad De Antwerpenaar heeft recht op een dienstverlening met kwaliteit Een stad op maat van kinderen en jongeren It takes a city to raise a child Antwerpen als sportieve stad in beweging De vernieuwing in het sportbeleid verderzetten Grijs voor A: niet voor maar met ouderen Groen! kiest voor levenskwaliteit, een leven lang Een toegankelijke stad. Naar een inclusief beleid voor personen met een handicap Cultuur, of hoe stadslucht vrij kan maken Kiezen voor een stad die zich laat verleiden door reuzen en olifanten Kunst is als lucht Pleidooi voor een doelgericht kunstbeleid. Een essay van Manu Claeys Colofon
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 2
Even
vooraf
…
een programma waarover we je
mening
willen!
Beste stadsgenoten, Graag presenteren we u het programma van Groen! voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006. We willen u goesting doen krijgen om met ons Antwerpen om te vormen tot een bruisende ecostad. We willen u verleiden of overtuigen (de keuze is aan u) om te kiezen voor de stad van morgen, een positieve stem om samenleven in onze metropool te verbeteren. Groen! kiest voor een ruim programma. We willen de stad niet gewoon besturen of nog beter managen, we willen niet meer van hetzelfde. Groen! wil onze metropool waar nodig veranderen en verbeteren. We kiezen voor een frisse kijk op onze snel veranderende stad. Vaak heeft Groen! een eigen frisse stijl en manier van aan politiek doen. Maar steeds hebben we een eigen kijk op de stad. En dus een uitgewerkt programma. Dat alles willen we met u delen. Niet dat u het met alle punten eens hoeft te zijn, en zeker met de komma’s niet. Wel vindt u bij Groen! fundamentele hefbomen om met het beleid van vandaag de stad van morgen te maken. Het is een ontwerp-programma. Dat zal ook zo blijven, want een programma kan voor ons nooit af zijn. Een groene visie op de stad is een levende visie. Vele punten uit onze vroegere programma’s zijn ondertussen in praktijk gebracht: van meer ruimte voor tram, bus en fietsers tot gescheiden afvalophaling, van de afschaffing van politieke benoemingen tot een goeddraaiend wijkoverleg, het zijn maar enkele voorbeelden. Een groen programma wil voortdurend blijven inspelen in op de veranderingen in de stad. We willen er graag met u over in dialoog gaan. We willen uw mening horen, als burger van deze stad, als jongere of oudere, als vader of moeder, als stamboomsinjoor of als vreemde seigneur of nieuwkomer in deze stad. Groen! wil met iedere betrokken inwoner van deze stad in dialoog gaan, luisteren naar vragen en verlangens, of vertellen over onze plannen en ambities. We willen u betrekken. Want een bruisende en verdraagzame ecostad, die kunnen we alleen maar samen maken.
Freya Piryns Lijsttrekster
Johan Malcorps Voorzitter
Dirk Geldof Coördinator programmawerkgroep
Reacties zijn welkom op
[email protected] De laatste versie van het programma en campagnenieuws vind je op www.groenantwerpen.be
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 3
bruisende ecostad
Antwerpen als Kiezen voor de stad vandaag en morgen
Groen! kiest voor Antwerpen als een bruisende ecostad. We roepen alle Antwerpenaren op om te durven kiezen voor de stad van vandaag en morgen, en om niet te blijven hangen bij de stad van gisteren en vandaag. Groen! biedt een progressief stadsproject dat Antwerpen als metropool vooruit wil helpen, een project dat de levenskwaliteit en betrokkenheid van iedere inwoner van deze metropool verbetert. We willen de dynamiek van de laatste jaren niet alleen verder zetten, we willen als groenen vooral een tandje bijsteken en de richting bijsturen. De krachtlijnen zijn duidelijk: •
•
•
•
• •
Groen! wil van Antwerpen een duurzame en bruisende ecostad maken. De achterstand op milieuvlak is ingehaald. Nu kan Antwerpen uitgroeien tot een vernieuwende metropool van duurzaamheid. Dat vraagt gedurfde keuzes. Een overkapping van de Ring kan Antwerpenaars én volgende generaties een gigantisch nieuw stadspark bieden, naast parken op Spoor-Noord en de Konijnewei aan Nieuw-Zuid. Een autoluwe binnenstad biedt ruimte voor pleinen en terrassen, voor kinderen, voor groen en voor gezondere lucht. Een duurzaam energie- en waterbeleid met zonne- en groendaken is goed voor de stad, haar inwoners en voor ons klimaat. Groen! kiest voor een bruisende stad, die kan en durft feesten, een stad waar politici en bewoners humor koesteren, waar mensen kunnen genieten van de straten en de pleinen, waar de inwoners met meer vertrouwen naar de toekomst kijken. Een stad die de angst durft overwinnen, waar de dialoog tussen de inwoners het haalt op wantrouwen, waar reuzen of olifanten de inwoners soms verbazen en samenbrengen. Groen! kiest voor een stad die (ook) op kindermaat is, waar kinderen tot prinsen en prinsessen kunnen uitgroeien, ongeacht hun kleur of herkomst. We willen een stad waar kinderen meer de maat aangeven van leefbaarheid. Waar straten en pleinen veilig voor hen zijn, en evenzeer het verkeer. Waar op ieder pleintje wel een speelruimte is, met buurtgroen binnen veilige wandelafstand en waar de ouders hen rustig zonder auto zelf naar school durven laten gaan. Een stad op kindermaat is ook een stad waar gezinnen zich thuis voelen en waar ouderen hun plek hebben. Het is een stad die kiest voor de toekomst. Groen! kiest ook voor een kosmopolitische metropool, waar de meer dan 170 nationaliteiten vreedzaam en met respect voor elkaar kunnen samenleven. Een stad die beseft dat binnenkort één op twee kinderen andere etnische wortels heeft. Een stad die al die kinderen een toekomst geeft, een volwaardige kans in het onderwijs. Een stad ook waar mensen beseffen dat er geen andere keuze is dan samenlevingsproblemen op te lossen, uit te praten, aan te pakken. Een stad die de verandering naar een kosmopolitische stad niet angstig als een ondergang van het avondland ondergaat, maar die samen met alle nieuwkomers van de voorbije decennia zich opnieuw tot een waardige en leefbare metropool wil ontwikkelen. Groen! kiest voor een stad met een duurzame economie en duurzame jobs, een brainport die werk maakt van innovatie en die haar sociale economie uitbouwt. Groen! kiest daarom ook voor een warme stad waar solidariteit tussen de inwoners heerst, waar mensen betrokken zijn op elkaar, op hun straat of wijk, op hun stad.
Groen! zoekt Antwerpenaren die samen met ons voor zo’n stad willen kiezen, die ze samen met ons willen vormgeven. We zoeken sinjoren en seigneuren die durven kiezen voor de stad van vandaag en morgen. We willen de stad immers niet alleen beheren, we willen ze samen met alle bewoners kneden voor de 21ste eeuw. De metropool van die 21ste eeuw zal voor ons ecologisch, kosmopolitisch, warm en bruisend zijn. Zodat stadslucht niet meer angstig maakt, maar terug vrij.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 4
Een
metropool op mensenmaat
Stadsontwikkeling is maatwerk Antwerpen is een metropool op mensenmaat: geen miljoenenstad, wel groot genoeg om alles in huis te hebben. Antwerpen heeft veel districten, buurten en ‘dorpen’ in de stad, elk met een eigen karakter, maar nergens is er echte gettovorming. Ondanks de kaalslag uit de jaren ’70 en ’80 heeft de stad een boeiend patrimonium aan oude gebouwen, maar ook een levendige, hedendaagse cultuur met (opnieuw) eigentijdse architectuur. De stad is uitgestrekt en toch samenhangend: je kan te voet en per fiets grote delen van de stad bereiken. De bevolkingsdichtheid ligt hoog, en toch domineren eengezinswoningen het straatbeeld – tot in het centrum. Groen! is trots op de grote stedenbouwkundige veranderingen die het de voorbije jaren mee heeft gerealiseerd en op stapel gezet. We denken aan het nieuwe ruimtelijke structuurplan voor de volgende 20 jaar, maar ook aan ambitieuze projecten als Spoor Noord, het Justitiepaleis of het Museum aan de Stroom (MAS), de heraanleg van pleinen, de autovrij Grote Markt, de inplanting van nieuwe recreatieterreinen en speelpleintjes in alle districten, de uitbouw van een fietspadennetwerk, de kordate aanpak van de verkrotting, …: de Antwerpenaar kan het wel smaken. Groen! drukte zijn stempel, maar we willen de lat nóg hoger leggen. Groen! wil werk maken van de zwakke plekken op het vlak van stadsontwikkeling en wil daarvoor vier hefbomen gebruiken: • meer groen in de stad, • nood aan betere kwaliteit van de straten, fiets- en voetpaden, • een grondige aanpak van de barrières en kankerplekken in de stad, • en een meer duurzame stadsontwikkeling die radicaal durft ingaan tegen ruimteverspilling. Dat vraagt ook een sterker stadsbestuur, dat bij de planningsprocessen nog meer de rol opneemt van ‘trekker’ of regisseur. • Antwerpen moet meer greep krijgen op grote infrastructuurwerken van de Vlaamse overheid. • Groen! wil bewoners, buurtcomités, handelaarsverenigingen en andere geïnteresseerde lokale groepen maximaal, zo vroeg mogelijk en tot het einde betrekken in de besluitvorming. Stadsontwikkeling vraagt maatwerk én dialoog wanneer je een stad op mensenmaat wil uittekenen. Wie in een buurt woont of handel drijft, zijn vaak echte ervaringsdeskundigen als het over de herinrichting van hun wijk gaat. Ze kennen het dagelijkse gebruik van hun buurt als geen ander. De kwaliteit van hun leefomgeving bepaalt hun welbevinden. De stad moet daarom met hen open kaart spelen en tijd nemen om bouwdossiers op te maken. • Groen! wil ten slotte de beleving van kinderen en ouderen als graadmeter te nemen. Om hun leefwereld recht aan te doen, moet de overheid soms het vogelperspectief van de tekentafel verlaten en durven kiezen voor het kikvorsperspectief, voor de blik van onderuit.
Hefboom 1: Meer groen op straat als opstap naar een ecostad Groen in de stad, in de wijk of rond de woning maakt de stad aangenamer. Natuur, stadsbossen, parken, pleinen en straatgroen bepalen mee het welzijn en de gezondheid van mensen – en niet te vergeten voor de ontwikkeling van kinderen. Groen in de stad verbetert het stadsklimaat, zuivert de lucht, is mooi om zien. Oude bomen zijn deel van het cultuurhistorisch erfgoed van de stad.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 5
Toch blijft er voor vele bewoners te weinig groen of open ruimte, vooral binnen de Ring. Daar kan men echt wel extra groen gebruiken, zeker om gezinnen met kinderen in de stad een thuis te bieden. Daarom is het principe van Ecostad zo veelbelovend in het nieuwe Structuurplan. We citeren: ‘Het structuurplan stelt voor dat de ecologische infrastructuur, waarvan het grootste deel bestaat uit open en groene ruimten, de stad moet beïnvloeden op de manier waarop de verkeersstructuur dat in het verleden heeft gedaan.’ Dit is niets minder dan een ommekeer. Na de oorlog ging vooral de auto bepalen hoe onze stad er moest uitzien, in de 21ste eeuw het groen. Het tekort aan groen in kaart brengen We willen niet alleen het aantal groengebieden behouden en maximaal uitbreiden, maar ook werk maken van nabijgelegen en bereikbaar groen en open ruimte voor elke Antwerpenaar. Er bestaan internationale criteria voor groen in de woonomgeving. Op stadsniveau is er nood aan stadsdeelgroen, stadsgroen en stadsbossen. Dichtbij huis heeft iedereen recht op woongroen, buurtgroen en wijkgroen. Op basis van de bereikbaarheid (loopafstand) en de oppervlakte willen we het recht op groen concreet maken. Functieniveau Woongroen Buurtgroen Wijkgroen Stadsdeelgroen Stadsgroen Stadsbos / groenpool • • • • •
maximumafstand 150 m 200-800 m 800-1.600 m 1.600-3.200 m 3.200-5.000 m < 5.000 m
Minimumareaal 0,5 ha 10 ha (park 5 ha) 30 ha (park 10 ha) 60 ha 300 ha
Berendrecht –Zandvliet en Linkeroever voldoen aan deze normen, maar dan hebben we het ongeveer gehad. Binnen de ring zijn er zeer grote tekorten op buurt- en wijkniveau. Op stadsdeelniveau spelen het Stadspark, het Harmoniepark en het Koning Albertpark en het Krugerpark hun rol, maar de andere stadsdelen staan in de kou. In het zuiden van Antwerpen (buiten de ring en districten Hoboken, Wilrijk en Berchem) is er wel open ruimte, maar ze is minder toegankelijk (Schoonselhof, Fort VIII, Wilrijkse pleinen). Ook wijken als de Zwaantjes en Valaar hebben onvoldoende wijkgroen. Het noorden van de stad (buiten de ring, Merksem en Ekeren) hebben tekort aan groen op buurtniveau in de omgeving van het Albertkanaal en tekorten op wijkniveau in Luchtbal. In het oosten kampen zowel Deurne-Noord als Borgerhout met een tekort aan buurtgroen.
Parken-in-zicht, maar er is nood aan meer De ontwikkeling van Spoor-Noord tussen de Italiëlei en het Schijnpoort tot een groot nieuw stedelijk park is één van de meest zichtbare realisaties van 12 jaar groene deelname aan het beleid in Antwerpen. Het dossier startte vorige bestuursperiode onder een groene schepen van ruimtelijke ordening. Het is een gedurfd project: het park betekent een impuls voor heel Antwerpen-Noord. Ook bij andere projecten hebben we ruimte voor groen bedongen, zoals bij: - de ontwikkeling van het militair hospitaal op de grens van Berchem en district Antwerpen - inplanning van het konijnenpark bij de ontwikkeling van nieuw-zuid - ruim 5 hectare groen bij de ontwikkeling van de oude gassite tot Nieuw Zurenborg Nood aan gedurfde grote groenprojecten in de stad Antwerpen heeft nood aan bijkomende grote parken, recreatiegroen en beschermde natuurgebieden. Groen! wil ook de volgende jaren nieuwe en gedurfde projecten op poten te zetten.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 6
• • •
•
•
Werk de bestaande plannen af. Voor Antwerpen-Noord vormt de opening van Spoor Noord een welgekomen groene long. Maar ook de binnenstad, Berchem, Borgerhout en delen van Deurne hebben nood aan zo’n long. Groen wil daarom grote delen van de Kaaien eindelijk herinrichten als een Park aan de Stroom, met maximaal behoud van het open karakter. Groen! wil de Ring overkappen, zoals nu al het geval is met de Craeybeckxtunnel met het Middelheimmuseum erboven. Vandaag gaat er veel te veel ruimte verloren om auto’s en vrachtwagens door te laten. Een overkapping tussen Borgerhout/Deurne en Berchem en Antwerpen-Zuid schept het grootste nieuwe park dat de stad nog kan maken. Het zou tevens de geluidshinder van de Ring zwaar verminderen. Spoor Oost en het Borgerhoutse Ringpark De Knoop worden dan belangrijke groene verbindingen tussen Spoor Noord en het Rivierenhof. De aanleg van de Groene Singel – een van de belangrijkste stedenbouwkundige ingrepen voor het Antwerpen van de toekomst – geeft alle kansen grijpen om eindelijk het ringbos uit het vorige structuurplan uit te werken. Groen! pleit verder voor een ringpark of een aaneenschakeling van groenzones aan de rand van de binnenstad. Het vliegveld van Deurne is een miskleun van inplanting. Met betere treinverbindingen naar de (naar luchthavennormen) zeer nabije luchthaven van Zaventem vervult ze helemaal geen functie meer. Voor de (verlieslatende) luchthaven van Deurne blijft Groen! voorstander om ze om te vormen tot een groot park.
Groen in heel de stad: een parkfonds als hefboom Naast de grote projecten willen we werk maken van groen op kleinere schaal in de stad. • Groen! wil bij verkavelingsvergunningen en nieuwe projecten een minimale oppervlakte publiek groen inbouwen. • Van grijze naar groene straten en pleinen. Groen! wil in woonstraten en toegangswegen ook meer bomen. Die zorgen niet alleen voor een mooier straatbeeld maar zuiveren bovendien de stadslucht. Bij elke heraanleg hoort zoveel mogelijk groen in functie van de aard en het uitzicht van de straat (bomen, bloemperken en –bakken, plantsoenen). Bestaand groen, in het bijzonder volgroeide bomen, moeten in principe opnieuw een plaats krijgen in het ontwerp van heraanleg. We willen aanplanting van nieuw groen stimuleren, waaronder tegel- en voortuintjes, groene hangmanden en geveltuinen met blauwe regen, wingerd of klimop. • Verblijfgroen op loopafstand. Er is behoefte aan kleine parkjes in het verlengde van de straat of de woonwijk. Verder afgelegen parken zijn hiervoor geen alternatief. Als het aan Groen! ligt, vindt elke Antwerpenaar buurtgroen (minimaal een halve hectare) binnen de 400 meter van zijn deur. Zo’n lokaal parkje is meer dan ‘kijkgroen’. Kinderen vinden er een veilige speelruimte, senioren een omgeving om te verpozen, werkenden een bank om een broodje te eten,… • Een parkfonds moet nieuwe groene ruimte mogelijk maken. Het gericht ontwikkelen van lokale groengebieden kost immers geld. Soms moeten we ook planologische bestemmingen uit het verleden durven herzien. Het Muntplein is daar een voorbeeld van. Ook moeten we af en toe een versteende omgeving durven ‘ontpitten’. Zo kan een groene Oudaan voor vele bewoners, shoppers en toeristen een nieuwe long vormen, maar dan moeten we wel het lelijke bijenkorfcomplex durven afbreken. • De stad moet een actief beleid voeren om de dichtst bebouwde stadsdelen te ontpitten. Een versterking van het Bouwblokteam is hiervoor noodzakelijk. Leegstaande niet functionele bedrijfspanden binnen bouwblokken willen we onteigenen en afbreken om ze om te vormen tot een publieke groene ruimte. Groen! wil ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUPs) die tot meer groen en ontpitting leiden. • Krotten en leegstaande panden moeten gesaneerd worden of plaats maken voor openbaar groen. Een nieuwe stadsbelasting op leegstaande en verkrotte panden is noodzakelijk nu het Vlaams gewest die belasting heeft afgeschaft. • Groen pleit voor een belasting op onbebouwde percelen, met een vrijstelling voor die percelen die (tijdelijk) ingericht worden als groene ruimte die toegankelijk is voor de Antwerpenaar. Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 7
•
•
Grondgebonden woningen. Vlaanderen kent een traditie van grondgebonden woningen: woningen met een eigen stukje tuin. In de stad is dit niet altijd een haalbare kaart, maar nieuwe woonwijken te krap plannen is niet verstandig. Elke verdichting moet gepaard gaan met vergroening, waar mogelijk ook privaat want dit groen is voor de mens het meest nabij denkbare groen. Dit is een moeilijke oefening voor planologen, maar moeilijk gaat ook. Meer groen is ook ruimte voor blauwe aders in de stad. Water in de stad vertoont gelijkenissen met die van parken. Antwerpen mag zich daarom niet langer met de rug naar het water keren. De band met de Schelde dient aangehaald. Waar mogelijk wordt bij de heraanleg van het openbare domein ruimte geboden voor water, ook midden in het stadscentrum. De Schijn moet opnieuw bovengronds door de stad en Spoor Noord lopen. Dokken, beken, vlieten en vijvers verdienen een prominente plek in het stadsbeeld.
Verdere ruimte voor natuur • Tijdens de voorbij legislatuur heeft de stad onder impuls van Groen! alle grote Antwerpse natuurgebieden in eigendom van de stad of het OCMW in beheer gegeven aan erkende natuurverenigingen. Het gaat om de Oude Landen en Bospolder-Ekers Moeras in Ekeren, de Wolvenberg in Berchem, Fort 7 in Wilrijk, de Hobokense Polder in Hoboken en een deel van de Ruige Heide in Zandvliet. Ook in het havengebied beheren erkende terreinbeherende natuurverenigingen de grote natuurgebieden (Galgenschoor in Lillo, Groot Buitenschoor in Zandvliet, De Kuifeend-Grote Kreek in Oorderen). Die verenigingen krijgen daarvoor een financiële ondersteuning van de stad. Al deze natuurgebieden worden (voor zover de draagkracht het toelaat) open gesteld voor de Antwerpenaar. • In het havengebied wordt een ecologische infrastructuur uitgebouwd. Onder impuls van Groen! heeft het havenbestuur daarvoor een ondersteuningsovereenkomst met Natuurpunt gesloten. • In de volgende legislatuur wil Groen! dit beleid verder zetten. Daarnaast moet er aandacht komen voor soortenbeschermingsacties rond stadsvogels (mussen, zwarte roodstaarten, gierzwaluwen), vlinders, spinnen, planten, … in de woonwijken van de districten en het stadscentrum Deze acties moeten gericht worden naar sensibilisatie én subsidiëring van beschermende ingrepen door inwoners en bedrijven.
Hefboom 2:
Kwaliteitsvolle aanleg van straten, fietspaden, voetpaden en pleinen Voor een kwalitatief hoogstaand openbaar domein draagt de overheid een grote verantwoordelijkheid. Hoe beter en verstandiger de aanleg, hoe veiliger en aangenamer het er is om e rijden, trappen, verpozen of wandelen. In de tweede helft van de jaren negentig kwam er een begin van kentering na decennia van desinvestering, verkeerde ingrepen en ondoordachte ontwikkeling. Groen! wil nu de resterende stukken openbaar domein die er verwaarloosd bij liggen aanpakken. De districten moeten evenveel aandacht krijgen als de kernstad. • Groen! kiest voor straten en pleinen waar in de eerste plaats de bewoners als voetgangers en fietsers zich thuis voelen (zie het hoofdstuk mobiliteit). Niet alleen de verkeerstechnische inrichting is hier van belang (zie mobiliteit), maar ook de afwerking, de materiaalkeuze, de verlichting en het onderhoud na herstel. • Groen! kiest resoluut voor de zachte weggebruiker als uitgangspunt bij de aanleg van alle rijwegen behalve de snelwegen. • Kwaliteit betekent geasfalteerde fietspaden aan de grote invals- en verbindingswegen, en geen hindernisparcours vol verzakte tegels. • Groen! kiest voor brede en obstakelvrije voetpaden – straatverlichting en tramkabels brengen we dus bij voorkeur aan tegen de gevels. In drukke straten met een wandelkarakter beschermen paaltjes de voetgangers. Versmallingen en uitsparingen remmen er het autoverkeer af. • Bij de aanleg van kruispunten in woonwijken moeten voet- en fietspaden hun niveau behouden, de auto rijdt over een platform. Deze omkering van de bestaande aanpak biedt Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 8
•
vooral voordelen. Voetganger en mensen met een handicap worden niet langer geconfronteerd met stoepranden. Fietser rijden hun fiets niet langer kapot op borduren en greppels. Het gemotoriseerd verkeer remt af. Groen! wil de platforms zo aanleggen dat de automobilist niet aan rijcomfort inboet. Dat vereist nieuwe aanrijprofielen bij het aanleggen van straten. Elke heraanleg wil Groen! toetsen aan een jongerenparagraaf en een ouderenparagraaf: wat goed is voor hen, is (meestal) ook goed voor de anderen.
De beleving van straten en pleinen wordt ook beïnvloed door de ontwikkeling van de onmiddellijke omgeving: de gebouwen er omheen en zeker de gelijkvloerse verdieping. Groen! streeft naar maximale wisselwerking. Zeker bij grote projectontwikkelingen is een integrale aanpak aangewezen. • Zo wil Groen! bij hoogbouw vastleggen dat er gelijkvloers geen blinde muren, maar publieke functies moeten komen, in wat we de stedelijke plint noemen. • Wijken en straten mogen niet afgesloten worden. Groen! kiest voor de doorwaadbaarheid en het vermengen van functies. Zo ontstaan nieuwe stadsdelen waar voetgangers thuis zijn. • Bij stadsrenovatie staan de bouwblokken centraal. Een bouwblokteam vervult hierbij een spitsfunctie. Binnen de planningscel moet het ruimte krijgen voor de uitwerking van subtiele, punctuele ingrepen her en der, en voor experiment en innovatie. Antwerpen heeft voldoende instrumenten in handen (RUP’s, bpa’s en bouwvergunningen) om dwingende voorschriften op te leggen aan private bouwers bij de ontwikkeling van nieuwe projecten. De stad moet hiervan optimaal gebruik maken. • Groen! wil nog een stap verder gaan door het invoeren van stedenbouwkundige ontwikkelingskosten bij grootschalige bouwprojecten, zoals reeds voorzien in het nieuwe structuurplan. De projectontwikkelaar betaalt dan een heffing voor de investeringen in het openbaar domein en in publieke voorzieningen rond het project, zoals parken, sportaccommodatie of speelpleinen. Een vast percentage van het bouwproject komt op die manier direct ten goede van de omgeving, wat ook mee het project zelf opwaardeert.
Hefboom 3: Herstel de stad: Groen! wil barrières en kankerplekken
aanpakken
Antwerpen kent vandaag nog veel grote barrières en dode plekken. Denken we maar aan de ringsnelweg dwars door de stad, aan historisch vervuilde terreinen zoals Petroleum Zuid of aan een regionale luchthaven die bijna in de stad ligt. We denken ook aan kankerplekken zoals aan de Pelikaanstraat, aan de Turnhoutsebaan en Borsbeeksepoort en zovele andere. Of nog een voorbeeld: ruim twintig jaar al ligt de hoek Provinciestraat/Plantin en Moretuslei er verwaarloosd bij. Het braakliggend terrein straalt negatief af op de hele buurt. Dit is onaanvaardbaar. • Groen! wil in de volgende legislatuur hier extra aandacht aan besteden. Groen! wil open wonden versneld aanpakken en wegwerken. De afbraak van de ‘Ijzeren Brug’ aan de Opera is een stap vooruit. • We willen de grote stadskankers in kaart brengen, ze expliciet benoemen en wegwerken, dossier per dossier, district per district. Ook een aantal bovengrondse parkeertorens zijn stedebouwkundige draken, zoals op de hoek van De Reynderstraat/Kammenstraat in volle centrum. Tegen 2018 moeten alle stadskankers verdwenen zijn. Dit vereist een goed samenspel tussen mogelijke investeerders en de stedelijke planningscel. • Tegelijk wil Groen! geen nieuwe misbaksels. Het dreigende nieuwe viaduct ‘Lange Wapper’ is op zijn huidig tracé een draak en bedreiging voor de ontwikkeling van het hele Eilandje.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 9
Hefboom 4:
Minder ruimteverspilling: een compacte en duurzame ecostad Wie barrières en kankerplekken wegwerkt, springt spaarzaam om met de schaarse ruimte. Groen! wil investeren in een stimulerend beleid van renovatie van oude panden. Groen! kiest voor inbreiding bij bouwprojecten waar mogelijk en voor het saneren van historisch vervuilde sites. In de volgende legislatuur wil Groen! de opstart van toekomstgerichte initiatieven rond het meervoudig gebruik van de ruimte. Veel stedelijke functies gaan tegenwoordig letterlijk ondergronds, omdat het een van de manieren is om mobiliteit te waarborgen, om de straten gelijkvloers op te waarderen, om historische centra te revitaliseren, om open ruimte in de stad te creëren of om in de rand meer landelijke gebieden te behouden. Meervoudig gebruik van ruimte kan de druk op het milieu te verlagen en duurzame economische groei mogelijk te maken. In het dichtbevolkte Nederland, waar een enorme druk heerst op de ruimte, werd al in 1994 een Centrum voor Ondergronds Bouwen opgericht. In het al even dichtbevolkte Japan worden steden vanaf 300.000 inwoners verplicht om een algemeen plan op te maken voor de ruimtelijke ordening van de ondergrondse stad, in relatie tot de bovengrondse ontwikkeling. In Vlaanderen en Antwerpen moet het maatschappelijke debat over meervoudig ruimtegebruik nog beginnen. Groen! wil dat Antwerpen hierin een voortrekkersrol opneemt. • In tegenstelling tot kleinere winkels hebben grote supermarkten doorgaans weinig ramen, want die betekenen minder stapelruimte. Voor een levendige stad vormen hun lange blinde gevels echter dode plekken. Daarom verdwijnen meer en meer van die supermarkten ondergronds, zoals aan de Groenplaats, op de Keyserlei en onder het Kievitplein. Vanuit ecologisch perspectief wil Groen! wil deze optie aanmoedigen en versterken. • Grote parkeertorens ontsieren de straten in het stadscentrum, denken we maar aan de lelijke hoek van de Reyndersstraat/Kammenstraat, aan de parking op de Eiermarkt of aan de parking in de Van Schoonhovestraat. Ook op de Scheldekaaien of de Zuiderdokken vormt de bovengrondse parkeervlakte een stadskanker en verhindert ze de vorming van een kaaipark en een schitterend plein. In een samenhangend mobiliteits- en parkeerplan wil Groen! de volgende jaren de bovengrondse parkeertorens of vlaktes afbouwen en/of vervangen door ondergrondse. • Ook opslagplaatsen, fuifzalen, theaters of zelfs sportzalen functioneren zonder ramen. Waarom dan niet, mits het voorzien van verschillende in- en uitgangen en goede ventilatiesystemen, minstens gedeeltelijk in de diepte gaan? • Overkap de Ring. Groen! is grote voorstander van het overkappen van drukke verkeersassen in dichtbevolkte stedelijke delen en vraagt de gedeeltelijke intunneling van de Antwerpse Ring. Groen! lanceerde dit voorstel zes jaar geleden. Intussen staat het selectieve overkappen van de Ring in het nieuwe Antwerpse ruimtelijk structuurplan en budgetteerde de stad een eerste studie. Groen! heeft daar hard voor geknokt. Voor de bewoners van Borgerhout en Berchem biedt dit een unieke kans om beide stadsdelen te verbinden met een nieuw parkgebied, vertrekkend van het bestaande groen langsheen de Ring. Bij een overkapping kunnen we dit uitbreiden met park zoals nu al boven de Craeybeckstunnel (E19). Groen! wil met de overkapping een gigantische open en groene ruimte vrijmaken, zonder dat het doorgaand verkeer gestremd wordt. • Groen! steunt het project Ringpark De Knoop van de bewonersgroep Borgerhoudt van Mensen. Borgerhout is de meest dichtbevolkte ‘gemeente’ van Vlaanderen, met het minste buurt- en wijkgroen per inwoner. Tegelijkertijd wonen er de meeste kinderen en jongeren van alle Antwerpse districten. Terecht ijveren de bewoners er voor een ambitieuze overkapping van het knooppunt Ring/E34. Bovenop de Ring voorzien zij een park, sport- en speelterreinen, riante wandel- en fietsallees richting Rivierenhof, een plein met evenementenhal en een woonwijk. • Ook de lelijke viaduct van de A12 in Wilrijk of de voorziene havenspoorweglijn in Merksem gaan best gedeeltelijk ondergronds door ze in te tunnelen of in een sleuf aan te leggen. Op die manier verandert ook daar een hinderlijke barrière in een aangename en oversteekbare plek. Bovendien ontstaat zo een buffer tegen lawaai en luchtvervuiling. Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 10
Van filestad naar duurzame
mobiliteit
De straat teruggeven aan de Antwerpenaars De voorbije jaren was er in Antwerpen geen gebrek aan werken. De Werf van de eeuw zorgde niet alleen voor een nieuw justitiepaleis, maar ook betere wegen, voor de heraanleg van de Leien en de renovatie van de ring. Ook voor het openbaar vervoer is er veel gebouwd: de ondertunneling van het Centraal Station nadert zijn voltooiing, station Luchtbal is al vernieuwd, er zijn nieuwe tramlijnen te Deurne of aan de Bolivarplaats. Er is nog meer verbeterd. Er kwamen enkele nieuwe autovrije gebieden aan de Melkmarkt en binnenkort aan het Theaterplein. De omstreden autovrije zondagen waren een overrompelend succes. Er kwamen nieuwe fietsroutes en vrije busstroken als ‘minder hinder’-maatregelen. Omdat het moest voerde de stad (kleine en te versnipperde) zones 30 in rond veel scholen. Allemaal stappen in de goede richting, maar ondertussen groeiden de files verder aan en zit de lucht vol fijn stof. Echt gedurfde keuzes bleven achterwege. Daarom is het hoog tijd voor een radicale keuze voor meer duurzame mobiliteit en een meer leefbare en bereikbare stad.
Nood aan een meer duurzame
visie
Groen! zoekt een draagvlak voor zo’n gedurfd beleid. We willen mensen meer mobiel maken met minder auto’s. Dat vergt duidelijke prioriteiten. Groen! kiest er voor om in de eerste plaats de mobiliteit van voetgangers te verbeteren, met kwalitatieve straten, pleinen en fietsvoorzieningen. Aanvullend is Antwerpen een tram- bus- en spoorstad, waar openbaar vervoer prioriteit moet krijgen, met voldoende aanbod en supersnelle doorstroming. Voor de verplaatsingen die per auto nodig blijven, streven we naar vlottere doorstroming, minder files en meer veiligheid. Groen! wil de straten terug geven aan de bewoners. We willen een leefbare stad waar kinderen op straat kunnen spelen, ouderen kunnen kuieren of op een bank zitten. Waar rijdende en geparkeerde auto’s minder ruimte innemen. Waar de straat terug ruimte biedt om te leven, voor jong en oud. In veel grote steden heeft men het ons voorgedaan. Antwerpen hinkt stilaan achterop, wordt daardoor als metropool minder aantrekkelijk, zelfs voor handel en zakenleven.
Antwerpen: de ideale schaal voor een fietsers-
en voetgangersstad
Voetgangers en fietsers verdienen een voorkeursbehandeling in de stad. Omdat ze zorgen voor meer veiligheid en propere lucht. Naast meer ruimte voor voetgangers (zie verder) betekent dat kwaliteitsvolle stoepen, een actief beleid dat het charter van de voetgangersbeweging actief waarmaakt en een grotere verkeersveiligheid (zie verder). Voor fietsers gaat het om méér en vooral ook om betere fietsvoorzieningen. Kwaliteit is cruciaal. • Groen! wil vlotte fietsverbindingen binnen en tussen de districten, via vrije fietsbanen en met zo weinig mogelijk conflictzones met auto’s. Dat zijn voor ons de prioritaire ‘missing links’. • Een nieuw concept zijn ‘fietsstraten’, waar fietsers voorrang hebben op auto’s. • Voor alle grote fietsroutes vragen we doorlopende routes die niet steeds onderbroken worden voor autoverkeer uit zijstraten, maar gewoon doorlopen. De auto moet dan het (verhoogde) fietspad oversteken, en niet omgekeerd. • Parkeerplaatsen voor de deur kunnen op vraag van bewoners ook een andere bestemming krijgen, zoals een (overdekte) fietsenstalling.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 11
• • •
•
Groen! wil de bestaande fietsuitleendienst voor studenten uitbreiden naar een netwerk van witte fietsen (die je met een chipkaart kan uitlenen) over de hele stad (zie bijlage). Veilige fietsenstallingen zijn voor ons een voorwaarde voor bouwvergunningen van appartementen en andere grote complexen. Om dagelijks aandacht te krijgen voor de fietsers in de stad, is er opnieuw nood aan een specifieke fietsambtenaar. Naast de uitbouw van het structurele fietsbeleid kan dit ook zorgen voor grotere veiligheid voor fietsers bij de wegenwerken in de stad. Geregeld overleg met de Fietsersbond moet een evidentie zijn. Voor goede kwaliteitsbewaking wil Groen! een fietsvademecum, dat kwaliteitscriteria hard maakt
Investeren in trams
en bussen van de 21ste eeuw
We geven radicaal voorrang aan snel en comfortabel openbaar vervoer. Doorstroming, stiptheid, een hoge frequentie en kwalitatieve trams en bussen zijn centraal. • Daarvoor willen we verder werk maken van vrije tram- en busbanen, voorrang voor trams en bussen bij verkeerslichten. • Dat kan als we werk maken van vlottere aansluitingen, een feilloze doorstroming en nieuwe vlotte cirkelverbindingen zoals een tram over de kaaien en de Leien en een tram op de singel. • Er moet een invenatris komen van de grootste doorstromingsproblemen (vb. Zwijndrecht, Merksem/Keizershoek, Provinciestraat en Plantin Moretuslei, Lange Leemstraat, …) en een plan om op één legislatuur samen met De Lijn de knelpunten weg te werken. • Groen! wil ook een versnelde verlenging van het tramnet. De uitbouw van de sneltramlijnen maakt Antwerpen rijp voor parc-en-ride. Bezoekers laten hun wagen achter op parkings aan de rand en stappen over op sneltrams of op de bus. • Betere trams betekent binnen enkele jaren op alle tramlijnen hermelijnen als ruime, nieuwe en kwaliteitsvolle trams. • De nieuwe noord-zuid-verbinding van het spoor en de vernieuwde spoorknooppunten in Antwerpen Noord en Zuid moeten een extra impuls geven aan het openbaar vervoer. • In de binnenstad willen we flexibele stadsbusjes die je vlak bij je bestemming brengen, in plaats van de soms te grote stadsbussen die veel leef- en winkelstraten onveilig maken. • Het aanbod van nachtbussen en trams willen we verder uitbreiden. • Groen! wil de verdere uitbouw van een fijnmazig spinnenweb van vlotte bus- en tramlijnen, waardoor meer mensen dan vandaag hun auto laten staan. • Aan alle belangrijke op- en overstappunten van openbaar vervoer moeten er voldoende mogelijkheden zijn om veilig je fiets te stallen. • Groen! wil dat de veiligheid op tram en bus gegarandeerd is. De herinvoering van ‘conducteurs’ of kaartjesknippers als vaste tweede man/controleur kan daar een balngrijke hefboom voor zijn. • Informatie voor de reizigers blijft een zwak punt, zeker bij omleidingen en manifestaties. Groen! wil dat de Lijn eindelijk werk maakt van een doorgedreven informatiebeleid voor de reizigers.
Zonder auto meer mobiel • •
Groen! wil de autovrije zones in Antwerpen geleidelijk verder uitbreiden. We denken bijvoorbeeld aan een autovrije Oude Korenmarkt en Suikerrui, aan autovrije Scheldekaaien aan het Steen en aan een deeltijds autovrij modekwartier (Kammenstraat en co). De verdere werken aan de Leien en de geplande heraanleg van de Scheldekaaien moeten de hefboom zijn om de hele binnenstad binnen de Leien autoluw te maken tegen 2012.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 12
• • • •
• •
•
Met de auto moet je niet meer dwars door het centrum kunnen. Daarom willen we de Leien en de Kaaien doorknippen voor doorgaand autoverkeer. Zo kunnen we grote voetgangerszones en nieuwe stadspleinen creëren aan de Opera en tussen de Suikerrui en het Steen. Groen! wil zone 30 in alle woonwijken in de stad. De huidige lappendeken van zones 30 in woongebieden en schoolomgevingen is verwarrend voor alle weggebruikers. We willen ze tot één uniforme zone 30 samenvoegen, met 50 km/u op grotere invals- en verbindingswegen. Groen! wil ook minder auto’s in de districtskernen. Pleinen zoals De Bist te Wilrijk zijn te mooi om enkel als parkeerplaats te dienen. Zware vrachtwagens horen niet thuis in de centra van stad en districten. Twintigtonners verhogen de onveiligheid. Winkels in de stad bevoorraden kan geleidelijk via kleinere bestelwagens die men aan de rand van de stad (over)laadt. Groen! wil werk maken van een systeem van stadsdistributie op basis van ‘stadsboxen’. En waarom zou er in een verdere toekomst geen vervoer mogelijk zijn via vrachttrams of over het water? Men zou voor de bevoorrading van sommige winkels in het centrum een pilootproject kunnen opzetten met ondergronds transport via buisleidingen. Steeds meer Antwerpenaren kiezen er voor om in de stad te wonen zonder eigen auto. Dat verdient aanmoediging. Groen! wil autovrije of autoluwe woonprojecten mogelijk maken, waar geen of minder parkeerplaatsen zijn dan normaal. We willen autodelen stimuleren. Iedereen moet een deelauto vinden op wandelafstand. In elke wijk willen we parkeerplaatsen voor autodelers: mensen die in onderling overleg of via organisaties als Cambio of Autopia auto’s delen wanneer ze er toch eens nood aan hebben. Groen! wil dat mensen met hun autodeelkaart ook voordelig op tram, bus en trein kunnen, fietsen kunnen huren of vermindering krijgen in taxi’s. Wie woont in de stad heeft winkels en diensten op wandelafstand. Groen! wil er mee zorg voor dragen dat er op wandelafstand in iedere buurt buurtwinkels zijn, maar ook wijkgezondheidscentra, schooltjes, buurtrestaurants, wasserijen, postbussen en postkantoren, telefooncellen, groene en recreatieruimten. Ouderen kunnen langer in hun eigen huis of buurt blijven wonen als er voldoende diensten aan huis zijn. Voor wie minder goed te been is, kunnen districten in overleg met de Lijn zorgen voor aangepast vervoer, boodschappenbusjes op afroep.
Straten teruggeven aan bewoners: niet auto’s maar kinderen laten buiten spelen De meeste bewoners in de stad beschikken over een wagen. Vandaag telt Antwerpen meer wagens dan huizen, dus is het uitgesloten dat iedereen voor de eigen deur kan staan. Groen! wil geen beloftes van nog meer parkeerplaatsen. Als het enkel de ambitie blijft om het aantal parkeerplaatsen te bevriezen, raken we nooit uit de autoknoop. Met nieuwe parkings in of vlakbij het centrum (bijv. onder de hangars aan de kaaien), blijven we auto’s aanzuigen. We willen samen met bewoners zoeken naar oplossingen voor compacte buurtparkings om zo straten meer vrij te maken voor andere activiteiten, voor spelende kinderen of voor meer groen. • Groen! streeft naar meer tijdelijk autovrije straten, zeker in weekends of in vakantieperiodes. En dat is voor ons iets anders dan woonerven vol geparkeerde auto’s. • Bewonersparkeren krijgt van ons voorrang. Ondergrondse parkings staan vandaag vaak leeg kunnen in de binnenstad deels worden gebruikt voor bewonersparkeren. Groen! wil de onderbenutte betaalparkings geheel of gedeeltelijk omvormen tot bewonersparkings. De gedrochten van bovengrondse parkeertorens binnen de Leien willen we afbouwen. • Groen! wil straten verkeersveiliger maken, zeker voor kinderen. We willen er voor zorgen dat kinderen alleen te voet of met de fiets veilig naar school kunnen, en niet op de achterbank moeten bij de taxi-ouders. Naar het voorbeeld van Amsterdam willen we in de stad veilige kindlinten afbakenen en fietsstraten waar de zwakke weggebruikers altijd voorrang hebben. • Woonerven kunnen echte speelruimten worden.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 13
•
•
Speelstraten zijn erg succesvol. We willen speelstraten nog uitbreiden. Wanneer bewoners het willen, moet in de vakantie een straat langer dan één week speelstraat kunnen zijn. Sommige straten kunnen permanent verkeersvrij worden, als men daarover in de buurt een overeenkomst bereikt. Of misschien wordt een straat iedere woensdagnamiddag of ieder weekend speelstraat. Groen! kiest voor een stad van gezellige pleinen waar het goed toeven is voor jong en oud, waar het soms kan bruisen van leven, met muziek in de wijk, cultuur, buurtsport, maar waar je de meeste tijd ook gewoon tot rust kunt komen en een babbeltje slaan met buren. Straten kunnen leefstraten worden, met mini-pleintjes als markeerpunten. Groen! wil een groot of klein plein voor alle Antwerpenaars op 150 meter van haar of zijn deur.
Veilig op straat: Groen! streeft naar nul verkeersslachtoffers Verkeersveiligheid is een basisvoorwaarde voor een leefbare stad. Groen! kiest voor een integrale aanpak: de Antwerpse straten kunnen nog stukken veiliger. Het beleid moet meer rekening houden met de zwakste weggebruikers en anticiperen op mogelijke fouten die kinderen en volwassenen maken in het verkeer. • Landen als Zweden streven naar zero verkeersslachtoffers; dat willen we ook in Antwerpen. • Het halfslachtige verkeersveiligheidsbeleid vereist duidelijke convenanten met de districten over investeringen in zone-30 en heraanleg van gevaarlijk – zwarte – punten. • Groen! wil een nog betere handhaving, niet alleen op kruispunten met flitscamera’s, maar ook aan zebrapaden, voor schoolpoorten en in woonwijken. • Foutparkeren willen we strenger aanpakken, zeker waar het gevaar oplevert voor zachte weggebruikers. • Ideaal zou zijn dat wagens automatisch in snelheid begrensd worden. Groen! vraagt een pilootproject met intelligente snelheidsbegrenzing (ISA) in Antwerpen.
Investeren in duurzame
mobiliteit
Groen! is bezorgd over de uitvoering van Masterplan voor de Antwerpse mobiliteit. Deze Vlaamse regering zwakte de sterke klemtonen in dit plan op de tramnetten en het Albertkanaal zwaar af. Zo wordt het Masterplan een auto-plan: bijna alles draait rond de bouw van de peperdure dubbeldeks Lange Wapper-brug, tot vlak tegen het Eilandje. Dat zou de hele ontwikkeling van het Eilandje zwaar hypothekeren en het groene recreatiegebied Noordkasteel doen verdwijnen. • Groen! wil een bijsturing van het Masterplan door opnieuw duurzame prioriteiten te leggen. • Zo willen we dat de Lijn sneller investeert in vlotte (radiale) verbindingen naar Ekeren, Brasschaat, Wijnegem, Lier, Boom en Beveren. Dat is voor een leefbare stad belangrijker dan nieuwe autobruggen of een verkapte nieuwe ringweg (de zgn. “Parklaan”). Deze keuzes durven maken, is kiezen voor een leefbaar, bereikbaar en duurzaam Antwerpen. Enkel zo kunnen we de luchtkwaliteit in de stad verbeteren, de files verminderen, de bereikbaarheid verbeteren door echte alternatieven te bieden voor de files en de verkeersveiligheid vergroten.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 14
Degelijke en betaalbaar
wonen in Antwerpen.
Daar is een offensief groen woonbeleid voor nodig… Groen! is grote fan van wonen in de stad. Door dicht bij elkaar te wonen, gebruiken we minder ruimte. Zo kunnen we open ruimte en ruimte voor natuur bewaren. Stedelijk wonen betekent ook minder verplaatsingen, omdat bvb. winkels en scholen in de buurt zijn. Verplaatsingen kunnen ook milieuvriendelijker, te voet, met de fiets of door goede tram- en busverbindingen in de stad. Als groen-progressieve partij hebben we twee grote doelstellingen voor al wie in de stad woont of dit wil gaan doen: 1. het moet er aangenaam wonen zijn. Levenskwaliteit vinden we bijzonder belangrijk. 2. Iedere Antwerpenaar moet aangenaam kunnen wonen in de stad. Dat is niet evident, want vandaag blijven velen op de woningmarkt uitgesloten.
Wonen in Antwerpen: belangrijke stappen
vooruit
Om wonen betaalbaar en kwaliteitsvol te maken voor iedereen, heeft de stad Antwerpen de laatste zes jaar onder impuls van Groen! en van schepen Erwin Pairon heel wat gepresteerd. - de controle op de kwaliteit van de woningen is sterk uitgebreid en gesystematiseerd. Denken we maar aan het permanent krot-spot-team dat heel de atheneumbuurt heeft uitgekamd. - Antwerpen past als enige stad het sociaal-beheersrecht toe: als huiseigenaars echt weigeren hun huizen op te knappen, grijpt de stad in en doet de stad het in hun plaats (en op hun kosten) - er zijn nu al vier goeddraaiende woonwijzers. Meer dan 10.000 klanten per jaar doen een beroep op de woonwijzers voor de informatie en de diensten over wonen en verbouwen - de sanerings- en renovatiecontracten stimuleren eigenaars om huizen te renoveren - er zijn nu reeds meer dan 3000 sociale woningen bijgekomen deze legislatuur; vele honderden zitten in de afwerkingsfase. - Tenslotte is er sterk geïnvesteerd in een goed overleg met sociale huurders en in een ondersteuning van PASH, het platform van Antwerpse sociale huurders.
Beter wonen waarmaken: nog gigantische uitdagingen. Tegelijkertijd zien we nog heel wat problemen die een antwoord verdienen. - de woningkwaliteit in sommige buurten blijft te laag. Dit is een probleem voor de buurt en voor het straatbeeld, maar in de eerste plaats een sociaal probleem. Mensen met weinig middelen, die geen sociale woning hebben (bv. Omdat ze op een wachtlijst staan), kunnen niet anders dan huren op de goedkope huurmarkt, met dikwijls huizen van slechte kwaliteit. - de wachtlijsten voor sociale huisvesting blijven te lang: ongeveer 15.000 mensen wachten op een sociale woning in de stad Antwerpen. - noodzakelijke en goede investeringen in buurten hebben nog te vaak als effect dat er samen met de (positieve!) opwaardering er een (negatieve) sociale verdringing komt. De oorspronkelijke bewoners kunnen niet van de verbeteringen genieten, want de huur- en koopprijzen worden te hoog en zij worden verplicht te verhuizen naar een andere buurt. - Het bestaande wijk- en buurtgroen is nog steeds te beperkt, zeker in de districten binnen de Ring. Kwaliteit van wonen heeft ook te maken met de omgeving. Is er plaats voor kinderen om te spelen, voor jongeren om rond te hangen, voor ouders om met hun kindjes te komen wandelen, voor ouderen om een klapke te doen? Is de openbare ruimte aangenaam en veilig? - Nog te veel huizen zijn milieutechnisch eigenlijk niet in orde: er is te veel energieverlies, te veel waterverbruik, … Vaak kunnen er met een paar haalbare ingrepen duidelijke verbeteringen komen, zowel voor het milieu als voor de portemonnee van de bewoners.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 15
-
De stad is een experimenteerruimte voor nieuwe woonvormen. Omwille van de duurzame huisprijzen, maar ook omdat mensen sociaal contact zoeken, ontstaan op vele plaatsen initiatieven waarbij mensen woningen of gebouwen omvormen tot min of meer gedeelde woonprojecten: centraal wonen, samenhuizen, friendswonen, kangoeroewonen, levenslang wonen, …. Vele van die initiatieven ontstaan spontaan, en dat is goed. Toch denken we dat ook op dit aspect de stad een stimulerende en alerte rol kan spelen. Daarom wil Groen! concreet en ambitieus werken aan beter en betaalbaar wonen.
Sociale verdringing voorkomen •
•
•
Grote stedelijke ontwikkelingsprojecten zorgen nog te vaak voor sociale verdringing. Daarom willen we dat de stad een ‘bewaar-de-buurt-plan’ tegen sociale verdringing opstelt. Elementen in zo’n plan zijn inplanting van sociale huisvesting, genoeg huurwoningen (ook privé), gemengde invulling van de woonvormen (ook kleine huizen of appartementen), … Er blijft absoluut nood aan meer sociale woningen. Groen! wil de volgende zes jaar de inspanning van de voorbije zes jaar herhalen. We mikken opnieuw op 4.000 bijkomende sociale woningen. Woonkazernes zijn daarbij al lang verleden tijd: we kiezen resoluut voor kleinschalige woningprojecten met een goede integratie in het stad. De bijkomende sociale woningen bestaan zowel uit nieuwbouw als uit bestaande woningen die sociale woningen worden. We kiezen ook voor een goede spreiding: niet in buurten waar al meer dan 35% van de woningen sociale woningen zijn, wel in alle andere delen van de stad. De sociale verhuurkantoren zijn nu (met hun 224 woningen in de portefeuille) het zwakke broertje op de woningmarkt. Groen! wil het aanbod van sociale verhuurkantoren optrekken tot 4.000 woningen. Dit kan door op Vlaams niveau een huursubsidie in te voeren voor mensen die huren van een Sociaal Verhuurkantoor. Dat maakt het voor eigenaars aantrekkelijker om met een SVK samen te werken.
Kwaliteitsvolle woningen garanderen Om kwaliteitsvolle woningen aan iedere Antwerpenaar te garanderen, wil Groen! ondersteunen waar het kan en optreden waar het moet. • Groen! wil iedereen een minimale woonkwaliteit garanderen. Daarom willen we hard optreden tegen huisjesmelkers en tegen verkrotting. Het krot-spot team heeft in de atheneumbuurt goed werk gedaan. Op een jaar tijd is met één team de woonkwaliteit van de hele buurt systematisch in kaart gebracht en opgevolgd. Groen! wil het krot-spot-team drastisch uitbreiden. Wij willen in de volgende legislatuur heel de stad in kaart brengen. Groen! wil er mee voor zorgen dat er geen mensen meer op onveilige, onhygiënische en soms mensonwaardige manier moeten wonen in de stad. • Groen! wil meer middelen voor sanerings- en renovatiecontracten, zodat meer mensen er een beroep op kunnen doen. Het zijn geïntegreerde en behoorlijke premies met een gerichte promotie. Dat is het succes van de sanerings- en renovatiecontracten. Ze helpen eigenaars die niet genoeg geld hebben om hun huis zelf te renoveren. Hun tegenprestatie is dat het huis gedurende minstens 9 jaar aan sociale tarieven op de woningmarkt komt. • Groen! wil opnieuw werk maken van een strengere toepassing van de heffing op leegstand en verwaarlozing. Omwille van de onduidelijkheid op Vlaams niveau is de stad de voorbije jaren er te terughoudend mee omgegaan. Eigenaars die hun woning laten leegstaan en verwaarlozen en die weigeren om hier iets aan te doen, verdienen een fikse boete. Met de heffing kunnen we speculatie en stadskankers actief bestrijden.
Geef mensen ruimte voor vernieuwende woonvormen. •
Mensen die samen huizen of gebouwen willen omvormen tot woonprojecten, botsen te vaak op muren. Daarom wil Groen! binnen de stedelijke woondienst een steunpunt creatief wonen
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 16
•
oprichten. Zij kunnen de vinger aan de pols houden om nieuwe woonvormen te ondersteunen en in samenwerking met de organisaties hierrond obstakels wegwerken. Zij kunnen er voor zorgen dat geïnteresseerden in de woonwijzers informatie over samenhuizen, zorgwonen, en andere gezamenlijke woonprojecten kunnen vinden. Zij moeten door informatie en sensibilisering deze manieren van wonen aantrekkelijk maakt voor mensen die op zoek zijn naar een huis. Via het rollend fonds van Vespa koopt de stad krotten op om ze verbouwd terug op de markt te brengen. Groen! wil een deel van deze huizen zo inrichten dat ze ruimte voor creatieve woonvormen bieden. Groen! wil ook een voorkooprecht voor projecten die een vorm van cohousing realiseren.
Duurzaam wonen een evidentie maken In de stad is er nog te weinig aandacht voor ecologisch bouwen. Er zijn goede redenen om het te stimuleren: stijgende energieprijzen en ongezonde lucht - ook binnenhuis - voor de bewoners, maar ook de opwarming van de aarde. • Groen! wil bio-ecologische architectuur stimuleren, waarbij men huizen bij nieuwbouw of verbouwing zo ontwerpt, dat ze veel ecologischer en/of gezonder zijn. Het gaat om integratie van energie- en water besparende technologie, gebruik van milieuverantwoorde bouwmaterialen, goede natuurlijke ventilatie, zonnedaken en/of groendaken …. • In haar eigen gebouwen moet de stad een voorbeeldfunctie opnemen. • Bij iedere nieuwe woonwijk wil Groen! ruimte voor duurzame ecowijken, waar de ontwikkelaars de optimale milieutechnologie integereren in de huizen, maar ook in het openbaar domein voor de beplanting, straatverlichting, een centrale plein, …. Belangrijk hierbij: bestaande en efficiënte technologie verwerken – geen experiment van maken. • Als modelproject wil Groen! dat de stad samen met ontwikkelaars een bio-ecologische nieuwe wijk bouwt (bv. aan Oude Droogdokken) als duurzaam project met grote symboolwaarde: inspirerend, uitnodigend, leerrijk. Zo kunnen we innovatie op dit terrein stimuleren.
Aangenaam wonen vraagt ook meer open
ruimte
Sommige bewoners hebben achteraan zicht op schitterende groene binnengebieden: verborgen parels en tuinen in de stad. Maar veel te veel mensen leven in een woonblok met enkel zicht op koterijen, (leegstaande) magazijnen of garages. De kwaliteit van het wonen verhoogt sterk als de binnengebieden vergroenen of zelfs toegankelijk worden voor de bewoners rondom. • Antwerpen is deze legislatuur zeer voorzichtig begonnen met een beleid dat ‘ontpitting’ stimuleert. Groen! vindt dit een idee met veel mogelijkheden en toekomst en wil dat er in de volgende legislatuur veel meer werk van maken. Groen! wil waar mogelijk bouwblokken ontpitten en vergroenen door leegstaande magazijnen of gebouwen in bouwblokken op te kopen, te slopen en te vergroenen. Zulke ruimten kunnen deel worden van de tuinen van de bewoners, of een gemeenschappelijke groene ontmoetingsruimte voor de bewoners. • Dat kan door een ‘ontpittingsfonds’ om in ieder district projecten op te zetten. • Ook de omvorming van grijze platte daken tot groendaken verhoogt de leefkwaliteit van alle omwonenden. • Groen! vindt het ook belangrijk dat er heel zorgvuldig met de open ruimte wordt omgegaan. Als er beslist wordt om open ruimte aan te snijden om te bebouwen moet dit op een voorzichtig, respectvol en in dialoog met de omwonenden gebeuren. (zie verder Hefboom 1, meer groen in de stad in het hoofdstuk stadsontwikkeling)
Een sterk woonbeleid vraagt een sterk politiek
draagvlak.
Om een sterk woonbeleid te voeren, is een sterk politiek draagvlak nodig. Daarvoor is een sterk Groen! nodig.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 17
Groen! verdedigt het recht op vrije woonstkeuze en verzet zich tegen het Rotterdam-model. Wij willen de doelstelling van het aangename en kwaliteitsvolle wonen blijven koppelen aan de kans op wonen voor alle inwoners van onze stad. De klassieke partijen spelen beide doelstellingen steeds meer tegenover elkaar uit. Om het aangename wonen te kunnen realiseren, willen ze de lagere inkomens of maatschappelijk kwetsbare groepen niet meer in de stad toelaten. Koopwoningen worden dan belangrijker dan sociale huurwoningen, want daar moet de rand dan maar voor zorgen…. Ook het voorkooprecht voor sociale huisvestingsmaatschappijen staat onder druk: de groene schepenen stonden op het einde van de legislatuur bij stemming in het college alleen met hun steun voor het voorkooprecht. De VLD stelde zelfs voor om huisbazen die verhuren aan asielzoekers toegewezen aan een ander OCMW, te beboeten met een administratieve sanctie, terwijl er helemaal niets onwettelijk is om dit te doen en terwijl wonen een grondrecht is. Een sterk woonbeleid moet meer doen dan de markt volgen voor wie het kan betalen. Antwerpen heeft nood aan een offensief, creatief, sociaal en duurzaam woonbeleid. Daarvoor is Groen! broodnodig.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 18
Een stad die gaat voor
duurzaamheid
Een gezonde stad dankzij een eco-label voor Antwerpen De (wereldwijde) ecologische problemen laten zich lokaal voelen. Groen! wil een stad die behoedzaam omgaan met menselijke energie, natuurlijke grondstoffen en publiek patrimonium. Een stad die kiest voor een globaal duurzaamheidsbeleid en daarbij zelf het goede voorbeeld geeft.
Een duurzaamheidsbeleid als groene draad •
•
• •
•
•
Antwerpen kiest voor duurzame ontwikkeling op stadsniveau. De stad engageert zich voor meetbare doelstellingen en rapporteert over het resultaat. Een stedelijke duurzaamheidspiegel (een instrument van Steunpunt Lokale Agenda 21) brengt alle criteria in rekening. Dat geeft het middenveld (o.m. ADOMA) en de stadsdiensten het instrument om hun stad te screenen op het gevoerde duurzaamheids beleid. Hierdoor wordt een proces gestart tussen burgers en beleidsmakers met als doel in dialoog te werken aan een duurzame en leefbare stad. De stad geeft zelf het goede voorbeeld. Zij kiest voor energiebesparing en duurzame energie, duurzaam waterverbruik, duurzaam bouwen, reductie van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, afvalpreventie en een duurzaam aankoopbeleid (groene bestekken: milieuverantwoord, maar ook sociaal verantwoord, ook voor grote aankopen). Met het Ecohuis in Borgerhout hebben we in Antwerpen de know-how om hier echt werk van te maken. De stad voert een open, laagdrempelige informatiepolitiek rond milieu. De stad informeert haar burgers actief en begrijpelijk en helpt burgers die op zoek zijn naar informatie. Antwerpen bouwt haar sensibilisering verder uit, ondermeer via Milieufestivals en het Ecohuis. De stad versterkt haar rol inzake natuur- en milieueducatie in het onderwijs. Daarbij gaat meer aandacht naar specifieke groepen als jongeren en allochtonen. Nieuwe inwoners ontvangen een duurzaam verhuispakket met informatie en kortingen voor groene producten en diensten. Antwerpen betrekt haar burgers actief bij het milieubeleid, ondermeer via bij de milieuplanning en de jaarprogramma’s. De Adviesraad Duurzame Ontwikkeling krijgt daarbij een actieve rol. De stad ondersteunt actief aan andere vormen van betrokkenheid via wijkbudgetten en het opstarten van klimaatwijken. De stad steunt ook de actieve milieu- en natuurverenigingen.
Een stad waar het gezond
leven is
Groen! wil een stad waar het gezond om leven is. Onthaasting van het verkeer en het hele levensritme in de stad gaan hand in hand met meer levenskwaliteit en gezonde lucht, minder lawaai, minder stress. Een gezonde leefomgeving is een van de belangrijkste voorwaarden om te komen tot een leefbare wijk. Als nieuwe grote projecten worden gepland met impact op de buurt, is er nood aan een screening van de gezondheidseffecten.
stadslucht
Propere maakt gezond Stadslucht maakt vrij, maar vandaag helaas niet gezond. De kwaliteit van onze lucht heeft een rechtstreeks verband met de kwaliteit van ons leven. De vervuiling van de lucht met fijn stof leidt op korte termijn tot astma-aanvallen en ziekenhuisopnames voor mensen die al klachten hebben rond de luchtwegen. De blootstelling gedurende een langere periode verhoogt aanzienlijk het risico op COPD, longkanker en vooral ook hart- en vaataandoeningen. Volgens een Europese norm in verband met fijn stof: mag de stad maximum 35 keer op een jaar de hoeveelheid 50 µg/m3 overschrijden. Uit alle metingen blijkt dat de binnenstad hier zeer ver over zit. Dat probleem kan de stad Antwerpen onmogelijk alleen de baas. Groen! wil daarom dat de Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 19
verschillende overheden samen dit gezondheidsprobleem serieus nemen en aanpakken. De stad moet hier het voortouw in nemen. Gezonde lucht is immers essentieel voor de inwoners van de stad. Daarom heeft Groen! een ambitieus 10-punten-programma om Antwerpen te ontstoffen. 1. Snelheidsbeperking tot 80 km/u op de autosnelwegen op Antwerps grondgebied (gewestbevoegdheid), in afwachting van een overkapping van de Ring. 2. Weren van zwaar vrachtverkeer uit de woonkernen van de stad en van de districten (gewest/federaal) Groen! stelt voor enkel bestemmingsverkeer (voor laden en lossen) nog toe te laten en dat binnen strikte venstertijden. 3. Vermindering van verkeersbelasting voor wagens met een dieselroetfilter (gewest). Groen! is voorstander van een halvering van de verkeersbelasting voor alle wagens die voldoen aan de nieuwe EURO 5 – norm. Groen! stelt een belastingsvoordeel voor bij de installatie van een dieselroetfilter in een oudere dieselwagen. Hier kan ook de stad initiatief nemen. 4. Sneller aanleggen van de tramverlengingen uit het Masterplan Mobiliteit Antwerpen. Het doortrekken van een aantal tramlijnen wordt nu voor jaren uitgesteld. Omdat de Lange Wapper absoluut voorrang krijgt. Bij de afweging van de milieu-effecten van de Oosterweelverbinding wil Groen! ook de effecten op de luchtkwaliteit mee afwegen. 5. Een ambitieus beleid rond autodelen en het opzetten van projecten autovrij of autoluw wonen in de stad. De autodeel-projecten van Autopia en Cambio in Antwerpen verdienen alle steun, bijvoorbeeld door parkeerplaatsen voor autodelers in iedere wijk. 6. Verbinding van de versnipperde zone 30 – gebieden in alle woonwijken, voor de veiligheid en voor propere lucht. 7. Groen! wil een proefproject ISA (intelligente snelheidsaanpassing) in Antwerpen, na het succesvolle testproject in Gent. Een snelheidsbegrenzer in de wagen zelf past automatisch de snelheid aan tot wat is toegelaten. De snelheidskaarten voor Antwerpen bestaan. 8. Aangemeerde zeeschepen blijven nu de eigen sterk zwavelhoudende brandstof verstoken, zelfs als ze voor anker liggen in de haven. Groen! wil eindelijk de luchtvervuiling door zeeschepen aanpakken door walstroom te verplichten. Europese prognoses verwachten dat vanaf het jaar 2015 de uitstoot van SO2 door zeeschepen groter zal zijn dan van alle auto- en vrachtwagenverkeer in de 25 Europese lidstaten samen. 9. Aanpak van de fijn stof-emissies door bedrijven in de haven. Er is dringend nood aan een reductieprogramma voor industriële emissies van fijn stof, met een transparante verdeling van de inspanningen over de verschillende industriële sectoren. 10. Meer meetpunten voor fijn stof over het hele grondgebied. Zo wordt een gebiedsgerichte aanpak op wijkniveau en rond knelpuntwijken mogelijk.
geen gif
Een stad die meer spuit Groen! wil het gebruik van pesticiden zoveel mogelijk afbouwen om onze leefomgeving gifvrij te krijgen. Dat kan door meer preventieve aanplantingen en mechanische bestrijding. Elders willen we de natuurlijke vegetatie op een beheerde manier de ruimte te geven die ze verdient. Ook rond het gebruik van andere chemische stoffen (b.v. reinigingsproducten in stedelijke of openbare gebouwen) willen we een soortgelijk voorzorgsbeleid.
zwarte punten
Aanpak van de voor bodemvervuiling in de stad In Antwerpen liggen veel grote en kleine re terreinen braak omdat ze vervuild zijn. Deze “zwarte punten” zijn kankerplekken in de stad die door leegstand, speculatie of verontreiniging verder verloederen. Groen! wil deze gronden zo snel mogelijk proper maken, zodat ze nieuwe bestemmingen kunnen krijgen voor nieuw groen, wonen of voor bedrijven. • Het gaat vaak om kleine maar venijnige zwarte punten zoals de omgeving van (vroegere) benzinestations of wasserijen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 20
•
Cruciaal zijn grote sites met een enorm potentieel zoals Petroleum Zuid. Deze site wil Groen! zo snel mogelijk met steun van Europa en Vlaanderen opkuisen, om er een Groen Bedrijvenpark van te maken. Er is ruimte voor een unieke verweving van natuur, recreatiegroen en ruimte voor innovatieve KMO’s, waar ook kansengroepen aan de slag kunnen (cf. het bedrijfje CEON).
gezond eten
Eerlijk, lekker en • De stad maakt in haar maaltijden (personeels- en schoolkantines, rusthuis, maaltijdbedeling) gebruik van ecologische producten (bioproducten, fair trade, streekeigen producten,…) en biedt altijd minstens één vegetarische keuzemogelijkheid aan. • De stad sluit zich aan bij de campagne voor GGO-vrije gemeenten.
Gemeenten met minder lawaai en minder stress Tegen 2008 moeten alle steden de Europese grenswaarden voor omgevingslawaai (vooral veroorzaakt door wegverkeer) halen. Strategische geluidskaarten zijn dan nodig, als basis voor actieplannen wanneer het verkeer overdag de limiet van 65 dB (A) of ’s nachts van 55 dB(A) overschrijdt. Groen! gaat voor een stad met minder lawaai en minder stress. Met geluidsschermen alleen komen we er lang niet. Minder verkeer, snelheidslimieten, stillere wegen, meer beplanting, dat alles kan tegelijk zorgen voor meer onthaasting en meer rust. De overkapping van de Ring zal cruciaal zijn om de strengere geluidsnormen te halen.
Blauwe aders door de stad: hoog tijd voor een duurzaam waterbeleid Groen! wil een integraal waterbeleid in Antwerpen, met oog voor een efficiënt beheer van het water, een goede waterkwaliteit en nieuwe natuur- en recreatieve functies voor water in de stad. Antwerpenaren helpen besparen. Water is een schaars goed. Spaarzaam omspringen met water is goed voor ieders portemonnee én voor het milieu. • Groen! wil daarom gratis water-audits voor gezinnen aanbieden. • Daarnaast willen we de bestaande premies voor regenwaterputten, individuele afwateringssystemen en groendaken meer promoten. • Groen! is er trots op dat Antwerpen koploper is voor aansluitingen van particulieren op het rioleringsstelsel: 96% van het huishoudelijk afvalwater komt nu in één van de vier Antwerpse zuiveringsstations terecht. Samen met de AWW en Aquafin willen we wel sneller komen tot een scheiding van rioolbuizen en regenwaterafvoer in onze stad. • Doe de watertoets: de stad kan samen met lokale deskundigen (b.v. in de bekkencomités) een beleid uitzetten op het vlak van waterbeheer. Dat betekent ondermeer: o de watertoets eindelijk echt toepassen en niet meer laten bouwen in overstromingsgebied, o een grachtenstelsel uitbouwen, o in nieuwe wijken straten afglooiend aanleggen met infiltratiegreppels in het midden (wadi’s) o regenwaterputten subsidiëren, … • Maak Antwerpen minder hard: steeds meer ruimte wordt verhard met asfalt, straatstenen of beton. Zo stijgt bij hevig onweer de kans op wateroverlast, omdat de riolen niet langer al het water kunnen slikken. Waar mogelijk moeten we werk maken van minder verharde oppervlakte in de stad. Dat kan via premies voor particulieren, instellingen, scholen om opritten, wegen, parkings of speelplaatsen te ontharden of waterdoorlaatbare materialen te gebruiken. Meer blauw in je buurt: haal de Schijn terug boven de grond. Groen! wil blauwe aders doorheen de stad en de districten, als bron van rust, recreatie en natuurontwikkeling. Water in de stad draagt ook bij tot een aangenamer leefomgeving. Vroeger was Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 21
water overal aanwezig in Antwerpen. Vele beken, greppels, ruien, grachtengordels, rivieren, kanalen, dokken en vlieten werden echter verplaatst, rechtgetrokken, ingedijkt, overwelfd, dichtgegooid, uitgebaggerd of opgestuwd. Dit ontregelde de waterhuishouding, wat men probeerde op te lossen met behulp van technische ingrepen die vaak grote gevolgen hadden voor het natuurlijke evenwicht. Vandaag is het duidelijk dat de grenzen van deze aanpak bereikt zijn. Verlengde waterlopen met een te vlakke hellingsgraad slibben onnodig dicht en treden buiten hun oevers. Of ze drogen net uit door een te lage grondwaterstand, omdat te weinig regenwater in de grond infiltreert als gevolg van de versnelde afvoer ervan via het rioleringsstelsel. Piekafvoeren van hemelwater leiden stroomafwaarts dan weer tot overbelaste rioleringen, wateroverlast en erosie. Als gevolg van de uitbreiding van stad en haven werd in de loop der eeuwen de bedding van de Grote Schijn verlegd en overwelfd. Vanaf de Schijnpoort legt deze zijrivier van de Schelde nu 17 kilometer af tot de Schelde, terwijl dat oorspronkelijk slechts 4 kilometer was. De verlegging, verlenging en overwelving leidden in de voorbije jaren tot wateroverlast in verschillende woonwijken in Merksem en Ekeren. Om de 750.000 kubieke meter verontreinigd slib uit de Verlegde Schijn te verwijderen is een investering nodig van 60 miljoen euro. Groen! wil de Schijn terug boven de grond halen. Integraal waterbeleid is ook het water terug integreren in de stad. De Schijn nadert Antwerpen langs het oosten, door het park Rivierenhof. Eens voorbij het park begint de Schijn aan haar problematische omweg naar een monding die zich nu 9 kilometer ten noorden van de oorspronkelijke monding in de Schelde bevindt. Al meer dan tien jaar bepleit Natuurpunt Schijnvallei een afkoppeling van de Grote Schijn en de Schijnoverwelving. Er zijn inderdaad veel goede redenen om de oorspronkelijke korte loop van de Schijn opnieuw in ere te herstellen. Door de Schijnoverwelving vrij te houden van Schijnwater kan deze in Merksem en Ekeren zonder problemen opvullen met het overstortwater bij hevig regenweer. Naast een oplossing voor wateroverlast levert deze ingreep ook een oplossing voor de vismigratie. Een visrijke Grote Schijn in een open bedding door het nieuwe park van Spoor-Noord vormt ten slotte een unieke kans voor de ecologische ontwikkeling van de omgeving,. Om al deze redenen moeten we van de Schijn de eerste ecologisch herstelde rivier van Vlaanderen maken.
Een stad die mee oog heeft voor dierenwelzijn Groen! vraagt dat Antwerpen actief aandacht heeft voor dierenwelzijn. • Circussen met wilde dieren worden niet toegelaten. Ook het bezit van wilde, exotische dieren door particulieren, de verkoop van gezelschapsdieren op markten, of het gebruik van dieren op kermissen zijn niet wenselijk. Minimaal moet men een verzorgd grasveld of terrein voorzien waar dieren als pony's tijdens de sluitingsuren van de kermis kunnen rondlopen en dient er controle te zijn op de algemene verzorging. • De stad werkt verder samen met dierenartsen en dierenwelzijnsorganisaties voor de opvang van zwerfdieren, zieke en gezonde dieren en voor een diervriendelijke aanpak bij problemen met overpopulaties. Dierenopvang en –hulpcentra worden verder gesteund. Men maakt verder actief werk van sterilisatie- en vaccinatiecampagne voor zwerfkatten en –honden. • De stad blijft investeren in duidelijke afspraken inzake rituele slachtingen zodat men de wet op een correcte wijze kan toepassen. • Overlast door hondenpoep wordt mee bestreden met voldoende uitlaatplaatsen en plaatsen waar honden los kunnen lopen en door sensibilisering van de eigenaars.
Een goede opvolging en handhaving Milieubeleid staat of valt met een goede handhaving: • De stedelijke milieudienst neemt actief haar controlefunctie op, ook preventief. • De stad zorgt voor een klantvriendelijke en effectieve registratie en opvolging van klachten • Milieucriminaliteit vormt ook een centraal aandachtspunt voor de zonale politie. Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 22
Verder werk maken van een
propere stad
Geen wegwerpslogans, maar iedere dag werken op de straat Werk maken van een propere stad heeft zowel te maken met het afvalbeleid als met het veegbeleid. We blijven met z’n allen steeds meer afval produceren en dat is geen goede zaak. De verwerking van afval is een last voor het milieu. Dat afval belandt ook nog te vaak op straat. Voor Groen! moet het stedelijk afvalbeleid Het milieuvriendelijk zijn, betaalbaar en haalbaar blijven zijn voor iedereen en tot propere straten leiden. Die drie criteria zijn voor ons alle drie even belangrijk. Andere partijen laten voor het gemak één of meerdere van die criteria vallen. Dat is voor Groen! onaanvaardbaar.
Afval voorkomen en milieuvriendelijk verwerken De eerste bedoeling blijft natuurlijk om de hoeveelheid afval te verminderen. Daarom is het principe ‘de vervuiler betaalt’ belangrijk. Ten gronde is op Federaal en Vlaams niveau een productbeleid nodig. De stad kan een voorbeeldrol opnemen door meer afvalpreventie bij de eigen diensten. De stad geeft zelf het voorbeeld en stimuleert de bewoners om hetzelfde te doen. Bedrijven, scholen en bezoekers van onze stad worden mee in dit preventiebeleid betrokken. De stad werkt ook sensibiliserend. Dat kan door het gebruik van herbruikbare bekers op evenementen in de stad. De repareergids en de informatiecampagnes van het EcoHuis zijn stappen in de goede richting. Groen! wil dat de stad het budget voor de sensibilisering rond afvalvermindering drastisch verhoogt. Op vlak van milieuvriendelijke afvalverwerking heeft 12 jaar groen beleid serieuze vruchten afgeworpen. We begonnen met 600 kilo restafval per inwoner per jaar. Door een eenvoudig systeem van gescheiden huisvuilophaling zitten we nu aan ‘slechts’ 158 kilo. De hoeveelheid restafval blijft dalen. De ‘magische grens’ van 150 kilo restafval per Antwerpenaar komt in zicht. Het leverde Antwerpen terecht felicitaties van de hogere overheid op. De Antwerpenaar is een prima sorteerder en enquêtes wijzen uit dat hij weinig problemen heeft met het huidig systeem. Dankzij die drastische vermindering van restafval moet de stad geen huishoudelijk afval meer storten en wordt verbranding tot een minimum beperkt. Wanneer andere partijen voorstellen om alles terug in de witte zak te steken, slaan ze de bal volledig mis. Dit betekent immers: meer verbranding, meer CO2-uitstoot, minder recuperatie van materialen en een enorme stijging van de kosten, waarvoor de Antwerpenaar dan de factuur betaalt.
Geen wegwerpbeloftes, maar een betaalbaar •
•
•
en haalbaar afvalbeleid
Groen! is voor het principe ‘de vervuiler betaalt’. We moeten wél ten volle rekening houden met de soms moeilijke financiële situatie van sommige Antwerpenaren. Daarom bedraagt de prijs van een afvalzak slechts een klein deel van de verwerkingsprijs van het afval. De prijs van de zakken is ook lager dan in andere steden Het functioneert als remgeld. Als andere partijen meer afval in de witte zak willen, dan kan het niet anders dan dat het voor de Antwerpenaar duurder wordt, via de zak of door belastingen. Voor Groen! is het duidelijk: wat goed is voor het milieu is ook goed voor je portemonnee. Gescheiden huisvuilophaling betekent zowel voor de Antwerpenaar als voor de stad een besparing. Groen! wil sommige vormen van afvalverwerking gratis houden: - groothuisvuil wordt op aanvraag gratis opgehaald - de recyclageparken zijn gratis - papier en karton kunnen gratis aangeboden worden - glas mag gratis in de glascontainer - gft in containers wordt gratis opgehaald
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 23
• •
•
Groen! wil het de Antwerpenaar makkelijker maken: in plaats van de afvalkalender zullen alle afvalfracties op dezelfde dag en elke week worden opgehaald. Groen! is ook trots dat de stad serieus investeerde in de gebruiksvriendelijkheid van de recyclageparken. In buurten met kleine huizen en appartementen zijn de afgelopen jaren sorteerstraatjes geopend, zodat bewoners hun afval geen week moeten bijhouden. In Borgerhout opent nu het eerste ondergrondse sorteerstraatje, zodat het geen lelijke plek in de buurt is. Groen! is voorstander van een forse uitbreiding van het systeem van ondergrondse sorteerstraatjes in die wijken waar het wegens plaatsgebrek niet altijd evident is om de diverse fracties apart bij te houden. Groen! wil ten slotte dat de stad dit afvalbeleid zelf in de hand houdt om snel en soepel te kunnen inspelen op de wijzigende noden in Antwerpen. We zijn dus geen voorstander van de privatisering van de dienst stadsreiniging.
Samen verder werk maken van propere
straten
Sluikstorten en zwerfvuil blijven her en der een serieus probleem en moet worden aangepakt. De afbouw van de selectieve afvalophaling is alvast géén oplossing. Voor de gescheiden afvalophaling waren vele straten vuiler dan vandaag. Steden zonder gescheiden huisvuilophaling zoals Brussel kennen ook (en zelfs nog groter) sluikstortproblemen. We moeten de oplossingen dus elders zoeken. Groen! bewandelt daarvoor verschillende sporen. • Een propere stad moet je samen met bewoners waarmaken. Daarom wil Groen! nog meer investeren in sensibilisering. • Dit betekent bijkomende campagnes. Campagnes tegen hondenpoep op straat (geen kakje zonder zakje) waren succesvol en zijn door heel wat andere gemeenten overgenomen. Op dit elan moeten we verder gaan. • Uiteraard moet de stad door onze straatvegers opgekuist worden. Deze legislatuur zijn het aantal mensen en middelen serieus verhoogd. Op de plekken waar de problemen het grootst zijn (Antwerpen – Noord en delen van Borgerhout en Berchem) wordt meerdere keren per week geveegd. Toch moet het nog straffer. Vuil trekt vuil aan, dus moeten we nog meer mensen en middelen inzetten op de straten zo snel mogelijk en zo constant mogelijk proper te houden. • Groen! is voor een veegplan dat uit twee luiken bestaat: - er moeten genoeg mensen en middelen zijn om alle sluikstorten die men meldt binnen de 24u00 op te kuisen - meer structureel: alle wijken krijgen een vuile-straten-profiel, en afhankelijk van het profiel worden die van 1 tot 7 keer per week opgeveegd • Groen! is voorstander van een duidelijke bestraffing van overtreders: 98% van de Antwerpenaars gaat correct met hun afval om, de andere 2% heeft het recht niet om het straatbeeld te verstoren. Gemachtigde ambtenaren en politie moeten sluikstorters beboeten. • Verder wil Groen! het systeem van straatvrijwillers verder uitbouwen. Meer dan 500 straatvrijwilligers en borstelburen zorgen nu al samen met de stad er voor dat veel straten en wijken properder werden. Tegen het einde van de volgende legislatuur moet elke Antwerpse straat haar straatvrijwilliger hebben, zodat bewoners en stad de handen in elkaar slaan.
Politieke verantwoordelijkheid nemen voor verdere verbetering Groen! neemt haar verantwoordelijkheid over het afvalbeleid de voorbije zes jaar. Zowel op vlak van afvalvermindering als betaalbaarheid voor de inwoners als op vlak van propere straten zijn er duidelijk stappen vooruit gezet. De volgende jaren willen we dit verder uitbouwen. Wanneer CD&V en VLD nu wilde plannen lanceren om al deze realisaties en uitgangspunten overboord te gooien, opteren ze voor minder milieuvriendelijke en duurdere systemen. Omwille van het milieu en omwille van de portemonnee van iedere Antwerpenaar zal Groen! dit niet laten gebeuren.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 24
Energie sparen voor Kyoto en de portemonnee. Groen! wil een stad die haar bewoners helpt sparen. Groen! wil het energiebeleid van de stad verder versterken. • Besparen op energie is goed voor ons milieu. Grondstoffen zijn eindig. Om de opwarming van de aarde te voorkomen, moeten we minder energie gebruiken. • Het is ook goed voor onze gezondheid: zuiniger omspringen met energie zorgt voor schonere lucht in de stad en voor minder kinderen en volwassenen met bronchitis of astma. • En het is goed voor de portemonnee. De stad alleen geeft jaarlijks liefst 16 miljoen euro uit aan energiekosten. Ook als inwoner is energie besparen voordelig met de stijgende prijzen. Groen! wil een stad die haar bewoners en bedrijven stimuleert en ondersteunt om samen minder energie te verspillen. Groen!-schepen Erwin Pairon werkte al een sterk Kyoto-plan uit. Zo worden stadsgebouwen doorgelicht en verbeterd, krijgen mensen premies om zonnepanelen te plaatsen, …. Groen! wil nog een hele stap verder gaan om van Antwerpen een duurzame ecostad te maken.
Een energiefonds voor de stad •
• •
De energiefactuur van de stad is vandaag nog onaanvaardbaar hoog, ondermeer door verouderde gebouwen. Het geld verdwijnt zo letterlijk door deuren en vensters. Tegelijk ontbreekt geld om hierin te investeren. Groen! wil dat het geld uit de verkoop van de Electrabel/Suez-aandelen van de stad voor minstens 10% gaat naar een stedelijk energiefonds. Hiermee willen we energiebesparing in stadsgebouwen, scholen en OCMW-gebouwen betalen. Het geld dat vrijkomt uit lagere facturen voor gas, elektriciteit en water moet opnieuw dienen voor verdere energie-investeringen. Daarnaast moet de energieboekhouding van de stad optimaal werken. Groen! wil dat de stad meer groene stroom aankoopt dan vandaag. Op het einde van de legislatuur zou 20% van de elektriciteit die de stad gebruikt uit groene stroom (windenergie, waterkracht, zonne-energie, biogas, …) moeten komen. Vele stadsdiensten gaan volgende legislatuur naar één centraal gebouw (het vroegere Alcatel). Dit is een ideaal moment om het stedelijk wagenpark en het aantal afgelegde kilometers daadwerkelijk te verminderen. Daarnaast wil Groen! dat de stad hybride voertuigen invoert.
Een autonoom energiebedrijf voor de burger Samen met de intercommunales moet de stad haar bewoners helpen om energie te besparen. • Daarom wil Groen! de bestaande woonwinkels verder uitbouwen tot woon- en energiewinkels. • Iedere inwoner moet gratis zijn huis kunnen laten doorlichten om tot energiebesparing te kunnen komen. Premies moeten helpen om beter te isoleren en om zonnepanelen te plaatsen. • Onder impuls van Groen! is een proefproject opgestart om de energiekost van arme gezinnen voelbaar te verminderen. Groen! wil een uitbreiding van dit project, zodat alle lage inkomensgezinnen een lagere energiefactuur krijgen.
Ruimte voor groene • • •
stroom
In het havengebied werden de voorbije jaren de eerste industriële windmolens geplaatst. Groen! wil een sterke uitbouw van de windmolenparken in de haven. Op een periode van één legislatuur is het haalbaar om in de haven voor 200 Megawatt te produceren. Tegen 2006 streeft Groen! naar 1000 nieuwe zonnedaken per jaar in de stad. Bij nieuwbouw zouden zonnedaken een evidentie moeten worden. Groen! wil dat de stad verder meewerkt aan biogasinstallaties.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 25
Diversiteit, daar maken we werk van Antwerpen erkennen als een veelkleurige, kosmopolitische metropool Antwerpen is in Vlaanderen hét voorbeeld van verscheidenheid: als havenstad is het een plaats waar verschillende groepen al eeuwenlang samenkomen en mekaar ontmoeten. Vandaag is Antwerpen door de globalisering een spiegel van de wereld, met meer dan 170 nationaliteiten. Dat is onomkeerbaar. Wie op zaterdag gaat wandelen op de Meir, ziet nieuwe en oude Vlamingen, Nederlanders, Turken, Marokkanen, toeristen, vluchtelingen… Ook het Atlasgebouw in de Carnotstraat, waar alle diensten rond diversiteit nu samenzitten en samenwerken, toont de veelkleurigheid van onze stad. Antwerpen is multicultureel. De diversiteit biedt nieuwe impulsen aan de stad en is een menselijke verrijking. We leren van elkaar en leren nieuwe invalshoeken en levenswijzen kennen. Iedereen heeft het recht om in deze stad zijn of haar eigenheid te beleven, zolang het in respect voor elkaar en voor de basiswaarden van onze maatschappij gebeurd. Op deze manier kan Antwerpen écht een stad worden van iedereen. Tegelijk brengt die veelheid aan achtergronden ook heel wat moeilijkheden met zich mee. Er zijn problemen van uitsluiting, structurele achterstelling en wederzijds fundamentalisme. Er zijn ook problemen om de diversiteit aan levensstijlen van mensen op elkaar af te stemmen. Het is niet evident om van de vele culturen in de stad een écht gekleurd sociaal weefsel te maken. Het vereist een blijvende inspanning van iedereen. Groen! wil vertrekken van de diversiteit in onze kosmopolitische metropool. Van daaruit willen we de knelpunten en de problemen aanpakken in samenspraak met de verschillende groepen en gemeenschappen en zonder de sociale en economische context te vergeten.
Werken aan diversiteit: een klavertje
vier voor ‘t stad
In de stad zijn mensen vaak letterlijk vreemden voor elkaar. We begrijpen de veelheid aan culturele achtergronden en levensstijlen niet altijd. Omgaan met verscheidenheid in de stad impliceert dus omgaan met verschil tussen personen en culturen in onze stad. Vreemd blijft meestal enkel vreemd zolang je mensen niet kent. • Groen! wil daarom ontmoeting van inwoners stimuleren en ondersteunen. • Groen! is voorstander van een actief ‘interculturaliseringsbeleid’, op school, op de werkvloer en in de buurten. Hiervoor biedt Groen! aan Antwerpen een klavertje vier. Dit bestaat uit vier essentiële onderdelen voor een geslaagd samenleven: onderwijs dat perspectief biedt aan alle kinderen, zicht op werk, een degelijk woonbeleid en het bevorderen van talenkennis. De plekken waar men woont, waar kinderen schoollopen en de werkvloer zijn bij uitstek plaatsen waar mensen elkaar ontmoeten. Ontmoeting op zich is echter maar mogelijk mits dialoog.
De taal is cruciaal: kennis van het Nederlands actief stimuleren Kennis van het Nederlands is een basisvereiste om met elkaar in contact te treden. • Voor Groen! moeten zowel nieuwkomers als vroegere migranten (sommigen spreken van ‘oudkomers’) in de stad voldoende mogelijkheid en stimulansen krijgen om de taal te leren. • Groen! is er fier op dat de wachtlijsten voor taalcursussen in de stad bijna zijn weggewerkt.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 26
•
• • • • •
Groen! wil de volgende jaren iedereen de kans bieden om stappen verder te zetten en meer dan enkel basiscursussen Nederlands aan te leren. We denken bijvoorbeeld aan samenwerking met de universitaire taalcentra voor de opbouw van een pakket ‘administratief en abstract Nederlands’. Ook internetcursussen, documentatiemappen met audiomateriaal in bibliotheken, de uitbouw van taalbaden voor ouders in buurtscholen zijn hefbomen om ook anderstaligen die werken en daarom niet in staat zijn taalcursussen te volgen beter te bereiken. Voor nieuwkomers en –oudkomers die al een basiscursus Nederlands volgden, kunnen praatsessies ontmoeting met taalverwerving rijmen. Beproefde projecten zoals het ‘project anderstalige moeders’ (het PAM-project), willen we evalueren, bijsturen waar nodig en uitgebreiden. Taalactiveringsprojecten voor kleuters (onder meer uitgetest door de Acht) kunnen kinderen reeds van kleinsaf vertrouwd maken met het Nederlands zodat ze geen achterstand oplopen. Toch moeten we er rekening mee houden dat niet iedereen even snel de Nederlandse taal machtig wordt. Daarom blijft ook ondersteuning door tolken nodig in de stad, zeker op het vlak van gezondheidszorg. Het streefdoel is echter dat iedere inwoner voldoende Nederlands kent.
Onderwijs als hefboom voor een toekomstperspectief voor alle kinderen Onderwijs is een cruciale hefboom. Het moet alle kinderen de kans geven om zichzelf te ontplooien en om hun talenten te ontwikkelen, los van hun herkomst of het gezin waarin ze zijn geboren. Nochtans is de situatie op de Antwerpse scholen dramatisch: ondanks heel wat inspanningen van geëngageerde leerkrachten kampen vele kinderen van oude en nieuwe migranten met achterstand. Het zogenaamde watervaleffect stimuleert hun ‘keuze’ voor richtingen met minder kansen. Hun leerachterstand en uitval is veel groter in vergelijking tot de Vlaamse kinderen. Verder belemmert het bestaan van zogenaamde ‘witte’ en ‘zwarte’ scholen wederzijds contact. Dit gebrek aan contact en het verlies aan talenten is ontoelaatbaar, zeker nu het aandeel kinderen van etnischculturele minderheden in het basisonderwijs in Antwerpen al meer dan 40% bedraagt. In de binnenstad vormen deze minderheden samen ondertussen de meerderheid. Steeds duidelijker wordt het dat we veel drastischere inspanningen moeten leveren om alle kinderen in deze stad een toekomstperspectief te bieden. Groen! wil het recht van elk kind op degelijk onderwijs garanderen. Daarom moeten we dringend het gelijke kansenbeleid in de stad evalueren. • Er is in Antwerpen geen andere keuze dan de groeiende diversiteit structureel te verankeren in het onderwijslandschap. Dat vraagt verregaande, structurele maatregelen, in plaats van nog meer ondersteuningsmaatregelen in de marge. Groen! wil dat het Vlaamse onderwijsbeleid bij de verdeling van de middelen veel meer rekening houdt met het publiek en het doelgroepenbeleid van de (Antwerpse) scholen. Concreet is daarbij een grote inhaalbeweging nodig. Naast een apart decreet voor de financiering van onderwijs in de steden, dat kleinere klassen en opvoeding op maat moet mogelijk maken, is er nood aan een brede waaier aan maatregelen. Om alle kinderen gelijke(re) kansen te geven, wil Groen! werk maken van • de inschrijvingsproblematiek aanpakken om tot grotere diversiteit te komen, zowel in witte als in zwarte scholen. • een onafhankelijk meldpunt voor klachten over weigeringen tot inschrijving; • in samenwerking met de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s), de Lokale OverlegPlatformen (LOP’S) en de instellingen wil Groen! de studiekeuzebegeleiding verbeteren in de overgang van basis- naar secundair; en van secundair naar hoger onderwijs. • Groen! wil tutorat- en trampolineprojecten promoten • Voor alle kinderen willen we studiemateriaal zo laagdrempelig mogelijk ter beschikking stellen (bv. PC’s leasen, tweedehandsmarkten boeken…) Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 27
• • •
•
•
•
•
Speciale infoavonden voor kwetsbare groepen moeten tijdige inschrijving en begeleiding van de kinderen verbeteren. Leerkrachtenstages in concentratiescholen willen we beter ondersteunen. Groen! wil in alle netten meer diversiteit in het lerarenkorps. Daarom willen we lerarenopleidingen en studiepakketten dringend interculturaliseren. Omgaan met diversiteit is cruciaal in de opleiding van leerkrachten in spe, dat voldoende oog heeft voor aspecten van etniciteit, religie, socio-economische status), Groen! wil ouders stimuleren om voor hun kinderen zeker in het kleuter- en lager onderwijs zo veel mogelijk een school in de buurt te kiezen. Zo vermijden we lange verplaatsingen voor de kinderen en weerspiegelt de schoolbevolking de buurtbevolking. Zo leren kinderen elkaar ook kennen. Het is onwenselijk om in gemengde wijken witte en zwarte concentratiescholen naast elkaar te laten voortbestaan. Het non-discriminatie principe bij het inschrijvingsbeleid in scholen heeft als bedoeling segregatie tegen te gaan. De effectiviteit van dergelijk beleid staat of valt evenwel met de bereidheid van ouders om hun kinderen naar de buurtschool (en niet naar een school aan de andere kant van de stad of zelfs buiten de stad te sturen). Daarom wil Groen! projecten om ouders met elkaar in contact te brengen, hen de drempelvrees te laten overwinnen en hun kinderen samen naar zogenaamde concentratiescholen te sturen. Groen! wil goede voorbeelden bekender maken. Er bestaan steeds meer ‘best practices’ van scholen (binnen en buiten Antwerpen) die de spiraal van concentratiescholen succesvol hebben doorbroken én die goede resultaten voor alle kinderen realiseren. Groen! wil scholen met elkaar laten ‘concurreren’ om in deze dubbele opdracht te slagen. Groen! wil ook de huidige leerkrachten beter ondersteunen. De afgelopen twintig jaar veranderde het Antwerpse onderwijs immers zeer drastisch. Navorming op maat moet inzicht bieden in de leef- en denkwereld van de jongeren, kan methodieken aanreiken en een klimaat van wantrouwen en angst vermijden door bij te dragen aan een betere grip op de klas. (zie hoofdstuk onderwijs voor het gehele onderwijsprogramma van Groen!)
Geef iedereen zicht op werk: de dualisering op de arbeidsmarkt doorbreken De situatie op de Antwerpse arbeidsmarkt is ronduit schrijnend. Zeer veel mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond zijn laaggeschoold, wat hun kansen belemmert. • Groen! wil positieve maatregelen, zoals het promoten van opleidingscheques, investeren in levenslang leren en in opleidingen in deeltijds en avondonderwijs. • Daarnaast veroordeelt Groen! iedere discriminatie bij sollicitaties en op de werkvloer. We moeten dit actief te counteren. Instrumenten zijn het gericht uitvoeren van praktijktesten (zodra dit wettelijk kan). Groen! wil dat de stad werk maakt van contractclausules bij aanbestedingen en andere privaat-publieke samenwerkingen, waarbij de stad enkel contracten aangaat met firma’s die een actief diversiteitsbeleid voeren. • Groen! wil diversiteitsplannen bij particuliere bedrijven promoten. De stad moet ook bedrijven stimuleren om invoegbanen en voortrajecten aan te bieden. • Groen! wil etnisch ondernemen aanmoedigen in het middenstands- en economisch beleid. • Een kleuriger tewerkstellingsbeleid kan ook door ontmoetingsdagen en werkbeurzen voor afgestudeerden en bedrijfsleiders, door het creëren van stageplaatsen, het belichten van ‘good practices’ of sollicitatietrainingen voor laatstejaars. • Het aanbieden van volwaardige jobs vormt voor Groen! het uitgangspunt. Zogenaamde ‘nepstatuten’ kunnen enkel dienen om aansluiting te krijgen bij de arbeidsmarkt en zouden op termijn moeten verdwijnen. • De stad moet een voorbeeld vormen. Groen! wil er naar streven dat minimaal 10% van de nieuwe aanwervingen mensen van andere etnische origine zijn. Dit kan enkel lukken door het screenen van de sollicitatieprocedures, het opmaken van een diversiteitsplan per dienst en een bewust intercultureel aanwervingsbeleid. Een optimale weerspiegeling van de culturele
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 28
diversiteit in de stad in haar voorzieningen, in de samenstelling van besturen en het personeelsbestand van haar instellingen is het streefdoel. • Groen! wil diversiteitsplannen in de stadsdiensten invoeren of uitbreiden. Diversiteitsmanagers per departement of de dienst leiden dit in goede banen. (zie ook het hoofdstuk lokale economie voor verdere voorstellen inzake werkgelegenheid)
Waardig wonen, ongeacht rang, stand of kleur Wonen wordt steeds duurder. Wie een andere herkomst heeft, botst als huurder bovendien vaak nog op discriminatie. Werk maken van diversiteit vraagt ook extra inspanningen in het woonbeleid, zodat iedereen waardig en betaalbaar kan wonen. • Groen! wil meer middelen voor sociale stadsontwikkeling. Herwaarderingsprogramma’s moeten de woon- en ruimtelijke kwaliteit verbeteren. • Sociale verdringing willen we daarbij structureel vermijden. Hoewel het aantrekken van meer begoeden een belangrijke stap is om een sociale mix in buurten te verkrijgen, doet het ook vaak de woonprijzen stijgen en zo ook de nood aan sociale woningen. Een goede planning en inplanting van sociale woningen en het rekening houden met de sociale achtergrond van inwoners bij het opmaken van projecten is onontbeerlijk. • Groen! wil meer sociale woningen, waarbij men geen mensen kan weigeren op basis van hun talenkennis. Wonen is immers een basisrecht. Wel steunen we initiatieven om alle bewoners van sociale huisvesting Nederlands te leren, dichtbij hun woonplek. • Voor Groen! is het recht voor iedereen om te wonen waar hij of zij wil, één van de basispijlers van wat een stad is. Groen! staat lijnrecht tegenover een beleid dat mensen weert naargelang iemands klasse, inkomen, herkomst of positie. Groen! wil een garantie zijn dat zo’n asociaal en discriminerend beleid als in de stad Rotterdam, dat ook bij ons bij alle andere partijen aanhang wint, zich niet in Antwerpen doorzet. • Naast een beleikdsmatige afgrenzing tegenover zwakkere groepen, is ook het afsluiten van straten in een ‘gated communities’ of rijkengetto’s ontoelaatbaar. Deze belemmeren immers de participatie en het samenleven in een buurt of wijk. • Groen! wil via praktijktesten en een controlebeleid, discriminatie en huisjesmelkerij verder terugdringen. Groen! wil kandidaat-huurders actiever informeren over hun rechten en malafide verhuurders aanspreken op hun plichten. • De courante praktijk van OCMW’s buiten Antwerpen om asielzoekers niet in hun eigen gemeente onderdak te verschaffen, maar naar de stad te sturen, en hen in panden van ondermaatse kwaliteit te laten huisvesten, willen we bestrijden. Groen! wil een overeenkomst tussen de stad en OCMW’s die mensen doorsturen, waarbij die OCMW’s de stad voor begeleiding vergoeden.
Samenleven in diversiteit actief stimuleren Ieder klavertje vier heeft ook een steel. Dat is het actief stimuleren van het samenleven in diversiteit. Wij willen het wij/zij-denken achter ons laten in deze kosmopolitische metropool en oog hebben voor de diversiteit binnen de verschillende gemeenschappen. Dé Belgen, dé Turken of dé Marokkanen bestaan niet. Etnisch-culturele gemeenschappen zijn geen homogeen blok: jongeren, vrouwen, vluchtelingen, illegalen, holebi’s en andere groepen binnen deze gemeenschappen denken vaak anders. Bovendien ontstaan steeds meer mengvormen: mensen voelen zich Antwerpenaar én hebben Turkse roots en familie. Het uitgangspunt van een diversiteitsbeleid is voor Groen! ‘inclusief waar mogelijk, specifiek waar nodig’. Dit willen we in samenspraak met alle betrokkenen bepalen. Het Cordoba-project dat een beleid uitstippelt voor levensbeschouwingen en dialoog in de stad Antwerpen - is hiervan een mooi voorbeeld, dat opvolging en uitbreiding verdient.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 29
Om overleg mogelijk te maken, is het noodzakelijk de zelforganisaties logistiek en waar mogelijk én opportuun ook financieel te ondersteunen, zodat ze tot een echt middenveld kunnen uitgroeien. Het nieuwe Atlasgebouw kan hiervoor een thuishaven bieden, bijvoorbeeld door in aanvulling op de stedelijke adviesraad een denktank op te richten met vertegenwoordigers van het middenveld. Stad en OCMW moeten ook werk maken van het ‘interculturaliseren’ van haar dienstverlening. De vergrijzing van de eerste generaties gastarbeiders maakt het noodzakelijk het zorgaanbod voor ouderen ook voor hen openstaat en is aangepast waar nodig. Velen van de eerste generatie kennen het klassieke aanbod amper of niet. Drempelverlagend werken is voor hen, zeker gezien hun economische situatie, een must, zodat zij op eigen kracht kunnen blijven deelnemen aan het (senioren-)leven in de stad. Thuiszorg en de residentiële zorg willen we beter voorbereiden op de aanwezigheid van een divers publiek. Het gaat dan over meer dan alleen menu’s: ook cruciaal zijn de organisatie van activiteiten, het aanvoelen van de verzuchtingen en het kennen van de gevoeligheden op gebied van heimwee, angsten, religie, …. Interculturele bemiddelaars, een netwerk van ervaringsdeskundigen en een gerichte bevraging onder deze groepen kan helpen om de culturele verschillen te kennen. Ook de politie moet in haar samenstelling en in toepassing van haar functie een betere afspiegeling vormen van onze stad. Zo is het aangewezen aanvullende cursussen rond diversiteit en samenlevingsproblemen aan te bieden, de opleidingen en waar mogelijk ook het korps te interculturaliseren (onder meer via voortrajecten). De diversiteit in de stad vereist immers een multidisciplinaire aanpak van problemen, waarbij aspecten van kansarmoede, uitzichtloosheid, sociale en maatschappelijke uitsluiting, culturele verwachtingspatronen, specifieke waarden- en normenkaders en zelfs aspecten van jongerencultuur moeten worden meegenomen. Tenslotte is het essentieel racisme, fascisme en andere extremismen in de stad actief te bestrijden. Ideologieën, partijen en verenigingen die de actieve verwerping van mensen op basis van huidskleur, geloof, cultuur, geslacht, seksuele voorkeur… propageren zijn onaanvaardbaar. Wie groepen en mensen voortdurend en onafgebroken negatief stigmatiseert, doet afbreuk aan hun medemenselijkheid en ondermijnt de samenleving. Zo wil Groen! dat organisaties die oproepen tot onverdraagzaamheid geen toegang krijgen tot stedelijke vergadervoorzieningen. Dit kan door een opschortende verklaring waarin gebruikers verklaren dat men het anti-discriminatiebeleid van de Stad expliciet onderschrijven als voorwaarde voor het gebruik van stedelijke infrastructuur. Inburgering is voor elke inwoner vereist. Via het stimuleren van buurtwerkingen, straat- en wijkgebonden initiatieven, infoavonden, ontmoetings- en infomomenten kan aan een meer diepgaande kennismaking worden gewerkt. Ook het reguliere middenveld en de vakbonden hebben hierbij een belangrijke taak. Daarbij is het voor Groen! absoluut noodzakelijk om de sociaal-economische dimensie terug in de discussie over samenlevingsproblemen te brengen. Vele etnisch-culturele gemeenschappen in Vlaanderen behoren tot de zwakste sociale groepen en krijgen te maken met problemen van (kans)armoede, sociale achterstelling, uitsluiting en criminaliteit. Deze problemen blijven in de eerste plaats sociale problemen, die met een sterk sociaal beleid moet aanpakken. Door telkens opnieuw structurele achterstelling tot ‘onwil’ en de ‘cultuur’ van zogenaamde ‘allochtonen’ te reduceren, of tot een ‘falende integratie’, spreidt men het bed voor (wederzijdse) racistische ideeën. Groen! is niet blind voor (sub)culturele verschillen tussen mensen. Laten we niet vergeten dat samenleven geen opdracht is van het middenveld en de Stad alleen, en er ook niet toe mag gereduceerd worden. Samenleven vereist in de eerste plaats een engagement van alle inwoners samen. Zo wordt ‘t Stad écht van iedereen, ook van ‘A’.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 30
Samenlevingsproblemen aanpakken als samenlevingsproblemen. Spanningen en problemen in deze multiculturele stad moeten we effectiever aanpakken waar mogelijk. De enige efficiënte en rechtvaardige aanpak is ze altijd, op dezelfde manier te bestrijden, ongeacht de groep. Tegelijk is het nodig om met alle betrokken in dialoog te gaan en samen te werken in de aanpak van problemen. Wat mensen zelf oplossen of voorkomen, vereist geen optreden van buitenstaanders. Het uitgangspunt zijn de regels en normen zoals deze in onze democratische besluitvorming zijn afgesproken. Regels werken beter wanneer men begrip opwekt voor die regels. Daarom moeten we inwoners op hun burgerschap aanspreken door hen te informeren, sensibiliseren en responsabiliseren. We moeten dus een beroep doen op hun vaardigheden om te leren en om deel te nemen; ongeacht de culturele of sociale achtergrond. Indien we iedereen kansen wil geven, moeten we alle mensen als volwaardige Antwerpenaars accepteren en activeren, ongeacht de culturele of sociale achtergrond, maar met (h)erkenning van subculturele en culturele verschillen. Het stadsbestuur moet werk maken van een ‘management of diversity’, met oog voor wat mensen met elkaar bindt over (sub)culturele grenzen heen. Vanuit die gemeenschappelijke Antwerpse achtergrond wil Groen! meewerken aan een visie op Antwerpen als ‘DiverCity’, een stad waarin elk individu en elke groep een plaats én een verantwoordelijkheid heeft. Diversiteit kan dan een actiemiddel worden om achterstanden en misverstanden weg te werken. Het is ook een krachtig middel om vanuit de verschillende bevolkingsgroepen tegelijk aan mistoestanden te werken.
Bestrijdt genderongelijkheid ook binnen de diversiteit In de diversiteit van Antwerpen wil Groen! de bestaande genderongelijkheid actief bestrijden. Daarom is het nodig binnen religieuze en sociale gemeenschappen de emancipatie van vrouwen actief te begeleiden. Seksisme is een wijdverspreid fenomeen, dat sterk samenhangt met de sociale positie van de gemeenschappen. Seksisme is een proces van discriminatie en vormt een voedingsbodem voor ongelijke kansen. Het is ontoelaatbaar dat jongens vrouwen op straat lastig vallen, beledigen of zelfs bedreigen. Vormingscursussen en slachtofferconfrontaties kunnen helpen om hen bewust te maken van de impact van hun daden. Hiervoor kan men samenwerken met ouders, buurt, school en zelforganisaties. Groen! wil elke onderdrukking en mishandeling van vrouwen krachtig aanpakken. Noch religieuze, noch culturele ‘aanspraken’ kunnen als vergoelijking van een ‘minderwaardige’ positie van vrouwen dienen. Laagdrempelige initiatieven als de ‘medetfoon’ of websites laten slachtoffers toe op een relatief makkelijke manier hulp te zoeken. Zelforganisaties zijn hierbij actieve partners en kunnen hiervoor specifieke ondersteuning genieten. De huwelijksmigratie van tweede- en derdegeneratie migrantenjongeren is vaak een bron van problemen. De evolutie in de landen van herkomst van de (groot-)ouders is immers volledig verschillend van deze in Vlaanderen en verloopt ook tegen verschillende snelheden. Door een kloof in waarden en normen hier en ginder ontstaan er wederzijds verschillende verwachtingen. Er zijn initiatieven nodig om huwelijksmigratie te ontmoedigen. Dat vraagt initiatieven binnen etnischculturele gemeenschappen waarbij jongens en meisjes elkaar meer ontmoeten en kunnen leren kennen. Het debat rond huwelijksmigratie moet binnen deze gemeenschappen dringend worden geopend, samen met het debat rond gedwongen huwelijken. Bij gedwongen huwelijken wil Groen! een strikte toepassing van de wet. Slachtoffers van gedwongen huwelijken hebben nood aan begeleiding op maat. Importbruiden die slachtoffer zijn van gedwongen huwelijken zijn daarbij (ook wettelijk) extra kwetsbaar. Voor elke huwelijkmigrant is een inburgeringstraject vereist, zodat niet telkens een nieuwe ‘eerste generatie’ wordt gecreëerd. De staat en de stad kunnen en mogen zich natuurlijk niet bemoeien met partnerkeuzes, maar we moeten mensen wel sensibiliseren zodat hun partnerkeuze steeds een eigen én individuele
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 31
keuze kan zijn. Zelforganisaties nemen best het voortouw in deze sensibilisering en kunnen daarbij ondersteuning gebruiken. Ook zorgmigratie vraagt om een helder debat. Verschillende migranten laten hun ouders bij gezondheidsproblemen overkomen naar België. Dit is begrijpelijk in culturen waar ouderen rekenen op de kinderen om hen een goede oude dag te bezorgen. Maar tussen droom en daad staan praktische bezwaren in de weg: vaak hebben ouders en kinderen andere verwachtingen, of begint de zorg voor de ouders omwille van de eigen financiële achtergrond te zwaar te wegen, zodat zij bij het OCMW belanden. Voor de ouderen zelf is de aanpassing aan een totaal nieuwe omgeving ook allerminst evident. Het is belangrijk de emotionele reflexen die aanzetten tot zorgmigratie ernstig te nemen, aan te kaarten binnen de gemeenschappen en tegelijkertijd de nadelen van de beslissing weer te geven. Kinderen hebben het recht hun ouders te verzorgen, maar moeten de gevolgen van die beslissing dragen. De stad moet dit samen met de gemeenschappen aankaarten en aanpakken. Groen! verzet zich ook tegen iedere vorm van religieus fanatisme dat verwerping van ‘ongelovigen’, ‘andersgelovigen’ … en van de rechtsstraat predikt. Dergelijk fanatisme moet in zijn wortels worden aangepakt. Daden van agressie onder mom van religie, zoals bvb het beschimpen en aanvallen voor Joodse jongeren, zijn ontoelaatbaar in onze stad. Dit vermijden kan onder meer door gettovorming tegen te gaan, de dialoog tussen de levensbeschouwelijke gemeenschappen in het Cordobaproject verder uit te werken, democratische krachten binnen religieuze gemeenschappen aan te moedigen én door uitwassen wettelijk te bestrijden, zonder de grenzen van ‘kerk en staat’ te overschrijden. Dergelijk fanatisme valt immers onder dezelfde noemer als racisme. Het gaat niet zomaar een mening, maar een ideologie die tegen de beginselen van de democratische vrijheden ingaat. De dialoog tussen verschillende levensbeschouwelijke gemeenschappen is een hefboom om actief samen te werken in de aanpak van dit probleem en in het opsporen van religieuze fanatici.
Maak ’t stad écht van
iedereen
Een ding is voor Groen! duidelijk: men kan geen stad bouwen op angst, wantrouwen en uitsluiting. Betrokkenheid, ontmoeting, begrip en medemenselijkheid zijn vereist. De grondwet en de universele rechten van elke mens gelden onverdeeld voor iedereen in onze stad. Verscheidenheid is vandaag, willens nillens, het standaardmodel van deze stad. En dat is in de eerste plaats nog altijd goed nieuws: diversiteit stimuleert de creativiteit, betekent vooruitgang. Bedrijven met een divers personeel zijn internationaal succesvoller. Mensen met een verschillende achtergrond brengen immers andere invalshoeken en benaderingen met zich mee en deze nieuwe ideeën leiden vaak tot verbetering. De volgende jaren moet Antwerpen met die diversiteit aan de slag, complexloos en taboeloos de voordelen uitbouwen en de problemen aanpakken. Want pas zo wordt ’t stad écht van iedereen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 32
Democratie verdraagt geen
racisme.
Samenleven kan niet wanneer men haat mag zaaien Racisme als ideologie is vandaag terug aanwezig in onze stad. Dit zou iedere Antwerpenaar tot actie moet aanzetten. Niet alleen omdat de geschiedenis ons bewijs na bewijs levert van haar ontmenselijkende effecten. Racisme, in al haar vormen, leidt tot polarisering, tot ongelijkheid en discriminatie. Het is niet zomaar een mening, maar een gedachtegoed dat de actieve verwerping van mensen propageert, dat hele groepen de facto als minderwaardig acht op basis van religieuze, culturele en geschiedkundige redenen. Groen! wil daarom dat alle overheden optreden. Angst, wantrouwen en uitsluiting zijn niét de basis waarop een democratie kan worden gebouwd; ontmoeting, begrip en medemenselijkheid zijn vereist. Indien we in onze stad een 'samen'leving willen waar iedereen burger is en thuis voelt, dan moeten we zowel de voedingsbodem van racisme wegnemen als dit het racisme zelf actief bestrijden. Daarom staat Groen! lijnrecht tegenover het Vlaams Belang, die hele bevolkingsgroepen op culturele basis demoniseert en daarvoor door de hoogste rechtscolleges is veroordeeld. Extreemrechts holt onze democratie uit door haar fundamenten in vraag te stellen. Door telkens opnieuw structurele achterstelling en armoede tot ‘onwil’ van zogeheten ‘allochtonen’ te reduceren, tot een ‘falende integratie’, vergroot ze enkel de kloof tussen groepen gemeenschappen. Zo ontstaat een ideale voedingsbodem voor extreme en gewelddadige uitingen. Het Vlaams Belang brengt zo onze stad op een gevaarlijk hellend vlak. Groen! kiest openlijk voor een stad die is gebouwd op democratische waarden, gebaseerd op de onaantastbare rechten van de mens, en die elkeen het recht op religie en eigenheid garanderen. Ook de anti-racismewetgeving is op deze waarden gebaseerd. Groen! roept alle democraten op om over partijgrenzen heen tegen racisme in te gaan en duidelijk afstand te nemen van dit discours. Groen! wil ingaan tegen de huidige gedoogsfeer, tegen de nonchalance waarmee men racistische praat rondstrooit. Daarom wil Groen! dat alle overheden effectief optreden tegen elke actieve vorm van racisme en discriminatie, ongeacht wie deze daden begaat of uit welke hoek ze komen. Concreet stellen wij voor Antwerpen voor dat: •
• • • • • •
Organisaties die oproepen tot onverdraagzaamheid, geen toegang meer krijgen tot het huren van stedelijke infrastructuur. Organisaties die zalen wil huren, onderschrijven in het contract een verklaring dat het gebruik niet ingaat tegen het anti-discriminatiebeleid van de Stad als voorwaarde voor het gebruik van stedelijke infrastructuur. In alle diensten van de Stad, politie en het OCMW en alle stadsbedrijven is een actief beleid tegen elke vorm van racisme. In alle gevallen moet de Stad het voorbeeld geven, in haar personeelsbeleid; in de strijd tegen racisme en discriminatie bij ambtenaren en politiediensten, en in haar dienstverlening. Groen! wil extreem-rechtse samenkomsten zoals van neo-nazi’s binnen de wettelijke mogelijkheden opsporen en voorkomen. Expliciet racistische uitspraken en aanvallen worden door de Stad onverkort doorgegeven aan de justitie. Om discriminatie op de arbeidsmarkt, de woningmarkt en in het onderwijs te counteren, moeten praktijktesten wettelijk mogelijk worden. Bij stedelijke offertes kan de stad een anti-discriminatie-clausule expliciet in de contracten opnemen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 33
Goed
onderwijs op maat van alle kinderen
Ieder kind heeft recht op een duurzame toekomst Goed onderwijs heeft oog voor de eigenheid van ieder kind. Het emancipeert en streeft naar een totale ontwikkeling van elk individu. Een school is daarom meer dan een plek voor kennisoverdracht, het is een mini-samenleving waarbinnen jongeren een kans krijgen zich te ontplooien en waar ze zich voorbereiden op een leven in de maatschappij. De school kan dan ook geen eiland in de samenleving zijn. Naast de school hebben ook ouders, leerlingen, middenveld organisaties en de samenleving als geheel een verantwoordelijkheid. Onderwijs is de belangrijkste hefboom om achterstanden weg te werken in een samenleving met veel ongelijkheid. Scholen weerspiegelen die ongelijkheid en blijken de tweedeling in de samenleving vaak te bestendigen. Zo functioneren ze niet als hefboom maar als slagboom. In Antwerpen doen vele serieuze inspanningen voor goed onderwijs voor iedereen. Maar het huidige gelijke-kansenbeleid leidt tot perverse neveneffecten. Scholen die investeren in het ontwikkelen van een zorgbeleid, in onderwijsvernieuwing op maat van een divers en veelkleurig publiek, schieten in hun eigen voet. Ze blijken vrijwel uitsluitend kinderen aan te trekken die nood hebben aan een speciale aanpak en moeten vervolgens al te vaak constateren dat de draagkracht van het schoolteam daar niet is op berekend. In de Antwerpse binnenstad heeft bijna 60% van alle leerlingen als thuistaal niet het Nederlands. Dat schept specifieke problemen die een stad als Antwerpen niet langer in zijn eentje kan oplossen. Om het recht van elk kind op goed onderwijs te kunnen garanderen stelt Groen! dan ook voor het gelijke-kansenbeleid op stedelijk niveau te evalueren en bij te sturen.
De hoogste tijd voor een grootstedelijk onderwijsbeleid Het Antwerps onderwijs slaagt er vandaag onvoldoende in om kinderen uit de vicieuze cirkel van kansarmoede te halen. Eén op vier (kans)arme kinderen komt terecht in het buitengewoon onderwijs. 85 procent van alle leerlingen in het beroepssecundair onderwijs komt uit een lager sociaal-economisch milieu. Zijn die allemaal niet geschikt voor het algemeen secundair of het technisch onderwijs? Nee, vaak ze zijn te arm, of allochtoon. Vooral allochtone kinderen komen gehandicapt aan de start. Dat heeft met taalachterstand te maken, maar ook met hun gezinssituatie en de job van hun ouders. De gevolgen zijn duidelijk: • het aantal niet-Belgische zittenblijvers is op de basisschool drie tot vier keer hoger dan het aantal Belgische. • Amper 13 procent van de allochtone kinderen zet de stap naar het Algemeen secundair onderwijs (ASO). • Allochtone leerlingen worden vaker doorverwezen naar het BSO (60 procent allochtone leerlingen in de tweede en de derde graad) en naar het buitengewoon onderwijs. Zulke cijfers onderstrepen de nood aan een beter gelijke-kansenbeleid, om de achterstelling van autochtone en allochtone kansarme leerlingen vooral in Antwerpen tegen te gaan. Hierbij moeten we er eindelijk voor durven kiezen om allochtonen als volwaardige doelgroep te erkennen. Sommige Antwerpse scholen werken met kinderen van meer dan veertig verschillende nationaliteiten. Wil je deze kinderen in het Nederlands lesgeven, dan moeten Antwerpse scholen minstens over dezelfde middelen beschikken als de scholen in Brussel, die vandaag al een aparte ‘aanwendingscoëfficiënt’ krijgen. Groen! wil zulke scholen meer leerkrachten en dus kleinere klasjes geven. Alleen dan kunnen concentratiescholen hun onderwijs zo organiseren dat elke
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 34
leerling aan zijn trekken komt. Pas dan worden begeleiding en ondersteuning van zwakkere leerlingen tijdens de lessen echt mogelijk, zoals dat nu in het buitengewoon onderwijs ook al kan. Een echt doelgroepenbeleid introduceert vernieuwende strategieën voor ‘moeilijke groepen’ die uiteindelijk de meerderheid van alle leerlingen ten goede komen. De huidige criteria zijn evenwel onvoldoende selectief waardoor de échte onderwijsachterstelling van allochtone en autochtone generatie-armen ondersneeuwt. Groen! Antwerpen vraagt dan ook dat de minister van Onderwijs een grootstedelijk onderwijsbeleid uitwerkt dat in de eerste plaats concentratiescholen meer middelen geeft via: •
Aparte aanwendingscoëfficienten waarbij één leerkracht per maximum vijftien leerlingen de norm moet zijn, zodat kleinere klassen mogelijk worden.
•
Het criterium “thuistaal niet Nederlands” moet zwaarder doorwegen bij het toekennen van GOK-lestijden (extra lestijden voor Gelijke Onderwijskansen). Bij de verdeling van de middelen moeten scholen met leerlingen waarvan de thuistaal niet-Nederlands (TNN) is, meer middelen krijgen. Enkel zo raakt men aan de kern van onderwijsachterstelling in grootsteden.
•
Het aanpassen van de GOK-criteria voor de 2e en 3e graad van het secundair onderwijs: Scholen die extra inspanningen willen doen om de slaagkansen van allochtone leerlingen in het algemeen secundair onderwijs te vergroten, hebben hiervoor extra middelen nodig. Ons streefdoel is procentueel evenveel allochtone jongeren te laten afstuderen in het ASO dan er autochtone jongeren afstuderen. Extra ondersteuning kan via extra GOK-leerkrachten. We willen dezelfde criteria voor extra ondersteuning van deze leerlingen heel hun leerloopbaan.
•
Structureel i.p.v. projectmatig: Groen! wil allerlei kortlopende, vernieuwende projecten die het departement onderwijs de laatste jaren mogelijk maakte, structureel verankeren. Zo moeten scholen minder tijd steken in het aanvragen en verantwoorden van projecten en komt er meer tijd vrij om de projecten ook echt uit te werken. Bovendien zijn de huidige projectmiddelen vaak zo beperkt in tijd dat een duurzaam effect onmogelijk is.
•
Herbekijken van de inschrijvingsprocedures: Groen! wil scholen die een afspiegeling zijn van de maatschappij waarin kinderen opgroeien. We leggen ons dus niet neer bij de verdere dualisering van schoolpopulaties. Om ouders van allochtone en kansarme kinderen kans te geven op een goede schoolkeuze zijn aparte inschrijvingsperiodes voor doelgroepleerlingen noodzakelijk. Groen! is voorstander om wijkgebonden voorrangscriteria op te nemen. Zo kan de basisschool een spiegel blijven van de wijk waarin ze gelegen is.
-
Er is extra geld nodig om de onderwijsachterstand in grootsteden als Antwerpen aan te pakken. Deze bijkomende middelen moeten deze verdeeld worden op basis van 2 criteria: hoogste diploma van de ouder(s) en “thuistaal niet Nederlands”. Dat zijn immers de meest voorkomende achterstellingsindicatoren.
Diversiteit in de klas vraagt interculturaliseren van het onderwijs Om gelijke onderwijskansen te realiseren, moet het onderwijs beter omgaan met diversiteit en taalvaardigheidsonderwijs. Diversiteit is de maatschappelijke realiteit in de stad. Het heeft dan ook geen zin om leerlingen af te scheiden in aparte klassen en aparte lesuren, waardoor je leerlingen dreigt op te sluiten in hun achtergrond. Kinderen en jongeren leren van elkaar door interactie, waarbij men al hun talenten aanboort, zonder een aantal van die talenten (bijvoorbeeld een andere thuistaal dan het Nederlands) te verbannen naar de achtergrond. Het gaat erover om extra dingen te organiseren voor die leerlingen op zo’n manier dat iedereen er baat bij heeft.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 35
Om ons onderwijs beter af te stemmen op de diversiteit in bijna alle klassen en scholen, is er concrete actie nodig op 3 terreinen: Groen! wil efficiënter taalonderwijs Nederlands kennen en kunnen is de sleutel tot emancipatie en participatie in het onderwijs en in de samenleving. Taal is voor allochtone leerlingen vaak een belangrijke barrière die al begint in het kleuteronderwijs, en vaak de hele (onderwijs)carrière voortduurt. Antwerpen moet nog meer het voortouw nemen bij de ontwikkeling van taalstimulerende activiteiten. Wij pleiten ervoor dat taalvaardigheidsonderwijs daarbij zoveel mogelijk in interactie plaats vindt, zonder dat men leerlingen daarvoor uit de klas neemt. Taal leer je door taal uit te wisselen. Er moet meer plaats komen voor taalstimulerende activiteiten, ook in het intensieve taalonderwijs, waarbij taakgericht onderwijs definitief wordt erkend. Efficiëntere organisatie van het lesgebeuren De organisatie van de lessen moet op vele plaatsen aangepast worden aan de realiteit van leerlingen die leren aan verschillende snelheden. Groen! pleit er dan ook voor om af te stappen van het jaarklassensysteem ten voordele van een modulair systeem onder de vorm van graadklassen. Leerlingen zitten dan in een basisklas, waarbij ze voor een bepaald vak een niveau hoger of een niveau lager zitten. Op het einde van de graad moeten leerlingen dezelfde vaardigheden en kennis onder de knie hebben. De leerplandoelen worden gehaald op het einde van een graad, niet op het einde van elk jaar. Leerlingen moeten immers pas uitstromen in het 6de jaar. Leerkrachten meer oog geven voor diversiteit en interculturaliteit In opleidingen marketing geeft men een cursus die toekomstige verkopers duidelijk maakt met welke culturele eigenheden hij of zij moet rekening houden als men wil verkopen aan Nederlanders, Amerikanen, Chinezen of Afrikanen. Zonder in stereotiepen te vervallen is informatie over deze culturele diversiteit ook nodig in opleidingen voor leerkrachten. Het maakt het hen makkelijker om hun leerlingen te begrijpen. In hogescholen komen vakken als interculturele vorming nu slechts aan bod in het laatste jaar of in de vorm van navormingspakketten. Het komt er dus slechts bij en maakt er nog geen intrinsiek deel van uit. De stad moet middelen vrijmaken voor het verwerven van kennis en inzicht door leerkrachten in de maatschappelijke realiteit die multicultureel is. Voor Groen! moet de stad alle schoolpersoneel ondersteunen en vormen rond diversiteit, zodat leerkrachten meer aansluiting kunnen vinden bij de leefwereld van veel van hun leerlingen. Tenslotte moet het evident worden dat de diversiteit in de klas zich ook weerspiegelt in een grotere diversiteit voor de klas.
Open-wijk-scholen met een brede maatschappelijke betrokkenheid Scholen moeten meer zijn dan kennisfabrieken: ze mogen niet alleen maar blijven steken in het begeleiden van leerlingen in hun verstandelijke ontwikkeling. Ze moeten de integrale ontplooiing van kinderen en jongeren tot doel hebben. Daarom is het noodzakelijk dat scholen ingebed zijn in de wijk en beroep doen op een netwerk van partnerorganisaties. Groen! wil het concept “Brede School” in Antwerpen uitbreiden en uitbouwen tot openwijkscholen. De stad heeft hierbij een belangrijke ondersteunende rol. • Groen! wil de (bestaande) samenwerking tussen Lerende Stad, Cultuur en Sport verruimen naar een interdepartementaal ‘steunpunt brede school’. Dit steunpunt kan als kenniscentrum fungeren, informatie verspreiden en een netwerk coördineren met thematische ondersteuningscentra. • Groen! wil netoverschrijdende samenwerking sterker stimuleren, in de eerste plaats op niveau van scholen. Samenwerking tussen scholen in eenzelfde wijk (en dus vaak met dezelfde schoolpopulatie) over de netten heen is de sleutel naar een goed doelgroepenbeleid, een goed uitgebouwd buitenschools opvangsysteem, een gemeenschappelijk infrastructuurbeleid…
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 36
•
•
•
• •
•
•
Minder dan de helft van de leerlingen mislukt tijdens een schooljaar omdat ze de intellectuele capaciteit missen. Velen mislukken omdat persoonlijke en/of psychologische problemen de kop opsteken. Leerlingen bevinden zich immers in een kwetsbare periode in hun leven. Daarom moet er meer aandacht gaan naar het emotionele welbevinden op school. We willen daarvoor in elke stedelijke school een zogenaamde ‘groene leerkracht’. Voor deze leerkrachten komt er een speciaal statuut met aandacht voor het beroepsgeheim, zodat ze 100% ruimte krijgen om hun job te doen. Uiteraard moet er een intens overleg zijn met het CLB. Antwerpen biedt een enorme waaier aan leerkansen. Groen! wil leerkrachten dan ook stimuleren om vaker hun klaslokalen te verlaten en de stad als leeromgeving te gebruiken. Vele scholen hebben hier echter niet voldoende financiële draagkracht voor. Externe activiteiten worden veelal betaald door de ouders, die hier vaak niet de middelen voor hebben. Daarom pleit Groen! voor gratis externe activiteiten. Enkel voor geïntegreerde werkperiodes van een week, zoals de bosklassen in het lager onderwijs, kan men een bijdrage van de ouders vragen, op voorwaarde dat de school de prijs zo laag mogelijk houdt en zorgt voor tegemoetkoming voor leerlingen met een minder gegoede achtergrond. Vandaag sluiten vele scholen na schooltijd de poort voor de buurt. De speelplaats blijft leeg, ook al is er een tekort aan speelruimte in de buurt. Groen! wil de schoolgebouwen en vooral de ICT-, sport- en speelinfrastructuur buiten de schooluren beschikbaar stellen voor de wijk. Dat voorkomt dubbele investeringen en het verlaagt de drempel naar onderwijs en vorming. Bovendien kan het een stimulans zijn naar zinvolle vrijetijdsbesteding voor jongeren. De stad of het district sluiten een ‘openschoolovereenkomst’ af met de betrokken scholen en wijken en zorgt voor het toezicht en onderhoud of herstelling van de opengestelde schoolinfrastructuur. Via samenwerkingakkoorden willen we studiemateriaal zo laagdrempelig mogelijk ter beschikking te stellen (bvb PC’s leasen, 2ehandsmarkten voor schoolboeken…) De stad moet scholen en het lokale bedrijfsleven met elkaar in contact brengen, in de eerste plaats om stage en leerplekken te creëren. De resultaten van deze samenwerkingsprojecten verdienen dan een zichtbare plaats in de stad: bijv. kunstwerk in de buurt, verfraaien van een blinde muur, speelpleininrichting, ... De nijverheidsscholen in de binnenstad en in de buitendistricten doen één voor één de boeken toe. Slechts enkelen houden stand. Het technisch- en beroepsonderwijs voor de harde sectoren bevindt zich hier in een crisis. Zo gaat heel wat technisch potentieel verloren in deze stad. Voor velen is het immers niet aantrekkelijk om reeds vanaf de eerste graad secundair onderwijs voor een technische of een beroepsrichting (al dan niet in de buurt) te kiezen. Grote vakscholen aan de rand van de stad anderzijds boeren goed. We zien echter dat allochtonen zich relatief minder ver verplaatsen dan autochtonen. Zo groeit de tweedeling. Groen! pleit voor een nieuwe aantrekkelijke nijverheidsschool in de binnenstad, om deze vorm van onderwijs op zijn minst als een gelijkwaardige optie voor te stellen. Een belangrijke prioriteit in Antwerpen is de opvang van de anderstalige kinderen van asielzoekers. Voor hen moeten in het basisonderwijs opvangmodules komen die niet alleen zorgen voor een taalbad, maar ook aandacht hebben voor de sociaal-emotionele problematiek van de vluchtelingenkinderen. In de aanvangsfase kan men de kinderen opvangen in afzonderlijke klassen. Ook kinderen die geen kans hebben om hier te blijven, krijgen in dergelijke klassen de meest geschikte opvang. Groen! is daarbij voor een humaan asielbeleid dat kinderen het recht op onderwijs niet afneemt. We willen de schoolsituatie als uitdrukkelijk criterium opnemen in de procedure voor een verblijfsvergunning, maar ook en vooral in de afwikkeling van een eventuele uitwijzing.
Versterk het onderwijsopbouwwerk Het belang van ouders die betrokken zijn bij de school, is immens. Steeds vaker merken we dat er een kloof gaapt tussen de school en de thuissituatie van jongeren. Die kloof moeten we samen overbruggen. Groen! kiest er daarom resoluut voor om het onderwijsopbouwwerk terug uit te
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 37
bouwen. Zo willen we scholen een extra instrument te geven om ouders te betrekken bij de schoolloopbaan van hun kinderen. Enkel wanneer leerkrachten, ouders en kinderen samenwerken kunnen we problematische opvoedingssituaties aanpakken. Met de overgang van het Sociaal Impulsfonds naar het Stedenfonds werd begin 2003 het onderwijsopbouwwerk in Antwerpen afgebouwd met ongeveer 40%. Voor de periode 2003-2006 maakt het Antwerps stadsbestuur nog 590.000 euro vrij. De vzw De Schoolbrug ondersteunt een 25tal scholen intensief. Maar de vraag is veel groter dan het aanbod. Dat blijkt uit de talrijke kortlopende begeleidingsvragen van Antwerpse scholen en uit de herhaalde vraag tot intensieve begeleiding van een 15-tal scholen. Groen! wil hun werkingsmiddelen terug fors optrekken. Scholen moeten actief stappen zetten om de relatie met de ouders te verbeteren en vaardigheden ontwikkelen om de kloof tussen thuismilieu en school te verkleinen. Brugfiguren tussen ouders, kinderen, jongeren en de school zijn hierbij noodzakelijk. Een forse uitbreiding van initiatieven zoals De Schoolbrug is een deel van de oplossing. Andere hefbomen zijn het Project Alfabetisering Migrantenouders (PAM) of de inspanningen in verband met inburgeringstrajecten, een essentiële voorwaarde opdat ouders hun kinderen ‘kúnnen’ ondersteunen in hun schoolloopbaan.
De school als oefenterrein voor duurzaamheid Opvoeden voor de toekomst betekent ook dat scholen een ideale leeromgeving zijn voor duurzame ontwikkeling. Groen! vraagt dat de stad van haar eigen scholen alvast voorbeeldscholen maakt. Dat kan met kleine inspanningen, die ook de gezondheid van de kinderen ten goede komen: • Groen! wil zo dat alle stadscholen de volgende zes jaar overschakelen op bioproducten. • Iedere school krijgt drinkwaterfonteinen. • Milieugevaarlijke stoffen verdwijnen uit de school waar mogelijk (pesticiden op de speelplaats, milieuschadelijke en giftige onderhoudsproducten). • De stad heeft bij de ontwikkeling van educatieve centra meer aandacht voor milieueducatie. Het havencentrum in Lillo zou hiervan een goed voorbeeld kunnen zijn. • Scholen worden ook koplopers van afvalvoorkoming en recyclage. • Bij renovatie maakt men werk van goede isolatie en van groene stroom. Een modelproject zoals Stella Maris te Merksem (met ondermeer zonnepanelen en sanitair op regenwater) verdient navolging.
Kinderen en jongeren mondig
en betrokken: participatie is evident.
Scholen zijn mini-samenlevingen. Er wordt niet alleen onderwezen, maar men leert er ook samenleven. Groen! wil dat scholen hierbij kinderen opvoeden tot autonoom denkende en geïnteresseerde burgers. Kinder- en jeugdparticipatie is hiervoor een uitstekend middel. ‘Opvoeden tot burgerzin’ en ‘sociale vaardigheden’ zijn voor het lager onderwijs uitdrukkelijk vakoverschrijdende eindtermen. Binnen het onderwijs wordt veel met leerlingen gepraat, maar hun mening over het reilen en zeilen van de school zélf wordt nog te weinig gevraagd. • Groen! wil kinderen van jongsaf aanmoedigen om hun eigen mening te uiten, om naar andere meningen te luisteren en om te participeren. Zo kunnen ze ook andere kinderrechten – zoals het recht op spel – in de school én in de stad realiseren. • Groen! wil dat Antwerpse scholen aanzetten tot verschillende vormen van participatie en dit gebruiken als een middel in het opvoeden tot burgerschap. • Antwerpen is sinds 2005 een vredesgemeente. Groen! wil dat dit meer is dan enkel een handtekening onder een intentieverklaring van de VN. Het vredescentrum speelt hierin een belangrijke rol. Groen! wil dit verder uitbouwen. Zo kan de stad aan scholen middelen aanreiken om hun geschiedenis- en vredesonderwijs didactisch verder uit te werken.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 38
Meer werk maken van verkeersveiligheid op weg naar school De verkeersveiligheid aan scholen laat in de stad laat nog steeds veel te wensen over. Het gevolg is dat teveel ouders hun kinderen met de wagen naar school blijven brengen. Zo ontstaat een vicieuze cirkel die de verkeersonveiligheid in schoolomgevingen enkel verhoogt. Het gehele verkeersveiligheidsbeleid van de stad en de districten was de voorbije jaren nog te laks. Zeker aan scholen wil Groen! niet langer domme compromissen. Ouders en kinderen hebben recht op een verkeersveilige schoolomgeving en een veilige weg naar huis. • Groen! wil dat de stad alle scholen aan een verkeersveiligheidstest onderwerpt. • Een verkeersveiligheidsfonds financiert aanpassingen uit te voeren indien nodig. • Wanneer structurele veranderingen te lang op zich laten wachten, moeten in samenwerking met de verkeerspolitie naar tijdelijke oplossingen worden gezocht. • De huidige zone-30-regeling rond scholen is helaas een lachertje, of een slag in het gezicht van ouders en kinderen. De schepenen voor onderwijs en voor verkeersveiligheid zorgden voor een minimalistische vertaling van de wettelijke verplichting voor zone-30 in schoolomgevingen: de regeling stopt nu 30 meter voorbij de schoolpoort. Daarna mogen alle auto’s weer versnellen, met alle gevolgen voor de verkeersveiligheid van de kinderen. Het plaatsen van zone30-bordjes is voor een halve straat is allesbehalve voldoende. Groen! kiest voor ruime zone-30 gebieden in alle woonwijken. Bovendien moeten schoolomgevingen veilig en herkenbaar worden heringericht, waarbij schoolwandeleilanden tot de mogelijkheden behoren. • Voorts wil Groen! bekijken waar het aanbod van het openbaar vervoer kan worden verhoogd en of er genoeg veilige fietsroutes zijn naar en van elke school.
Antwerpen, waar studenten thuis zijn Cruciaal voor de toekomst van de Antwerpse jongeren, maar ook voor de toekomst van Antwerpen als brainport, is de verdere uitbouw van het hoger onderwijs. • De stad moet een actievere rol spelen bij het ondersteunen van de associatie van de Universiteit Antwerpen met een aantal hogescholen in de stad en moet deze samenwerking verder stimuleren waar mogelijk. • Met de associatie moet een overleg komen om samen bijkomende initiatieven uit te bouwen om het hoger onderwijs opnieuw sterker te democratiseren. Meer kinderen uit gezinnen van wie de ouders niet hebben gestudeerd moeten kunnen doorstromen naar het hoger onderwijs en daar kunnen slagen. Ook de diversiteit in de stad moet zich sterker in het hoger onderwijs weerspiegelen. Tutorprojecten zoals ‘Motief’ van en voor allochtone jongeren op de Karel-deGrote-Hogeschool verdienen ondersteuning en uitbreiding. • Een verdere uitbouw van studenteninfrastructuur is een investering in de toekomst van de stad. Goede planning moet zorgen dat dit in evenwicht gebeurt met de bewoners van de wijken rond universiteiten en hogescholen.
Een leven lang (mogen) leren, of het belang van volwassenenonderwijs In een kennismaatschappij wordt levenslang leren steeds belangrijker. De stad moet een actieve en ondersteunende rol spelen in kader van het levenslang en levensbreed leren. Zonder een goed volwassenenonderwijs dreigt de kloof te groeien tussen wie de kans kreeg om te leren en mensen die geen of minder diploma’s hebben verworven. Het volwassenenonderwijs in zijn diverse vormen is hier een hefboom voor velen om op latere leeftijd diploma’s te halen die ze vroeger niet konden behalen. De stad moet actief de toeleiding naar en werking van het volwassenenonderwijs mee ondersteunen. De samenwerking tussen de stad en de Centra voor Volwassenenonderwijs en de basiseducatie willen we verder uitbouwen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 39
Duurzame
economie en jobs in de stad
Een andere economie is nodig & mogelijk De vele plannen voor Antwerpen vereisen een bloeiende en duurzame lokale economie. De stedelijke economie hangt in belangrijke mate af van de globale economie en van de regelgeving en de fiscaliteit van hogere overheden. Toch moet Antwerpen de ambitie hebben om zelf een krachtig stedelijk economisch beleid te voeren, met eigen beleidsinstrumenten en vanuit een eigen visie op kansen, noden en doelgroepen. Om de stedelijke economie gezonder en duurzamer te maken, ziet Groen! twee grote uitdagingen: de werkgelegenheid verhogen en de ecologische grenzen bewaken en tot kans ombuigen. Beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Verder werk maken van duurzame
jobs
De grootste uitdaging voor het stedelijk werkgelegenheidsbeleid is: de vraag en het aanbod op de lokale arbeidsmarkt beter op mekaar afstemmen. Met meer dan dertigduizend werkzoekenden is de werkloosheid in Antwerpen bijna dubbel zo hoog als in Vlaanderen en drie keer zo hoog als in de randgemeenten. Eén op de vijf werkzoekenden is jonger dan 25 jaar; de helft van hen heeft slechts een diploma secundair onderwijs. Eén op de vier werkzoekenden is van Marokkaanse of Turkse origine. De ouderenwerkloosheid stijgt. De helft van de werkzoekenden zit langer dan een jaar zonder job. Antwerpen kent een ‘stedelijke arbeidsmarktparadox’. De hoge werkloosheidgraad gaat samen met een groot aantal werkenden en vacatures. In Antwerpen werken veel mensen, maar de werkzaamheidsgraad (= het aantal bewoners dat werkt) is laag. Veel van de beter betaalde jobs gaan naar mensen die in de rand van de stad wonen. Veel mensen in de stad vinden daarentegen door een gebrek aan scholing of door discriminatie geen werk. In onze stad voelen we ook de ‘dualisering van de arbeidsmarkt’: er komen veel interessante en goedbetaalde jobs bij voor hooggeschoolden, maar steeds minder jobs voor laaggeschoolden. Dit door de druk van de delokalisering, maar ook in toenemende mate door het zwartwerken, bijvoorbeeld in de bouw. De onaanvaardbaar hoge werkloosheid is een sociale tijdbom voor de stad. Die werkloosheid aanpakken en alle Antwerpenaren op actieve leeftijd een perspectief op een job geven moet een prioriteit worden voor alle overheden. Het verschil tussen Antwerpen en Vlaanderen moet verkleinen en op termijn verdwijnen.
Duurzame groei, toegevoegde waarde en sectoren van de toekomst Het nieuwe Antwerpse ruimtelijk structuurplan wil een economie die een meerwaarde biedt aan de stad, in plaats van er afbreuk aan te doen. Welke ‘toegevoegde waarde’ willen we? Voor Groen! staat economie niet los van ruimtelijke ordening, wonen, mobiliteit, onderwijs, zorg, gezondheid of energieverbruik. Niet-duurzame economische groei kan ook de levenskwaliteit bedreigen. Denken we maar aan de files of de pollutie. Niet iedere vorm van economische groei geeft reële toegevoegde waarde, schept werkgelegenheid of geeft sociale meerwaarde. Voor Groen! zijn duurzame banen en levenskwaliteit minstens zo belangrijk als omzet. Diversiteit in sectoren is economisch een troef. De stadseconomie mag niet steunen op een te smalle sokkel, die Antwerpen afhankelijk maakt van enkele economische sectoren. Liefst zien we een zo gedifferentieerd mogelijke lokale economie, die naast de traditionele sectoren ook nieuwe ontwikkelingen oppikt. Dat gaat van de uitbouw van milieutechnologie over de zorgeconomie tot Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 40
sectoren als onderwijs, de culturele industrieën en toerisme. Aanvullend biedt de groeiende sector van de sociale economie een noodzakelijke ondersteuning van het stedelijk weefsel.
Werk-voor-de-buurt-contracten: van werf naar werk van de eeuw De werf van de eeuw genereert veel werk. Niet alleen de wegenwerken, maar ook de bouwwerken aan de hoge snelheidslijn of de bouw en renovatie van kantoren of nieuwe woonwijken. Zowel bij de werven als bij toekomstige werkgelegenheid laat de stad vandaag kansen liggen om werklozen uit de buurt bij de werven en bij het latere werk te betrekken. Bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen of bij nieuwe kantoorcomplexen wil Groen! dat de stad afspraken maakt met de toekomstige gebruikers dat een minimumpercentage van de werknemers afkomstig is uit de directe buurt. Met ‘werk-voor-de-buurt-contracten’ geraken werven en bedrijven ook sterker verankerd in de buurt, en de buurt sterker betrokken bij de bedrijven.
Ecologische grenzen respecteren én milieujobs creëren De profilering van Antwerpen als haven- en chemiestad is tegelijk haar sterkte én haar zwakte: de haven blijft een belangrijke motor voor de lokale economie, maar het is onverstandig om alle troeven op de haven in te zetten. We treden het tijdperk binnen van de kenniseconomie en de groeiende milieutechnologie. • Voor Groen! moet Antwerpen uitgroeien tot een centrum van milieutechnologie. Steeds meer vormt milieutechnologie een hefboom voor innovatie, kostenbesparingen en werkgelegenheid, zowel door nieuwe technieken op het vlak van eco-productie als door dienstverlening rond energie-efficiëntie. Snelgroeiende bedrijven als het Berchemse ingenieursbureau Cenergie adviseren intussen overheidsdiensten, architectenbureaus, bedrijven en onderzoeksinstellingen op het vlak van energie-audits, energieboekhouding, energiewetgeving of energiezorg. • Antwerpen mag de boot niet missen van de hernieuwbare stroom via warmtekrachtkoppeling, windmolens en zonnedaken of energiezuinige verwarmings- en ventilatiesystemen. Groeisectoren zijn ook watertechnologie, recyclage, mechanisch-biologische afvalscheiding, bodemsanering en de ontwikkeling van duurzame, milieuvriendelijke materialen. Niet voor niets gaf Groen! een symbolische Groen!e Pluim aan het Wilrijkse biofotolab Asap, dat baanbrekend werk verricht op het vlak van energie- en waterbesparing én op sociaal vlak (vierdagenweek). • Petroleum Zuid wordt het grootste nieuwe bedrijfsterrein van Antwerpen. Groen! wil dat het stadsbestuur van deze site een paradepaardje maakt van duurzaam parkmanagement. Antwerpen moet een voortrekker worden voor duurzaam parkmanagement voor elk bedrijfsterrein. Naast de screening van de mogelijke milieulast is het belangrijkste verschil met een klassiek industrieterrein de samenwerking tussen de bedrijven. Via ‘landscaping’ vormen centrale voorzieningen de kern van de structuur. Dergelijke geïntegreerde terreinontwikkeling biedt zowel voordelen op het vlak van de waarde van onroerend goed als inzake bedrijfskosten en overlast voor de omgeving. Optimaal ruimtegebruik staat centraal, met minder beslag op schaarse nieuwe locaties en de directe invloed op de kwaliteit van de omgeving. • Als stimulans voor maatschappelijk verantwoord ondernemen sluit het stadsbestuur duurzaamheidscontracten af met de grotere bedrijven op haar grondgebied. Zo’n contracten kunnen ook een voorwaarde zijn voor het in concessie geven van bedrijfsterreinen. Een duurzaamheidscontract kan ondermeer afspraken bevatten over: o ecologisch verantwoorde productiewijzen o sociale werkvoorwaarden, waaronder maximale recrutering van werknemers uit de directe omgeving en uit groepen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt (bv. allochtonen, jongeren, personen met een handicap). o bedrijfsvervoerplannen die de mobiliteitsdruk beperken en die milieuvriendelijke vervoerswijzen stimuleren. o aanmoedigen van lokale energie-opwekking en decentrale energievoorziening (via warmtekrachtkoppeling, zonnepanelen, …). Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 41
Antwerpen laten uitgroeien tot brainport Gespecialiseerde, technologisch hoogwaardige niche-industrieën en de dienstverlening zijn de groeimotoren van de postindustriële economie. Zo gingen in Antwerpen tussen 1995 en 2002 ruim 12.000 jobs verloren in de klassieke niet-kennisintensieve sectoren, wat ruimschoots is gecompenseerd door een groei van 18.000 jobs in de kennisintensieve sectoren. Al 100.000 Antwerpenaren werken in die kennisintensieve economie, waar creativiteit, innovatie en ondernemerschap centraal staan. De groenen willen deze evolutie van Antwerpen-mainport naar duurzame brainport verder ondersteunen. • Antwerpen-brainport heeft als onderzoeksstad nood aan sterke lokale kennisinstituten, een goed geschoolde beroepsbevolking, een kwaliteitsvolle stedelijke dienstverlening, een goede bereikbaarheid (zowel fysiek als digitaal) en aantrekkelijke woon- en werkomgevingen. Het beleid moet dus ook op domeinen als onderwijs, stedelijke administratie, mobiliteit of stadsontwikkeling de kennisintensieve economie te stimuleren. • Een innovatiebeleid moedigt de aansluiting tussen de private en de publieke kennismarkt aan. • Groeisectoren van de kennisintensieve diensteneconomie zijn verder de gezondheidszorg, het toerisme en de congresindustrie. Antwerpen kan ook hier troeven op tafel leggen. • Cruciaal zijn ook de culturele ‘industrieën’ zoals mode, design, entertainment, media of architectuur, met hun eigen vormen van creatieve productontwikkeling. Deze sectoren reageren flexibel op snel veranderende markten, creëren nieuwe jobs en vragen om weinig ruimte. Hun aanwezigheid versterkt het klimaat voor de ontwikkeling van de kennisintensieve economie.
KMO’s en kleine zelfstandigen als de ruggengraat van de stedelijke economie en de wijken KMO’s vormen mee de ruggengraat voor onze stadseconomie. Jaarlijks zijn ze goed voor de helft van de nieuwe jobs en voor tachtig procent van het BNP. Kleine en middelgrote ondernemingen creëren werkgelegenheid en hoppen niet van het ene land naar het andere om financieel het onderste uit de kan te halen. Veel lokale ondernemers in KMO’s en middenstand hebben frisse ideeën, werkkracht en visie om nieuwe dingen uit de grond te stampen: ze moeten daarom maximaal kansen krijgen om goede ideeën in realiteit om te zetten. • Om de administratieve last voor kleine zelfstandigen te verminderen wil Groen! één ondernemersloket dat de volledige afwerking van dossiers op zich neemt. Een districtsschepen voor ondernemers kan, met kennis van lokale zaken, een bijkomend aanspreekpunt vormen voor kleine ondernemers en handelsverenigingen. In overleg met het stedelijke bestuursniveau kan deze schepen een eerstelijns-ondernemersloket op districtsniveau uitbouwen. • Werkzoekenden krijgen ondersteuning als ze een eigen zaak willen opzetten. Starters krijgen methodische en praktijkgerichte trajectbegeleiding bij alle aspecten van bedrijfsvoering: het opstellen van een ondernemingsplan, het nakomen van administratieve verplichtingen, het bekomen van de noodzakelijke vergunningen, het maken van een communicatie- en marketingplan of de boekhouding. Ervaren ondernemers kunnen de starters adviseren binnen peterschapsformules. Het ondernemen met anderen, bijvoorbeeld in het kader van een ondernemingscoöperatieve, wordt gestimuleerd. • Infrastructuurwerken moeten gebeuren in overleg met de lokale ondernemers en handelaars. Zij zijn gebaat met de heraanleg en verfraaiing van hun straat, maar hebben nood aan degelijke informatie om financiële risico’s te beperken. Mits tijdige info kunnen ondernemers hun bestellingen en personeelsbestand aanpassen om moeilijke periodes te overbruggen. Ondernemers die onredelijke hinder ondervinden, hebben recht op een vergoeding. • Marktkramers weten vaak onvoldoende wanneer men werken plant. Meer gerichte informatie over de juiste startdatum van de werken kan ook hen heel wat kopzorgen besparen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 42
•
KMO’s in de onderhouds-, reparatie- en recyclagesector verdienen bijzondere ondersteuning, ook om redenen van milieu en afvalpreventie.
Economie in
de wijk
Kleine zelfstandigen vormen mee de desem voor warme wijken. Groen! wil het wonen, werken en winkelen in de wijken stimuleren. De nabijheid en verwevenheid van wonen, winkelen en werken is een troef én een wapen tegen het weglekken van vitale economische functies uit de stad. Hiervoor is nood aan een ruimtelijk beleid dat de kernen versterkt van de wijken en districten, ondermeer door een versterking van de kleinschalige, wijkondersteunende economie: detailhandel, horeca, lokaal verzorgende bedrijfjes, ateliers (culturele industrieën) en vrije beroepen. • Winkelstraatmanagement en een vestigingsbeleid spelen een centrale rol bij het herwaarderen van winkelstraten (winkelcentra) in kernen, waarbij we streven naar een divers aanbod van winkels en voorzieningen. • Daarnaast kiest een stad beter voor meer compacte handelskernen en winkelstraten. Soms kan men herwaarderingsinspanningen beter op bepaalde delen van winkelstraten of –kernen concentreren. Renovatiepremies, vestigingssubidies voor jonge handelaars die een leegstaand handelspand omvormen tot buurtwinkel en financiële stimuli voor het wonen boven winkels zijn hierbij interessante instrumenten. Voor andere delen kan een opwaardering van de woonfunctie zinvoller zijn. Daar willen we het omvormen van leegstaande handelspanden naar woongelegenheden aanmoedigen. • Bij stadsvernieuwingsprojecten of bij woonontwikkelingsprojecten neemt de stad expliciet voorzieningen voor wijkwinkels op. Dat geeft ruimte aan jongere ondernemers om een eigen zaak te beginnen en garandeert lokale bewoners een basisaanbod van buurtvoorzieningen. Het bestuur kan voorzien in sociale winkelpanden naar analogie met sociale woningen. • De kernen versterken betekent ook baanwinkels en shoppingcentra buiten de kernen en buiten de stad ontmoedigen. Ze verknoeien de open ruimte in buitengebieden, creëren bijkomend verkeer en bewijzen een vergrijzende bevolking geen dienst door hun afgelegen plaats. De strikte toepassing van de zogenaamde Ikeawet is een belangrijke eis voor Groen!. • Bij aanvragen voor nieuwe handelscentra of belangrijke uitbreidingen houdt de stad rekening met de optimale synergie tussen de nieuwe of uit te breiden handelsinplanting en de bestaande handelszaken. In het kader van de herziene ‘Wet betreffende de Vergunning van Handelsvestigingen’ (wet van 13 augustus 2004 voor het afleveren van sociaal-economische vergunningen) heeft het stadsbestuur alvast de autonome beslissingsmacht over de exploitatie van kleinhandelszaken vanaf 400m² netto handelsoppervlakte. • De directe omgeving is maatgevend bij de vraag wat overlastgevend is: in een levendig stadsdeel kan meer dan in een rustige wijk. Uiteraard dient elke onderneming de bestaande wetgeving te respecteren. Hierop dient de stad strikt toe te zien. Bijkomende regels zijn niet nodig, maar de stad kan wel een spreidingsbeleid ten aanzien van nacht- of belwinkels instellen. • Groen! wil geen afbouw van de openbare dienstverlening. Buurtwinkels kunnen wel diensten van de Post, de Lijn of de NMBS opnemen als een ‘service-punt’. • Groen! wil markten stimuleren. Ze hebben ook een belangrijke sociale functie. Groen! wil garanties voor marktkramers voor een vaste plek, zodat ze niet van de ene plek naar de andere moeten verhuizen en ze een vast cliënteel kunnen opbouwen. Biomarkten verdienen bijzondere aandacht. Lokale bio-boerenmarkten en hoeveproducten ondersteunen lokale landbouwproducten. Zulke producten leggen minder kilometers af, de boer krijgt een eerlijk inkomen en heeft een directe band met de consument. • Actieve steun aan buurt(beheer)bedrijven en een sterk grond- en pandenbeleid zijn cruciale instrumenten bij de ontwikkeling van een lokale diensteneconomie. Door verstandige wijkontwikkeling, door leegstand en verkrotting tegen te gaan en door het herontwikkelen van verouderde kantoren of bedrijven kunnen we ruimte maken in de stad om te werken en te
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 43
•
•
•
ondernemen zonder voortdurend nieuwe ruimte aan te snijden. Het komt ook het sociaal weefsel van een gemeenschap ten goede. Allochtonen vormen een snelgroeiende groep ondernemers. Groen! wil deze zelfstandigen sterker betrekken bij het beleid en bij de handelaarsverenigingen. Vaak kampen zij met specifieke problemen inzake communicatie, informatie, kennis van de regelgeving of weinig gebruik maken van voorzieningen. Gerichte begeleiding moet de ondernemersvaardigheden van deze groep mee doen groeien. Dat kan door vormings- en coachinginitiatieven. Een lokaal adviesbureau allochtoon ondernemen kan doorverwijzen naar andere diensten voor bedrijfsadvies op hun maat. De Kamer van Koophandel, middenstandsorganisaties, scholen en integratiediensten werken samen voor de organisatie van bedrijvennetwerken met allochtonen. Voor Groen! is het van groot belang dat er actieve winkeliersverenigingen in onze stad zijn. Ze zorgen meer voor dynamische winkelstraten en wijken. Winkeliersverenigen organiseren graag gezamenlijk initiatieven zoals braderijen, evenementen en feesten. Dat vraagt om een goede en eenvoudige doorstroming van informatie. Een handig en beknopt vademecum (op papier en online, met naast handleiding ook aanvraagformulieren) zou al een goede stap zijn in de vereenvoudiging van aanvragen. Voor het snel behandelen van deze aanvragen kan een overkoepelende dienst evenementen en feestelijkheden een oplossing bieden. Autoloze winkeldagen op maat van de winkeliers betekent gegarandeerd een rinkelende kassa. In het kader van een autoluwe binnenstad en autoluwe districtskernen moedigt Groen! aanvragen aan zoals die van de handelaars van de Kammenstraat om na de heraanleg van hun straat op zaterdag de straat een autovrije winkelstraat te maken. Groen! wil in overleg met de winkeliers kijken welke straten tot deeltijds autovrije handelsstraten kunnen uitgroeien. Zowel de winkelier als de consumenten en het milieu kunnen hier baat bij hebben. Ook willen we betere en fraaiere fietsstallingen in de winkelstraten.
Sociale economie als volwaardig onderdeel van de stadseconomie In Antwerpen is - mee onder impuls van Groen! - al sterk geïnvesteerd in de sociale economie. Vele werklozen vinden dankzij een periode van opleiding of sociale tewerkstelling opnieuw werk in het gewone economische circuit. Daarnaast is een groep van werklozen langdurig op sociale tewerkstelling aangewezen, omdat zij niet meer aan de hoge eisen op de reguliere arbeidsmarkt kunnen beantwoorden. Zij moeten blijvend aan de slag kunnen in aangepaste zinvolle jobs die bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van leven in onze stad. Sociale economie is voor hen geen invoegcircuit naar de commerciële markt, maar een noodzakelijke economische sector ter ondersteuning van het stedelijke weefsel. Groen! wil deze sociale economie verder uitbouwen en meer zichtbaar maken. De sociaal-ecologische stedelijke diensteneconomie vormt een volwaardige economische sector. Om de onaanvaardbaar hoge werkloosheid in onze stad te verminderen, zijn bijkomende inspanningen nodig op vele domeinen. • De voorbije jaren investeerde de groene schepen Chantal Pauwels fors in de uitbouw van de werkwinkels en in de samenwerking tussen stad, VDAB en RVA. Er zijn nu al acht werkwinkels actief in de stad en er kunnen er snel drie bijkomen. Ze doen dienst als het éne loket waar alle werkvragen van werkzoekenden, werkgevers en werkenden samenkomen. Er is een onmiddellijke en gerichte doorverwijzing. De werkwinkel vervult een regisseursrol: (nieuwe) lokale dienstenwerkgelegenheid wordt aangestuurd en georganiseerd. • In het project ‘Antwerk’ bundelen alle betrokken partners (VDAB, OCMW, stad, Vlaanderen en opleidingsinitiatieven) hun krachten ter begeleiding van de 4000 jeugdwerklozen in de stad. • Groen! wil nog meer aandacht voor groepen als laaggeschoolde en/of langdurig werklozen, allochtone werkzoekenden, mensen in regularisatie en asielzoekers. Vandaar het groot belang van het instrument van de Werkwijzers. Werkwijzers en PWA’s kunnen samenwerken en zich ook specialiseren als consulenten voor deze groepen. De werkwinkel biedt informatie aan
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 44
• •
• •
•
•
• •
•
ondernemingen in verband met de mogelijkheid om kansengroepen in te schakelen (regeling invoegbedrijven of invoegafdelingen). Groen! hecht ook veel belang aan de tweede pijler van de werking van de lokale werkwinkels: die moeten hun regisseursrol waarmaken voor de aansturing en de organisatie van de (nieuwe) lokale dienstenwerkgelegenheid. Het is goed dat Antwerpen de stedelijke, Vlaamse, federale en Europese middelen voor een lokaal werkgelegenheidsbeleid bundelt via één Werkgelegenheidsfonds. Het beheer daarvan gebeurt binnen het Resoc. Een volgende stap is dat de belangrijkste actoren binnen de lokale economie (werkgevers, vakbonden, middenstand, milieubeweging, hogere overheden zoals Provincie of VDAB) én de bewoners (vertegenwoordigers van buurten waarin nieuwe projecten komen) nauwer betrokken worden. Dit kan via een Stuurgroep Stedelijke Economie of Buurteconomie, naargelang de schaal. Vanuit daaruit kan ook samenwerking met de privé groeien om nieuwe investeringen in de lokale of buurteconomie mogelijk te maken. Vormen van privaat-publieke samenwerking kunnen nieuwe impulsen geven aan buurten. Het Steunpunt Gesubsidieerde Diensteneconomie (nu volledig geïntegreerd binnen de stedelijke dienst Werkgelegenheid en Economie) kan uitgroeien tot een schakel tussen de administraties van stad en OCMW. Groen! bepleit een verdere uitbouw van buurt- en nabijheidsdiensten, zoals die nu al werken in Berchem, Deurne en Antwerpen Noord. De uitbouw kan om te beginnen in Antwerpen Centrum, op Linkeroever, op het Eilandje, maar ook in alle buitendistricten. Vormen van (aanvullende) thuishulp en buurtbeheer geven een antwoord op lokale sociale en ecologische noden. Men werkt aan de leefbaarheid van buurten via klusprojecten, herstelplaatsen, strijkateliers, ... Groen! steunt de start van projecten sociale economie in overleg met de regionale incubatiecentra en een van de vier adviesbureaus voor sociale economie. Antwerpen dient waar mogelijk dossiers voor het aantrekken van risicokapitaal in bij het Vlaams Participatiefonds voor de Sociale Economie (Trividend) of bij het Kringloopfonds. De Antwerpse kringloopcentra vormen een van de belangrijkste sectoren in de sociale economie. Ze bieden werk aan mensen die voordien op de reguliere arbeidsmarkt weinig of geen kansen kregen. Op 5 locaties in de stad stelt De Kringwinkel Antwerpen vzw intussen 184 personeelsleden te werk. Het aantal jobs groeide van 122 medewerkers in 2001 naar 184 medewerkers begin 2006. Nieuwe zorgjobs in de ouderenzorg (opvangen vergrijzing), in de jeugdzorg en de gehandicaptenzorg blijven voor Groen! de aangewezen piste om de wachtlijsten weg te werken. Meer nog dan nu wil Groen! mogelijkheden scheppen voor mensen (die dat willen of voor wie dat een goed alternatief is) om mits een uitkering, vrijstelling van sollicitatieplicht en eventueel een stimuleringspremie maatschappelijk zinvolle taken te verrichten in een georganiseerd kader of in eigen beheer. Er blijft nood aan bijkomende stageplaatsen voor leerlingen uit het deeltijds onderwijs. De stad kan hier een bemiddelende rol spelen, het bedrijfsleven heeft hier een verantwoordelijkheid én opportuniteit.
Drempels wegwerken: investeren in kinderopvang en mobiliteit Tenslotte moeten stad en (vooral) Vlaamse gemeenschap nog meer werk maken om drempels weg te werken die maken dat vele werklozen soms moeilijk een job kunnen aannemen. Meer (flexibele) kinderopvang en projecten om mensen op het werk te krijgen (ondermeer in de haven) kunnen het werklozen makkelijker maken om aan de slag te gaan en/of opleidingen te volgen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 45
Antwerpen, een solidaire en
warme stad
Antwerpenaren betrekken bij elkaar en bij hun buurt Groen! wil in Antwerpen de betrokkenheid van mensen stimuleren: betrokken bij hun buurt, hun gemeente of hun stad, maar vooral ook betrokken bij elkaar. Betrokkenheid betekent duurzaam erbij horen. Betrokkenheid is een voorwaarde voor een sterker lokaal sociaal beleid. De sociale grondrechten – zoals opgenomen in artikel 23 van de grondwet - vormen daarvoor een absoluut minimum.
Sociale grondrechten mee garanderen voor iedereen Groen! wil een bestuur dat voor alle inwoners van de stad hun sociale grondrechten mee waarmaakt. Het recht op een menswaardig bestaan, op een inkomen, op arbeid, sociale zekerheid, gezondheid, behoorlijke huisvesting, onderwijs, bescherming van een gezond leefmilieu en culturele en maatschappelijke ontplooiing: het zijn basisrechten die iedere lokaal bestuur mee moet garanderen. Ze vormen het uitgangspunt van een sterk lokaal sociaal beleid. Het OCMW vertrekt in haar huidige beleidsplan van deze sociale grondrechten. Groen! wil dat het nieuwe lokaal sociaal beleidsplan, waarin stad, OCMW, districten en particuliere sector afspraken maken over het sociaal beleid in onze stad, ook steunt op de sociale grondrechten.
Een duurzaam lokaal sociaal beleid voer je samen in dialoog Groen! kiest hierbij voor een volwaardige dialoog met en participatie van sociaal kwetsbare groepen, waaronder verenigingen waar armen het woord nemen, asielzoekers, ouderen, gehandicapten, cliënten, patiënten, bewoners van aandachtsbuurten, … Hun (ervarings)deskundigheid kan het lokale beleid versterken én verdiepen. De stedelijke armoedecel speelt hierbij een cruciale rol. Versterking met één of meerdere ervaringsdeskundigen kan hun brugfunctie nog versterken. Een lokaal sociaal beleid bestuur je ook samen. Groen! wil meer samenwerking tussen stad en OCMW, en meer samenwerking met de particuliere welzijnsorganisaties. Daarom willen we dat de OCMW-voorzitter volwaardig lid wordt van het schepencollege vanaf 2007. Daarom vragen we minstens tweemaal per jaar een gemeenschappelijke vergadering van de OCMW-raad en de gemeenteraadscommissie voor sociale zaken/lokaal sociaal beleid.
Voorkomen is beter dan genezen Om de grondrechten te garanderen, wil Groen! een beleid dat vertrekt van een preventieve aanpak. Een preventief sociaal beleid is een beleid dat elke burger een behoorlijk inkomen, een betaalbare en kwalitatieve huisvesting , een goede en toegankelijke gezondheidszorg … garandeert. Mensen die toch door de mazen van het net glippen hebben recht op een hulpverlening die hen stimuleert en helpt om geleidelijk zelf terug greep op hun situatie te krijgen. Mensen niet betuttelen maar vertrekken van de mogelijkheden van mensen en deze versterken. Empowerment, heet dat in het jargon. Dit betekent ook iemand aanspreken op zijn rechten én zijn plichten. Groen! vraagt meer middelen voor een preventief sociaal beleid. Dat is nodig. De welzijnssector kent vele wachtlijsten. Ook de lijst van mensen die wachten op schuldbemiddeling en/of budgetbeheer groeit gestaag. Steeds meer mensen kunnen hun rekeningen niet langer betalen. De niet samendrukbare kosten ; huur, gas-en electriciteitsfacturen nemen een steeds grotere hap uit het maandelijks budget. Groen! wil dat de inspanningen die deze legislatuur werden gedaan voor de Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 46
uitbreiding van het aantal sociale woningen en voor de versterking van de sociale verhuurkantoren wordt verder gezet (zie wonen)
Energie-armoede aanpakken Iedereen heeft recht op een minimum aan energie voor de verlichting en verwarming van haar of zijn woonst. Stad en OCMW moeten mensen niet alleen helpen energieschulden af te betalen, maar ook initiatieven nemen om de energiekost te doen dalen. Gezinnen met lage inkomens en/of met een uitkering wonen immers vaak in slecht geïsoleerde huizen . Dit vraagt een doorgedreven beleid van sociale stadsvernieuwing en renovatie. Ook de distributienetbeheerders (intercommunales) hebben de opdracht mensen te helpen energie te besparen (door een REG-beleid) en om energie te leveren als sociale leverancier aan wie door de commerciële energiebedrijven als Electrabel is geschorst. Groen! wil beide doelstellingen sterker koppelen door actief programma’s uit te werken om de energiefactuur van kwetsbare gezinnen te doen dalen. Onder impuls van Groen!-fractieleider Dirk Geldof loopt nu een experiment bij IGAO en IMEA om 300 kwetsbare gezinnen actief begeleiden om hun energiefactuur te doen dalen door eenvoudige energie-audits en isolatiemaatregelen. Groen! wil dit uitbreiden tot alle lage inkomensgezinnen. Leasing van energiezuinige toestellen moet voor deze gezinnen ook een alternatief vormen voor dure energieslokoppen als elektrische verwarmingstoestellen. Sociale huisvestingsmaatschappijen moeten de opdracht en de mogelijkheden krijgen om woningen energiezuinig te maken, zodat sociale huurders minder voor hun energieverbruik betalen. Sociale huisvestingsmaatschappijen en OCMW’s kunnen ook goedkopere tarieven onderhandelen bij energieleveranciers door de aankoop van energie voor hun huurders te bundelen.
Geen (financiële) drempels in het onderwijs Onderwijs is een cruciale hefboom om armoede niet van generatie op generatie door te geven. Dat vereist een aangepast onderwijsbeleid, dat de ongelijke kansen aan de start probeert weg te werken met een aanpak op maat. (zie hoofdstuk onderwijs). Naast culturele drempels moeten we ook financiële drempels wegwerken. Voor vele gezinnen in armoede blijft de maximumfactuur nog iets onzichtbaars, wanneer de facturen van allerlei extra’s (drank, middag- of nabewaking, uitstappen, …) binnen komen. De verschillen tussen de scholen blijven vaak groot, de weg naar gratis leerplichtonderwijs bijzonder lang. Voor vele kansarme gezinnen wegen ook de schoolkosten van de kinderen zwaar door. Sommige scholen hebben zeer veel kansarme gezinnen en zijn geneigd bepaalde activiteiten te schrappen wegens te duur. Groen! wil dat ook kansarme scholen met veel kansarme gezinnen buitenschoolse activiteiten kunnen doen, gefinanciersd uit een (sociaal) iedereen-samen-op-stap-fonds.
Zorgen voor zorgzekerheid en een snelle hulpverlening Iedere Antwerpenaar heeft recht op kwalitatieve, toegankelijke en betaalbare zorg. Stad en OCMW spelen hierin een tweevoudige rol: als regisseur én als organisator van eigen voorzieningen. Groen! wil dat het zorgaanbod van OCMW en stad kwalitatief, toegankelijk en betaalbaar is. Groen vraagt dat het lokaal sociaal beleidsplan werk maakt van drie prioritaire actiepunten. Vele gezinnen hebben een zware schuldenlast als gevolg van aankopen op krediet. Mensen die schulden hebben, hebben recht op snelle dienstverlening. Groen! vraagt dat het wegwerken van de wachtlijsten in de schuldbemiddeling een prioritair actiepunt vormt in het lokaal sociaal beleidsplan. Hierbij moeten zowel, OCMW, de centra algemeen welzijnswerk als de bureaus voor rechtshulp samen afspraken maken. In het lokaal sociaal beleidsplan moeten ook duidelijke
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 47
afspraken staan over de financiering van dit plan. Groen! wil dat de stad net zoals dit in Brussel een campagne voert om mensen te waarschuwen voor de kredietkaarten bij grootwarenhuizen. Een andere prioriteit voor een groen sociaal beleid is het wegwerken van de wachtlijsten in de kinderopvang. Het gebrek aan plaatsen in de kinderopvang leidt tot sociaal onverantwoorde discriminatie. Hoger opgeleide mensen met stabiele jobs schrijven zich in de gesubsidieerde kinderopvang in van zodra ze zwanger zijn. Kansarme mensen hebben minder stabiele jobs en kunnen minder vooruit plannen. Als zij kinderopvang nodig hebben zijn de plaatsen meestal reeds bezet. Vooral voor alleenstaande ouders, mensen die onregelmatige interimjobs hebben of die een tijdelijke opleiding volgen is dit een enorm probleem. Een lokaal plan kinderopvang opgemaakt door de verschillende partners actief in de kinderopvang, moet de behoefte aan kinderopvang wijk per wijk in kaart brengen en op maat van de behoefte in die wijk initiatieven nemen om de voorschoolse en buitenschoolse opvang uit te breiden. De rode draad door dit plan is de draagkracht van het kind. Antwerpen trekt radicaal de kaart van de thuiszorg. Mensen – ook al zijn ze zorgbehoevend – moeten zo lang mogelijk in eigen omgeving kunnen blijven. Dit is een extra uitdaging in een tijd die steeds meer grijs kleurt. Oud zijn is niet out, maar naarmate de leeftijd stijgt groeit de kans dat iemand zorg behoeft. Vele oudere mensen wonen in huizen die te groot zijn en niet aangepast en opteren voor de verhuis naar een omgeving die meer aangepast is en meer geborgenheid biedt. Dit verklaart het succes van de serviceflats waardoor wachttijden van 7 jaar geen uitzondering meer vormen. Thuis zorg verlenen staat of valt vaak met de aanwezigheid van een mantelzorger. Mantelzorgers zijn vaak de partner of het kind van de zorgbehoevende. In onze stad wonen echter steeds meer alleenstaanden en ook de kinderen wonen vaak niet meer in de buurt en werken voltijds. Groen! wil het door het OCMW ontwikkelde concept van woonzorgzones verder uitbouwen en hiervoor de nodige middelen vrijmaken. Per wijk worden een aantal aangepaste woningen voor bejaarden, gekoppeld aan een residentiële opvang waar ook kortopvang of dagopvang mogelijk is om de mantelzorger te ondersteunen. Het lokaal dienstencentrum in de wijk is de spil rond de zorg en ondersteunt de mantelzorger.
Recht op goede en betaalbare gezondheidszorg •
•
•
Preventie voorop, ook inzake milieukwaliteit. Het lokaal gezondheidsoverleg (LOGO) is het platform waar stad, OCMW en private partners acties plannen en uitwerken rond de preventieve gezondheidszorg. Groen! wil dat LOGO Antwerpen naast de belangrijke acties rond de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen zoals minder roken, minder vet eten, beter vaccineren, borstkankerscreening…meer aandacht besteed aan de effecten van het milieu op onze gezondheid. Steeds meer kinderen hebben luchtwegeninfecties en ouderen worden aangemaand om binnen te blijven bij de te hoge ozonconcentraties. Net als het weer mooi is vragen we mensen om binnen te blijven, dit is voor Groen! het foute antwoord op de milieukwaal. Het versterken van de eerste lijn. Een beleid dat kiest voor thuiszorg kan niet zonder een goed uitgebouwde eerste lijn. Het OCMW coördineert het Samenwerkingsinitiatief in de thuiszorg (SIT). Op basis van zorgplannen wordt de zorg op maat uitgetekend rond een individu. Huisarts, mutualiteit, thuiszorgdienst, ergotherapeut…stemmen in dit plan hun acties op elkaar af. Groen! wil meer middelen om deze eerstelijnszorg verder uit te bouwen. Zorgen voor zorgzekerheid. Het OCMW behoudt ook na de verzelfstandiging van de OCMW ziekenhuizen in ZNA de opdracht om het recht op gezondheidszorg voor iedereen te garanderen. Dit recht geldt ook voor mensen zonder papieren. De aanwezigheid in onze stad van steeds meer mensen uit steeds meer verschillende culturen vraagt een aangepast beleid om het recht op gezondheidszorg te garanderen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 48
• • •
•
Groen! wil een netwerk van wijkgezondheidscentra uitbouwen om én de preventieve gezondheidszorg en de eerstelijnshulp voor iedereen toegankelijk te houden. Op die manier kan ook vermeden worden dat mensen te snel beroep doen op de spoedgevallendiensten. Voor het garanderen van een kwalitatieve en betaalbare residentiële gezondheidszorg wil Groen! dat het OCMW duidelijk afspraken maakt met én de ZNA én de private ziekenhuizen in onze stad. Interculturaliseren van de zorg. Groen! wil dat de Dienst Integratie van de stad samen met het OCMW vormingsprogramma’s opzet voor de gezondheidswerkers om hen meer inzicht te geven in de ziektebeelden en de beleving ervan in andere culturen. Dit geldt ook en misschien vooral voor de geestelijke gezondheidszorg. Meer aandacht voor psychisch welzijn. We leven in een doorholeconomie, waar de behoefte aan psycho-sociale hulp hand over hand groeit. Prestatiedruk, stress, onzekerheid en zware crisissen treffen meer mensen dan we denken. De gevolgen treffen steeds meer mensen: depressies, burn-outs, zelfmoordgedachten, verslaving aan alcohol, drugs of medicijnen, … Vaak blijven deze problemen nog in de taboesfeer. Er zijn in Antwerpen onaanvaardbare wachtlijsten voor psychisch onderzoek en begeleiding van kinderen. De geestelijke gezondheidszorg stelt terecht dat kinderen met 'eerstelijns' vragen (verwerking, scheiding, rouw, ...) bijvoorbeeld in de CAW's terecht moeten kunnen. Dit gebeurt echter onvoldoende tot niet, bij gebrek aan middelen. Uiteraard is Vlaanderen hier de eerste subsidiebron, maar stad en OCMW moeten mee hun verantwoordelijkheid opnemen. Groen! wil dat stad en OCMW samen met het particuliere welzijnswerk het recht op (psychische) hulp voor iedereen mee mogelijk maken. Naast een verruiming van het hulpverleningsaanbod vraagt dit een betere bekendmaking ervan bij de inwoners. Tenslotte wil Groen! een actiever preventiebeleid.
Voldoende middelen voor een sterker lokaal sociaal beleid De voorbije jaren ging de samenwerking tussen de stad, het OCMW en de particuliere welzijnsorganisaties er duidelijk op vooruit. Die evolutie willen we met het lokaal sociaal beleid verder versterken, vanuit een gemeenschappelijke visie en met duidelijke afspraken over wie wat doet. Het zogeheten sociaal huis en het SAS-netwerk in de stad vormen de brede noemer waarin dat sociale beleid en de intensere samenwerking tussen alle betrokkenen vorm krijgt voor de inwoners. De bestaande beleidsnota’s vormen een goede basis. Het moet echter meer zijn dan betere samenwerking: Groen! wil dat de verschillende overheden ook meer middelen inzetten voor het lokaal sociaal beleid om de doelstellingen te halen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 49
Groen! kiest voor
betrokken burgers
Antwerpenaren betrekken bij hun straat, hun stad en bij elkaar Wat zou het saai zijn in de stad zonder bewoners die zelf de handen uit de mouwen steken: buurtcomitees die straatfeesten organiseren, mensen die de wereldwinkel open houden of een speelstraat mogelijk maken, jongeren die activiteiten organiseren in een jeugdbeweging. Of ook: actiecomités die beleidsbeslissingen van de stad willen bijsturen, seniorenraden die ijveren voor meer petanquebanen, … Het engagement van zovele duizenden bewoners geeft mee vorm aan onze stad. De bewoners mengen zich in het beleid van district en stad. Dat is enorm belangrijk voor het leven in de stad: er gebeuren goede en plezante dingen die mensen dichter bij elkaar brengen en betrokken maken op andere mensen. Bewoners nemen verantwoordelijkheid op voor elkaar en voor het samenleven in hun buurt of stad. Ook het beleid van de stad heeft deze mensen nodig. Ze hebben gedrevenheid, ervaring en dossierkennis waar de stad nood aan heeft. Ze sturen het beleid, of sturen het bij. Dat komt de kwaliteit van de besluitvorming alleen maar ten goede Daarom wil Groen! een stad en districten die: - bewoners ondersteunen waar mogelijk wanneer ze zelf de handen uit de mouwen willen steken, zonder hen een andere agenda op te dringen. - het bestuur zodanig te organiseren dat impulsen en ideeën uit de samenleving een goede plaats krijgen in de beleidsvorming.
Het rapport van de
stad vandaag
Antwerpen kent een lange traditie op vlak van subsidies voor het verenigingsleven. De voorbije jaren heeft Opsinjoren een sterke werking op poten gezet voor de ondersteuning van buurtinitiatieven. Op vlak van politieke betrokkenheid van bewoners zijn er de laatste zes jaar twee belangrijke hervormingen doorgevoerd: rechtstreeks verkozen districtsraden en een goedwerkend stedelijk wijkoverleg.
De rechtstreeks verkozen districtsraden De districtsraden kregen eigen bevoegdheden, maar nog onvoldoende dynamiek en gehoor. Antwerpen is met haar 460.000 inwoners veruit de grootste stad van België. Tot 2001 was de gemeenteraad met zijn 55 gemeenteraadsleden het meest nabije (verkozen) bestuursniveau. De politiek stond daardoor te ver van de bevolking. De aanspreekbaarheid van de politici en ambtenaren voor kleine problemen in het straatbeeld of voor behoeften van het lokaal verenigingsleven kwam daardoor in het gedrang. De decentralisering is één stap om de betrokkenheid van de bewoners op het beleid te verhogen. Groen! heeft dit altijd gesteund, maar het invoeren van districten is nog geen garantie op een betere betrokkenheid. Nog te vaak zijn de huidige districten een bijkomend politiek niveau, waar enkel de verkozen raadsleden het debat voeren. Bovendien blijft het district het zwakke broertje: politiek regelmatig over het hoofd gezien door de stad, verstoken van genoeg geld en personeel om de toegewezen taken uit te voeren.
Groen! bouwde het stedelijk
wijkoverleg uit
Onder sterke impuls van Groen! en schepen Chantal Pauwels kreeg het stedelijk wijkoverleg vorm. Het is een structureel verankerde manier om mensen bij het beleid te betrekken. Het geeft ruimte, plaats openheid om op buurt- en wijkniveau het debat met bewoners te voeren. Na een grondige
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 50
evaluatie zijn de kinderziekten er uitgehaald: de bewonersgroepen hebben een duidelijkere plaats. Te gestandaardiseerde procedures maakten plaats voor meer inspraak en betrokkenheid op maat. Bij enkele grote stadsprojecten, zoals het nieuwe park van spoor noord en de ontwikkeling van het Militair Hospitaal, zijn de bewoners op een verregaande manier betrokken. Toch is het betrekken van bewoners in grote stadsprojecten voor vele politici nog verre van evident. Sommige districten kiezen nog steeds voor communicatie na de beslissing. Groen! kiest resoluut voor overleg voor de beslissing. Ook het opzetten van stadsdebatten over belangrijke overkoepelende stadsthema’s ontbreekt vandaag. Ten slotte is er nood aan een duidelijkere rol in de beleidsvorming voor de - ondertussen traditionele maar nog steeds belangrijke – adviesraden. Nu moeten ze te vaak officiële agenda’s en adviesvragen volgen, in plaats van zelf mee hun stempel te kunnen drukken. Groen! wil nu stappen verder zetten en de betrokkenheid van bewoners verder verhogen. Dat vraagt ook meer openheid van het stadsbestuur en sterkere districten.
Betrokkenheid van bewoners verder verhogen •
•
•
•
•
Groen! wil een steunpunt voor buurt- en actiecomités. Die kan know-how opbouwen en verzamelen, een databank van wie en waar en wat opstellen, vorming en uitwisseling organiseren, eerste-lijns juridische ondersteuning voorzien voor als een actiegroep juridische stappen overweegt. Omwille van het belang van de onafhankelijkheid van die cel, moet de stad dit niet zelf opzetten, maar een organisatie selecteren en subsidiëren om dit in Antwerpen op zich te nemen. Groen! wil wijkgazetten stimuleren. Ze zijn vaak motor om een buurt of wijk georganiseerd te krijgen en het eigen maatschappelijke buurtdebat te organiseren. Districten kunnen in nietcommerciële wijkgazetten publicatieruimte te kopen. Op die manier kunnen die gazetten aan overheidsmiddelen geraken zonder dat er inhoudelijk inmenging is door de overheid. Daarnaast kan de ondersteuningscel diensten aanbieden voor redactie of rond drukmogelijkheden. Groen! wil brede ‘stadsdebatten’ over grote projecten en beleidslijnen. Er zijn natuurlijk ook maatschappelijke thema’s die verder en dieper gaan dan enkel de eigen wijk. Ook die debatten moeten in Antwerpen aan bod komen. De stad kan zelf rond belangrijke thema’s de debatten in gang trekken, in overleg en in samenwerking met partners uit de civiele samenleving. Een ‘overlegparagraaf’ bij elk belangrijk ruimtelijk uitvoeringsplan of stadsproject dat in schepencollege en gemeenteraad geagendeerd staat, moet er voor zorgen dat het betrekken van burgers in Antwerpen tot een automatisme uitgroeit. Voor Groen! kan er geen discussie meer zijn ‘OF we overleg plegen’, hooguit over de vraag ‘HOE’ we het overleg best organiseren. Met die paragraaf engageert het college zich om bij grote projecten ‘standaard’ overleg met de buurt te organiseren. Iedereen weet intussen dat voorafgaandelijk overleg meer betrokken en tevreden bewoners oplevert. Groen! wil in Antwerpen actief gebruik maken van wijkbudgetten voor bewoners. De nieuwe gemeentewet voorziet die mogelijkheid nu als hefboom voor meer directe wijkdemocratie. Buurtbewoners krijgen van de stad een budget om in hun wijk te investeren. Antwerpen moet hier een voortrekkersrol spelen en in het kader van het stedelijke wijkoverleg dit nieuwe instrument uitbouwen. Het bestaande wijkoverleg handelt vooral over het openbare domein. In opvolging daarvan wil Groen! budgetten vrijmaken die bewoners in overleg kunnen investeren in concrete wijkprojecten en toegespitst op welbepaalde domeinen (zoals speelvoorzieningen of plein- of straatinrichting). Goede communicatie en een geleidelijke opstart moeten juiste verwachtingen scheppen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 51
•
Groen! wil de adviesraden dynamiseren: jeugdraden, seniorenraden, Gecoro (gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening), cultuurraden, adoma (adviesraad voor duurzame ontwikkeling), arosa (algemene raad voor ontwikkelingssamenwerking), sportraden, … We pleiten voor het versterken van de eigen planning van die raden, ook door ze als stad of district uit te dagen. We willen een duidelijke website voor iedere adviesraad, die ze zelf kunnen invullen. Adviesraden verdienen een plaats in de stadsdebatten (waarom gecoro geen stadsdebat laten vormgeven over het nieuwe ruimtelijk structuurplan?). De standpunten die ze innemen moeten een goede plaats krijgen in de besluitvorming.
De openheid van het stadsbestuur verder vergroten •
•
•
De •
•
•
•
Groen! wil het wijkoverleg meer experimenteerruimte geven. Inspraak op maat wil niet zeggen dat politici niet mogen beslissen. Zij dragen de eindverantwoordelijkheid. Maar we willen meer open en gedragen beslissingen. Het wil wel zeggen: actieve dialoog met mensen van de wijk én goede communicatie hoe en waarom het beleid hun vragen wel of niet volgt. Groen! wil grotere autonomie voor elke wijk om dit aan te pakken op de manier die zij willen Groen! vraagt een sterkere gemeenteraad. Deze moet een open forum zijn, die strategische keuzes maakt en die de dialoog met de bevolking in beslissingen en beleid vertaalt. Groen! wil de louter administratieve beslissingen meer overlaten aan het college en op de gemeenteraad meer ruimte voor strategische keuzes. Dat vraagt ook een betere ondersteuning van de raadsleden en een meer open, tijdige en participatieve houding van college en administratie. Groen! is voorstander om referenda te gebruiken als sluitstuk van een proces van informatie en betrokkenheid. Het is een manier om het debat echt bij alle bewoners te brengen. Het referendum kan zowel op stadsniveau als op het niveau van het district of de wijk.
districten versterken en ze slagkrachtig en geloofwaardig maken Groen! wil de districten verder versterken. We verzetten ons tegen het huidig beleid dat de districten looft en afremt tegelijk. We willen de discussie over de districten niet uit electorale angst platleggen. Slagkrachtige en geloofwaardige districten die er in slagen op een goede manier de bewoners te betrekken, zijn een deel van het antwoord op de ondemocratische krachten in onze stad. We willen een andere bestuurscultuur in de stad en de districten. Vandaag schermen beide te veel met de grenzen van bevoegdheden, en zoeken ze te weinig waar ze samen verantwoordelijk voor zijn. Niemand heeft baat bij deze territoriaconflicten tussen districten en stad. We mogen het bestuur van onze stad niet laten verzinken in mini-staatshervormingsdiscussies. Stad en districten moeten samen zorgen voor een goed bestuur in de stad. Districten kunnen met de stad samenwerkingsovereenkomsten of convenanten afsluiten voor gezamenlijke initiatieven en cofinanciering van projecten. In deze overeenkomsten krijgen afspraken vorm over taakverdeling en de daarbij horende verdeling van middelen en personeel. Op langere termijn kan dit uitmonden in een verdere decentralisatie van bevoegdheidspakketten. Binnen de bestaande bevoegdheidsverdeling wil Groen! nu al dingen verbeteren: enkele centrale parken moeten kunnen lokaal worden zoals de Bremweide en het Boelaerpark. Ook de instandhoudingswerken van het eigen patrimonium kunnen door de districten gebeuren, ... Vandaag is de stadsadministratie nog steeds niet afgestemd op het bestaan van districten. Slagkrachtige districten moeten op het vlak van personeel als middelen genoeg mogelijkheden hebben. Dat betekent genoeg loketpersoneel, maar ook consulenten om het districtscollege in het jeugd, cultuur, sport en communicatiebeleid en in technische materies (heraanleg straten en pleinen) toe te laten een eigen beleid te voeren. Daarnaast moeten grote delen van de stadsadministratie als servicecentra voor de districten kunnen werken.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 52
•
• •
Geloofwaardige districten wil zeggen dat ze volop hun politieke rol kunnen spelen, ook bij belangrijke bovenlokale projecten in een district. Groen! wil een duidelijke rol voor de districten in alle stadsprojecten (bijv. spoor-noord, ringpark of militair hospitaal of aanwending van Europese middelen zoals Urban II of Doelstelling II). Groen! wil districten ook betrekken bij de organisatie en planning van evenementen en culturele activiteiten. Het district moet vanuit de lokale verankering en een goede werking rond betrokkenheid een regierol krijgen in gebiedsgericht beleid. Districten moeten de spil zijn van het betrekken van de bewoners. Groen! wil het stedelijk wijkoverleg uitbreiden, met grotere verantwoordelijkheid voor de districten. De ondersteuning, methodeontwikkeling en coaching blijft gebeuren vanuit de stedelijke dienst. Het is onhaalbaar en onwenselijk om op korte termijn aan de grenzen en de statuten van de districten te gaan sleutelen. We denken wel dat de volgende legislatuur enkele veranderingen kan voorbereiden tegen 2012. o Groen! wil het debat aangaan over de vorming van een stadsgewest en het vergroten van de fiscale solidariteit tussen stad en randgemeenten in het arrondissement Antwerpen en tussen de grote steden en alle andere gemeenten in Vlaanderen. o Groen! wil ook de discussie over een defusie van Berendrecht/Zandvliet/Lillo en op termijn Ekeren niet uit de weg gaan, maar dan wel in het kader van een gegarandeerde fiscale solidariteit (zie vorig punt). o Het verlenen aan de kernstad van een “districtsloos statuut” ziet Groen! niet zitten: ook in het centrum wonen inwoners die recht hebben op een districtswerking die nauwer kan inspelen op hun noden. Wel kan worden gedacht aan een opsplitsing van delen van het district, zoals bv. Linkeroever.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 53
Groene keuzes voor een
veilige stad.
2001-2006: een inhaalbeweging voor de politie De voorbije legislatuur investeerde het stadsbestuur met Groen! sterk in meer veiligheid. Het politiebudget steeg met bijna 20%. Er kwam meer blauw op straat met meer agenten en meer ondersteunend personeel. Ook de interne werking in het korps verbeterde. Ten slotte bouwde de stad een beleid van integrale veiligheid uit. Deze aanpak was ten dele succesvol. De stijging van de misdaad stagneerde en daalde de laatste jaren zelfs. Toch zijn we er nog lang niet. Groen! wil criminaliteit en onveiligheid verder terugdringen. De overheid moet veilige straten kunnen garanderen. Dat vereist niet nog meer middelen, maar wel een andere aanpak. Repressief waar het moet, maar preventief waar het kan. Groen! wil meer inspanningen van de Vlaamse overheid en de stad om de werkloosheid en de achterstelling te bestrijden. Iedereen een toekomst geven blijft één van de manieren om criminaliteit te voorkomen. Verder willen we meer aandacht voor het voorkomen van misdrijven en voor aanspreekbare politie in de buurt. Daarom wil Groen! een andere politiewerking, met grotere herkenbaarheid in de buurt. Veiligheid is voor Groen! méér dan criminaliteit bestrijden. Heel wat mensen klagen over gebrek aan verkeersveiligheid. Daarom wil Groen! meer inzet voor verkeersveiligheid, zodat kinderen weer veilig naar school kunnen wandelen of fietsen. Ten slotte willen we veiligheid altijd kaderen in het leefbaar maken van buurten en wijken. Ook het bestrijden van sluikstort of verkrotting, het versterken van sociale netwerken en een sterker sociaal beleid verhogen onrechtstreeks mee de veiligheid.
Veilig op straat: meer aandacht voor wijkwerking De politie kreeg de voorbije jaren meer manschappen en meer middelen: genoeg om een meer veilige stad te krijgen. Toch blijft de kloof tussen de burger en de politie vaak te groot. Veel energie gaat naar grootscheepse en mediagenieke controleacties. Maar kent u uw wijkagent? Eén folder met foto van de wijkagent blijft vijgen na Pasen. Groen! wil investeren in aanspreekbare politie met een zichtbare wijkwerking. Dat veronderstelt de uitbouw van wijkpatrouilles te voet of met de fiets, naast het harde politiewerk bij misdaad of ordehandhaving. Groen! wil ook bewoners betrekken bij de prioriteitstellingen van de politie en bij het signaleren van problemen, via goed geregelde BuurtInformatieNetwerken (BIN’s) en Winkeliers-InformatieNetwerken (WIN’s). Deze moeten echter steeds in afspraak met de politie optreden. Iedere stap naar privémilities die zelf de orde willen handhaven is uitgesloten.
Respect voor mensenrechten: meer veiligheid heiligt niet alle middelen De versterking van het veiligheidsbeleid is de voorbije jaren enkele malen ontspoort. De middelen stonden niet meer in verhouding tot de reële problemen. Werk maken van meer veiligheid mag nooit ten koste van mensenrechten of de rechten in de rechtstaat. • Daarom mag voor Groen! een burgemeester geen straatverbod opleggen: dat is een taak van de rechter indien het nodig is. • Groen! wil ook geen huis-aan-huis-controles waarbij een schepen sociale doelstellingen wil misbruiken als verkapte illegalenjacht. Huis-aan-huis-bezoeken, die de schrijnende sociale noden in kaart wil brengen en verhelpen, kunnen voor ons wel. Dankzij Groen! en de privacycommissie zijn de plannen terzake in belangrijke mate bijgestuurd. Groen! wil verdere bijsturing tot een preventief en sociaal project tijdens de volgende legislatuur.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 54
•
Groen! wil ook dat de ingezette middelen in verhouding staan tot de gepleegde misdrijven. Razzia’s op tram of metro, waarbij controle op zwartrijden uitgroeit tot razzia’s tegen mensen zonder papieren, dragen niet bij tot een vreedzaam samenleven in de stad en zorgen ervoor dat kinderen zonder papieren niet meer buiten of naar school durven. Samenwerking met federale diensten zoals de Dienst voor Vreemdelingenzaken kan enkel binnen de politieke agenda van de stad. Kortom, Groen! wil verder investeren in meer veiligheid, maar met garantie op absoluut respect voor mensenrechten, burgerrechten en kinderrechten. Dat vereist een verdere versterking van de deontologie in het korps om een respectvolle behandeling van iedereen te garanderen. Maar het vereist ook een veiligheidsbeleid dat zich niet laat opzwepen door de populistische roep van extreem-rechts.
Een harde hand waar nodig, voorkomen waar mogelijk. Mensen hebben recht op veiligheid, op straat en thuis. Het aantal misdaden in Antwerpen moet verder naar omlaag. Daarom wil Groen! verdere inspanningen om criminaliteit te bestrijden, met een hard optreden tegen misdaadbendes en tegen criminele netwerken. Naast criminaliteit dragen fenomenen als ‘steaming’, moeilijk grijpbaar pest- en overlastgedrag als verkeersagressie, overmatig lawaai, ophitsing, sterk bij aan het onveiligheidsgevoel. Belangrijk is om de sociale controle te vergroten op de (vaak jonge) daders. Velen onder hen kennen de publieke ruimtes in de stad veel beter dan hun ouders of oudere familieleden. Dat maakt het makkelijk zich aan de sociale controle van die ouderen te ontrekken. Anderzijds geven sommige ouders vooral hun zoons te weinig leiding, in de foutieve veronderstelling dat de sociale omgeving nog werkt zoals in de dorpen van herkomst en volgens de oude systemen van collectieve verantwoordelijkheid. Groen! wil meer preventie door sensibilisering en het actief aanspreken van ouderwerkgroepen, buurtwerkingen of sport- en culturele verenigingen om met hen dit soort problemen te voorkomen. Ouders aanspreken werkt enkel als men oog heeft voor de waardigheid van deze mensen. Belangrijk is er snel bij te zijn: fenomenen als spijbelen, onbegeleid op late (nachtelijke) uren spelen in de schoolweek of vandalisme moet men onmiddellijk met ouders bespreken en samen met hen een begeleidingsplan uitwerken die ook hun rol als opvoeder mee in beschouwing neemt en werkt naar een concreet doel. Tegelijkertijd overstijgen in sommige gevallen de problemen de mogelijkheden van ouders: jongeren die beseffen dat zij de omgeving beter beheersen, overheersen niet zelden hun ouders die minder ‘ingeburgerd’ zijn. Het jeugdrecht en opvoedingscentra zijn hier belangrijke actoren. Heropvoedingscenario’s moeten meer inspelen op cultuurverschillen en rekening houden met de mechanismen van schuld, schaamte, groepsmechanismen en eer binnen bepaalde groepen, om zo adequatere resultaten op te kunnen leveren. Daarnaast is er meer nood aan opvolging. Projecten als U-turn, alternatieve straffen, time-outprojecten of herstelbemiddeling verdienen aanvulling en uitbreiding. Zeker voor jongeren moet er alles aan gedaan worden dat zij na een misdrijf niet hervallen, maar opnieuw op het rechte pad geraken.
Overlast aanpakken én de inflatie van onverdraagzaamheid tegengaan Vele mensen ergeren zich aan nachtlawaai, hondepoep, sluikstort of het gedrag van andere burgers. Groen! wil storende vormen van overlast aanpakken om de leefbaarheid van buurten te vergroten. Tegelijk willen we meer duidelijkheid in wat overlast is. Een evaluatie van de Gemeentelijke Administratieve Sancties is nodig, om te zien of de term voldoende duidelijk en werkbaar is. Tegelijk wil Groen! het overlast-opbod tegengaan. Een stad waar niemand nog iets van elkaar verdraagt, is even onleefbaar als een stad die alles op zijn loop laat. Kinderen moeten kunnen Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 55
spelen, jongeren moeten straten en pleinen kunnen gebruiken, in een stad moet men af en toe ook stevig kunnen feesten. Een aanpak van kleine overtredingen moet samengaan met duidelijker en positieve signalen over wat wel kan in een stad als Antwerpen.
Een beter justitiebeleid is nodig voor een meer veilige stad Groen! vraagt ook een dringende inhaalbeweging van de federale overheid voor justitie. Een schitterend nieuw gerechtsgebouw betekent nog geen betere rechtspraak, wanneer de gerechtelijke achterstand ontoelaatbaar hoog is en er veel te veel wordt geseponeerd. Een betere justitie vormt een onmisbaar sluitstuk voor een beter stedelijk veiligheidsbeleid.
Meer diversiteit bij de politie en de brandweer Politie en brandweer moeten een afspiegeling zijn van de bevolking. Daarom wil Groen! meer aandacht voor toeleidingstrajecten naar jobs in de stadsdiensten én in de veiligheidsdiensten. Een goed diversiteitsbeleid moet ook doorstroming binnen politie en brandweer mogelijk maken.
Verkeersveiligheid: een recht voor kinderen en al wie groter is... Deze legislatuur is de aandacht voor verkeersveiligheid gegroeid onder sterke druk van Groen! Maar het concrete beleid van schepen Grootjans was onvoldoende: een structurele daling van het aantal ongevallen, doden en gewonden is helaas uitgebleven. Groen! wil een halvering van het aantal verkeersslachtoffers in de volgende legislatuur en streeft op termijn naar geen verkeerslachtoffers. Dat vereist niet alleen verstandige controles, maar ook ingrijpen in de inrichting van straten en pleinen. Intelligente snelheidsbegrenzing (ISA) is een hefboom voor de toekomst. Vandaag bestaat een ondoorzichtige lappendeken van eilandjes van zone-30 rond de scholen. Dat is niet alleen onduidelijk voor automobilisten, het schept ook schijnveiligheid voor kinderen, fietsers en voetgangers. Een veralgemening van zone-30 in alle woonstraten is een cruciale hefboom voor een veiliger verkeer, niet in het minst voor kinderen en zachte weggebruikers. Kindlinten moeten niet alleen de directe schoolomgeving veilig maken, maar de hele weg naar school (zie verder bij stadsontwikkeling en mobiliteit).
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 56
Een goed
bestuurde stad
De Antwerpenaar heeft recht op een dienstverlening met kwaliteit De vele werknemers van de stad staan ten dienste van de inwoners, de bedrijven en de bezoekers van Antwerpen. Elke werknemer van de stad werkt voor het algemeen belang en moet dan ook de reflex hebben om te bekijken wat de gevolgen van elk van zijn acties heeft voor de burgers. • •
• • •
• •
Mensen moeten weten waar ze recht op hebben. Groen! wil voor elke dienstverlening informatie op maat van de gebruikers. De tijd van stoffige gebouwen is voorbij: Groen! wil burger in aangename en duurzame gebouwen ontvangen, met een duidelijke signalisatie en beperkte wachtrijen. Bij de verhuis naar “Den Bell”, het nieuwe centrale administratieve gebouw van de stad, maar ook bij de verbouwingen aan de districtshuizen en andere dienstgebouwen moet de stad haar inwoners steeds als uitgangspunt nemen. Groen! Wil ook meer (basis)dienstverlening via het internet aanbieden. Antwerpen moet de Vlaamse koploper worden in het e-government. De openingsuren van de diensten willen we beter afstemmen op de gebruikers: zo zouden de bibliotheken langer op zaterdag en meer ’s avond open kunnen zijn, in overleg met het personeel. Elke burger is anders. Daarom wil Groen! meer maatwerk waar het kan. We willen meer inspanningen voor Antwerpenaars die moeilijker te been zijn of die minder gemakkelijk hun weg vinden in administratieve procedures. De werknemers van de stad worden verder opgeleid in dit klantgericht denken. Als er iets misloopt, dan heeft de Antwerpenaar recht op een behoorlijk antwoord op korte termijn. Klachten dienen ook om er iets van te leren. De diensten dienen zelf een antwoord te geven op de klachten over hun dienstverlening. Het opvolgen en verbeteren van het klachtenmanagement op zich is een taak voor de ombudsdienst. De nieuwe ombudsvrouw of –man moet de huidige werking van de ombudsdienst doorlichten en binnen de drie maanden na haar of zijn aanstelling een actieplan aan de gemeenteraad voorleggen. Ook de toekomstige samenwerking met het integriteitsbureau maakt daar deel van uit.
Verder investeren in een eigentijdse dienstverlening Moderne organisaties veranderen snel als de omgeving verandert. Ze passen zich voortdurend aan de nieuwe noden aan. • Groen! wil dat de stad verder investeert in efficiënte overheidmanagers. Toch heeft een stad andere doelen als pakweg een autofabriek. Het algemeen belang en de maatschappelijke winst moeten het uitgangpunt blijven. Van de managers verwachten we dat ze op een efficiënte manier werken om een zo groot mogelijke maatschappelijke winst te bereiken. • Groen! wil een nauwere samenwerking tussen stad en OCMW. We willen onderzoeken of sommige diensten niet beter kunnen samensmelten. We denken daarbij aan diensten als aankoop, personeel, financiën, … • Groen! gaat voor een slagkrachtige stad: uitdagende projecten en voortdurende kwaliteitsverbetering van de huidige dienstverlening gaan hand in hand. De strategisch coördinator is eindverantwoordelijke voor het eerste, de stadssecretaris voor het tweede. • Daarnaast wil Groen! meer met enveloppes werken voor de verschillende bedrijven binnen de stad. Op die manier hebben ze extra instrumenten om hun resultaten te bereiken en kan het beleid ze daarop ook beoordelen en ter verantwoording roepen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 57
•
Groen! wil het systeem van mandaatopdrachten uitbreiden naar die sectoren waar creativieit en innovativiteit belangrijk zijn: jeugddienst,emancipatieambtenaar,cultuur,… Daarnaast willen we het opdrachthouderschap invoeren voor specifieke projecten. De topfuncties in de stad willen we beoordelen op het uitvoeren van hun mandaatopdracht. Deze evaluatie gebeurt op regelmatige basis door externen.
Een deskundig en motiverend personeelsbeleid De belangrijkste garantie op een kwalitatieve dienstverlening zijn deskundige en gemotiveerde personeelsleden. Groen! wil de administratie dan ook verder moderniseren. • Een organisatie met bijna 9.000 personeelsleden verdient een eigen HR-manager. Groen! wil de HR-capaciteit in heel de organisatie verhogen. • De volgende jaren gaan een heleboel ambtenaren op welverdiend pensioen. Deze mensen hebben enorm veel ervaring en kennis, die nu dreigt te verdwijnen. Groen! wil dat de stad mentorsystemen uitbouwt, zodat de mensen die uittreden nog jongeren op de werkvloer kunnen opleiden. Samenwerking met het deeltijds onderwijs is hiervoor één van de mogelijkheden. • De besparingen op het personeel hebben hun limiet bereikt: de personeelsbudgetten moeten de reële kost personeelskost volgen, in plaats van een verdoken besparing te vormen. De loonmassa die vrijkomt doordat een aantal mensen op pensioen gaan, kan de stad opnieuw in personeel investeren door opnieuw prioriteiten vast te leggen. • Groen! wil dat het personeelskader van de stad een afspiegeling vormt van de bewoners. De stad Antwerpen heeft een voorbeeldfunctie in het diversiteitsbeleid. • De tijd van de grote massa-examens is voorbij. Groen! wil specifieker recruteren én selecteren op basis van de objectieve competenties nodig voor een bepaalde job. Zo sluiten we geen mensen uit die de job perfect zouden kunnen, maar afhaken op bv. gestandaardiseerde multiple choice examens. • De vakbonden blijven een partner in het uitstippelen van een gezond personeelsbeleid. Het overleg met de vakbonden is een taak van de politiek én van het topmanagement. Groen! wil dat stad en OCMW meer investeren in eigentijdse arbeidsvoorwaarden. • Groen! kiest voor een gezinsvriendelijk personeelsbeleid, dat het zowel voor vrouwen en mannen mogelijk maakt om hun een betaalde baan te combineren met gezin of vrije tijd. Groen! wil weekendwerk en nachtwerk zo veel mogelijk vermijden. Indien het niet anders kan, zoals bijvoorbeeld in delen van de zorg- en de vrijetijdssector, kan dit niet in overuren maar moet dit uitmaken van het gewone uurrooster. • Daarnaast wil Groen! een verlenging van het zogenaamde ringabonnement, namelijk het kosteloos gebruik van het openbaar vervoer voor het stadspersoneel. Groen! wil werk maken van betere arbeidsomstandigheden. • Vele administratieve stadsgebouwen zijn uitgeleefd. Een centraal administratief gebouw voor de 21ste eeuw is gepland in “den bell”. Groen! wil investeren in de ombouw tot een milieu-en mensvriendelijk gebouw. Groen! wil hierbij ook de buurt betrekken. Een vervoersplan voor werknemers en bezoekers in samenwerking met De Lijn is cruciaal om verkeersoverlast te minimaliseren. Groen! kiest voor een sociaal personeelsbeleid. • De stad Antwerpen moet ook een sociale werkgever blijven, die kansen geeft aan mensen die het moeilijker hebben op de arbeidsmarkt om ervaring op te doen. • Groen! wil meer samenwerkingsverbanden met het deeltijds onderwijs opzetten en sociale tewerkstellingsprojecten verder zetten. Deze sociale tewerkstelling staat naast de normale tewerkstelling en mag niet als vervanging ervan dienen. Het is niet altijd gemakkelijk om als Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 58
•
dienst naast het gewone werk ook de begeleiding van een sociaal tewerkgestelde erbij te nemen. Diensten die zich hiervoor inzetten, verdienen dan ook extra beloning. Het waarderingssysteem moet in de eerste plaats een positief instrument blijven tussen leidinggevende en medewerker. Personeelsleden die uitzonderlijk presteren zouden de mogelijkheid tot een versnelde loopbaan kunnen krijgen. Voor werknemers die slecht presteren, moet het waarderingssysteem meer consequenties hebben: voor hen is er geen plaats bij de stad. De bevolking heeft recht op goedwerkende ambtenaren. En alle ambtenaren hebben recht op goede collega’s die zich hard inzetten als zijzelf.
Een transparant financieel •
• •
•
• •
• •
beleid
Groen! is nog steeds vragende partij voor een sterker Vlaams stedenbeleid, dat voldoende middelen ter beschikking stelt voor een duurzame stadsontwikkeling en een aanpak van onaanvaardbare vormen van achterstelling. We willen geen stijging van de fiscale druk. Een herschikking van belastingen kan wel zodat ze een sociaal rechtvaardiger en ecologisch geheel worden. Antwerpen mist vandaag nog instrumenten om de stedelijke financiën transparant te beheren. o Groen! wil een versterking van de bestaande interne auditdienst voor doorlichtingen en projectbegeleidingen. Daarnaast wil Groen! ook budget voor externe audits voorzien. o Groen! wil een degelijk bemande Inspectie Financiën voor het controleren van de wettelijkheid, de effectiviteit en de efficiëntie van de uitgaven, en het controleren kwaliteit en betrouwbaarheid van de boekhouding en de financiële staten. Groen! wil duidelijke beheersovereenkomsten met: o autonome gemeentebedrijven (het Havenbedrijf, het vastgoedbedrijf VESPA, het parkeerbedrijf GAPA, ANN voor de ontwikkeling van Antwerpen-Noord, …) o vzw’s die belangrijke subsidies ontvangen van de stad (bv. Het PALEIS, Toneelhuis, Vlaamse Opera,…) o én een goede opvolging van deze beheersovereenkomsten door halfjaarlijkse inhoudelijke rapportering aan de gemeenteraad. De haven moet opnieuw meer voor de stad betekenen, ook financieel. Zeker nu de pensioenlast is weggevallen is een minimalistisch vast dividend van de haven aan de stad onvoldoende. Ter vergelijking: Rotterdam kreeg vorig jaar 72 miljoen euro uitgekeerd van het Havenbedrijf. De stad heeft financieel zeer belangrijke participaties in intercommunales en via de intercommunales in (al dan niet publieke) bedrijven (Dexia, Electrabel, Suez, Eandis, Distrigaz, Telenet, …). Vandaag volgt het College amper deze participaties. Mandatarissen worden afgevaardigd zonder duidelijk mandaat van het stadsbestuur en zonder reële ondersteuning. Groen! wil dat de stad werk maakt van een strategische cel die het beheer opvolgt en die de mandatarissen in de intercommunales daadwerkelijk ondersteunt. Groen! wil nauwer toezicht op prijs van aanbestede werken en aankopen. Groen! wil misbruiken op dat gebied structureel tegengaan en voorkomen. Dat kan door de invoering van een stedelijke Rekenmeester of door de uitbreiding van de taken van het integriteitsbureau. Groen! wil een audit voor de inning van facturen en belastingen (huur, prestaties, …) door stads- en OCMW-diensten en autonome bedrijven, zonder sociale omstandigheden uit het oog te verliezen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 59
Een stad op maat van kinderen
en jongeren
It takes a city to raise a child Het jeugdbeleid verdient een
nieuwe sprong voorwaarts
Het Antwerps jeugdbeleid ging er tussen 1995 en 2000 met sprongen op vooruit. Onder de groene schepenen nam de stad jongeren en kinderen eindelijk serieus: het jeugdbudget groeide flink, de districten brachten het jeugdbeleid dichter bij de straat en de ondersteuning van jeugdverenigingen verbeterde. Groen! is trots dat er ruimte kwam voor jeugdsport en dat het jeugdwerk voor achtergestelde groepen vorm krijgt. De jeugdparagraaf legde de eerste steen voor een integraal jeugdbeleid. Antwerpen was voortrekker om straten in de zomer tot speelstraten om te toveren. Helaas is dit vernieuwende jeugdbeleid de laatste jaren wat stilgevallen. Zo zijn de meeste jeugdcentra die deze legislatuur openden nog vorige legislatuur beslist. Kinderen en jongeren verdienen een nieuwe stap voorwaarts in het jeugdbeleid. Groen! wil samen met de districten, met de jeugdraden, met de jongerenorganisaties en vooral met de jongeren werk maken van een stad op maat van kinderen en jongeren. Een stad waar kinderen zich thuis voelen, is immers een stad waar alle bewoners op een ontspannen manier kunnen samenleven. Het jeugdbeleid moet de volgende legislatuur dan ook opnieuw tot één van de prioriteiten van het stadsbestuur uitgroeien: een verdubbeling van het jeugdbudget van de stad en van de districten is nodig om in iedere wijk initiatieven te kunnen nemen. De schepen voor jeugd moet al de facetten van het jeugdbeleid coördineren: niet alleen jeugdwerkbeleid, maar ook jeugdwelzijnsbeleid en preventiebeleid.
Kinderen en jongeren hebben nood aan
ruimte, letterlijk en figuurlijk.
Wanneer drie jongeren samen over straat lopen, spreken sommigen al van een jeugdbende. Groen! kiest resoluut voor een positiever beeld van kinderen en jongeren in de stad. Jongeren verdienen het niet dat men ze associeert met de excessen van een kleine groep. We willen ruimte voor kinderen en jongeren in al hun diversiteit, letterlijk én figuurlijk. Groen! kiest dan ook voor echte jeugdparticipatie, waarbinnen de stedelijke jeugdraden een belangrijke taak hebben. Een debat over de verbreding van de jeugdraden is nodig. Zo zou men ze in de toekomst niet alleen kunnen samenstellen op basis van een vaste vertegenwoordiging uit de lokale jeugdverenigingen, maar deels ook via verkiezingen in elke school van het district. Dat zijn twee vliegen in één klap: het verhoogt de maatschappelijke betrokkenheid van scholen en leerlingen én geeft een luidere stem aan de behoeften van Antwerpse jongeren. De stad moet investeren in communicatie en participatie met al zijn burgers, dus zeker met zijn jonge burgers. De jeugdraden zijn ook een essentiële schakel. Groen! wil dat de stad kinderen en jongeren blijft bevragen via jeugdpeilingen. Groen! wil de jeugdparagraaf die inspraak van kinderen en jongeren verplicht maakt voor het openbare domein en voor openbare gebouwen, uitbreiden naar andere gebieden, bijvoorbeeld de verkeerssituatie in schoolomgevingen. Kinderen en jongeren hebben ook recht om op hun eigen manier te communiceren. Ieder kind moet toegang krijgen tot de digitale informatiemiddelen, ondermeer via cybercafés en cyberhoeken in bibliotheken. Binnen elk district moeten er voldoende aanplakborden zijn waar jongeren kunnen afficheren.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 60
De Antwerpse jeugdverenigingen, jeugdhuizen en jeugdbewegingen zijn cruciaal in het lokale jeugdbeleid en verdienen voor Groen! extra steun. Dat geldt ook voor KIDS, de jeugdwerking voor minder kansrijke kinderen. Groen! wil hun werking fors ondersteunen en uitbreiden, maar tegelijk meer duidelijke afspraken maken met de stad. Groen! wil dat het nog steeds nijpende gebrek aan repetitielokalen en experimentele ruimten in de stad tijdens de volgende legislatuur prioritair wordt aangepakt. Het NICC-project, waarbij kunstenaars leegstaande panden kunnen gebruiken als atelier, kan uitgebreid worden om tegemoet te komen aan dit gebrek. Een volwaardig aanbod van fuifzalen in elk Antwerps district is een must. Er zijn immers nog steeds te weinig ruimtes waar jongeren fuiven kunnen organiseren zonder commercieel oogmerk. Waarom kan men bijvoorbeeld geen fuif organiseren in de ongebruikte premetrogangen of stations, zoals in Brussel? Op stedelijk niveau moet een fuifloket alle informatie bundelen en jongeren ondersteunen bij alle aanvragen en vergunningen. Groen! wil dat verschillende Antwerpse cultuurhuizen gedurende enkele dagen per jaar hun infrastructuur ter beschikking stellen aan jongeren(organisaties). Jongeren maken onder andere na het fuiven veel gebruik van het openbaar vervoer. Ze hebben recht op mobiliteit die aan hun behoeften is aangepast: meer en goedkopere nachtbussen horen daar zeker bij! De stad moet ten slotte met de verschillende onderwijsnetten een vrijetijdscharter afsluiten: dit charter bevat intentieverklaringen over het gebruik van de vrije tijd binnen en buiten de schooluren. Vandaag koloniseert het onderwijs een stuk van de vrije tijd. Eenvoudige maatregelen zoals de beperking of zelfs afschaffing van het huiswerk in het stedelijke basisonderwijs hebben een belangrijke symboolwaarde.
Kinderen moeten kunnen spelen, altijd en overal Kinderen willen heel het leven spelen, als je het hen vraagt. Gelukkig maar. Bovendien is de rol van het (buiten) spelen in de ontwikkeling van kinderen onschatbaar. Toch staat een kwalitatief speelruimtebeleid vandaag nog te veel op gespannen voet met andere functies. Recent onderzoek wees uit dat Antwerpse kinderen en jongeren, ongeacht hun leeftijd, afkomst en woonsituatie, dezelfde prioriteiten voor een stedelijk jeugdbeleid aanduiden. In de eerste plaats gaat het om mobiliteit: jongeren willen zich veilig, gemakkelijk en goedkoop kunnen verplaatsen. In de tweede plaats willen jongeren ruimte om te spelen, elkaar te ontmoeten en te sporten. Bovendien moeten heel wat stadskinderen noodgedwongen binnen spelen, terwijl zij dat liever buiten zouden doen. Groen! wil dat alle kinderen in hun woonbuurt over genoeg speelruimte beschikken. Dat is voor ons een grondrecht in een kindvriendelijke stad. Daar moeten waar nodig auto’s desnoods een stukje voor wijken. Vandaag sluiten de meeste scholen hun speelplaatsen na schooltijd af, om ze schoon en veilig te houden. Nochtans horen schoolpleinen na het belsignaal geen levensloze eilandjes te worden in woonbuurten. Mits slimme oplossingen is het mogelijk ze open te stellen voor de kinderen uit de buurt. Waarom zouden speelplaatsen en nader schoolinfrastructuur tijdens schoolvakanties immers leeg blijven? Groen! wil daarvoor open-school-overeenkomsten afsluiten waarbij de stad de verantwoordelijkheid voor eventuele kosten draagt. Dit is immers nog steeds veel goedkoper dan nieuwe infrastructuur te moeten bouwen. De druk op de openbare ruimte mag er niet toe leiden dat men kinderen uit het stadscentrum tot “over de ring” wegpest en ze zo hun onafhankelijke mobiliteit verliezen. Zeker in kansarme buurten waar kinderen beperkter zijn in hun mobiliteit is voldoende speelruimte noodzakelijk. De hoge Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 61
bebouwingsdichtheid en kleine woningen in deze buurten maakt de noodzaak enkel groter. Meer pleintjes verdienen een ravotkot, waar kinderen speelmateriaal kunnen uitlenen. Groen! wil in alle districten voldoende stadsjungles aanleggen: natuurspeelplaatsen waar kinderen kunnen ravotten, klauteren en hutten bouwen. Een hoop zand wordt binnen de kortste keren een kasteel, een berg stenen een spectaculaire dam. Stadskinderen brengen tijdens het spelen minder dan 20 procent van hun tijd op een speelplein door. Dat betekent dat een stedelijk jeugdbeleid ook voldoende aandacht moet besteden aan de informele speelruimte die kinderen gebruiken: straten, grasveldjes, “verloren” hoekjes, straatmeubilair... Groen! wil dat Antwerpen kiest voor de brede bespeelbaarheid van haar openbare ruimte. Méér speelstraten kunnen, niet enkel een paar weken in de vakanties maar ook op woensdagnamiddag en tijdens de weekends, ruimte creëren voor joelende kinderen. Groen! wil ten slotte een verdere uitbouw van kinderopvang en buitenschoolse kinderopvang, door de uitbouw van een keten van speelhuizen. Voor vele ouders is het maatschappelijk leven zo ingewikkeld geworden dat een goede opvang noodzakelijk is, niet in het minst in vakantieperiodes. Deze maatschappelijke nood weegt nog zwaarder bij éénoudergezinnen. Kinderen hebben een plaats nodig waar zij ongestoord kunnen spelen. Deze speelketen worden een kwalitatief hoogwaardige vorm van flexibele kinderopvang. Ze kunnen bovendien voorzieningen als speelotheken herbergen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 62
Antwerpen als
sportieve stad in beweging
De vernieuwing in het sportbeleid verder zetten Onder impuls van Groen!-schepen Chantal Pauwels is in de voorbije bestuursperiode de stad Antwerpen uitgegroeid tot een heuse sportstad. En daar zijn redenen genoeg voor. Sport is gezond, sport is leuk om zelf te doen of om naar te kijken, sport bindt mensen aan elkaar. Sport geeft onze stad ook de nodige uitstraling en laat de economie draaien. De afgelopen jaren heeft Antwerpen daarom fel ingezet op het invullen van de basisvoorwaarden om sport voor de Antwerpenaar mogelijk te maken. De vele sportieve projecten en het aandeel van sport in de stadsbegroting maken duidelijk dat er sport zit in A. Groen! wil deze positieve sportdynamiek de komende zes jaar verder ondersteunen. Uit studies blijkt dat gemiddeld 46 % van de Vlaamse bevolking aan sport doet. Wie dat niet doet willen we kennis laten maken met sport en verleiden om regelmatig te sporten. Meer Antwerpenaren betekent ook een grotere diversiteit aan inwoners kennis laten maken met sport. Senioren, gehandicapten, vrouwen of meer kwetsbare groepen vinden nog steeds moeilijk aansluiting bij sport. Groen! wil gerichte acties om de drempels voor deze groepen te verlagen.
Ruimte voor sport vraagt een duurzame
infrastructuur
Infrastructuur is één van de basisvoorwaarden om aan sport te kunnen doen. De stad heeft de voorbije jaren enorm geïnvesteerd in de renovatie en het verbeteren van het comfort en de veiligheid ervan. In de renovatie van de zwembaden is deze legislatuur ruim 40 miljoen euro geïnvesteerd. Dat is zichtbaar. • De zwembaden Ieperman, Park van Merksem, Wezenberg, Groenenhoek, Arena en Plantin Moretus zijn volledig gerenoveerd en conform aan de milieuwetgeving (Vlarem). • In 2006 start de bouw van het nieuwe zwembad de Schinde naast het bestaande. • In 2006 en 2007 wordt er hard gewerkt in het geklasseerde zwembad Veldstraat. Dit bad wordt niet alleen gerestaureerd en gerenoveerd, maar krijgt ook een stoombadencomplex. • Het openluchtzwembad Boekenberg wordt een zwemvijver, die beter past binnen het natuurlijke parklandschap. • Op de sportsite Ruggeveld Deurne plannen we een dynamische combinatie van een overdekte skipiste, een overdekte ijsbaan, een sporthal, een skateterrein, een overdekte – en een openluchtzwembad. Dit gebeurt met respect voor de reeds daar gevestigde sportclubs. De stad heeft de afgelopen jaren, na het enorme succes van de Perrierhal, ook fel ingezet op de realisatie van sportloodsen in Antwerpen Noord, Borgerhout en Merksem Dokske. Sportloodsen zijn polyvalente basic sportruimtes, voornamelijk voor buurtsport. Op de parking van het Olympisch Stadion op het Kiel is openlucht buurtsportruimte voorzien. In combinatie met Nova moet er een nieuwe buurtsportloods komen op het Kiel. Bij de ontwikkelingen in Park-Noord realiseren we - samen met Hogeschool Antwerpen - naast de WDT-loodsen een buursporthal en een nieuwe sporthal. Dit vormt een alternatief voor de bestaande Perrierhal, die verdwijnt om ruimte te maken voor voetbal- en spelterreinen. Er wordt ook bijkomende infrastructuur voor sport gerealiseerd. Uit het sportbehoeftenonderzoek blijkt immers dat Antwerpen een tekort heeft aan sportoppervlakte in vergelijking met de BLOSOnormen. Zo starten in 2006 de werken voor een nieuwe sporthal in Zandvliet. Samen met de provincie wordt in september 2006 een nieuwe wielerpiste ingehuldigd.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 63
Sport moet ook een belangrijke plaats krijgen in nieuwe stedelijke ontwikkelingen, zoals in het Kielpark, op de Ruggeveld-site of op de Prestibel-site aan het Galgenweel. Ook in het nieuwe park Spoor Noord speelt sport een belangrijke rol. Naast veel openluchtsportruimte in het park moet de oude herstelloods een nieuwe sporthal worden waarin zowel buurtsport als de Karel de Grote Hogeschool een stek vinden. In de stad zijn er ook tal van ondernemingen die actief zijn rond bewegen, sport en conditie. Vanuit het stadsbestuur bouwen we samenwerkingsverbanden op om deze centra meer open te stellen voor bepaalde doelgroepen (senioren, allochtonen,…). Groen! wil ook afspraken om discriminatie te voorkomen.
Clubs en verenigingen als sportieve partners koesteren en steunen De stad is niet de enige speler op het sportieve veld! Meer dan 700 clubs, jeugd -en buurtverenigingen zorgen voor een zeer breed sportief aanbod op verschillende plaatsen binnen de stad. Deze sportieve partners willen we koesteren en steunen. Dat doen we niet alleen door het ter beschikking stellen van sportinfrastructuur, we geven ook subsidies om bepaalde aspecten van hun werking te ondersteunen. De stedelijke sportraad is de spreekbuis van de verschillende actoren in de sportwereld in Antwerpen. Zij adviseren de stad op een zeer actieve en dynamische manier over de invulling van haar beleid, signaleren noden en verzuchtingen uit het veld.
Stimuleren tot sport De stad heeft een belangrijke rol om zoveel mogelijk burgers aan te zetten tot sport. Dit kan door informatie over sport via de website, folders en de Antwerpenaar. Het kan ook via laagdrempelige sportprogramma’s zoals Sport Overdag, de Bewegingsscholen, de Sportkampen en vele andere. Specifieke doelgroepen krijgen een uitgebreid aanbod, zoals de Seniorenacademie en Handikid. De stad moet blijven kiezen voor de organisatie van een aantal themaweken rond laagdrempelige sporten zoals fietsen, lopen, dansen, zwemmen en basket. In wijken zoals Antwerpen-Noord, Merskem Dokske, Oud-Borgerhout en de Zuidrand (Kiel en Hoboken) is de cel buurtsport actief. Zij willen meer mensen laten sporten die op eigen kracht weinig of niet aan sporten toekomen. Op districtsniveau wil Groen! ruimte voor extra initiatieven. We denken hierbij ondermeer aan organisatie van lokale sportevenementen, stimulering van bepaalde doelgroepen of een aanvullend subsidiëringsbeleid.
Een stad vol (top)sportevenementen De stad voert ook een actief evenementenbeleid, denk maar aan de 10 miles, Antwerpen Fietst en vele andere. Deze eenmalige sportinitiatieven trekken veel kijklustigen. Velen vinden het ook leuk om in een grote groep de stad op een actieve manier te kunnen verkennen. Daarnaast wilt de stad Antwerpen zich ook als sportstad profileren via steun aan topsportevenementen zoals de Scheldeprijs (wielrennen) en de Proximus Diamond Games (tennis). Daarnaast proberen we grote topsportevenementen naar de stad Antwerpen te halen. Voor 2006 was dit ondermeer het Belgisch Kampioenschap wielrennen op de weg, de Special Olympics en de Marc Herremans Classic. De stad Antwerpen besteedt veel aandacht aan topsportondersteuning. In 2004 werd er een Topsportfonds opgericht dat jaarlijks 1 miljoen euro ter beschikking stelt van topsportprojecten van de Antwerpse topsportclubs. De aandacht hierbij gaat voornamelijk uit naar het stimuleren van professionalisering, jeugdwerking en jeugddoorstroming. Sluitstuk van dit topsportbeleid is de realisatie van twee topsporthallen voor de zaalbalsporten, met een capaciteit van 5.000 zitjes naast het Sportpaleis en aan het Slachthuis met een capaciteit van 1.500 plaatsen.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 64
Grijs voor
A: niet voor maar met ouderen
Groen! kiest voor levenskwaliteit, een leven lang Meer mensen leven vandaag langer. Gelukkig! Die vergrijzing vraagt van stad en OCMW een actiever ouderenbeleid in overleg met ouderen. Groen! kiest voor een ouderenbeleid dat inspeelt op de kracht en dynamiek van ouderen. 95% van de ouderen zijn nog gezond, fit, zelfstandig en zelfredzaam. Ze leveren een grote bijdrage aan onze maatschappij. Hun betrokkenheid bij de buurt en bij het bestuur moet ruimte krijgen, van inspraak over activiteiten tot ondersteuning van vrijwilligerswerk en mantelzorg. Groen! wil de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de ouderen zolang mogelijk behouden en bevorderen. Daarnaast moet er ook voldoende aandacht zijn voor de veroudering binnen de veroudering, voor kwetsbare groepen zoals de niet meer zo mobiele ouderen en zorgbehoevenden.
Participatie staat centraal: niet over maar met ouderen •
• •
•
•
Ouderenbeleid is niet louter een vakje apart: beleidsmaatregelen die goed zijn voor ouderen, komen iedereen ten goede. Dat bredere ouderenbeleid wordt in een Ouderenbeleidsplan uitgewerkt, zoals voorgesteld door de ouderenorganisaties die samenwerken in de (op initiatief van Groen!) opgerichte Vlaamse Ouderenraad. Seniorenbeleid wordt niet “over” senioren gevoerd, maar “met” senioren. Groen! wil senioren volwaardige inspraak garanderen in alle beleidsdomeinen. Maatschappelijke participatie en inspraak houdt het recht in op volwaardige betrokkenheid bij alle beslissingen binnen eigen leefomgeving en leefgewoonten. De lokale ouderenadviesraad bepaalt als bevoorrechte gesprekspartner mee de prioriteiten van het stedelijke ouderenbeleid. Groen! wil de Antwerpse ouderenraad omvormen van een adviesraad naar een echt inspraakorgaan. Gevraagde adviezen en adviezen uitgebracht op eigen initiatief zullen binnen een periode van maximum twee maanden een gemotiveerd antwoord krijgen. Vooral voor senioren is het belangrijk dat het beleid vorm krijgt dicht bij de deur. Daarom pleit Groen! voor meer bevoegdheid en middelen voor de districten op het vlak van ouderenbeleid. De seniorenraden van de districten moeten naar analogie met de Antwerpse ouderenraad inspraak krijgen in het ouderenbeleid van de districten. Groen! wil ook naar een andere samenstelling van de ouderenraden. Leden van die raden moeten zich zelf kandidaat stellen, al dan niet gesteund door een vereniging. Groen! wil streven naar een gendergelijkheid en een goede verdeling tussen de verschillende generaties ouderen.
Zorg op maat: het OCMW als cruciale partner Een minderheid van de ouderenbevolking (ca. 17%) is zorgbehoevend. Stad en OCMW kiezen voor een beleid dat zorg in de eigen woning zo lang mogelijk garandeert. • Voor de anderen moeten RVT’s betaalbaar zijn met het eigen inkomen. Tot de hogere overheid het wettelijke kader creëert, kan het OCMW afzien van de terugvordering van niet-betaalbare kosten bij de kinderen (de zgn. onderhoudsplicht). • Groen! wil het aanbod van de dienstencentra meer bekendheid geven en hun diensten opentrekken naar andere leeftijdsgroepen. Dat bevordert intergenerationeel samenleven. Wij vragen aangepaste maatregelen voor diervriendelijke rusthuizen en dienstencentra. • In rusthuizen is bijzondere aandacht voor de vestimentaire en eetgewoonten van bewoners met een eigen culturele of religieuze achtergrond. • In elk ziekenhuis zal de stad een loket voorzien waar iedereen vóór opname informatie en bestek kan krijgen over de te verwachten kosten.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 65
• • •
•
Om vereenzaming tegen te gaan en zorgbehoeften op te sporen, wil Groen! vanuit het ocmw minstens eenmaal per jaar een huis-aan-huisbezoek aan alle alleenwonende ouderen boven de 80 jaar. Het pilootproject van het ouderenloket in het district Wilrijk wil Groen! in de nieuwe legislatuur uitbreiden naar alle districten. Het Sociaal Huis komt tegemoet aan de nood aan een laagdrempelige, doorzichtige, toegankelijke, betaalbare sociale dienstverlening. Stad en OCMW maken met alle betrokken organisaties afspraken in een lokaal sociaal beleidsplan om te komen tot een voldoende aanbod aan thuishulp (huishoudhulp, warme maaltijden, verzorging, …) in samenwerking met al wie op dit terrein actie is. Tegelijk ondersteunt de stad ook familiale of buurtgebonden zorgnetwerken.
Comfortabel blijven wonen, in eigen huis of in aangepaste woonvormen Levenslang wonen moet in Antwerpen meer worden dan een goedbekkend woord. • Voor de personen die hun woning moeten aanpassen aan een nieuwe levensfase wil Groen! een doordachte ondersteuningspolitiek uitwerken. • Aanvullend aan de bestaande initiatieven van ouderenzorg willen Groen! experimenteren met nieuwe initiatieven binnen de reeds bestaande ouderenzorg. Naast een voldoende aanbod van goede en betaalbare bejaardenhuizen en serviceflats wil Groen! een breder aanbod van vernieuwende woonvormen voor ouderen. • We denken hier aan kangoeroewoningen, waarbij een jong gezin boven of onder een oudere woont. Zorgwoonwijken bieden ruimte voor zelfstandig wonen mét ondersteuning. De stad ondersteunt ouderen bij aanpassingen aan hun woning die hen toelaten om zolang mogelijk zelfstandig in de vertrouwde omgeving te blijven. Zo wordt levenslang wonen mogelijk. • Mantelzorgers vragen om goede omkadering en ondersteuning. Dat kan ondermeer door o Een ouderen-equivalent van onthaalouders, die ouderen op regelmatige basis opvangen zodat de vaste mantelzorgers tijd vrij hebben voor boodschappen, een avond alleen, ... o Ook mantelzorgers hebben recht op vakantie. Vakantie-opvang moet dit mogelijk maken: een vrijwilliger komt enkele dagen op voorhand al meedraaien met het gezin, zodat eens het gezin op vakantie vertrekt, de zorg voor de oudere verzekerd is. o Het uitbreiden van nachtopvang. Al te vaak betekent opvang dagopvang. Groen! pleit ervoor dat zorgbehoevende ouderen overdag in hun eigen omgeving en hun eigen sociaal netwerk kunnen vertoeven en ’s nachts ofwel een inslapende vrijwilliger als gezelschap krijgen, ofwel terecht kunnen in een kortverblijf.
Mobiliteit voor ouderen Ouderen moeten mobiel kunnen blijven om hun sociaal netwerk te blijven onderhouden en hun sociale betrokkenheid te kunnen blijven uitoefenen. • Groen! wil straten, pleinen en openbare vervoer op maat van ouderen: voldoende brede en comfortabele voetpaden, kruispunten die veilig over te steken zijn, banken om te rusten, trams en bussen met lage drempels,… • Verkeerslichten moeten ook ouderen voldoende tijd bieden om veilig over te raken. Groen! wil meer ‘rateltikkers’ invoeren voor slechtzienden. • Groen! wil eindelijk 100% toegankelijkheid van alle openbare gebouwen en opstapplaatsen van het openbaar vervoer. Wij willen meer openbaar vervoer, ook op latere uren, en vooral van en naar culturele evenementen. Stopplaatsen van het openbaar vervoer moeten voorzien worden op maximum 50 meter afstand van rusthuizen, ziekenhuizen en dienstencentra. • Wij vragen per 500 inwoners een rustbank op straat of plein. • Ten slotte is er grote behoefte aan meer en goed verspreide openbare toiletten.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 66
Gezond ouder worden Ouderen hebben recht op een gezonde leefomgeving. Onze lucht moet schoner, zowel buiten als binnen. De gezondheid van iedereen, maar vooral van de meest kwetsbaren als ouderen en kinderen hangt er van af. Groen! wil het netwerk van meetpunten uitbouwen. Zeker voor de binnenlucht behoren ouderen tot de meeste kwetsbare groep. Groen! wil (de kans tot) screening van privé maar vooral van stedelijke en OCMW-gebouwen, waaronder bejaardenflats en sociale huurwoningen naar luchtkwaliteit. Inspirerend is het Brussels model van ‘groene ambulances’ die de luchtkwaliteit in gebouwen onderzoeken.
Veilig ouder worden Vele ouderen vragen meer veiligheid. Daar wil Groen! mee in investeren (zie het baparte hoofdstuk rond veiligheid). Tegelijkertijd is er grote nood aan veel meer middelen voor slachtofferhulp. De wijkagent moet een grotere rol spelen in de toeleiding van slachtoffers, die nu te veel op eigen weten en initiatief zijn aangewezen. Daarnaast zijn vele ouderen vragende partij voor een meer herkenbare en aanspreekbare wijkagent als spil in de wijk.
Oud worden in het digitale tijdperk: levenslang mogen leren Levenslang leren is een recht. Ouderen moeten toegang blijven hebben tot vormen van opleiding en ontspanning, zoals deelname aan het deeltijds kunstonderwijs. • Cruciaal is dat ouderen toegang krijgen tot de moderne vormen van communicatie. Een voldoende aanbod van initiatie- en opvolgingscursussen moeten ouderen op het digitale spoor zetten. Groen! wil investeren in digitale wijken, met gerichte vorming inzake computergebruik voor senioren die dit wensen. • De elektronische publicaties van de stad, in het bijzonder op de centrale website, moeten een makkelijk te bedienen functie hebben om het lettertype te vergroten. • Maar ook de traditionele informatiekanalen moeten zeker voor ouderen beschikbaar blijven.
Diversiteit nu ook in het ouderenbeleid Ook binnen de groep van ouderen verdient diversiteit aandacht (allochtonen, mensen met een handicap, holebi's,…). Zo is de opvang door familie ook bij allochtone ouderen minder vanzelfsprekend geworden door de gewijzigde levenssituatie van de kinderen. • Om te zorgen dat ook allochtone ouderen op alle vlakken van een waardevolle oude dag kunnen genieten, zijn specifieke inspanningen en extra informatie noodzakelijk. In de zorgsector (b.v. rusthuizen) moet men rekening houden met hun specifieke cultuur. • Groen! vraagt een ‘ouderenloket’ in het Atlasgebouw, waar men ouderen van vreemde afkomst informeert en toeleidt naar de specifieke diensten in de stad voor hen. • Groen! wil alle seniorenverenigingen aanzetten om met leden hun tijd en talent ter beschikking te stellen om nieuwkomers warm te onthalen en hen te begeleiden in hun nieuwe leefwereld.
Een schat aan ervaring en engagement, ook voor het vrijwilligerswerk Vele ouderen nemen nog verantwoordelijkheden op. Groen! wil solidariteit stimuleren van ouderen met elkaar en met de anderen. Binnen hun mogelijkheden nemen fitte senioren een deel van de zorg voor zorgbehoevenden op zich en ook de zorg voor de eigen (klein)kinderen en voor die van anderen. Ook voor het verenigingsleven bieden ouderen een schat aan ervaring en engagement. Mensen hebben mensen nodig! Daarom stelt de stad in verschillende buurten ruimte ter beschikking voor ontmoeting, een babbel, nuttige informatie, … Vrijwilligers serveren er een drankje. Zo’n ruimtes zijn vitaminen tegen de toenemende vereenzaming en kwetsbaarheid.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 67
Een
toegankelijke stad.
Naar een inclusief beleid voor personen met een handicap Reeds in 1999 ondertekende het stadsbestuur de verklaring van Barcelona, (The City and the Disabled), waarmee ze zich engageerde tot een alomvattend beleid ten aanzien van personen met een handicap. De voorbije periode zijn beperkte stappen gezet om dit waar te maken. Onder sterke druk van Groen!-raadslid Johan Bijttebier kwam er een beleidsplan, voerde de stad acties om parkeerplaatsen voor personen met een handicap zichtbaarder te maken en ze vrij te houden van foutparkeerders. Verschillende gebouwen werden toegankelijker en er kwam een adviesraad • Groen! wil een inclusief beleid voeren voor personen met een handicap. Dat wil zeggen dat de algemene voorzieningen toegankelijk moeten zijn voor en gebruikt kunnen worden door personen met een handicap. Het inclusief beleid moet dus gevoerd worden in de domeinen: onderwijs, huisvesting, tewerkstelling, cultuur, vrije tijd, sport , openbaar vervoer … Daarnaast willen we specifieke voorzieningen creëren waar de algemene voorzieningen ontoereikend zijn. • Groen! wil dat de stad beter weet hoeveel mensen met een handicap in onze stad leven. De cijfers van het Vlaams Agentschap (Vlaams Fonds) zijn schattingen. Met de toenemende vergrijzing is extra aandacht nodig voor toegankelijkheid. De meeste senioren zijn gelukkig nog gezond en mobiel. Maar met de leeftijd daalt de mobiliteit. Deze minder mobiele senioren komen niet meer voor in de statistieken van personen met een handicap omdat men niet meer bij het Vlaams Agentschap terecht kan na 65 jaar. Op basis van correcte cijfers kan een planning gemaakt worden voor bijvoorbeeld huisvesting en onderwijs. • Een inclusief beleid vereist vorming voor alle medewerkers van de stad. Iedereen die werkt aan de uitvoering van het stadsbeleid moet weten waarover het gaat: van de man achter het loket tot de politieagente, van de architecte van stadsgebouwen tot de bode van het stadhuis. • Groen! wil een integrale toegankelijkheid van alle (stads)gebouwen. Dat is niet alleen van belang voor rolstoelgebruikers, maar ook voor leveranciers met wagentjes, voor postbodes, voor ouders met kinderwagens, voor hulpdiensten voor senioren die minder mobiel zijn,voor doven, blinden en mensen met een zwakke handfunctie. Als het toegankelijk is voor rolstoelgebruikers dan is het meestal voor iedereen toegankelijk. • Toegankelijkheid houdt niet alleen de fysische toegankelijk in, het behelst ook de mentale toegankelijkheid. Kunnen personen met een verstandelijke handicap of een lage taalontwikkeling alle informatie en bewegwijzering begrijpen? Toegankelijkheid van gebouwen moet meer zijn dan een sporadische bekommernis. Groen! wil elk plan, tekening en ontwerp van gebouwen voorafgaandelijk laten screenen door de toegankelijkheidsambtenaar. • Groen! wil dat De Lijn verder investeert in toegankelijk openbaar vervoer: trams en bussen met lage drempels, verhoogde opstapplaatsen waar nodig, belbussen, … Toch is openbaar vervoer niet voor alle personen met een handicap een oplossing. Daarom wil Groen! het systeem van de taxicheques uitbreiden en verfijnen. • Groen! wil meer aandacht voor kinderen met een handicap in het onderwijs. Maatwerk is hier essentieël. Sommige kinderen zijn beter af in het buitengewoon onderwijs. Voor andere kinderen moeten ouders heel bewust kunnen kiezen voor een gewone school. Groen! wil dat ouders een evenwaardige keuze hebben tussen een school buitengewoon onderwijs of een gewone school. Dat vereist voldoende (Vlaamse en stedelijke) middelen om dit waar te maken. • We vragen meer inspanningen in tewerkstellingsbeleid voor personen met een arbeidshandicap. Stad, OCMW en stedelijke bedrijven en vzw’s hebben een voorbeeldfunctie. De stedelijke diensten leven het verplichte wettelijke quotum voor personen met een handicap na. Om dit te bereiken wordt een stedelijk actieplan met een minimale aanwerving van 2 % opgesteld (de zogenaamde lichte dienst wordt niet meegerekend). Groen! wil ook aandacht voor specifieke wervingskanalen en een efficiënte sollicitantendatabank om personen met een arbeidshandicap te bereiken. Aangepaste selectietesten moeten uitsluiting van personen met een Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 68
•
•
handicap tegengaan voor functies die ze aankunnen. Groen! wil voorrang voor kansengroepen bij gelijke geschiktheid. Duidelijke monitoring en streefcijfers moeten het stedelijk diversiteitsbeleid hard maken ten aanzien van personen met een handicap. Groen! wil extra inspanningen voor huisvesting voor personen met een handicap. Een rapport van het ROG wijst op een tekort aan opvangplaatsen voor personen met een handicap in de Antwerpse agglomeratie. De lijdensweg van initiatiefnemers voor de bouw van een instelling kan beginnen is haast eindeloos. Nieuwbouwprojecten in de sociale huisvesting bevatten een toegankelijkheidsdossier in elk project, zodat sociale woningen levenslang toegankelijk blijven. Om dit inclusief beleid door te voeren zal Antwerpen een radicaal nieuw beleid moeten voeren. Geen woorden maar daden. De adviesraad kan pas efficiënt vergaderen indien een startbudget wordt ingeschreven voor tolken, administratieve ondersteuning en verplaatsingskosten. Voor een doorgedreven toegankelijkheidsbeleid wil Groen! een betere administratieve omkadering en voldoende financiële middelen in de volgende meerjarenbegroting.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 69
Cultuur, of hoe stadslucht vrij kan maken Kiezen voor een stad die zich laat verleiden door reuzen en olifanten Een moderne en progressieve stad ademt een sterk cultureel klimaat. Zowel Antwerpenaren als bezoekers van onze stad waarderen het rijke culturele aanbod in Antwerpen, met spek voor ieders bek. De voorbije jaren werkte het stadsbestuur mee aan een structurele vernieuwing van het culturele veld. De culturele sector zelf deed het meeste werk, zoals dat hoort. De stad bood hierbij een kader en middelen. Groen! wil de stadscultuur en de cultuur in de stad verder versterken, met duidelijke klemtonen, en in debat en dialoog met de sector en alle betrokkenen.
Machtige musea missen (soms nog) mensen De voorbije jaren maakte men werk van een herkenbare huisstijl van de musea in Antwerpen. Toch blijft de drempel nog vaak te hoog. Niet alle musea slagen er in om beduidend meer Antwerpenaren tot een bezoekje te verleiden of om nieuwe doelgroepen aan te trekken. Groen! wil daarom in de volgende legislatuur nieuwe cultuurformules stimuleren: van late openingen tot thema-avonden, van activiteiten buiten de muren tot samenwerkingsverbanden, … Het nieuwe Museum aan de Stroom moet hierin een voortrekkersrol nemen. Niet alleen door de manier waarop men er het verleden en heden van onze stad er op een hedendaagse en aantrekkelijke manier in beeld brengt. Maar ook door actief banden te slaan met andere musea, hun collecties, hun tentoonstellingen en zelfs hun werkingen. Voor Groen! mag het MAS tot een ambassadeur uitgroeien voor alle andere plekken waar tentoonstellingen doorgaan. Het gaat ten slotte om een museum waar de stad Antwerpen zich presenteert. Het MAS kan op die manier het museale vlaggenschip van een hele vloot worden...
De stad als atelier en ateliers in de stad Kunst moet kunnen groeien. Dat vereist ruimte. Stilaan komt een atelierbeleid op gang. Groen! wil het atelierbeleid actief uitbreiden. Dat kan ondermeer door het tijdelijk beschikbaar stellen van lege gemeentelijke panden en bedrijf- en winkelruimte als werkplaatsen, oefenruimtes en ateliers voor alle kunstdisciplines. De kunstenaar krijgt een betaalbare ruimte, de buurt krijgt culturele bedrijvigheid om de hoek. Groen! wil dat stad en districten ook infrastructuur ter beschikking stellen of ondersteunen die ‘gemengde’ cultuuruitingen mogelijk maken. Inspirerend zijn bijvoorbeeld de ‘LiteraturWerkstatt Berlijn’ en commerciële bioscoop in Kulturbraüerei in een oude fabriek naast elkaar, omringd door panden waar zowel salsaclubs als theatergroepjes hun plek hebben. ’t Werkhuys bij ons is hier op goede weg.
Laat 1000 Roma’s bloeien (maar begin met de Roma in Borgerhout) De mooiste culturele infrastructuur groeide de voorbije jaren van onderop. De Borgerhoutse zaal Roma groeide uit tot een unieke culturele ontmoetingsruimte dankzij gedrevenheid en veel vrijwilligerswerk. Dankzij een programmatie met een breed bereik, een neus voor eigenzinnige podiumformules, een warme infrastructuur die uitnodigt, een zichtbare ligging, een hechte verknoping met het lokale verenigingsleven: dat alles maakte de Roma tot meer dan een cultuurtempel. De mensen achter de Roma toonden hoe een bruisende cultuurtempel mee het hart kan vormen van een wijk of een district. Zulke in initiatieven verdienen niet alleen waardering, maar ook structurele ondersteuning van alle overheden.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 70
Groen! wil ruimte voor vergelijkbare initiatieven in andere districten, ook op kleinere schaal. Succesformules zijn moeilijk te kopiëren en elk cultuurcentrum moet een eigen dynamiek ontwikkelen. Maar voorbeelden als De Scheldapen aan de Scheldekaaien, de Roma in Borgerhout of Petrol op ’t zuid tonen de kracht van een cultuurbeleid dat ruimte biedt voor wat opborrelt in de stad. Groen! wil een bruisende stad waar ruimte die openstaat voor dat geborrel. Daarnaast wil Groen! een versterking en vernieuwing van de bestaande culturele centra. Zij moeten meer in dialoog gaan met de wijk, maar ook met de grotere cultuurhuizen in de stad (Toneelhuis, Het Paleis, …).
Cultuur voor iedereen is ook cultuur voor A Initiatieven als de zomer van Antwerpen werken drempelverlagend. Groen! wil aanvullend gerichte initiatieven om meer mensen van cultuur te laten proeven. Groen! wil cultuurparticipatie vergroten, zeker van maatschappelijk kwetsbare groepen voor wie de drempel vaak nog iets hoger ligt; Dat vereist een openheid en inspanningen in alle sectoren, waar nodig in overleg met verenigingen waar armen het woord nemen. Het vereist ook experimenten om mensen te prikkelen. Zo zijn veel generale repetities nu enkel via het vrienden- en sponsorcircuit bij te wonen. Om de culturele participatie te verbreden bepleit Groen! het opengooien van die repetities: de helft van de zitjes kan in een tickettenbestand worden opgenomen, waaruit jeugdhuizen, OCMW’s, bejaardeninstellingen, scholen, buurtgroepen kunnen kiezen. Tenslotte betekent werk maken van meer cultuurparticipatie investeren in het actief betrekken van kinderen en jongeren bij alle vormen van cultuur, met aangepaste publiekswerkingen op hun maat, en gericht op alle kinderen in onze stad..
Maak de bib weer hip. Met Permeke of de bib van Berchem toont de stad hoe moderne bibliotheken kunnen werken: het zijn ontmoetingsplaatsen waar mensen niet alleen boeken vinden, maar toegang hebben tot alle moderne media. Die modernisering wil Groen! overal mogelijk maken. Dat vereist een doorgedreven moderniseringsplan. De openbare bibliotheken zijn plaatsen waar cultuur het dichtst bij de mensen staat. Van alle cultuurinstellingen moeten bibliotheken de laagste drempel hebben: meer bibliotheek voor meer Antwerpenaren werd daarom terecht het motto van de Antwerpse openbare bibliotheken. Om deze ambitie in de praktijk om te zetten kwam er een studie die tot een beter spreidingsplan van de verschillende filialen moest leiden. Dit plan ging de mist in door een voorbarige politieke communicatie, die er bijna een sluitingsplan van maakte. Groen! wil van een verdere modernisering van de bibliotheken en van een betere spreiding een prioriteit maken. Groen! wil dat bij de opmaak van het plan met meer factoren rekening wordt gehouden: niet alleen de afstand op zich, maar ook bereikbaarheid met het openbaar vervoer, gevaarlijke verkeersassen die barrières vormen, geografische verdeling, de verankering per district, de sociale samenstelling van wijken, …. Dialoog met de districten en met de gebruikers moet evident zijn.
De architectuur van vandaag als erfgoed van morgen Architectuur tekent de stad van vandaag en het erfgoed van morgen. De architectuur van de stad is een belangrijke uiting van en drager van haar cultuur. Groen! wil goede, duurzame en vernieuwende architectuur stimuleren. • Het stadsbestuur moet daarom het goede voorbeeld geven, zeker bij de grote projecten. Dat vereist een open en professionele houding, die werkt met open oproepen, divers samengestelde jury’s en ruimte voor flexibiliteit en creativiteit binnen de stedelijke planningscel.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 71
•
•
Groen! wil de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening (Gecoro), de Welstandscommissie en de stadsbouwmeester meer armslag geven en een duidelijker statuut. Groen! wil dat college en gemeenteraad er meer beroep op doen; zeker een betere samenwerking met de gemeenteraadscommissie van Ruimtelijke Ordening is noodzakelijk. In haar vergunningsbeleid moet het stadsbestuur meer sturen naar esthetisch waardevolle en tegelijkertijd duurzame en ergonomische gebouwen.
Straatcultuur en cultuur
op straat
Cultuur kan je niet opsluiten tussen vier muren. We willen meer cultuur op straten en pleinen. • Groen! wil een grote tolerantie jegens straatartiesten. Zij brengen cultureel leven op straat. • Bij stads- en buurtvernieuwing willen we steevast ruimte creëren voor artistieke ingrepen. Zo zorg je dat kunst en cultuur zichtbaar zijn in het straatbeeld. • Blinde muren in de stad wil Groen! zoveel mogelijk omvormen tot open expositieruimte voor poëzie (zoals het stadsgedicht van Ramsey Nasr aan het Boogaerdeplein) of tot stripmuren, zoals er – mede onder impuls van Groen!-raadslid Johan Bijttebier – het voorbije jaar zijn gekomen aan de Wolstraat en in Sint-Andries. • Groen! wil kunstmanifestaties op openbare plekken aanmoedigen. • Antwerpen verdient haar eigen variant van de Brusselse Zinnekes Parade. Dit jaarlijkse toonmoment is het eindresultaat van een lang proces dat honderden verenigingen, officiële instellingen en scholen en duizenden mensen met elkaar in contact brengt. Het is een stoet die letterlijk grenzen weghaalt. • De Zomer van Antwerpen veroverde sinds 1995 een aparte plaats in het hart van cultuurminnend Antwerpen. Het succes ervan heeft o.a. te maken met het ‘nomadische’ karakter van het programma: het verleidt de Antwerpenaar artistiek en kwalitatief en neemt hem of haar mee naar onverwachte locaties, doordeweekse pleintjes en ongekende stadshoekjes. Groen! wil de Zomer verder zetten én uitbreiden, met voldoende financiële ruimte.
Ook kunst en cultuur op
kindermaat
Groen! wil het aanbod aan kunst en cultuur voor kinderen verruimen. Kinderen staan aan het begin van een levenslang proces waarin hun artistieke goesting, durf en bekwaamheid zich kan ontwikkelen. Zij vormen een belangrijkste doelgroep in het participatieverhaal. Groen! wil ieder kind van vele vormen van cultuur laten proeven. Dat vereist: • een ruimer aanbod voor kinderen en jongeren, aanvullend op wat vandaag in Het Paleis, in de muziek en kunstacademies of in enkele musea gebeurd. • een uitbouw van kinderwerkingen binnen de publiekswerking van musea en van kunst- en cultuurhuizen. De culturele sector zelf heeft de meeste expertise in huis om bij deze groep drempels te verlagen en de evidentie voor kunst aan te scherpen. • De schepenen van Cultuur, van Jeugd en van Onderwijs moeten meer de krachten bundelen en samen middelen vrijmaken om kinderen en jongeren meer te betrekken. • de 1%regel voor kunst in het openbaar domein wordt vandaag nog onvoldoende toegepast. Groen! wil een deel van die middelen gebruiken voor een project van bespeelbare kunst voor kinderen: beelden op straten en pleinen die kinderen ook uitnodigen om er op en rond te spelen (zoals bv. De Hand op de Meir)
Dynamische districten ondersteunen lokale cultuur Naast het culturele beleid voor de hele stad, zijn de districten een belangrijke speler geworden voor de ondersteuning en uitbouw van een lokaal cultuurbeleid. Groen! kiest voor een cultuurbeleid op districtsniveau dat
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 72
• • • •
•
•
vertrekt vanuit de creativiteit van de bewoners/kunstenaars/...en hen maximale ondersteuning geeft. Lambermontmartre op het zuid is hier een mooi voorbeeld van. pragmatische (vaak goedkopere oplossingen) zoekt voor vragen vanuit de bevolking, zoals de buurtfoyer in Klein Antwerpen initiatief van bewoners stimuleert en werkt naar verzelfstandiging van initiatieven. Straatlaweit is hier een mooi voorbeeld van. District kunnen een perfecte draaischijf of platform zijn, waar afstemming gebeurt tussen al wie lokaal actief is. Een districts-overlegplatform, waar men de programma's naast elkaar legt en eventueel initiatieven uitwisselt kan een vertrekpunt zijn om samen initiatieven te nemen. Zo kunnen districten ook hiaten in bepaalde wijken, of voor bepaalde kunstvormen te detecteren. Op lokaal niveau willen we inhoudelijk naar complementariteit streven. Dat kan door initiatieven en producties die door de almaar hogere kwaliteitsnormen op Vlaams niveau uit de boot vallen, kansen te geven. We denken aan auteurslezingen in kleinere zalen of akoestische optredens in cafés zoals RoodWit in Berchem. Groen! wil ook kleinschaligere initiatieven ruimte geven door ze geen berg administratieve eisen te stellen. Ten slotte kunnen districten mee zorgen voor een goed evenwicht tussen traditie en vernieuwende initiatieven, tussen grootse evenementen en kleinschalige initiatieven. Districtschepen voor cultuur zijn verantwoordelijk voor het ondersteunen van àlle soorten gemeenschapsvormende initiatieven.
Kunst Aan de Onderkant, een KADO voor alle wijken van de stad Onder het motto ‘Vreemd, wat kunst met mij doet en ik met de kunst’ wil Groen! dat de stad een ambitieus artistiek project lanceert voor de volgende legislatuur. Het experiment – want dat is het wel – krijgt als titel Kunst Aan de Onderkant, ofwel KADO. In tegenstelling tot bij grootse, culturele evenementen, die vooral in historische stadscentra een aanbod brengen en zich op bezoekers richten, wil KADO de vraagzijde in de hele stad exploreren. Omdat een lokaal kunstbeleid zich in belangrijke mate mag en moet enten op wat leeft in buurten en wijken, wil Groen! dat de schepen van Kunst & Cultuur samen met de districten budgettaire, logistieke en promotionele steun voorzien voor die culturele actoren die tot diep in de wijken gericht aanknopingspunten gaan zoeken met de leefwereld van het potentiële publiek.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 73
Kunst is als lucht Pleidooi voor een doelgericht kunstbeleid Een essay van Manu Claeys In het politieke debat over het cultuurbeleid gaat het meestal over de concrete punten. De meest in het oog springende standpunten van Groen! staan samengevat op de voorgaande bladzijden. Maar een open dialoog en debat over de achterliggende visies is in Antwerpen veel zeldzamer. Groen! is overtuigd van de nood aan een open debat over de plek van cultuur en kunst in deze stad. Met het onderstaand essay van Manu Claeys wil Groen! aan dit debat bijdragen. Het essay is géén afgewerkt standpunt van een partij, wel een uitnodiging tot dialoog. Omdat cultuur en kunst als geen ander maatschappelijk en beleidsdomein ook een andere manier van beleid vragen. Cultuur dekt een brede lading. Kunst maakt er deel van uit, net zoals ons verleden en het erfgoed dat we eraan overhouden: gecreëerde landschappen, monumenten, bibliotheken vol informatie, onze taal, de manieren waarop we met elkaar omgaan, tradities. Bij cultuur denken we ook aan lifestyle, van design over mode tot gastronomie. Aan vrije tijd en ontspanning, aan feestelijke evenementen, recreatie, entertainment, aan populaire cultuur met marktpotentieel maar ook aan het gerichte vormingswerk binnen de sociaal-culturele sector, met haar veelheid aan instellingen, verenigingen en bewegingen. Belangrijke dingen allemaal, maar hoe bewaar je als politiek verkozene bevoegd voor dit alles – vaak belandt ook nog de jeugdwerking en de sportbeoefening in de korf van de cultuurmandataris – voldoende scherpte bij het uitstippelen van een volwaardig kunstbeleid? Hoe zorg je ervoor dat het artistieke, en wat het met je doet, alle aandacht krijgt? En waarom hebben we geen ministers of schepenen van Kunst? Is het omdat kunst als te elitair ervaren wordt? En dus te beperkt als volwaardige bevoegdheid? Want werk je dan niet voor een te klein clubje, lees: niet meteen een marginale groep, maar toch wel een uitgesproken minderheid? Het hangt er maar van af, en indien dat zo zou zijn: dient hier dan niet een vicieuze cirkel doorbroken? Waarom ons neerleggen bij de gedachte dat kunst interessant is maar niet noodzakelijk? Dat velen kunst nu eenmaal als accessoire beschouwen bij het echte leven? Of als iets voor de anderen, want zelf hebben ze tijd, goesting noch expertise. Welke kansen laten we in dat geval liggen? Welk soort kansarmoede houden we ermee in stand? Kunst staat niet naast het echte leven. ‘Artistieke projecten zijn een beetje de echte wereld in het klein,’ zegt de vzw Art Without Bars, die met initiatieven als ‘Kunst in detentie – Luxe of urgentie’ mee de maatschappelijke reïntegratie van gevangenen wil bevorderen. Op onvervalst eigen wijze staat echte kunstbeleving (zelfs) midden in de wereld, en in deze tijden meer dan ooit. Maar dan moeten we het wel zo willen zien. Traditionele leefpatronen verbrokkelen, contacten tussen diverse culturen nemen toe, de sociale gemeenschappelijkheid wordt kleiner. We leven in een geglobaliseerde wereld van minderheden en zich terugtrekkende overheden, waarin een gedeelde sociale en culturele bagage steeds minder evident wordt. We verdrinken ook nog eens in gedigitaliseerde informatie, waar we een weg in moeten vinden. We zien meer beelden in één dag dan iemand uit de middeleeuwen in zijn hele leven. En die beelden tonen steeds méér. Dat schept verwarring, onzekerheid en conflicten. Een van de grote uitdagingen van onze tijd gaat hierover: hoe creëer je samenhang in de maatschappij op basis van datgene waarin we van elkaar verschillen? Hoe leer je samenleven Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 74
zonder een voorgekauwde identiteit, en zonder nostalgie naar vroeger, toen het allemaal simpeler was en van bovenaf geregeld? Toen we nog burgers, gelovigen en onderdanen waren, in plaats van klanten, migranten en consumenten.
Dichter bij de kunst = dichter
bij jezelf
Samen feesten, ontspannen en plezier maken: daar ligt volgens velen een oplossing, want zo leren we elkaar misschien een beetje beter kennen en we houden er zelf een goed gevoel aan over. Samen dingen doen is belangrijk. In Antwerpen bruist het van dit soort cultuur. Maar ook een plezante stad kan veel angst verbergen. Ook georganiseerde gezelligheid kan vrijblijvend en zelfs kil zijn. Ook gedeeld geloof kan liefdeloos zijn, en verlammen. Voor echte gemeenschapsvorming of samenlevingsopbouw dient misschien niet zozeer het groepsgevoel bevorderd maar wel de individuele weerbaarheid. Kunst kan hierbij een belangrijke rol spelen, want binnen de moderne artistieke beleving gaat het net om het als individu leren innemen van verschillende posities. Traditioneel wordt kunst geassocieerd met een honger naar schoonheid (esthetisch genot), een drang naar fictie (verhalen van de verbeelding) en een moment van stilstand, waarbij we even ontsnappen aan de economische of politieke logica. Dat is allemaal waar. Maar er is meer. Kunst ontregelt ook. Kunstenaars geven zichzelf en anderen niet wat ze willen, wel wat ze eventueel willen zodra ze het een plaats kunnen geven in hun eigen leven. Het maakt kunst raar en onvoorspelbaar. Geen pensenkermissen, populisme of bevoogding in de artistieke daad. Geen zelfcensuur of mikken op een consensus van gevoelens. Kunst biedt weerstand, bevraagt manieren van leven, zet ons op het verkeerde been, brengt ons van onze apropos. Daarin verschilt de kunstwereld van de amusementsindustrie. Daarom is goede stand-up comedy ook kunst, net zoals scherpe stripverhalen of oneffen popmuziek. Interessante kunstenaars brengen gelaagde verhalen. Ze stellen buitengewone vragen. Daarmee onderscheiden ze zich van de profeten met hun geopenbaarde waarheden en alomvattende verklaringen. Ze blijven impliciet, indirect en ambigu, laten – nee: maken – ruimte voor de verbeelding, stimuleren het inlevingsvermogen. Ze bieden de kans aan de lezer, de luisteraar, de toeschouwer om op eigen krachten buiten zichzelf te treden, om aan de beperkingen van het fysieke bestaan te ontsnappen en de eigen grenzen te verleggen. Ze verhogen zijn vermogen om met veranderde situaties om te gaan, en dus ook zijn morele verbeeldingskracht. Ze nivelleren niet naar beneden, uit respect voor het publiek. Geen droomfabrieken vol glamour en glitter in kunstenland. Wel ‘elkaar tegensprekende uitingen in ons eigen hoofd’, zoals Salman Rushdie het ooit formuleerde, ‘stemmen die op alle mogelijke manieren overal over praten’. Kunst biedt een andere kijk op de wereld, leert ons ook om anders te kijken. Ze vormt en verdicht, toont de mens die anders denkt, prikkelt op onvergelijkbare wijze onze hersenen, vertelt dat er meer is dan onze alledaagse beslommeringen, bevestigt dat de wereld complex in elkaar zit – wat een hele geruststelling is. ‘Boeken kunnen als pleinen zijn,’ schrijft de Duitse schrijfster Hanna Jansen, ‘waar je gesprekken voert, waar zienswijzen elkaar ontmoeten, waar je ontdekt hoe anderen denken en voelen, of waar je simpelweg tot rust komt aan de hand van een verhaal en je eigen gedachten erover.’ Zelfs triviale kunst doet ons aanvoelen, begrijpen en misschien aanvaarden dat er vele manieren zijn van in het leven staan. Dit maakt ons ‘gelijk’ in het verschillen van elkaar, wat ons finaal toch weer dichter bij elkaar brengt. Niet dat kunstenaars supermensen zijn die het allemaal doorhebben, en het vervolgens haarfijn zullen uitleggen. Bijlange niet. Kunstenaars die aan het uitleggen slaan, ze zijn niet zelden even ongeïnformeerd en bevooroordeeld als u en ik. Kunstenaars hoeven echter geen concrete voorstellen te doen of oplossingen te verzinnen voor problemen. Ze stellen vragen, creëren situaties en geven mogelijke antwoorden, waarmee de maatschappij aan de slag kan. Hoe creatiever hun formulering, hoe rijker onze emoties en inzichten. Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 75
Essentieel bij de kunstbeleving is dat je het aangebodene niet passief ondergaat. Ze veronderstelt een specifieke deelname in plaats van een algemene verleiding. Er is een zekere inspanning, creativiteit en durf nodig om mee te gaan met de kunstenaar. Wie artistiek aan de slag gaat (scheppend of participerend), botst op zichzelf, wat de ervaring doorleefd maakt. Uiteindelijk smeden de kunstenaar en zijn publiek altijd weer een unieke verbintenis. ‘Wie kunst heeft, heeft religie,’ schreef Goethe. ‘Wie geen kunst heeft, heeft religie nodig.’ Kunst functioneert als metaforische gids, als inspirerende steun, als ploeg door vastgekoekte velden. Waarom krijgt kunst dan nauwelijks aandacht in partijprogramma’s? Waarom spreken politici altijd liever meteen over cultuur? Zou het kunnen dat de kunstwereld vandaag zo autonoom geworden is, en daardoor zo onbruikbaar voor partijpolitieke doeleinden (gelukkig maar), dat politici hun interesse ervoor verliezen of hebben verloren? Of willen ze door erover te zwijgen net het draagvlak voor kunstsubsidiëring vrijwaren? Spreken over cultuur in plaats van over kunst heeft het voordeel dat je makkelijker kunt wijzen op een sociale meerwaarde. Het Vlaamse bestuursakkoord zegt hierover bijvoorbeeld: ‘Het maakt onze samenleving warmer, is de beste remedie tegen kilte en vereenzaming, en versterkt verbondenheid.’ Of je kunt de nadruk leggen op het groeiende belang van cultuur voor het toerisme, de stadsontwikkeling, de city-marketing, het imago van een regio, het investeringsklimaat, de horeca, etc. Cultuur wordt zodoende de hefboom – sommigen zeggen de kruiwagen – voor heel wat maatschappelijke doeleinden. (De electorale doelgroepen worden er niet kleiner door.) In het uitzonderlijke geval dat men over kunst praat, blijft men vaak in clichés steken. De ene keer wordt kunst als een gewijde bezigheid voor specialisten afgeschilderd. Als politiek thema blijkt het dan weinig wervend. Van belang, dat wel, maar je kan dit niet te hard benadrukken. Een zuivere catch-22 hier voor de politicus die, zoals het een politicus betaamt, nu eenmaal een brede kiezersgroep bereiken wil. Een andere keer klinkt men daarom halfzacht, ‘want het gaat toch maar om luxe, om ontspanning na een dag van hard werken’. Om ‘de leuke dingen van het leven’, zoals een Vlaamse minister het onlangs nog formuleerde. Kunst is fijn, maar er zijn nog zo veel dingen die belangrijker zijn. Bovendien valt over smaken niet te discussiëren. Ligt aan de grondslag de overtuiging dat je smaak niet opdringt? En al helemaal niet als politicus? Veeleer dan een kwestie van smaak is dit alles evenwel een zaak van opvoeding en training. Achter smaken schuilen vaardigheden en een kijk op het leven. Om de relevantie van kunst alsnog in de verf te zetten – er blijft dat sluimerende besef van belangrijkheid – beginnen beleidsvoerders vervolgens vaak toch weer over het belang ervan voor het verenigingsleven, het toerisme, het welbevinden van een regio, enzovoort. Van weeromstuit zeggen kunstenaars dat kunst niets moet, nooit dienstbaar is, nutteloos mag zijn. Kunst is geen middel, wel een doel. Met dit soort reacties schiet de kunstenaar vooral zichzelf in de voet, want waarom zou de maatschappij het nutteloze subsidiëren?
Vergelijk kunst met lucht. Vergelijk kunst met lucht. We stellen vast dat die lucht er is, en dat volstaat. Lucht wordt gewaardeerd, maar er is geen politieke visievorming over. De vraag is: dankzij of ondanks haar evidente aanwezigheid? Misschien moeten we de vraag of kunst de wereld kan redden wel op deze manier beantwoorden. Kunst is als lucht: ze kan de wereld niet redden, maar zonder zijn we verloren. Wanneer we kunst en haar onvervangbare maatschappelijk nut essentieel achten, moeten we dat ook vertalen in een beleid. We bedoelen niet dat er bijkomende investeringen nodig zijn in de artistieke creatie. De subsidiëring hiervan ligt in Vlaanderen al hoog. Er is een sterk kunstendecreet met Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 76
behoorlijke budgetten, en er is sinds enige tijd een kunstenaarsstatuut. Het artistieke aanbod in Vlaanderen is groot en van hoog niveau. Er is zoveel aanbod dat ook dit in zekere zin bijdraagt tot de verwarring: welke keuzes te maken? Veel zwakker is de toeleiding. Willen we ons neerleggen bij de vaststelling dat slechts een kleine groep mensen – de sociale bovenlaag – de voordelen geniet van de artistieke ervaring? Want leidt het politieke stilzwijgen over kunst niet vooral hiertoe? Democratisering van de kunst betekent niet zozeer dat je kunst dichter bij de mensen brengt, maar dat je meer mensen dichter bij de kunst brengt. Dat hebben de politiek en de kunst alvast gemeen: echte interesse en betrokkenheid ontstaan zodra mensen ruimte ervaren voor eigen inbreng. Dan vergroot ook de kans op begrijpen en genieten, en neemt het vertrouwen toe. Het parcours van de toeleiding stevig uitbouwen primeert op het verzekeren van aanbod. ‘Als je kan lezen, kan je jezelf opvoeden,’ schreef Jeanette Winterson, want ‘ignorance has no advantages.’ Het is niet anders bij het omgaan met kunst. Ook hier biedt onwetendheid geen voordeel en gaat het vooral om het zelf leren ‘lezen’. Wie zich daarin bekwaamt, verhoogt zijn mogelijkheden om greep te krijgen op het leven. Daarin schuilt immers het subversieve en emanciperende karakter van de kunst: in het bevorderen van de individuele autonomie en het vergroten van de keuzevrijheid. In de zomer van 2005 bezochten zeventig anderstalige kinderen uit vijfentwintig landen een aantal keer het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Als nieuwe Antwerpenaren kwamen ze er naar portretten kijken. Het stoorde de kinderen niet dat het Vlaamse portretten waren uit een ver verleden. De educatieve dienst van het museum sloeg bruggen. De rest deden de kinderen zelf. De slogan van het project was: ‘kijken naar kunst is kijken naar jezelf’. Het museumproject is een voorbeeld van integratie van kunsteducatie in een breder leermodel. De kinderen waren eigenlijk Nederlands aan het leren in de Zomerschool. Tijdens het museumbezoek oefenden ze als het ware twee talen tegelijkertijd. Twee vaardigheden of instrumenten waarmee ze later zelf aan de slag kunnen. De voorbije jaren werd in de Vlaamse culturele sector een intens debat gevoerd rond cultuurparticipatie. De consensus is groot: musea, theaters en andere kunsthuizen moeten meer doen dan alleen hun deuren open zetten en reclame maken, willen ze nieuwe doelgroepen naar binnen lokken. Het ontwikkelen van performante toeleidingsstrategieën werd een centrale ambitie in het lokale cultuurbeleid. Maar het politieke discours over de maatschappelijke waarde van kunst veranderde niet. En dus blijven alle inspanningen voorlopig te voorzichtig. Na jarenlang práten over het verhogen van de cultuurparticipatie is het nu tijd voor een volgende stap. De overheden moeten het belang van volwaardige kunstbeleving voor iedereen daadwerkelijk in beleid omzetten. Willen we niemand in de kou laten, dan dient de kunsteducatieve werking fors uitgebreid. Dat betekent: meer mensen aan het werk, en dus een substantiële verhoging van de budgetten. Als de politieke wereld de maatschappelijke relevantie van kunst centraler wil plaatsen, dan is er nood aan een trendbreuk binnen het cultuurbeleid. Een stiefmoederlijke behandeling van de kunstbeleving bestendigt slechts de indruk dat kunst moeilijk is, van marginaal belang of ‘iets voor de anderen’.
Vierstappenplan voor een lokaal kunstbeleid Hoe zou zo’n trendbreuk er in de praktijk kunnen uitzien? 1. We hebben het voortaan over de schepen van Kunst & Cultuur in plaats van het huidige schepen van Cultuur, Bibliotheken en Monumentenzorg. Het begrip ‘kunst’ opnieuw in de titulatuur Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 77
introduceren verhoogt de kans op duidelijke uitspraken over kunst en de emanciperende waarde ervan. Een doelgericht kunstbeleid heeft nood aan partijen en mandatarissen die zich expliciet uitspreken en ontfermen over de plaats van kunst in de maatschappij. Wie focust, ziet scherper. 2. Een lokale overheid die gelooft in een gesubsidieerd kunstaanbod (vanuit de overtuiging dat ook kunstarmoede een vorm van ontbering is) moet een ambitieus participatiebeleid ontwikkelen en daartoe voldoende werkingsmiddelen investeren in het leiden van zo veel mogelijk mensen naar die kunst. Met het oog op het verhogen van de interesse en dus de vraag moet het bestuur zowel het comfort als de competentie stimuleren. Onder comfort verstaan we het onthaal (bereikbaarheid, toegankelijkheid), de promotie (zichtbaarheid) en de prijsbepaling (betaalbaarheid). Bij het bevorderen van de competentie gaat het om het ontwikkelen van een bereidheid om in codes te stappen, met de erkenning dat de bekwaamheid daartoe niet op een belerende wijze wordt ingelepeld, maar vanuit een nieuwsgierigheid wordt opgedaan. Een lokale overheid is hiertoe beter geplaatst dan de hogere overheid. Decentralisatie is wat dit betreft echt op zijn plaats. Zo kan in overleg met het kabinet van Ruimtelijke Ordening een dynamisch, punctueel en laagdrempelig infrastructuur- en lokalisatiebeleid worden gevoerd rond cultuurpodia, kunstateliers, tentoonstellingsruimtes en repeteerlokalen. Ook het kwalitatief onderstutten van het toeleidingparcours kan best aangestuurd worden vanuit lokaal niveau, waarbij naar samenwerking gezocht wordt tussen scholen, vormingscentra, bibliotheken, culturele centra, jeugdbewegingen, wijkwerkingen, verenigingen en de kunsthuizen zelf. Hieraan kunnen inspanningsverbintenissen gekoppeld worden. De hogere overheid staat dan weer best in voor de (persoonsgebonden) werkingsmiddelen van de kunstenaars en het omkaderend personeel. Een dergelijke bevoegdheidsverdeling dient verder onderzocht en verfijnd binnen het kader van het noodzakelijke kerntakendebat tussen de verschillende overheden. 3. De volwassen kunstliefhebber van morgen wordt gevormd door de kunst die hij vandaag als kind en jongere ervaart. Een recent onderzoek in Nederland toonde aan dat tien jaar eerder kennismaken met theater het theaterbezoek op latere leeftijd met 86% verhoogt. Aan deze vaststelling koppelt het lokale kunstbeleid best de gepaste consequenties. Artistiek analfabetisme uit de wereld helpen kan pas lukken wanneer alle kinderen op intensieve en gepaste wijze in contact komen met kunst. We mogen niet-volwassenen natuurlijk niet herleiden tot toekomstige volwassenen, en daarmee kunst tot een pedagogisch instrument. Ze hebben in de eerste plaats als kinderen en jongeren recht op toegang tot de wereld van het artistieke, tot het plezier, de intensifiëring en de verrijking die ermee gepaard gaan. Maar ze staan tegelijk aan het chronologische begin van een levenslang proces waarin de artistieke goesting, durf en bekwaamheid zich ontwikkelen. In een langetermijnperspectief vormen zij daarom de belangrijkste doelgroep in het participatieverhaal, dat ook een verhaal is van gelijke kansen. De culturele sector zelf heeft de meeste expertise in huis om bij deze groep drempels te verlagen en de evidentie voor kunst aan te scherpen. Niet om kinderen en jongeren in de bestaande orde in te passen, wel om hun persoonlijke artistieke gevoeligheid te ontwikkelen. De schepenen van Kunst & Cultuur, Jeugd en Onderwijs moeten de krachten bundelen en extra middelen vrijmaken om ook dit aspect van de kennismaatschappij alle kansen te geven. Het belang daarvan kan niet overschat worden. De educatieve diensten van theaterhuizen, musea, bibliotheken en culturele centra hebben nood aan ondersteuning om meer kunstonderwijs te brengen in vele vormen en op vele plaatsen, op het ritme van de jonge participanten. Binnenshuis, maar ook op school, in de kinderopvang, binnen de jeugdwerking, in actieve samenwerking met kunstenaars (in residence?) en de betrokken actoren, en dankbaar gebruik makend van het lokale vrijwilligerschap. Want het organiseren van workshops, leesmomenten, open repetities of sociaal-
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 78
artistieke projecten vergt de inzet van vele enthousiastelingen. Ook op dit vlak moet onze generatie ernstige inspanningen leveren, uit respect voor het kind dat nu is en als geschenk voor de volgende generaties. Speciale aandacht gaat naar de allerjongsten en de puberende jeugd, die vooral in het secundair onderwijs massaal ‘afhaakt’. 4. Onder het motto ‘Vreemd, wat kunst met mij doet en ik met de kunst’ moet de lokale overheid een ambitieus artistiek project lanceren voor de volgende legislatuur. Het experiment – want dat is het wel – krijgt als titel Kunst Aan de Onderkant, ofwel KADO. In tegenstelling tot bij grootse, imago-verhogende culturele evenementen, die vooral in historische stadscentra een aanbod brengen, wil KADO de vraagzijde in de hele stad exploreren. Vertrekkende van de vaststelling dat een lokaal kunstbeleid zich in belangrijke mate ent op een lokale sociale realiteit, moet het kabinet van Kunst & Cultuur budgettaire, logistieke en promotionele steun voorzien voor die culturele actoren die tot diep in de wijken gericht aanknopingspunten gaan zoeken met de leefwereld van het potentiële publiek. Een publiek stapt immers pas in de wereld van de kunst wanneer het zich ook aangesproken voelt. In een stad met vele culturen ziet het kunstbeleid er bijgevolg anders uit dan in een cultureel homogene gemeente. Om interesse te wekken bij doelgroepen moet hun cultuur in de kunsteducatie binnengehaald worden. Hetzelfde is overigens waar voor het onderwijs. Een en ander betekent overigens niet dat alleen nog in de wijken kunst ervaren kan worden. Via plaatselijke projecten moet het toch de bedoeling blijven om te gaan voor kunstbeleving in de daartoe bestemde infrastructuur. De kruisafneming van Rubens kan je niet transporteren. De lokale overheid geeft zich zelf hiermee een dubbel geschenk. KADO zal niet alleen misverstanden, pijnpunten en gemiste kansen aan het licht brengen op het vlak van de kunstparticipatie, maar ook het accent verleggen van product en publiek naar proces en participant. Waarbij – en dat is belangrijk – alle ruimte bewaard wordt voor de individuele en vaak eenzame beleving van kunst. Want we hoeven niet per se met zijn allen het podium op om ons artistiek uit te leven. Niet alle muziekrecensenten kunnen gitaar spelen. Borgerhout, mei 2006.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 79
Colofon Dit programma van Groen!-Antwerpen staat open voor jouw reacties. Dat kan op
[email protected] Het volledige programma vind je ook op www.groenantwerpen.be
Coördinatie programma-opmaak Dirk Geldof en Johan Malcorps. Eindredactie Dirk Geldof Kerngroep Dirk Geldof, Johan Malcorps, Manu Claeys en Wouter Van Besien Met medewerking van: Yves Aerts, Meyrem Almaci, Fatima Bali, Eddy Boutmans, Johan Bijttebier, Tom Caals, Tony Cooreman, Jan Cuyckens, Theresia Debrock, Mia Gys, Jan Heynen, Luc Lamote, Paul Mahieu, Erwin Pairon, Chantal Pauwels, Freya Piryns, Harry Schram, Lieve Stallaert, Hugo Van Dienderen, Ilse Van Dienderen, Freek Van Looveren, Mieke Vogels, Nico Volckeryck, en vele anderen… 7 juli 2006.
Overname van ideeën en voorstellen is van harte welkom, bij voorkeur met vermelding van de bron.
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 80
…ik droom van een groene
stad, die voor een diffuse, manier van denken staat, waar stadsplanning een vrijheidsstrijd is tegen de ongestructureerde, doofstomme ruimte, en waar de stadsbewoners de dingen volstoppen met verlangens, waar ze het pad dat hun lichaam volgt bekleden met herinneringen, de ruimte dwingen tot nieuwe mogelijkheden, en zich met een onbeschrijflijke glimlach onderdompelen in hun cultuur. Ik wil een stad die als een geschenk is voor haar bewoners, bedoeld om in te praten en te vrijen, en gelijke tred te houden met de mensheid, simpelweg door er te zijn… Vrij naar György Konrád, De stedebouwer, (1990, p. 132)
Antwerpen als bruisende ecostad. Programma Groen! Antwerpen. 7 juli 2006.
p. 81