ANNICK VAN CAMPEN
Personal & Finance
De financiële nieuwsbrief van uw Independent Financial Advisor Juni 2011
INHOUD NIEUWSBRIEF
Edito • Financiële planning in tijden van inflatie News • Uitwisseling van fiscale informatie in Europa • Vastgoedfinanciering Investors corner • Arabische landen en Japan zorgen voor onzekerheid Producten & diensten • Beleggen in tijden van inflatie
Edito De recente ontwikkelingen in de Arabische landen en in Japan doen het herstel van de wereldeconomie haperen. Tegelijk staan de Europese landen voor een moeilijke budgettaire oefening. In deze newsletter leest u waarom de uitkomst van dit alles nog onzeker is. Eén zaak staat vast. Er breekt een tijd van inflatie aan. Het thema inflatie loopt als een rode draad door deze nieuwsbrief. Waarom? Omdat structurele prijsstijgingen uw koopkracht beïnvloeden. In een onrustig economisch klimaat heeft iedere financiële beslissing verstrekkende gevolgen. Hieronder merkt u hoe een verschil in rendement van 1 % totaal uiteenlopende financiële scenario’s oplevert. Wist u dat de reële rente van een klassieke spaarrekening lager ligt dan de inflatie? U verliest dus geld terwijl u spaart. Alternatieve beleggingsvormen voor uw geld zijn meer dan wenselijk. Hoe u daaraan begint? Vrij simpel, door deskundig advies in te winnen. Want uw financiële planning verdient een professionele benadering. Als uw persoonlijk financieel adviseur zoek ik graag met u mee naar oplossingen op uw maat. Ik wens u alvast veel leesgenot! Annick Van Campen
Financiële planning in tijden van inflatie.
Wat brengt spaargeld tegenwoordig op? Voor de meeste mensen nauwelijks genoeg om hun koopkracht te behouden. Hoog tijd dus om enkele alternatieven te bestuderen.
Als u tegenwoordig uw geld op een spaarboekje met een gemiddelde jaarlijkse nettorente van 2 % plaatst, dan duurt het 36 jaar vooraleer dit bedrag is verdubbeld. Waarom geen 50 jaar (2 % x 50)? Omdat de kracht van de samengestelde intrest speelt, namelijk op het einde van het jaar brengt de rente opnieuw rente op. Belegt u bijvoorbeeld 1000 euro aan een jaarlijkse intrestvoet van 2 %, dan heeft u na 36 jaar het dubbele. De vraag is: wat kunt u over 36 jaar met 2000 euro kopen? Wellicht minder dan nu, want ook de prijzen van goederen en diensten zullen gestegen zijn. Het verleden heeft aangetoond dat de gemiddelde inflatie over een langere tijd hoger ligt dan de gemiddelde rente op de spaarboekjes. Dit verschijnsel noemt men monetaire waardevermindering. Een verschil in rente
van 0,5 % op 36 jaar komt overeen met een vermindering van de koopkracht met ongeveer 17,5 %. Liever alternatief dan traditioneel Wat zou het betekenen mocht uw geld 1 % méér, dus 3 % in plaats van 2 % opbrengen? Om uw inzet te verdubbelen, zou dit u een winst van 12 jaar opleveren. Bij een gemiddeld rendement van 3 % per jaar is uw 1000 euro dus al na 24 jaar verdubbeld. En na 36 jaar beschikt u dan niet over 2000 euro maar over 2851,52 euro. Dat betekent een verschil van 851,52 euro of een meerwaarde van 42,5 %. Deze oefening leert u dat u maar beter op zoek gaat naar beleggingsvormen die meer opbrengen dan de traditionele. Zeker wanneer er, zoals nu, een gevaar voor inflatie bestaat en het spaarbedrag voor een langere periode geblokkeerd staat. Kies liever voor kapitalisatie Besluit? De inflatie doet de opbrengsten teniet, of beter de intresten uit de traditionele geldbeleggingen op korte termijn (spaarboekjes, kasbons, kwaliteitsvolle staatsleningen), en slokt vaak een deel van het geïnvesteerde kapitaal op. U opteert dus beter voor kapitalisatie in plaats van elk jaar uw intresten op te nemen. Ook de fiscale voordelen verbonden aan de aanvullende pensioenvorming (tweede en derde pijler) zijn aantrekkelijk. Deze kunnen het nettorendement van geldbeleggingen verhogen zonder bijkomend risico. Het is voorts belangrijk om zo vlug mogelijk te sparen om optimaal te kunnen genieten van de meerwaarde die de samengestelde intrest biedt.Verlies ten slotte evenmin de voordelen van een combinatie Tak 21 en Tak 23 uit het oog. Aarzel niet om mij te contacteren indien u meer inlichtingen wenst.
News
Uitwisseling van fiscale informatie in Europa
Het voorstel tot wijziging van de Europese Spaarrichtlijn werd in 2010, onder het Belgisch voorzitterschap, niet meer behandeld. Maar ondertussen hebben de lidstaten een politiek akkoord bereikt over de administratieve samenwerking inzake fiscaliteit. Dit akkoord zal formeel worden goedgekeurd tijdens een van de volgende Ecofin-raden. Het akkoord bepaalt dat er een automatische uitwisseling van informatie tussen de lidstaten nodig is, uiterlijk vanaf 2015 en voor maximaal vijf categorieën van inkomsten en activa. Aangezien elke lidstaat vrij kan kiezen tussen minimaal drie inkomstencategorieën waarvoor hij deze uitwisseling wil toepassen, heeft de Luxemburgse minister van Financiën Luc Frieden nu al aangekondigd dat Luxemburg de automatische informatie-uitwisseling van salarissen en pensioenen van nietLuxemburgers wil toepassen en dit wellicht vanaf 2015, ook op de winstaandelen.
Verboden te vissen In eerste instantie zouden de Luxemburgse levensverzekeringsproducten niet onderhevig zijn aan de informatie-uitwisseling. Bovendien blijft elke automatische uitwisseling van informatie ondergeschikt aan de beschikbaarheid van dergelijke informatie bij de fiscale administratie.Volgens een principe van wederkerigheid moeten de lidstaten niet meer informatie versturen dan dat ze ontvangen. Ondanks dit akkoord blijft de bronbelasting (woonstaatheffing), die van toepassing is op het vermogen van niet-ingezetenen, onveranderd. De informatieuitwisseling ‘op vraag’ tussen de fiscale administraties wordt toegepast sinds 01/01/2011 en heeft, behoudens uitzonderingen, geen terugwerkende kracht. Aan een ander land informatie opvragen over een bepaald persoon (de zogenaamde ‘fishing’-methode) is niet toegelaten.
Vastgoedfinanciering: de techniek van de gesplitste aankoop. De gesplitste aankoop is een techniek voor successieplanning die gebruikt kan worden bij de aankoop van een onroerend goed. Hoe gaat dit in zijn werk?
De kinderen kopen de naakte eigendom van het pand en de ouders het vruchtgebruik. Zo behouden de ouders zowel het gebruik van als de opbrengsten en inkomens uit het pand. Bij hun overlijden wordt het vruchtgebruik automatisch en zonder verschuldigde successierechten overgedragen aan de kinderen. Voorafgaand aan de aankoop van het
onroerend goed, kunnen de ouders een schenking doen aan de kinderen voor een bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van de naakte eigendom. Onder bepaalde omstandigheden kan hierbij artikel 9 van het Wetboek der Successierechten worden ingeroepen. Dit artikel bevat een wettelijk vermoeden van vrijgevigheid opgemaakt door de overledene (de ouders) ten bate van de kinderen. Deze vrijgevigheid is vergelijkbaar met een legaat met als gevolg dat de kinderen/naakte eigenaars de successierechten ten bedrage van de volle eigendom van het onroerend goed moeten kunnen dragen bij het overlijden van de ouders. Om deze zware herkwalificatie met fiscale gevolgen te vermijden, kunnen de kinderen een tegenbewijs leveren door bijvoorbeeld aan te tonen dat het vruchtgebruik van het pand is verworven met geld van de ouders en de naakte eigendom met eigen middelen. Gefinancierd met geld van de ouders Maar wat als de kinderen hun deel van de naakte eigendom hebben gefinancierd met middelen die door hun ouders/ vruchtgebruiker vooraf werden
geschonken? De fiscale administratie bevestigt dat het volstaat aan te tonen dat de schenking van de fondsen zich heeft voltrokken voor de aankoop van het pand. Indien de notariële akte van aankoop werd voorafgegaan door een voorlopige koopakte, moet kunnen worden bewezen dat de kinderen, als toekomstige naakte eigenaars, over voldoende middelen beschikten op het moment van de onderhandse overeenkomst. Als dit bewijs is geleverd, zullen de kinderen bij het overlijden van de ouders niet belast worden. Andere verwervingstechnieken voor vastgoed kunnen ook een goed alternatief vormen zoals de aankoop in volle eigendom van het pand door de kinderen, gevolgd door de opmaak van een woonrecht, door het afsluiten van een huurcontract voor het leven of door een bruiklening toe te staan aan de ouders.
Investors corner Net toen er wereldwijd optimisme over een economisch herstel werd gedeeld, braken de Arabische revoluties uit en kreeg Japan af te rekenen met een natuur- en een kernramp. Wat betekent dit voor de belegger? Toen de werkloze universitair Mohammed Bouazizi zichzelf in brand stak, nadat de Tunesische politie zijn vergunning om fruit en groenten te verkopen had afgenomen, kon hij waarschijnlijk niet bevroeden dat zijn wanhoopsdaad zo’n grote impact zou hebben. Ineens leken de Arabische dictaturen (Egypte, Libië, Syrië, Jemen, Saudi-Arabië,...) wel dominosteentjes. De uitkomst van al deze Arabische revoluties – verzameld onder de naam ‘Arabische Lente’ – is nog verre van duidelijk. Op 11 maart vond in Japan een hevige aardbeving plaats, gevolgd door een tsunami. De natuurramp veroorzaakte de grootste nucleaire catastrofe sinds Tsjernobyl. De schade bedraagt ongeveer 6 % van het Japanse BNP en het herstel zal de torenhoge schuldgraad van het land (> 200 %) beslist niet positief beïnvloeden. Toch lijdt het weinig twijfel dat Japan van deze uppercut zal herstellen. Invloed op de olieprijzen Zowel de Arabische Lente als de Japanse natuur- en kernramp zal wereldwijd effect sorteren.Voor sommige hoogtechnologische producten is de getroffen Japanse regio bijvoorbeeld de enige leverancier ter wereld. Hier dreigen dus op langere termijn onderbrekingen in de wereldwijde aanvoerlijnen. Veel erger is dat de gebeurtenissen in de Arabische wereld en Japan de olieprijzen fors zullen beïnvloeden. Dat zal zich wereldwijd vertalen in verslechterende inflatiecijfers. In die
Arabische landen en Japan zorgen voor onzekerheid.
optiek is het van het grootste belang dat de vermolmde Saudische dynastie met westerse steun aan de macht kan blijven aangezien Saudi-Arabië het enige land is dat over voldoende oliereserves beschikt om de dalende productiecapaciteit van Libië op te vangen. Bovendien zal Japan, nu een belangrijk deel van zijn nucleaire industrie is lamgelegd, zeker op korte termijn meer olie moeten invoeren, een evolutie met mogelijk wereldwijde gevolgen indien landen hun huidige kernbeleid zouden herevalueren. Naar een strengere monetaire politiek Er bestaat vanzelfsprekend geen enkel goed moment voor rampen, maar ditmaal was de timing echt wel barslecht. Als gevolg van de steunmaatregelen die werden genomen bij het uitbreken van de crisis, bevond de wereldeconomie zich namelijk net op een kantelmoment. Een agressief monetair beleid wordt in de VS onder druk van de republikeinen almaar meer ter discussie gesteld, terwijl de financiële markten de Europese staten dwingen om flink in hun budgetten te snijden. Ook de monetaire politiek begint te verstrakken. Op 7 april verhoogde de Europese Centrale Bank de kortetermijnrente met 0,25 %. Gezien de ECB (het risico op) de inflatie vrij hoog inschat, zullen er allicht nog renteverhogingen volgen. Een renteverhoging van de Amerikaanse Centrale Bank FED verwachten de meeste analisten pas in 2012. Maar hoe dan ook wordt in juni het zogenaamde ‘qualitative easing programma 2’ (staatsschuld opkopen met versgedrukt geld) beëindigd. Kansen voor de belegger? De gebeurtenissen in het Midden-Oosten en Japan zijn zonder meer een slechte zaak voor de globale economie. Beide crisissen zijn nog niet uitgekristalliseerd, de volledige impact kan bijgevolg nog niet worden berekend. Het optimisme dat eind vorig jaar door de meeste analisten breed werd uitgesmeerd, zal de komende maanden hoe dan ook zwaar op de proef worden
gesteld. Het blijft vooralsnog afwachten of het momentum van groei kan behouden blijven dan wel of het herstel weer zal afkalven. Bovendien vonden beide gebeurtenissen plaats in twee compleet verschillende regio’s, een goed gespreide portefeuille is dus een must. Wat betekent dit voor de belegger? Voor hem is de huidige onzekerheid – op korte en lange termijn – eigenlijk schadelijker dan de bruuske schommelingen op het moment van de ramp zelf. Sinds begin februari zitten de markten in de ijzeren greep van geopolitieke risico’s, stijgende olieprijzen, inflatie en het vooruitzicht op een strakker budgettair en monetair beleid. Indien de globale economie toch zijn positief momentum zou kunnen handhaven, zouden de aandelenmarkten verder kunnen blijven herstellen. In dat geval zouden de Arabische Lente en de Japanse rampen zich voor de rationele belegger veeleer als opportuniteiten kunnen aandienen.
Producten en diensten
Beleggen in tijden van inflatie.
Door de inflatie krijgt u tegenwoordig een negatieve reële rente op spaarrekeningen omdat de inflatie hoger ligt dan de rente! U kunt uw beschikbare geld beter in beleggingen steken. Maar in welke? Wellicht kan een dakfonds de uitweg bieden. Dakfondsen beleggen in een ruime selectie van beleggingsfondsen van verschillende fondshuizen (open architectuur), elk met hun eigen specifieke troeven. Daardoor krijgt u toegang tot de knowhow van de beste specialisten in de diverse wereldmarkten, wat meteen voor een goede diversificatie zorgt. De kracht van een dakfonds is dat de beheerder van het dakfonds de gewichten van de verschillende onderliggende fondsen permanent aan de wijzigende omstandigheden kan aanpassen (verhogen/verlagen) en zelfs fondsen kan vervangen. In functie van uw beleggingsprofiel worden drie activaklassen gecombineerd: aandelen, obligaties en/of total return. Een FIXED INCOME-dakfonds (obligatiefonds)... ... belegt uitsluitend in obligatiefondsen. Naast overheids- en bedrijfsobligaties kunnen ook, voor een beperkter deel, alternatieve activa zoals goud (altijd een veilige vluchthaven in tijden van inflatie) en vastgoed worden opgenomen. Fondsen met bedrijfsobligaties presteerden de laatste twee jaar puik, stilaan tijd dus om hierop gedeeltelijk winst te nemen.Voor bedrijven met goede vooruitzichten, heeft een rentestijging een geringe invloed op de obligatiekoers. Ook obligaties uit groeilanden blijven aantrekkelijk: de groeimarkten vertegenwoordigen een goede diversificatie door hun economische groei (hoger dan in het Westen) en hun relatief lage schuldgraad, al blijken ze evenmin immuun voor schokken. Om zich te beschermen tegen inflatie worden ook inflatiegelinkte obligaties opgenomen. Een EQUITIES-dakfonds (aandelenfonds)... ... speelt in op verschillende beleggingsthema’s door verschillende fondsen te combineren. De nadruk ligt op de ontwikkelde economieën (UK, West-Europa, Canada en USA) aangevuld met specifieke accenten, zoals groeilanden (bv. Brazilië) en grondstoffen.
Een TOTAL RETURN-dakfonds (flexibel gemengd fonds)... ... laat een wereldwijde allocatie toe tussen 50 % en 100 % aandelen in functie van de visie van de beheerder op de marktevolutie. De beheerder heeft de keuze tussen alle andere activaklassen (zoals obligaties, grondstoffen, goud en vastgoed) om op ieder ogenblik het aandelenluik aan te vullen. Het objectief is om op vijf jaar een rendement te bereiken dat vergelijkbaar is met dat van het aandelenfonds maar met een lagere volatiliteit. Tijdens moeilijke beurstijden kan zo’n fonds de risico’s temperen door over te stappen naar minder risicovolle fondsen. Stop loss en capital gain Dakfondsen zijn langetermijnbeleggingen en blijven risicovol. Om de risico’s te beperken, kunt u altijd per fonds een optie ‘verlies beperken’ (stop loss) en/of optie ‘winst nemen’ (capital gain) laten activeren, wat uiteraard voor de nodige gemoedsrust zorgt. U kunt ook jaarlijks uw portefeuille laten herbalanceren tussen de verschillende fondsen. Als uw IFA-adviseur overloop ik graag met u de mogelijkheden.