ANNICK VAN CAMPEN
Personal & Finance
De financiële nieuwsbrief van uw Independent Financial Advisor Maart 2011
INHOUD NIEUWSBRIEF Edito • IFA en €FPA, uw kwaliteitslabels News • Het testament met duolegaat • In het vizier van de fiscus Investors corner • Rating agencies: zegen of vloek? • Beleggingsfondsen Producten & diensten • Het ene pensioen is het andere niet
Edito Op een goede, efficiënte manier met geld omgaan is tegenwoordig niet zo eenvoudig. Geld groeit al lang niet meer vanzelf.Voor een optimaal rendement van uw geld dient u onvermijdelijk keuzes te maken.Veel keuzes, op heel verschillende terreinen: beleggingen, pensioenopbouw of sociale zekerheid. Deze newsletter illustreert hoe uiteenlopend de diverse componenten van uw persoonlijke financiële situatie wel zijn. In de rubriek ‘News’ leest u hoe de Europese Unie de internationale strijd tegen fiscale fraude opvoert en wat u daartegen kunt doen. Dat u met een duolegaat tegelijk een schenking kunt doen aan een goed doel én het netto-inkomen van uw erfgenamen kunt verhogen, leg ik u in dezelfde rubriek uit. In ‘Investors corner’ maakt u kennis met de rating agencies en verneemt u welke voordelen beleggingsfondsen bieden. Het laatste artikel onderstreept het belang van pensioenopbouw. Behoorlijk complexe materie allemaal. Het is duidelijk: geld beheren is een vak.Voor de optimalisering van uw persoonlijke financiële situatie kunt u zich dus het best wenden tot iemand met vakmanschap. Hieronder leest u over welke troeven ik als IFA beschik om u met het beste advies te begeleiden. Ik wens u alvast veel leesgenot! Annick Van Campen
IFA en €FPA, uw kwaliteitslabels.
Personal & Finance is de titel van de financiële nieuwsbrief van uw Independent Financial Advisor of kortweg IFA. Maar wat betekent dit concreet voor u? Een IFAadviseur heeft een specifieke opleiding genoten en is geslaagd voor een examen dat op Europees niveau wordt erkend door de €uropean Financial Planning Association (€FPA). Deze Europese instelling waakt erover dat specialisten in persoonlijke financiële planning wel degelijk over de nodige vaardigheden beschikken om als raadgever te kunnen fungeren in de verschillende disciplines. De meerwaarde van een IFA Maar waaruit bestaan die verschillende disciplines en waarvoor dienen ze? De meerwaarde van een goed financieel raadgever schuilt in zijn deskundigheid op het vlak van investeringen, verzekeringen, fiscaliteit, burgerlijk recht, sociale zekerheid, vennootschapsrecht en vastgoed zonder de successieplanning uit het oog te verliezen. Wat is dan de rol van een IFA? Hij zorgt voor een globale, persoonlijke financiële planning die de specifieke noden, doelstellingen en problemen van een klant en zijn familie behandelt met het oog op de toekomst. Want elke beslissing die vandaag wordt genomen, heeft invloed op de toekomst. De methodiek van een financieel plan De planning van persoonlijke financiën baseert zich op een systematische en gestructureerde methode die zich volgens welbepaalde modaliteiten concentreert op verschillende fasen. Deze systematische planning voltrekt zich intentioneel en doordacht en daardoor staat ze haaks op de intuïtieve planning. De uitwerking van een persoonlijk financieel plan bestaat uit verschillende stappen. We starten met de opmaak van de inventaris van alle componenten (huidige en toekomstige, roerende en onroerende) van uw persoonlijk vermogen.Vervolgens zal de IFAadviseur de balans van al uw inkomsten en uitgaven opmaken om te bepalen in welke mate u en uw
verwanten gedekt zijn in geval van overlijden of invaliditeit. Bij de volgende stap wordt het pensioen onder de loep genomen. De ambitie is: de pensioengerechtigde leeftijd bereiken in een toestand van financiële onafhankelijkheid. Dat betekent dat u autonoom een bepaalde levensstandaard kunt aanhouden, wanneer u volledig of gedeeltelijk stopt met werken. Ook heel belangrijk is dat uw IFA-adviseur een plan voor uw successie uitwerkt, want een overlijden kan onverwacht voorvallen met alle gevolgen van dien. Passende beslissingen voor u Het op maat gemaakte financieel plan verschilt van de successieplanning, de zogenaamde Estate Planning, door zijn uitgebreidere aanpak. Het persoonlijk financieel plan wil uw persoonlijke financiële situatie volledig verhelderen zodat er bij onverwachte gebeurtenissen adequate beslissingen kunnen worden genomen op grond van uw persoonlijke situatie, doelstellingen en bekommernissen. Als IFA-adviseur sta ik uiteraard altijd tot uw dienst om een persoonlijke financiële planning te maken indien u dit wenst.
News
Het testament met duolegaat.
Hoe kunt u schenken aan een goed doel terwijl het nettodeel van de erfgenamen verhoogt? Een testament met duolegaat kan een oplossing bieden. Tegenwoordig bestaan er talloze mogelijkheden om uw vermogen op een fiscaalvriendelijke wijze over te dragen naar de volgende generatie. Met een verzekeringscontract bestaat zelfs de mogelijkheid om controle uit te oefenen op het geschonken geld, maar... ‘gegeven blijft gegeven’. In Vlaanderen wordt bij een nalatenschap in rechte lijn het roerend en onroerend vermogen gescheiden. Het percentage in de laagste schijf (tot 50.000 euro) bedraagt 3 %, 9 % op de volgende schijf tot 250.000 euro en 27 % op alle bedragen erboven, en wordt altijd per erfgenaam berekend. Maar stel dat enkel verre familieleden (bv. neven/nichten) de erfgenamen zijn. In dit geval wordt de gehele nalatenschap belast tegen zeer hoge tarieven: 45 % in de eerste schijf tot 75.000 euro, 55 % in de volgende schijf tot 125.000 euro en 65 % op alle bedragen erboven. Uiteraard kunt u in zo’n situatie een schenking bij leven doen van roerende goederen tegen het verlaagde tarief van 7 %, maar dit betekent dat de begiftigde ook meteen afstand doet van zijn (of een deel van zijn) roerend vermogen.
In dit voorbeeld ontvangt de erfgenaam dankzij het duolegaat 17.500 euro meer terwijl een goed doel 12.720 euro netto aangereikt krijgt, m.a.w. een win-winsituatie, met uitzondering voor de Vlaamse overheid die minder successierechten ontvangt in vergelijking met scenario 1. Het grote voordeel van scenario 2 is dat de wettige erfgenamen als het ware hun erfdeel vrij en onbelast ontvangen. De optimale verdeling kan het best in procent van de nalatenschap worden uitgedrukt en u voorziet veiligheidshalve altijd een nominaal minimumbedrag dat de begunstigde instelling na alle successierechten moet overhouden, om te vermijden dat zij de nalatenschap zou weigeren indien de totale successierechten te hoog zouden uitvallen.
Een goed doel als begunstigde Wat kunt u nú doen als u liever bij leven niets wilt wegschenken? Een testament met een duolegaat kan hier de uitweg bieden. De erflater neemt, behalve zijn erfgenamen, ook een ‘goed doel’ op als begunstigde, met voor het ‘goede doel’ de verplichting om de successierechten van alle andere legatarissen te betalen. Door het feit dat de begunstigde instelling slechts 8,8 % successierechten hoeft te betalen in Vlaanderen, ontstaat er ruimte om de successierechten van de andere erfgenamen te betalen. Onderstaand voorbeeldje zal dit verduidelijken. Twee scenario’s: een vergelijking We vergelijken klassieke successie (scenario 1 bv. oom/neef) met een duolegaat (scenario 2).
scenario 1 zonder duolegaat successierechten erfgenaam ontvangt netto
150.000 77.500 72.500
scenario 2 met duolegaat 60% erfgenaam + 40% goed doel totale successierechten erfgenaam ontvangt netto goed doel ontvangt netto
150.000 47.280 90.000 12.720
Meer toelichting over duolegaat en de organisaties die in aanmerking komen als ‘goed doel’, kunt u terugvinden op www.testament.be of raadpleeg uw IFA-adviseur.
News De fiscus loert almaar meer om de hoek. Tegenwoordig kan hij ook al inzage krijgen in de bankrekeningen van Belgen over wie een vermoeden van belastingontduiking bestaat. Vooral mensen die er een levensstijl op nahouden die niet in verhouding staat tot hun aangegeven inkomsten of die een vermogen hebben opgebouwd waarvan de oorsprong moeilijk of niet bewijsbaar is, komen in het vizier van de fiscus. Die verscherpte aandacht strookt met de internationale strijd tegen het bankgeheim die de afgelopen jaren in een stroomversnelling is geraakt. Zo wordt de bronheffing, geheven door Luxemburg en Oostenrijk, vanaf 1 juli 2011 opgetrokken tot 35 % (ze bedroeg 20 % sinds 1 juli 2008).Voor beleggingsfondsen werd op 1 januari de drempel voor beleggingen in
In het vizier van de fiscus
schuldvorderingen verlaagd van 40 % naar 25 %. Op een aanpassing (lees uitbreiding) van producten die onderhevig zijn aan de Europese Spaarrichtlijn, is het momenteel nog wachten.
een dossier indienen bij het Contactpunt Regularisaties in Brussel, dat de nodige anonimiteit waarborgt. U bespreekt dit het best vooraf met uw persoonlijk financieel adviseur.
De samenstelling van een regularisatiedossier
Almaar minder toonderstukken in omloop
Wat als men toch in het vizier van de fiscus zou kunnen komen? Vorig jaar maakten opnieuw veel landgenoten gebruik van de mogelijkheden van fiscale regularisatie om hun geld uit het buitenland, waarvan de inkomsten nooit werden aangegeven, te repatriëren of om andere gelden officieel te maken. Bij de samenstelling van een regularisatiedossier moet de oorsprong van het vermogen worden aangetoond door bijvoorbeeld rekeningafschriften of ander bewijsmateriaal over de periode van de regularisatie. Hiervoor kan de betrokkene
De dematerialisatie werd ingezet in 2008 en gaat nog altijd onverminderd door. Uiterlijk tegen eind 2013 moeten alle effecten gedeponeerd zijn op een effectenrekening. Op toondereffecten waarvan vanaf 1 januari 2016 de teruggave wordt gevraagd bij de Deposito- en Consignatiekas, zal een boete van 10 % van de waarde van de effecten verschuldigd zijn en dit per jaar achterstand. Wacht dus niet om uw toonderstukken tijdig te deponeren.
Investors corner Sinds de financiële crisis zijn rating agencies niet meer uit de beursactualiteit weg te slaan. Wat zijn de belangrijkste ratingbureaus? Hoe werken ze? En wat is hun invloed op de financiële systemen?
Rating agencies: zegen of vloek?
werden betaald door de financiële instellingen die de producten uitgaven. Een belangenconflict drong zich op. In 2010 ging de kritiek op de rating agencies zelfs zo ver dat sommigen hen verdachten de stoottroepen te zijn van een Angelsaksische samenzwering die het op de Zuid-Europese naties had gemunt. De bekendste rating agencies zoals Moody’s, Standard & Poor’s (S&P) en Fitch zijn immers alle Amerikaans. Er gingen dan ook stemmen op om een rivaliserend Europees rating agency op te richten. Maar is deze kritiek wel terecht? Het geval Griekenland
Een rating agency of ratingbureau is een externe consultant die door middel van een financiële analyse peilt naar de kredietwaardigheid van een land of bedrijf. Aan de hand van de toegekende rating krijgt de kredietgever meer zekerheid over de terugbetaling van het uitgeleende bedrag. Een goed systeem, maar tijdens de financiële crisis kwamen de ratingbureaus meer en meer in het oog van de storm terecht. De ratingbureaus werden vooral bekritiseerd omdat ze te lang aarzelden om de rating van toxische (lees slechte) financiële producten aan te passen.Veel stakeholders voelden zich bekocht omdat de ratingbureaus
Neem nu het geval van Griekenland. Eind april/begin mei besliste het ratingbureau S&P zonder directe, aanwijsbare reden om de Griekse rating te downgraden naar het niveau van ‘junk’. Na het verlagen van de rating schoten de Griekse rentevoeten de hoogte in, werd een reddingsplan niet alleen vervroegd maar werd het ook stringenter en moest de ECB haar regels aanpassen om de Griekse ‘junk’-obligaties nog altijd te mogen afnemen. De macht van de kredietanalisten is dus bijzonder groot. In het verleden hebben hun ratings bijvoorbeeld ook vrij goed staatsfaillissementen voorspeld. De ratings geven eigenlijk alleen maar een objectief advies aan de internationale investeerders die autonoom kunnen beslissen hoe ze dit ratingadvies zullen incorporeren bij de andere bepalende factoren.
De rol van waakhond Het is ook belangrijk om te onderstrepen dat een downgrade niet betekent dat een land minuten later failliet zal zijn. Er wordt altijd rekening gehouden met drie parameters: economische en institutionele sterkte, politiek risico en overheidsfinanciën, waarbij het belangrijkste element niet de schuldgraad is maar de proportie aan inkomsten die wordt toegewezen aan interestbetalingen. Zelfs als deze proportie de 10 % overschrijft, komt de hoogste kredietrating niet automatisch in het gedrang indien de overheid bereid is ingrijpende maatregelen te nemen. Op deze manier vervullen rating agencies eigenlijk een nuttige rol aangezien ze door hun grote invloed overheden dwingen maatregelen te nemen die ze anders niet (zo snel) zouden nemen. Zo hebben ze al meermaals beleggers behoed voor financiële bankroeten. Zoals we gezien hebben met Griekenland en Ierland kunnen staten immers uiterst snel ten onder gaan indien de internationale geldmarkten voor hen worden gesloten. Rating agencies hebben dus een blijvende meerwaarde, waarbij hun onpartijdigheid bewaakt moet worden en men moet beseffen dat hun advies niet het ultieme antwoord is. toonderstukken tijdig te deponeren.
Investors corner De meeste analisten zijn het er roerend over eens: 2011 wordt een goed beursjaar. Bij veel mensen rijst dan ook de vraag of ze opnieuw naar de beurs zouden stappen en in welke vorm ze dat dan het beste doen. Individuele aandelen hebben het na het Fortis-debacle nog wel een tijdje verkorven. Voor mensen die hun geloof in de beurs kwijtraakten, kunnen beleggingsfondsen toch weer een brug naar de beurs vormen. Een beleggingsfonds is een collectief beleggingsproduct dat gelden bij beleggers inzamelt. Deze gelden worden vervolgens in een collectieve portefeuille van roerende waarden belegd, in overeenstemming met het beleggingsbeleid dat in het prospectus van een fonds wordt beschreven. Er bestaan verschillende soorten fondsen, evenals verschillende manieren om ze te categoriseren, bijvoorbeeld naargelang het type belegging, de geografische zone, de economische activiteitssector, het thema, het juridisch statuut enz. De belangrijkste voordelen van fondsen zijn hun automatische diversificatie, hun vermogen tot aanpassing aan de behoeften, hun toegang tot specifieke markten, hun lage instapdrempel, de vakkennis van professionele beheerders en hun transparantie.
Beleggingsfondsen: brug naar de beurs
Meer mogelijkheden met open architectuur Bovendien hebben distributeurs van de beleggingsfondsen (financiële instellingen) lessen getrokken uit het moeilijke eerste decennium van de 21e eeuw. Zo trekken meer en meer fondsbeheerders de kaart van een patrimoniaal beheer in plaats van slaafs een bepaalde benchmark (ijkpunt) te volgen. Bij patrimoniaal beheer is het mogelijk om onmiddellijk in te spelen op nieuwe opportuniteiten, bijvoorbeeld wanneer de marktomstandigheden de beheerder verplichten om de volledige portefeuille om te switchen naar obligaties. Voorts trekken de distributeurs almaar meer de kaart van open architectuur waarbij een financiële instelling niet enkel haar eigen fondshuis in de kijker zet. Een fondshuis kan niet in elke activaklasse de beste zijn of er de volledig juiste macroeconomische visie op nahouden. Open architectuur zorgt voor een grotere spreiding qua blootstelling aan de verschillende beheerders. In de context van bank of verzekering De voordelen van fondsbeleggingen zijn dus legio. U kunt hiervan zowel in een bancaire context genieten als in een context van verzekeringen. Een keuze voor bankbeveks plaatst uw beleggingsfonds in een bancaire omgeving. Opteert u voor Tak 23-producten, dan heeft uw beleggingsfonds ook een dimensie op het vlak van verzekering. toonderstukken tijdig te deponeren.
Producten en diensten
Het ene pensioen is het andere niet
De Onderzoeksgroep Pensioenbeleid van Het Centrum voor Sociologisch Onderzoek van de KULeuven publiceerde onlangs de Belgische Pensioenatlas 2010. AXA maakte rond diezelfde periode de resultaten van haar elfde Pensioenbarometer bekend. Beide studies bevatten een aantal interessante conclusies die we u niet willen onthouden. Een van de belangrijkste vaststellingen van de Pensioenatlas is dat er in België grote verschillen zijn in de pensioenen. Die verschillen hebben vooral te maken met het statuut van de actieve loopbaan: werknemer, ambtenaar of zelfstandige. Het pensioenstelsel voor ambtenaren is het meest genereuze met een maandelijks gemiddeld pensioen van 2227 euro terwijl dat van een zelfstandige slechts 569 euro bedraagt. Dat is echter niet de enige ongelijkheid. Ook het verschil tussen gepensioneerde mannen en vrouwen valt op. Gepensioneerde mannen ontvangen gemiddeld 1444 euro per maand, terwijl gepensioneerde vrouwen zich moeten beredderen met 1037 euro.Voorts gaapt er een brede kloof tussen het pensioeninkomen van alleenstaanden en het pensioeninkomen van gepensioneerden die een paar vormen. Het maandelijkse gemiddelde voor alleenstaanden bedraagt 1380 euro. Gepensioneerden die als een koppel leven en die beiden een pensioen voor alleenstaanden ontvangen, zijn er met gemiddeld 1690 euro per maand het best aan toe. Een koppel met een gezinspensioen valt terug op gemiddeld 933 euro per maand. Alleen ambtenaren worden vrolijk bij het bestuderen van deze bedragen. De tweede pijler De Belgische Pensioenatlas onderzoekt ook in welke mate de tweede pijler van de pensioenopbouw zorgt voor een verbetering van de situatie van de gepensioneerde werknemers. Met de tweede pijler wordt bedoeld: de aanvullende pensioenen die binnen het bedrijf worden opgebouwd. Het blijkt dat slechts 35 % van de gepensioneerde werknemers en 50 % van de koppels met een pensioen als werknemer recht heeft op zo’n aanvullend pensioen. Ook stijgt de toegang tot de tweede pijler naarmate het wettelijk pensioen hoger ligt. Er bestaan ook grote verschillen in de toegekende bedragen van het tweedepijlerpensioen. Een substantieel deel van de gepensioneerden met een tweedepijlerpensioen ontvangt een aanvullend pensioen dat minder bedraagt dan 100 euro per
maand.Vooral vrouwen bevinden zich in deze situatie. Ook hier geldt hetzelfde principe: gepensioneerden met een hoger wettelijk pensioen zullen gemiddeld ook een hoger aanvullend pensioen genieten. De Pensioenatlas sluit af met een blik op het totale pensioeninkomen van de gepensioneerde werknemer. Daaruit blijkt dat zelfs de werknemers met een tweedepijlerpensioen gemiddeld onder het pensioen van een ambtenaar blijven. Nog veel onwetendheid Eind 2010 maakte AXA de resultaten bekend van haar elfde Pensioenbarometer. Hieruit komen eveneens enkele interessante resultaten naar voren. 54 % van de Belgen verwacht bijvoorbeeld nog altijd dat zijn pensioeninkomen van het wettelijk pensioen zal komen. Twee op de drie Belgen slagen er niet in om het bedrag van hun wettelijk pensioen in te schatten en evenveel Belgen zijn al tijdens hun loopbaan gestart met de voorbereiding van hun pensioen, meestal in de vorm van pensioensparen.