Animal and pets vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie

Animal and pets vmbo-kgt12 Auteur

VO-content

Laatst gewijzigd

24 August 2015

Licentie

CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie

Webadres

http://maken.wikiwijs.nl/52743

Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt. Stel zo voor iedere onderwijssituatie de optimale leermiddelenmix samen.

Inhoudsopgave Start Introduction Need to know To do Work plan

Listening Introduction Tips Pets Wild animals The cat came back Spiders Matt's dog

Reading Introduction Tips The animal shelter ABC Zoo The hare and the tortoise

Toolbox Introduction Grammar (1) Grammar (2) Grammar (3) Grammar (4) Grammar (5) Words (1) Words (2) Typing game Pronunciation Taaldorp Animals Fun Reference

Speaking Introduction Warming Up Tips Speech card (1)

Pagina 1

Animal and pets vmbo-kgt12

Speech card (2) Speak Up (1) Speak Up (2)

Writing Introduction Tips E-mail Order Write it down (1) Write it down (2)

Life and culture Introduction Barking birds Official animals (1) Official animals (2)

Tasks Introduction Speaking (1) Speaking (2) Speaking (3) Writing (1) Writing (2)

Answers Over dit lesmateriaal

Pagina 2


Start Introduction

Beste leerling, Je gaat aan de slag met het tweede thema van Engels: 'Animals and pets'. Door te luisteren (listening), te lezen (reading), te spreken (speaking) en te schrijven (writing) maak je kennis met verschillende soorten dieren. Je bezoekt websites. Je speelt spelletjes en je oefent. Hulp nodig? Gebruik de Toolbox! Je vindt daar woorden en uitdrukkingen die je kunt gebruiken, hulp bij de juiste uitspraak en en hulp bij het maken van zinnen. Veel plezier! Have fun!

Need to know

Pagina 3


Need to know Wat moet je weten voordat je aan de slag gaat met dit thema? Je vindt hier een paar oefeningen om te testen of je klaar bent voor het echte werk. Look and listen

2.

1.

http://make

http://maken.wikiwijs.nl/bestanden/359459/cattle.mp3

3.

4.

http://maken.wikiwijs.nl/bestanden/359461/sheep.mp3

1.Bekijk het plaatje en luister naar het bijbehorende geluidsbestand. Geef voor elk plaatje het juiste antwoord. Kies uit: A. Cattle B. Horse

Pagina 4


http://make

C. Pig D. Chicken E. Sheep

1.

2.

http://maken.wikiwijs.nl/bestanden/359463/cat.mp3

http://maken.

4.

3.

http://maken.

http://maken.wikiwijs.nl/bestanden/359465/dog.mp3

2. Bekijk het plaatje en luister naar het bijbehorende geluidsbestand. Geef voor elk plaatje het juiste antwoord. Kies uit: A. B. C. D. E.

dog rabbit cat parrot mouse

1.

2.

http://maken.wikiwijs.nl/bestanden/359467/parrot.mp3

Pagina 5


http://make

4.

3.

http://maken.wikiwijs.nl/bestanden/359469/lion.mp3

3. Bekijk het plaatje. en luister naar het bijbehorende geluidsbestand. Geef voor elk plaatje het juiste antwoord. Kies uit: A. B. C. D. E.

crocodile monkey lion parrot spider

Welk dier zie je op het plaatje? 1.




4. Bekijk het plaatje en geef voor elk plaatje het juiste antwoord. Kies uit: A. B. C. D. E.

crocodile monkey lion parrot spider

Controleer je antwoorden bij het kopje "Answers"".

Pagina 6


http://make

To do

In dit project ga je in het Engels: luisteren naar mensen die praten over hun huisdieren. tekstjes lezen over huisdieren, maar ook over wilde dieren. praten over je favoriete dieren. een oproep schrijven waarin je vraagt of iemand je weggelopen huisdier heeft gevonden. Aan de slag!

Work plan

Ieder thema bestaat uit een groot aantal opdrachten/oefeningen. Het is belangrijk dat je goed bijhoudt welke opdrachten je gedaan hebt. Om je te helpen hebben we een work plan gemaakt. Op dat work plan kun je bijhouden welke onderdelen je al gedaan hebt. Download hier het Work plan Animals and pets.

Pagina 7


Listening Introduction

Introduction - Listening Huisdieren zijn vaak grappige beesten. Elke eigenaar kan je wel een speciaal verhaal vertellen over zijn hond of kat. Sommige huisdieren zijn zelfs wel eng zoals spinnen of slangen. In dit onderdeel luister je naar wat andere mensen over bijzondere dieren vertellen. Succes! - Good luck!

Tips

Tips bij het luisteren

Voordat je begint met luisteren: Lees het begin erg zorgvuldig, dat zal je helpen om erachter te komen waar de luistertekst over gaat en zal je ook helpen om je te concentreren op de belangrijkste details. Lees de vragen voordat je begint te luisteren. Dat zal je helpen je te concentreren op de informatie die je zoekt. Terwijl je luistert: Let vanaf het begin goed op! Als je het eerste gedeelte mist, zal het erg lastig zijn om te begrijpen waar de rest over gaat. Zo gauw je het antwoord gevonden hebt, begin dan de volgende vraag door te lezen!

Pagina 8


Als je niet direct het juiste antwoord kunt vinden, aarzel dan niet te lang, maar kies het antwoord dat volgens jou het beste is. Je kunt niet alles begrijpen? Het is niet nodig om alle Engelse woorden te begrijpen om te weten waar de tekst over gaat!

Pets

Pets Kun je de juiste plaatjes vinden? Klik op de link hieronder om naar de website met de oefening te gaan: www.ello.org Klik op BEGIN GAME. Klik het plaatje aan dat volgens jou bij de tekst hoort. Als je de volgende beschrijving wilt horen, klik dan op CONTINUE. Probeer net zo lang door te gaan tot je foutloos blijft.

Wild animals

Wild animals Kun je de juiste plaatjes vinden? Klik op de link hieronder om naar de website met de oefening te gaan: www.ello.org Klik op BEGIN GAME.

Pagina 9


Klik het plaatje aan dat volgens jou bij de tekst hoort. Als je de volgende beschrijving wilt horen, klik dan op CONTINUE. Probeer net zo lang door te gaan tot je foutloos blijft.

The cat came back

The cat came back Luister en kijk naar het liedje 'The cat came back' - Cordell Barker (flash versie) Ga naar www.studioengels.nl om het liedje te bekijken. Probeer de 'invulopdracht' hieronder te maken. Vul het juiste woord op de juiste plek in. Extra: Vraag je docent of je de worksheet mag maken.

The cat came back kn.nu/a3mfs

1 Fill in the empty space with the right words. away, yellow, next, Old, man _______________ Mister Johnson had troubles of his own He had a _______________ cat that wouldn't leave home; He tried and he tried to give the cat away, He gave it to a _______________ going out to LA (Refrain) But the cat came back the very _______________ day,

Pagina 10


The cat came back, he thought he was a goner But the cat came back; cause it wouldn't stay _______________ . No.

2 Fill in the empty space with the right words. twenty, train, boat, way, tell So he gave it to a man going _______________ out West, Told him to take it to someone he liked best; the _______________ hit the curve, then it jumped the rail, Not a soul was left to _______________ the tale Refr. So he gave it to a gambler with a ten dollar note, Told him ‘take it to the river, put in a _______________'; He tied a rope around its neck, it must have weighed _______________ pounds Now they drag the river for the man that drowned.

3 Fill in the empty space with the right words. found, miles, nails, moon, kill Refr. He gave it to a fellow up in a balloon, told him to take it to the man in the _______________ ; The balloon it busted everyone said ten _______________ away they picked up that fellow good and dead Refr. The farmer swore he'd _______________ the cat on sight, so he loaded up his shotgun with _______________ and dynamite; He waited and he waited for the cat to come around, Ninety seven pieces of the man is all they _______________ .

4 Fill in the empty space with the right words. wind, cat, water, goner Refr. Away across the ocean they sent the cat at last, Vessel only out one day and taking _______________ fast; People all began to pray, the boat began to toss, A great big gust of _______________ came by and every one was lost. But the cat came back the very next day, The cat came back, thought he was a _______________ goner But the _______________ came back; ‘cause it wouldn't stay away.

Pagina 11


Spiders

Spiders Katia, Fred en Todd praten over spinnen. Vind je spinnen eng of vind je ze wel cool, zoals Katia? Klik op de link hieronder om naar het gesprek te gaan. www.elllo.org Je kunt meelezen met de text: klik op ON bij Text View Probeer de onderstaande quiz te maken. De quiz bestaat uit vier vragen.

Spiders kn.nu/au65r

1 What did they try to do to the spider? a. Step on it. b. Catch it. c. Spray it.

2 What happened with the spider? a. It got away. b. It came back. c. It attacked them.

3 What was the spider trying to do?

Pagina 12


a. Run away. b. Run up the wall. c. Run to a shadow.

4 How do they feel about spiders? a. They hate them. b. They like them. c. They are scared of them.

Matt's dog

Matt's dog Matt vertelt over zijn familie en de honden die zij hebben. Luister naar het verhaal.

http://maken.wikiwijs.nl/bestanden/359479/03_Matt_Dogs.mp3

Beantwoord de volgende vijf vragen. Schrijf de eindscore in je schrift of op je werkblad.

Matt's pets kn.nu/5wga1

1

Pagina 13


Does he have a pet? a. Not now. b. Yes, two dogs and a cat. c. Yes, two cats and a dog.

2 What kind of dogs does he train? a. Sheep dogs b. Show dogs c. Dogs for the blind

3 Does he ever see dogs after he trains them? a. All the time. b. Sometimes c. Never

4 Why do people keep pets? a. For security. b. To help with work. c. For companionship.

5 Why are puppies so expensive? a. They eat a lot. b. They chew things up. c. Both of these reasons.

Pagina 14


Reading Introduction

Introduction - Reading In deze 'step' ga je je leesvaardigheid oefenen door het lezen van verschillende teksten die allemaal met 'animals and pets' te maken hebben. Dit ga je doen met het lezen van veel verschillende soorten teksten. Door de oefeningen te doen zul je je leesvaardigheid kunnen verbeteren. Have fun reading!

Tips

Tips bij het lezen Voordat je begint met lezen: Begin niet direct te lezen, maar bekijk eerst de titel, de plaatjes en de apart gedrukte woorden, die helpen je om te bepalen waar de tekst over zou kunnen gaan. Lees dan de inleiding. Kijk ook wat voor een soort tekst het is, dat zie je vaak onderaan de pagina. Lees de opdrachten voordat je begint te lezen. Dat zal je helpen om de tekst op de juiste manier te gaan lezen. Als er multiple choice vragen staan, bekijk dan alle antwoorden en kijk wat de verschillen zijn.

Pagina 15


Terwijl je leest: Je kunt niet alles begrijpen? Het is niet nodig om alle Engelse woorden te begrijpen om weten waar de tekst over gaat! Vaak kun je de betekenis wel ongeveer raden door de rest van de zin te bekijken of door te kijken op welk Nederlands woord het lijkt.

The animal shelter

In het dierenasiel zitten veel dieren. De familie Good wil er graag een adopteren. Maar welke kunnen ze het beste kiezen? Opdracht: Lees (en luister) naar 'the animal shelter' Verbind eerst de namen van de dieren met de plaatjes. Klik dan op 'Start'. Schrijf in je schrift: de titel van het verhaaltje in vijf regels wat er in het verhaal gebeurt jouw mening over het verhaaltje (leuk, grappig, te makkelijk, goed te doen, niet zo boeiend ...). Tip Zoek op www.vertalen.nu de woorden op die je niet weet. Schrijf die woorden met de betekenis in je schrift.

ABC Zoo

Pagina 16


Er is een nieuw dier gearriveerd in de dierentuin. De opzichter moet ervoor zorgen dat hij op de goede plek komt. Je maakt kennis met de hele dierentuin. Opdracht Lees (en luister) naar: ABC Zoo Maak de puzzel alleen als je dat wilt. Klik op 'Start'. Schrijf in je schrift: de titel van het verhaaltje in vijf regels wat er in het verhaal gebeurt jouw mening over het verhaaltje (leuk, grappig, te makkelijk, goed te doen, niet zo boeiend ...). Tip Zoek op www.vertalen.nu de woorden op die je niet weet. Schrijf die woorden met de betekenis in je schrift.

The hare and the tortoise

De haas is een opschepper. Hij gaat een weddenschap aan met de schildpad. Hij kan het hardst rennen natuurlijk - dus winnen is een eitje... Opdracht: Download eerst het werkblad bij deze opdracht. Download nu het verhaal: The hare and the tortoise . Vul het werkblad volledig in. Tip Gebruik www.vertalen.nu om woorden op te zoeken die je niet weet.

Pagina 17


Toolbox Introduction

De toolbox is een soort gereedschapskist. In de toolbox vind je informatie en oefeningen die je nodig hebt om de opdrachten bij Speaking en Writing goed te doen. In de toolbox vind je de onderdelen: Grammar Words Typing game Pronunciation Fun Reference Werk de onderdelen stap voor stap door. Bedenk dat de onderdelen grammatica en het leren van woordjes/zinnen heel belangrijk zijn om een taal goed te leren. Good luck!

Grammar (1)

Als je de opdrachten die bij dit thema horen, goed wilt doen, zul je ook iets moeten weten over de

Pagina 18


taalregels, de grammatica - Grammar. Je gaat leren over: het stellen van vragen/vraagzinnen; ontkenningen; de persoonlijke voornaamwoorden. Over ieder onderwerp bestudeer je de theorie in Engels en maak je een of enkele oefeningen. Good luck!

Grammar (2)

Vragen stellen - Simple present

Bestudeer in de Kennisbank Engels het volgende onderdeel: Grammar: Vragen stellen - Simple present Maak nu de volgende oefening.

Vragen stellen - Simple present kn.nu/069n4

1 Maak met de woorden een kloppende zin. they - Canada? - in - live - Do _______________

2 Maak met de woorden een kloppende zin. always - love - I - Will - you?

Pagina 19


_______________

3 Maak met de woorden een kloppende zin. she - Is - time? - on _______________

4 Maak met de woorden een kloppende zin. you - coming - today? - Are _______________

5 Maak met de woorden een kloppende zin. my - bring - cats? - May - I _______________

6 Maak met de woorden een kloppende zin. fancy - Does - her? - really - he _______________

7 Maak met de woorden een kloppende zin. Can - you - well? - swim _______________

8 Maak met de woorden een kloppende zin. she - Does - hard? - work - very _______________

9

Pagina 20


Maak met de woorden een kloppende zin. the - Can - phone? - he - answer _______________

Grammar (3)

Ontkenningen - Simple present

Bestudeer in de kennisbank Engels wanneer en hoe je de simple present gebruikt in de ontkennende vorm. Grammar: Ontkenningen - Simple present Maak nu de volgende twee oefeningen.

Ontkenningen - Simple present kn.nu/trdvh

1 Maak een kloppende ontkennende zin. I - this. - fun - can - see - the - not - in _______________

2 Maak een kloppende ontkennende zin. They - us. - not - will - help _______________

Pagina 21


3 Maak een kloppende ontkennende zin. We - lots - money. - not - got - have - of _______________

4 Maak een kloppende ontkennende zin. We - wear - uniform. - not– a - will _______________

5 Maak een kloppende ontkennende zin. Charles - is - boyfriend. - Amy's - not _______________

6 Maak een kloppende ontkennende zin. We - going - are - tonight.- cinema - not - to - the _______________

7 Maak een kloppende ontkennende zin. My - like - fries. - does - dad - not - French _______________

8 Maak een kloppende ontkennende zin. This - minutes. - fifty - not - last - lesson - does _______________

Ontkenningen - Simple present kn.nu/q8o3z

1 Maak een ontkennende zin door de juiste vorm van het werkwoord ‘to do’ (don't, doesn't)

Pagina 22


of ‘to be’ (isn't, aren't, 'm not) in te vullen.

Your teacher _______________ check your home work. We _______________ live in Amsterdam. Gary and Ken _______________ have a pet. He _______________ have a dog. You _______________ play football. I _______________ sick, that's for sure. They _______________ brothers. We _______________ the champions. She _______________ a nice teacher.

Grammar (4)

In het vorige thema is het onderdeel 'Persoonlijk voornaamwoord' al even aan de orde geweest. Weet je het nog? Bestudeer nogmaals het onderdeel over het 'Persoonlijk voornaamwoord'. Grammar: Persoonlijk voornaamwoord Maak nu de volgende oefeningen.

Persoonlijk voornaamwoord kn.nu/9chia

1 Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats?

Pagina 23


(Jullie) ...... are not in my class. a. They b. We c. You

2 Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats? (Zij) ...... are all in the same class. a. They b. Her c. You

3 Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats? Are (jij) ...... in class 1A? a. he b. you c. they

4 Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats? (Wij) ...... are new at school. a. We b. Us c. They

5 Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats? (Ik) ...... am new at school. a. I b. Me c. You

6 Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats? There is Tom. (Hij) ...... is new at school. a. Him b. He c. You

7

Pagina 24


Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats?

Is ....... (zij) in class 1B? a. you b. her c. she

8 Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats? (Zij) ...... are pupils at this school. a. Them b. She c. They

9 Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats? Can you hear ...... (haar). a. her b. his c. them

10 Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats? This message is for ...... (hem). a. you b. his c. him

11 Welk persoonlijk voornaamwoord moet op de open plaats? It's an invitation for ..........(mij). a. mine b. me c. us


I can hear ...........(jullie).

Pagina 25


a. them b. you c. her


She can't find ..........(het). a. it b. you c. them


Please, listen to ..........(ons). a. us b. him c. them


You must send .............(hen) a postcard. a. their b. him c. them


I can help .......(jou). a. them b. him c. you

Pagina 26


Persoonlijk voornaamwoord kn.nu/s9amh

1 Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in. (Ik) _______________ work three days a week. (Zij)_______________ lives in Essex. (Jij) _______________ leave at 9.30 pm. (Wij) _______________ are waiting for you. (Hij) _______________ works three days a week. (Jullie) _______________ live in Essex. (Zij) _______________ leave at 9.30 pm.

2 Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in. (Het) _______________ will be great if she comes. John is late, because _______________ (hij) overslept. The children are so happy, _______________ (zij) are singing. Are _______________ (jij) leaving today?. I'm sure _______________ (wij) have met before. Please, listen to _______________ (mij). I can hear _______________ (u).

3 Vul het juiste persoonlijk voornaamwoord in. It's a invitation for _______________ (haar). You must send _______________ (hem) a postcard. Can you hear _______________ (ons). She can't find _______________ (het). This message is for _______________ (hen). We can help _______________ (jullie). Can you forgive _______________ (ons). We gave _______________ (jullie) lots of cakes. Give it to _______________ (hen). I give _______________ (jou) a present.

Grammar (5)

Pagina 27


Je sluit het onderdeel Grammar af met een Grammar test. Als je het certificaat haalt, ben je klaar voor de volgende stap. Klik op de volgende link om te beginnen. Succes! Good luck!

Animals and pets Toolbox: Grammar kn.nu/m86uh

1 Welke vragende zin is niet goed? a. Do you have a cat? b. Does he haves a dog? c. Do they have pets? d. Does she have a rabbit?

2 Welke vragende zin is niet goed? a. Are you coming tomorrow? b. Has he had a good time? c. Can i stay at your place? d. Wills she help us?

3 In welke zin is 'to be' verkeerd gebruikt?

Pagina 28


a. Am I the only one here? b. Is he completely mad? c. Are you coming tomorrow? d. Are a Dutch pancake very cheap?

4 Welke ontkennende zin klopt niet? a. I do not watch television. b. She does not watches television. c. We do not watch television. d. They do not watch television.

5 Welke zin is niet goed? a. I don't believe you. b. He don't believe you. c. She doesn't believe you. d. They don't believe you.

6 Wat kan op de puntjes? Kathy ...... in th esupermarket. She ...... in a bar. a. doesn't work - works b. doesn't works - works c. doesn't work - work d. doesn't works - work

7 Wat kan op de puntjes? ...... she ...... in Amsterdam? a. Do - live b. Do- lives c. Does - lives d. Does - live

8 Welke zin betekent hetzelfde? John helps his sister to do the dishes. a. Him helps she to do the dishes. b. Him helps her to do the dishes. c. He helps she to do the dishes. d. He helps her to do the dishes.

Pagina 29


9 Welke zin betekent hetzelfde? The boys are watching the football game. a. He is watching it. b. He is watching her. c. They are watching it. d. They are watching her.

10 Welke zin betekent hetzelfde? Sue helps her friends every day. a. She helps them every day. b. She helps their every day. c. She helps thems every day. d. She helps themselves every day.

Words (1)

Om de opdrachten in het thema Animal and pets goed te kunnen maken, moet je een aantal woordjes en zinnen kennen. Voor elke thema staan er op ovcengels.wrts.nl woordenlijsten klaar waar je mee kunt oefenen. Waarschijnlijk heb je WRTS al eens gebruikt, ga dan naar de volgende pagina. Heb je WRTS nog nooit gebruikt, dan moet je een account aanmaken: Ga naar www.wrts.nl . Klik op 'Meld je nu meteen aan! Vul bij 'Emailadres' je e-mailadres in. Vul bij 'Wachtwoord' een wachtwoord in. Vul bij 'Bevestiging' nog een keer je wachtwoord in. Klik vervolgens op 'Aanmelden'. Onthoud je wachtwoord goed!

Words (2)

Pagina 30


Ga nu woordjes leren met WRTS: Ga naar http://wrts.nl/studiovoengels en log in. Bepaal welke lijst je wilt gaan oefenen. Bij dit thema heb je de keuze uit vijf lijsten: Animals A Animals B Animals C Animals chuncks A Animals chunks B Klik op het woord 'Overnemen' achter de lijst die je wilt gaan gebruiken. Je ziet de lijst staan. Scroll naar beneden en klik op 'Opslaan'. Klik op 'Overhoren'. Geef aan op welke manier je wilt oefenen en klik op 'Begin overhoring'. Oefen op verschillende manieren. Succes!

Typing game

Typing game Je gaat een typwedstrijdje spelen. Je krijgt een aantal woorden/woordcombinaties te zien.

Pagina 31


Kijk steeds goed naar de spelling van het woord/de woordcombinatie. Typ het woord of de woordcombinatie daarna zo snel mogelijk na. Als je in het totaal 100 letters of meer hebt getypt, stopt het spel. Hoe hoog is je score? Klik op de link om het spel te starten. Typwedstrijd Animal and pets - Flash

Pronunciation

Op languageguide.org vind je de pronunciation (uitspraak) van een aantal belangrijke woorden uit dit thema! Ga naar: > Farm Animals > Mammals - zoogdieren > Pets > Reptiles and Amphibians > Insects > African Animals > Birds > Sea animals Beweeg met je muis over de plaatjes. Alle woorden worden met een Amerikaanse uitspraak voorgelezen. Luister naar de woorden en oefen de uitspraak door ze hardop uit te spreken. Kies per oefening de drie moeilijkste woorden en schrijf die op in je schrift. Lees ze op hardop voor aan een medeleerling.

Taaldorp Animals

Pagina 32


Je brengt een bezoek aan de biologieles in het virtuele taaldorp. In het klaslokaal vind je een aantal oefeningen. Probeer ze allemaal te doen! Noteer de oefeningen die je gedaan hebt op je werkplan. Taaldorp: Animals - Flash Veel plezier - Have fun!

Fun

Op internet vind je veel websites met leuke Engelse spelletjes/oefeningen die te maken hebben met het thema. Hieronder staan een aantal links naar websites die wij voor jou hebben geselecteerd: Animal maker - easy Dragons Real or mythical? ABC Zoo

Reference

Pagina 33


In dit deel van de Toolbox vind je links naar allerlei websites die handig kunnen zijn als je Engels aan het leren bent. www.vertalen.nu - Woordjes en zinnen vertalen simple.wikipedia.org - Informatie over van alles en nog wat www.digischool.nl - The English Classroom www.woodlands-junior.kent.sch.uk - Woodlands Junior School www2.research.att.com - Hoe spreek je het uit? www.enchantedlearning.com - Plaatjeswoordenboek

Pagina 34


Speaking Introduction

In het blok Speaking ga je werken aan je spreekvaardigheid. Eerst ga je kijken naar uitdrukkingen die je kunt gebruiken om over dieren of jouw huisdier te spreken. Dan ga je een gesprek met een andere leerling oefenen. Je gaat ook nog een gesprek van twee andere leerlingen beoordelen. En tenslotte ga je je oefenen in levensechte situaties. Met iedere oefening die je doet, zal je spreekvaardigheid verbeteren! Speak up!

Warming Up

Try this first Straks ga je met levensechte spreektaken aan de slag. Ben je er klaar voor? Kijk je of je van vijf veel voorkomende vragen/zinnen de vertaling weet. Heb je een lage score (minder dan 60%), doe de oefening dan opnieuw....

Pagina 35


Try this first kn.nu/pcyib

1 Do you have a pet? a. No, it messes up my hair. b. Yes, I’ve got a dog. c. Yes, I’ve got three red ones.

2 I have a guinea pig. a. It lives in a cage. b. I walk it every day. c. It barks.

3 What doesn’t a cat have? a. Paws b. Tail c. Beak

4 Which animal is usually not kept in a cage? a. Dog b. Hamster c. Guinea pig

5 What kind of animal is a parrot? a. Bird b. Reptile c. Insect

Tips

Pagina 36


Tips bij de spreekopdrachten Kijk eerst welke woorden en uitdrukkingen je kunt gebruiken. Oefen het gesprek met een klasgenoot. Laat je gesprek beoordelen door twee klasgenoten. Beoordeel zelf ook het gesprek van twee klasgenoten. Probeer te oefenen in levensechte situaties. Voordat je begint met spreken: Gebruik zoveel mogelijk vaste uitdrukkingen. Ga NIET het hele gesprek opschrijven. Maak eventueel wel wat korte aantekeningen. Begin het gesprek altijd met een (beleefde) begroeting en sluit het gesprek netjes af. Kijk naar degene tegen wie je spreekt. Spreek rustig, niet te hard, maar ook niet te zacht. Probeer door te praten. Als je een woord niet weet, probeer het dan op een andere manier uit te leggen. Als je iets niet begrijpt, vraag dan netjes of hij/zij het je opnieuw wil uitleggen.

Speech card (1)

Speech card

Je gaat een gesprekje voeren met een klasgenoot. Dat gesprek gaat over huisdieren. Hoe het gesprekje moet verlopen, kun je lezen op de speech cards. Download allebei één card. Persoon A: Speech card - persoon A . Persoon B: Speech card - persoon B .

Pagina 37


Bekijk de speech card goed. Op de card staat jouw rol. Je klasgenoot heeft een andere rol. Bedenk voor jezelf wat jij gaat zeggen en hoe je het gaat zeggen. Maak eventueel wat korte aantekeningen. Oefen het gesprekje een aantal keer met je klasgenoot. Neem daarvoor minimaal tien minuten.

Speech card (2)

Speech card - beoordeling

Download de beoordeling: Speech card - beoordeling Vraag twee andere klasgenoten om naar jullie gesprekje te luisteren. Vraag om feedback. Natuurlijk kijken jullie ook naar het gesprekje van jullie klasgenoten. Geef op een goede manier commentaar. Gebruik daarbij het beoordelingsformulier. Have fun!

Speak Up (1)

Speak up: Real life activities

Op deze en de volgende pagina vind je een aantal levensechte situaties om je spreekvaardigheid te oefenen. Oefen met zoveel mogelijk verschillende situaties. Als je hulp nodig hebt, kijk dan nog eens naar de tips for speaking! Op de camping Opdracht:

Pagina 38


Naast jullie staan Engelsen. Je ziet een loslopende hond. Je wilt weten of het de hond van jullie buren is. Je beschrijft de hond en vraagt of hij van hen is. Beschrijven Opdracht: Tijdens een reis in de trein in het buitenland ontmoet je een leeftijdgenoot. Jullie rijden langs een dierentuin. Je ziet een leeuw, een aap en een papegaai. Beschrijf deze dieren voor je reisgenoot.

Speak Up (2)

Vragen stellen en beantwoorden

Opdracht: Je bent een groep jongeren tegengekomen en jullie praten over huisdieren. Jij bent niet zeker van het Engelse woord voor jouw huisdier. Je moet hun vragen kunnen beantwoorden en door jouw antwoorden komen de anderen erachter wat jouw huisdier is. Jouw huisdier Opdracht: Je moet een korte spreekbeurt (twee minuten) houden over je huisdier. Bereid je voor op een praatje waarin je jouw huisdier beschrijft. Funniest home video Opdracht: Je hebt een opname gemaakt van jouw hond in een komische situatie. Je kan het filmpje zo op Youtube zetten. Vertel in het kort wat er zo grappig aan het filmpje is.

Pagina 39


Writing Introduction

Introduction In het onderdeel Writing ga je je schrijfvaardigheid verbeteren door een email te schrijven en een bestelformulier in te vullen. Daarnaast oefen je schrijfvaardigheid in een paar levensechte situaties. Als je goed oefent, zal het schrijven steeds makkelijker gaan. Tot schrijfs!

Tips

Tips bij het schrijven: Gebruik zoveel mogelijk alleen woorden en zinnen die je kent. Gebruik een woordenboek als je een woord wilt gebruiken dat je nog niet hebt gehad, of als je niet weet hoe je een woord schrijft. Maak je de opdracht op de computer, gebruik dan de spellingchecker. Stel de taal in op Engels. Probeer te oefenen in levensechte situaties.

E-mail

Pagina 40


Kun jij je voorstellen dat er geen e-mail zou bestaan? Maak onderstaand e-mailbericht compleet door de ontbrekende woorden in te vullen.

Writing an e-mail kn.nu/3fi7o

1 Vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: leaflets, information, Animal Camp, Netherlands, name, website. Hi, My _______________ is Marije. I'm from Holland. I saw on your _______________ (www.bearriverranch.com) that you offer the only overnight _______________ in America. I would like some _______________ about your camp. Can you send me some _______________ ? Kind regards, Marije van Rooij, Bloemenhof 24, 1011 XJ Amsterdam, The _______________ .

Order

Pagina 41


The ordering form Je wilt graag een teddybeer bestellen voor je zusje bij Hamley's in London. Je moet daarvoor de juiste gegevens op het bestelformulier invullen. Download het bestelformulier en vul het in. Klaar? Vraag je docent of je het mag uitprinten.

Write it down (1)

Write it down: Real life activities

Dit is het echte werk! Hier zijn een paar levensechte situaties om je schrijfvaardigheid te oefenen. Oefen met zoveel mogelijk verschillende situaties! Postcard Opdracht: Je stuurt een ecard naar een buitenlandse vriend. Je hebt een foto van je nieuwe huisdier geüpload. Vertel je vriend hoe je huisdier heet, wat voor dier het is en hoe hij eruitziet. Greetings Opdracht: Je stuurt een vakantiekaart naar je vriend in de USA. Gebruik korte zinnen. Vertel dat je naar de dierentuin bent geweest.

Pagina 42


Vertel je vriend wat je hebt gezien.

Write it down (2)

A lost pet

Opdracht: Jouw huisdier is weggelopen of niet naar huis teruggekeerd. Je wilt de hulp van anderen inroepen om hem te vinden. Maak in het Engels een kleine poster waarop je jouw huisdier omschrijft. Maak duidelijk dat je hulp van anderen nodig hebt. Je kunt ook een beloning uitloven. An advert in the paper Opdracht: Je bent verhuisd naar Wales. Je wilt graag een jong katje. Schrijf een advertentie in de plaatselijke Engelse krant. Beschrijf wat voor katje je wilt: de kleur, wat voor soort, voor welke prijs etc. Zorg ervoor dat er persoonlijke informatie bijstaat zodat de lezers contact met jou kunnen opnemen.

Pagina 43


Life and culture Introduction

Introduction Wat weet je over Engeland en Engelse mensen? Lijkt het heel erg op het leven van Nederlandse mensen? Wat is typisch Engels. Je gaat een kijkje nemen..... Aan de slag! - Get started!

Barking birds

Funny meanings In het Nederlands hebben dierennamen soms een tweede betekenis. Bijvoorbeeld als je het hebt over 'een beer van een vent'. Dan bedoel je een hele grote, sterke vent. Ook in het Engels komen dierennamen met een tweede betekenis voor. Kijk maar eens op dit deel van de website van de Woodlands Junior School . Zoek de tweede betekenis van de volgende woorden op: 1. bird 2. cat's eyes

Pagina 44


3. fish fingers 4. zebra crossing Zoek nu zelf ook nog twee dierennamen met een dubbele betekenis. Schrijf alle woorden en de twee betekenissen op in je schrift.

Official animals (1)

The lion and the unicorn Hiernaast zie je het officiële wapen van het Verenigd Koninkrijk (Groot Brittanië en Noord Ierland). Links wordt het schild vastgehouden door de English Lion. Rechts staat de Unicorn of Scotland. Meer informatie over 'The lion and the unicorn' vind je bij The Royal Coat of Arms op de website van de Woodlands Junior School. Naast het Verenigd Koninkrijk zijn er nog veel meer landen die een dier in hun wapen hebben. Bijvoorbeeld: de zwarte arend voor Duitsland, de dubbelhoofdige adelaar voor Rusland, de kip/hen voor Frankrijk, de draak voor China, de lama voor Peru, et cetera.

Official animals (2)

Pagina 45


Op www.fleurdelis.com vind je heel veel informatie over de betekenis van allerlei symbolen. Zoek van minstens vijf dieren de betekenis op. Schrijf die betekenis in het Nederlands in je schrift. Ontwerp nu een eigen familiewapen. Gebruik in je wapen één of enkele dieren. Kies dieren uit waarvan je vindt dat ze bij je familie passen. Schrijf bij het wapen waarom je voor die dieren hebt gekozen.

Pagina 46


Tasks Introduction

Language Tasks In dit onderdeel vind je een aantal verschillende taaltaken: spreektaken en schrijftaken. In de taaltaken krijg je te maken met situaties die je als je op vakantie bent in Engeland ook kunt tegenkomen. Hoe meer taken je doet, hoe beter je je straks kunt redden op vakantie. Overleg met je docent welke taken je doet. Kies maar!

Speaking (1)

1. Telephone conversation: Informatie vragen via de telefoon. Situatie Je wilt naar de dierentuin, maar je weet niet hoeveel dat kost. Bel de dierentuin. Zeg wie je bent en wat je wilt weten. Je wilt weten wanneer de dierentuin open is (dagen en tijden). Tip:

Pagina 47


Vraag twee klasgenoten te luisteren en commentaar te geven op je gesprek. Beoordeling van de taak Je hebt het goed gedaan als je: je het gesprek goed bent begonnen en goed hebt afgesloten; je de juiste woorden wist; je wist hoe je antwoord moest geven; je niet teveel op je blaadje hoefde te kijken; je duidelijk sprak; iedereen je begrepen heeft; je jouw gesprek samen met een andere leerling hebt verbeterd.

Speaking (2)

2. Can you find your way around? Situatie Je bent samen met vrienden aangekomen in London Zoo. Vraag aan een medewerker: Wat kost een kaartje? Krijg je (studenten)korting? Waar kun je een plattegrond van de dierentuin krijgen? Is er een rooster voor de dierenshows? Waar kun je iets te eten kopen? Is er een gids om jullie rond te leiden? Hoe laat gaat de dierentuin dicht? Tip: Vraag twee leerlingen naar jouw gesprek te luisteren en commentaar te geven.

Speaking (3)

Pagina 48


2 Can you find your way around? - (2) Beoordeling van de taak Je hebt het goed gedaan als je: je het gesprek goed bent begonnen en goed hebt afgesloten; je de juiste woorden wist; je wist hoe je naar de verschillende onderdelen moest vragen; je wist hoe je antwoord moest geven; je niet teveel op je blaadje hoefde te kijken; je duidelijk sprak; iedereen je begrepen heeft; je jouw gesprek samen met een andere leerling hebt verbeterd.

Writing (1)

Guess who? Situatie Jouw huisdier is weggelopen. Je hebt een foto van je huisdier. Schrijf in het Engels zo duidelijk mogelijk op hoe je huisdier eruitziet, maar schrijf niet op wat voor dier het is. Laat een medeleerling de omschrijving lezen. Kan hij raden over wat voor huisdier jij hebt geschreven? Lees ook de omschrijving van je medeleerling. Kun jij raden over welk dier hij/zij geschreven heeft?

Pagina 49


Beoordeling van de taak Je hebt het goed gedaan als je: je de kleur, grootte en verdere uiterlijke kenmerken hebt beschreven. iemand anders kan raden over welk dier het gaat (zonder de afbeelding te zien).

Writing (2)

Hello to you, too!

Situatie Je hebt iemand op internet leren kennen. Vertel je chat-vriend(in) over je huisdier/paard/... Vertel ook wat je moet doen om je huisdier te verzorgen. Tip: Vraag een klasgenoot om naar je email te kijken. Luister naar de tips van je klasgenoot en verbeter je email. Beoordeling van de taak Je hebt het goed gedaan als je: je de juiste woorden hebt gebruikt; de volgende onderdelen in je email stonden: begroeting, informatie over jouw huisdier, informatie over wat je met je huisdier doet, vragen over zijn/haar (favoriete) dier/huisdier, afsluiting; je de mail hebt verbeterd naar aanleiding van het commentaar van je klasgenoot.

Pagina 50


Answers

Need to know

1. 1. = A 2. = C 3. = E 4. = B 2. 1. = C 2. = E 3. = A 4. = B 3. 1. = D 2. = B 3. = C 4. = A 4. 1. = parrot 2. = monkey 3. = lion 4. = crocodile

Pagina 51


Over dit lesmateriaal Colofon StudioVO Deze module is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO. Fair Use In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content. Auteur

VO-content

Laatst gewijzigd

24 August 2015 om 12:15

Licentie

Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie

Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau

VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2;

Leerinhoud en

Schrijven; Engels; Luisteren; Spreken; Gesprekken voeren (Nederlands);

doelen Eindgebruiker

leerling/student

Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting

Pagina 52

12 uur en 0 minuten


Animal and pets vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie

Recommend Documents