Anima en Poornima in Nederland 25 juli 2009: in de namiddag sta ik op Schiphol met de Nepalese vlag in mijn hand bij arrival gate nummer 3. Ik wacht op de komst van mijn pleegdochter Anima Shrestha uit Bhaktapur, Nepal. Ik heb Anima, haar 4 zusjes en jongere broertje leren kennen in 2002 tijdens mijn vrijwilligerswerk in het kleine dorpje Gatthaghar, Bhaktapur, Nepal. Sinds 1994 zijn deze zes kinderen wees. Hun ouders zijn omgekomen bij een gasexplosie in hun winkeltje in het dorpje Thimi vlakbij Bhaktapur. Na dit tragisch ongeluk zijn de kinderen bij hun tante Radha Devi Shrestha in huis geplaatst. Tussen 1994 en 2002 zijn de kinderen slecht behandeld en heeft de familie van vaders kant, de giften die de kinderen van alle dorpsbewoners gekregen hadden na de crematie van hun ouders, totaal verbruikt voor goederen en levensonderhoud. In Nepal is het de gewoonte wanneer beide ouders sterven dat de gemeenschap waarin ze leven geld doneren voor de opvang van de kinderen. Anima en haar broertje en zusjes hebben tot op de dag van vandaag nog steeds niet kunnen beschikken over het spaargeld van hun ouders en van het kleine huis dat hun ouders bezaten. De zussen en broers van de overleden vader vonden dat dit geld aan hen toebehoorde en niet aan de kinderen! Tijdens mijn vrijwilligerswer op de Puja school in hun dorp leerde ik deze zes weeskinderen kennen en er ontstond al snel een hechte band. Sinds 2002 ben ik in hun ogen hun moeder en vertrouwenspersoon. De oudste drie meisjes (22, 24 en 28 jaar) zijn getrouwd en hebben ieder één kind. Poornima (19 jaar) studeert al bijna twee jaar medicijnen in Nebraska, Amerika. Anima (18 jaar) studeert Business Management aan de universiteit in Kathmandu. Samir (16 jaar), de enige jongen van de familie studeert sinds enkele maanden ook in Kathmandu. Hij wil manager worden in een hotel. Terwijl ik in de drukke aankomsthal sta te wachten op Anima schieten veel herinneringen door mijn gedachten. Wat hebben wij samen al veel meegemaakt in bijna acht jaar. Ziekte, ondervoeding, de jaloerse familie die ons het daglicht niet gunt, de liefdeshuwelijken van Anita en Sunnita, de geboorte van twee kleinkinderen, de kidnapping van Anima afgelopen oktober, het vertrek van Poornima naar de USA, de dood van de zus van hun overleden moeder 26 juni jl., de vele gesprekken tussen ons, bezoeken aan tempels en de dierentuin en nu na al die jaren komen Poornima en Anima voor één maand naar Nederland om vakantie te vieren.
In 2002 waren de jongste drie pas 8, 11 en 12 jaar en vroegen ze mij steeds welke bus ze moesten nemen naar mijn huis. Ik heb proberen uit te leggen dat het vele uren vliegen was met een vliegtuig, maar op die jonge leeftijd was dat niet te begrijpen. Voor Poornima was een visum zo geregeld vanuit Amerika. Maar voor Anima was het een ware kwelling om de mensen van de Ambassade ervan te overtuigen dat haar ouders dood waren en ze een pleegmoeder in Nederland had, dat ze studeerde in Kathmandu en zeker terug zou keren naar Nepal. Na maanden brieven schrijven, wekelijks de Ambassade bezoeken, en omkoping van Ambassadepersoneel lukte het om een visum voor Nederland te krijgen. De automatische deur gaat open en Anima kijkt schichtig de aankomsthal in. “Anima”, schreeuw ik, “Anima…” Ze is zo blij dat ze mij ziet dat ze haar trolly loslaat en mij zo in de armen vliegt. Ze huilt en vertelt me dat het een vreselijk vlucht was met allemaal slecht eten in het vliegtuig, hele lange wachttijden op de luchthavens en ze wist niet of ze het allemaal wel goed gedaan had. “Maar je bent toch aangekomen”, zei ik haar, “dus je hebt alles goed gedaan”. Ze was zo van slag dat het even duurde voordat de tranen weer opgedroogd waren. Wat erg veel indruk maakte in Nederland waren de automatische deuren, de toilet die automatisch doorspoelde en de loopbanden waarop je zo van de ene naar de nadere kant van de hal gebracht wordt. Ze raakte niet uitgepraat! In de twee uur durende autorit naar het zuiden van het land keek ze haar ogen uit. Ze vond alles zo prachtig groen. Anima is 18 jaar en is in haar hele leven nooit buiten de hoofdstad Kathmandu geweest. Ze is geboren in Thimi, een klein dorpje bij Bhaktapur, en sinds haar vierde heeft ze in Gatthaghar gewoond bij de zus van haar overleden vader. Dus de overgang was wel een beetje teveel van het goede. Maar het is ongelofelijk hoe snel kinderen zich aanpassen. Op maandag 27 juli zijn Anima en ik om 06.13 uur met de intercity van Deurne naar Schiphol gegaan om haar zusje Poornima af te halen. Zij zou vanuit Amerika komen en voor haar was het natuurlijk wat eenvoudiger om te reizen. Zij was tenslotte al sinds 25 december 2007 in Amerika.
Anima en Poornima hadden elkaar ook sinds die datum niet meer gezien. Het weerzien was werkelijk verpletterend. Poornima kwam eindelijk na lang wachten door de deur en de meiden vlogen elkaar om de hals en ik zag de omstanders hun handen voor hun mond houden. Dit was een geweldige scene geweest voor het tv programma ”Hello Goodbye”! De eerste dag dat ze samen waren hebben ze constant nieuwtjes uit Kathmandu uitgewisseld en ze hadden zelfs geen tijd om te eten, zoveel hadden ze elkaar te vertellen. Aan Poornima kon je echt merken dat ze al geruime tijd in Amerika leefde. Anima vond de eerste dagen alles erg spannend en verrassend in Nederland. Ze reageerde als een klein kind in een snoepwinkel… Geweldig om te zien. Dingen die voor ons vanzelfsprekend zijn waren voor haar een ware attractie… een wasmachine, magnetron, senseo apparaat, de supermarkt, Blokker, Hema… en ga zo maar door. Maar ook dat hier de koeien en schaapjes in de wei staan en niet op straat lopen. Dat wij doden begraven en niet langs de rivier cremeren. Dat wij niet elke dag rijst eten zoals zij, maar ook brood met kaas. Dat mensen hier stromend water in huis hebben en niet zoals Anima ’s ochtends om 05.00 uur naar de pomp moeten lopen om met twee jerrycans water te halen. Dat mensen hier tuintjes hebben met bloemen erin. Dat wij ziekenhuizen hebben waar iedereen geholpen wordt - in Nepal zijn veel mensen die geen geld hebben om naar de dokter te gaan en sterven onnodig. Dat de mensen in Nederland wel 3 maaltijden per dag hebben. In Nepal eten ze twee maal daags Dhal Bath, rijst met linzen. En 40% van de bevolking eet slechts één maaltijd per dag. Dat vrouwen hier zelf mogen kiezen met wie ze trouwen en niet uitgehuwelijkt worden voor een koe of een gouden collier. In oktober 2008 is Anima ontvoerd, waarschijnlijk door familieleden die een geschikte, oude man voor haar gevonden hadden in een ander district. De familie van hun vader vond dat ze oud genoeg was om uitgehuwelijkt te worden. Ze was toen net 18 jaar geworden. Ze heeft zich los kunnen rukken en is terug naar huis gevlucht. Eén week voordat ze naar Nederland zou komen heeft dit drama zich nog eens herhaald! De familie wilde haar naar Australië sturen om daar te trouwen met een oudere neef van de familie. Wéér heeft ze moeten vechten voor haar bestaan! Dit was en is nog steeds een traumatische ervaring voor Anima.
De eerste dagen heeft ze vreselijk heimwee gehad en wilde ze terug naar huis, maar Poornima verzekerde haar dat dat binnen 4 dagen over zou zijn. Ze zijn intussen meer dan 2 weken in Nederland en ik kan jullie verzekeren dat ze zich helemaal aangepast hebben. We eten in de ochtend een boterham met kaas en ze lusten zelfs macaroni met veel groente en kaas. Maar het liefst eten ze toch wel rijst met groente en kip. We hebben al erg veel ondernomen sinds ze hier zijn en ze hebben al veel over de westerse cultuur geleerd. We zijn in het Elkerliek ziekenhuis geweest en mochten een kijkje nemen op de röntgenafdeling. We hebben diverse kerken bezocht, zijn een dag in Brussel geweest, naar het kasteel in Helmond en hebben vooral veel in de omgeving rondgereden om ze te laten genieten van al het groen in Nederland. En afgelopen weekend hebben we Amsterdam bezocht, wat niet zo eng bleek te zijn. Toen Anima op school vertelde dat ze naar Nederland zou gaan vertelden haar klasgenoten dat ze voorzichtig moest zijn omdat in Nederland iedereen verslaafd is aan drugs en dat ze naalden in je arm prikken met heroïne als je niet uitkijkt! We hebben een rondvaart gemaakt over de grachten, zijn naar de Zeedijk en de Wallen geweest, bezochten een coffeeshop en lieten alles zien waarover ze in Kathmandu gehoord hadden van hun klasgenoten. Ze hebben een geweldige dag gehad en vonden Amsterdam helemaal niet eng of angstaanjagend. Dus nu kunnen ze het beeld een beetje bijstellen in Kathmandu maar ook in Nebraska. Want de vrienden van Poornima in Nebraska, USA, hadden ook slechte dingen verteld over Nederland. Jammer dat ons mooie landje zo negatief bekend staat. Maar ook vertelde mijn moeder hen over het Nederland van vroeger, de oorlog, dat Nederland vroeger ook arm was en over haar kindertijd. Ze nemen alle info in zich op en zijn erg leergierig. Anima zegt steeds: “Misschien kan ik in Nepal de dingen die ik hier geleerd heb doorgeven aan mijn vrienden en aan kinderen op school. Misschien wordt Nepal dan ook zo ontwikkeld als Nederland!” Anima leert zelfs fietsen en beiden vinden het leven heerlijk hier in Brabant.
Sommigen van jullie vragen zich misschien nu af: “Waarom haal je ze naar Nederland als je weet dat ze weer terug moeten?” Daar heb ik jaren over nagedacht en heb daarover ook gesproken met mijn zes pleegkinderen. Maar Anima en Poornima zijn nog niet getrouwd, zijn erg nieuwsgierig naar Europa, willen beiden in de toekomst iets betekenen voor Nepal en waren erg nieuwsgierig naar mijn land. En dit jaar was het eindelijk zover. Voor één maand géén zorgen! Voor één maand samen zijn met de lievelingszus die je bijna twee jaar niet gezien hebt. Voor één maand genoeg te eten! Voor één maand veiligheid! Voor één maand niet achterom hoeven kijken of iemand je wil kidnappen. Anima studeert Business Management en Poornima studeert medicijnen in Nebraska Amerika. Ze zijn beiden zéér gemotiveerde studenten die voorlopig niet willen trouwen en iets voor hun land willen betekenen. En dan speciaal voor de Nepalese vrouwen! In Nepal worden vrouwen nog steeds uitgebuit en onderdrukt. Ze hebben de tijd van hun leven en genieten elke dag met volle teugen! En ze beseffen heel goed dat ze Nepalese zijn en weer terug moeten naar hun eigen land, maar deze maand is een levensles, een extraatje voor de toekomst.