2009
De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel ee verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioe financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfond de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon a bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zic doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. D nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen r maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aa denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkop stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. PME versterkt Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht m over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en d lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaar betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van ris van pensioenfondsen verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PM toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. diepte van de fin verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sin lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuu het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet all paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorsta dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw b stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt me vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfond onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een van risico’s. diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termij hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaa diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon v grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel ee verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioe financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfond de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon a bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zic doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. D nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen r maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aa denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkop stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. PME versterkt Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht m over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en d lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaar betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van ris van pensioenfondsen verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PM toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. diepte van de fin verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sin lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuu het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet all paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorsta dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw b stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt me vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfond onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een van risico’s. diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termij hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaa diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon v grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel ee verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioe financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfond de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon a bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zic doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. D nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen r maar ook een unieke stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aa denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkop stresstest. De lange termijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht met paniekvoetbal. PME versterkt Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht mo
Kerncijfers Voorwoord
Hoofdstuk 1 Financiële positie en beleid Dekkingsgraad Ontwikkeling reserve voor TOP-regeling Bestemmingsreserve
Hoofdstuk 2 Herstel De weg naar herstel Uitgangssituatie herstelplan Maatregelen voor herstel Indexatiebeleid tijdens het kortetermijnherstel Indexatiebeleid tijdens het langetermijnherstel Premie Aanpassingen in het beleggingsbeleid Lasten eerlijk verdeeld Verloop van het herstel Communicatie over het herstelplan
2
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 3 Risicobeheer
03 06
08 09 09 10
12 13 13 13 13 13 13 13 13 14 14
16
Risico’s voor PME Integriteit Aanwijzing van De Nederlandsche Bank Lessen uit de crisis en aangescherpt beleid Risicomanagementbeleid Countervailing power Nauw omschreven procedures bij de beoordeling van beleggingsvoorstellen Liquiditeitsrisico’s Betrouwbare waarderingsmethodieken van beleggingen Rapportages Specifieke risico’s op het gebied van vermogensbeheer Uitbesteding vermogensbeheer
17 17 17 17 17 18
Hoofdstuk 4 Kwaliteit en Uitvoering
22
Kwaliteit van dienstverlening CEM-benchmark Klachten en geschillen Pensioenconsulenten Servicedesk en relatiebeheer Gepensioneerden Werkgeversbijeenkomsten Wijzigingen in de PME-regeling Nieuwe website Overgang naar Mn Services
18 18 18 18 19 20
23 23 23 23 23 24 24 24 25 25
Hoofdstuk 5 Statistieken PME in cijfers Werkgevers Vrijgestelde ondernemingen Pensioenpremie Deelnemers Vrijwillige voortzetting Arbeidsongeschikte deelnemers Leeftijdsopbouw deelnemers Gepensioneerden Verhoging van de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen Aanvullende regelingen
Hoofdstuk 6 Beleggingen Uitgangspunten voor de beleggingen Algemeen beleid Uitvoering en beheer Financiële positie Beleggingsbeleid Normportefeuille PME Afdekking van risico’s Marktontwikkelingen 2009 Terugblik op het economische klimaat 2009 Kwetsbaar herstel Vastrentende waarden Aandelen Vastgoed Alternatieve beleggingen Beleggingsprestaties PME 2009 Vergelijking met andere Nederlandse pensioenfondsen Z-score Maatschappelijk verantwoord beleggen Verantwoord beleggen in aantal belangrijke beleggingscategorieën Uitsluiting Transparantie Actief aandeelhouderschap
26 27 27 27 27 27 27 27 27 30 32 32
34 35 35 35 35 36 36 37 38 38 38 38 40 40 40 42 42 42 44 44 44 44 45
Hoofdstuk 8 Jaarrekening Inhoudsopgave jaarrekening Balans per 31 december 2009 Staat van baten en lasten over 2009 Kasstromenoverzicht Waarderingsgrondslagen Grondslagen voor de balans Grondslagen voor de baten en lasten Risicoparagraaf Toelichting op de balans per 31 december 2009 Toelichting op de staat van baten en lasten over het boekjaar 2009 Actuariële analyse van het resultaat
Hoofdstuk 9 Overige gegevens Accountantsverklaring Actuariële verklaring Verklaring Verantwoordingsorgaan Verklaring Toezichtscommissie Compliance Officer Vertegenwoordigende organisaties Algemeen bestuur PME Personalia bestuursleden PME Deelnemersraad Verantwoordingsorgaan Samenstelling verantwoordingsorgaan (Samenstelling) Toezichtscommissie Nadere gegevens Samenvatting PME-pensioenregeling Begrippenlijst Index op alfabet English summary
46 47 47 47 48 49 49 50 50 50 50 50 51 51 51
52 53 54 55 56 57 57 59 59 64 73 77
78 79 80 81 82 83 83 83 83 86 87 87 87 88 89 91 94 98
INHOUDSOPGAVE
Bestuur Algemeen bestuur Bestuurssamenstelling vanuit werkgevers- en werknemerszijde Organogram PME 2009 Dagelijks bestuur en commissies 2009 Nieuw deskundigheidsplan Deelnemersraad Behandelde adviesaanvragen Advies uit eigen beweging Verantwoordingsorgaan Intern toezicht door Toezichtscommissie Bestuursbureau Uitbesteding en aansturing Overgang pensioenadministratie naar Mn Services
3
Hoofdstuk 7 Organisatie
Aantallen per 31 december
2009
2008
2007
2006
2005
Aangesloten ondernemingen 1.222 1.231 1.250 1.272 Deelnemers 146.662 157.395 156.182 146.145 - premiebetalenden 140.854 151.103 149.335 138.393 - premievrij i.v.m. arbeidsongeschiktheid 5.808 6.292 6.847 7.752 Ex-deelnemers 328.731 334.282 344.193 349.511 Gepensioneerden 147.709 144.694 142.962 139.867 - ouderdomspensioen (Inclusief TOP) 96.947 93.572 90.709 87.181 - weduwen-, weduwnaars- en partnerpensioen 49.252 49.086 49.351 48.807 - wezenpensioen 1.398 1.342 1.330 1.383 - overgangsregelingen (SUM-oud) 112 694 1.572 2.496
Financiële gegevens per 31 december
2009
2008
2007
2006
1.286 155.996 146.981 9.015 357.926 138.573 83.809 48.795 1.383 4.586
2005
(Bedragen x € 1 miljoen)
Dekkingsgraad 99% 88% 135% 128% Beschikbaar vermogen 20.587 18.295 21.937 20.569 Pensioenvoorzieningen 20.898 20.732 16.278 16.074 Marktrente
KERNCIJFERS 4
3,6
4,0
Reserve Overgangsregelingen (ROR) 12 14 -57 -21 Belegd vermogen 20.923 18.601 22.366 20.714 - zakelijke waarden 6.879 4.995 9.653 11.028 - vastrentende waarden 11.798 11.829 10.688 9.686 - derivaten 1 (255) 652 326 - overige beleggingen 1 2.501 1.125 1.699 Rendement 12,6% (17,8%) 5,4% 3,6%
-29
De onderverdeling in derivaten en overige beleggingen werd in 2005 en 2006 nog niet gemaakt.
4,9
19.021 15.490
3,7
1
3,9
123%
19.288 10.190 9.098
19,4%
Jaarbedragen
2009
2008
2007
2006
2005
(Bedragen x € 1 miljoen)
Premies en koopsommen 1.019 1.105 949 890 - basisregeling 697 730 588 530 - overgangsregelingen 284 331 326 328 - vrijwillige verzekeringen en koopsommen 38 44 35 32 Beleggingsopbrengsten 2.345 (4.229) 1064 661 Uitkeringen 1.088 979 936 904 - ouderdomspensioen 907 785 730 667 - partnerpensioen 169 164 154 143 - wezenpensioen 2 2 2 2 - overgangsregelingen (SUM) 10 28 50 92 Waardeoverdrachten - inkomend 86 482 704 1.131 - uitgaand - 131 107 123 1
889 551 303 35 3.108 858 559 137 2 160
47 142
Dekkingsgraad is het beschikbaar vermogen gedeeld door de pensioenvoorzieningen. Zie voor de gedetailleerde berekening van de dekkingsgraad de paragraaf over de financiële positie op pagina 9.
Kerngegevens
2010
2009
2008
2007
2006
2005
(Bedragen x € 1,-)
Maximumloon 65.224 64.097 62.224 59.664 59.664 Franchise 1 15.122 14.843 14.380 13.978 13.688 - Premiepercentage ouderdomspensioen 23 23 22 23 23 - Procentuele verhoging ingegane pensioenen en slapersrechten - - 2,29 1,72 1,10 - Procentuele verhoging opgebouwde aanspraken actieve deelnemers - - 2,29 - 1,41 Inflatie (CPI-prijsindex, periode juli - juli) -0,10 2,95 1,29 1,72 1,38 1
58.634 17.497 25 0,39 1,65 0,65
Per 1 januari 2006 is de pensioenregeling gewijzigd. Voor degenen geboren vóór 1950 blijft de pensioenregeling zoals die bestond vóór 1 januari 2006 grotendeels overeind. Voor deze groep gold in 2009 voor de pensioenopbouw dan ook nog een franchise van € 19.063 (2010 € 19.421). Voor de heffing van de pensioenpremie werd in 2009 voor alle leeftijdscategorieën de franchise gehanteerd van € 14.843 (2010 € 15.122).
Gemiddelde onderneming in de Metalektro
Voor de gemiddelde deelnemer werd in 2009 € 4.752 aan premie voor de basisregeling betaald. De werknemer betaalt daarvan maximaal de helft ofwel € 2.376.
5
De gemiddelde onderneming bracht samen met haar werknemers in 2009 € 833.000 op aan premies voor het ouderdomspensioen en de TOP. Het gemiddelde pensioenvermogen per aangesloten onderneming kwam op 16.8 miljoen.
KERNCIJFERS
In het jaar 2009 had de gemiddelde onderneming die was aangesloten bij PME 120 werknemers die pensioen opbouwden. Daarvan waren er 115 actief in dienst en 5 waren geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt, hetzelfde aantal als in 2008 en 2007. Van de 120 werknemers waren er 14 vrouwen en 106 mannen. De gemiddelde leeftijd van het personeel was 42 jaar voor vrouwen en 44 jaar voor mannen. De gemiddelde onderneming had in 2009 79 ex-werknemers die een ouderdomspensioen of een TOP-uitkering van PME ontvingen en 40 nabestaanden van ex-werknemers met een nabestaandenpensioen. Van de voormalige SUM maakte 1 ex-werknemer gebruik.
Voorwoord Het jaar 2009 liet een krachtig herstel zien van de financiële positie van PME, nadat de eerste maanden van het jaar nog sprake was van een verdere aantasting van het vermogen. De diepte van de financiële crisis leidde tot bezinning. PME wil leren van de ervaringen en wil sterker uit de strijd komen. Kunnen we nog vertrouwen op de econo mische modellen? Hoe maken we de beleggingen minder kwetsbaar voor sterke marktbewegingen? Hoe kan de bestuurlijke grip op de beleggingen en het risicobeheer worden versterkt? En vooral: hoe houden we ons unieke pensioenstelsel en het draagvlak daarvoor in stand? Het vertrouwen in het Nederlandse pensioenstelsel kreeg een flinke knauw doordat de financiële crisis pijnlijk duidelijk maakte dat een waardevast pensioen niet vanzelfsprekend is. Over die onzekerheid is PME altijd duidelijk geweest: de jaarlijkse verhoging van de pen sioenen moet worden verdiend met de rendementen op de beleggingen. Toch leven veel deelnemers en gepensioneerden nog in de veronder stelling dat zij premie hebben betaald voor een waardevast pensioen. Zij ervaren dat dus als recht. PME zal in de toekomst nog duidelijker zijn over de mate van onzekerheid, maar vooral ook over de essen tiële voordelen die een beheerste onzekerheid biedt voor de betaal baarheid van het pensioen.
6
VOORWOORD
Eind maart 2009 diende PME een herstelplan in bij de toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB). De in het plan opgenomen rendements verwachtingen en de waarderingen van een deel van de beleggingen waren onderwerp van uitvoerige gesprekken met DNB. Die gesprekken resulteerden uiteindelijk in het neerwaarts bijstellen van de dekkings graad voor het herstelplan. Daardoor werd het bestuur gedwongen een zogenoemde voorgenomen noodmaatregel op te nemen in het herstelplan. Die maatregel betekent dat PME moest aankondigen de pensioenen met maximaal enkele procenten te verlagen als over een aantal jaren het herstel onvoldoende blijkt. Uiteindelijk werd het herstelplan van PME door DNB begin november goedgekeurd. Het herstel van PME verloopt inmiddels voorspoedig en loopt voor op het tijdpad uit het herstelplan. In 2009 onderzocht De Nederlandsche Bank het beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan bij tien pensioenfondsen. Het onderzoek en het reageren op de conclusies van DNB vroeg in 2009 veel tijd en energie. Al ruim voor DNB zijn conclusies trok, inventariseerde PME de leerpunten uit de crisis. Het bestuur keek daarbij ook naar het eigen functioneren. Een verbeterplan werd opgesteld, met als doel in de toekomst beter voorbereid te zijn op tot op heden onwaarschijnlijk geachte marktbewegingen. Het bestuur koos voor een nieuw bestuurs model, met een compacter bestuur en aanvullende expertise op het gebied van beleggen en risicomanagement. Het nieuwe bestuur komt frequenter bijeen en kan zo nog efficiënter dan voorheen opereren. Daarmee is de grip op de uitvoering van het vermogensbeheer verstevigd. In dit jaarverslag wordt uitgebreid aan dacht besteed aan de lessen die PME uit de crisis trekt. Het jaar 2009 stond ook in het teken van de overgang van de pen sioenadministratie naar de nieuwe uitvoerder Mn Services. Tussen de beide metaalfondsen PMT en PME vindt veel verkeer plaats.
Per jaar gaan zo’n 3.000 werknemers heen en weer. Het scheelt alle betrokkenen een hoop gedoe als beide fondsen bij dezelfde uitvoerder onder dak zijn. Per 1 januari 2010 is de overgang gerealiseerd. De voorbereiding daarvan eiste in 2009 de volle aandacht van het bestuur. De meeste PME-medewerkers van Syntrus Achmea verhuisden mee naar de nieuwe uitvoerder. De ervaring en inzet van die mede werkers droegen sterk bij aan het welslagen van de overgang. De eerste helft van 2010 staat in het teken van verder inregelen van de nieuwe organisatie. PME hoopt zo snel als mogelijk de dienstverlening aan werkgevers, werknemers en gepensioneerden weer op het gewenste peil te hebben. Op landelijk niveau discussieerde de politiek in 2009 volop over de toekomst van de oudedagsvoorziening. De noodzakelijk geachte verhoging van de AOW-leeftijd vormde een centraal onderdeel van die discussie. Minister Donner zette drie commissies aan het werk om advies uit te brengen over de toekomst van het aanvullende pensioenstelsel. De opdrachten en daarmee de adviezen van de commissies kenden verschillende invalshoeken. De conclusies lagen dan ook niet altijd met elkaar in lijn. Zo adviseerde de commissie Don de verwachte toekomstige beleggingsrendementen naar beneden bij te stellen. Een bijstelling die leidt tot een aanzienlijke stijging van de pensioenpremies. De commissie Goudswaard concludeerde kort daarna dat de rek uit de pensioenpremie is. Aanvullende pensioenen zijn een arbeidsvoorwaarde en daarmee bij uitstek het domein van sociale partners. Zij hebben de aanvullende pensioenregelingen in Nederland in het leven geroepen. Bij PME zorgen sociale partners al zestig jaar lang voor een betaalbare en goede oude dag. Werkgevers en werknemers doen dat samen. Nu en in de toekomst. De komende tijd zullen werknemers en werkgevers samen nadenken over de vraag hoe we ook in de toekomst voor een goed pensioen kunnen blijven zorgen. Het behoud van draagvlak voor het inter nationaal geroemde Nederlandse stelsel speelt daarbij een sleutelrol. De puzzel zal lastig zijn, maar sociale partners hebben de afgelopen decennia laten zien het pensioenstelsel steeds te kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Dat zal ook nu weer lukken. Tot slot past een speciaal woord van dank aan de inmiddels terug getreden bestuurders. Hun inzet en energie leverden PME de afgelopen jaren veel op. En zij deden hun werk zoals het hoort bij een collectief pensioenfonds: van en voor de sector. Pensioenfonds van de Metalektro Schiphol, 24 juni 2010 Jos Brocken Werknemersvoorzitter
Ronald van Vliet Werkgeversvoorzitter
diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van nsioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de ootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een nge horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME rstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de anciele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen rhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een nge adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario ’s. PME verstevigt de stuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. e samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: t alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich echt tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig orstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De sis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met n nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen gelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een chtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot niekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan nder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert t er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw stuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is n stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie ar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. ME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun n buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer ndacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. ME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk edkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook n unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. nsioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet n voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee er een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt le vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De
FINANCIËLE POSITIE
H1 De diepte van de financiele crisis niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest
Naast informatie over de dekkingsgraad wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de reserve voor de TOP-regeling en de bestemmingsreserve.
Dekkingsgraad De dekkingsgraad is de verhouding tussen het beschikbare vermogen van het fonds en de voorziening die nodig is voor de huidige en toekomstige pensioenverplichtingen. De dekkingsgraad ziet er als volgt uit: • Figuur 1: Dekkingsgraad PME
2008
20.587 20.898 99%
18.295 20.732 88% 1
De TOP-regeling is in 2003 in de plaats gekomen van de SUM, de VUTregeling van de bedrijfstak. De TOP biedt de mogelijkheid aan werk nemers die geboren zijn vóór 1950 om uit te treden op 61-jarige leeftijd. Het exacte moment van toegestane uittreding is afhankelijk van het geboortejaar van de deelnemer.
• Figuur 2: Berekening dekkingsgraad PME
2009
2008
Totaal activa Schulden
22.258 (1.264)
21.162 (2.494)
Pensioenvermogen Bestemmingsreserve Reserve overgangsregeling Bestemd voor pensioensparen Bestemd voor gemoedsbezwaren Voorziening SUM-uitkeringen
20.994 (392) (12) - (2) (1)
18.668 (346) (14) (2) (11)
Beschikbaar vermogen VPV Dekkingsgraad
20.587 20.898 99% 2
18.295 20.732 88% 1
(Bedragen x € 1 miljoen)
Bovenstaand overzicht biedt inzicht in de berekening van de dekkingsgraad door de balans ultimo 2009 te vertalen naar beschikbaar vermogen enerzijds en VPV anderzijds. 1
D e dekkingsgraad per ultimo 2008 opgenomen in het door DNB goedgekeurde herstelplan van 23 oktober 2009 bedroeg 86%.
2
I nclusief de correctie voor de toegenomen levensverwachting per 31 december 2009.
Ontwikkeling reserve voor TOP-regeling
De hoogte van de uitkering stijgt naarmate het moment van uittreden wordt uitgesteld, maar de hoogte is vergelijkbaar met een uitkering tot de 65-jarige leeftijd van netto ongeveer 80% van het nettosalaris. De financiering van de TOP-regeling vindt plaats via een premie van 5,5%, die volledig voor rekening komt van de werkgever. Het verloop van de hiervoor bestemde ROR (Reserve Overgangsrege lingen) over 2009 was als volgt. • Figuur 3: Verloop van de ROR over 2009
Stand ROR 1 januari 2009
14
Premies en bijdragen 284 Top-SUM lasten (287) Intrest 4 Administratiekosten (3) (2) Stand 31 december 2009
12
FINANCIËLE POSITIE
Beschikbaar vermogen Voorziening pensioenverplichtingen Dekkingsgraad
2009
Inmiddels is de dekkingsgraad in 2009 door een goed beleggings resultaat aangegroeid tot 99%. Dit is ondanks een fraaie stijging nog onder het wettelijk minimaal vereist vermogen van 104,3%. Daarom heeft het bestuur, in lijn met het herstelplan, besloten over 2010 geen indexatie toe te kennen.
9
(Bedragen x € 1 miljoen)
Eind 2008 heeft PME onvoldoende middelen om de nominale (dat wil zeggen de niet-geïndexeerde) pensioenaanspraken te dekken. Een dergelijke situatie wordt getypeerd als dekkingstekort. Bij een dekkingstekort moet een pensioenfonds de wijze hoe het denkt te herstellen vastleggen in een herstelplan. Dit herstelplan is opgesteld en vóór 1 april 2009 ter goedkeuring voorgelegd aan DNB. Op 23 oktober 2009 is een aangepast plan voorgelegd. DNB heeft dit aangepaste plan op 16 november 2009 goedgekeurd. In hoofdstuk 2 wordt gedetailleerder op het herstel en het herstelplan ingegaan.
Voor 2009 is de premie vastgesteld op 5,5%. Voor 2010 is de premie vastgesteld op 3,5%. In hoeverre er nog een premie voor 2011 nodig is hangt af van de ontwikkelingen in 2010.
Bestemmingsreserve In 2006 en 2007 is een reserve gevormd ter financiering van de overgangsregeling voor de deelnemers geboren in de periode 1 januari 1950 tot 1 januari 1973. Voor 2009 is uitsluitend het aandeel in het resultaat aan de reserve toegerekend. Als gevolg van de financiële crisis heeft PME onvoldoende middelen om de overgangsregeling verder te financieren. In 2010 hebben cao-partijen daarom besloten de voorwaardelijke aanspraken van werknemers die zijn geboren in de jaren 1950 tot en met 1955 mede door middel van een aanvullende premie te financieren. Deze premie zal vanaf 2011 worden geheven. De aanvullende premie is verschuldigd over de pensioengrondslag van de basisregeling. De premieverdeling tussen werkgever en werknemer is 50%-50%. De premie zal ingaan op 1 januari 2011. PME zal aan het eind van elk jaar de premie voor het volgende jaar vaststellen. Voor 2011 bedraagt de premie voor PME 2% over de pensioengrondslag van de basisregeling. Het bestuur van het pensioenfonds heeft kennis genomen van de afspraken van cao-partijen en op grond daarvan besluiten genomen voor de geboortejaren 1950 tot en met 1955. Het definitieve besluit tot toekennen van de voorwaardelijke aanspraken blijft afhankelijk van de financiële positie van het fonds. Het verloop van de bestemmingsreserve ziet er als volgt uit: • Figuur 4: Verloop bestemmingsreserve over 2009
2009
2008
Stand primo Aandeel fondsresultaat
346 46
401 (55)
Stand ultimo
392
346
10
FINANCIËLE POSITIE
(Bedragen x € 1 miljoen)
diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van nsioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de ootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een nge horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME rstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de anciele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen rhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een nge adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario ’s. PME verstevigt de stuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. e samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: t alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich echt tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig orstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De sis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met n nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen gelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een chtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot niekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan nder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert t er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw stuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is n stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie ar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. ME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun n buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer ndacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. ME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk edkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook n unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. nsioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet n voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee er een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt le vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De
H2
HERSTEL
De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal
De weg naar herstel
Maatregelen voor herstel
Eind 2008 bedroeg de dekkingsgraad van PME 88%. Dat betekende dat PME, net als een groot deel van de andere Nederlandse pensioen fondsen, in 2009 een herstelplan moest opstellen en ter goedkeuring indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB). In het herstelplan wordt aangegeven hoe op korte termijn (de door de Minister verlengde her steltermijn van vijf in plaats van drie jaar) de vermogenspositie van het fonds verbetert tot het minimaal vereiste vermogen. Voor PME betekent dit minimaal vereiste vermogen een dekkingsgraad van 104,3%. Ook wordt in het herstelplan het langetermijnherstel beschreven, waarbij binnen vijftien jaar een vereiste dekkingsgraad van minimaal 118,5% wordt bereikt.
De maatregelen die hieronder meer gedetailleerd worden beschreven, betreffen het beperken van de nagestreefde jaarlijkse verhoging van de pensioenen en het verhogen van de pensioenpremie.
Gedurende de beoordeling van het herstelplan door DNB is een dis cussie tussen het fonds en DNB ontstaan over de uitgangspunten waarmee in het herstelplan werd gerekend. Het verschil van inzicht over die uitgangspunten richtte zich met name op de waardering van het illiquide deel van de beleggingsportefeuille van PME. De VGMIportefeuille maakt daarvan een groot deel uit. De gesprekken met DNB hebben uiteindelijk geleid tot een lagere waardering van de VGMI-portefeuille (zie hoofdstuk 6, beleggingen) per ultimo 2008, als uitgangssituatie waarmee gerekend wordt in het herstelplan. De omvang van dit te herwaarderen deel van de porte feuille betekende dat de dekkingsgraad per ultimo 2008 voor het her stelplan naar beneden moest worden bijgesteld, van 88% naar 86%. De neerwaartse bijstelling leidde ertoe dat PME in het herstelplan een scenario voor een kortingsmaatregel moest opnemen. In dat scenario wordt verwoord hoe bij een tegenvallend verloop van het herstel wordt overgegaan tot het verlagen van de lopende pensioenuitkeringen en opgebouwde pensioenen. PME heeft dit scenario, dat naar het inzicht van het fonds geen grote voorspellende waarde heeft, volgens de richtlijnen van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) per brief uiteengezet aan alle werkgevers, deelnemers en gepensioneerden. De maatregel komt er kort gezegd op neer dat wanneer per 31 decem ber 2011 de dekkingsgraad van PME lager is dan 99,3%, per 1 april 2012 een korting op de opgebouwde pensioenrechten en de reeds ingegane pensioenen plaatsvindt van minimaal 0,1%. De korting loopt op tot maximaal 4,14% bij een dekkingsgraad van 95,1% of lager.
Indexatiebeleid tijdens het langetermijnherstel Wanneer de dekkingsgraad hoger is dan de minimaal vereiste vermo gensgrens van 104,3%, maar lager dan de vereiste 118,5%, is onder strikte voorwaarden een beperkte verhoging van de pensioenen mogelijk. De lopende pensioenuitkeringen en opgebouwde pensioenen worden in dat geval gedurende de herstelperiode uitsluitend verhoogd wanneer in een jaar sprake is geweest van een stijging van de dek kingsgraad. Van deze stijging zal maximaal 50% worden besteed aan een verhoging van de pensioenen. De rest wordt besteed aan het herstel van de reserves en dus de versterking van de dekkingsgraad.
Premie De premie die werkgevers en werknemers samen opbrengen, bedraagt gedurende de gehele herstelperiode, dus tot minimaal de vereiste dekkingsgraad van 118,5% bereikt is, 23% van de pensioengrondslag. Dit is het door sociale partners vastgestelde maximumniveau. Per 1 januari 2009 is de premie verhoogd van 22% naar het maximum van 23%.
Aanpassingen in het beleggingsbeleid In het beleggingsplan 2009 is het percentage aandelen als gevolg van de economische vooruitzichten en de financiële positie bewust niet aangepast aan het strategische niveau. Er is voor gekozen de rendementsbehoefte onderliggend aan de strategische allocatie naar aandelen (tijdelijk) voor een gedeelte in te vullen door middel van een allocatie naar high yields. De strategische mix is echter onge wijzigd en er zal rebalancing optreden opdat gedurende 2010 de strategische allocaties weer bereikt worden. Hier zal gedurende het herstelpad rekening mee worden gehouden. Ten opzichte van 2009 hebben de zakelijke waarden minder gewicht in de portefeuille dan de vastrentende waarden.
Lasten eerlijk verdeeld De maatregelen die moeten bijdragen aan het herstel van de finan ciële positie van het fonds, gaan ten koste van de koopkracht van gepensioneerden en de toekomstige koopkracht van werknemers en oud-deelnemers. Werknemers dragen bovendien samen met hun werkgever ook nog bij door de hogere premie, die een direct negatief effect heeft op het netto-inkomen. Het bestuur van PME is zich terdege bewust van de impact van de maatregelen op alle betrokkenen. Toch meent het bestuur met het pakket aan maatregelen de lasten van het herstel zo eerlijk en zo veel mogelijk te spreiden onder werkgevers, werknemers, oud-deel nemers en gepensioneerden.
HERSTEL
Uitgangssituatie herstelplan
Gedurende de hele vijfjarige periode van het kortetermijnherstel worden de lopende pensioenuitkeringen en opgebouwde pensioenen niet verhoogd. Slechts in een situatie waarin de dekkingsgraad zich onverwachts fors en structureel boven het geplande herstelpad zal ontwikkelen zal het bestuur bezien of er aanleiding is tot bijstelling van dit beleidsuitgangspunt. Een minimale dekkingsgraad van 104,3% is voor een dergelijke bijstelling in ieder geval een vereiste.
13
Naast het herstelplan is een continuïteitsanalyse uitgevoerd volgens de daarvoor geldende voorschriften. Uit de inhoud van beide docu menten kan de conclusie worden getrokken dat PME met de getroffen maatregelen in staat is binnen de wettelijke termijnen zowel het korte- als het langetermijnherstel te realiseren. Wel heeft PME bij het indienen van het herstelplan in het voorjaar van 2009 kenbaar gemaakt dat het fonds zeer terughoudend is met het toekennen van een grote voorspellende waarde aan het document vanwege het onzekere economisch klimaat. Het herstelplan van PME werd na aanpassingen door het fonds begin november 2009 door De Nederlandsche Bank goedgekeurd.
Indexatiebeleid tijdens het kortetermijnherstel
Verloop van het herstel Het herstel van de financiële positie verloopt sneller dan het tijdpad geschetst in het herstelplan. De combinatie van instortende finan ciële markten en een sterk dalende rente (die de verplichtingen sterk deed stijgen), die in 2008 zo giftig was voor pensioenfondsen, werkte in 2009 precies andersom. PME behaalde over 2009 een beleggings rendement van 12,6%, terwijl in het herstelplan over 2009 met een rendement van 5,97% is gerekend. Bovendien is de lange rente waar mee PME zijn verplichtingen berekent, gestegen van 3,6% naar 3,9%. Het vermogen van het fonds groeide door het goede rendement en (in veel mindere mate) door de gestegen premie. De verplichtingen stegen. Oorzaak hiervan was met name een verhoging van de sterftetrend van 1,2% naar 3,2%. De dekkingsgraad steeg van 86% eind 2008 naar 99% eind 2009. Hiermee loopt PME ruim voor op het tijdschema van het herstelplan: een dekkingsgraad van 99% wordt in het tijdpad van het herstelplan pas bereikt in de loop van 2011. De economische omstandigheden zijn nog onzeker. Het herstel van het fonds is daardoor nog kwetsbaar, hoewel het eerste jaar van dat herstel tot hoop stemt.
Communicatie over het herstelplan De inhoud van het herstelplan is per brief gedeeld met alle belang hebbenden volgens de uitgangspunten zoals die onder andere door de toezichthouder op de communicatie door pensioenfondsen, de Autoriteit Financiële Markten (AFM), is opgesteld. Zo probeert PME niet alleen de werking van het herstelplan toe te lichten, maar ook draagvlak te creëren voor de soms pijnlijke keuzes. Begin april is een samenvatting van het aan DNB aangeboden conceptherstelplan op de website van PME gezet. Later is op de website een samenvatting van het definitieve plan gepubliceerd. Een volledige versie is door alle belanghebbenden opvraagbaar.
14
HERSTEL
Tijdens de regulier vrijwel maandelijks georganiseerde regionale bijeenkomsten voor gepensioneerden zijn het herstelplan en de consequenties daarvan uitgebreid besproken. In het najaar zijn ook de bij PME aangesloten werkgevers over het herstelplan bijgepraat tijdens een viertal bijeenkomsten verspreid over het land.
diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van nsioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de ootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een nge horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME rstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de anciele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen rhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een nge adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario ’s. PME verstevigt de stuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. e samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: t alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich echt tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig orstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De sis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met n nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen gelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een chtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot niekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan nder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert t er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw stuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is n stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie ar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. ME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun n buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer ndacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. ME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk edkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook n unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. nsioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet n voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee er een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt le vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De
H3
RISICOBEHEER
PME versterkt de focus op risico
Risico’s voor PME In reactie op de aanwijzing heeft PME een plan van aanpak opgesteld, dat is afgestemd met De Nederlandsche Bank. In dit plan van aanpak zijn behalve de verbeterpunten uit de aanwijzing ook zaken opgeno men die voortvloeien uit een eigen evaluatie van PME, die al in gang was gezet voor de aanwijzing van DNB een feit was.
Pensioenfondsen hebben geen invloed op zaken als de ontwikkeling van de financiële markten of de stijging van de levensverwachting van deelnemers. Beide genoemde typen risico’s zijn echter wel actueel. Hoewel deze ontwikkelingen door PME niet zijn te beïnvloeden, worden de ontwikkelingen scherp in de gaten gehouden en worden waar nodig beleidsmaatregelen genomen.
Los van de aanwijzing van De Nederlandsche Bank toonde de financiële crisis de urgentie van een steeds verdere verfijning van de risicobeheersing nog eens hardhandig aan. PME wil leren van de ervaringen uit de kredietcrisis en heeft daarom in 2009 een grondige evaluatie uitgevoerd naar het functioneren van het fonds en de externe uitvoerders tijdens de crisis. Uit die evaluatie, en uit de eerder genoemde aanwijzing, is een aantal concrete maatregelen voortgevloeid dat zorgt voor een verdere aanscherping en verfijning van het risicobeheer van het fonds. De maatregelen hebben betrek king op de bestuurlijke en organisatorische inrichting, het beleg gingsbeleid en het risicomanagement. De belangrijkste maatregelen komen hieronder kort aan bod: • Risicomanagement beleid. • C ountervailing power. • Nauw omschreven procedures bij de beoordeling van beleggingsvoorstellen. • Liquiditeitsrisico’s. • Betrouwbare waarderingsmethodieken van beleggingen. • Rapportages.
Integriteit
Risicomanagementbeleid
Risicobeheer heeft onder andere betrekking op het bewaken van de integriteit van alle direct verantwoordelijken. Aan bestuursleden en in het verlengde hiervan de directie en medewerkers van het bestuursbureau worden dan ook hoge eisen gesteld op het gebied van integriteit, ervaring, opleiding en achtergrond. Alle direct betrokkenen zijn gehouden aan een compliance-programma, waar een gedragscode deel van uitmaakt. Deze code omvat een aantal gedrags regels die moeten waarborgen dat (de schijn van) vermenging van zakelijke en privébelangen wordt voorkomen. Daardoor wordt de integriteit van het pensioenfonds gewaarborgd en wordt het door de betrokken organisaties, belanghebbenden en derden in het fonds gestelde vertrouwen bestendigd. De gedragsregels hebben betrekking op de geheimhoudingsplicht en het voorkomen van vermenging van zakelijke en privébelangen. Door een externe compliance-officer wordt toezicht gehouden op een adequate uitvoering van het programma. Deze externe functionaris ziet ook toe op de naleving van de regelmatig veranderende wettelijke vereisten aan het toezicht.
PME heeft in 2009 een aanzet gedaan om het risicomanagementbeleid verder aan te scherpen en expliciet vast te leggen. Een aantal onder delen is reeds in 2009 geëffectueerd. In 2010 zal de volledige imple mentatie worden afgerond.
Risico’s die de vermogenspositie van het fonds kunnen bedreigen, zijn uiteenlopend van aard. Sommige risico’s zijn te beïnvloeden door PME, andere spelen zich af buiten de invloed van het fonds. Tot de eerste categorie behoren zaken als het heffen van minimaal een kostendekkende premie en het slechts verhogen van de opgebouwde pensioenaanspraken en de pensioenuitkeringen als en voor zover de financiële positie van het fonds dat toelaat. Ook door het investeren van het vermogen in solide beleggingen wordt de vermogenspositie van het fonds bewaakt.
Aanwijzing van De Nederlandsche Bank De Nederlandsche Bank (DNB) heeft in 2009 onderzoek gedaan naar het beleggingsbeleid bij een tiental Nederlandse pensioenfondsen, waaronder PME. Het onderzoek gaf DNB aanleiding voor PME een aantal concrete verbeterpunten te formuleren in het beleggingsbeleid en de uitvoering daarvan. Deze verbeterpunten zijn door DNB eind december 2009 geformaliseerd in een zogeheten aanwijzing. De verbeterpunten kregen daarmee voor PME een dwingend karakter.
Het betreft de volgende onderdelen in het risicomanagementbeleid: • De ambitie en doelstelling van het bestuur ten aanzien van het nemen van risico’s. • Het raamwerk voor risicomanagement (PME hanteert het COSOraamwerk). • De organisatorische inrichting van de risicomanagementfunctie waaronder de beschrijving van functies, taken en bevoegdheden binnen het bestuur en het bestuursbureau. • Het risicomanagementproces (identificatie, meting, monitoring, controle en bijsturing). Voor alle geïdentificeerde risico’s worden de beheersingsmaatregelen benoemd. • Het gebruik van risicomanagementtechnieken zoals value-at-risk (VaR), tracking error en stress testing. • Operationele procedures ten aanzien van de beheersing van risico’s zoals incidentenmelding- en rapportage, compliance-monitoring op de beleggingsrichtlijnen en de periodieke evaluatie van het risicomanagementproces en -beleid. • Uitvoering van de risicomanagementfunctie bij de externe vermo gensbeheerder en de criteria die hieraan vanuit PME worden gesteld. • Communicatie en rapportage over risico’s. • Overzicht wet- en regelgeving.
RISICOBEHEER
Lessen uit de crisis en aangescherpt beleid
17
Het beheersen van alle mogelijke risico’s is van groot belang bij de invulling van de verantwoordelijkheid van PME te zorgen voor een goed en betaalbaar pensioen voor de werknemers in de sector en hun nabestaanden. Om die verantwoordelijkheid waar te maken, moet het fonds zorgen voor voldoende vermogen om de pensioenverplichtingen te dekken. Nu en in de verre toekomst. Het belangrijkste risico voor het fonds, zijn deelnemers, oud-deelnemers en gepensioneerden is dan ook het ontbreken van voldoende vermogen om op de lange termijn aan de verplichtingen te voldoen.
Countervailing power PME wil onafhankelijk van externe partijen tot een eigen oordeels vorming kunnen komen bij alle beleidsvoorstellen en besluiten. Daarvoor is het bieden van voldoende tegenwicht en expertise aan externe partijen nodig, omdat die externe partijen naast het belang van PME ook hun eigen doelstellingen kunnen hebben bij het indienen van voorstellen. Om het bieden van voldoende tegenwicht ook in een steeds complexer wordend speelveld te kunnen blijven waarborgen, voert PME een aantal veranderingen in de eigen bestuurlijke en organisatorische inrichting door. Het bestuur van PME wordt verkleind van 14 naar 10 personen. Het kleinere bestuur komt frequenter bijeen en gaat per bestuurder meer tijd investeren in het bestuur van het fonds. Van de 10 bestuurders worden twee specialisten op het gebied van risicomanagement en beleggingen aangetrokken. De aparte bestuurscommissies voor pensioenen en beleggingen worden opgeheven. In plaats daarvan zijn vier deskundigheidsclusters benoemd. Alle besluitvorming vindt plaats in het voltallige bestuur. Het bestuursbureau van het fonds is verzwaard en vormgegeven rondom de bestuurlijke portefeuilles, zodat de organisatorische inrichting nauw aansluit op de bestuurlijke constructie. Met deze vernieuwde structuur krijgt PME meer bestuurlijke grip op de uit voering door een compacter, zeer betrokken bestuur met duidelijke verantwoordelijkheden. PME heeft op het bestuursbureau een risicomanager, een directeur beleggingen en een beleidsstaf beleggingen aangesteld. Zo wordt ook op het gebied van beleggingen en risicomanagement voldoende tegenwicht geboden aan externe uitvoerders. De risicomanager heeft direct toegang tot het bestuur.
Wanneer er niet voldoende contanten voorhanden zijn, moet PME op zo’n moment geforceerd onderdelen van de beleggingsportefeuille verkopen om aan de onderpandverplichting te kunnen voldoen. Dat kan, op een slecht moment in de markt, tot ongewenste en onnodige verliezen op de beleggingen leiden. PME onderzoekt daarom de mogelijkheden om naast contanten ook vastrentende waarden als onderpand uit te wisselen. In dat geval zal de benodigde behoefte aan liquiditeit afnemen.
Betrouwbare waarderingsmethodieken van beleggingen Voor een groot gedeelte van de beleggingsportefeuille van PME zijn dagelijks marktwaarderingen beschikbaar. Dit geldt bijvoorbeeld voor aandelen, beleggingsfondsen en obligaties. Voor afgeleide financiële instrumenten, de zogeheten derivaten, is dat een ander verhaal. Hierbij geldt een aanscherping die inhoudt dat de externe vermogensbeheerder Mn Services dagelijks modellen voor de waarde ring hanteert en dat wekelijks een check plaatsvindt, per tegenpartij, van de waarde van de derivaten ten opzichte van het onderpand. Voor deze financiële instrumenten en voor de waarderingen van portefeuilles die door Mn Services zijn uitbesteed aan derden is er daarnaast een additionele beheersingsmaatregel, waarbij het bewaarbedrijf Northern Trust een onafhankelijke controle op de waardering uitvoert. Ook de waarderingssystematiek van de meer illiquide of complexe beleggingen wordt verbeterd, onder meer door het aanvragen van een oordeel op de waardering door een onafhankelijke derde deskundige partij. De waarderingsprocedures voor alle genoemde portefeuilleonderdelen worden in 2010 vastgelegd in een waarderingshandboek.
Rapportages Nauw omschreven procedures bij de beoordeling van beleggingsvoorstellen PME gaat een zeer nauw omschreven procedure invoeren voor het voorleggen van nieuwe beleggingsvoorstellen aan het bestuur. In deze procedure is een groot aantal kwaliteitscriteria geformuleerd, waaraan de voorstellen van de externe vermogensbeheerder moeten voldoen. Kort gezegd komt de procedure erop neer dat wordt afgezien van een voorgestelde investering wanneer vanwege de complexiteit van de voorgestelde belegging of vanwege het ontbreken van voldoende informatie het fonds zelf geen onafhankelijk gefundeerd oordeel kan vellen.
18
RISICOBEHEER
Liquiditeitsrisico’s PME krijgt ongeveer evenveel premie binnen als aan uitkeringen wordt verstrekt. In die zin heeft het fonds niet snel een tekort aan contanten. Maar het gebruik van derivaten in de beleggingsporte feuille - die worden ingezet voor het afdekken van risico’s, zoals bijvoorbeeld het rente- en valutarisico - kan ervoor zorgen dat PME bij sterk negatieve marktontwikkelingen bij wijze van onderpand forse bedragen aan contanten moet storten bij de tegenpartijen wmet wie de afdekking is aangegaan.
PME heeft in overleg met de externe vermogensbeheerder de rappor tages uitgebreid en verder verbeterd. Met name risico’s op integraal niveau zijn inzichtelijk gemaakt door de toevoeging van een specifieke risicoparagraaf in de kwartaalrapportage. In deze risicoparagraaf wordt de actuele stand van onder andere het balansrisico, renterisico, actief risico, valutarisico, kredietrisico en het tegenpartijrisico opge nomen. Daarnaast zijn er voorstellen besproken om de risico’s van alternatieve beleggingen beter inzichtelijk te maken. Hierover zal in 2010 aanvullende informatie in de rapportages worden opgenomen. Voorgenoemde maatregelen zijn in de eerste helft van 2010 gerealiseerd.
Specifieke risico’s op het gebied van vermogensbeheer Tot slot wordt hieronder specifiek ingegaan op een aantal belangrijke vermogensbeheerrisico’s en de wijze waarop zij door PME in belangrijke mate samen met de fiduciair beheerder Mn Services worden beheerst. • Figuur 5: Overzicht risicobeheersing vermogensbeheer
Risico
Definitie
Beheersing
Balansrisico
Variabiliteit van de beleggingen ten opzichte van de verplichtingen.
Balansmanagement, ALM, regelmatig monitoren, onder meer met behulp van maandelijkse rapportages.
Absoluut
Variabiliteit van de nominale verplichtingen.
Sturen op een aanvaardbaar absoluut risico, onder meer met behulp van maandelijkse rapportages.
Relatief/actief
Variabiliteit van afwijkingen van de normportefeuille als gevolg van actief beheer.
Sturen op een relatief risico (tracking error), onder meer met behulp van maandelijkse rapportages. Compliance-monitoring op beleggingsrichtlijnen voor actief beheerder portefeuilles.
Rente
Variabiliteit door verschil van looptijd van de beleggingen en de pensioenverplichtingen.
Verminderen van renterisico, restrisico monitoren met behulp van maandelijkse rapportages.
Valuta
Schommelingen in valutakoersen.
Strategisch afdekken van US-dollar-, Engelse-pond- en Japanse-yen-exposure (met behulp van derivaten).
Aandelenrisico/ vastgoedrisico
Variabiliteit in de waardering.
Zorg dragen dat het te lopen risico conform risicobudget is.
Alternatieve beleggingen
Specifieke risico’s van alternatieve beleggingen.
Uitvoeren van due diligence, monitoring van specifieke (waaronder kwalitatieve) risicofactoren van alternatieve beleggingen en deze inzichtelijk maken, implementatie periodieke en onafhankelijke evaluatie op waardering.
Kredietrisico
De kans dat een tegenpartij niet aan haar verplichtingen kan voldoen.
Het werken met solide tegenpartijen op basis van marktconforme contractuele afspraken, het werken met onderpand, het monitoren van tegenpartijen.
Liquiditeit
Onvoldoende vraag om een beleggingsobject tegen een redelijke prijs te verkopen. Onvoldoende liquiditeiten.
Adequate spreiding van de beleggingen.
Onvoldoende kwaliteit en/of integriteit van de dienstverlening.
Samenwerking met een professionele fiduciair beheerder, die de externe managers aanstuurt. De uitbesteding vastleggen qua verantwoordelijkheden en verplichtingen in contracten en SLA’s. Kwalitatieve en kwantitatieve toetsing op uitvoering. Schaduwadministratie door bewaarnemer.
RISICOBEHEER 19
Uitbesteding
Aanhouden van voldoende liquide beleggingen.
Uitbesteding vermogensbeheer PME heeft vanaf juli 2007 Mn Services aangesteld als fiduciair vermo gensbeheerder. De rechten en verplichtingen van uitvoerder en fonds zijn vastgelegd in een contract voor onbepaalde tijd. Een uitgebreid Service Level Agreement maakt onderdeel uit van het contract. Mn Services voert op basis van het door het bestuur vastgestelde beleggingsplan het fiduciair vermogensbeheer over de gehele porte feuille. Als onderdeel hiervan verzorgt Mn Services de integrale beleggingsadministratie, stuurt de uitvoering van het beheer van de beleggingsportefeuille aan en voorziet PME van rapportages over de uitvoering van het vermogensbeheer. Het feitelijke vermogensbeheer wordt deels door Mn Services zelf verricht en is deels door Mn Services uitbesteed aan verschillende vermogensbeheerders wereldwijd. Dit laatste geschiedt op basis van mondiaal geaccepteerde vermogens beheercontracten. De contracten met deze externe beheerders zijn zonder verdere condities snel opzegbaar, vaak in een handelsdag. De controle op het functioneren van Mn Services wordt primair verricht door het bestuursbureau op basis van de door Mn Services opgeleverde uitvoeringsplannen en week-, maand- en kwartaalrappor tages. Het bestuursbureau voert die controle uit, onder meer aan de hand van het door het bestuur vastgestelde beleid, waaronder het beleggingsplan. Verder is in een verantwoordelijkhedenmatrix per deelproces tussen PME en Mn Services weergegeven hoe de verdeling van verantwoordelijkheden precies ligt. Regelmatig worden de ont wikkelingen en de stand van zaken rondom de uitvoering van het vermogensheer in een periodiek of ad-hoc overleg tussen het bestuursbureau en Mn Services besproken. In 2009 is de beleggingsadviescommissie uit het bestuur frequenter dan voorheen bij elkaar gekomen om kennis te nemen van planning en voortgang. Namens het bestuur heeft de commissie getoetst of het vermogensbeheer zich ontwikkelt conform het vastgestelde beleid. In de nieuwe bestuurlijke setting zal deze toetsing door het volledige bestuur worden overgenomen.
20
RISICOBEHEER
In aanvulling op de integrale beleggingsadministratie die door Mn Services wordt gevoerd, heeft PME een eigen effectenbewaarder (Northern Trust). Die is onder meer belast met de bewaarneming, beleggingsadministratie, managementinformatie en externe rappor tages. Toetsing of de externe vermogensbeheerders handelen binnen het gestelde in de contractvoorwaarden is eveneens uitbesteed aan de effectenbewaarnemer, die hierover rapporteert aan Mn Services. Zowel Mn Services als de effectenbewaarder is SAS 70 type II gecerti ficeerd. Deze certificering houdt in dat een externe accountant na onderzoek verklaart dat de werking van de interne beheersmaat regelen voldoende effectief is.
De controle op het functioneren van Mn Services wordt verricht door het bestuursbureau en het bestuur. Dit vindt onder meer plaats aan de hand van het door het bestuur vastgestelde beleid, waaronder het beleggingsplan en de door Mn Services opgeleverde uitvoerings plannen en week-, maand- en kwartaalrapportages, de Service Level Agreements (SLA’s) en de Service Level Rapportages (SLR’s). De ontwikkelingen en de stand van zaken rondom de uitvoering worden wekelijks tussen het bestuursbureau en Mn Services besproken. Het bestuursbureau toetst per kwartaal in zijn commentaar op de kwartaalrapportage of de uitvoering door Mn Services conform beleggingsplan en overige richtlijnen is geweest. De bevindingen worden voorgelegd aan het bestuur en door het bestuur vastgesteld. PME wordt ieder jaar geïnformeerd over de realisatie van de prestatie afspraken zoals deze in de SLA’s zijn vastgelegd. Alle jaarlijkse SLR’s worden opgeleverd tegelijk met de beleggingsrapportage voor die specifieke periode.
diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van nsioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de ootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een nge horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME rstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de anciele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen rhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een nge adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario ’s. PME verstevigt de stuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. e samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: t alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich echt tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig orstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De sis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met n nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen gelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een chtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot niekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan nder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert t er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw stuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is n stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie ar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. ME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun n buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer ndacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. ME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk edkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook n unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. nsioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet n voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee er een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt le vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De
KWALITEIT EN UITVOERING
H4 Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf
Kwaliteit van dienstverlening CEM Benchmark
Pensioenconsulenten
In 2009 nam PME deel aan de zogenoemde mini-CEM Benchmark van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB). In totaal 49 ledenfondsen deden mee. De resultaten van deze benchmark betrekking hebbende op het jaar 2008 zijn op de algemene leden vergadering van VB op 23 november 2009 gepresenteerd. In de vergadering bleek grote steun om vanuit VB alle ledenfondsen in het vervolg aan te bieden met de CEM Benchmark mee te doen. Vanaf 2010 zal dat gebeuren.
De pensioenconsulenten in dienst van PME doen hun werk vanuit de regio, gestationeerd op de regiokantoren van de vakorganisaties en van de werkgeversorganisatie FME-CWM. Zij hebben als voornaamste taak het stimuleren van het pensioenbewustzijn in de bedrijfstak. De consulenten voeren een-op-een-voorlichtingsgesprekken, organi seren voorlichtingsbijeenkomsten op locatie en verzorgen de training en ondersteuning van afdelingen human resources, personeelszaken en salarisadministraties van aangesloten ondernemingen. Ook treden zij op als docent in pensioencursussen die de vakorganisaties in samenwerking met PME organiseren voor hun leden en kaderleden. In 2009 speelden de consulenten een belangrijke rol bij de uitleg aan deelnemers en gepensioneerden van de gevolgen van de financiële crisis.
• De totale pensioenuitvoeringskosten – inclusief de kosten voor het bestuursbureau en de kosten voor De Nederlandsche Bank bedroegen in 2008 89 euro per premiebetalende deelnemer en gepensioneerde (tegen 85 euro in 2007). Dit is ver onder het gemiddelde van de deelnemende fondsen. Dat gemiddelde ligt op 133 euro. • In de peer group van 10 qua aantal deelnemers meest vergelijkbare fondsen bedroegen de totale pensioenuitvoeringskosten 84 euro. • Kostenverhogend voor PME zijn onder andere een hoger aantal toekenningen van ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen dan gemiddeld en meer waardeoverdrachten dan gemiddeld. De uitvoeringskosten van PME liggen al met al sterk onder het gemiddelde niveau van de onderzochte bedrijfstakpensioenfondsen, maar iets boven het gemiddelde van de 10 meest vergelijkbare. In de mini benchmark is geen vergelijkend onderzoek gedaan naar het serviceniveau.
Klachten en geschillen PME doet zijn best (ex-)deelnemers, gepensioneerden en aangesloten werkgevers zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch kan het zijn dat er klachten zijn. Bijvoorbeeld omdat PME te lang op zich laat wachten met een antwoord of omdat de klant niet tevreden is met de geboden service. PME heeft daarvoor een eigen klachtenregeling en een geschillenregeling. Bij de geschillenregeling kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen als zij het niet eens zijn met een genomen besluit door het fonds op grond van het reglement. Ook instanties die te maken hebben met PME kunnen een klacht indienen of een geschil voorleggen. In 2009 werden er in het totaal 768 klachten ingediend en 163 geschillen aanhangig gemaakt. Het overgrote deel van zowel de ingediende klachten (688) als de ingediende geschillen (137) kwam voor rekening van de (ex-)deelnemers en gepensioneerden. Het merendeel van de klachten had betrekking op onvolledigheid en onzorgvuldigheid dan wel geen of een late reactie van PME. De geschillen betroffen onder andere het terugdraaien van een eerder gemaakt flex-keuze (bijvoorbeeld het inruilen van een nabestaanden pensioen voor een hoger ouderdomspensioen), het oneens zijn met de voorwaarden voor een partnerpensioen of een verzoek tot dispen satie van deelname aan de pensioenregeling van PME.
Naast de ruim 10.000 telefonische contacten en de 9.000 contacten per e-mail voerden de 8 werknemersconsulenten ruim 4.400 individu ele gesprekken met deelnemers. Gemiddeld heeft een consulent per maand 45 gesprekken, 110 telefonische en 100 e-mailcontacten. De meeste contacten zijn met deelnemers die met pensioen gaan of vlak voor de pensioendatum zitten en met deelnemers die ontslagen zijn of die nieuw zijn in de Metalektro. Verder hebben de werknemers consulenten in 2009 80 keer voorlichting gegeven op een bedrijf of cursus gegeven. Vaak was dat het geval bij reorganisatie of bij over komst naar PME. Het aantal individuele gesprekken en telefonische contacten is de laatste jaren redelijk stabiel. Het aantal e-mailcon tacten is wel gestegen. De drie werkgeversconsulenten hebben in 2009 ruim 400 werkgevers bezocht en 2.700 telefonische en 2.200 e-mailcontacten gehad. Daarnaast hebben zij nog 100 presentaties bij bedrijven gegeven en 8 workshops gehouden voor P&O-functionarissen. Net als in andere jaren hebben de consulenten in 2009 ondersteuning gegeven aan bedrijven bij het uitleggen van de pensioenregeling, met name bij reorganisaties.
Servicedesk en relatiebeheer Met vragen kunnen deelnemers en gepensioneerden terecht bij de servicedesk van PME. De servicedesk was in 2009 gestationeerd bij uitvoerder Syntrus Achmea. De medewerkers hebben direct toegang tot alle benodigde data en zijn in staat verreweg de meeste algemene vragen direct te beantwoorden. Desgewenst wordt voor een uit gebreider persoonlijk gesprek doorverwezen naar de pensioenconsu lenten. In 2009 heeft de servicedesk ruim 91.000 telefoongesprekken met deelnemers gevoerd, bijna 9.000 minder dan in 2008. Daarnaast is het aantal afgehandelde e-mails nagenoeg gelijk gebleven. In 2009 waren dat er bijna 12.200, tegen ruim 12.000 e-mails in 2008. De afdeling relatiebeheer is het aanspreekpunt voor werkgevers voor administratieve aangelegenheden en uitvoeringskwesties. Werkgevers worden meer en meer op eigen initiatief benaderd om de dienstver lening op een hoger niveau te brengen.
KWALITEIT EN UITVOERING
De belangrijkste conclusies voor PME zijn:
23
Centraal in de benchmark staan de uitvoeringskosten per (ex-)deelnemer of gepensioneerde.
Gepensioneerden PME hecht veel waarde aan een goede relatie met de gepensioneerden uit de bedrijfstak. De gepensioneerden ontvangen viermaal per jaar PME magazine. Om de contacten verder aan te halen, organiseert PME sinds 2004 jaarlijks tien regionale bijeenkomsten voor gepensio neerden. Tijdens deze bijeenkomsten worden gepensioneerden en hun partners bijgepraat over de financiële positie en andere ontwikke lingen bij PME. Vanaf het najaar van 2008 en het gehele jaar 2009 werd uitvoerig stilgestaan bij de maatregelen uit het herstelplan en de gevolgen voor het PME-pensioen. Er werd ruim de tijd genomen om vragen te beantwoorden uit de zaal en om met gepensioneerden van gedachten te wisselen. Na afloop van de bijeenkomsten hielden de pensioenconsulenten van PME een altijd drukbezocht spreekuur. Tijdens deze gesprekken kunnen gepensioneerden bij de consulenten terecht met vragen over de individuele pensioensituatie. Ook afge vaardigden van de Deelnemersraad van PME hielden spreekuur. In het begin van 2009 was de opkomst door de financiële crisis groter dan gewoonlijk. Er werden twee extra bijeenkomsten georganiseerd vanwege het grote aantal aanmeldingen. Over het hele jaar genomen bleef het aantal bezoekers constant in vergelijking met vorig jaar (totaal ongeveer 3.500 bezoekers).
Werkgeversbijeenkomsten In het najaar van 2009 werden net als vrijwel ieder jaar verspreid over het land vier bijeenkomsten voor de bij het fonds aangesloten werkgevers gehouden. Tijdens de bijeenkomsten kwamen de financiële positie van PME en het herstelplan aan de orde en de gevolgen van het herstelplan voor het premie- en indexatiebeleid van PME. De nieuwe pensioenuitvoerder per 1 januari 2010, Mn Services, introduceerde zichzelf en nam met de werkgevers de veranderingen in een aantal administratieve procedures door. Ruim 500 personen bezochten de bijeenkomsten. Uit de evaluatie bleek dat de bijeen komsten positief zijn ervaren.
24
KWALITEIT EN UITVOERING
Wijzigingen in de PME-regeling De wijzigingen in de regeling in 2009 zijn: • Voortzetting pensioen tijdens werkloosheid. • Tijdens de TOP Anw-hiaat verzekeren. • Opzeggen WSW-dienstverband bij TOP niet meer vereist. • Aanpassing premiepercentage TOP/SUM-overgangsregeling. • Vervroegd met de TOP voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers. • Uitbreiding ouderschapsverlof. • Premievrije deelneming en laag/hoog-hoog/laag-constructie. • Verduidelijking van reglementsbepalingen over het samenlevingscontract. Voortzetting pensioen tijdens werkloosheid Per 1 januari 2009 geldt een nieuwe regeling voor de voortzetting van pensioenopbouw tijdens werkloosheid als vervanging van de FVPregeling die in 2011 ophoudt te bestaan. Tijdens de loongerelateerde WW-uitkering kunnen deelnemers hun pensioenopbouw in de PMEbasisregeling voortzetten. Onder voorwaarden kunnen de deelnemers in aanmerking komen voor een bijdrage van PME ter hoogte van 75% van de premie.
Tijdens de TOP Anw-hiaat verzekeren Het is mogelijk voor TOP-gerechtigden om hun eventuele Anw-hiaat verzekering individueel voort te zetten op vrijwillige basis. De voort zetting eindigt uiterlijk bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd van de TOP-gerechtigde dan wel bij het op een eerder moment bereiken van de 65-jarige leeftijd van de partner. Ook de arbeidsongeschikte deelnemer met premievrije deelneming bij het fonds kan de regeling Anw-hiaatpensioen tijdens de TOP op de hiervoor aangegeven wijze voor eigen rekening voortzetten. De voortzetting van de Anw-hiaat verzekering komt tijdens de TOP geheel voor rekening van de TOPgerechtigde. Opzeggen WSW-dienstverband bij TOP niet meer vereist Werknemers die bij PME premievrij deelnemen wegens arbeidsonge schiktheid en een WSW-dienstverband hebben, bouwen ook pensioen op bij het Pensioenfonds Werk en Re-integratie (WRI). Voorheen stelde PME de eis dat deze deelnemers hun WSW-dienstverband opzegden wanneer zij (vanaf 61 jaar) van de TOP-regeling van PME gebruik maakten. Gebleken is dat zij daardoor 4 jaar pensioenopbouw missen bij WRI. Bovendien missen zij daardoor mogelijk aanvullingen op het WRI-pensioen. Om deze nadelen te voorkomen is per 8 oktober 2009 de eis vervallen dat zij hun WSW-dienstverband bij aanvang TOP moeten opzeggen. Uiteraard wordt naast de WAO/WIA-uitkering ook het loon uit de WSW-dienstbetrekking op de TOP-uitkering van PME in mindering gebracht. Aanpassing premiepercentage TOP/SUM-overgangsregeling De premie voor de TOP/SUM-overgangsregeling is per 1 januari 2009 aangepast van 7% naar 5,5%. De premie wordt berekend over de som van de pensioengevende salarissen in de onderneming van de werk gever tot het maximumsalaris. Het percentage is voor 2010 vastgesteld op 3,5%. Deze premie komt geheel ten laste van de werkgever. Vervroegd met de TOP voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers Voorheen was het zo dat deelnemers die gedeeltelijk premievrije deelneming wegens arbeidsongeschiktheid hadden alleen vervroegd met de TOP konden gaan als zij hun WAO/WIA-uitkering stopzetten. Vanaf 8 oktober 2009 hoeft dat niet meer als ook voor het werkzame deel de TOP vervroegd ingaat. Gaat dus de hele TOP in voordat de deelnemer 61 jaar is geworden, dan hoeft hij niet langer de WAO/ WIA-uitkering stop te zetten. De WAO/WIA-uitkering wordt wel van de TOP-uitkering afgetrokken. Uitbreiding ouderschapsverlof Het wettelijk maximaal ouderschapsverlof is uitgebreid van 13 naar 26 weken. De reglementaire maximale duur van de pensioenopbouw tijdens ouderschapsverlof is hierop aangepast. Premievrije deelneming en laag-hoo/hoog-laagconstructie De beperking dat de arbeidsongeschikte deelnemer met premievrije deelneming in het fonds geen gebruik kon maken van de laag-hoog/hoog-laagconstructie is vervallen.
De website van PME vervult een centrale rol in de voorlichting aan werknemers, gepensioneerden en werkgevers en in de gegevensuit wisseling tussen het fonds en de aangesloten werkgevers. Werkgevers en werknemers hebben via de website direct toegang tot belangrijke gegevens uit de pensioenadministratie van PME. Via de website van PME vergaren bijna alle werkgevers informatie en wisselen zij gege vens uit. Dataverkeer tussen werkgevers en fonds op papier of disk is daarmee door PME vrijwel uitgebannen. Dit spaart niet alleen bomen en kosten, maar zorgt ook voor een snellere administratieve verwerking en een reductie van fouten. Omdat de website van PME nauw verbonden was met de administra tieve systemen van Syntrus Achmea, is in verband met de overgang naar Mn Services een nieuwe website ontwikkeld. Bij deze website is veel aandacht besteed aan toegankelijkheid en begrijpelijkheid. Deelnemers krijgen informatie exact op maat, afhankelijk van het door hen ingevulde geboortejaar. De nieuwe website was op 1 december 2009 operationeel.
Overgang naar Mn Services De uitvoering van de pensioenregeling stond in het jaar 2009 voor een belangrijk deel in het teken van de overgang van de pensioen administratie van Syntrus Achmea naar Mn Services per 1 januari 2010. Het onderbrengen van de pensioenadministratie bij Mn Services moet voor betrokkenen in de sector tot vereenvoudiging leiden. Er is immers veel verkeer tussen de twee bedrijfstakken in de metaal. Dat verkeer ondervond tot nu toe hinder doordat er twee uitvoerders in de sectoren actief zijn. In juni 2008 was de overeenkomst met Mn Services getekend voor het uitvoeren van de pensioenadministratie per 1 januari 2010, nadat Mn Services eerder al door PME was aangewezen als fiduciair vermo gensbeheerder. In de tweede helft van 2008 is het transitietraject van Syntrus Achmea naar Mn Services in gang gezet. Daarna is ook gedurende heel 2009 door PME, Mn Services en Syntrus gewerkt aan de voorbereiding van een soepele overgang per eind 2009.
De kwaliteit van de dienstverlening aan werkgevers, werknemers en gepensioneerden was begin 2010 dan ook nog niet op het peil dat PME wil bieden. De eerste maanden van 2010 is hard gewerkt om het foutpercentage verder terug te brengen. Ook de rest van het jaar 2010 staat in het teken van het inregelen en fine-tunen van de nieuwe uitvoeringsorganisatie. Vrijwel het gehele team dat bij Syntrus werkte voor de deelnemers en werkgevers van PME, is met het fonds meegegaan naar de nieuwe organisatie van Mn Services. PME heeft daar veel profijt van gehad, omdat de kennis en ervaring van de regeling en achterban van PME op deze manier niet verloren zijn gegaan. De overkomende medewerkers van Syntrus hebben in een onzekere en spannende periode veel inzet getoond. Zonder die inzet was de transitie niet mogelijk geweest. Om de risico’s van de overgang te beperken, is met Syntrus voor de eerste periode een zogeheten inkijkfunctie overeengekomen. Die functie houdt in dat de gegevens uit de administratie van Syntrus bevroren zijn op 8 december 2009. Bij alle relevante handelingen in de nieuwe administratie van Mn Services worden de data in de nieuwe systemen getoetst aan de gegevens van 8 december in de systemen van Syntrus Achmea. Zo wordt voorkomen dat gegevens verloren gaan en wordt alles in de beginfase dubbel getoetst. Dit betekent wel dat in de aanloopfase veel dubbel werk wordt verzet en dat de admini stratieve doorlooptijden langer worden. Dat is het niveau van de service in de eerste periode niet ten goede gekomen. Ten slotte is met Syntrus Achmea een noodscenario overeengekomen om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen. Als om wat voor reden dan ook de systemen van Mn Services bij de startfase niet naar behoren zouden functioneren, kon op ieder moment per direct worden teruggevallen op de oude systemen van Syntrus Achmea. Op deze terugvalfunctie is geen beroep nodig geweest.
KWALITEIT EN UITVOERING
Nieuwe website
Een conversie met een omvang als die van de administratie van PME is een unicum. Een grondige en langdurige voorbereiding zorgde uiteindelijk voor een soepele overgang in december 2009. De voor lopige rapportages van interne en externe accountants bevestigen tot nog toe het beeld van een geslaagde transitie naar de nieuwe pensioenuitvoerder. De premie-inning en uitkeringverstrekking lopen vanaf de start goed, al zijn wel enkele kinderziektes aan het licht gekomen. Zo werd de verstrekking van uitkeringen aan in het buiten land woonachtige gepensioneerden de eerste maand vertraagd, door een fout in de omzetting van buitenlandse rekeningnummers naar de nieuwe systemen. Het algemene beeld is echter dat de overgang succesvol is verlopen. Het foutenpercentage in de administratie bedroeg bij de start 1 procent. Hoewel het foutenpercentage relatief laag is, leidde het volume van de PME-administratie bij dit percentage toch tot een stevig aantal klachten.
25
Verduidelijking van reglementsbepalingen over het samenlevingscontract In het reglement is nu duidelijker dan voorheen aangegeven dat een samenlevingscontract bij de notaris moet zijn afgesloten voordat het ouderdomspensioen ingaat. Het fonds beschouwt de datum van afsluiten van het samenlevingscontract bij de notaris als de aan vangsdatum van de gezamenlijke huishouding. Pas als ook sprake is geweest van een onafgebroken inschrijving in het bevolkingsregister op hetzelfde adres van minimaal een half jaar kan er sprake zijn van partnerpensioen. In het contract moet voorts een eenzijdige opzeggingsmogelijkheid zijn opgenomen. Dat wil zeggen dat elke partner het samenlevingscontract door middel van een brief aan de andere partner of de notaris kan opzeggen zonder dat hij of zij daarvoor de medewerking van de andere partner nodig heeft.
diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van nsioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de ootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een nge horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME rstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de anciele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen rhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een nge adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario ’s. PME verstevigt de stuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. e samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: t alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich echt tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig orstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De sis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met n nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen gelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een chtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot niekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan nder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert t er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw stuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is n stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie ar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. ME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun n buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer ndacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. ME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk edkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook n unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. nsioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet n voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee er een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt le vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De
H5
STATISTIEKEN
Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem
PME in cijfers
Deelnemers
In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in het verloop van een aantal voor het fonds en de bedrijfstak belangrijke cijfermatige ontwikke lingen. Het gaat daarbij om de omvang en het draagvlak van het fonds, van groot belang voor het op peil houden van de regeling en de uitkeringen nu en in de toekomst. Ook de uitgekeerde bedragen komen in dit hoofdstuk aan de orde.
Het aantal deelnemers bedroeg eind 2009 146.662 en is daarmee afgenomen met 10.773 deelnemers ten opzichte van het aantal deelnemers eind 2008. De daling van het aantal deelnemers kan worden verklaard door een afname van de werkgelegenheid in de sector, met name in de uitvoeringstechnische functies. Het aantal uittreders bedroeg ongeveer 20.000 personen. Het aantal nieuwe deelnemers en herintreders bedroeg 13.000.
Werkgevers
De rijpheid van het fonds, ofwel het aantal gepensioneerden ten opzichte van het aantal werkenden, is in 2009 toegenomen met 3.500 personen. Dit zorgt ervoor dat de effecten van financiële sturing met de premie voor PME gering zijn.
Het aantal ondernemingen dat is aangesloten bij het fonds daalt sinds midden jaren negentig. Dit zegt niet alleen iets over ontwikke lingen in de sector, zoals voortgaande consolidatie, maar vooral ook iets over de ontwikkelingen in de pensioenregeling. Zo is het sinds de invoering van de nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2006 voor ondernemingen niet meer mogelijk om alleen mee te doen met het vroegpensioen. Van de ondernemingen die een vrijstelling hadden voor het ouderdomspensioen, maar wel deelnamen aan het vroeg pensioen, doet sindsdien een groot deel niet meer mee met PME. De omvang van de sector als geheel blijft echter stabiel. De gevolgen van de kredietcrisis zorgde voor een lichte afname van het totale aantal aangesloten werkgevers.
Vrijgestelde ondernemingen Op basis van cao en verplichtstellingbeschikking, een ministerieel besluit, zijn ondernemingen en werknemers in de Metalektro verplicht tot deelname en premiebetaling aan het bedrijfstakpensioenfonds. In bijzondere situaties verleent het bestuur aan een onderneming vrijstelling, op basis van het Vrijstellingsbesluit Wet Bpf 2000. Het gaat daarbij in totaal om 27 verschillende pensioenregelingen.
Pensioenpremie
Vrijwillige voortzetting Op 31 december 2009 was het totale aantal deelnemers dat de verze kering vrijwillig voortzette 2.818 (tegen 3.209 in 2008). Hieronder waren 244 deelnemers met voortzetting van de deelneming tegen gereduceerde premie (2008: 391) en 1.967 deelnemers met een WW-uitkering die via een bijdrage van het FVP de pensioenopbouw voortzetten (2008: 1.901).
Arbeidsongeschikte deelnemers Sinds 1998 is het aandeel arbeidsongeschikten sterk gedaald, van ruim 11% naar 4%. Deze daling zette ook in 2009 door. Dit betekent een doorzettende trend sinds eind jaren negentig en een gezondere bedrijfstak. Dat houdt de regeling voor collectieve risicodeling van arbeidsongeschiktheid betaalbaar, waardoor het draagvlak voor de regeling overeind blijft.
Leeftijdsopbouw deelnemers De gemiddelde leeftijd van de deelnemers bedroeg in 2009 44,2 jaar (2008 43,7 jaar). De vrouwen in de bedrijfstak, die 12% van het totale aantal deelnemers vormen, zijn gemiddeld jonger dan de mannen: 42,4 jaar tegen een gemiddelde leeftijd van 44,4 jaar voor mannen.
In 2009 bedroeg de premie voor het ouderdomspensioen 23% van de pensioengrondslag met een maximum pensioengevend salaris van € 64.097. De premie voor de overgangsregelingen bedroeg 5,5% over het pensioengevend salaris met een maximum van € 64.097. Vanaf 2007 komt deze premie geheel voor rekening van de werkgever, zoals vastgelegd in de cao-afspraken van 1 april 2005.
27
STATISTIEKEN
In totaal ontving PME in 2009 aan pensioenpremie voor de basis regeling 697 miljoen euro. Voor de overgangsregeling was dit 284 miljoen euro. De premie vrijwillige verzekering en koopsommen bedroeg 38 miljoen euro.
• Figuur 6: Aantal werkgevers
Per 31 december
2009
2008
2007
2006
2005
Omvang bedrijfstak Metalektro Werkgevers aangesloten bij PME Verleende vrijstellingen
1.289 1.222 67
1.293 1.231 62
1.313 1.250 63
1.338 1.272 66
1.357 1.286 71
• Figuur 7: Premie-inkomsten versus uitkeringen
premie-inkomsten uitkeringen
(Bedragen x € 1 miljoen)
1200 1000 800 600 400 200 0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
• Figuur 8: Aantal deelnemers per 31 december
28
STATISTIEKEN
Jaar 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
I
Aantal premie- betalende deelnemers 133.338 131.757 132.508 129.739 151.802 150.232 146.981 138.393 149.335 151.103 140.854
II
III
IV
Aantal arbeidsongeschikte I + II deelnemers, die volledig of gedeeltelijk premievrij deelnemen
Ex-deelnemers met premievrije rechten
15.504 15.033 13.599 13.587 12.776 10.563 9.015 7.752 6.847 6.292 5.808
148.842 146.790 146.107 143.326 164.578 160.795 155.996 146.145 156.182 157.395 146.662
399.341 392.292 282.661 371.934 372.712 365.221 357.926 349.511 344.193 334.282 328.731
• Figuur 9: Leeftijdsopbouw deelnemers
2007
2008
2009
30.000
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0 tot 25
25-29
35-39
30-34
40-44
45-49
50-54
55-59
60 en ouder
• Figuur 10: Leeftijdsopbouw deelnemers in cijfers
Leeftijdsgroep tot 25 25 – 29 30 – 34 35 – 39 40 – 44 45 – 49 50 – 54 55 – 59 60 en ouder Totaal
Aantal deelnemers
% van het totaal
2009
2008
2007
2009
2008
2007
4.756 9.474 13.505 20.275 25.073 24.519 20.818 18.371 9.871
6.000 11.002 15.331 23.545 26.480 24.936 20.836 18.904 10.361
5.623 10.421 15.336 23.849 25.844 23.966 20.588 20.299 10.256
3,2 6,5 9,2 13,8 17,2 16,7 14,2 12,5 6,7
3,8 7,0 9,7 15,0 16,8 15,9 13,2 12,0 6,6
3,6 6,7 9,8 15,3 16,5 15,3 13,2 13,0 6,6
146.662
157.395
156.182
100
100
100
29
STATISTIEKEN
Na een lichte stijging van het aantal 60-plussers in 2008 is het aantal 60-plussers relatief gezien gelijk gebleven in relatie met het totale aantal deelnemers.
Gepensioneerden PME kent een groeiende groep gepensioneerden. Hieronder vallen niet alleen mensen die een ouderdomspensioen ontvangen, maar ook mensen met een partner- of wezenpensioen. Het aantal gepensioneerden nam toe met ongeveer 17.000 personen door actieven die met pensioen gingen (3.500) en 13.500 ex-deelnemers die met pensioen gingen. Door overlijden (4.500) en afkoop (9.500) komt de toename in het totaal op ongeveer 3.000 personen. Hieronder is een figuur opgenomen van de leeftijdsopbouw van gepensioneerden (ouderdomspensioen). • Figuur 11: Leeftijdsopbouw gepensioneerden in cijfers
Leeftijdsgroep Aantal gepensioneerden 2009 2008 2007 tot 20 1.051 1.028 1.034 20 – 24 303 284 264 25 – 29 53 39 36 30 – 34 30 35 35 35 – 39 119 120 117 40 – 44 295 295 310 45 – 49 633 618 611 50 – 54 1.150 1.128 1.169 55 – 59 2.075 2.177 2.287 60 – 64 17.852 16.931 16.988 65 – 69 30.560 29.663 29.498 70 – 74 28.779 28.524 28.395 75 – 79 27.352 27.476 27.195 80 – 84 20.877 20.474 20.184 85 – 89 12.211 11.708 10.741 90 – 94 3.546 3.439 3.435 95 en ouder 823 755 663 Totaal 147.709 144.694 142.962
% van het totaal 2009
2008
2007
0,7 0,2 - - 0,1 0,2 0,4 0,8 1,4 12,1 20,7 19,5 18,5 14,1 8,3 2,4 0,6
0,7 0,2 - - 0,1 0,2 0,4 0,8 1,5 11,7 20,6 19,7 19,0 14,1 8,1 2,4 0,5
0,7 0,2 0,1 0,2 0,4 0,8 1,6 11,9 20,7 19,9 19,0 14,1 7,5 2,4 0,5
100
100
100
• Figuur 12: Grafiek leeftijdsopbouw gepensioneerden
Aantal gepensioneerden (Incl. ouderdomspensioen, TOP, arbeidsongeschiktheidspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen) 35.000 30.000 25.000 20.000
30
STATISTIEKEN
15.000 10.000 5.000
0
< 20
20-25
25-30
30-35
35-40
40-45
45-50
50-54
55-60
60-65
65-70
70-75
75-80
80-85
85-90
90-95
> 95
De afgelopen decennia is het aantal gepensioneerden in verhouding tot het aantal actieve deelnemers aan het fonds voortdurend gegroeid. In de onderstaande tabel zijn de pensioenverplichtingen van het fonds uitgesplitst voor de drie groepen: actieve deelnemers, gepensioneerden en ex-deelnemers. • Figuur 13: Pensioenverplichtingen per groep
(Verplichtingen x € 1 miljoen) (exclusief pensioensparen en gemoedsbezwaarden)
2009
2008
2007
Actieve deelnemers Ex-deelnemers Gepensioneerden
7.829 3.162 9.907
8.612 3.009 9.111
6.204 2.193 7.881
20.898
20.732
16.278
• Figuur 14: Aantallen gepensioneerden en uitbetaalde uitkeringen
(Bedragen x € 1 miljoen) Ouderdomspensioen (inclusief TOP) Nabestaandenpensioen Wezenpensioen Overgangsregelingen (SUM oud) Totaal
Aantal pensioenen
Jaarbedragen1
2009
2008
2009
2008
96.947 49.252 1.398 112
93.572 49.086 1.342 694
907 169 2 10
785 164 2 28
147.709
144.694
1.088
979
Jaarbedragen zijn inclusief afkoop van kleine pensioenen (€ 9 miljoen in 2008 en € 16 miljoen in 2009).
1
• Figuur 15: Gerealiseerde waardeoverdrachten (collectief en individueel)
Boekjaar (Bedragen x € 1 miljoen)
2009
2008
2007
Waardeoverdrachten inkomend1 Waardeoverdrachten uitgaand
861 -
482 131
704 107
Vanwege de onrust op de financiële markten staat de dekkingsgraad van PME sterk onder druk. Op grond van de desbetreffende bepalingen uit de Pensioenwet heeft PME daarom besloten de collectieve waardeoverdrachten per 1 november 2008 stop te zetten. Vanaf 1 januari 2009 zijn ook geen individuele waardeoverdrachten meer uitgevoerd. Het vermelde bedrag aan inkomende waardeoverdrachten betreft ingekochte rechten uit hoofde van PME Pensioensparen. In het verleden bood PME zijn deelnemers de mogelijkheid via PME Pensioensparen een aanvullend pensioen op te bouwen. Deze mogelijkheid is in 2009 met terugwerkende kracht beëindigd. Voor de spaarsaldi is pensioen ingekocht in de basisregeling.
31
STATISTIEKEN
1
Verhoging van de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen
Aanvullende regelingen
Het bestuur beoordeelt ieder jaar of, en zo ja in welke mate, de middelen van het fonds het toelaten de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen te verhogen. De jaarlijkse verhoging is dus voorwaardelijk. Bij het vaststellen van de mate van verhoging han teert het fonds een beleidskader. In het kader van het herstelplan, dat in 2009 bij De Nederlandsche Bank is ingediend, is een nieuw beleidskader vastgesteld. De uitgangspunten van dit beleid zijn: een maximumpremiepercentage van 23% en geen indexatie bij een dekkingsgraad onder de 104,3%. Als de dekkingsgraad onder de 118,5% is, maar wel is gestegen dan kan de helft van de stijging aan indexatie worden besteed. Als maximum geldt hierbij de reguliere index. Als de dekkingsgraad boven de 118,5% is, dan wordt het ‘oude’ beleidskader gehanteerd. Dat wil zeggen dat vanaf een dekkingsgraad van 125% volledig wordt geïndexeerd. Vanaf 135% worden ook in het verleden gemiste indexaties ingehaald.
Naast de onderdelen van de verplichte pensioenregeling biedt PME ook de mogelijkheid om aanvullende voorzieningen te treffen. Dit betrof in 2009 de volgende regelingen:
Voor de ingegane pensioenen en slapersrechten gelden de prijsstij gingen als vertrekpunt voor de verhoging. Voor de verhoging van de opgebouwde aanspraken geldt de cao-loonstijging als uitgangspunt. Per 1 januari 2009 bleef een verhoging van de ingegane pensioen uitkeringen en slapersrechten achterwege. De bruto pensioenuitkering in 2009 blijft gelijk aan pensioenuitkering in 2008. Dit in verband met de sterk gedaalde dekkingsgraad. Met ingang van 1 januari 2009 werden de opgebouwde aanspraken niet geïndexeerd. Het niet verho gen van de pensioenuitkeringen en opgebouwde pensioenen raakt dus zowel gepensioneerden als werknemers.
32
STATISTIEKEN
In de jaren tot en met 2002 was er geen sprake van een verhoging van de opgebouwde aanspraken, omdat de bedrijfstak toen nog een eindloonsysteem kende.
1. Pensioenopbouw boven het maximumsalaris. 2. Pensioenopbouw over variabel salaris. 3.T ijdelijke risicodekking partner- en wezenpensioen over variabel salaris. 4. Anw-hiaatpensioen. 5. WIA-excedentpensioen. Werkgevers en deelnemers kunnen meerdere aanvullende regelingen hebben. Het totale premievolume voor de aanvullende regelingen is in 2009 gedaald van 44 miljoen naar 38 miljoen. De daling wordt veroorzaakt door het beëindigen van pensioensparen, het opnemen van het varia bele salaris in de basisregeling en de omzetting van contracten met een gelijkblijvende premie in stortingskoopsommen. In 2009 nam het aantal werkgevers licht toe (van 1.099 in 2008 naar 1.129 in 2009). Het aantal deelnemers aan de aanvullende regelingen nam licht af ten opzichte van 2008 (van 24.030 tot 23.715).
• Figuur 16: Overzicht verhogingen over de afgelopen jaren
Jaar 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 1 2
Opgebouwde aanspraken n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. - 1,95% 1,65% 1,41% - 5,54% 1 -
Ingegane pensioenen 2,00% 1,75% 1,50% 2,35% 3,00% 2,70% 1,19% 0,39% 1,10% 1,72% 2,29%2 -
Cao-loonstijging
Inflatie (juli-juni)
% van volledige indexatie
2,25% 3,25% 2,75% 5,36% 3,45% - 3,25% 2,75% 1,76% - 4,29% 3,01%
2,00% 1,75% 1,50% 2,35% 3,75% 3,38% 1,98% 0,65% 1,38% 1,72% 1,29% 2,95%
100% 100% 100% 100% 80% 80% 60% 60% 80% 100% 100% -
Inclusief een gedeeltelijke inhaalindexatie van 1,25%. Inclusief een gedeeltelijke inhaalindexatie van 1%.
• Figuur 17: Aanvullende regelingen
Premievolume (x duizend €) (excl. omvangskorting)
Aantal werkgevers
Aantal actieve deelnemers
Pensioenopbouw boven maximumsalaris Pensioenopbouw over variabel salaris Risicodekking nabestaandenpensioen over variabel salaris WIA-excedentpensioen Anw-hiaatpensioen Aanvulling minimumpensioen
27.472 44 220 2.803 4.210 200
384 39 12 107 562 25
5.950 2.441 1.678 5.149 8.344 153
Totaal
34.949
23.715 1
STATISTIEKEN
Bij iedere aanvullende regeling is het aantal werkgevers vermeld. Werkgevers maken echter vaak gebruik van meerdere aanvullende regelingen. In het totaal zijn die werkgevers bij iedere regeling meegenomen. Het feitelijke aantal ondernemingen en het aantal actieve deelnemers dat meedoet aan de aanvullende regelingen is dus kleiner.
33
1
1.129 1
diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van nsioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de ootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een nge horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME rstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de anciele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen rhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een nge adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario ’s. PME verstevigt de stuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. e samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: t alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich echt tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig orstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De sis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met n nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen gelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een chtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot niekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan nder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert t er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw stuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is n stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie ar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. ME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun n buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer ndacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. ME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk edkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook n unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. nsioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet n voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee er een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt le vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De
H6
BELEGGINGEN
De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s
Uitgangspunten voor de beleggingen Algemeen beleid Voor een goed en betaalbaar pensioen zijn de opbrengsten uit beleg gen noodzakelijk. De premie die werknemers en werkgevers samen opbrengen is, zeker op de langere termijn, niet voldoende om de pen sioenen mee te laten groeien met de stijgende prijzen. Maar beleggen kent ook risico’s. Dat heeft de kredietcrisis opnieuw duidelijk gemaakt. PME richt zich met het beleggingsbeleid op het op de langetermijn behalen van voldoende rendement, tegen een zo beheerst mogelijk risico. Verantwoorde beleggingen met een hoger risico dan staatsleningen zullen naar verwachting op langetermijn ook een hoger rendement geven. Daarom belegt PME behalve in relatief veilige staatsleningen ook in risicovollere beleggingen zoals aandelen, vastgoed, hoogren tende leningen en grondstoffen. Het fonds probeert het rendement van de beleggingsportefeuille door spreiding stabieler te maken, waarbij de hoogte van het rendement op termijn voldoende hoog blijft. PME zoekt voortdurend naar mogelijkheden tot diversificatie. Het fonds voorkomt dat specifieke risico’s zoals rente-, inflatie- en valutaschom melingen een te grote impact op de portefeuille kunnen hebben. PME wil bovendien slechts risico’s lopen als daar ook een verwacht rendement tegenover staat. Bij de hiervoor genoemde risico’s op rente- en valutaschommelingen is dat naar de mening van PME niet het geval. Deze substantiële risico’s zijn door het fonds dan ook voor een belangrijk deel afgedekt.
Die hernieuwde analyse kan leiden tot deels of geheel afbouwen van een aantal investeringen. Tot slot zal bij de externe vermogensbe heerders en fiduciair manager de aanstelling en de beloning nog meer dan in het verleden worden bepaald door de feitelijke prestaties.
Uitvoering en beheer PME belegt via uitvoeringsorganisatie Mn Services bij verschillende nationale en internationale vermogensbeheerders. Mn Services heeft daarbij de opdracht voor elke beleggingscategorie en -regio de beste marktpartijen te selecteren. Het bestuursbureau van PME ziet inten sief toe op het operationele beheer door Mn Services en is nauw betrokken bij de beleidsvoorbereiding. Het fonds is voor het behalen van een hoger rendement bereid een beperkt en beheerst risico te lopen en een hogere, in veel gevallen prestatieafhankelijke vergoeding te betalen aan de betrokken beheerders. Bij actief beheer acht het bestuur het efficiënter te werken met een risicomaatstaf (‘tracking error’) dan met vaste bandbreedten, alhoewel vaste risicogrenzen wel noodzakelijk zijn voor het risicobeheer in extreme omstandigheden. De tracking error geeft een indicatie van de verwachte schommeling in het resultaat, zowel absoluut als afgezet tegen de verplichtingen. Deze werkwijze heeft als voordeel dat voor alle beleggingen het risico op eenzelfde manier kan worden beoordeeld.
Het bestuur van PME is van mening dat maatschappelijk verantwoord beleggen en het adequaat vervullen van de aandeelhoudersrol bijdra gen aan een duurzame en stabiele samenleving en daarmee aan een stabiel rendement. PME heeft daarom een uitgewerkt beleid op dit terrein en maakt actief gebruik van zijn stemrecht en de mogelijkheid om - waar passend en zinvol - onderwerpen aan de orde te stellen bij de ondernemingen waarin PME belegt.
Als het belegd vermogen wordt afgezet tegen de totale salarissom in de bedrijfstak van bijna 5 miljard euro, wordt duidelijk dat het rende ment op het vermogen ten opzichte van de premie van grote betekenis is voor de betaalbaarheid van de oudedagsvoorziening in de bedrijfs tak. Bij een verwacht gemiddeld langetermijnrendement van 6,4% (conform herstelplan) per jaar, brengen de beleggingen jaarlijks circa 1,35 miljard euro op in koerswinst en inkomsten, terwijl de premieinkomsten voor de basisregeling momenteel ongeveer 700 miljoen euro bedragen. Bovendien zorgt het relatief grote aantal gepensioneerden ten opzichte van het aantal werkenden voor een beperkte netto instroom van gelden. Het belang van beleggingsinkomsten voor de toekomstige financiële positie van het fonds is dus groot, ook omdat een verdere premiestijging door de sociale partners in de bedrijfstak onwenselijk wordt geacht. Daarmee is de kracht van de premie als financieel sturingsinstrument beperkt.
De afgelopen turbulente beleggingsjaren hebben geleerd dat veel voorheen schijnbare vanzelfsprekendheden niet langer vanzelfsprekend zijn. Zo daalden tijdens de financiële crisis gelijktijdig de koersen van bijvoorbeeld aandelen en alternatieve beleggingen, terwijl die elkaar in het verleden redelijk in balans hielden. Nog meer dan voorheen wordt een strikte monitoring van de beleggingen en de aangestelde externe vermogensbeheerders van belang. Vanaf 2010 zal daarom het bestuursbureau van PME een veel zwaardere rol krijgen als schakel tussen de fiduciair vermogensbeheerder Mn Services en het fondsbe stuur. Daarnaast zal in het licht van de recente ervaringen opnieuw kritisch worden gekeken naar de toegevoegde waarde en de verhan delbaarheid van de meer complexe beleggingen.
In de grafiek op pagina 36 is de ontwikkeling van het vermogen door beleggingen afgezet tegen de toename van de pensioenverplich tingen.
35
Eind 2009 bedroeg het belegd vermogen van PME 20,9 miljard euro, een substantiële verbetering ten opzichte van de situatie eind 2008. Toen bedroeg het belegd vermogen 18,6 miljard euro. Die verbetering wordt veroorzaakt door een sterk herstel van met name de aandelen markten, grondstoffen en hoogrentende obligaties. Door de beleg gingsresultaten en de iets hogere rente is de dekkingsgraad gestegen naar 99% ultimo 2009. Eind 2008 was dat nog 88%.
BELEGGINGEN
Financiële positie De leidraad voor het te nemen totale risico wordt enerzijds gevormd door het financiële beleidskader en anderzijds door de uitkomsten van een periodieke financiële langetermijnplanning, de ALM-studie. Normaal gesproken vormen beleidskader en ALM-studie dan ook de basis voor het beleggingsplan 2009. Gezien de uitzonderlijke situatie op de financiële markten in 2008 is het beleggingsplan 2009 gebaseerd op de wegingen van de verschillende assetcategorieën eind 2008.
• Figuur 18: Ontwikkeling vermogen door beleggingen afgezet tegen de toename van de pensioenverplichtingen (1998 = 100)
Toename vermogen volgens marktwaarde Toename verplichtingen volgens marktwaarde 240 % 220 % 200 % 180 % 160 % 140 % 120 % 100 % 80%
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Na een forse daling van het fondsvermogen in 2008, steeg de vermogenspositie van PME in 2009 fors met 2,3 miljard euro. De dekkingsgraad kwam daardoor op de 99% te liggen.
Beleggingsbeleid Normportefeuille PME Ieder jaar stelt het bestuur van PME een normportefeuille vast, na advisering door de beleggingsadviescommissie aan het bestuur. De normportefeuille beschrijft de verdeling van het vermogen over verschillende beleggingscategorieën en -regio’s zoals die in een bepaald jaar beleidsmatig wenselijk wordt geacht. De normporte feuille geldt als norm waartegen de feitelijk behaalde beleggings prestaties worden afgezet.
36
BELEGGINGEN
De basis voor de verdeling van het vermogen rust op twee pilaren: de financiële langetermijnstudie Asset Liability Management (ALM) en het financiële beleidskader van het fonds. In de ALM-studie worden het effect van verschillende beleggingskeuzes en de ontwik keling van de pensioenverplichtingen doorgerekend bij verschillende economische scenario’s. Voor 2009 is er ten opzichte van 2008 een aantal veranderingen in het beleggingsbeleid doorgevoerd. De belangrijkste zijn: • Een allocatie naar inflatie-obligaties. Hiermee wordt het inflatie risico teruggebracht. Door de zeer lage inflatieverwachting waren deze obligaties op het moment van aanschaf relatief goedkoop en konden zo extra rendement genereren. • VGMI (zie ook pagina 40) en hypotheken hebben een hogere weging in de nieuwe normportefeuille. Doordat de andere beleggingen in 2008 in waarde zijn gedaald, is hun relatieve gewicht toegenomen.
• Een extra allocatie naar hoogrentende waarden, specifiek Amerikaans en Europees High Yield (leningen aan bedrijven met een lage rating). Deze zijn aantrekkelijk geworden door de waardedaling van deze obligaties eind 2008 en vormden op dat moment een relatief aantrekkelijker rendementrisicoprofiel dan aandelen. Eind 2009 en begin 2010 is de positie met winst deels afgebouwd. • De categorie aandelen heeft een lagere normweging door de markt ontwikkeling (de waardedaling van aandelen in 2008). • Direct vastgoed heeft een iets lager gewicht gekregen. Direct inter nationaal vastgoed zal, behalve door reeds aangegane verplichtingen niet worden uitgebreid. • Alternatieve investeringen zijn in beperkte mate uitgebreid uit overweging van spreiding. De meest opvallende verschuiving in figuur 19, waar een vergelijking wordt gemaakt tussen de normportefeuille 2008 en 2009, is de -18% bij aandelen en +18% bij vastrentend. Dit is simpelweg, zoals boven aangegeven, een reflectie van de marktontwikkelingen in 2008 waar bij aandelen minder waard werden, de rente daalde en daardoor de bestaande obligaties meer waard werden. Conform het herstelplan en strategische overwegingen was er toen geen aanleiding de aandelennorm op te hogen. De normportefeuille voorziet in aanpassingen aan de beleggingsmix als bepaalde bandbreedtes worden overschreden.
• Figuur 19: Normportefeuille 2009
Beleggingscategorie
2009
2008
Verschuiving
Aandelen Vastgoed Vastrentende waarden Vastrentende waarden hoogrentend Grondstoffen Speciale projecten Hedge funds Infrastructuur Private equity
20,0% 9,0% 37,5% 20,0% 3,5% 5,0% 2,5% 1,0% 1,5%
38,0% 10,0% 20,0% 18,0% 5,0% 5,0% 2,0% 1,0% 1,0%
-18,0% -1,0% 17,5% 2,0% -1,5% 0,5% 0,5%
Totaal
100%
100%
0%
• Figuur 20: Samenstelling normportefeuille PME 2009
Grondstoffen Speciale projecten Hedge funds
Aandelen Direct vastgoed Vastrentende waarden Vastrentende waarden hoogrentend
3% 5%
Infrastructuur Private equity
1% 2%
20%
3,5%
9%
Afdekking van risico’s PME wil met de beleggingen alleen risico lopen als daar ook een verwacht rendement tegenover staat. Risico’s op schommelingen in valutakoersen horen daar niet bij. Het fonds dekt dan ook al jaren lang het risico af op schommelingen van de Amerikaanse dollar, de Japanse yen en het Britse pond. Ook de gevoeligheid voor renteschommelingen, die van grote invloed zijn op de waarde van de pensioenverplichtingen en daarmee de dekkingsgraad, is voor een belangrijk deel afgedekt. Een verandering in de rentestand is immers van grote invloed op de marktwaardering van de pensioenverplichtingen en dus de financiële positie van het fonds. Om de ontwikkeling van de dekkingsgraad stabieler te maken, heeft het fonds de rentegevoeligheid in de periode 2004 - 2009 in toenemende mate verminderd. De rentegevoeligheid van de pensioen verplichtingen is daarmee eind 2009 voor 75% afgedekt.
20%
37
BELEGGINGEN
37,5%
Marktontwikkelingen 2009 Terugblik op het economisch klimaat van 2009 Het jaar 2009 was er één van extremen. Bij de start van het jaar zaten de wereldwijde economieën in een diepe recessie en dreigde zelfs een depressie. De massale ingrepen van centrale banken en overheden leken geen enkel effect te hebben en de bodem van de koersen van risicodragende beleggingen was nog niet in zicht. Begin maart sloegen de markten echter om. Een toenemend vertrouwen in de maatregelen en vasthoudendheid van de autoriteiten, meevallende berichten over het Amerikaanse bankwezen en voorzichtige eerste signalen van economische stabilisatie brachten de koersdalingen tot stilstand. Op 9 maart werd het startsein gegeven voor de scherpste opleving van de beurzen sinds tientallen jaren. Maar de snel oplopende koer sen werden nog niet gerechtvaardigd door de economische realiteit. De wereldeconomie verkeerde in het eerste kwartaal van 2009 nog steeds in een bijzonder diepe recessie. Het zou nog maanden duren voordat ook in de reële economie het dieptepunt werd gepasseerd. Het waren vooral twee factoren die zorgden dat de economische neergang uiteindelijk stabiliseerde: de stimuleringsmaatregelen van overheden en de voorraadcyclus. Vooral in de Verenigde Staten had het bedrijfsleven heftig gereageerd op de bijzonder slechte economi sche vooruitzichten na het faillissement van de zakenbank Lehman Brothers in september 2008. De diepe ingrepen in voorraden, produc tie, investeringen en personeelsbestand bleken later doorgeschoten in relatie tot de daling aan de vraagkant. Toen de vraaguitval bij consumenten en het bedrijfsleven ten einde kwam door belasting verlagingen, extra belastingimpulsen en renteverlagingen, kwam de productie dan ook weer snel op gang. In eerste instantie in Azië, maar in het derde kwartaal ook in de andere grote markten, zorgde deze voorraadcyclus voor een officieel einde aan de recessie.
Kwetsbaar herstel
38
BELEGGINGEN
De terugkeer van economische groei betekende nog niet dat al het leed al geleden was. De werkloosheid bleef stijgen, net als het aantal faillissementen bij bedrijven en huishoudens. Ook zorgden de hoog opgelopen schuldenlast, dalende inkomsten en de mentale schok van de crisis voor een aanhoudende schuldsanering. Het economische herstel kent daarmee, in vergelijking met normale herstelfasen, een voorlopig nog gematigd en kwetsbaar karakter. Het aanhoudende gevaar voor een terugval naar een recessie maakte dat overheden en centrale banken - een enkele uitzondering daar gelaten - de geldkraan gedurende 2009 wijd open lieten staan. Vanwege de diepe schuldsanering in de private sector vertaalde zich dit echter nog niet in ruimere kredietverlening. Daardoor werd het nieuw gecreëerde geld niet door de reële economie geabsorbeerd. Wel had het zeer ruime monetaire beleid een indirect positief effect op de financiële markten. Doordat vanwege de extreem lage rente het rendement op het aanhouden van contanten tot praktisch nul was gereduceerd, kwam er in de financiële markten een zoektocht naar rendement op gang. In plaats van genoegen te nemen met beleggin gen die relatief risicoloos zijn maar nauwelijks rendement bieden, stapten beleggers in toenemende mate in risicodragende beleggingen met een hoger verwacht rendement. Dit bleef de opmars van de beurskoersen voeden.
De stijging van de koersen van risicodragende beleggingen verloor echter aan kracht in de laatste fase van het jaar. Begin 2010 staan de koersen zelfs weer onder druk. Beleggers werden kort achter elkaar tot tweemaal toe opgeschrikt door plotseling opnieuw oplaaiende kredietzorgen. Eind november kwam investeringsmaatschappij Dubai World in betalingsproblemen, in december gevolgd door een officiële verlaging van de kredietstatus van Griekenland door kredietbeoorde lingsbureau Fitch. In het nieuwe jaar zijn daar zorgen bij gekomen. Zo draaiden de Chinese autoriteiten de geldkraan weer wat dichter en deed de overheid in Verenigde Staten voorstellen voor verregaande en mogelijk groeiremmende aanpassingen in het toezicht op banken. Het jaar 2010 lijkt dan ook voor risicodragende beleggingen een moeilijker en onrustiger jaar te worden dan 2009. De factoren die verantwoordelijk zijn voor de economische groei - stimulering en voorraadcyclus - zullen slechts een tijdelijk effect hebben en naar verwachting ten einde lopen gedurende 2010. Alleen bij structureel toenemende consumentenbestedingen en bedrijfsinvesteringen kan de economische groei dan doorzetten. Hoewel een terugval naar een recessie niet het meest waarschijnlijke scenario is, lijkt in ieder geval in de ontwikkelde economieën het herstel op zijn best gematigd.
Vastrentende waarden Een groot deel van het vermogen van PME werd in 2009 belegd in vastrentende waarden. Ook binnen dit deel van de portefeuille streeft PME naar vermindering van het risico door middel van spreiding van de beleggingen. Deze spreiding vindt plaats door te beleggen in Euro pese staats- en bedrijfsobligaties, in hoogrentende Amerikaanse en Europese bedrijfsobligaties en in obligaties van opkomende markten. Behalve over verschillende segmenten en wereldwijde regio’s worden de beleggingen van PME in vastrentende waarden ook over verschil lende debiteurenkwaliteiten gespreid. Hoe hoger de debiteurenkwali teit van de lener is, hoe lager het risico en hoe lager daarmee het te verwachten rendement. Andersom geldt dat voor lagere debiteuren kwaliteiten, met een bijbehorend hoger risico, steeds hogere rente vergoedingen worden ontvangen. Vanwege de risico’s bij twijfelach tige debiteurenkwaliteiten wordt er scherp toezicht gehouden op de kredietwaardigheid van partijen waaraan leningen worden verstrekt. De obligatieportefeuilles lieten over de grote linie positieve rende menten zien. Met name de beleggingen in Amerikaanse en Europese hoogrentende bedrijfsobligaties lieten, na het moeilijke jaar 2008, hoge rendementen zien van 38,0% (indien gecorrigeerd voor de valutaafdekking nog 3,8% hoger) en respectievelijk 57,6%. Ook de portefeuille obligaties van opkomende landen heeft met een rendement van 29,4% een uitstekend jaar achter de rug. In figuur 22 wordt voor de diverse soorten vastrentende waarden het belang in de portefeuille in euro’s weergegeven.
• Figuur 22: Regio indeling vastrentend/hoogrentend
• Figuur 21 : Belangrijke vastrentende-waarden postities
Categorie
Hoogrentende EU-obligaties Hoogrentende US-obligaties Emerging-markets-obligaties
(Bedragen x € 1 miljoen)
VMGI
2.677
Hypotheken
1.861
Staatsobligaties
792
Bedrijfsobligaties
534
Inflation-linked obligaties
513
Hoogrentende EU-obligaties
710
Hoogrentende US-obligaties
1.353
Emerging-markets-obligaties
2.548
16%
55%
29%
Een belangrijke indicator van het risico in de vastrentendewaardenportefeuille is de rating van de opgenomen beleggingen. Deze zegt iets over de kwaliteit van de uitgevende partijen van de obligaties.
• Figuur 23: Investment grade (BBB of hoger)
Investment grade (≥BBB)
AAA
AA
A
BBB
not rated
totaal
VGMI Hypotheken Staatsobligaties Bedrijfsobligaties Structured credits Inflation-linked obligaties
- - 55% 8% - 48%
19% - 11% 18% 32% -
81% - 28% 45% 57% 36%
- - 6% 29% 11% 16%
- - - - - -
- 100% - - - -
100% 100% 100% 100% 100% 100%
De zogeheten investment grade obligaties hebben een hogere rating en dus een lager risicoprofiel.
Hoogrentende EU-obligaties Hoogrentende US-obligaties Emerging-markets-obligaties
≥BBB
BB
B
≤CCC
not rated
cash
totaal
3% 2% 57%
25% 22% 25%
48% 48% 7%
16% 19% 2%
4% 3% 5%
4% 6% 4%
100% 100% 100%
39
Hoogrentend (≤BBB)
BELEGGINGEN
• Figuur 24: Hoogrentend (BBB of lager)
VGMI Vanaf 1969 kregen alle werkgevers in de Metalektro de mogelijkheid om de pensioenvoorziening voor werknemers òf via het bedrijfstak pensioenfonds Metaalindustrie (PMI, de voorganger van PME), óf via een verzekeringsmaatschappij te regelen. De verzekeraars besloten de nieuwe regeling gemeenschappelijk uit te voeren in de Verzekerings groep Metaalindustrie (VGMI). In VGMI nemen deel: Nationale Nederlanden (54%), Delta Lloyd (23%), AEGON (19%), ASR (3%), Zwitserleven (1%) en Generali (minder dan 1%). Per 1 januari 1994 droeg VGMI de pensioenaanspraken van de deel nemers in de VGMI-regeling en de daarbij horende beleggingsporte feuille over aan PME. In ruil daarvoor werd door PME het procentuele aandeel van VGMI in de totale Voorziening Pensioenverplichtingen (VPV) van PME bij VGMI herverzekerd. PME ontvangt van VGMI over het herverzekerde bedrag een rentevergoeding die gekoppeld is aan de rente van 10-jarige obligaties. Het contract loopt met ingang van 1 januari 2009 in 30 jaar geleidelijk af, waarbij elk jaar 1/30 van het contract wordt uitgekeerd aan PME. Hypotheken PME belegt een groot deel van de vastrentende waarden in hypotheken. Dit betreft hypotheken van Nederlandse particulieren en bedrijven met meestal vastgoed als onderpand. De hypotheekportefeuille is ondergebracht in een fonds voor particuliere hypotheken en een fonds voor zakelijke hypotheken. Beide fondsen zijn in beheer bij Syntrus Achmea Vastgoed. Bij de beoordeling van een hypotheken portefeuille zijn de spreiding en de kwaliteit van de hypotheeknemers van belang. Figuur 25 geeft inzicht in de verdeling over particulieren en ondernemingen en in het aantal hypotheken.
Aandelen
40
BELEGGINGEN
Aandelen vormen na vastrentende waarden de op een na grootste categorie in de beleggingsmix van PME. Aandelen geven op termijn een hoger verwacht rendement dan vastrentende waarden. De afgelopen jaren hebben de aandelenbeleggingen van het fonds dan ook een belangrijke rol gespeeld in het op niveau en betaalbaar houden van de pensioenen in de Metalektro. Het hogere verwachte rendement van aandelen gaat gepaard met een hoger risicoprofiel van deze beleggingscategorie dan bijvoorbeeld bij vastrentende waarden het geval is. De resultaten van aandelen kunnen door de jaren heen dan ook sterk schommelen. De jaren 2008 en 2009 lieten extreme schommelingen zien. In 2008 daalde de beurzen wereldwijd met ongeveer 40%. Waarna in 2009 een herstel met circa 25% volgde. Ook binnen de aandelenportefeuille spreidt PME de beleggingen over verschillende regio’s en segmenten. Het fonds belegt in aandelen van beursgenoteerde ondernemingen in Europa, de Verenigde Staten, het Verre Oosten en in opkomende markten. Na een slecht begin van het jaar 2009 lieten de aandelenmarkten vanaf maart een sterk herstel zien. De stimuleringsmaatregelen van de centrale banken en de overheden hadden een duidelijk positief effect op de aandelenmarkten. Daarnaast zorgde de verminderde risicoaversie van beleggers voor een stijging van de aandelenbeurzen. De aandelen die in 2008 nog de grootste klappen kregen, lieten over het algemeen de sterkste stijging zien in 2009. Vooral in het segment opkomende markten stegen de koersen extreem sterk, onder invloed van al vroeg in het jaar toenemende economische groei in een aantal grote opkomende landen.
Aandelen in Europa rendeerden 32,1%, in Noord Amerika 23,4%, in het Verre Oosten 21,8% en wereldwijd 28,3%. Opkomende landen rendeerden, mede door de hoge verwachtingen van de groei in die landen en de sterke neerwaartse correctie in 2008, maar liefst 79,3%. De rendementen van aandelen in Noord-Amerika en in het Verre Oosten liggen eigenlijk nog hoger omdat de euro sterker werd in 2009 en de dollar en yen zwakker werden. Omdat de valuta wordt afgedekt heeft dit echter geen effect voor PME. De dollarafdekking leverde 3,8% op en kan worden toegerekend aan de rendementen op aandelen Amerika. Voor de Japanse yen is dat 7,0%, die kan worden toegerekend aan het resultaat van de aandelen Verre Oosten voor de beleggingen in Japan die daar onderdeel van uitmaken.
Vastgoed PME belegt voornamelijk in direct onroerend goed in Nederland. Het gaat daarbij om woningen, kantoren en winkelpanden. Daarnaast wordt geïnvesteerd in niet-beursgenoteerde vastgoedfondsen in Euro pa, Amerika en in het Verre Oosten. Het jaar 2009 was voor de vast goedinvesteringen een zwaar jaar. Over de gehele linie stonden de waarden van het vastgoed onder druk. Dit heeft geleid tot aanzienlijke afwaarderingen. Het totale resultaat op de gehele vastgoedportefeuille kwam in 2009 uit op -3,9%.
Alternatieve beleggingen De portefeuille alternatieve beleggingen maakt een belangrijk onder deel uit van het spreidingsbeleid van PME, omdat de rendementen van de alternatieve beleggingen zich vaak min of meer onafhankelijk bewegen van het resultaat op traditionele investeringen als aandelen en obligaties. Hierdoor dragen ze sterk bij aan de stabiliteit van de totale portefeuille, hoewel dit in het crisisjaar 2008 niet het geval was. De afgelopen jaren is de omvang van de portefeuille sterk gegroeid. De resultaten waren in 2009 zeer wisselend. Het rendement op de totale portefeuille alternatieve beleggingen kwam in 2009 uit op -4,2%. Binnen de portefeuille wordt belegd in infrastructuur, private equity, hedge funds, grondstoffen (commodity’s) en zogenoemde speciale investeringen. De beleggingen in private equity lieten in 2009 een licht negatief resultaat zien van -1,8%. De resultaten op de beleggingen in hedge funds waren wel positief, met een rendement van 9,3%. De investeringen in grondstoffen bestaan voor een belangrijk deel uit energiedragers als olie en gas, naast een kleiner deel metalen, edel metalen, hout en landbouwproducten. De waarde van de grondstof fenportefeuille herstelde zich sterk van het moeilijke jaar 2008 en liet een sterk positief rendement zien van 23,3%. De beleggingen in speciale investeringen worden zeker gekenmerkt door afwijkende risico-rendementverhoudingen ten opzichte van meer traditionele beleggingscategorieën, en/of door hun illiquide karakter. Het totaalrendement op de speciale projecten bedroeg in het verslagjaar -40,3%. Deze beleggingen omvatten onder andere Amerikaanse levensverzekeringspolissen, bosbouw, Chinese aandelen, zogeheten catastrofe obligaties en beleggingen gekoppeld aan de beweeglijkheid van de financiële markten. Met name de levensverze keringspolissen speelden een dominante rol in de beleggingen en verklaren het negatieve rendement van de categorie alternatieve beleggingen. De beleggingswaarde nam significant af door de verslechterde marktsituatie voor deze illiquide beleggingsvorm, die leidde tot afwaardering van de boekwaarden. De infrastructuurportefeuille liet in 2009 een licht positief rendement zien van 1,0%.
• Figuur 25: Participatie en verdeling hypothekenportefeuille PME (Bedragen x € 1 miljoen)
Weging Participatie PME Fondsomvang Zakelijke-hypothekenfonds 54,9% 993 2.367 Particuliere-hypothekenfonds 45,1% 815 1.523 Totaal 100,0% 1.8081
Aantal leningen in portefeuille 1.500 19.879
Bij de waarde van fondsparticipaties moeten kasgeld en vorderingen worden opgeteld om te komen op de totaalpost van 1861 die in figuur 21 en in de jaarrekening is opgenomen.
1
• Figuur 26: Aandelen regio verdeling
• Figuur 27: Onroerend goed naar regio
Verre Oosten Aandelen opkomend
Europa Global Noord-Amerika
Noord-Amerika Verre Oosten
Nederland Europa
4% 18%
4%
4%
22%
13%
18%
BELEGGINGEN
88%
41
29%
Beleggingsprestaties PME 2009 Om het gerealiseerde rendement per beleggingscategorie van PME op waarde te schatten, wordt dit afgezet tegen twee maatstaven. De eerste maatstaf betreft het resultaat op de benchmarkportefeuille voor 2009. Aan de hand van de ontwikkeling ten opzichte van deze benchmarkportefeuille kan worden getoetst of door actief beheer waarde is toegevoegd.
In vergelijking met het Nederlandse gemiddelde scoort PME de afge lopen tien jaar relatief goed. Dit relatief goede resultaat is vooral te danken aan een gebalanceerde spreiding van de beleggingen, zowel naar regio als naar type. Ook de afdekking van het risico op schommelingen in rente en valuta droeg belangrijk bij.
Z-score Het rendement van de portefeuille is over het jaar 2009 2,6% achter gebleven bij de benchmarkportefeuille. De voornaamste oorzaken voor dit achterblijven zijn de volgende: • Binnen de categorie obligaties blijft het relatief rendement van externe beheerders van Europese hoogrentende obligaties achter. Binnen deze portefeuilles hebben de beheerders een bewust defen sieve positionering, waarmee destijds speculatieve achtergestelde leningen van financiële instellingen worden uitgesloten. Juist de koersen van deze leningen herstelden echter sterk. • Het relatief rendement van onroerend goed in Europa, Noord-Amerika en Azië blijft achter door het niet in de pas lopen met de benchmark, een zogeheten benchmark-mismatch. Er zijn geen goede benchmarks voor deze onroerendgoedportefeuilles waardoor onder andere cash met een opslag moet worden gebruikt als benchmark. Over een langere periode moet onroerend goed die benchmark verslaan. In individuele jaren kan de volatiliteit ten opzichte van de benchmark echter groot zijn, zoals in 2009 het geval was. In 2009 ijlde de crisis nog na in de waarderingen van onroerend goed en was er dus sprake van een stevige relatieve underperformance. • Binnen de alternatieve portefeuille speelt een vergelijkbaar probleem als bij onroerend goed. Investeringen als bosbouw en life settlements kregen afwaarderingen ten gevolge van de crisis, maar moesten worden vergeleken met een ‘rente + opslag’-benchmark. Over een langere periode moeten die investeringen ‘rente + opslag’ normaliter verslaan, maar tussentijds kunnen er behoorlijke afwijkingen zijn. • Bij de rente-afdekking is er een negatief verschil met de benchmark omdat de werkelijke portefeuille wat betreft de aanvangswaarden afweek van de normportefeuille, terwijl de werkelijke portefeuille bepalend is voor het vaststellen van de rente-afdekking.
42
BELEGGINGEN
Vergelijking met andere Nederlandse pensioenfondsen De tweede maatstaf waartegen de beleggingsresultaten van PME worden afgezet is het gemiddelde rendement van een groot aantal Nederlandse pensioenfondsen, zoals dat wordt berekend door WM Company, het zogenoemde WM Universum. De rendementen van ABP en Zorg en Welzijn zijn in deze vergelijking niet meegenomen, omdat zij door hun omvang een te groot stempel zouden drukken op de uit komsten. De vergelijking met andere fondsen geeft inzicht in de toe gevoegde waarde van de binnen de beleggingscategorieën gemaakte beleidskeuzes voor specifieke beleggingsalternatieven en regio’s.
De Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf 2000) geeft aan dat een bedrijfstakpensioenfonds onder meer tot taak heeft aan ondernemingen vrijstelling van de verplichte deelneming te verlenen. De gevallen waarin en de voorwaarden waar onder dat moet, zijn opgenomen in het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000. Een van de vrijstellingsgronden heeft betrekking op de beleggingsresultaten, gemeten op basis van de performancetoets, dat wil zeggen de gemiddelde z-score over een periode van 5 jaar. Ondernemingen die om deze reden een verzoek om vrijstelling indie nen, dienen wel een andere pensioenregeling te hebben, en aan die regeling moeten ten minste dezelfde aanspraken worden ontleend als aan de pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds De z-score geeft de afwijking aan van het door het pensioenfonds behaalde rendement op de vooraf bepaalde normportefeuille, conform de wettelijk voorgeschreven formule. De z-score laat alleen zien of de vermogensbeheerder de normportefeuille (benchmark) heeft verslagen, maar zegt overigens niets over het absoluut rendement. In de vorige paragrafen is reeds aangegeven dat voor enkele beleg gingscategorieën sprake is van een ‘technische’ underperformance. Het gaat hier om, over de afgelopen periode, zeer beweeglijke beleggingen met een negatief rendement in 2009. Voor deze beleggingscategorieën waarvoor geen goede representatieve benchmarks beschikbaar zijn, wordt een ‘rente + opslag’-benchmark gehanteerd (wettelijk dient er een benchmark te worden vastgesteld). Deze genoemde beleggingen drukken nu de totale performance. De performancetoets over de periode 2005 - 2009 bedroeg -0,30 hetgeen onder de norm van 0 uitkomt.
• Figuur 28: Verloop van het feitelijke totaalrendement gedurende het jaar
14.00% 12.00% 10.00% 8.00% 6.00% 4.00% 2.00% 0.00% -2.00% -4.00%
Jan ‘09
Feb ‘09
Mrt ‘09
Apr ‘09
Mei ‘09
Jun ‘09
Jul ‘09
Aug ‘09
Sep ‘09
Okt ‘09
Nov ‘09
Dec ‘09
Figuur 29: Gerealiseerd en benchmarkrendement PME 2009
Beleggingscategorie 2009
Portefeuille
Benchmark
Outperformance
Rendement inclusief rente- en inflatieafdekking Rente-afdekking Rendement exclusief rente- en inflatieafdekking
12,6% -4,3% 16,9%
15,3% -3,9% 19,2%
-2,7% -0,4% -2,3%
- Aandelen - Vastrentende waarden - Onroerend goed - Alternatief - Valuta-afdekking
33,8% 18,7% -3,9% -4,2% 2,4%
33,3% 18,4% -2,0% 10,7% 2,1%
0,5% 0,3% -1,9% -14,9% 0,3%
• Figuur 30: Rendement PME versus het Nederlandse gemiddelde
10 jaar
5 jaar
3 jaar
1 jaar
PME WM Universum
4,0% 3,2%
3,8% 4,1%
-0,8% -0,3%
12,6% 14,6%
Feitelijk rendement (%) Normrendement (%) Z-score
2009
2008
2007
2006
2005
12,6% 15,3% -1,97
-17,8% -13,6% -3,15
5,4% 4,3% 0,59
3,6% 3,4% 0,17
19,4% 18,2% 0,84
43
BELEGGINGEN
• Figuur 31: Rendement en z-score PME
Maatschappelijk verantwoord beleggen
Verantwoord beleggen in aantal belangrijke beleggings categorieën
PME vindt dat grote financiële partijen, louter door hun omvang, ook maatschappelijke spelers van belang zijn. Die rolopvatting van het fonds wordt ingegeven en versterkt door de rol die de sociale partners uit de sector in Nederland spelen. Die opvatting gaat verder dan louter het dienen van sectorale belangen: de sociale partners betrekken ook de belangen van de samenleving als geheel bij hun ideeën en besluit vorming.
PME kiest voor een integrale benadering van verantwoord beleggen. Dat betekent dat in 2009 een begin is gemaakt met het integreren van milieu, sociale en governance (ESG-) criteria in een aantal belangrijke beleggingscategorieën. Dergelijke ESG-criteria spelen een rol bij de selectie van hedge funds, private equity en in toenemende mate ook in onroerend goed en de selectie van externe managers. Ook in de selectie van aandelen spelen milieu, sociale en governancecriteria een rol. PME is van mening dat bedrijven die duurzaam met hun omgeving en met arbeid omgaan, op de langetermijn de beste overlevingskansen hebben. Door maatschappelijk verantwoord onder nemen worden allerlei bedrijfsrisico’s beperkt, zoals klantenboycots, schadeclaims, reputatieschade en juridische maatregelen. Het inperken van die risico’s heeft op de langetermijn een gunstig effect op de bedrijfsresultaten en daarmee op de aandeelhouderswaarde van een onderneming. In positieve zin wordt door PME ook specifiek voor duurzame beleggingen gekozen, zoals PME bijvoorbeeld bij bosbouw doet.
PME ondertekende in 2006 als één van de eerste Nederlandse pen sioenfondsen de Principles for Responsible Investment (PRI). Dit is een code waarmee institutionele beleggers wereldwijd onderschrijven dat milieu-, sociale en governancefactoren invloed hebben op het beleggingsresultaat en dat het dus ook daarom belangrijk is deze factoren te integreren in het beleggingsbeleid. PME neemt in vermo gensbeheercontracten de principes op en verlangt van zijn externe vermogensbeheerders dat zij deze toepassen. In mei 2007 heeft het bestuur van PME een aangescherpt beleid voor maatschappelijk verantwoord beleggen vastgesteld. Onderdeel daarvan is de uitsluiting uit de beleggingsportefeuille van ondernemingen die zich bezighouden met de productie van zaken die in Nederland op basis van wetgeving, internationale verdragen of als gevolg van rege ringsbeleid zouden worden afgekeurd. Concreet waren dat in 2007 beleggingen in clusterbommen en (bepaalde type) landmijnen. Daarnaast sluit PME ondernemingen uit die onderdeel uitmaken van de Nederlandse sector Metalektro en in Nederland beursgenoteerd zijn. Op die manier wordt voorkomen dat het bestuur van het fonds door het stemgedrag of het programma van dialoog van PME met belangenconflicten te maken krijgt.
44
BELEGGINGEN
In maart 2008 heeft het bestuur opnieuw het beleid rondom maat schappelijk verantwoord beleggen aangescherpt. Er zijn acht leidende principes geformuleerd, die voor alle beleggingscategorieën richting gevend zijn. De leidende principes zijn afgeleid van internationale verdragen zoals de Verklaring van de Rechten van de Mens en de International Labour Organization (ILO) over arbeidsrechten en omstandigheden. Het jaar 2009 stond in het teken van de uitvoering van dat beleid.
Uitsluiting Wanneer ondernemingen niet voldoen aan de eerder genoemde leidende principes op productniveau, zoals bij de productie van landmijnen, volgt uitsluiting uit de beleggingsportefeuille. Momenteel betreft het 35 ondernemingen. Deze uitgesloten ondernemingen laat PME ook op haar website zien. Wanneer ondernemingen niet aan de principes voldoen op procesniveau, zoals bij onvoldoende arbeidsomstandig heden, komt de onderneming altijd terecht in het dialoogprogramma van PME.
Transparantie Op zijn website laat PME zien hoe het fonds heeft gestemd tijdens aandeelhoudersvergaderingen. Daarnaast brengt PME op zijn website regelmatig verslag uit over het programma van dialoog en de resul taten daarvan. Ook publiceert PME tweemaal per jaar op de website van het fonds de lijst van wereldwijde directe aandelenbelangen die het fonds aanhoudt.
Actief aandeelhouderschap PME stemt op vrijwel alle aandeelhoudersvergaderingen wereldwijd. Bij het uitbrengen van stemmen toetst het fonds de voorstellen van ondernemingen aan de beginselen van goed ondernemingsbestuur, waaronder ook het sociaal beleid, milieubeleid en de omgang met mensenrechten vallen. Naast het stemmen op aandeelhoudersverga deringen kaart PME ook actief zaken aan bij de betrokken onderne mingen, om zo invloed uit te oefenen op het beleid. Met betrekking tot een verantwoord beloningsbeleid bij beursgeno teerde bedrijven in Nederland werd in 2009 vooral gekeken naar de structuur van de beloning, minder naar de hoogte daarvan. Bij de structuur gaat het bijvoorbeeld om het uitgangspunt dat de kortetermijnbonus lager moet zijn dan de langetermijnbonus en er geen prestatiebeloning hoort te zijn voor benedengemiddelde prestaties. Het maatschappelijk debat heeft ervoor gezorgd dat institutionele beleggers, waaronder PME, kritischer zijn op beloningsbeleid en in hun beoordeling meenemen of die beloning in hoogte maatschappelijk aanvaardbaar is. Met name de Raad van Commissarissen wordt aan gesproken op het beheersen van de hoogte van de beloning. Maatschappelijk onverantwoord belonen schaadt de onderneming en dus ook aandeelhouders. In 2009 heeft deze meer kritische opstelling al een aantal keren geleid tot het tegenstemmen op aandeelhouders vergaderingen. Ook buiten Nederland hanteert PME vergelijkbare uit gangspunten voor het beloningsbeleid. PME heeft zich in 2009 ook op Nederlandse aandeelhoudersvergaderingen laten vertegenwoordigen, onder andere bij Ahold, Heineken, ING en Unilever. PME sluit in zijn aandelenportefeuille geen bedrijven op voorhand uit, behalve ondernemingen zoals genoemd in de paragraaf hierboven. Wel toetst PME het beleid van de bedrijven waarin is belegd actief aan beginselen van goed ondernemingsbestuur, waaronder nadrukkelijk ook het sociaal beleid, arbeidsomstandigheden en kinderarbeid, milieu en klimaatbeheersing, biodiversiteit, de omgang met mensenrechten en corruptie vallen. Wanneer het fonds dat nodig acht, worden onder nemingen actief benaderd om ze aan te sporen tot meer verantwoord ondernemen. Die actieve benadering van ondernemingen gebeurt in samenwerking met een aantal andere Nederlandse en internationale pensioenfondsen en vermogensbeheerders. Op die manier worden belangen in ondernemingen gebundeld en wint de benadering sterk aan kracht. In 2008 is PME gestart met een programma om de dialoog aan te gaan met bedrijven. In 2009 werd in naam van PME een dergelijke dialoog gevoerd met circa 100 ondernemingen, waaronder bedrijven als Wal-Mart, Total en enkele Aziatische oliebedrijven.
45
BELEGGINGEN
In 2009 waren er opbrengsten uit hoofde van legal-actions-program ma’s. PME heeft in 2009 betalingen ontvangen in 22 class action settlements. Het daarmee gemoeide bedrag aan schadevergoedingen aan PME was in 2009 791.000 USD.
diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van nsioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de ootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een nge horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME rstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de anciele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen rhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een nge adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario ’s. PME verstevigt de stuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. e samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: t alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich echt tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig orstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De sis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met n nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen gelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een chtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot niekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan nder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert t er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw stuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is n stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie ar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. ME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun n buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer ndacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. ME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk edkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook n unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. nsioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet n voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee er een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt le vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De
H7
ORGANISATIE
PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel
PME wordt bestuurd door de werkgeversorganisatie en de werknemers organisaties die actief zijn in de bedrijfstak. De sociale partners hechten groot belang aan een goed en betaalbaar pensioen voor alle betrokkenen in de bedrijfstak.
Bestuurssamenstelling vanuit werkgevers- en werknemers zijde
PME hecht veel waarde aan een degelijk en gebalanceerd bestuur van het fonds. De inrichting daarvan moet de bestuurlijke kwaliteit en zorgvuldigheid waarborgen.
Van werknemerszijde bestaat de vertegenwoordiging in 2009 uit: • FNV Bondgenoten (3 leden); • CNV BedrijvenBond (2 leden); • De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening (1 lid); • VHP2 (1 lid).
Om het bieden van voldoende aandacht en betrokkenheid in een steeds complexer wordend speelveld te kunnen blijven waarborgen, is PME in 2009 gestart met het doorvoeren van een aantal materiële veranderingen in de eigen bestuurlijke en organisatorische inrichting. Vooruitlopend op de structurele inbedding van de nieuwe inrichting eind 2009 en begin 2010 is over geheel 2009 de aansturing van het fonds door het volledige algemeen bestuur sterk geïntensiveerd. Een uitvloeisel hiervan was dat het bestuur de vergaderfrequentie aanzienlijk heeft opgevoerd. Over 2009 werd er door het algemeen bestuur 16 maal collectief vergaderd. De transitie van de pensioen administratie naar Mn Services, het governancemodel van PME en de organisatie rondom vermogensbeheer en risicomanagement waren majeure thema’s die bestuurlijk veel aandacht hebben gekregen. De bestuurlijke grip op de aansturing van het fonds is door intensi vering van de bestuurlijke betrokkenheid verstevigd.
Van werkgeverszijde bestaat de vertegenwoordiging uit leden afgevaar digd door de Vereniging FME-CWM.
De leden van het bestuur worden tot wederopzegging benoemd door de Raad van Overleg in de Metalektro (de ROM), op voordracht van de bovengenoemde organisaties.
Bestuur Algemeen bestuur Het bestuur van PME bestaat uit vertegenwoordigers van werkgeversen werknemersorganisaties. Er zijn veertien bestuursleden, zeven van werkgeverszijde en zeven van werknemerszijde. Het bestuur zal in 2010 teruggaan naar tien bestuursleden, waarvan twee nieuwe bestuursleden met een bijzondere deskundigheid op het gebied van beleggingen en finance, controle en risicomanagement. Van de huidige veertien bestuursleden zullen derhalve acht leden doorgaan in 2010.
47
In 2009 is de nieuwe inrichting reeds voor een deel vormgegeven door frequente aansturing door het dagelijks bestuur te vervangen door aansturing door het volledige bestuur. Ook is de organisatie van het bestuursbureau al in lijn gebracht met de clustergedachte, door het aantrekken van versterking op het gebied van beleggingen en risico management. Zie het in dit hoofdstuk opgenomen organogram voor een volledige weergave van het nieuwe bestuurmodel. Overgang naar dit model is in het 1e halfjaar van 2010 volledig geëffectueerd.
ORGANISATIE
Voorafgaand aan de reguliere maandelijkse vergaderingen zullen bestuursdelegaties vergaderingen voorbereiden, als waarborg dat de in het bestuur te behandelen zaken en stukken van voldoende niveau (bestuursrijp) zijn. Hiertoe worden de bestuursleden toebedeeld aan vier deskundigheidsclusters: Algemene zaken, Vermogensbeheer, Pensioenbeheer en Finance, Control en Risk Management, waarbinnen de voorbereiding plaats zal vinden.
• Figuur 32: Organogram PME 2009 Het algemeen bestuur is het hoogste orgaan van het fonds. De voorbereiding van een gedeelte van zijn werkzaamheden heeft het algemeen bestuur uitbesteed aan commissies, die zijn benoemd door en uit van het algemeen bestuur.
Verantwoordingsorgaan
Bestuur
Deelnemersraad
Algemene zaken
Vermogensbeheer Toezichtscommissie
FCR
Commissie Individuele Zaken
Pensioenbeheer
Actuaris
Overige & ad-hoczaken Accountant
Bestuursbureau Directie Algemeen directeur
Directeur beleggingen
Dir. secr. / Officemngt
Speciale projecten
Communicatie PA/PR
Bestuurssecretariaat
48
ORGANISATIE
1
Medewerker beleggingen
Hoofd Pensioenbeheer
Hoofd FCR
Riskmanager 1
Medewerker beleggingen
Werkingssfeer specialist
Beleidsmedewerker
De Riskmanager heeft directe eigen escalatielijn naar het bestuur.
Wn-consulenten (9)
Wg-consulenten (3)
Dagelijks bestuur en commissies 2009 Het dagelijks bestuur is benoemd door en uit het algemeen bestuur en houdt onder meer toezicht op de taakuitoefening door het bestuurs bureau. Zoals genoemd is heeft het algemeen bestuur in de 2e helft van 2009 de taken overgenomen van het dagelijks bestuur. De Pensioenadviescommissie bestaat uit zes leden en adviseert het algemeen bestuur over het pensioenbeleid. Ook adviseert de commis sie over het niveau en de inhoud van de pensioenvoorzieningen, het indexatiebeleid en de jaarlijkse vaststelling van het premiepercentage. De Commissie Individuele Zaken bestaat uit één werkgeversbestuurs lid en één werknemersbestuurslid. Deze commissie beoordeelt indivi duele en collectieve pensioenzaken van deelnemers of ondernemingen in gevallen waarin niet wordt voldaan aan de reglementaire voorwaar den en het bestuursbureau niet is gemachtigd deze gevallen zelfstandig af te handelen. De Beleggingsadviescommissie bestaat uit zes leden en adviseert het algemeen bestuur over het beleggingsbeleid.
Nieuw deskundigheidsplan Acties in de voorgaande jaren In de loop van 2008 is een zogenoemde nulmeting gedaan naar het deskundigheidsniveau van de afzonderlijke bestuursleden en het bestuur als geheel. Deze nulmeting heeft plaatsgevonden in het vierde kwartaal van 2008 en het eerste kwartaal van 2009. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek is in september 2009 een vernieuwd deskundigheidsplan vastgesteld. Dit was later dan gepland omdat prioriteit moest worden gegeven aan de gevolgen van de crisis en het ontwikkelen van een herstelplan.
Acties in 2010 In 2010 is begonnen met een intensiever opleidingstraject om tege moet te komen aan de toenemende kenniseisen op het gebied van onder meer vermogensbeheer, risicomanagement en interne beheersing. Het PME-bestuur heeft een ambitieuze set van deskundigheidsvereis ten geformuleerd op gebied van vermogensbeheer, pensioenbeheer, risicomanagement en algemene zaken. Deze eisen zijn verwerkt in een nieuw self assessment, dat is ingevuld door de individuele bestuursleden. Op basis van de uitkomsten is een deskundigheids bevorderingplan opgesteld voor het bestuur voor de komende twee jaar. Een belangrijk onderdeel hiervan is dat per kwartaal een verdie pingssessie voor bestuursleden wordt georganiseerd. Tijdens deze sessies worden externe sprekers uitgenodigd een inleiding te verzor gen over een specifiek (uit het self assessment voortvloeiende) onderwerp waarna de bestuursleden met de spreker en onderling zullen discussiëren. Het self assessment zal ieder jaar worden ingevuld om de ontwikkeling in deskundigheid te kunnen monitoren. Tevens wordt vanaf 2010 gestart met periodieke evaluatie- en ontwikkelgesprekken van de werknemersleden met de werknemers voorzitter en van de werkgeversleden met de werkgeversvoorzitter. Tot slot wordt vanaf 2010 voor de opvolging van vertrekkende bestuursleden gewerkt met een profiel, dat onder de aandacht van de aanwijzende organisatie wordt gebracht. In het profiel wordt zowel aandacht besteed aan gewenste vaardigheden als aan gewenste competenties.
49
ORGANISATIE
De nulmeting liet voldoende scores zien op de drie competentieni veaus kennis, inzicht en oordeelsvorming. Het deskundigheidsplan is daarom ook met name gericht op het bijhouden van de benodigde deskundigheid. Dit gebeurt onder meer door minimaal twee studie dagen per jaar vast te stellen voor het hele bestuur en door regelmatig deskundigen van de uitvoeringsorganisaties of externen te vragen tijdens bestuursvergaderingen een presentatie te geven over belang rijke onderwerpen.
Deelnemersraad
Advies uit eigen beweging De Deelnemersraad heeft twee adviezen uitgebracht uit eigen beweging.
Het fonds hecht aan een open verkeer met werknemers en gepensio neerden. Medezeggenschap speelt daarbij een belangrijke rol. PME kent sinds 2001 een actieve deelnemersraad, die bestaat uit 22 leden. De leden van de deelnemersraad worden voorgedragen door de in het algemeen bestuur vertegenwoordigde werknemersorganisaties en door het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties. De deelnemersraad heeft tot taak de belangen van deelnemers en gepensioneerden te behartigen. De raad doet dit door het gevraagd en ongevraagd adviseren van het algemeen bestuur bij het bepalen van het beleid. Bestuursbesluiten met een algemene strekking worden altijd in de vorm van een voorgenomen bestuursbesluit eerst ter advies voorgelegd aan de deelnemersraad, alvorens formeel door het bestuur bekrachtigd te worden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om reglements wijzigingen, het premie- en indexatiebeleid en het vaststellen van het jaarverslag van het fonds.
Behandelde adviesaanvragen De Deelnemersraad heeft in 2009 de volgende adviesaanvragen behandeld: • Voorwaardelijkheidsverklaring en toeslaglabel Positief advies • Herstelplan korte en langetermijn Positief advies • Statuten PME Positief advies • Levensloop/TOP Positief advies • Fiscale eis deelname tijdens verlof Positief advies • Voortzetting tijdens WW op basis cao-protocol Positief advies • Verwerking variabel salaris Positief advies • Afkoop kleine pensioenen Positief advies • Beëindiging pensioensparen en kerncijfers 2009 Positief advies • Communicatiebeleidsplan PME Positief advies • Jaarverslag 2008 PME Positief advies • Geschillenregeling en klachtenregeling Positief advies • Arbeidsongeschiktheidsen overlijdensrisico tijdens verlof Positief advies • Aanpassen toeslagregel Positief advies • Wijzigen TOP-uitvoering Positief advies • Premie en indexatie 2010 Positief advies • Wijziging TOP-regeling Positief advies • Naamswijziging fonds (nog) niet overal doorgevoerd Positief advies • Kerncijfers 2010 Positief advies • ABTN oktober 2009 Positief advies
50
ORGANISATIE
In al deze gevallen werd een positief advies uitgebracht. Alleen ten aanzien van het in oktober 2009 ingediende herstelplan voor de korte en langetermijn werd negatief geadviseerd. Reden van de negatieve advisering was de voorgenomen mogelijke kortingsmaatregel per 1 april 2012. Dit jaarverslag, het jaarverslag 2009, is mede op positief advies van de Deelnemersraad vastgesteld in de vergadering van het Bestuur van het Pensioenfonds van de Metalektro van 24 juni 2010.
• Wijziging klachtenprocedure PME. De raad pleit in het advies voor meer transparantie en duidelijkheid bij de behandeling door de Commissie Interne Zaken (CIZ) van bezwaren op klachten. Tevens pleit hij voor een (globaal) overzicht van de behandelde klachten in het Jaarverslag PME. Bij de behandeling van dit advies in het bestuur blijkt dat er veel onduidelijkheid is in de Deelnemersraad met betrekking tot de werkwijze van de CIZ. Besloten is dan ook om een commissie ad hoc van de raad dit verder te laten onderzoeken. • Advies aan het bestuur om een onderzoek te starten naar alternatieven voor de Anw-hiaatverzekering van PME. Dit advies is in behandeling en de uitslag wordt in het voorjaar van 2010 verwacht.
Verantwoordingsorgaan Het Verantwoordingsorgaan van PME bestaat sinds 2009 uit 15 leden. Het gaat om vertegenwoordigers van de actieve deelnemers (5), gepensioneerden (5) en werkgevers (5). De stemverhouding van de delegaties is 3 x 1/3e. Het orgaan komt in principe jaarlijks bijeen, ter gelegenheid van de verschijning van het jaarverslag, om met het bestuur te spreken over het beleid, over de wijze waarop het beleid is uitgevoerd en over de naleving van de principes voor goed pensioenfondsbestuur. Het Verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur. Dat oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, opgenomen in het jaarverslag.
Intern toezicht door de Toezichtscommissie De Toezichtscommissie van PME bestaat uit drie leden. Elk van de twee geledingen vanuit het bestuur draagt een lid voor, waarna deze twee leden gezamenlijk het derde lid voordragen. Benoeming gebeurt door het bestuur zelf, na advisering door het Verantwoordingsorgaan. De Toezichtscommissie rapporteert het bestuur jaarlijks over de beoordeling van de beleids- en bestuursprocedures, bestuursprocessen en checks-and-balances, wijze van aansturen en het omgaan van het bestuur met risico’s op langere termijn. De rapportage van de Toe zichtscommissie wordt - na bespreking met het bestuur - opgenomen in het jaarverslag. Tevens zal het bestuur de rapportage doorspreken met het Verantwoordingsorgaan. De Toezichtscommissie is in 2009 vijf maal bij elkaar geweest.
Bestuursbureau Het bestuursbureau heeft een algemeen directeur en in de 2e helft 2009 is een directeur beleggingen aangesteld. De directie is met betrekking tot de uitoefening van haar taken verantwoording ver schuldigd aan het bestuur. De directie geeft leiding aan het kantoor en is onder meer verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding, aan sturing van de uitvoering en evaluatie van het beleid ten behoeve van het algemeen bestuur en de commissies. Op het bestuursbureau zijn naast de directie in totaal 22 medewerkers werkzaam. De directie beschikt over een staf voor pensioenbeheer, vermogensbeheer en finance, control en risicomanagement. Met de in de 2e helft van 2009 aangetrokken versterking op het gebied van ver mogensbeheer en risicomanagement wordt meer onafhankelijk tegen wicht geboden aan de externe uitvoerder(s). Ruim de helft van de bezetting van het bestuursbureau bestaat uit pensioenconsulenten voor werknemers en werkgevers. Zij voeren hun werkzaamheden uit in de regio.
Uitbesteding en aansturing Het bestuursbureau van PME is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling en het vermogensbeheer. Dit betekent dat het de werkzaamheden van de uitvoerders aanstuurt en controleert. De uitvoering van de pensioenregeling is in 2009 uitbesteed aan Syntrus Achmea (voorheen PVF Achmea), onderdeel van de Achmea Groep. De condities van de uitbesteding zijn vastgelegd in een contract met daarin opgenomen Service Level Agreements. Het vermogensbeheer is uitbesteed aan Mn Services, die optreedt als fiduciair manager voor PME. Mn Services is gedelegeerd verantwoordelijk voor de uitvoering van het vermogensbeheer, het risicomanagement en de beleggingsadministratie. Daarnaast is Mn Services verantwoordelijk voor de advisering van het bestuurs bureau, de Beleggingsadviescommissie en het bestuur over het te voeren beleggingsbeleid. Mn Services heeft het vermogensbeheer deels uitbesteed aan verschillende vermogensbeheerders wereldwijd. Mn Services verzorgt vanaf 1 januari 2010 eveneens de pensioen administratie.
51
Bij het tekenen van de intentieverklaring in mei 2007 met betrekking tot de aanstelling van Mn Services als fiduciair vermogensbeheerder van PME is eveneens de intentie uitgesproken de pensioenadministra tie bij Mn Services onder te brengen. Het doel van het overbrengen van de pensioenadministratie naar Mn Services is het realiseren van één loket voor de bedrijfstakken Metaal & Techniek en de Metalektro. De voordelen van dit ene loket zijn meer inkoopkracht, grotere inves teringsruimte en bundeling van kennis. Hierdoor ontstaan betere rendementen, lagere uitvoeringskosten en een flexibele dienstverle ning. Dat betekent uiteindelijk gunstiger pensioenvoorwaarden voor iedereen in de twee sectoren. Het jaar 2009 heeft in het teken gestaan van het voorbereiden van deze overgang. Nagenoeg alle medewerkers die exclusief voor PME werkten bij Syntrus Achmea hebben gekozen om met behoud van functie mee te gaan naar Mn Services.
ORGANISATIE
Overgang pensioenadministratie naar Mn Services
diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van nsioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de ootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een nge horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME rstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de anciele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen rhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een nge adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario ’s. PME verstevigt de stuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. e samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: t alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich echt tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig orstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De sis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met n nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen gelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een chtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot niekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan nder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert t er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw stuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is n stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie ar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. ME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun n buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer ndacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. ME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk edkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook n unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. nsioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet n voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee er een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt le vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De
H8
JAARREKENING
PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst
53
Balans per 31 december 2009
54
Staat van baten en lasten over 2009
55
Kasstroomoverzicht
56
Waarderingsgrondslagen
57
Risicoparagraaf
59
Toelichting op de balans per 31 december 2009
64
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2009
73
53
Inhoudsopgave jaarrekening
JAARREKENING
Inhoud
Balans per 31 december 2009 (Na resultaatbestemming)
(Bedragen x € 1 miljoen)
ACTIVA
2009
2008
1 Beleggingen voor risico pensioenfonds Vastrentende waarden 11.798 11.829 Zakelijke waarden 6.879 4.995 Derivaten 954 3.053 Overige beleggingen 2.501 1.125 22.132 21.002 2 Vorderingen en overlopende activia Premies 23 49 Overige vorderingen 63 98 86 147 3 Liquide middelen
40
13
TOTAAL ACTIVA
22.258
21.162
2009
2008
PASSIVA
4 Stichtingskapitaal en reserves Algemene reserve (311) (2.437) Bestemmingsreserve 392 346 Reserve overgangsregelingen 12 14 Totaal reserves 93 5 Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds 20.898 20.732 Spaarfonds gemoedsbezwaarden 2 2 Voorziening SUM-uitkeringen 1 11 20.901
54
JAARREKENING
(2.077)
20.745
Verplichtingen inzake derivaten
1.209
2.401
6 Overige schulden en overlopende passiva
55
93
22.258
21.162
TOTAAL PASSIVA
Staat van baten en lasten over 2009 (Bedragen x € 1 miljoen)
2009
BATEN
7 8 9 10
Premiebijdragen risico pensioenfonds Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds Uitkeringen uit hoofde van herverzekering Overige baten
1.019 2.345 2 29
1.105 (4.229) 2 -
Totaal baten
3.395
(3.122)
LASTEN
11
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen Pensioenopbouw Verhoging pensioenen Benodigde intrest Onttrekkingen voor pensioenuitkeringen Onttrekkingen voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijzigingen actuariële uitgangspunten Wijzigingen uit hoofde van overdrachten van rechten Overige mutaties
Totaal mutatie voorziening pensioenverplichtingen
166
4.454
12 13 14 15 16 17 18
Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten Saldo overdracht van rechten Wijziging voorziening voor risico deelnemers Wijziging voorziening voor SUM-uitkering Premies herverzekering Overige lasten
1.088 52 (86) - (10) 5 10
979 27 (351) (70) (30) 4 2
Totaal lasten
1.225
5.015
Fondsresultaat
2.170
(8.137)
2009
Verdeling fondsresultaat
788 3 758 (951) 3.536 277 43
2008
Algemene reserve Reserve overgangsregelingen Bestemmingsreserve
2.126 (2) 46
(8.153) 71 (55)
2.170
(8.137)
JAARREKENING
999 - 528 (1.078) - (804) 404 106 11
2008
55
JAARREKENING 56
Kasstroomoverzicht 2009
Bijdragen van werkgevers en werknemers Van herverzekeraars ontvangen uitkeringen Waardeoverdrachten Uitgekeerde pensioenen Betaalde premies herverzekering Kosten Mutatie overige vorderingen en schulden
Ontvangsten
Uitgaven
2009
2008
1.045 2 103 - - - -
- - - (1.088) (10) (44) (4)
1.045 2 103 (1.088) (10) (44) (4)
1.085 2 369 (989) 2 (29) 2
Kasstroom uit pensioenactiviteiten 1.150 (1.146) 4 Obligaties 6.523 (7.848) (1.325) Hypotheken 85 - 85 Deposito’s 2.352 - 2.352 Overige vastrentende waarden 261 (261) - Aandelen 3.019 (3.867) (848) Onroerende zaken 84 (210) (126) Derivaten 2.803 (2.140) 663 Overige beleggingen 454 (2.031) (1.577)
442
Subtotaal ontwikkeling portefeuille
(Bedragen x € 1 miljoen)
(641) (85) (1.824) 1.520 (91) 357 (154)
15.581
(16.357)
(776)
(918)
Obligaties Hypotheken Deposito’s Overige vastrentende waarden Aandelen Onroerende zaken Derivaten Overige beleggingen
374 - - 119 70 70 150 16
- - - - - - - -
374 - - 119 70 70 150 16
242 50 4 160 (17) 10
Subtotaal opbrengsten portefeuille
799
-
799
449
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
16.380
(16.357)
23
(469)
Totaal kasstroom 17.530 (17.503) Liquide middelen Stand per begin boekjaar Stand per einde boekjaar Mutatie Kasstroom
27
(27)
13 40
40 13
(27)
(27)
Grondslagen voor de balans Algemeen Beleggingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. De overige activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde. Waar nodig wordt rekening gehouden met mogelijke oninbaarheid. Vorderingen, schulden en liquide middelen die direct aan de beleggingen kunnen worden toegerekend, zijn onder de betreffende beleggingscategorie opgenomen.
Vastrentende waarden De vastrentende waarden bestaan uit Obligaties, Hypothecaire leningen, Leningen op schuldbekentenis en Deposito’s. Hiernaast is onder overige vastrentende waarden een lening aan herverzekeraars opgenomen. Obligaties worden gewaardeerd tegen beurswaarde verhoogd met lopende intrest.
Rubriceringswijzigingen Voor zover voortschrijdende inzichten noopten tot herrubricering zijn de vergelijkende cijfers aangepast.
Beleggingen in hypotheken vinden uitsluitend plaats via participaties in beleggingsfondsen. Voor de waardering op marktwaarde wordt de intrinsieke waarde van deze beleggingsfondsen aanhouden.
Schattingswijzigingen Sterftetrend De publicaties van het Centraal Bureau voor de Statisktiek (CBS) en het Actuarieel Genootschap (AG) geven een wijziging aan van de voorzienbare trend in overlevingskansen. Om hiermee op een afdoen de wijze rekening te houden is vooruitlopend op de aanstaande her ziening van de AG-prognosetafels, de voorziening pensioenverplich tingen verhoogd met een opslag van 2,0% naar 3,2%.
Leningen op schuldbekentenis worden gewaardeerd op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen die uit de beleggingen zullen toevloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente, rekening houdend met het risicoprofiel en de looptijd van de belegging.
Het effect van deze schattingswijziging in het huidige verslagjaar bedraagt €404 miljoen. Dit resultaat is via de Staat van Baten en Lasten als ‘Effect toename overlevingskansen’ in het verslagjaar onder ‘wijziging actuariële uitgangspunten’ verantwoord. Lening op herverzekeraars onder overige beleggingen Van de lening op herverzekeraars (VGMI) worden de geschatte toe komstige netto kasstromen, die uit de beleggingen zullen toevloeien contant gemaakt, rekening houdend met het risicoprofiel en de loop tijd. Omdat directe informatie over kredietopslagen voor leningen op de betrokken herverzekeraars ontbreekt worden deze zo goed mogelijk ingeschat op basis van vergelijkbare benchmarks. Tot en met 2008 vond het contant maken, rekening houdend met de resterende rente typische looptijd, plaats op basis van een rentecurve voor financiële bedrijven conform opgave van een externe expert WM, een dochter onderneming van State Street. WM is in 2009 gestopt met het verstrekken van informatie over deze rentecurve. Daarom is PME overgegaan op een andere wijze. Vanaf 2009 wordt rekening gehouden met een rentecurve waar de in de markt gehanteerde kredietopslag voor financiële instellingen met een zelfde kredietwaardigheid als de herverzekeraars is verwerkt en wordt voorts rekening gehouden met de totale resterende contractduur. De overgang naar de nieuwe systematiek had per 1 januari 2009 tot gevolg dat de lening met 460 miljoen euro werd afgewaardeerd.
Deposito´s worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De onder de post herverzekeraars opgenomen beleggingen dienen ter dekking van de pensioenverplichtingen in herverzekering. De gelden zijn belegd in vastrentende waarden en hebben het risicoprofiel van leningen op schuldbekentenis aan de desbetreffende verzekeringsmaat schappijen. De beleggingen worden gewaardeerd op marktwaarde op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen die uit de beleggingen zullen toevloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente, rekening houdend met het risicoprofiel en de looptijd van de beleggingen. Zakelijke waarden Onder de zakelijke waarden zijn aandelen en onroerende zaken opgenomen. Aandelen Officieel genoteerde aandelen, waarbij inbegrepen converteerbare obligaties , worden gewaardeerd tegen beurswaarde. Niet ter beurze genoteerde aandelen worden gewaardeerd op marktwaarde op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen die uit de beleg gingen zullen voortvloeien,contant gemaakt tegen de geldende marktrente.
JAARREKENING
Algemeen De jaarrekening is opgesteld op basis van in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening, zoals deze zijn vermeld in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarver slaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen.
Omrekening vreemde valuta Transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de op het moment van de transactie geldende koers. De ultimo standen van activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen per balansdatum. Voor zover valutarisico´s zijn afgedekt door middel van valutatermijncontracten wordt het daaruit per balansda tum resulterende ongerealiseerde koersresultaat in de totale waarde van de beleggingen in aanmerking genomen. De koersverschillen worden ten gunste dan wel ten laste van de beleggingsopbrengsten verantwoord.
57
Waarderingsgrondslagen
Onroerende zaken De directe beleggingen in onroerende zaken worden gewaardeerd tegen de verkoopwaarde in verhuurde staat onder aftrek van kosten koper. Ieder jaar wordt de volledige portefeuille extern getaxeerd. De indirecte beleggingen in onroerende zaken betreffen participaties in vastgoedbeleggingsinstellingen. Deze worden gewaardeerd tegen beurswaarde. De niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen worden gewaardeerd op netto vermogenswaarde. Derivaten Derivaten zijn financiële instrumenten die zijn afgeleid van meer traditionele producten als aandelen en obligaties. Het betreft valuta termijncontracten, interest rate swaps, futures,swaptions, credit default swaps, contracts for differences en commodities. Positieve posities uit hoofde van derivatencontracten ultimo verslag jaar worden gepresenteerd onder beleggingen. Negatieve posities uit hoofde van derivatencontracten ultimo verslagjaar worden gepresen teerd onder verplichtingenen inzake derivaten. De nominale waarde van derivaten geeft het bedrag aan waarover het contract is afgesloten. De marktwaarde is de waarde als het contract ultimo jaar zou worden verkocht of teruggedraaid. De waarde wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen. Overige beleggingen Deze post bestaat uit hedge funds, private equity, bosbouw en liquiditeiten. Overige beleggingen worden gewaardeerd op marktwaarde. Ter beurze genoteerde beleggingen worden gewaardeerd tegen beurswaarde. Niet genoteerde beleggingen worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde zijnde de benaderde marktwaarde. Algemene reserve Het fondsresultaat over 2009 is, na aftrek van het resultaat over gangsregelingen en de bestemmingsreserve, ten gunste gebracht van de algemene reserve. Bestemmingsreserve Deze reserve is bestemd als reservering voor de financiering van de overgangsregeling voor deelnemers die geboren zijn in de periode 1 januari 1950 tot 1 januari 1973.
58
JAARREKENING
Hiermee wordt inhoud gegeven aan het voornemen om deze voor waardelijke rechten uiterlijk 2020 af te financieren.Besluitvorming over aanvullende financiering van de overgangsregelingis is bij CAO-partijen neergelegd. Door de verslechterde vermogenspositie kan aanvullende financiering vooralsnog niet door PME plaatsvinden. Aan de reserve is een evenredig deel van het fondsrendement in mindering gebracht. Reserve overgangsregelingen De overgangsregelingen voor Tijdelijk Ouderdomspensioen (TOP-SUM) voor deelnemers geboren voor 1950 worden gefinancierd op basis van rentedekkingskoopsommen. Deze koopsommen worden vastgesteld op basis van de actuariële veronderstellingen voor de voorziening pensioenverplichtingen. Als basis voor de financiering geldt een gealloceerd deel van het vermogen.
Voorziening pensioenverplichtingen De technische voorziening pensioenverplichtingen voor rekening en risico van het fonds bestaat uit: • de aan middelloon en diensttijd gerelateerde voorzieningen voor ouderdoms-, overbruggings-, partner- en wezenpensioen; • de voorziening voor het toegekende TOP-SUM. De aan middelloon en diensttijd gerelateerde voorziening pensioenverplichtingen is gelijk aan de contante waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken op basis van de deelnemingsjaren tot en met 31 december 2009. De voorziening voor de toegekende TOP-SUM is de contante waarde van het pensioen waarbij rekening wordt gehouden met de samenloop met ouderdoms- en overbruggingspensioen. De contante waarde is gebaseerd op de volgende veronderstellingen: • Als rekenrente wordt de marktrente gehanteerd. De rekenrente is gebaseerd op de stand van de rentetermijnstructuur per 31 december 2009 zoals deze door De Nederlandsche Bank (DNB) is gepubliceerd. De marktrente ultimo 2009 behorend bij het profiel van de verplichtingen is 3,88% (2008: 3,55%) • De sterftekansen zijn ontleend aan overlevingstafels Gehele Bevolking Mannen 2000 – 2005 en Gehele Bevolking Vrouwen 2000 – 2005, waarbij de leeftijd met twee jaar is teruggesteld. Voor de voorziening voor ingegane wezen zijn geen sterftekansen in aanmerking genomen. Voor toename van de levensverwachting (sterftetrend) is de contante waarde van de pensioenverplichting met 3,2% verhoogd (ultimo 2008 1,2% opslag). • Voor de verzekering van het nabestaandenpensioen is aangenomen dat de partner drie jonger is dan de verzekerde man en drie jaar ouder dan de verzekerde vrouw. Voor nog niet ingegaan wezenpensioen wordt de voorziening voor het nog niet ingegaan nabestaandenpensioen met 5% verhoogd. • De bij de berekening in aanmerking genomen partnerfrequenties voor mannen en vrouwen zijn gebaseerd op statistieken van CBS. • Met toekomstige kosten wordt rekening gehouden door een opslag van 1,5% op de contante waarde. De jaarlijkse pensioenopbouw van de arbeidsongeschikte deelnemers is begrepen in de opgebouwde aanspraken. Voor de toekomstige opbouw van deze deelnemers is in de voorziening pensioenverplich tingen begrepen de contante waarde van de toekomstige vrijgestelde premies. Hierbij wordt rekening gehouden met de mate van premie vrije opbouw, die afhankelijk is van de mate van arbeidsongeschikt heid.Tevens is een voorziening voor toekomstige arbeidsongeschikt heidsgevallen opgenomen ter grootte van de laatste twee jaar in de premie opgenomen opslag voor premievrijstelling. Voorziening SUM-uitkeringen Ultimo 2007 is een voorziening gevormd voor toekomstige SUMuitkeringen. De SUM-uitkeringen tot en met 2010 komen ten laste van deze voorziening.
Grondslagen voor de baten en lasten Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.
Pensioenuitkeringen De uitkeringen betreffen de opeisbare uitkeringen inzake ouderdoms-, overbruggings-, partner- en wezenpensioen, alsmede SUM-uitkeringen.
Premies en koopsommen Hieronder zijn opgenomen de over het boekjaar in rekening gebrachte premies en koopsommen.
Saldo overdracht van rechten De bij overdracht van pensioenen bepaalde overdrachtswaarden zijn gebaseerd op de wettelijke berekeningsgrondslagen. De waardeover rachten worden toegerekend aan het verslagjaar waarin de bijbehorende pensioenaanspraken zijn verwerkt.
Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op aan het verslagjaar toegekende interest en dividenden onder aftrek van aan de beleggingen toegerekende kosten. De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijging en of waardedalingen.
Overige baten en lasten Overige baten en lasten wordren toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Risicoparagraaf (Bedragen x € 1 miljoen)
In het bestuursverslag is ingegaan op de strategische en operationele risico’s en op het beleid ter beheersing van de risico’s. Onderstaand wordt meer kwantitatieve informatie betreffende de risico’s weergegeven.
Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor fonds en deelnemers betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. Toezichthouder DNB heeft een standaardmethode vastgesteld om te toetsen of in het fonds voldoende vermogen aanwezig is om beschermd te zijn tegen genoemde risico’s. In de standaardmethode wordt elk risico omgerekend naar een bepaalde vermogenseis. De combinatie van deze factoren geeft de vereiste solvabiliteit. Omdat de risico’s onderling gecorreleerd zijn, sommige risico’s zullen zich simultaan manifesteren terwijl andere risico’s dat nu juist niet doen, vindt een aftrek vanwege diversificatie plaats. Onderstaand tabel laat de uitkomsten zien van het DNB standaard risicomodel voor PME (in de evenwichtssituatie):
Vereist vermogen
Risicofactor
2009
2008
S1 S2 S3 S4 S5 S6
Renterisico (inclusief inflatie) Aandelenrisico Valutarisico Grondstoffenrisico Kredietrisico Verzekeringstechnisch risico
947 2.109 639 426 609 631
837 2.377 367 340 1.376 626
Subtotaal van alle risico’s Diversificatie-effect
5.361 (2.411)
5.923 (2.625)
Vereist Surplus
2.950
3.298
59
Het vereist vermogen volgens het DNB model is 23.848 (2008: 24.030) wat gelijk staat aan een dekkingsgraad van 114,1% (2008: 115,9%). Dit bestaat uit de voorziening pensioenverplichtingen ad 20.898 (2008:20.732) (100%) verhoogde met het vereiste surplus voor risico’s ad 2.950 (2008: 3.298) (15,9%). Ultimo 2009 is het werkelijke eigen vermogen 20.587 ( 2008: 18.295), dat gelijk staat aan een dekkingsgraad van 99% (2008: 88%).
JAARREKENING
(Bedragen x € 1 miljoen)
Renterisico Het renterisico is het risico dat de waarden van vastrentende beleggingen en de pensioenverplichtingen veranderen als gevolg van veranderingen in de marktrente. De rentegevoeligheid kan worden gemeten door middel van de duration. De duration is een maat voor de gewogen gemiddelde resterende looptijd van de kasstromen in jaren. Indien de duration van de beleggingen niet ‘matcht’ met de duration van de pensioenverplicht ingen, betekent dit dat de pensioenverplichtingen gevoeliger zijn voor de renteveranderingen van de beleggingen. De feitelijke nominale renteafdekking is mede bepaald op basis van de voorlopige berekeningen van de technische voorziening door het administratiekantoor van het pensioenfonds en hebben derhalve een voorlopig karakter. Onderstaand de feitelijke nominale renteafdekking.
Renteafdekking
2009
Nominaal
Duration balansposities PME (duration) 2009 (duration) 2008
Duration beleggingen exclusief rentederivaten Duration rentederivaten
Duration beleggingen inclusief rentederivaten
10,8
12,7
Duration pensioenverplichtingen
14,7
15,5
75,4%
5,9 4,9
1,7 11,0
Het verschil in rentegevoeligheid tussen de beleggingen en de pensioenverplichtingen kan ook zichtbaar worden gemaakt door de invloed op de dekkingsgraad van een renteschok van 100 basispunten (=1 procentpunt):
Gevoeligheid dekkingsgraad voor veranderingen in de marktrente
Renteschok Dekkingsgraad
1% daling
Stand 31/12/09
1% stijging
95%
99%
104%
Prijsrisico Het marktrisico is het risico dat de waarde van de zakelijke waarden verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Het prijsrisico wordt gemitigeerd door spreiding naar regio en sector.
60
JAARREKENING
In onderstaande tabel is samenstelling van de zakelijke waarden weergegeven:
Samenstelling van de zakelijke waarden
2009
2008
Aandelen Europa Aandelen Noord-Amerika Aandelen Verre Oosten Aandelen Emerging Markets Aandelen Global Markets Aandelen overig
1.056 1.279 596 887 1.341 55
766 149 481 469 1.362 95
Totaal
5.214
3.322
De spreiding van aandelen naar sector is als volgt:
2009
2008
Financiële instellingen Handels- en industriële bedrijven Transport Energie Technologie Telecom Overig Beleggingsfondsen
610 883 48 418 386 170 417 2.282
368 684 38 296 225 192 366 1.153
Totaal
5.214
3.322
Aandelenrisico Het aandelenrisico heeft te maken met het risico van een afname van de marktwaarde van de zakelijke waarden zoals aandelen en vastgoed beleggingen. Het aandelenrisico wordt voornamelijk gemitigeerd door het diversificeren van de beleggingsportefeuille ofwel het spreiden van de beleggingen over sectoren en regio’s. Het percentage zakelijke waarden in de beleggingsportefeuille van PME is ultimo 2009 33% (2008: 27%).
Valutarisico Valutarisico is het risico dat de reële waarde van toekomstige kasstromen van een financieel instrument fluctueert als gevolg van wijzigingen in valutakoersen. De blootstelling van het fonds aan het risico van wijzigingen in valutakoersen heeft voornamelijk betrekking op de beleggingen van het fonds. Het beleid van het fonds is om valutarisico ‘s volledig af te dekken. Dit gebeurt door middel van valutatermijncontracten , opties en swaps. De belangrijkste valutarisico’s die het pensioenfonds loopt zijn USD-, JPY- en GBP-risico. Valutacontracten
2009 Contractomgeving
31 dec. 2009 Reële waarde
31 dec. 2008 Contractomgeving
31 dec. 2008 Reële waarde
Verkopen GBP 467 Verkopen JPY 532 Verkopen USD 5.514 Totaal 6.513
4 - (167)
360 459 4.532
160 (191) (236)
(163)
5.351
(267)
De valutapositie voor en na afdekking kan als volgt worden weergegeven:
Valuta
Positie voor afdekking
Valuta-afdekking
Positie na afdekking
Euro 53,0% US Dollar 29,4% Britse pond 2,2% Japanse Yen 2,3% Overig 13,1% Totaal 100,0%
34,1% -29,6% -2,2% -2,3% -
87,1% -0,2% 13,1%
-
100,0%
Grondstoffenrisico Grondstoffen ofwel commodities vormen een beleggingscategorie waarin veelal via indexfutures en swaps wordt geïnvesteerd in energie (olie), metalen, edelmetalen en agroprodukten. Het grondstoffenrisico betreft het risico op fluctuaties in grondstoffenprijzen. De onderliggende waarde ultimo 2009 van de derivatenpositie in commodities bedraagt 629 miljoen euro tegenover 823 miljoen euro in 2008.
JAARREKENING
Valuta-exposure
61
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het pensioenfonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het pensioenfonds (potentiële) vorderingen heeft. Voor het pensioenfonds betreft dit voornamelijk de beleggingen in obligaties en leningen. Het kredietrisico wordt gemitigeerd door spreiding van de vastrentende waarden naar regio en sector. De samenstelling van de vastrentende waarden kan als volgt worden samengevat: Categorie vastrentende waarden 2009
Staatsobligaties Europa Bedrijfsobligaties Europa High Yield Europa High Yield USA Hypotheken Emerging Market obligaties Inflatieobligaties Deposito VGMI
Totaal
2009 Duration
792 534 710 1.353 1.861 2.548 513 810 2.677
2009 2008 Credit spread
6,0 4,0 3,9 4,3 5,6 5,5 14,3 - 5,6
0,3% 1,4% 8,2% 6,4% 1,0% 2,9% 0,8% - 1,0%
- 363 492 1.234 1.931 1.903 - 3.162 2.744
11.798
11.829
2008 Credit spread 0,7% 21,6% 18,1% 1,8% 7,5% 1,6%
De waargenomen creditspread is per 31 december 2009 215 basispunten (2008: 555). De Europese obligaties zijn uitgegeven door landen en het bedrijfsleven. Obligaties kunnen luiden in verschillende europese valuta, zoals EUR, SEK, NOK en CHF. Gezien de relatief kleine omvang van de niet EURO-valuta’s worden deze posities niet afgedekt. De langlopende Europese obligaties betreffen voornamelijk obligaties uitgegeven door Oostenrijk (AAA), Frankrijk (AAA), Duitsland (AAA),Spanje (AAA) en Nederland (AAA). De inflation-linked obligaties zijn uitgegeven door de landen Frankrijk (AAA), Griekenland (BBB) en Italië (AA). De obligaties luiden in euro’s. De Emerging Markets obligaties zijn uitgegeven door landen in opkomende regio’s zoals Latijns Amerika, Azië, Pacific en Afrika. De Vastrentend-hoogrentende portefeuille bestaat uit hoogrentende obligaties uitgegeven door het bedrijfleven. Het gaat hier om een markt van bedrijfsobligaties met een creditrating lager dan of gelijk aan BB.
62
JAARREKENING
De verdeling van de vastrentende waarden naar credit rating is als volgt:
Kredietwaardigheid portefeuille vastrentende waarden
Rating categorie
2009
2008
AAA AA A BBB
9% 10% 47% 10% 20% 4%
13% 9% 44% 18% 16% -
Totaal
100%
100%
Kredietrisico kan ook gekocht of verkocht worden door middel van credit default swaps (CDS). Een CDS is een kredietverzekering waarbij de verkoper aan de koper garandeert het kredietrisico op een vordering over te nemen. In ruil hiervoor ontvangt de verkoper van de koper een vergoeding. De door PME verkochte protectie betreft een CDS op een verzameling gestructureerde bankleningen. Deze positie is per 29 april 2010 volledig afgebouwd door middel van een verkoop.
Posities in Credit Default Swaps (Bedragen x € 1 miljoen)
Exposure 2009
Exposure 2008
Protectie gekocht met behulp van CDS Protectie verkocht met behulp van CDS
124 842
1 819
Per saldo protectie verkocht
718
818
Een laatste vorm van kredietbescherming speelt bij zogeheten ‘over the counter’ (OTC) derivaten. Dit zijn financiële instrumenten waarbij een afspraak wordt gemaakt met een tegenpartij zonder tussenkomst van een beursinstantie. De marktwaarde van OTC derivaten is niet gegarandeerd. Er is sprake van een kredietrisico tussen beide partijen. Dit risico wordt beperkt door zogeheten ‘collateral management’ waarbij liquide middelen of obligaties worden gebruikt als onderpand ter bescherming tegen het kredietrisico.
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat het fonds over onvoldoende liquiditeit beschikt om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Omdat de inkomende geldstroom in de vorm van premies en directe beleggingsopbrengsten de uitgaande geldstroom in de vorm van uitkeringen en kosten ver te boven gaat, is het liquiditeitsrisico van het fonds te verwaarlozen. Wel bestaat het risico dat bij extreme marktontwikkelingen de contractuele bijstortingsverplichtingen uit hoofde van derivatenposities kunnen leiden tot gedwongen verkoop van beleggingen, waarbij niet altijd de beste prijs kan worden verkregen. Het aandeel illiquide beleggingen van de totale beleggingen is in onderstaande tabel weergegeven:
Liquiditeitsrisico (Bedragen x € 1 miljoen)
2009 Totaal
2009 Illiquide
2009 Illiquide
Vastrentende waarden Aandelen Vastgoed Overige beleggingen Derivaten (actief-passief)
11.798 5.214 1.665 2.501 (255)
4.653 - 1.455 1.414 -
40% 87% 57% -
Totaal
20.923
7.522
36%
Concentratierisico Concentraties van risico’s kunnen zich voordoen als gevolg van risico’s ten opzichte van een debiteur of ten opzichte van een groep van debiteuren met zodanig vergelijkbare kenmerken dat hun mogelijkheden om aan hun verplichtingen te voldoen naar verwachting op vergelijkbare wijze worden beïnvloed door veranderingen in economische of andere omstandigheden. In het beleid van het fonds staat risicospreiding centraal. Ten aanzien van de beleggingen zijn strikte risicorestricties gesteld in de vorm van limieten welke dagelijks worden bewaakt. Beleggingen groter dan 5% van de totale balansstand worden aangegeven. Het betreft in dit geval de lening aan de Verzekeringsgroep Metaalindustrie (VGMI) welke met een balanswaarde 2.677 12% van de totale balansstand inhoudt.
63
Het verzekeringstechnisch risico bestaat uit risico’s van resultaten op de verzekeringstechnische (actuariële) grondslagen die worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. PME keert ouderdoms- en partnerpensioen levenslang uit. Daarom is de gemiddelde levensverwachting van de actieven,slapers en pensioengerechtigden een zeer belangrijk gegeven voor het fonds. De levensverwachting van de Nederlandse bevolking is de afgelopen decennia gestaag omhoog gegaan. PME houdt rekening met deze ontwikke ling door de omvang van de verwachte uitkeringen steeds af te stemmen op recente informatie inzake de levensverwachting. Daarnaast doet PME regelmatig onderzoek naar de sterfteontwikkeling specifiek in de bedrijfstak Metalektro. Op dit moment hanteert PME overlevingstafels zoals gepubliceerd door het Actuarieel Genootschap over de periode 2000 tot en met 2005. Deze tafels gelden voor de gehele Nederlandse bevolking. Uit onderzoek is gebleken dat deelnemers van PME een hogere levensverwachting hebben dan de gemiddelde Nederlander. Om voor dit verschil in sterftekansen te corrigeren hanteert PME een leeftijdsterugstelling van twee jaar voor mannen en van twee jaar voor vrouwen. Om rekening te houden met een voorzienbare sterftetrend (verwachte toekomstige sterfteverbeteringen) hanteert PME voorts een opslag van 3,2% procent in de actuariële grondslagen (2008: 1,2%) Omdat de sterfteontwikkeling van de gehele bevolking de afgelopen jaren significant afweken van de verwachte sterfteontwikkeling, is door PME besloten om ultimo 2009 de opslag voor voorzienbare sterftetrend in de VPV te verhogen van 1,2% naar 3,2% De feitelijk geheven premie is lager dan de kostendekkende premie. Dit wordt veroorzaakt door de lage rente ultimo 2008 (3,55%).
JAARREKENING
Verzekeringstechnische risico’s
Toelichting op de balans per 31 december 2009
(Bedragen x € 1 miljoen)
1 Beleggingen
Beleggingen voor risico pensioenfonds
Stand per 1 januari
Aankopen, investeringen en verstrekking
Voor- en nadelige verschillen
Verkopen en aflossingen
Stand per 31 december
Vastrentende waarden Obligaties Participatie in hypotheken Deposito’s Overige vastrentende waarden
3.962 1.931 3.162 2.774
7.848 - - 261
1.163 15 - (97)
(6.523) (85) (2.352) (261)
6.450 1.861 810 2.677
Zakelijke waarden Vastgoed Aandelen
11.829
8.109
1.081
(9.221)
11.798
1.673 3.322
210 3.867
(134) 1.044
(84) (3.019)
1.665 5.214
4.995
4.077
910
(3.103)
6.879
Derivaten
652
2.140
(244)
(2.803)
(255)
Derivaten
652
2.140
(244)
(2.803)
(255)
Overige beleggingen Commodities Overige beleggingen Liquide middelen
391 548 186
96 887 1.048
41 (95) (147)
(131) (259) (64)
397 1.081 1.023
1.125
2.031
(201)
(454)
2.501
Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds
18.601
16.357
1.546
(15.581)
20.923
1
Derivaten met een negatieve waarde
2.401
1.209
Beleggingen zoals opgenomen op de activazijde van de balans
21.002
22.132
1
64
JAARREKENING
De derivaten met een negatieve waarde worden in de balans verantwoord onder verplichtingen inzake derivaten.
Ontvangen zekerheden inzake uitgeleende effecten en derivatenposities en de hiervoor opgenomen terugbetalingsveplichting Het pensioenfonds stelt een deel van haar beleggingenportefeuille beschikbaar voor het in bruikleen geven van effecten (securities lending). Het pensioenfonds behoudt het economisch eigendom van deze uitgeleende effecten. De per 31 december 2009 uitgeleende effecten zijn opgenomen in de stand per 31 december 2009. Voor deze uitgeleende effecten heeft het pensioenfonds zekerheden ontvangen in de vorm van kasgeld, aandelen en obligaties voor een waarde van 890 miljoen euro.
Waarde van uitgeleende effecten 31 december 2009
31 december 2008
Aandelen Obligaties
174 678
307 374
Totaal waarde uitgeleende effecten
852
681
Uitsplitsing actuele waarde naar waarderingsmethode Op basis van de stand ultimo boekjaar kan het volgende onderscheid worden gemaakt: Level 1.Directe marktwaardering ; beursnotering in een actieve markt (waarop geen prijsaanpassingen worden uitgevoerd) Level 2.Afgeleide marktwaardering ; geen directe beursnotering maar andere uit de markt waarneembare data danwel een prijs gebaseerd op een transactie in een niet actieve markt met een niet-significante prijsaanpassing (gebaseerd op aannames en schattingen) Level 3.Modellen en technieken ; marktwaardebepaling niet gebaseerd op marktdata, maar gebaseerd op aannames en schattingen die de prijs significant beinvloeden.
Totaal
10.391
3.284
7.248
1.665 5.214 6.450 1.861 810 2.677 (255) 1.478 1.023 20.923
JAARREKENING
Totaal
65
Uitsplitsing actuele waarde naar waarderingsmethode Level 1 Level 2 Level 3 Directe Afgeleide Waarderings- marktnoteringen marktnoteringen modellen en -technieken 31 december 2009 Vastgoed 6 1.659 Aandelen 3.050 2.119 45 Obligaties 6.312 138 Hypothecaire leningen 1.861 Deposito’s 810 VGMI 2.677 Derivaten 217 (472) Overige beleggingen 1.478 Liquide middelen 1.023
Toelichting op de balans per 31 december 2009
(Bedragen x € 1 miljoen)
66
JAARREKENING
1a 31 december 2009
31 december 2008
Vastrentende waarden
Obligaties Directe beleggingen Officeel genoteerde obligaties
6.240
3.769
Indirecte beleggingen Niet-officieel genoteerde obligaties
138
133
Kortlopende vorderingen inzake obligaties Kortlopende schulden inzake obligaties
156 (84)
248 (188)
Totaal obligaties
6.450
3.962
Hypothecaire leningen Deposito’s
1861 810
1.931 3.162
Overige vastrentende waarden Herverzekeraars (VGMI)
2.677
2.774
Totaal vastrentende waarden
11.798
11.829
Zakelijke waarden
Vastgoed Directe beleggingen
1.456
1.518
Aandelen Directe beleggingen Beursgenoteerde aandelen Niet-beursgenoteerde aandelen
Indirecte beleggingen Participaties aandelenfonds vastgoed 209 155 Totaal Vastgoed
1.665
2.777 44
1.673
2.008 44
2.821 Indirecte beleggingen - Beursgenoteerde aandelen 2.338 368 - Niet-beursgenoteerde aandelen - 813
2.052
2.338
1.181
Kortlopende vorderingen inzake aandelen Kortlopende schulden inzake aandelen
60 (5)
98 (9)
Totaal aandelen
5.214
3.322
Totaal zakelijk waarden
6.879
4.995
1c Derivaten 31 december 2009 31 december 2008
Positieve waarde
Negatieve Saldo waarde
Derivaten Vastrentende waarden Rentederivaten 465 (187) Swaptions 12 - Futures 12 - Credit default swaps 2 (78) Inflatieswaps 7 (69)
Zakelijke waarden Futures Opties
Positieve waarde
Negatieve Saldo waarde
278 12 12 (76) (62)
2.716 28 12 3 -
(1.095) - (26) (220) (110)
1.621 28 (14) (217) (110)
- -
7 31
(18) -
(11) 31
Overige derivaten Life settlements 283 (665) (382) - (125) Commodity swaps 126 - 126 - (257) Overige derivaten 7 - 7 12 (3)
(125) (257) 9
Valutaderivaten
53
(210)
(157)
292
(547)
(255)
Totaal derivaten
967
(1.209)
(242)
3.101
(2.401)
700
Kortlopende vorderingen inzake derivaten Kortlopende schulden inzake derivaten
1 (14)
- -
1 (14)
9 (57)
- -
9 (57)
Totaal derivaten
954
(1.209)
(255)
3.053
(2.401)
652
- -
- -
Derivaatcontracten kunnen zowel een positieve als een negatieve waarde hebben. In bovenvermelde opstelling zijn de contracten uitgesplitst naar contracten met een positieve en negatieve waarde. De derivaten met een negatieve waarde ultimo 2009 zijn opgenomen onder de overige schulden.
Derivaatcontracten kunnen zowel een positieve als een negatieve waarde hebben. Hieronder zijn de contracten uitgesplitst naar contracten met een positieve en negatieve waarde. De derivaten met een negatieve waarde ultimo 2009 zijn opgenomen onder de overige schulden.
Liquiditeiten betreffen voor een bedrag ad 901 geldmarktfondsen en voor het restand banktegoeden.
1
1.125
67
Hedge Funds 397 391 Bosbouw 441 499 Infrastructuur 132 109 Private equity 384 337 Liquiditeiten 1.023 186 Overige 60 59 Vorderingen inzake beleggingen 340 481 Schulden inzake beleggingen (276) (937) Totaal overige beleggingen 2.501
JAARREKENING
1d Overige beleggingen 31 december 2009 31 december 2008
Uitstaande derivatenposities per 31 december 2009
(Bedragen x € 1 miljoen) Categorie
2009 Onderliggende waarde 1
2009 Actuele waarde 2
2008 Onderliggende waarde 1
2008 Actuele waarde 2
11.735 125 145 124 (842) 4.700
278 12 12 2 (78) (62)
10.954 125 590 170 (854) 4.700
1.621 28 (15) 13 (230) (110)
- -
- -
880 1.366
(11) 31
629 383 86
126 (382) 7
823 470 78
(257) (125) 10
5.621
(157)
5.366
(255)
(242)
700
Vastrentende waarden Renteswaps Swaptions Futures Credit default swaps verkocht Credit default swaps gekocht Inflatieswaps
Zakelijke waarden Futures Call opties gekocht
Overige beleggingen Commodities Life-settlements Overige derivaten
Valuta Valutatermijncontracten
Totaal derivaten
1 De onderliggende waarde geeft het absolute bedrag aan waarover het contract is afgesloten. 2 De actuele waarde is de waarde per 31-12-2009, indien overgegaan zou zijn tot afwikkeling.
2 Vorderingen en overlopende activa
2008
Nader vast te stellen volgend boekjaar
22 1
46 3
Overige Vorderingen
23
49
68
JAARREKENING
Premies Aan het eind van het boekjaar vastgestelde nog te ontvangen premies Voorziening tegen verlies op premievorderingen
2009
34 (12)
57 (11)
Pensioenen Uitkeringen - 1 Waardeoverdrachten 48 78 Aandeel herverzekeraar 3 3 Claims op uitkering OP/OBP 15 15 Voorziening op de claims OP/OBP (3) Overige - 1 63 98 Totaal van de vorderingen en overlopende activa 86 147
3 Liquide middelen
Rekening courant
4 Stichtingskapitaal en reserves (Bedragen x € 1 miljoen)
2009
40
2008
2009
13
2008
Algemene reserves Stand per 1 januari
(2.437)
5.716
Mutaties Aandeel fondsresultaat
2.126
(8.153)
Stand per 31 december
(311)
(2.437)
Bestemmingsreserve Stand per 1 januari
346
401
Mutaties Aandeel fondsresultaat
46
(55)
Stand per 31 december
392
346
Reserve overgangsregelingen Stand per 1 januari
14
(57)
Mutaties Beleggingsopbrengsten Premies 1 Lasten TOP-SUM Administratiekosten Bijdrage uit waardeoverdracht
Per saldo aandeel fondsresultaat
(2)
71
Stand per 31 december
12
14
4 284 (287) (3) -
331 (270) (2) 12
In voorgaande jaren is voor de inkoop van rechten een te hoog bedrag van 41 miljoen euro uit de reserve overgangsregelingen ontrokken. In 2009 is dit bedrag uit de algemene reserve aangezuiverd.
69
JAARREKENING
1
Solvabiliteit en dekkingsgraad
Aanwezig eigen vermogen Minimaal vereist vermogen Vereist vermogen Dekkingsgraad
2009
2008
€
%
€
%
(311) 905 2.950
(1) 4 14 99
(2.437) 901 3.298
(12) 4 16 88
De vermogenspositie van het pensioenfonds kan worden gekarakteriseerd als dekkingstekort. Voor de berekening van het vereiste eigen vermogen wordt gebruik gemaakt van een standaard model met aanpassing voor de bepaling van het inflatierisico. PME heeft eind 2009 een negatieve algemene reserve en derhalve voldoet PME per 31 december 2009 niet aan de wettelijke normen met betrekking tot het minimum vereist eigen vermogen. Omdat deze situatie ook ultimo 2008 gold is door het bestuurnaar aanleiding van het niet voldoen aan de wettelijke normen ultimo 2008 hiervan melding gemaaktbij de toezichthouder DNB en in 2009 is een korte- en langetermijnherstelplan ingediend. Dit herstelplan is in 2009 goedgekeurd door DNB. Er worden de volgende maatregelen genomen: gedurende de gehele herstelperiode wordt de maximale premie van 23% van de grondslag gehanteerd. De voorwaardelijke toeslag wordt niet toegekend zolang de dekkingsgraad beneden de minimaal vereist dekkinggraad van 104,3% lig en de rebalancing van de beleggingen naar de strategische beleggingsmix is opgeschort naar 2010. Indien het herstel achterblijft bij de verwachting, kan in het uiterste geval worden overgegaan tot korting van de aanspraken en rechten. De korting van aanspraken zal alleen plaatsvinden na goedkeuring van deelnemersraad en DNB.
Ontwikkelingen 2009 met betrekking tot de dekkingsgraad en het herstelplan In 2009 heeft de dekkingsgraad zich ten opzichte van het herstelplan als volgt ontwikkeld: Werkelijk 2009 Herstelplan 2009
Dekkingsgraad per 1 januari 2009
Sturingsmiddelen Premie Indexatie Beleggingen
88
1 1 - - 9 3
Overige effecten Rentetermijnstructuur Overige
4 (3)
Dekkingsgraad 31 december 2009
86
- (1)
99
70
JAARREKENING
Uitsluitend ten behoeve van het herstelplan is de dekkingsgraad begin 2009 van 88 naar 86% bijgesteld. Dit had betrekking op de voor het herstelplan bijgestelde waardering van de VGMI portefeuille.
89
5 Technische voorzieningen (Bedragen x € 1 miljoen)
2009
2008
Pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds
Stand per 1 januari
Pensioenopbouw Verhoging pensioenen Benodigde intrest Onttrekking voor pensioenuitkeringen Effect toename overlevingskansen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Reglementswijziging Saldo waardeoverdracht Resultaat op waardeoverdrachten Overige mutaties
Totaal mutaties
166
4.454
Stand per 31 december
20.898
20.732
20.732
999 - 528 (1.078) 404 - (804) 34 86 20 (23)
16.278
788 3 758 (951) 3.536 69 351 (74) (26)
In deze voorziening is begrepen een voorziening invaliditeitspensioen ad € 2 (vorig boekjaar € 2)
Aantal
€
Aantal
€
146.662 147.709 328.731
7.829 9.907 3.162
157.395 144.694 334.282
8.612 9.111 3.009
623.102
20.898
636.371
20.732
Aantal
€
Actieve deelnemers Pensioen gerechtigden Gewezen deelnemers
Totaal
Voorziening SUM-uitkeringen
Aantal
€
Stand per 1 januari 11 Onttrekking SUM-uitkering (10) (28) Bijstelling verwachte SUM-lasten - (2)
41
Stand per 31 december
(10)
(30)
1
11
71
JAARREKENING
Hieronder is een uitsplitsing van de opbouw van de voorziening voor risico pensioenfonds naar aantal en omvang op basis van de soort deelnemer.
Verplichtingen inzake derivaten
Valutaderivaten Rentederivaten Commodity swaps Credit default swaps Inflatieswaps Life settlements Futures Overige derivaten
Stand per 31 december
6 Overige schulden en overlopende passiva
Te verrekenen premies Vastgestelde nog te verrekenen premies
Pensioenen Uit hoofde van herverzekering Waardeoverdrachten Uitkeringen Belastingen en sociale lasten Pensioenpremie
2009
210 187 - 78 69 665 - -
547 1.095 257 220 110 125 44 3
1.209
2.401
2009
2008
16
1 1 - 24 5
-
Overige schulden Diversen -
28
Totaal van overige schulden en overlopende passiva
55
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
JAARREKENING
49
8
72
16
6 14 2 23 4
31 Kosten Transitiekosten Syntrus Achmea Pensioenbeheer 2 Transitiekosten Mn Services 6
2008
(Bedragen x € 1 miljoen)
Bedrag
Openstaande commitments
620 492
Toelichting inzake private equity inzake vastgoed
93
Toelichting op de staat van baten en lasten over 2009 Baten (Bedragen x € 1 miljoen) De omzet zijnde de premies en de directe beleggingsopbrengsten bedraagt 1.520 (vorig boekjaar 1.613). 7 Premiebijdragen risico pensioenfonds
Werkgevers gedeelte
Werknemers gedeelte
2009
2008
342 5 15 - 284
348 2 15 4 -
690 7 30 4 284
715 15 36 4 331
646
369
1.015
1.101
Koopsommen Afkoopsommen
4 -
2 2
1.019
1.105
Periodieke premies Verplichte verzekering Voortgezette verzekering Vrijwillige verzekering ANW Overgangsregelingen
Samenstelling premiebijdragen In de verantwoorde premiebijdragen verplichte verzekering ad € 690 miljoen (2008: €715 miljoen) en voortgezette verzekering ad € 7 miljoen (2008: € 15 miljoen) is een bedrag aan premie oude jaren verantwoord van € 4 miljoen. (2008: €76 miljoen). De premie lopend jaar bedraagt derhalve € 693 miljoen. (2008: 654 miljoen. Door dit bedrag te vermeerderen met de vrijgestelde premies gedurende het boekjaar ad € 25 miljoen (2008 24 miljoen) wordt de feitelijke premie bepaald. Het totaal van de feitelijke premie bedraagt € 718 miljoen. (2008: 678 miljoen) Vanaf 2009 wordt het premiebeleid mede bepaald op basis van de gedempte kostendekkende premie. De gedempte kostendekkende premie wordt vastgesteld op basis van een rendement van 4,5%.De kostendekkende premie is vastgesteld op basis van de rentetermijnstructuur van begin 2009. De (gedempte) kostendekkende premie voor de basisregeling PME (in miljoenen euro’s en als percentage van de premiegrondslagsom) is als volgt samengesteld:
2009
2008
2009
2008
2009
2008
654 12 104
449 12 71
20,9 0,4 3,3
14,5 0,4 2,3
495 12 79
15,9 0,4 2,5
770
532
24,6
17,2
586
18,8
718
678
23
22
718
23,0
(52)
146
(1,6)
4,8
162
4,2
Koopsom voor één jaar pensioenopbouw Uitvoeringkostenopslag Solvabiliteitsopslag
Feiteijke premie
Marge tussen feitelijke premie en kostendekkende premie
De feitelijke geheven premie is in 2009 lager dan de kostendekkende premie. Dit wordt veroorzaakt door de lage rente ultimo 2008 van 3,55% die voor de berekening van de premieheffing wordt gebruikt. De feitelijke geheven premie is wel hoger dan de gedempte kostendekkende premie. Aangezien het premiebeleid van PME daarop is gebaseerd, voldoet de feitelijke premie aan het door het bestuur vastgestelde premiebeleid.
JAARREKENING
Gedempte kostendekkende premie in euro als percentage
73
Kostendekkende premie in euro als percentage
8 Beleggingsresultaten voor riscio pensioenfonds
Directe beleggings- opbrengsten
Indirecte beleggings- opbrengsten
Kosten van vermogensbeheer
Totaal
516 144 160 16
1.081 910 (244) (201)
(21) (12) - (4)
1.576 1.042 (84) (189)
717
1.665
(37)
2.345
332 177 (17) 16
(817) (3.971) 188 (78)
(36) (17) - (6)
(521) (3.811) 171 (68)
508
(4.678)
(59)
(4.229)
2009 Vastrentende waarden Zakelijke waarden Derivaten Overige beleggingen
2008 Vastrentende waarden Zakelijke waarden Derivaten Overige beleggingen
2009
2008
Vastrentende waarden Obligaties Hypothecaire leningen Deposito’s Overige vastrentende waarden
1.599 23 - (46)
(391) (36) 4 (98)
Totaal vastrentende waarden
1.576
(521)
Zakelijke waarden Vastgoed Aandelen
(67) 1.109
(49) (3.762)
Totaal zakelijke waarden
1.042
(3.811)
Totaal derivaten
(84)
171
Overige beleggingen Liquide middelen Kosten vermogensbeheer
(185) (4)
(62) (6)
Totaal overige beleggingen
(189)
(68)
9 Uitkeringen van hoofde van herverzekering
2009
2008
2
2
74
JAARREKENING
Uitkeringen van hoofde van herverzekering
10 Overige baten
2009
Vrijval schuld inzake stichtingskapitaal voormalig Syntrus 15 Vrijval verschil beleggingen Mn Services/Northem Trust 12 Vrijval schuld inzake overdracht rechten pensioensparen/herverzekeren 2
2008
- -
29
-
11 Mutatie voorziening pensioenverplichtingen
2009
2008
Pensioenopbouw
999
788
Toeslagverlening
-
3
Benodigde intrest Rentetoevoeging op basis van de 1-jaarsrente van de DNB rentetermijnstructuur ultimo vorig boekjaar
528
758
Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenverplichtingen en pensioenuitkeringen
(1.078)
(951)
Wijziging marktrente De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op basis van de DNB-rentetermijnstructuur. De marktrente behorend bij het profiel van de verplichtingen is 3,88%
(804)
3.536
404
-
Lasten (Bedragen x € 1 miljoen)
Waardeoverdrachten Inkomende waardeoverdrachten actuarieel Uitgaande waardeoverdrachten actuarieel
107 1
404 (127)
106
277
Overige mutaties 11 166
43
4.454
JAARREKENING
Wijziging actuariële uitgangspunten Effect toename overlevingskansen
75
12 Pensioenuitkeringen
2009
2008
Ouderdomspensioen Claims werkgevers inzake premie OP/OBP Nabestaande pensioen Wezenpensioen Uitkeringen overgangsregeling Overige uitkeringen
888 3 169 2 10 16
791 (15) 164 2 28 9
1.088
979
13 Pensioenuitvoeringskosten 2009 2008 Aandeel administratiekosten Syntrus Achmea pensioenbeheer Boekjaar 26 20 Vorig boekjaar 3 1 29 21 Andere kosten Transitiekosten Syntrus Achmea Pensioenbeheer 5 Transitiekosten Mn Services 11 Directie- en secretatiaatskosten 4 3 Overige kosten 3 3 23 6 52 27
Honoraria accountant De externe accountant is Ernst & Young Accountants LLP. Op grond van artikel 382a Titel 9 Boek 2 BW is de vermelding van de honoraria van de accountant als volgt in gehele euro’s:
Onderzoek van de jaarrekening Overige controleopdrachten Andere niet controlediensten
142.000 87.000 112.000
202.000 8.000 191.000
341.000
401.000
Het onderzoek van de jaarrekening omvat zowel de wettelijke controle van de statutaire jaarrekening als de verslagstaten in het kader van de Pensioenwet. De andere niet controlediensten bevatten onder andere ondersteuning op het gebied van transitie en van de pensioenplanner.
76
JAARREKENING
Bestuurdersbeloning De beloning aan bestuurders bedraagt € 378.000 (2008: € 253.000). Het fonds heeft een bestuursbureau met 22 medewerkers (2008: 17). De beheersactiviteiten worden op basis van een uitvoeringsovereenkomst verricht door personeel in dienst van Syntrus Achmea Pensioen beheer dan wel vermogensbeheerder.
14 Saldo overdracht van rechten
2009
2008
Inkomende waardeoverdrachten individueel Inkomende waardeoverdrachten collectief Uitgaande waardeoverdrachten individueel
(12) (74) -
(76) (406) 131
(86)
(351)
16 Wijziging voorziening SUM-uitkeringen
2009
2008
Verwachte SUM-uitkeringen tot en met 2010 Onttrekking SUM-uitkering
- (10)
(2) (28)
(10)
(30)
17 Premies herverzekerden
2009
2008
Premies herverzekeringen overlijdensrisico
5
4
18 Overige lasten
2009
2008
Resultaat voorziening tegen verlies op premievorderingen Verrekeningen inzake afrekening pensioensparen Diversen
3 6 1
2
10
2
Actuariële analyse van het resultaat
2009
2008
(Bedragen x € 1 miljoen)
Resultaat op premie Resultaat op interest Resultaat op sterfte Resultaat op arbeidsongeschiktheid Resultaat op kosten Resultaat op indexatie Resultaat op toename overlevingskansen Resultaat op reglementswijziging Resultaat op waardeoverdrachten Overige resultaten
(11) 2.621 13 19 (19) - (404) (34) (20) 5
291 (8.512) 17 (39) 6 (3) (11) 74 40
Fondsresultaat
2.170
(8.137)
JAARREKENING
77
diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van nsioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de ootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een nge horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME rstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de anciele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen rhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een nge adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario ’s. PME verstevigt de stuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. e samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: t alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich echt tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig orstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De sis leert dat er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met n nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen gelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een chtmerrie maar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot niekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan nder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert t er meer aandacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw stuursmodel. PME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is n stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie ar ook een unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. ME versterkt de focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun n buitenaf. Pensioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer ndacht moet zijn voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. ME denkt mee over een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk edkoper uit en deelt vele vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook n unieke stresstest. De langetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt focus op risico. Pensioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. nsioenfondsen zijn beleggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet n voor onwaarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee er een houdbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt le vormen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De ngetermijn horizon van pensioenfondsen verhoudt zich slecht tot paniekvoetbal. PME versterkt de focus op risico. nsioenfondsen hebben de grootste crisis sinds de jaren dertig doorstaan zonder steun van buitenaf. Pensioenfondsen zijn leggers met zowel een lange horizon als een lange adem. De crisis leert dat er meer aandacht moet zijn voor waarschijnlijke scenario’s. PME verstevigt de bestuurlijke grip met een nieuw bestuursmodel. PME denkt mee over een udbaar en betaalbaar pensioen in de toekomst. Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele rmen van risico’s. De diepte van de financiele crisis: niet alleen een nachtmerrie maar ook een unieke stresstest. De
OVERIGE GEGEVENS
H9 Wie samen het pensioen regelt, is een stuk goedkoper uit en deelt vele vormen van risico’s
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2009 van Stichting Pensioenfonds van de Metalektro te Amsterdam bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaard bare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds van de Metalektro per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voor schriften van regelgevende instanties. Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Verder zijn wij in het kader van de door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestelde eisen voor CAO-fondsen van oordeel dat de in de jaarrekening 2009 weergegeven uitsplitsing van de lasten naar bestedingsdoelen juist is en aansluit bij de reglementen van het fonds. Amsterdam, 24 juni 2010
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht.
Ernst & Young Accountants LLP N.M. Pul RA
Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
79
In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
OVERIGE GEGEVENS
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Actuariële verklaring Opdracht
Oordeel
Door Stichting Pensioenfonds van de Metalektro te Amsterdam is aan Towers Watson B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2009.
De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld.
Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accoun tant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouw baarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn.
Werkzaamheden
80
OVERIGE GEGEVENS
Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet.
Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplich tingen, aangegaan tot balansdatum sprake van een dekkingstekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioen wet, met uitzondering van de artikelen 131, 132 en 133. Op basis van de door ons gevraagde en aan ons verstrekte informatie zien wij geen aanwijzingen om te concluderen dat het beleggingsbeleid bij het pensioenfonds in strijd is met artikel 135. Daarbij maak ik het voorbehoud dat opmerkingen zijn gemaakt en aanbevelingen zijn gedaan, die met name het operationele beleggingsproces en de bewaking van de uitvoering van het beleid betreffen, welke door het bestuur op adequate wijze geadresseerd dienen te worden. Op basis van mij bekende beleidsvoornemens heeft het bestuur dat al groten deels gerealiseerd of zal het bestuur dat binnen redelijke termijn realiseren.
De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelings werkzaamheden heb aanvaard.
De vermogenspositie van Stichting Pensioenfonds van de Metalektro is naar mijn mening slecht, vanwege een dekkingstekort.
Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: • heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en • heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
E.W.J.M. Schokker AAG verbonden aan Towers Watson B.V.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werk zaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Purmerend, 24 juni 2010
Verklaring Verantwoordingsorgaan
Het Verantwoordingsorgaan beoordeelt het handelen van het bestuur, het door het bestuur gevoerde beleid, de gemaakte beleidskeuzes en de naleving van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur. Als uitgangspunt bij de beoordeling geldt de vraag of het bestuur bij de genomen besluiten op een evenwichtige wijze met de belangen van alle belanghebbenden rekening heeft gehouden. Tevens heeft het Verantwoordingsorgaan het recht advies uit te brengen over: • het vaststellen en wijzigen van de vergoedingsregeling voor bestuursleden; • het wijzigen van het beleid ten aanzien van het Verantwoordingsorgaan; • de vorm, inrichting en samenstelling van het intern toezicht; • het vaststellen en wijzigen van een interne klachten- en geschillenprocedure; • het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid.
Verantwoording en werkwijze Dit is het derde jaar dat het Verantwoordingsorgaan een oordeel geeft over het gevoerde beleid door het bestuur. Het Verantwoordingsor gaan heeft voorafgaand aan de vergadering met het bestuur en Toe zichtscommissie zich door het bestuursbureau laten informeren over de ontwikkelingen in het afgelopen jaar en communicatie die met DNB heeft plaatsgevonden inzake governance en beleggingsbeleid. Tussentijds zijn geen vergaderingen belegd ter voorbereiding op het vormen van een oordeel. Dat is minder vaak dan in de vorige periode toen duidelijk werd dat de financiële crisis ook gevolgen voor PME zou hebben en er ook behoefte was om de organisatorische inbedding van het Verantwoordingsorgaan te verstevigen. Gelet op de impact van de organisatorische wijzigingen bij PME en de diepgaande dis cussies die PME met DNB heeft gevoerd is het noodzakelijk dat het Verantwoordingsorgaan zich ook op andere tijdstippen dan alleen bij deze jaarvergadering laat bijpraten door het bestuursbureau. Het is van belang daarbij naar een goed evenwicht te zoeken in de gewen ste frequentie gelet op de reeds bestaande communicatie met de Deelnemersraad. Het Verantwoordingsorgaan heeft in de loop van 2009 geconstateerd dat de Stichting Pensioenfonds van de Metalektro zich is gaan beraden op haar eigen functioneren met name met betrekking tot de bestuur lijke inrichting en het beleggingsbeleid. Tijdens dit proces heeft PME van DNB een aanwijzing ontvangen met daarin een aantal verbeter punten in het beleggingsbeleid en de uitvoering. Op verzoek van het Verantwoordingsorgaan heeft het bestuur uitgelegd welke deze ver beterpunten zijn en welke daarvan reeds door PME zelf in gang waren gezet. Het Verantwoordingsorgaan heeft geconstateerd dat het
bestuur de nodige stappen heeft gezet en voortgaat met het verbe teren van de organisatorische structuur rondom beleggingsbeleid en uitvoering daarvan. Ook constateert het Verantwoordingsorgaan dat het ingediende herstelplan van PME thans voorligt op de geprojec teerde verbetering van de dekkingsgraad, ondanks een nog steeds onzekere marktsituatie met betrekking tot rentefluctuaties. Het Verantwoordingsorgaan is van mening dat het bestuur op een juiste en verantwoorde manier heeft gehandeld, zowel bij het nemen van initiatieven om de eigen bestuurlijke organisatie met name rondom het beleggingsbeleid en uitvoering daarvan te verbeteren alsmede bij de uitvoering van het met DNB overeengekomen Herstelplan. Het Verantwoordingsorgaan beveelt aan om lopende het jaar van het bestuur de nodige informatie te ontvangen om op de hoogte te blijven van zaken die het voor het vormen van een eindoordeel van belang zijn. Het Verantwoordingsorgaan vraagt aan het bestuur een voorstel hoe dit een praktische invulling te geven.
Bevindingen en oordeel Het Verantwoordingsorgaan heeft bij zijn werkzaamheden gebruik kunnen maken van de kennis en ervaring van de Deelnemersraad. Het Verantwoordingsorgaan heeft kennis genomen van het jaarverslag 2009 en de jaarrekening van het pensioenfonds alsmede van de bevindingen van de externe actuaris, de externe accountant en de Toezichtscommissie. In de vergadering met het bestuur heeft het bestuur - mede naar aanleiding van een aantal vragen van het Verantwoordingsorgaan een toelichting gegeven op de stukken en de verstrekte informatie. Het Verantwoordingsorgaan stelt vast dat het bestuur - met inacht neming van de wettelijke vereisten - als uitgangspunt voor het Herstelplan het principe heeft gehanteerd van een evenwichtige belangenbehartiging van alle belanghebbenden. Het Verantwoordingsorgaan heeft zich tevens door het bestuur laten informeren over de wijze waarop de transitie van Syntrus naar Mn Services is verlopen. Het bestuur heeft aangegeven dat - afgezien van enkele aanloopproblemen - deze majeure operatie zonder grote uitvoeringstechnische problemen is afgerond. Het Verantwoordings orgaan meent dat het bestuur met deze transitie een grote stap voorwaarts heeft gezet en oordeelt dat het bestuur door een zorgvuldige voorbereiding een geslaagde transitie heeft uitgevoerd. Wel merkt het Verantwoordingsorgaan op dat de aandacht voor fouten en klachten onverminderd hoge prioriteit moet blijven houden. Het Verantwoordingsorgaan heeft verder een goed beeld gekregen van de zorgvuldige en evenwichtige wijze waarop het bestuur is omgegaan met de belangen van de bij het fonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers. Gebleken is dat het bestuur de Deelnemersraad in een vroegtijdig stadium betrekt in het besluitvormingstraject. Het Verantwoordingsorgaan is van oordeel dat het bestuur - ondanks het feit dat het pensioenfonds in een situatie van onderdekking is gekomen - tot verantwoorde, evenwichtige en zorgvuldige beleidskeuzes is gekomen en tevens de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur correct heeft nageleefd.
OVERIGE GEGEVENS
Het bestuur van PME heeft op 11 oktober 2007 een Verantwoordings orgaan als bedoeld in Hoofdstuk B 1 van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur ingesteld. De taken, bevoegdheden, verant woordelijkheden en inrichting van het Verantwoordingsorgaan zijn geregeld in artikel 9 van de Statuten van PME en nader uitgewerkt in het Reglement Verantwoordingsorgaan. In het Reglement Verant woordingsorgaan is vastgesteld hoe het bestuur verantwoording aflegt over het gevoerde beleid en aan de hand van welke werkzaam heden het Verantwoordingsorgaan tot zijn oordeel komt.
81
Inleiding
Aanbevelingen Het Verantwoordingsorgaan vraagt voor de navolgende aanbevelingen de aandacht van het bestuur: a. Zorg blijven dragen voor een transparante en tijdige communicatie in de herstelperiode naar alle belanghebbenden over de situatie van het fonds en het herstelplan b. Gelet op de bijzondere omstandigheden, in de volgende verslag periode een of meerdere bijeenkomsten te organiseren tussen bestuur (en/of directie) en het Verantwoordingsorgaan om een informeel overleg te houden over de actualiteit van dat moment.
Verklaring Toezichtscommissie De taken van de Toezichtscommissie vloeien voort uit de Pensioenwet en zijn gericht op: • Het beoordelen van de beleids- en bestuursprocedures, bestuurs processen en de ‘checks and balances’ binnen het pensioenfonds. • De wijze waarop het bestuur omgaat met de risico’s op langere termijn. • De wijze waarop het pensioenfonds wordt aangestuurd.
Samenstelling Toezichtscommissie Zeist, 24 juni 2010
De Toezichtscommissie bestaat uit de heer mr. A.A. Westerlaken, voorgedragen door de werknemersgeleding vanuit het bestuur en de heer J.Th.W. Vrijland, voorgedragen door de werkgeversgeleding. De heer drs. A. Kraaijeveld is onafhankelijk voorzitter.
Vergaderingen en agenda De Toezichtcommissie heeft in 2009 vier keer vergaderd, telkens in volledige samenstelling. De agenda van de vergaderingen werd in 2009 gedomineerd door de naweeën van de financiële crisis en de lessen die PME hieruit heeft geleerd. In de tweede helft van 2009 werden daarnaast de resultaten van het beleggingsonderzoek dat DNB heeft uitgevoerd bekend en werd duidelijk dat een stevig verbeterprogramma gewenst was.
Bevindingen Toezichtscommissie De Toezichtscommissie is van mening dat het bestuur tijdig, volledig, juist en zonder aanzien des persoons heeft gereageerd op de bevin dingen uit het onderzoek van DNB en de daaruit voortvloeiende aanwijzing. De Toezichtcommissie spreekt daarnaast haar waardering uit voor de voortvarende en transparante wijze waarop zij is geïnfor meerd over de inhoud van de resultaten van het beleggingsonderzoek alsmede de wijze waarop het bestuur - zowel procesmatig als inhou delijk - invulling heeft gegeven aan de punten uit de aanwijzing.
82
OVERIGE GEGEVENS
De Toezichtcommissie heeft geconstateerd dat PME haar beleids- en bestuursprocedures, bestuursprocessen en de ‘checks and balances’ binnen het pensioenfonds adequaat heeft verstevigd. Zo heeft de Toezichtcommissie vastgesteld dat diverse wijzigingen zijn doorge voerd in werkwijzen en verantwoordelijkheden, teneinde beter te voldoen aan in- en externe eisen. Daarnaast heeft de Toezichtscommissie geconstateerd dat het bestuur aanzienlijke inspanningen heeft verricht om de risico’s die het pensioenfonds op lange termijn loopt adequaat in beeld te krijgen. De Toezichtscommissie heeft vastgesteld dat de beleggingsrisico’s adequaat in het vizier zijn gebracht en dat op onderdelen door DNB als ongewenst bestempelde risico’s uit de beleggingsportefeuilles zijn verwijderd, danwel tot een voor PME aanvaardbaar niveau zijn terug gebracht. Tenslotte heeft de Toezichtscommissie de verwachting dat de aanpas singen die het bestuur heeft doorgevoerd in haar governancestructuur een positieve impact zullen hebben aan de wijze van aansturing van het pensioenfonds in al haar geledingen. Zeist, 24 juni 2010
Compliance Officer
Algemeen bestuur PME (14 leden)
Het Nederlands Compliance Instituut ziet toe op de naleving van de wet- en regelgeving en de Gedragscode. Hiertoe voert de compliance officer de noodzakelijk geachte controles uit en rapporteert zijn bevindingen aan het Bestuur. Over het verslagjaar zijn geen overtre dingen van de Gedragscode geconstateerd.
Werkgeversleden (namens de Vereniging FME-CWM) R. van Vliet (voorzitter) Ing. G.C. Heins Drs. T. Kelder W. Mudde Mr. drs. J.J. van de Velde Drs. M.A.L.W.J. van Engelen Mr. drs. H. Kroezen
Vereniging FME-CWM Vereniging van ondernemers in de technologische-industrie Boerhavelaan 40 Postbus 190 2700 AD Zoetermeer Telefoon 079 - 353 11 00 FNV Bondgenoten Varrolaan 100 Postbus 9208 3506 GE Utrecht Telefoon 030 - 273 82 22 CNV BedrijvenBond (vanaf januari 2010 CNV Vakmensen) Tiberdreef 4 Postbus 2525 3500 GM Utrecht Telefoon 030 - 751 10 07 De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening Multatulilaan 12 Postbus 400 4100 AK Culemborg Telefoon 0345 - 85 18 51 VHP2 (op 1 september 2009 zijn VHP Metalektro en VHPP gefuseerd) De vakorganisatie van het middelbaar en hoger personeel. Ruusbroeclaan 21 5611 LT Eindhoven Telefoon 040 – 211 62 22
Werknemersleden J.P.M. Brocken (voorzitter) J. Berghuis Drs. E.H.W. Bosman AAG A.J. de Groot P. Swart J.W. Wevers Mr. I. Slikkerveer
Namens FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten VHP2 Metalektro CNV BedrijvenBond CNV BedrijvenBond De Unie
De bestuursleden hebben in 2009 in totaal € 378.000 aan vacatiegelden en onkostenvergoedingen ontvangen.
Dagelijks bestuur Werkgeversleden W. Mudde R. van Vliet
Werknemersleden J. Berghuis J.P.M. Brocken
Pensioenadviescommissie (PAC) Werkgeversleden Drs. T. Kelder Ing. G.C. Heins Mr. drs. H. Kroezen
Werknemersleden P. Swart (voorzitter) J.P.M. Brocken Mr. I. Slikkerveer
Commissie individuele zaken (CIZ) Werkgeverslid Drs. T. Kelder
Werknemerslid P. Swart (voorzitter)
Beleggingsadviescommissie (BAC) Werkgeversleden Mr. drs. J.J. van de Velde (voorzitter) W. Mudde Vacature
Werknemersleden A.J. de Groot J.W. Wevers Drs. E.H.W. Bosman AAG
Personalia bestuursleden PME Deskundigheid bestuur Bij de voordracht en benoeming van leden van het PME-bestuur spelen kwaliteit, kennis en ervaring een hoofdrol. Daarbij wordt behalve op de aanwezigheid van ruime kennis op pensioen- en beleggingsgebied ook getoetst op gedegen bestuurs- en managementervaring. De bestuursleden van PME volgen met regelmaat opleidingen, cursus sen en seminars, waardoor de al aanwezige kennis wordt aangescherpt en up-to-date wordt gehouden. Waar nodig biedt PME zijn bestuur op maat gesneden opleidingen. Zie verder voor het deskundigheidsplan in hoofdstuk 7 Organisatie, pagina 49.
OVERIGE GEGEVENS
Het bestuur van PME bestaat uit vertegenwoordigers van de caopartijen die de pensioenafspraken voor de bedrijfstak maken. Het bestuur kent een werkgevers- en een werknemersvoorzitter, die elkaar jaarlijks afwisselen. De bestuursleden worden benoemd door de Raad van Overleg in de Metalektro (ROM), het cao-overlegorgaan van de bedrijfstak, op voorstel van de volgende organisaties:
83
Vertegenwoordigende organisaties
Personalia bestuursleden PME per 31 december 2009 Jan Berghuis Functie in bestuur Lid dagelijks bestuur Leeftijd 58 In bestuur namens Werknemers, FNV Bondgenoten Beroep Landelijk bestuurder FNV Bondgenoten voor de sectoren Metalektro en Metaal en Techniek Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Werknemersvoorzitter Pensioenfonds Metaal en Techniek, bestuurslid bureau TOP, lid ROM, werknemersvoorzitter van de Vakraad Metaal en Techniek, bestuurslid Kenteq, bestuurslid van de Europese Metaalbond (EMB) en de Internationale Metaalbond (IMB) Erwin Bosman Functie in bestuur Lid Leeftijd 43 In bestuur namens Werknemers, FNV Bondgenoten Beroep Directeur Pensum BV Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Bestuurslid Pensioenfonds Metaal en Techniek, actuaris/adviseur
84
OVERIGE GEGEVENS
Jos Brocken Functie in bestuur Werknemersvoorzitter, lid dagelijks bestuur Leeftijd 51 In bestuur namens Werknemers, FNV Bondgenoten Beroep Landelijk bestuurder FNV Bondgenoten voor de sectoren Metalektro en Metaal en Techniek Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Werknemersvoorzitter Raad van Overleg in de Metalektro (ROM), bestuurslid Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT), bestuurslid Vakraad Metaal en Techniek, bestuurslid Europese Metaalbond (EMB), voorzitter Raad van Advies Deltametaal, voorzitter Raad van Advies Kenteq, lid College van Aandeelhouders Innovam, lid Raad van Advies Syntrus Achmea Maureen van Engelen Functie in bestuur Leeftijd In bestuur namens Beroep
Lid 51 Werkgevers, Vereniging FME-CWM Lid groepsdirectie Van Leeuwen Buizen Groep B.V.
Arend de Groot Functie in bestuur Leeftijd In bestuur namens Beroep Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie
Lid 63 Werknemers, VHP2 en De Unie Directeur VHP2 Directeur Eagle Human Resources Consultancy
Georg Cornelis Heins Functie in bestuur Leeftijd In bestuur namens Beroep Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie
Lid 69 Werkgevers, Vereniging FME-CWM Postactief, tot 2001 hoofd P&O bij De Rotterdamsche Droogdok Maatschappij Bestuurslid Pensioenfonds Poseidon tot 2007, voorzitter Pensioenfonds RDM tot 2001
Tom Kelder Functie in bestuur Leeftijd In bestuur namens Beroep
Lid 64 Werkgevers, Vereniging FME-CWM Gepensioneerd, tot juni 2006 directeur Thales Pensioenfonds
Henri Kroezen Functie in bestuur Leeftijd In bestuur namens Beroep
Lid 53 Werkgevers, Vereniging FME-CWM Hoofd cao-zaken
Wout Mudde Functie in bestuur Leeftijd In bestuur namens Beroep
Lid dagelijks bestuur 54 Werkgevers, Vereniging FME-CWM Directeur cao-zaken
Ivo Slikkerveer Functie in bestuur Lid Leeftijd 46 In bestuur namens Werknemers, De Unie Beroep Senior Stafmedewerker Pensioenen Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Bestuurslid Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, bestuurslid diverse pensioenfondsen waaronder Pensioenfonds Metaal en Techniek en Pensioenfonds Nederlandse Groothandel, plaatsvervangend lid Werkgroep Pensioenen Stichting van de Arbeid Piet Swart Functie in bestuur Leeftijd In bestuur namens Beroep Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie
Lid, voorzitter pensioenadviescommissie, voorzitter Commissie Individuele Zaken 61 Werknemers, CNV BedrijvenBond Bestuurder CNV BedrijvenBond Bestuurslid Pensioensfonds Metaal en Techniek en pensioenfonds Vervoer over de weg
Hans van de Velde Functie in bestuur Lid, voorzitter beleggingsadviescommissie tot en met 2009 Leeftijd 48 In bestuur namens Werkgevers, Vereniging FME-CWM Beroep Directeur Pensioenfonds Hoogovens Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Bestuurslid Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen, bestuurslid Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering
85
Jan Wevers Functie in bestuur Lid Leeftijd 57 In bestuur namens Werknemers, CNV BedrijvenBond Beroep Bestuurder CNV BedrijvenBond Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Bestuurslid van de stichting Raad van Overleg in de Metalektro, bestuurslid van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen, bestuurslid van de Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro, bestuurslid van de Stichting Promotie Metaaltechnieken, bestuurslid van de Europese Metaalbond, lid Raad van Advies Syntrus Achmea, bestuurs lid van diverse pensioenfondsen
OVERIGE GEGEVENS
Ronald van Vliet Functie in bestuur Werkgeversvoorzitter, lid dagelijks bestuur Leeftijd 63 In bestuur namens Werkgevers, Vereniging FME-CWM Beroep Directeur Van Vliet Advies Nevenfunctie(s) relevant voor bestuursfunctie Lid ledenraad Vereniging Achmea, lid Raad van Advies Stichting Autismehuis Zwolle
Deelnemersraad Samenstelling Deelnemersraad (per 31 december 2009)
namens
J. Janissen (voorzitter), gepensioneerd J. Wijma (secretaris), actief in bedrijfstak H. Bravenboer (plv. voorzitter), gepensioneerd A. van Pelt (2e secretaris), gepensioneerd H. Kasteel (lid DB), gepensioneerd J.M. de Boer, gepensioneerd A. de Haas, actief in bedrijfstak R. Hofman, actief in bedrijfstak W. Jansen, gepensioneerd W. Jurjens, gepensioneerd W. Kaastra, gepensioneerd M. Kabbedijk, actief in bedrijfstak E. Kaspers, actief in bedrijfstak G. Klaas, gepensioneerd G. Lathouwers, actief in bedrijfstak G. van Meerten, actief in bedrijfstak A. Stuijt, gepensioneerd Mevrouw S. Werter, actief in bedrijfstak K. Zantingh, actief J.P. Zee, actief in bedrijfstak J. van Zuydam, actief in bedrijfstak M.M. van Zwam, gepensioneerd
FNV Bondgenoten CNV BedrijvenBond VHP2 FNV Bondgenoten De Unie FNV Bondgenoten De Unie FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten CNV BedrijvenBond FNV Bondgenoten FNV Bondgenoten CNV BedrijvenBond FNV Bondgenoten CNV BedrijvenBond CSO FNV Bondgenoten CNV BedrijvenBond FNV Bondgenoten De Unie FNV Bondgenoten
86
OVERIGE GEGEVENS
Postadres: Postbus 75635, 1118 ZR Schiphol E:
[email protected] W: www.deelnemersraadpme.nl
Verantwoordingsorgaan De bezetting van het Verantwoordingsorgaan bestaat uit 10 leden van de deelnemersraad aangevuld met een werkgeversvertegenwoordiging. De stemmingverhouding binnen het verantwoordingsorgaan is 1/3 voor de deelnemers, 1/3 voor de gepensioneerden en 1/3 voor de werkgevers vertegenwoordiging.
Samenstelling Verantwoordingsorgaan Drs. G.A. van IJsel Smits AAG (voorzitter) J. Wijma (secretaris) M.J. Flier R. Hofman W. Jansen W. Jurjens W. Kaastra Mr. J.P. Minderhoud Mevrouw R.M.C. Schuchmann Mevrouw S. Werter K. Zantingh J.P. Zee J. van Zuydam M.M. van Zwam Vacature
werkgeversvertegenwoordiging deelnemersraad werkgeversvertegenwoordiging deelnemersraad deelnemersraad deelnemersraad deelnemersraad werkgeversvertegenwoordiging werkgeversvertegenwoordiging deelnemersraad deelnemersraad deelnemersraad deelnemersraad deelnemersraad werkgeversvertegenwoordiging
Toezichtscommissie
87
OVERIGE GEGEVENS
De Toezichtscommissie bestaat uit de heer mr. A.A. Westerlaken, voorgedragen door de werknemersgeleding vanuit het bestuur, en de heer J.Th.W. Vrijland, voorgedragen door de werkgeversgeleding. De heer drs. A. Kraaijeveld is onafhankelijk voorzitter.
Nadere gegevens Directie PME De directie bestaat uit een algemeen directeur. Die functie wordt vervuld door de heer J. van der Windt.
Hans van der Windt Functie in directie Algemeen directeur Leeftijd 56 Nevenfunctie(s) relevant voor directiefunctie Lid directeurenoverleg VB, lid College van Advies VB, lid pensioencommissie FNV, voorzitter Raad van Advies Stichting Pensioen Opleidingen (SPO) In de 2e helft van 2009 is een directeur beleggingen aangesteld. Deze functie wordt op interimbasis ingevuld door de heer John van Markwijk van Ortec Finance.
Accountant De externe accountant controleert de jaarrekening alsmede de door het fonds opgegeven z-score. Ook geeft hij een verklaring af aan het algemeen bestuur dat het fonds tijdig een normportefeuille heeft vastgesteld (conform artikel 5 van de Vrijstellingsregeling Wet Bpf). Voorts controleert hij het feitelijk rendement van de gekozen normportefeuille. Momenteel is de heer N.M. Pul RA van Ernst & Young Accountants als certificerende accountant aangewezen.
Actuaris De actuaris van het fonds controleert jaarlijks of de technische voorzieningen juist zijn vastgesteld en of de voorziening pensioenverplichtingen op voldoende veilige grondslagen is berekend. Momenteel is de heer E.W.J.M. Schokker AAG van Watson Wyatt aangewezen als certificerende actuaris.
Locatie De directie van het Pensioenfonds van de Metalektro is gevestigd op Schiphol. Folkstoneweg 38, 1118 LM Schiphol Postbus 75635, 1118 ZR Schiphol Telefoon: 020 - 316 12 34, fax: 020 - 316 12 70 Website: www.metalektropensioen.nl
Voor uitvoeringszaken pensioenen Tot 1 januari 2010 Pensioenfonds van de Metalektro p/a Syntrus Achmea Postbus 9103 1006 AC Amsterdam
88
OVERIGE GEGEVENS
Vanaf 1 januari 2010 Pensioenfonds van de Metalektro p/a Mn Services Postbus 9103 1006 AC Amsterdam
Samenvatting PME-pensioenregeling Hieronder zijn de belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling weergegeven.
Pensioensysteem Middelloonregeling met na-indexatie. Pensioen wordt opgebouwd vanaf toetreding in de bedrijfstak. De regeling kent geen minimumleeftijd. Pensioenrichtdatum 1e van de maand waarin de deelnemer of gewezen deelnemer de leeftijd van 65 jaar bereikt. De deelnemer kan vanaf 55 jaar en tot 70 jaar met pensioen gaan. Voor deelnemers geboren vóór 1950 geldt een pensioenrichtdatum van 62 jaar. Pensioensalaris Vast loon per 1 januari, vermeerderd met vakantietoeslag, vaste jaarlijkse uitkeringen, oververdienste in de zin van de cao en provisie over voorgaand kalenderjaar. Het pensioengevend loon is gemaximeerd (€ 65.224*). Dit maximum wordt jaarlijks gewijzigd aan de hand van de algemene loonontwikkeling in de bedrijfstak. Franchise De franchise is het deel van het salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd, omdat vanaf 65 jaar ook AOW van de overheid wordt ontvangen. De hoogte van de franchise wordt jaarlijks per 1 januari gewijzigd op basis van de ontwikkeling van de AOW. Per 1 januari 2010 bedraagt de franchise € € 15.122. Voor werknemers geboren vóór 1950 geldt een franchise voor de pensioenopbouw van € 19.421. Voor de berekening van de premie geldt voor alle deelnemers de lage franchise van € 15.122. Pensioengrondslag
Pensioensalaris minus franchise. De maximumpensioengrondslag bedraagt € 50.102*.
Ouderdomspensioen
Per deelnemingsjaar 2,2% van de pensioengrondslag.
Overbruggingspensioen Uitsluitend voor deelnemers geboren vóór 1950, ter overbrugging van de periode 62-65 jaar, waarin nog geen AOW wordt ontvangen. Per deelnemingsjaar wordt 2,2% van de franchise opgebouwd. Het pensioen wordt uitgekeerd vanaf de pensioendatum tot 65 jaar. Toeslag PME probeert de opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen jaarlijks te verhogen. Of een verhoging mogelijk is, hangt af van de financiële positie van het fonds. Als een verhoging mogelijk is, is ook de hoogte daarvan afhankelijk van de financiële positie. PME heeft geen geld gereserveerd voor toekomstige verhogingen. Er bestaat dan ook geen recht op toekomstige verhogingen. Partnerpensioen Ten behoeve van echtgenoot, echtgenote, geregistreerde partner of ongehuwde partner met notarieel verleden samenlevingsovereenkomst. Voor deelnemers geboren vóór 1950 per deelnemingsjaar 1,25% van de laatst vastgestelde pensioengrondslag. Het pensioen is verzekerd op risicobasis. Deelnemers geboren in of na 1950 bouwen een kapitaalgedekt partnerpensioen op. Dit bedraagt 70% van het te bereiken ouderdomspensioen op 65 jaar.
* Bedragen per 1-1-2010.
89
Flexibilisering Bij pensionering kan de deelnemer de opgebouwde pensioenaanspraken uitruilen voor een andere pensioensoort. Zo kan ouderdomspensioen uitgeruild worden voor overbruggingspensioen en andersom. Daarnaast kan het opgebouwde ouderdomspensioen verlaagd worden voor het verkrijgen van (extra) partnerpensioen. Eventueel opgebouwd partnerpensioen kan worden ingeruild voor een hoger ouderdomspensioen. Tevens kan de deelnemer de hoogte van de pensioenuitkering in de tijd variabel maken.
OVERIGE GEGEVENS
Wezenpensioen Voor deelnemers geboren vóór 1950 20% van het partnerpensioen tot 18 jaar of 27 jaar indien het kind studeert. Voor volle wezen geldt 28%. Voor deelnemers geboren in of na 1950 bedraagt het wezenpensioen 14% van het te bereiken ouderdomspensioen per kind tot de 18-jarige leeftijd of 27-jarige leeftijd indien het kind studeert.
Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
In geval van arbeidsongeschiktheid wordt naar rato van de mate van arbeidsongeschiktheid (gedeeltelijke) premievrije deelneming verleend.
Aanvullende regelingen Werknemers, die verplicht verzekerd zijn, kunnen daarnaast vrijwillig bij het fonds verzekerd zijn. De verzekering heeft dan het karakter van een aanvullende verzekering. Dit zijn onder andere een excedentverzekering voor salarissen boven het maximumloon, een ploegentoeslagregeling, een invaliditeitspensioen en een Anw-hiaat verzekering. Overgangsregeling SUM De deelnemer geboren vóór 1950 krijgt een aanvulling op zijn opgebouwde aanspraken indien 7 jaren vooraf gaand aan uittreding werkzaam in de bedrijfstak. Deze netto-aanvulling (TOP-regeling) zorgt bij ingang op 61-jarige leeftijd (of 61 jaar en respectievelijk 1, 2 of 3 maanden voor deelnemers geboren in 1947, 1948 of 1949) voor een uitkeringsniveau van ongeveer 80% van het nettosalaris op 56-jarige leeftijd, verhoogd met de cao-loonstijgingen in de bedrijfstak. De uitkering stopt op 65-jarige leeftijd. Deelnemers geboren in 1950, 1951 en 1952 hebben onder voorwaarden uitzicht op een voorwaardelijk extra ouderdomspensioen, ter waarde van de TOP-SUM-aanspraken waar zij op 31 december 2005 uitzicht op hadden.
90
OVERIGE GEGEVENS
Overgangsregeling SUMO De overgangsregeling SUMO is per 1 januari 2006 komen te vervallen. Deelnemers geboren na 31 december 1952 en vóór 1 januari 1973 en vanaf 1 januari 1998 tot aan pensioendatum onafgebroken werkzaam in de bedrijfstak, hebben onder voorwaarden uitzicht op een voorwaardelijk extra ouderdomspensioen, ter waarde van de TOPSUMO-aanspraken waar zij op 31 december 2005 uitzicht op hadden.
Begrippenlijst Aandelen
Benchmark
Bewijzen van deelneming in het vermogen van een onderneming. De bewijzen zijn verhandelbaar op de beurs.
Een benchmark is een maatstaf. Een benchmark wordt in het vermo gensbeheer gebruikt om de prestaties van een vermogensbeheerder af te meten aan een bepaalde objectieve maatstaf met de bedoeling dat over het beheerde vermogen geen lager rendement wordt behaald dan het rendement dat de benchmark behaald heeft.
Aanvullende regeling Een pensioenregeling, die een werkgever voor (een deel van) zijn werknemers heeft afgesloten bij het pensioenfonds. Deze regeling geeft de werknemers extra pensioen ten opzichte van de verplichte regeling.
Contante waarde De geschatte huidige waarde van toekomstige rechten of verplich tingen.
Actuaris Verzekeringswiskundige. De actuaris controleert jaarlijks of de tech nische voorzieningen juist zijn vastgesteld en of de voorziening pensioenverplichtingen op voldoende veilige grondslagen is berekend.
Converteerbare obligaties Obligaties met het recht om deze gedurende de looptijd om te wisselen tegen aandelen van de betreffende onderneming tegen van tevoren vastgestelde voorwaarden.
Actuariële uitgangspunten Berekening van waarden en verplichtingen volgens uitgangspunten van de verzekeringswiskundige.
Countervailing power Countervailing power is tegenwicht. In geval van PME gaat het om tegenwicht ten opzichte van de uitvoerder.
Afkoopbedrag/-som Het eenmalige bedrag dat op de pensioendatum aan de gepensio neerde wordt uitgekeerd, ter vervanging van een maandelijkse pensioenuitkering.
Credits
Anw-hiaat
Deelnemer
De Algemene nabestaandenwet is van kracht sinds juli 1996. In die wet is geregeld hoeveel de nabestaanden ontvangen na het overlijden van een kostwinner. Voordat de wet er was, kregen meer nabestaan den een uitkering. Bovendien was die vaak hoger dan nu het geval is. Het verschil tussen de vroegere uitkering en de huidige wordt het Anw-hiaat genoemd. Via het pensioenfonds kan men zich hiervoor verzekeren.
De werknemer voor wie premie wordt afgedragen en die daardoor rechten opbouwt bij het fonds.
Obligaties waarbij de geldnemers voornamelijk andere partijen zijn dan de nationale overheden (bijvoorbeeld bedrijven).
Dekkingsgraad Het pensioenvermogen uitgedrukt in een percentage van de pensioenverplichtingen.
Deposito’s
Asset Liability Management (ALM)-studie Een onderzoek naar het verband tussen de beleggingen, de premie en de (financiering van de) pensioenregeling op langere termijn. De ingeschatte ontwikkeling van het fonds is hierbij gebaseerd op een aantal (economische) toekomstverwachtingen.
Beleggingsopbrengsten/rendementen Directe: interest en dividend onder aftrek van de aan de beleggingen toe te rekenen kosten, alsmede het exploitatieresultaat van vastgoed. Indirecte: gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen.
Beleggingsportefeuille Het totaal van alle beleggingen in aandelen, herverzekeringen, hypotheken, leningen op schuldbekentenis, obligaties en vastgoed.
Kortlopende leningen aan financiële instellingen met een vaste looptijd en een van tevoren vastgelegd rentepercentage.
Derivaten Beleggingen waarvan de waarde is afgeleid van de waarde van een andere (onderliggende) waarde, zoals een aandeel of een obligatie. Voorbeelden zijn opties en futures.
Dispensatie Vrijstelling van een (wettelijke) verplichting. Bij pensioenregelingen de vrijstelling van de verplichting om deel te nemen aan de pensioen regeling die door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegen heid (op verzoek van sociale partners) is opgelegd aan een bedrijfstak. Deze vrijstelling kan door het bestuur van het pensioenfonds worden verleend.
OVERIGE GEGEVENS
De werknemer, die een (gedeeltelijke) WIA-uitkering ontvangt. De pensioenopbouw wordt (gedeeltelijk) voortgezet voor rekening van het pensioenfonds.
91
Arbeidsongeschikte deelnemer
Doorsneepremie
Hypotheken
De pensioenpremie die aan alle werkgevers in een bedrijfstak voor de verplichte regeling van het pensioenfonds in rekening wordt gebracht. Deze premie wordt uitgedrukt in een percentage van de pensioen grondslag. Dit percentage is voor iedereen gelijk.
Leningen waarbij vastgoed als onderpand is gegeven.
Excedentregeling Een aanvullende verzekering waarbij voor iemand meer pensioen wordt verzekerd dan volgens het maximum in de verplichte regeling.
Indexatiepercentage Het percentage waarmee de ingegane pensioenen en slapersrechten jaarlijks worden verhoogd volgens een besluit van het bestuur. Het bestuur van PME volgt in principe de inflatie, tenzij de loon ontwikkeling in de bedrijfstak lager is geweest.
Inflatie Ex-deelnemer De werknemer van wie de pensioenopbouw is gestopt vóór de 65-jarige leeftijd (bijvoorbeeld omdat men in een andere bedrijfstak is gaan werken) en die bij beëindiging van de deelneming zijn opgebouwd pensioen bij het fonds heeft achtergelaten.
Waardevermindering van geld als gevolg van stijgende prijzen.
Inruil De mogelijkheid om op de pensioendatum partnerpensioen in te ruilen voor een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen.
Franchise
Lening (onderhandse)
Het deel van het loon waarover geen pensioen wordt opgebouwd en geen premie wordt betaald omdat de AOW bij pensionering al in een uitkering voorziet.
Een lening die direct tussen de lener en het pensioenfonds wordt afgesloten. Er wordt een specifieke overeenkomst gemaakt.
Liquide middelen Gemoedsbezwaarde Iemand die om religieuze redenen bezwaar heeft tegen de verplichte deelname aan de pensioenregeling. Voor die persoon wordt door het fonds wel premie geïnd, echter deze premie wordt op een spaarreke ning gezet welke op 65-jarige leeftijd in één keer wordt uitbetaald aan betrokkene.
Gepensioneerde De deelnemer die een ouderdomspensioen ontvangt of de nabestaan de die een nabestaandenpensioen ontvangt.
Contant geld dat direct beschikbaar is.
Loon Het vaste jaarloon volgens het pensioenreglement.
Marktrente Sinds de invoering van het FTK moeten de pensioenverplichtingen worden berekend (contant gemaakt) tegen de nominale marktrente. DNB publiceert deze rente maandelijks.
Marktwaarde
92
OVERIGE GEGEVENS
Herstelplan Plan van aanpak gericht op het herstel van de dekkingsgraad. Een pensioenfonds moet dit aan De Nederlandsche Bank (DNB) opleveren, indien de vermogenspositie onvoldoende is. Dit is het geval als het pensioenfonds onvoldoende vereist vermogen heeft. In deze situatie beschikt het pensioenfonds niet over de wettelijk vereiste buffers boven op de dekking voor de nominale pensioenen. In deze situatie spreekt men van reservetekort. Hiernaast kan een pensioen fonds onvoldoende minimum vereist eigen vermogen hebben. Er is dan onvoldoende dekking voor de nominale pensioenen en een wettelijke verplichte opslag van circa 5%. In deze situatie spreekt men van dekkingstekort. DNB toetst het herstelplan aan wettelijke voorschrif ten en indien binnen deze voorschriften een pensioenfonds binnen de hiervoor gestelde termijnen uit herstel komt, zal DNB het herstel plan goedkeuren. Jaarlijks zal DNB het verloop van het herstel volgen tot het pensioenfonds weer over voldoende vermogen beschikt. Het belegd vermogen is door de financiële crisis sterk afgenomen en de pensioenverplichtingen zijn fors gestegen, door een sterk gedaalde rekenrente waartegen de pensioenverplichtingen worden berekend. Door deze oorzaken is de vermogenspositie van de meeste pensioen fondsen in 2008 onvoldoende geworden.
De waarde van een belegging of verplichting op een openbare financiële markt op een bepaald moment.
Nominale waarde De waarde die op waardepapieren (beleggingsstukken) staat.
Obligaties Bewijzen van deelneming in een openbaar uitgegeven lening. Deze bewijzen zijn verhandelbaar op de beurs.
Opgebouwde pensioenaanspraken Het pensioen dat op grond van de deelnemingsduur en de laatste pensioengrondslag is vastgesteld.
Pensioengrondslag Het loon verminderd met de franchise. Dit bedrag vormt de basis voor de berekening van het pensioen.
Pensioenvermogen Het totale vermogen van het pensioenfonds dat aanwezig is ter dekking van de pensioenverplichtingen.
Pensioenverplichtingen
Vastgoed
De contante waarde van alle opgebouwde pensioenrechten op basis van de deelnemingsjaren.
Woningen, kantoren, bedrijfspanden en winkels. Het betreft hier zowel de directe beleggingen in vastgoed als de aandelen in maatschappijen die in vastgoed beleggen.
Premie De jaarlijkse bijdrage van de werkgevers en de werknemers aan het pensioenfonds. De premie is een percentage van de pensioen grondslag.
Vastrentend
Premiereductie
Vastrentende waarden
Een korting op de premie.
Beleggingen waarvan de directe opbrengst vooraf vaststaat.
Premievrije deelneming wegens arbeidsongeschiktheid
Verplichtstellingsbeschikking
Situatie waarbij (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers de pensioenopbouw gedurende de arbeidsongeschiktheidsperiode kunnen voortzetten. De premie komt dan (gedeeltelijk) voor rekening van PME.
Besluit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid volgens welke alle werknemers in de bedrijfstak verplicht zijn deel te nemen aan de pensioenregeling van het bedrijfstakpensioenfonds.
Rentepercentage dat gedurende een bepaalde periode (looptijd) van bijvoorbeeld leningen constant blijft.
Voorziening Pensioen Verplichtingen (VPV) SAS 70 SAS 70 is een internationaal erkende norm die de kwaliteit van de interne controle van een organisatie beoordeelt. SAS staat voor Statement on Auditing Standards en is ontwikkeld door het American Institute of Certified Public Accountants (AICPA). De controle wordt door een externe accountant uitgevoerd, die hierover een verklaring afgeeft.
Slapersrechten Pensioenrechten van ex-deelnemers in de pensioenregeling. Slapersrechten worden op dezelfde wijze verhoogd (geïndexeerd) als de ingegane pensioenen.
Toeslag PME hanteert de volgende voorwaardelijkheidsverklaring. Op de pensioenrechten en pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de stijging van resp. de loon- en prijsindex. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd.
Het bedrag dat op een bepaald moment aanwezig moet zijn om, te zamen met de toekomstige inkomsten, aan de (toekomstige) uitkeringen te kunnen voldoen.
Vrijstelling Vrijstelling om deel te nemen aan de pensioenregeling die door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (op verzoek van sociale partners) is verplicht gesteld voor een bedrijfstak. Over vrij stelling wordt door het bestuur van het pensioenfonds beslist.
Waardeoverdracht De opgebouwde pensioenen die door het pensioenfonds van de oude werkgever worden overgedragen aan het pensioenfonds van de nieuwe werkgever. Dit kan collectief plaatsvinden (voor alle werknemers van een onderneming) of individueel.
Waarderingsgrondslagen Uitgangspunten voor de berekening van de waarde van de belegging en en pensioenverplichtingen.
Zakelijke waarden Beleggingen in aandelen, converteerbare obligaties, direct vastgoed en vastgoed en in aandelen vastgoedmaatschappijen.
TOP
Vergoeding die wordt toegekend aan de (organisaties van) bestuurs leden voor het voorbereiden en bijwonen van bestuursvergaderingen.
Valutakoersen De waarde van buitenlands geld in relatie tot de euro.
Een z-score geeft een indicatie van het vermogensbeheer van een pensioenfonds. De z-score berekening is zo opgesteld dat deze een vergelijking met andere fondsen mogelijk maakt. Een positieve score houdt in dat door actief beheer waarde is toegevoegd, een negatieve score het omgekeerde. De z-score berekening wordt separaat door de accountant gecontroleerd.
OVERIGE GEGEVENS
Vacatiegeld
Z-score
93
De regeling voor vervroegd uittreden in de Metalektro, die zorgt voor een tijdelijke aanvulling op het ouderdomspensioen. Voorheen ook wel bekend als SUM- of VUT-regeling.
Index op alfabet Oranje = hoofdstuk Bold = paragraaf Niet bold = subparagraaf
94
OVERIGE GEGEVENS
A Aandelen Aandelen regio verdeling Aangescherpt beleid en lessen uit de crisis Aanpassingen in het beleggingsbeleid, maatregelen voor herstel Aansturing en uitbesteding Aantal gepensioneerden en uitbetaalde uitkeringen Aantal werkgevers Aantal deelnemers per 31 december 2009 Aanvullende regelingen Aanwijzing van De Nederlandsche Bank Accountantsverklaring Actief aandeelhouderschap Actuariële verklaring Advies uit eigen beweging, deelnemersraad Afdekking van risico’s, beleggingsbeleid Algemeen beleid, uitgangspunten voor de beleggingen Algemeen bestuur Algemeen bestuur 2009, samenstelling Alternatieve beleggingen Arbeidsongeschikte deelnemers, statistieken B Balans per 31 december 2009 Begrippenlijst Behandelde adviesaanvragen, deelnemersraad Beleggingen Beleggingen, financiële positie Beleggingen marktontwikkelingen 2009 Beleggingen, transparantie Beleggingen, uitgangspunten voor de Beleggingen, uitvoering en beheer Beleggingsbeleid Beleggingsbeleid, afdekking van risico’s Beleggingsprestaties PME 2009 Beleggingsprestaties, vergelijking met andere Nederlandse pensioenfondsen Beoordeling van beleggingsvoorstellen, procedures bij de Bestemmingsreserve Bestuur, algemeen Bestuur, dagelijks en commissies 2009 Bestuursbureau Bestuursleden PME, personalia per 31 december 2009 Betrouwbare waarderingsmethoden van beleggingen
40 41 17 13 51 31 28 28 32 17 79 45 80 50 37 35 47 83 40 27
54 91 50 34 35 38 44 35 35 36 37 42 42 18 10 47 49 51 84 18
C CEM-Benchmark Colofon Communicatie over het herstelplan Compliance officer Countervailing power
23 100 14 83 18
D Dagelijks bestuur en commissies 2009 Deelnemers, aantal per 31 december Deelnemers leeftijdsopbouw, figuur 10 Deelnemers leeftijdsopbouw, in cijfers Deelnemers, statistieken Deelnemersraad Deelnemersraad, advies uit eigen beweging Deelnemersraad, behandelde adviesaanvragen Deelnemersraad, samenstelling Dekkingsgraad Deskundigheid bestuur, personalia bestuursleden PME Deskundigheidsplan, nieuw Dienstverlening, kwaliteit van
49 27 29 29 27 50 50 50 86 9 84 49 23
E Economisch klimaat 2009, terugblik op English summary
38 98
F Financiële positie Financiële positie, beleggingen
8 35
G Gepensioneerden Gepensioneerden, grafiek leeftijdopbouw in cijfers Gerealiseerde waardeoverdrachten Geschillen en klachten
24 30 31 23
H Herstel Herstel, de weg naar Herstel, maatregelen voor Herstel, verloop van het Herstelplan, communicatie over het Herstelplan, uitgangssituatie Hoogrentend, figuur 24 Hypothekenportefeuille, participatie en verdeling
12 13 13 14 14 13 39 41
I Indexatiebeleid tijdens het kortetermijnherstel Indexatiebeleid tijdens het langetermijnherstel Integriteit Intern toezicht door de toezichtscommissie Investment grade, figuur 23
13 13 17 50 39
K Kasstroomoverzicht Klachten en geschillen Kwaliteit en uitvoering Kwaliteit van dienstverlening Kwetsbaar herstel
56 23 22 23 38
L Lasten eerlijk delen, maatregelen voor herstel Leeftijdsopbouw deelnemers, statistieken Leeftijdsopbouw deelnemers, figuur 10 Leeftijdsopbouw deelnemers, in cijfers Leeftijdopbouw gepensioneerden in cijfers, grafiek Lessen uit de crisis en aangescherpt beleid Liquiditeitsrisico’s
13 27 29 29 30 17 18
M Maatregelen voor herstel Maatregelen voor herstel, aanpassingen in het beleggingsbeleid Maatregelen voor herstel, lasten eerlijk delen Maatregelen voor herstel, premie Maatschappelijk verantwoord beleggen Maatschappelijk verantwoord beleggen, uitsluiting Marktontwikkelingen 2009, beleggingen Mn Services, overgang naar N Nadere gegevens Nieuw deskundigheidsplan Nieuwe website Normportefeuille PME Normportefeuille PME, samenstelling O Onroerend goed naar regio, figuur 27 Ontwikkeling reserve voor TOP-regeling Ontwikkeling vermogen door beleggingen, figuur 18 Organisatie Organisatie, bestuur Organogram PME 2009 Overgang naar Mn Services Overige gegevens Overzicht verhogingen afgelopen jaren, figuur 16
13 13 13 13 44 44 38 25
88 49 25 36 37
41 9 36 46 47 48 25 78 33
P Participatie en verdeling hypothekenportefeuille, figuur 25 Pensioenconsulenten Pensioenpremie Pensioenverplichtingen per groep Personalia bestuursleden PME Personalia bestuursleden PME per 31 december 2009 PME in cijfers PME-regeling, wijzigingen in de Premie (maatregelen voor herstel) Premie-inkomsten versus uitkeringen, figuur 7 Procedures bij de beoordeling van beleggingsvoorstellen
41 23 27 31 83 84 27 24 13 28 18
R Regio indeling vastrentend hoogrentend Relatiebeheer en servicedesk Risicobeheer Risicoparagraaf Risico’s voor PME
39 23 16 59 17
S Samenstelling algemeen bestuur 2009 Samenstelling deelnemersraad Samenstelling normportefeuille PME, figuur 20 Samenstelling toezichtscommissie Samenstelling verantwoordingsorgaan Samenvatting PME-pensioenregeling Servicedesk en relatiebeheer Staat van baten en lasten over 2009 Statistieken Statistieken arbeidsongeschikte deelnemers Statistieken, deelnemers Statistieken, leeftijdsopbouw deelnemers Statistieken, werkgevers Summary
83 86 37 87 87 89 23 55 26 27 27 27 27 98
T Terugblik op economisch klimaat 2009 Toelichting op de balans per 31 december 2009 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2009 Toezichtscommissie, intern toezicht door de Toezichtscommissie, samenstelling Toezichtscommissie, verklaring TOP-regeling, ontwikkeling reserve voor Transparantie, beleggingen
38 64 73 50 87 82 9 44
OVERIGE GEGEVENS
52
95
J Jaarrekening
96
OVERIGE GEGEVENS
U Uitbesteding en aansturing Uitbesteding vermogensbeheer Uitbetaalde uitkeringen en aantal gepensioneerden, figuur 14 Uitgangssituatie herstelplan Uitgangspunten voor de beleggingen Uitgangspunten voor de beleggingen, algemeen beleid Uitkeringen versus premie-inkomsten, figuur 7 Uitsluiting, maatschappelijk verantwoord beleggen Uitvoering en beheer beleggingen Uitvoering en kwaliteit V Vastgoed Vastrentende waarden Vastrentend hoogrentend, regio-indeling, figuur 22 Verantwoordingsorgaan Verantwoordingsorgaan, samenstelling Verantwoordingsorgaan, verklaring Vergelijking met andere Nederlandse pensioenfondsen, beleggingsprestaties Verhoging opgebouwde aanspraken en ingegane pensioenen Verhogingen afgelopen jaren, overzicht, figuur 16 Verklaring toezichtscommissie Verklaring verantwoordingsorgaan Verloop van het herstel Vermogensbeheer, specifieke risico’s op het gebied van Vermogensbeheer, uitbesteding Vertegenwoordigende organisaties Vrijgestelde ondernemingen Vrijwillige voortzetting
51 20 31 13 35 35 28 44 35 22
40 38 39 50 87 81 42 32 33 82 81 14 19 20 83 27 27
W Waardeoverdrachten, gerealiseerde, figuur 15 Waarderingsgrondslagen Waarderingsmethodieken van beleggingen, betrouwbare Website, nieuwe Werkgevers Werkgevers, aantal, figuur 6 Werkgeversbijeenkomsten Wijzigingen in de PME-regeling
31 57 18 25 27 28 24 24
Z Z-score
42
Foreword Following some further erosion of fund assets in the first few months of the year, PME saw its financial position recover strongly in the course of 2009. The depth of the financial crisis however called for some deliberation. PME is determined to learn from experience and emerge from battle in tougher shape. Can we still rely on economic models? How can we make our investments less vulnerable to sharply fluctuating markets? How can we strengthen our operational grip on investments and risk management? And above all: how can we preserve our unique pension system and its support base? Confidence in the Netherlands pension system was seriously under mined as the financial crisis demonstrated with painful clarity that an inflation-proof pension cannot taken for granted. PME has always been clear about that element of uncertainty: annual indexation allowances need to be financed by returns on investment. Yet many pension scheme participants and beneficiaries still assume that their premium contributions earn them an inflation-proof pension. They perceive that as their right. PME plans to be still more forthright in future not only on the degree of uncertainty, but more specifically on the fact that a controlled uncertainty offers essential benefits in terms of the affordability of pensions.
98
SUMMARY
At the end of March 2009 PME submitted a recovery plan to the regu lator DNB (Dutch central bank De Nederlandsche Bank). Forecast returns and assessments relating to a portion of invested assets presented in that plan became subjects of lengthy consultation with DNB. These talks eventually led to a downward adjustment of the funding ratio proposed in the recovery plan. That meant the gover ning board was compelled to add what was termed an “emergency measure provision” to the recovery plan. Under the terms of this measure PME is obliged to announce a reduction in pension levels of up to several percentage points in the event the recovery proves insufficient over some years. The recovery plan was eventually approved by DNB at the beginning of November. Recovery is mean while proceeding successfully and is ahead of the planned time frame. In 2009 DNB examined investment policies and their implementation at ten pension funds. At PME a great deal of time and energy went into that investigation itself and into our response to the regulator’s conclusions. Well before DNB had drawn up its conclusions, PME had already charted the lessons learned from the crisis. During that pro cess the governing board also took a critical look at its own functio ning and drew up an improvement plan with a view to being better prepared in future for market trends regarded thus far as improbable. The board opted for a new governing model, with a slimmed down board supplemented by expertise in the area of investment and risk management. Meeting with greater frequency enables the new governing board to operate still more efficiently than in the past. That makes for a firmer grip on the implementation of asset management.
The year 2009 was also marked by the transfer of all pension accounts to the new administration agency, Mn Services. There is a substantial flow of traffic between PMT and PME, the two metal industries pen sion funds. Some 3,000 employees move back and forth between these each year. Bringing both funds under the same administrator spares all those involved a great deal of trouble. As at 1 January 2010 the transfer was fully implemented. Preparations for this move engaged the full attention of the governing board in 2009. Most PME staff at Syntrus Achmea also transferred to the new administrator. The success of the transfer process was due in no small measure to the experience and dedication of these staff. Further settling-in arrangements at the new organisation occupied the first half of 2010. PME aims to have its services to employers, employees and pension beneficiaries fully up to standard again with the least possible delay. In 2009 the future of retirement pension provision was a prominent political issue at national level. Centre stage in that debate was a higher qualifying age for the state retirement pension, seen as imperative. Social affairs and employment minister Piet Hein Donner set up three commissions to advise on the future of the supplemen tary pension system. These commissions, being variously tasked, came up with advice based on differing lines of approach. Their conclusions were thus not always consistent with each other. The Don commission, for example, recommended a downward adjustment to forecast invest ment returns, a measure leading to a substantial rise in pension contributions. Shortly thereafter the Goudswaard commission concluded that options for raising contributions were limited. Supplementary pensions are a condition of employment and thus preeminently the domain of the social partners, who set up supplementary pension schemes in the first place. At PME the social partners have been providing participants with a good and affordable retirement pension for the past 60 years. Employers and employees do that in partner ship. Now, and in years to come. In the period ahead of us employees and employers will together be addressing the question of how we can continue to provide for a good pension. Retaining a support base for the internationally famous Dutch system plays a key role in that process. It will be a perplexing task, but for decades past the social partners have consistently proved capable of adapting the pension system to changing circumstances. They will doubtless succeed once again. Lastly, a special word of thanks to the members of the governing board who have meanwhile stepped down. Their dedication and energy in these past years have been of great benefit to PME. And they did their job in the spirit appropriate to a group pension fund: of the industry and for the industry. Pensioenfonds van de Metalektro Schiphol, 24 June 2010
This annual report gives a fully detailed account of the lessons PME has learned from the crisis.
Jos Brocken Chairman, employee representative
Ronald van Vliet Chairman, employer representative
Financial position as at year-end 2009 Alongside the Foreword by the PME chairmen this summary presents key figures together with background information on the Fund’s financial position.
Pension liabilities rose While available funds improved - virtually to the year-end 2007 level pension liabilities also rose. This was due to the persistently low long term market interest rate. Mortality tables were moreover updated by actuarial institutes Actuarieel Genootschap & Actuarieel Instituut, reflecting a rise in life expectancy. This too had an impact on the funding ratio. PME adjusted the funding ratio downwards by 2% to 99% as at December 31.
Recovery plan The amended recovery plan submitted to the regulator DNB (Dutch central bank De Nederlandsche Bank) in October 2009 was approved at the beginning of November 2009. The plan broadly embraces the following measures for 2009 and 2010: • The Fund will refrain from allocating indexation allowances in the coming years. That applies to pension entitlements under accrual as well as current pension payouts. • Premium contributions have been set at the maximum level of 23% of pensionable earnings and will be maintained at that level until such time as the required funding ratio has been restored. • Greater prudence will be observed in investment policy relative to previous years when the funding ratio was higher.
Available funds Pension liabilities Funding ratio Return Market rate for assessment of PME pension liabilities
2009
2008
20,587 20,989 99% 12.6%
18,295 20,732 88% -17.8%
3.9%
3.6%
99
SUMMARY
Key figures (amounts x € 1 million)
Colofon Tekst & redactie Bestuursbureau PME, Schiphol
Creatief concept & vormgeving/productie Communication Concert BV, Weesp Myriad Design, Amsterdam
Druk Springer en Lippes, Velsen-Noord Het gehele jaarverslag is gedrukt op mixed-sources FSC-papier onder nummer SGS-COC-003164
Uitgave
100
COLOFON
Stichting Pensioenfonds van de Metalektro, juni 2010