rode zAAl grote podiA
Angélica Liddell & Atra Bilis Teatro
Maldito sea el hombre que confía en el hombre: un projet d’alphabétisation vr 9, za 10 nov 2012
2012-2013 theater Theaterfestival 23 aug > zat 1 sep 2012 René Pollesch & Volksbühne am Rosa-Luxemburg-Platz di 11, wo 12 sep 2012 Jan Fabre & Troubleyn wo 12, do 13, vr 14, za 15, zo 16 sep 2012 Jan Fabre & Troubleyn za 29, zo 30 sep 2012 Nature Theater of Oklahoma Wo 3, vr 5, za 6, zo 7 okt 2012 Jan Fabre & Troubleyn vr 12, za 13, zo 14 okt 2012 Angélica Liddell & Atra Bilis Teatro vr 9, za 10 nov 2012 Christoph Marthaler zo 9 dec, ma 10 dec 2012 Ivo van Hove & Toneelgroep Amsterdam do 31 jan, vr 1, za 2, zo 3 feb 2013 Johan Simons & Münchner Kammerspiele za 9, zo 10 feb 2013 Rodrigo GarcÍa & La CarnicerÍa Teatro za 2, zo 3 mrt 2013 Thibaud Delpeut & Toneelgroep Amsterdam wo 13, do 14 mrt 2013 Dirk Roofthooft & Diederick De Cock wo 13, do 14, vr 15, za 16 mrt 2013 ACT wo 18 > 30 mrt 2013 Jan Lauwers & Needcompany do 30, vr 31 mei, za 1 jun 2013
Angélica Liddell & Atra Bilis Teatro Maldito sea el hombre que confía en el hombre: un projet d’alphabétisation tekst, regie, scenografie en kostuums Angélica Liddell met Fabián Augusto Gómez, Lola Jiménez, Angélica Liddell, Johannes de Silentio acrobaten Jianlong Can, Xiaoliang Cao, Yiran Pei, Zaichao Wang, Zonghao Yao kinderen Dahlin Siangers, Florence Franssens, Lore Loyens, Jana Pauwels, Larissa Somers, Jacoba Vanmechelen, Ivana Noa Batchvarov, Maya Van der Meuren, Janne Bluekens begeleidster Thalias Leeckx voice off Christilla Vasserot sculptuur Enrique Marty licht Carlos Marquerie geluid Antonio Navarro leraar tai-chi Ángel Martín Costalago vertaling Christilla Vasserot technische leiding Marc Bartoló lichtregie Octavio Gómez realisatie scenografie Light Expo, Josune Cañas taxidermie apparatuur Faustino Álvarez realisatie accessoires Rosalía Polo techniek disklavier Adam Casanova (Piano Importa) opname piano Alina Artemyeva podiumregie África Rodríguez gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
reageer & win
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen
productie en logistiek Mamen Adeva uitvoerende productieleiding Gumersindo Puche productie Iaquinandi SL coproductie Festival d’Avignon, Festival de Otoño en Primavera (Madrid) met de steun van het Spaans Ministerie van Cultuur - INAEM bijzondere dank aan María José F. Aliste sculptuur afgestaan door Deweer Gallery, Otegem
spreektaal Spaans met Nederlandse boventiteling duur voorstelling 2 uur 45 minuten inclusief pauze eerste deel 1 uur 15 minuten pauze tweede deel 1 uur 10 minuten redactie programmaboekje deSingel en Ingrid Vranken
Ik laat de hele buitenwereld binnenkomen. Het podium breekt niet met het sociale pact: je zegt gewoon met luide stem de waarheid. Vanuit deze ruimte van absolute vrijheid verschijnt het monster dat in staat is te zeggen wat om je heen gebeurt. Hier wordt de grens van schroomvalligheid opgeblazen. Schroom belet je te werken. Ik doe aan pornografie van de ziel, ik zeg wat niet kan gebiecht, niet kan gezegd worden. Kracht is één van de grote drijfveren in het leven, net zoals drift, woede, verontwaardiging, lijden. Dat zijn mijn drijvende krachten, en ik beweeg me vrij in conflict, strijd, heibel. Het toneel is een slagveld. Angélica Liddell, l’ Humanité, 19.7.2010
© Ricardo Carrillo de Albornoz
Angélica Liddell met menselijk lillend hart
scherpste actualiteit. Maar de Madrileense vervalt nooit in de intellectuele vulgariteit opdat ze haar waarheid zou verkondigen zonder contrapunt. Hier is alles licht, vaak heel grappig. In één woord, deze vrouw maakt zich niet dik. Evenmin haar publiek. Angélica is een levensgenietster, en zelfs wanneer ze zoals elk echt artiest, vreselijke twijfels heeft, zelfs wanneer ze in een interview verklaart “in plaats van een hart, gehaktvlees te hebben”, beschikt ze over een voortreffelijk milde fijnbesnaardheid.
In dit ‘Maldito sea el hombre que confía en el hombre: un projet d’alphabétisation’ is haar universum onmiddellijk aanwezig, perfect te herkennen. Op het toneel meteen al die inrichting van de ruimte die zo typisch is voor haar, en die men al geproefd had in ‘La Casa de la Fuerza’. Enkele losse, surrealistische objecten, zoals de konijnen of de bomen op een speelplaats, een weelderige fauteuil; kortom, enkele eenvoudige elementen die direct de Liddellstijl tekenen. Een ‘pasta’ die je herkent in de fantastische belichting. Of in de manier om deze acrobaten te gebruiken, de fascinatie voor de mannelijke kracht, een overdosis aan vitamines als verlengde van haar eigen werk als performer. Of ook in de drang om onophoudelijk de decorelementen te verplaatsen, de manie van een verhuizer die van dit ‘Maldito sea el hombre que confia en el hombre: un projet d’alphabétisation’ een eindeloos, fascinerend ballet maakt.
Bij haar spelers voel je uiteraard deze noodzakelijke samenhorigheid, deze grote luisterbereidheid die, op het toneel, een verdubbelde aandacht verraadt voor hun werk. Van de vrolijke meisjes die dit ‘Maldito sea el hombre que confia en el hombre: un projet d’alphabétisation’ openen, tot de Chinese acrobaten die met hun virtuoze stunts het eerste deel kracht bijzetten, tot de acteurs van haar gezelschap van wie de geweldige aanwezigheid dit werk bezielt, getuigt de regisseuse van een grenzeloze empathie. Ze bezit een absolute generositeit voor het publiek dat haar lief is.
En dan ook, die lange periodes van stilte, visuele en stilstaande sequensen, en die manier om haar acteurs te plaatsen, bezig met mysterieuze en onwaarschijnlijke onbeduidende gebaren, vooraan, cour of jardin, achteraan, overal op het grote toneel waar altijd iets gebeurt, ook het minst beduidende. Tenslotte de muziek, altijd aanwezig, van prachtige castraatzang tot de Rolling Stones, van Schubert of ‘Cria Cuervos’ tot Sergio Leone… Dus alles wat het ‘handelsmerk’ is van de Madrileense is er, ten dienste van dit abc-boek, dit alfabetiseringsproces dat de Franse taal openbreekt en ze naar lillende zijsprongen leidt, verwoord met een verbazende razernij - de R uit het alfabet - en een indrukwekkende virtuositeit. Welke vreemde macht bezielt toch Angélica Liddell, die ons genadeloos onderwerpt aan haar vuur en haar kracht? Ten eerste, verbale kracht: ze moet gezien en gehoord worden, haar publiek moet bewerkt, uitgedaagd worden in een ononderbroken taalvloed die komt aanrollen, op hol slaat, tot op de rand van een beroerte. En dan moet ook geluisterd worden: dit helder verslag over de mensheid, deze vlijmscherpe kijk op haar soortgenoten in hun sociale, seksuele, intellectuele ellende. Ze spaart hen niet of doet hen geen cadeaus. Een kreet, een leed dat haar tot deze extreme argwaan brengt, een hevig wantrouwen tegenover haar broeders en zusters van de mensheid. Een revolte die uit alle poriën barst, en die haar theater openzet voor de
Heel merkwaardig bij dit ‘Maldito sea el hombre que confia en el hombre: un projet d’alphabétisation’ is dat iedereen zich meteen goed voelt. Verbazend, ontroerend zelfs ermee verwant. Natuurlijk, wat de regisseuse hier behandelt, raakt de diepste intimiteit. Natuurlijk, de kinderlijke eenvoud, deze wondere manier om waarheden uiterst simpel te presenteren, is een goede toegangsdeur tot dit universum dat zo speciaal en toch erg vertrouwd is. Maar de elegantie waarmee ze, paradoxaal, haar publiek nooit aanrandt zonder het in ruil haar eigen aanranding aan te bieden, is een geschenk der goden. Goden (maatschappij, geld, ideologie, religie) die ze niet spaart, in deze brede uitwaaiering van tekens, al wat ons deel is in onze ijdele mensheid. De taal aanrakend die haar vreemd was, het Frans waarvan ze wanhopig de codes breekt om het zo best mogelijk te leren. Zoals ze zegt, leer je een taal niet om onbeduidende dingen te zeggen als ‘voet’ of ‘brood’. Nee, zoals zij het gulzig doet, is het door onvermijdelijke begrippen te verkennen, zoals dit ‘haat’ of dit ‘ideologie’ uit haar intiem alfabet, dat je het meeste kans hebt om erin door te dringen. En te begrijpen. Deze frustratie omtrent taal brengt haar ertoe om Wittgenstein op te roepen, de W van haar alfabet, met wie ze zegt de confrontatie aan te gaan, zoals met alle filosofen, als was ze een hooligan. Mooi hoe deze artieste alles rondom haar overhoop gooit, mensen en dingen, concepten zoals het theater. Op haar manier, zonder concessies, maar met een kunst vervuld van schoonheid. Bron: Marc Roudier, http://inferno-magazine.com/, 2011 (vertaling Frans Redant)
Zo zegt de Heere: Vervloekt is de man, die op een mens vertrouwt, en vlees tot zijn arm stelt, en wiens hart van den Heere afwijkt! Want hij zal zijn als de heide in de wildernis, die het niet gevoelt, wanneer het goede komt; maar blijft in dorre plaatsen in de woestijn, in zout en onbewoond land. Gezegend daarentegen is de man, die op den Heere vertrouwt, en wiens vertrouwen de Heere is! Want hij zal zijn als een boom, die aan het water geplant is, en zijn wortelen uitschiet aan een rivier, en gevoelt het niet, wanneer er een hitte komt, maar zijn loof blijft groen; en in een jaar van droogte zorgt hij niet, en houdt niet op van vrucht te dragen. Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen? Ik, de Heere, doorgrond het hart, en proef de nieren; en dat, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner handelingen. Jeremia 17:5-10
© Ricardo Carrillo de Albornoz
Interview met Angélica Liddell De titel van uw nieuwste stuk, ‘Maldito sea el hombre que confía en el hombre: un projet d’alphabétisation’ (‘Vervloekt zij de mens die op een mens vertrouwt: een alfabetiseringsproject’) is gedeeltelijk in het Frans opgesteld. In dit stuk ontrafelt u een alfabet in het Frans. Hoe is dit project ontstaan? Mijn wens om een alfabet samen te stellen dateert van lang geleden. Het is een klassieker. Toen ik heel jong was, heb ik er een gezien van Peter Greenaway dat me erg getroffen heeft. Van dan af had ik er zin in om voor elke letter een woord te kiezen. En toen ik me op de studie van het Frans gooide, leek alles me zo vanzelfsprekend. Als veertigjarige die zittend aan een schoolbank het alfabet aan het afdreunen is, zag ik mezelf als een klein meisje. Mijn leven was een puinhoop, alles lag aan scherven. Ik had zin om de wereld in de fik te steken en, nochtans, lag voor me een blad papier vol tekeningetjes, en ik herhaalde: “Mijn broek is rood”. Het was een onthutsende paradox, er was een contradictie tussen mijn denken en het aanleren van een taal via de omweg van zulke onnozele zinnetjes. Soms, door het zeggen van: “De tafel staat naast het venster”, kreeg ik tranen in de ogen. Door al die tekeningetjes voor kinderen te zien, door zelf een kind te worden, herwon ik een beetje onschuld, vermoorde onschuld. E van Enfant, maar L van Loup / K van Kind, maar W van Wolf... Uiteraard kan taal niet onschuldig zijn. Wantrouwen is de ruggengraat van dit stuk. Het is een alfabetiseringsproject dat stoelt op wantrouwen. De woorden zijn gekozen om het vileine mechanisme te begrijpen dat de wereld draaiend houdt, om de onmogelijkheid te begrijpen van het goede. Het is het verweer van het mededogen door de negatie van het mededogen. In ‘La Casa de la Fuerza’ / ‘Het huis van de macht’ kon het publiek in de vorm van belijdenissen, luisteren naar vertelsels die stilaan wantrouwen wekten. Kan men ‘Maldito sea el hombre que confía en el hombre: un projet d’alphabétisation’ zien als een uitloper van ‘La Casa de la Fuerza’? Jazeker. Het zijn de gevolgen na de katastrofe. Het kon niet anders. Als je rug doorzeefd is door kogels, is er geen ander alternatief dan wantrouwen. Als je in ruil voor liefde, agressie ontvangt, ben je wantrouwig. Als © Ricardo Carrillo de Albornoz
© Ricardo Carrillo de Albornoz
een hond die bekogeld wordt met stenen, vlucht je weg. Je leert sneller te lopen dan de kogels. Het wantrouwen tegenover de ander leidt tot wantrouwen tegenover het idee zelf van mensheid: je gaat twijfelen aan de realiteit van dit begrip. Je gaat je isoleren en je wordt bevangen door een gevoel van er niet bij te horen. Dat houdt in dat je alles afwijst wat het collectieve inhoudt. Daarom is ‘Maldito sea el hombre que confía en el hombre: un projet d’alphabétisation’ ook een lofzang aan het individu boven elke collectiviteit of vereniging. Het is een verweer van de eenzaamheid als levensvorm, een uiting van de ontworteling, van de vermoeidheid tegenover het menselijke. Voor de gemiddelde burger, en nog meer voor de culturele wereld die zich moraal heeft verworven, is het veel gemakkelijker om mensheid te zijn dan om een mens van vlees en bloed te zijn. Het is veel gemakkelijker om politiek verontwaardigd te zijn, bijvoorbeeld, dan om te gaan spitten in de beerput van de menselijke ziel. Dankzij de aangeleerde praatjes, dankzij de aangeleerde verontwaardiging, dankzij al die bla-bla, kunnen we de slaafsheid maskeren die de onze is, we maskeren onszelf. Het is gemakkelijk om te praten over economie, over racisme, over engagement. Het is veel moeilijker om te praten over onze persoonlijke ellende, over wat onszelf tot mens maakt. Zelfs de reclame gebruikt het idee van menselijkheid als een commerciële strategie: ze druipt van engagement en solidariteit. En soms, voor ons die zich aan de cultuur en aan de politieke correctheid wijden, voor ons die zich bekend hebben tot wat rechtvaardig en onrechtvaardig is, kan het engagement in de mensheid de regelrechte rotzooi verhullen waarmee we ineen steken. Het is niet heel lastig om in te hakken op Sarkozy. Maar om elkaar geen kwaad te berokkenen, om zijn naasten niet te kleineren, om te verdwalen in de spelonken van het geweten - ja, dat is een ander paar mouwen. Kortom, Dostojevski leeft. Toch is er een verschrikkelijke paradox. Want zodra de pijn voorbij is, leidt de teleurstelling tot wantrouwen, tot vervreemding tegenover het menselijke. Zelfs om zich los te maken van de mensheid, moet je een man of een vrouw zijn, moet je een menselijk wezen zijn. In feite is er een veel simpeler uitleg voor ‘Vervloekt zij de mens die de mens vertrouwt: een alfabetiseringsproject’: op de plaats van het hart heb ik gehaktvlees zitten. Hoe zou je het anders neerpennen? Nopen deze vervreemding en dit wantrouwen tot het leren van een nieuwe taal, een nieuw alfabet? Zoals met elke openbaring, is het aanvankelijk de vrucht van het toeval. Het aanleren van deze nieuwe taal is ontstaan uit een praktische noodzaak. Maar dit gegeven viel samen met een andere noodzaak: ik moest de wereld herbenoemen of herinrichten, want mijn wereldbeschouwing was totaal veranderd. Ik moest dus de taal herinrichten om dit nieuwe denken vorm te geven. En bij toeval zijn deze twee noodzaken - de een praktisch, de ander spiritueel - samengevloeid. De keuze voor een alfabet in een
andere taal is het resultaat van frustratie en van noodzaak. Ik voelde een vurig en onmiddellijk verlangen, namelijk te weten hoe je ‘woede’ zegt in de taal die ik aan het leren was. Voor mij verdubbelde woede in betekenis en kracht. Het was alsof ik opnieuw leerde wat dit gevoel betekende. Het heeft geen haast om in een andere taal ‘lamp’ of ‘voet’ te leren zeggen, mij een zorg. Ik heb me een woordenboek aangeschaft, en ik heb de woorden afgedreund die mijn gevoelens beschreven. En als een woord me niet interesseerde, zei ik:”Bah, dat is geen fluit waard”. Vanwaar de verwijzing naar Wittgenstein? Wanneer je over taal spreekt, over de voorstelling van de wereld via taal, kom je uiteraard terecht bij Wittgenstein. Maar wat me bij hem het meest interesseert, is dat hij als filosoof een falen kent. Hij leeft namelijk constant met de frustratie van de wereld niet te kunnen duiden. Die frustratie is vaak eigen aan al wie schept, die denkt. Wanneer Bouvard en Pécuchet besluiten om zich aan de filosofie te wijden, is het grappig dat ze eindigen met het onder ogen zien van zelfmoord. Wittgenstein zelf is een theekopje waarin niet meer thee kan dan wat een kopje kan bevatten. Deleuze verafschuwt Wittgenstein. Het abc-boek van Deleuze is fantastisch. Maar ik ga de filosofen te lijf als een hooligan, zoals Wittgenstein die in korte broek achter een bal loopt. Misschien is hij een paradoxale aanvaller, ik bedoel een aanvaller die geen enkel doelpunt scoort. Wat me bij Wittgenstein aantrekt is wat het resultaat is van zijn frustratie, die klaarblijkelijk eindigt in een tragedie: “De boom buigt niet maar hij knakt”. Wat bevalt u in het voetbal? Weet je wat geweldig is aan voetbal? Dat je je niet moet afvragen waarom het ons bevalt. Het is dat kleine deeltje dat gereserveerd is voor het geluk van de overwinning en de bitterheid van de nederlaag, zonder veel bla-bla. Voetbal is geweldig, een punt en dan gedaan. Er zijn er die willen filosoferen, nadenken over het voetbal, die zelfs blijk geven van kritische zin, die verontwaardigd zijn over wat de spelers verdienen, die het hebben over ethiek, en bla-bla-bla… Ik kan ze niet verdragen. Ik ben een gepassioneerd iemand. Voor eenzame mensen, voor ons die thuis teruggetrokken leven, die films en wedstrijden bekijken, ver van de menselijke boosaardigheid, is onze ploeg onze bende, een beestenbende, de beste bende ter wereld… Dus ‘B van Bende’? Ja, ik heb altijd gedroomd van een paradoxale bende te hebben, een bende eenzamen, de vereniging van eenzamen waarover Pascal Quignard het heeft in ‘Les Ombres errantes / De dolende schaduwen’. Ik zou graag een bende hebben om dezelfde dingen te haten. Je komt vaak mensen tegen met wie je dezelfde smaken deelt, maar mensen om haatgevoelens mee te delen, is minder courant en het is opwindend. Zoiets zou plezierig
zijn: gaan zitten aan een cafétafeltje, zoals Thomas Bernhard, en het verrotte part van de mensen observeren, alles wat ze op een primitieve manier verbergen dankzij de maatschappelijke conventies. Ik zou graag een bende hebben om me te vermaken met te kijken naar de rotzooi die we allemaal verhullen, een bende eenzamen die zich verenigen om te haten, mensen die niet sporen met de wereld. Kortom, ik beschouw mezelf als een sociopate-onder-controle, maar per slot van rekening een sociopate, een ‘otaku’. Zelfs mijn ‘politiek theater’ is antisociaal, het is gericht tegen de maatschappij, om mijn weerzin, mijn razernij, mijn pijn te spuwen in het gezicht van de maatschappij. Mijn engagement is altijd antisociaal. Het toneel is de plek waar ik constant het sociaal pakt doorbreek, het is geen plek om iets te onderdrukken. Al te vaak verwart men onderdrukken en respecteren, of zich onderwerpen en respecteren. Ik ben een paradoxale anarchiste, want ik leef in een democratie en ik respecteer de normen, ik ben bijgevolg onvermijdelijk een paradoxale anarchiste, zoals wanneer ik er naar verlang een bende eenzamen te hebben. Maar mijn politieke en sociale aspiratie is dat wij allen het goede zouden kennen. Want dan zouden we niet afhangen van een regering, van de wet. We zouden zelfstandig zijn als individu, niet als groep, maar ieder op zich. Het goede kennen verhindert het kwade te doen. Maar het anarchisme blijft een geesteshouding, de mens zal dat nooit aankunnen. We kunnen zelfs de wet niet aan. We moeten ons tegen elkaar beschermen, zelfs in de wachtfiles, voor de bioscoop of voor de koopjes. Filosoof en auteur Henry David Thoreau spreekt prachtig over de wandelaar die geen kwaad doet, die een afkeer heeft van gevestigde ideeën, van ideologie, van alles wat neigt naar obligatoire loyauteit, obligatoire liefde, die de orders, de hoge pieten en de meelopers verafschuwt. Hij heeft het over de “kampioenen van de beschaving”. Thoreau zou een magnifieke eenzame in de bende zijn. Een elegante wilde. Ik zou graag een bende beminnelijke wilden hebben. ‘P van Piano’, ‘K van Karaoke’… Welke rol speelt muziek in uw voorstellingen? De muziek is een supplementaire speler. Ze laat me toe conflicten, gevechten te creëren, om uit te drukken wat het woord of de actie niet kan uitdrukken. Ik ben zoals ‘La Femme d’à côté’ in de film van François Truffaut. Want ik hou van liedjes omdat ze de waarheid zeggen. Ik zing ze graag omdat ze het hebben over mijn leven. Sinds kort luister ik graag naar muziek bij toevalligheid. Ik word niet ontroerd op een concert, maar ik word ontroerd als ik plots Bach, Beethoven of Schubert hoor op een plek waar ik zit te eten, of als ik ergens brood ga kopen, in de wachtkamer van de dokter of op YouTube. Het is dat soort toeval dat me in de heerlijkste staat brengt die er is: melancholie. Bij toeval luisteren naar Schubert vertienvoudigt de zinnen, vertienvoudigt de zin van mijn leven. Mij een zorg of hij gespeeld wordt op een Steinway of op een Petrof. Ik word meer © Ricardo Carrillo de Albornoz
geraakt door de krakkemikkigheid van muzak of de slechte kwaliteit op YouTube. De foto van een klein meisje illustreert de Spaanse uitgave van uw stuk uit 2003: ‘Lesiones incompatibles con la vida / Met het leven onverenigbare kwetsuren’. Ze doet erg denken aan de kindvolwassene die u vertolkt in ‘Maudit soit l’homme qui se confie en l’homme: un projet d’alphabétisation’. Men moet onwillekeurig denken aan de film ‘Cria cuervos’ van Carlos Saura. Wat betekenen voor u deze foto en die film? Het meisje van ‘Met het leven onverenigbare kwetsuren’ is hetzelfde als in ‘Maudit soit l’homme qui se confie en l’homme: un projet d’alphabétisation’. Trouwens, in mijn allereerste regienota’s heb ik eraan gedacht deze foto van mezelf als zesjarige te gebruiken. Als ik er naar kijk, als ik mijn blik bezie, voel ik me mateloos triest, hopeloos verscheurd. Het is bijna veertig jaar geleden dat hij werd genomen, en met een mengeling van de genetica en de laffe slagen van het leven, heeft alles me gedreven naar eenzaamheid, naar isolement. Een eenzaamheid, eerst opgelegd, daarna opgezocht. Het leven bevestigt slechts onze ergste vooruitzichten. Al van jongs af aan had ik het gevoel dat het leven me voorbestemde tot eenzaamheid. Ik heb een kwetsuur die onverenigbaar is met het leven. Het leven en ik, we zijn onverenigbaar. Het is alsof ik teveel gevoelens heb die niet sporen met de emotionele orde. Ze zullen me altijd buiten deze orde houden. Daartegenover ben ik erin geslaagd om het leven en deze kwetsuur verenigbaar te maken via mijn werk. Je kan je voorstellen wat het werk voor mij betekent. Dat heb ik sinds mijn adolescentie begrepen. Toen ik tien jaar was, nodigden mijn leraars mijn ouders uit om over mijn gedichtjes te praten. Want die waren het symptoom van iets dat niet in de haak zat. Vandaag doe ik hetzelfde als toen ik tien jaar was, hetzelfde. ‘Maudit soit l’homme qui se confie en l’homme: un projet d’alphabétisation’ is met een soort navelstreng verbonden met ‘Lésions incompatibles avec la vie’. De navelstreng van een dood kind. Met ‘E van Enfant’ verwijs ik naar een zin uit ‘Lésions incompatibles avec la vie’: “Ik heb geen enkel kind gekend dat een goede volwassene is geworden”. Het zijn de eerste woorden van de voorstelling. Het is alsof na tien jaar het leven een vooruitzicht heeft bevestigd, een somber vooruitzicht. Ik dacht geen keuze te hebben. Er zijn er onder ons die niet kunnen kiezen tussen geluk en lijden. We dragen in ons deze kwetsuur mee. Trouwens, het is zo dat in de jongste drie jaar, ik de gelegenheid had om situaties mee te maken die me slechts lieten bevestigen wat de mens aan slechtigheid in zich heeft, die in mij het idee van menselijkheid weggerukt hebben, elk gevoel van erbij te horen. Wat betreft ‘Cria cuervos’: Ana Torrent (de actrice die de hoofdrol speelt) en ik hebben dezelfde leeftijd. Toen ‘Cria cuervos’ gedraaid werd, was ik even oud als Ana, dat kleine meisje. Voor mij is zij als een zuster, echt
waar, zo voel ik het. ‘Cria cuervos’ is aanwezig in ‘Maudit soit l’homme qui se confie en l’homme: un projet d’alphabétisation’ met onder andere het lied van Jeanette. ‘Cria cuervos’ te zien schonk mij de gelegenheid me te wreken op het leven, zoveel keer, alleen maar door hem te bekijken. Dat is het kenmerk van meesterwerken: dankzij hen kan men zich wreken op het leven, opnieuw en opnieuw. Bron: Interview afgenomen door Christilla Vasserot, www.festival-avignon.com (vertaling Frans Redant)
© Ricardo Carrillo de Albornoz
Angélica Liddell geboren in 1966, is een Spaans-Mexicaanse theatermaakster, schrijfster en performer die vooral in het underground circuit furore heeft gemaakt. Op haar website stelt ze zichzelf voor als een hoeredochter en reeds gestorven. Ironie en het aftasten van de grenzen van haar eigen lichaam zijn kenmerkend voor haar oeuvre, evenals een uitgesproken politieke agenda. Het theater van Angélica Liddell exploreert alle facetten van pijn in een maatschappij die niet deugt. Deze Spaanse ‘paradoxale anarchiste’, zoals ze zichzelf noemt, schrijft, speelt en regisseert. Als een furie. De scène is voor haar de plek bij uitstek waar zij breekt met ‘het sociale pact’, maar ook met alle barrières, de schaamte voorbij. De naam van het gezelschap dat ze in 1993 oprichtte in Madrid, Atra Billis, is Latijn voor ‘zwarte gal’ de lichaamsvloeistof die in de Middeleeuwen werd gezien als de veroorzaker van melancholie. Zwarte humor, het lichaam en religieuze symboliek zijn prominent aanwezig in Liddells werk. In haar wrede, poëtische taal beschrijft ze in ‘Maldito sea el hombre que confía en el hombre: un projet d’alphabétisation’ eenzelvige, van liefde verstoken mensen die elkaar vinden in een gemeenschappelijke haat en achterdocht. Dit fundamenteel wantrouwen voedt op zijn beurt de behoefte om de wereld te herbenoemen.
18 oktober 2012, hotel, Antwerpen © Angélica Liddell
nog theater in deSingel Theater van de bovenste plank in een wondermooi decor
Christoph Marthaler Glaube Liebe Hoffnung van Ödön von Horváth
ironisch én pakkend tegelijk
© Walter Mair
zo 9, ma 10 dec 2012 Rode zaal / 20 uur € 34 basis € 28 -25/65+ € 8 -19 jaar spreektaal Duits boventiteling Nederlands/Frans
architectuur theater dans muziek
www.desingel.Be
T +32 (0)3 248 28 28 desguinlei 25 / b-2018 anTwerpen
word fAn van desingel op fAceBook
desingel is een kunstinstelling van de vlaamse gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor
mediasponsors