Anesthesiologie en pijnbestrijding
Informatiefolder anesthesie
1
Waarom deze folder? Binnenkort ondergaat u (of degene voor wie u zorgt) een operatie in het Scheper Ziekenhuis. Hiervoor is anesthesie nodig. In deze folder vindt u informatie over uw voorbereiding op de operatie, het pre-operatief onderzoek, de soorten anesthesie en de voor- en nadelen ervan.
2
Wat is anesthesie? De verdoving die ervoor zorgt dat u zonder pijn en stress geopereerd kunt worden wordt anesthesie genoemd. De anesthesioloog is de medisch specialist die dit verzorgt. Hij doet dit samen met de anesthesie-medewerker. Het pre-operatief onderzoek Om u veilig anesthesie te kunnen geven is ruim van tevoren informatie over uw gezondheid nodig. U heeft hiervoor een afspraak gekregen op de preoperatieve polikliniek van het Scheper Ziekenhuis. Dit bezoek ziet er als volgt uit. Eerst stelt een polikliniekassistent u vragen over uw gezondheid, allergieën, eerdere operaties en anesthesieën. Uw lengte, gewicht en bloeddruk wordt gemeten. Indien nodig wordt een ECG (hartfilmpje) gemaakt en bloed afgenomen. De assistent maakt een overzicht van uw medicijnen met behulp van de medicijndoosjes die u heeft meegebracht.
Vervolgens neemt de anesthesioloog deze gegevens door en doet een lichamelijk onderzoek van uw luchtweg, hart en longen. Hij beoordeelt of uw gezondheid het toelaat om anesthesie te krijgen voor de geplande operatie. Eventueel kan hiervoor een medebeoordeling of behandeling door een andere medisch specialist nodig zijn. Ook informeert de anesthesioloog u over de soort anesthesie, de voor- en nadelen, en de risico’s. Verderop in de folder leest u meer over anesthesietechnieken. Tot slot bespreekt een intake-verpleegkundige de gang van zaken rondom uw opname in het ziekenhuis met u. (Bij kinderen gebeurt dit op de kinderafdeling op de opnamedag)
3
Belangrijk • Het is van belang dat uw behandelend arts u al heeft voorgelicht over uw operatie. U bent dus al vóór het pre-operatief gesprek op de hoogte van: - reden en doel van de operatie; - voor- en nadelen en risico’s; - of er andere mogelijkheden zijn (in plaats van een operatie). Is dit niet het geval? Twijfelt u of u geopereerd wilt worden? Maak dan eerst een nieuwe afspraak met uw behandelend arts om dit te bespreken. • U krijgt tijdens het bezoek aan de pre-operatieve poli veel informatie in korte tijd. Er worden veel vragen gesteld die omwille van uw eigen veiligheid juist en volledig moeten worden beantwoord. We adviseren daarom het volgende: • noteer achterin deze folder alvast al uw ziekten, allergieën en voorgaande operaties; • schrijf uw vragen op; • neem iemand mee die u goed kent. “Twee horen meer dan één!” • maak een nieuwe afspraak als u na het gesprek iets niet goed heeft begrepen of twijfelt over uw keuzes. Neem het volgende mee naar de pre-operatieve poli • Alle medicijnen die u momenteel gebruikt in de originele verpakking. • Uw ponskaart én uw verzekeringspas. • Eventuele allergie- of narcosepaspoorten. • Deze folder.
4
Verandering van situatie Uw pre-operatieve beoordeling is 3 maanden geldig. Maak een afspraak voor een nieuwe pre-operatieve beoordeling indien deze termijn is verstreken. Neem ook direct contact op met de pre-operatieve poli in volgende gevallen: • verandering van medicijnen; • nieuwe allergische reacties; • verandering van uw gezondheid. Verschillende soorten anesthesie De meest toegepaste vormen worden hieronder uitgelegd. Plaatselijke anesthesie Hierbij wordt een deel van het lichaam verdoofd. De anesthesioloog spuit hiervoor rondom een zenuw verdovingsvloeistof in. Pijngevoel en spierkracht in het operatiegebied wordt dan tijdelijk uitgeschakeld. Deze spuit kan op verschillende plekken gegeven worden: Ο de rug; dit verdooft het gehele onderste deel van het lichaam; Ο het bovenbeen; dit verdooft maar één been; Ο de oksel, nek of hals; dit verdooft één arm of schouder. Een verdoving in de rug is na twee tot zes uur uitgewerkt. Pas dan kunt u weer lopen. Een verdoving van één arm, been of schouder kan tot vierentwintig uur spierkracht én pijngevoel uitschakelen. Bij plaatselijke anesthesie kunt u wakker blijven tijdens de operatie. Ziet u hier tegen op? Dan krijgt u een slaapmiddel. U merkt dan vrijwel niet wat er met u gebeurt. U kunt dit afspreken met de anesthesioloog op de preoperatieve poli.
5
Algehele anesthesie (narcose) Bij deze verdovingsvorm bent u niet bij kennis. Via een infuusnaald wordt een vloeibaar slaapmedicijn toegediend. U valt hierdoor in slaap en u verliest de controle over de ademhaling. Een beademingsbuisje wordt in uw mond of luchtpijp ingebracht. Hierdoor wordt lucht geblazen met een machine. Als de operatie klaar is wordt de toediening van het slaapmedicijn gestopt waardoor u weer wakker wordt. Een anesthesioloog of anesthesiemedewerker is altijd aanwezig en grijpt direct in wanneer dit nodig is. Combinaties Voor sommige operaties krijgt u zowel algehele als plaatselijke anesthesie. Pijnstilling na de operatie Pijn na de operatie wordt behandeld met paracetamol, diclofenac of morfine. Wanneer gedurende meerdere dagen plaatselijke pijnstilling nodig is kan via een slangetje (epiduraal- of plexuscatheter) continu een vloeibaar pijnmedicijn worden toegediend. De anesthesioloog plaatst dit slangetje vóór de operatie. Welke vorm van anesthesie krijgt u? Afhankelijk van de soort operatie en uw gezondheid bepaalt de anesthesioloog welke vormen van anesthesie en pijnstilling geschikt zijn voor u. Indien van toepassing maakt u samen met hem een keuze hieruit tijdens het preoperatieve gesprek. De anesthesioloog kan u voorlichten over voor-, nadelen en risico’s.
6
Complicaties Anesthesie is niet zonder risico. Om de kans hierop zo klein mogelijk te maken wordt u tijdens de operatie altijd bewaakt door een anesthesiemedewerker of anesthesioloog. Deze maakt gebruik van (meet-)gegevens om steeds een beeld te hebben van uw welzijn en zal zo nodig direct ingrijpen. Toch kunnen onder andere de volgende complicaties optreden. Allergische reacties De medicijnen en materialen bij een operatie kunnen benauwdheid, lage bloeddruk, roodheid en zwelling veroorzaken. Dit is een allergische reactie. Deze kan mild verlopen maar ook fataal zijn ondanks snel ingrijpen. Een lichte allergische reactie in het verleden kan een volgende keer vele malen ernstiger verlopen. Derhalve is het van groot belang dat al uw allergieën vooraf bekend zijn. Zenuwletsel Als gevolg van druk op de huid tijdens een operatie kan een zenuw in een arm, been of romp beklemd raken en beschadigen. Ook een prik of een operatie kan een zenuw beschadigen. Het gevolg hiervan is tintelingen, pijn of krachtsverlies. Pijn/ onvoldoende verdoving Het is mogelijk dat u rondom de operatie pijn heeft of onvoldoende verdoofd bent. De anesthesioloog of anesthesiemedewerker die u continu bewaakt zal in dit geval zo mogelijk extra pijn- of slaapmedicijnen toedienen of overgaan op een andere anesthesietechniek.
7
Algehele narcose • Beademingsbuis Bij het inbrengen van de beademingsbuis kan uw gebit worden beschadigd. Ook kunt u enige dagen keelpijn hebben of hees zijn. • Misselijkheid Was u na een vorige operatie misselijk of bent u snel wagenziek? Dan heeft u grote kans op misselijkheid na iedere algehele anesthesie of narcose. Meld dit bij het pre-operatief gesprek. Regionale anesthesie • Plassen Na een ruggenprik kunt u uw benen een paar uren niet bewegen. Ook het plassen kan gedurende deze periode moeilijk gaan. Het kan zijn dat uw blaas moet worden geleegd met een katheter. Zodra de verdoving is uitgewerkt gaat het plassen weer beter. • Hoofd- Rugpijn Na een prik in de rug kan hoofd- of rugpijn optreden. Dit verdwijnt over het algemeen vanzelf na een paar dagen. Neem contact op met de preoperatieve polikliniek indien dit niet het geval is. In sommige gevallen kan de anesthesioloog het herstel bespoedigen.
8
Voorbereiding voor uw operatie Nuchter Ruim vóór iedere operatie moet uw maag leeg zijn (nuchter). Tijdens de operatie kan namelijk maaginhoud in uw longen terechtkomen waardoor een longontsteking kan ontstaan. Indien u niet nuchter bent gaat uw operatie dus niet door. U bent nuchter als u onderstaande regels opvolgt: • Tot 6 uur vóór uw opnametijdstip stopt u met eten en drinkt u géén zuivelproducten meer. U mag vanaf dan dus echt niets meer eten en geen melk of melkproducten drinken. • Tot 2 uur vóór uw opnametijdstip mag alleen nog water, thee, koffie of sap drinken. Geen melk of melkproducten. • Zuigelingen mogen tot 4 uur vóór opnametijdstip borstvoeding krijgen. Zie ook de aanvulling “anesthesie bij kinderen”achterin deze folder. • Bent u al in het ziekenhuis op de operatiedag? Volg de instructies van de verpleging op. Roken en (overmatig) alcohol Dit vergroot de kans op ernstige complicaties rondom uw operatie. Derhalve is het zeer verstandig om hier direct mee te stoppen. Dit geldt ook voor roken in bijzijn van kinderen. Neem eventueel contact op met uw huisarts voor hulp hierbij. Gebruik geen alcohol op de operatiedag. Medicijnen Tenzij anders afgesproken met uw chirurg of anesthesioloog gebruikt u uw medicijnen door zoals gewend. Dus óók op de ochtend van de operatiedag. U kunt hierbij een slokje water drinken.
9
Hygiëne Neem voor u van huis vertrekt een douche, was haren, poets tanden, verzorg voeten en handen. Gebruik geen make-up of bodylotion. Hierdoor plakken pleisters, operatiedoeken en ECG-plakkers slecht. Nagels Verwijder nagellak van vingernagels. Heeft u gel-nagels? Verwijder van beide handen minimaal één. Via uw vingernagel kan tijdens de operatie het bloedzuurstofgehalte worden gemeten. Sieraden, piercings Verwijder alle piercings en sieraden (eventueel laten verwijderen bij de juwelier!). Tijdens een operatie wordt elektrische stroom gebruikt, dit kan via een metalen piercing of sieraad huidverbranding veroorzaken. Tongpiercings kunnen de luchtweg blokkeren. Laat sieraden thuis zodat ze niet kwijtraken.
10
Anesthesie bij kinderen Onderstaande informatie geldt voor kinderen tot 16 jaar als aanvulling op de overige informatie van de folder. • Kinderen van 16 jaar en jonger dienen onder begeleiding van een ouder of wettelijk vertegenwoordiger naar het pre-operatief spreekuur te komen. • Een goede voorbereiding geeft minder angst en stress op de operatiedag zelf. De kinder-/jeugdafdeling (zuid 4) biedt daarom de mogelijkheid om langs te komen voor een kennismakingsbezoek. Dit kan na het preoperatief spreekuur plaatsvinden, u hoeft hiervoor geen afspraak te maken. Een pedagogisch medewerker verzorgt een rondleiding en bespreekt aan de hand van een fotoboek wat er op de operatiedag gaat gebeuren. Wilt u de afdeling liever op een ander tijdstip bezoeken, dan kunt u telefonisch een afspraak maken. U belt dan tel. 0591 - 69 16 84! • Eén van de ouders mag mee naar de operatiekamer en blijft aanwezig tot het kind slaapt. Bij spoedingrepen kan de anesthesioloog besluiten dat u al eerder afscheid neemt. • Kleine kinderen worden in slaap gebracht via een beademingskapje. Hierna wordt een infuus geprikt. Oudere kinderen krijgen een infuus als ze nog wakker zijn. Hierdoor worden slaapmiddelen ingespoten. Pijn bij het prikken kan verminderd worden met behulp van zalf die van tevoren op de huid wordt aangebracht. • Voor oudere kinderen geldt het algemeen nuchterbeleid (zie boven). Baby’s die flesvoeding krijgen, mogen tot zes uur vóór opnametijd de fles krijgen. Baby’s die borstvoeding krijgen, mogen dit vier uur vóór opnametijd krijgen.
11
Voorbereiding pre-operatief onderzoek. Vul in en neem mee! Vragen aan de anesthesioloog ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… Operaties / ziekten 1………………………………………………………jaar: ………………. 2………………………………………………………jaar: ………………. 3………………………………………………………jaar: …………….. 4…………………………………………………...…jaar: …………….. 5……………………………………………..……….jaar: …………….. 6……………………………………………………...jaar: …………….. 7……………………………………………………...jaar:………………
12
Ooit misselijk na een operatie geweest of last van wagenziekte? Ο Ja Ο Nee Allergische reacties medicijn/middel 1: …………………………………………………………….. medicijn/ middel 2: ……………………………………………………………. medicijn/ middel 3: ……………………………………………………………. medicijn/ middel 4: ……………………………………………………………
Telefoonnummer contactpersoon 1: ……………………………………… contactpersoon 2: ………………………………………
13
14
15
16
MA 2106 03-13-v2 H
Boermarkeweg 60 7824 AA Emmen Postbus 30002 7800 RA Emmen Tel. 0591 69 19 11