MA AK KE N N IS M ET
ANDRÉ, GERRIT, BEN, KARIN, JOSKA, LUCIEN EN 35.000 ANDEREN zes levensverhalen van bewoners van RIBW’s in Nederland
MAAK KENNIS MET
ANDRÉ GERRIT BEN KARIN JOSKA LUCIEN
p. 4
p. 6
p. 8
p. 10
p. 12
p. 14
Geachte lezer,
Wij laten u graag kennis maken met een aantal mensen die beschermd wonen bij een RIBW. Het zijn positieve verhalen van mensen die hun evenwicht gevonden hebben of aan het vinden zijn. Een kwetsbaar evenwicht dat ze bereiken door zelf heel hard te werken aan hun herstel. Met herstel bedoelen we niet (perse) hetzelfde als genezen. Het is een langdurig persoonlijk proces dat gepaard gaat met vallen en opstaan, met crisissen en keerpunten en met pogingen die soms mislukken en soms slagen. Een actieve acceptatie van de eigen problemen, omstandigheden, beperkingen en mogelijkheden is een voorwaarde voor herstel. De cliënten worden in dit proces begeleid door professionele hulpverleners. In Nederland zijn er momenteel ca. 35.000 mensen zoals André, Gerrit, Ben, Karin, Joska en Lucien. Zij krijgen begeleiding en verblijven in een beschermende woonomgeving die in een reguliere woonwijk staat. Naast deze groep zijn er ca. 77.000 mensen met een psychische aandoening die ambulante individuele begeleiding krijgen en/of gebruik maken van dagbestedingsactiviteiten. Bijna alle cliënten krijgen ook ambulante behandeling via een polikliniek of bijvoorbeeld een FACT team. Het is belangrijk voor het herstelproces van deze mensen dat behandeling en begeleiding een samenhangend geheel vormen. Behandeling en begeleiding kunnen niet los van elkaar worden beschouwd. Het is belangrijk dat deze samenhang ook in de toekomst gewaarborgd is.
Namens de RIBW Alliantie en GGZ Nederland,
Artie van Tuijn voorzitter RIBW Alliantie
Paul van Rooij directeur GGZ Nederland
3
MAAK KENNIS MET ANDRÉ
IK MOET NIET DE HELE DAG OP MEZELF ZIJN AANG EWEZEN
André woont sinds 2 jaar in de beschermende woonvorm van Pameijer aan de Adriaen van der Doeslaan. André heeft ZZP 4C indicatie. Vanaf zijn 18e is hij, met enkele onderbrekingen, verslaafd geweest aan harddrugs. ‘De eerste tien jaar had ik het gebruik redelijk in de hand,’ vertelt hij. ‘Maar daarna werd het problematisch.
Het gaat je hele leven bepalen. Je krijgt een drang die het onmogelijk maakt om een normaal bestaan te leiden. Klus en Werk. En hij kookt op maandag voor de bewoners. Dat stimuleert hem wel. ‘Zo’n omgeving heb ik ook nodig. Hiervoor ben ik een tijdje zwaar depressief geweest. Ik moet niet de hele dag op mezelf zijn aangewezen. Natuurlijk gebeurt er hier wel eens wat, maar daar kan ik me goed voor afsluiten. Ik weet maar al te goed hoe het er in het wereldje aan toegaat.’
‘Ik heb wel voorlichting gegeven op scholen en vergeleek het voor de leerlingen dan met een verjaardagsfeestje. Voor iedereen is er taart, behalve voor jou. Dat begrepen ze goed. Dat wil niet zeggen dat ik geen pieken heb gekend hoor. Ik heb ook veel geleefd. De roes, geld hebben, een tijdje werken… Maar er zijn natuurlijk veel verloren kansen geweest. Ik heb nog een paar jaar op straat gezworven. Dan heb je niks meer en leef je eigenlijk alleen om te gebruiken.’
‘Iets voor anderen doen en mijn eigen ervaring nuttig gebruiken, dat zou mooi zijn.’
Domme pech heeft soms ook flink roet in het eten gegooid. ‘Ik ben eens 4 jaar clean geweest en had mijn leven toen weer aardig op de rails. Een loodgieteropleiding gevolgd, normaal werk, ik had weer perspectief. Totdat ik opeens met twee verlamde armen zat. Bleek ik een erfelijke zenuwziekte te hebben, neuropathie. Ik kreeg te horen dat ik binnen een jaar in een rolstoel zou zitten. Weg toekomst. Achteraf bleek het mee te vallen. De ziekte is wel progressief, maar heeft een erg wisselend verloop. Nu ga ik gelukkig al een hele tijd niet meer achteruit. Maar ik moet mijn leven er wel op instellen. Ik heb nog maar 10 tot 15 procent van de kracht van een gezond iemand.’
‘Zelf zoek ik nooit de confrontatie, ik geloof meer in de dialoog. Daar ligt voor mij ook een nieuwe uitdaging. Ik ga me oriënteren op de cliëntenraad van Pameijer en misschien de opleiding voor ervaringswerker doen. Daarvoor wil ik ook weer helemaal clean worden. Van de heroïne ben ik al af. Lichamelijk kan ik dat werk aan en het lijkt me zeker wat. Iets voor anderen doen en mijn eigen ervaring nuttig gebruiken, dat zou mooi zijn. Zonder er meteen een ‘heilig moeten’ van te maken, ga ik me daar nu serieus op focussen’.
André heeft het wel naar zijn zin in de BW vanwege de aanspraak en de bezigheden. Hij werkt bijvoorbeeld twee dagen voor 4
5
MAAK KENNIS MET GERRIT
Gerrit* woont ruim vier jaar bij de RIBW groep Overijssel.
BEHOUD VAN FUNCTIO NEREN IS HARD WERKEN
Gerrit heeft een ZZP 3 indicatie. Hij heeft schizofrenie, het
paranoïde type, is chronisch psychotisch en heeft diabetes. Hij vergeet nog weleens om zijn medicatie in te nemen.
Dat kan funest voor hem zijn. ‘Gerrit heeft vooral blijvende begeleiding nodig om de momenten van agressie, waar hij
mee moet leven, te kunnen opvangen. Er zijn en duidelijk zijn. Dat werkt goed voor Gerrit’, weet zijn begeleider Annelise van Klaveren.
Annelise: ‘Wij zien cliënten op bepaalde, niet te voorspellen, momenten worstelen. Op die momenten zijn wij er voor hen. We bieden rust, regelmaat, duidelijkheid en mogelijkheden om hun leven op de rit te houden. Als de begeleiding stopt, valt een bepaalde groep tussen wal en schip. Zeker de cliënten met zware problematiek. Voor een aantal van hen is het hoogst haalbare
Gerrit is diverse keren opgenomen geweest. Voor hem waren het nare periodes. Gerrit: ‘De begeleiders zaten mij daar veel te veel op de huid. In mijn hoofd is het een grote chaos. Ik heb ruimte nodig. Maar ook goede adviezen om te leren hoe ik ondanks mijn beperking met andere mensen moet omgaan. De begeleiders die ik nu heb doen wat ze zeggen en zeggen wat ze doen. Op hen kan ik vertrouwen.’
dat zij als burger in een beschermende woon vorm in de wijk kunnen leven, waarbij het voorkomen van opnames of overlast op de voorgrond staat.’ Annelise onderkent dat dit vraagt om flexibiliteit en vasthoudend heid van begeleiders. ‘Het behoud van functioneren is hard werken. Maar op deze manier zijn mensen soms tot meer in staat zijn dan we ooit hadden verwacht.’
‘IN MIJN HOOFD IS HET EEN GROTE CHAOS. IK HEB RUIMTE NODIG. MAAR OOK GOEDE ADVIEZEN.’
* De naam van de cliënt is gefingeerd.
6
7
Ben Aniba (42) is bewoner van de Trekschuit, een
beschermende woonvorm voor mensen met verslavings problematiek en een psychiatrische diagnose van de
Stichting Anton Constandse in Den Haag. Hij heeft een
ZZP 3 indicatie. Ooit was hij vuurwapengevaarlijk en zat
hij met extra beveiliging in de bajes in Vught. Zijn familie heeft hem ‘losgelaten’ vanwege zijn vroegere verslaving
maar nu is Ben, zo vertelt hij met trots, al twee jaar clean. psychiater. ‘Dat is een Duitser en die gebruikt veel van die moeilijke woorden. Na afloop praat mijn begeleider me dan altijd bij. Nee, ik zou echt niet zonder begeleiding kunnen.’
Op zijn kamer hangt een tekening, gemaakt door een medebewoner, waarop dat heuglijke feit herinnerd wordt. ‘Elke avond ga ik naar een bijeenkomst van de Narcotics Anonymous. Als ik niet ga, weet ik zeker dat ik weer terugval in de drugs. Ook mijn sponsor helpt me daarbij, vierentwintig uur per dag kan ik bij hem terecht.’
MAAK KENNIS MET BEN
WAT IK HIER HEB, ZIE IK ALS EEN VEILIGE HAVEN
Zelfstandig wonen zou Ben op zich best willen. ‘Ik weet alleen dat dat niks wordt. Ik heb het vroeger verschillende keren geprobeerd. Maar dat lukt gewoon niet. Wat ik hier heb, zie ik als een veilige haven.’
Jarenlang heeft hij op straat rondgezworven en geleefd. Door het Daklozenloket en het Leger des Heils is hij op het spoor gezet van beschermd wonen. ‘Een jaar of anderhalf woon ik nu hier en ik vind het oké hier. Met mijn drie medebewoners kan ik het ook prima vinden.’ Te klagen heeft hij eigenlijk niks, ook door
‘Nee, ik zou echt niet zonder begeleiding kunnen.’
zijn straatverleden. Hooguit dat zijn rug niet helemaal meewerkt en dat hij al tijden bij een rug-specialist loopt. ‘Als ik naar beneden loop om wat te vragen aan de woonbegeleiding, zijn ze binnen tien minuten bij me. Het is hier prima op orde.’
Twee passies heeft hij in zijn leven. Wie Ben ziet, kan het niet ontgaan: hij is een groot fan van de Haagse trots, ADO. Elke thuiswedstrijd is hij present. ‘Ik ben echt een supporter in hart en nieren.’ Overdag is hij met regelmaat in een studio te vinden om zijn tweede grote liefde te beoefenen: het maken van dancemuziek. ‘Al 25 jaar zit ik in de dance scene. Één à twee keer per maand draai ik in een club in Amsterdam.’
Wel betreurt hij dat zijn persoonlijke begeleider onlangs van baan veranderd is en uit zijn blikveld verdwenen. ‘Daar baal ik wel van. Bij haar kon ik voor alles aankloppen. Als ik psychisch niet lekker draaide, stond ze altijd klaar. Maar wie weet is mijn nieuwe begeleider ook wel weer oké.’ Omdat hij ongeschoold is, vindt hij het wel fijn als er een begeleider meegaat naar zijn 9
MAAK KENNIS MET KARIN
Jaren van incest en geweld, drank- en machtsmisbruik.
NU PAK IK HET DAGELIJKS LEVEN WEER OP
Het is kenmerkend voor het levensverhaal van
Karin van Dijk*. Nu ze bijna 45 jaar is, heeft ze hulp gevonden waar ze jarenlang naar heeft gezocht.
Bij de RIBW in Zwolle. Karin heeft een ZZP 5 indicatie. Al heel jong kreeg ze de zorg voor haar broertjes en zusjes. En later voor haar neefjes en nichtjes. ‘Die werden bij me gebracht en gewoon niet meer opgehaald’. Haar vader misbruikte haar en haar moeder ruïneerde Karins leven volledig. ‘Ze wist iedereen bij me uit de buurt te houden. Als er geld of spullen nodig waren, werd het bij mij gehaald. Met of zonder geweld. Ik was zo bang.’ Karin wist niet beter of dat alles hoorde
‘Toen mijn RIBWbegeleider vroeg ‘Wat kan ik voor jou doen?’, wist ik dat er eindelijk naar mij werd geluisterd.’
bij het leven. Om te kunnen overleven gebruikte ze verschillende persoonlijkheden. Ze werd diverse keren opgenomen, maar het bracht haar weinig. Het vertrouwen in de mens, in haarzelf en het leven bleven weg. ‘Therapieën hadden geen effect en medicatie was niet de oplossing. Ik zag voor mijzelf geen toekomst meer en ben afscheidsbrieven gaan schrijven. Ik verwaarloosde mijzelf en mijn omgeving.
Regelmatig spreekt ze met haar begeleider over praktische zaken. Ook hebben ze indringende gesprekken over het verleden en het heden. ‘Dat helpt mij alles wat gebeurd is, te verwerken. Nu pak ik het dagelijks leven en sociale contac ten weer op. Ik ben er nog niet, maar ik sta nu wel in mijn kracht. Ik kan dat alleen met de steun van mijn begeleider. Zonder haar red ik het niet. Dan was ik er niet meer geweest.’
Dat was de situatie waarin ik zat toen ik vier jaar geleden bij de RIBW kwam wonen’, schetst Karin. ‘Toen mijn RIBW-begeleider vroeg ‘Wat kan ik voor jou doen?’, wist ik dat er eindelijk naar mij werd geluisterd. Mijn wens was duidelijk. Ik wilde eindelijk gewoon leven!’ Samen met haar begeleider ging ze een zeer intensief traject in. Nu voelt ze zich weer wat waard en spelen psychische problemen minder een rol.
‘Zonder haar red ik het niet. Dan was ik er niet meer geweest.’
* De naam van de cliënte is gefingeerd.
10
11
Joska Halaszi (20) is bewoner van Kadans, een beschermende woonvorm voor jongeren van de Stichting Anton Constandse
in Den Haag. Joska heeft een ZZP 3 indicatie. Wie zijn kamer ziet, weet meteen waar de passie van Joska ligt. Hij heeft een drive in show met alle toeters en bellen erop en draait zes keer per
maand op feestjes, verjaardagen en dergelijke. ‘Vooral house.
Ik doe dat echt voor de lol en om ervaring op te doen.’ Want nu hij zijn MAVO-diploma gehaald heeft en op het ROC zit, wil hij ook zijn droom waarmaken en geluidstechnicus worden.
MAAK KENNIS MET JOSKA
WEER GRIP OP HET LEVEN
De laatste tijd gaat het prima met hem, hij heeft het gevoel dat hij weer grip op zijn leven heeft.
‘Maar ik vind ze soms ook te streng. Laatst had ik bijvoorbeeld huisarrest en mijn vriendje stond buiten. Nou, hij mocht echt niet binnenkomen, al smeekte hij nog zo. Dat vind ik te ver gaan.’
Een beslissend moment was 1 april vorig jaar. ‘Ik werd bijna negentien en op die dag ben ik uit de kast gekomen, als bi of eigenlijk als homo.’ Sinds anderhalve maand heeft hij een vriendje. ‘Bij hem heb ik geen twijfels, met mijn twee eerdere ex-en had ik die altijd wel. Jammer vind ik wel dat hij hier nog niet mag overnachten. Dat mag pas na drie maanden relatie.’
‘Maar ik vind ze soms ook te streng. Laatst had ik bijvoorbeeld huisarrest en mijn vriendje stond buiten.’
Twee jaar woont hij inmiddels bij Kadans, hij is de oudste. De sfeer is er wel wat op achteruit gegaan en er is nu meer stress. Joska wijt dat voor een deel aan de groeps leiding. ‘We hadden als jongeren hier allemaal het gevoel dat ze ons erg op de huid zaten. We hebben dat aangegeven en ik merk dat het nu weer wat beter gaat. De groepsleiders proberen het weer gezelliger te maken en ze zijn ook vaker op de groep aanwezig in plaats van in hun kantoortje.’
Op den duur hoopt hij met veel minder begeleiding uit de voeten te kunnen. ‘Ik sta nu op de wachtlijst voor De Valk, een woon voorziening voor jongeren met autisme. En daarna wil ik zeker ooit helemaal zelfstandig wonen, liefst met mijn vriendje natuurlijk.’ Want zonder hem gaat hij nergens meer heen. Zo logeerde Joska het afgelopen weekend bij zijn moeder, zijn stiefvader en zijn broertje. ‘We kunnen het nu weer heel goed met elkaar vinden. En weet je wat, ik heb daar samen met mijn vriendje de nacht doorgebracht.’
Zijn houding jegens de groepsleiders is sowieso wat dubbel. Hij waardeert wat ze doen en hij denkt ook dat het leven op Kadans zonder hen op den duur volkomen spaak zou lopen.
13
MAAK KENNIS MET LUCIEN
STAP VOOR STAP BEN IK NAAR DE MAATSCHAPPIJ TOEG EGROEID
Lucien (47), woont beschermd bij RIBW Heuvelland
& Maasvallei. Hij heeft een ZZP 3 indicatie. ‘Twee keer
in mijn leven ben ik verslaafd geweest aan harddrugs.
Na mijn tweede afkickperiode in Welland wilde ik niet meer terug naar mijn flatje in Sittard. Bang om wéér
alleen te zijn, om wéér terug te vallen in dat zwarte gat. Toen is de RIBW in beeld gekomen.’
‘Ik kon terecht in Valkenburg in een beschermdwonen project. Mijn redding. Elke minuut van de dag kon ik daar terecht bij de andere bewoners en een begeleider. Ik voelde me er veilig met mensen die in hetzelfde schuitje zaten. We hebben enorm veel gepraat, elkaar geholpen. Stapje voor stapje ben ik naar de gewone maatschappij toegegroeid. Ik kon vrijwilligerswerk gaan doen en ben later naar een andere woning in Maastricht verhuisd. We zijn nu met ons vieren. Ik heb ook weer contact met mijn zus, ook hiermee heeft de RIBW me geholpen. Ooit wil ik helemaal zelfstandig wonen, maar dat is nu te vroeg. Ik vrees de eenzaamheid. Gelukkig jaagt niemand me op. Ik krijg alle hulp, maar
‘OOIT WIL IK HELEMAAL ZELF STANDIG WONEN, MAAR DAT IS NU TE VROEG. IK VREES DE EENZAAMHEID. GELUKKIG JAAGT NIEMAND ME OP.’
bepaal mijn eigen tempo. Drugs heb ik niet meer nodig en ooit wil ik stoppen met roken. Maar nu nog niet: step-by-step.’
15
WWW.GGZNEDERLAND.NL
WWW.RIBWALLIANTIE.NL
ontwerp Studio Lonne Wennekendonk
Deze folder wordt u aangeboden door de RIBW Alliantie en GGZ Nederland. GGZ Nederland is de brancheorganisatie van instellingen voor geestelijke gezondheidsen veslavingszorg. De RIBW Alliantie is de vereniging van instellingen voor begeleid en beschermd wonen in de geestelijke gezondheidszorg.