Analyse plangebied. Doorninkweg 6 Lichtenvoorde
Opdrachtgever: Dhr. W.W. Rouwhorst G.J. Doorninkweg 6 7131 NX Lichtenvoorde Kad.gem: Sectie:
Oost Gelre O nr 40
1.0 Locatie.
1.1 Uitgangspunten. De opdrachtgever heeft duidelijk te kennen gegeven het bestaande landschap (het vrije uitzicht) zoals dat op bovenstaand afbeelding te zien is te willen behouden. Hij is zich er van bewust dat het landschap, natuurwaardes, cultuurhistorie, gebruikswaarden en architectuur samenhangen. Het doel is om de huidige functie te veranderen van agrarische bestemming naar woonbestemming. Door middel van de rood voor rood regeling wordt de huidige bebouwing met ca. 50% gereduceerd, hetgeen het mogelijk maakt hier een dubbel woonhuis te realiseren. De bestaande woning dient gehandhaafd te worden. Doel is dan ook om door middel van een landschappelijke inpassing het als een erf te doen overkomen. Gezien de woon en leef functie op het erf is er een duidelijke scheiding tussen de bestaande woning en de nieuw te bouwen woning, waarbij de privacy gewaarborgd moet blijven.
2.0 Inventarisatie & analyse. L’voorde
Zwaklemig fijn zand
2.1 Bodemgesteldheid. Op de kaart hiernaast is het plangebied aangegeven door middel van de rode punt. Het gebied ligt op een overgangsgebied van Enkeerdgrond fijn zand met een meer dan 50 cm dikke humushoudende bovengrond die ontstaan is door opmesting met zandrijke potstalmest, ook wel enk of es genaamd. Hoewel het plangebied zich op het uiteinde van de esgronden bevindt is hier uit af te leiden dat dit overgangsgebied een klein percentage leem bevat. Door de aanwezigheid van een klein percentage leem gecombineerd met de humushoudende toplaag is er spraken van een zeer voedselrijke bodem.
N 313 Sterk lemig fijn zand
Enkeerdgronden fijn zand
Hoogte: N.A.P. tussen 19.8 en 21.4
2.2 Vegetatie Een onderzoek naar inheemse boomsoorten binnen het plangebied geeft ook aan dat men te maken heeft met een overgang van nat en droog. De afbeelding hiernaast geeft een goed overzicht van de bodemgesteldheid in relatie met de boomsoorten die men aantreft. De rode balk geeft aan in welke zone het gebied zicht bevindt.
Soorten tijdens een veldonderzoek: Quercus robur, Quercus rubra, Acer campestre, Corylus avellana, Viburnum opulus, Sambucus nigra, Crataegus monogyna Salix carprea, Betula pendula, Fraxiunus excelsior, Alnus glutinosa Fagus sylvatica ( op het erf )
2.3 Landschap.
Kampen / Hoeve landschap. Over het algemeen hebben we te maken met een kampenlandschap wordt gekenmerkt als een coulisselandschap met een voortdurende afwisseling van essen, houtwallen, bosjes, laantjes, beken, boerderijen, met een bijzondere beslotenheid en kleinschaligheid als gevolg. Bebouwing is in kleine clusters gelegen, niet per definitie langs de weg. Het kavel- en wegenpatroon heeft een kronkelig karakter. Deels zijn de wegen onverhard. De aanwezige essen zijn herkenbaar aan het hoogteverschil. En sloot of beek slingeren zich als een van de weinige doorgaande structuren door het landschap. Geleidelijke overgang van kernen naar landelijk gebied.
De (heide) ontginning. Wordt gekenmerkt door een grote mate van openheid en lange lijnvormige structuren. Incidenteel komen lijnvormige landschapselementen voor. De verkaveling wordt gekenmerkt door een rationeel rechthoekig patroon. De boerderijen zijn volgens een regelmatige spreiding direct langs de wegen gelegen. Erfbeplanting is grotendeels afwezig. Indien aanwezig bestaat het uit een enkel lijnelement. Vrij scherpe overgang tussen kernen en landelijk gebied.
3.0 Nederzetting en architectuur. Er is hier sprake van een planmatige,rationele nederzettingsvormen deze erven zijn vaak gesitueerd aan ontginningswegen ( G.J. Doorninkweg ). Hoger gelegen ontginningsgebieden zijn vaak meer bebost en beplant. Lager gelegen gebieden zijn meer open van structuur. Het is belangrijk dat de nieuwe nederzetting in het geheel overkomt als en boerenerf, dat past in het achterhoeks landschap, hoewel het de bestemming wonen zal krijgen. De collectieve functie die het erf zal gaan vervullen zal naast praktische zaken ook voldoende privacy moeten bieden. De nieuw te bouwen woning krijgt een schuurachtige uitstraling met streekeigen kenmerken. De bestaande woning zal hierdoor als hoofdgebouw worden aangezien, waarbij het aansluit op de planmatige nederzettingsvorm namelijk woonhuis en voortuin staat korter op de weg dan de bijgebouwen. De boerderij ligt ca 80mtr vanuit de weg, en bezit een eigen rechtlijnige toegangsweg lijnen die veelal georiënteerd op de verkavelingpatronen aansluiten.
3.1 Historie Landgoed Tongerlo Het huis en landgoed Tongerlo was een havezathe dat behoorde tot het dorp Vragender. Dat ligt in de gemeente Oost Gelre. Dit Landgoed staat in beide atlas nog vermeld. (zie afbeeldingen) Dit Landgoed heeft ca. op 500 mtr. afstand van het plangebied gestaan. Op de kaarten is duidelijk te zien dat er hier sprake was van een landgoed nederzetting. Gezien de aanwezigheid van laan bomen en zichtassen.
4.0 Conclusie. Uit de voorgaande analyse een inventarisatie kunnen we het volgende concluderen: Overgangsgebied.
Kampen en (heide) ontginning (Oude gegroeide patronen geplande patronen)
Open en gesloten delen ( Coulissen werking )
Nat en droog Voedselrijk en voedselarm Fijn zand en Sterk lemig fijn zand Buiten - binnen bebouwde kom ( 600 mtr afstand ) Hoog naar laag De nederzetting past meer binnen planmatige rationele vorm (ontginning) terwijl het landschappelijk meer overeenkomsten heeft met een kampenlandschap.
Openlandschap
Historische en huidig beelden tonen aan dat het gebied altijd een openstructuur heeft gekend. Vanaf 1845 tot min. 917 is het akker of bouwland geweest. Hierdoor kunnen we spreken over een openlandschap structuur. Daarin past ook de destijds gebouwde planmatig rationele nederzettingsvorm. Maar gezien de historische kaarten is geen tot nauwelijks sprake van moeras of veen. Op deze kaarten past het landschap beter in een open kampenlandschap met ruimtelijke coulissen werking.
Ligt glooiend landschap (aan de voet van een es)
Veen of moeras komen we tegen wanneer we ons richting het westen of zuiden begeven Ook zijn op deze plekken de ontginningspatronen duidelijker zichtbaar (westen). Uitgaande van deze gedachte hebben we hier hoogstwaarschijnlijk te maken met een drassig gebied dat in natte periodes door aanwezigheid van sterk lemig fijnzand veel vocht vasthoud en daarom ontgonnen is?
Groen.
Houtwallen en houtsingels westen van de GJ Doornink weg en rondom Boerderij Pillen Weg – laan beplanting d.m.v. bomenrij Paaldijk – G.J. Doorninkweg. Ook vinden we nog een restant van de laan naar het landgoed Tongerlo terug Enkele Solitaire bomen en/of opslag Het noordelijk deel van het perceel grenst aan een sloot Openstructuur met weidse uitzichten.
Nederzettingsvorm.
Planmatige, rationele nederzettingsvormen Georiënteerd op de verkavelingpatronen Woonhuis en voortuin staat korter op de weg dan de bijgebouwen Collectief erf met voldoende privacy 600mtr vanuit de bebouwde kom
Historische Atlas 1845
Google Earth 2005
Grote Historische Atlas 1890 -1917
Huidige situatie
Groenstructuren
Doortrekken Aanwezige houtwal
Bosje
Locatie Min. Erf beplanting toepassen
Historische structuren
Eikenlaan Landgoed
Es
Moeras - veen Es
Es
Open en gesloten structuren