PLAN Amsterdam 07 | 2011
Welkom! Investeren in cultuur
Binnenstad Centrum van interactie
Cultuurclusters Van typologie naar ontwerpvoorstellen
04
14
22
Hotspots Building on cultural infrastructure with English captions and summary
Hotspots Bouwen aan culturele infrastructuur
infographics Belangrijkste reden voor bezoek aan Amsterdam. Bron: ATCB Main reasons to visit Amsterdam.
Amsterdam boasts 9 culture clusters and 3 emergent clusters. culturele instellingen cultural institutions restaurants en cafés restaurants and cafés detailhandel retail hotels hotels kunstonderwijs arts education loopafstand: kern 2 min. ring 5 min.
kaart Amsterdam telt 9 cultuur clusters en 3 clustersin opkomst. Kaart: DRO
walking distances: core, 2 mins; surrounding ring, 5 mins.
1 De twee meter hoge letters met het motto van Amsterdam zijn een gewild fotoobject. Een set staat permanent opgesteld op het Museumplein. Een twee de staat steeds bij een andere culturele instelling, in oktober 2011 bij de Passenger Terminal aan de Piet Heinkade. Foto: Edwin van Eis The two-metre-high letters with Amsterdam’s slogan are a
Gemakkelijk te bereiken Easy access 7%
Goede ervaring eerder bezoek Good experience previous visit 6,5%
Speciale tentoonstelling of evenement Special exhibition or event 2,3%
Aanbieding (goedkope vlucht) Good offer (cheap flight for instance) 5,1%
Winkelen Shopping 11,3%
Musea Museums 24,3% Coffeeshops en softdrugs Coffeeshops and soft drugs 7,3%
Moet er een keer geweest zijn Must go once in life 10,9%
x
Cultuurhistorie Culture 38%
Het niet-toeristische Amsterdam ontdekken Seeking out the non-touristic Amsterdam 1,1%
Dichtbij Close by 2,7%
popular photo subject. One set is posted permanently at the Museumplein, while a second set moves from one cultural institution to the next. In October 2011 the eye-catcher stood outside the Passenger Terminal at the Piet Heinkade.
Sfeer Atmosphere 25,8%
Moderne architectuur en design Modern architecture and design 2,2% Onderdeel van rondreis of dagtrip Part of round trip, day trip 6,1%
Reputatie, hoofdstad van Nederland Reputation, capital of the Netherlands 14,4%
Auteurs van dit nummer: John Avis Wilma Greter Maurits de Hoog Rick Vermeulen Miriam Verrijdt
Een aantrekkelijke bestemming Colofon PLAN Amsterdam is een uitgave van de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) en geeft in acht themanummers per jaar informatie over ruimtelijke ontwikkelingen in de stad en de regio. DRO is een van de centrale diensten van de gemeente Amsterdam en zorgt voor een samenhangende ruimtelijke ontwikkeling van stad en regio. De Dienst Ruimtelijke Ordening is onderdeel van de OntwikkelingsAlliantie van de gemeente Amsterdam en werkt daarin intensief samen met de diensten Infrastructuur Verkeer en Vervoer, Economische Zaken, het Ontwikkelingsbedrijf, ProjectManagement Bureau en het Ingenieursbureau. (Eind)redactie en coördinatie Karin Borst, Sandra Langendijk Vormgeving Beukers Scholma, Haarlem Hoofdbeeld cover ATCB Kaarten en fotografie binnenwerk zie bijschrift Lithografie en druk Zwaan Printmedia, Wormerveer Vertaling Andrew May Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Er kunnen echter geen rechten aan worden ontleend. Mocht ons iets zijn ontgaan bij de vermelding van afbeeldingen of heeft u andere vragen, neem dan contact op met de redactie via planamsterdam@ dro.amsterdam.nl of 020 552 7765. Een gratis abonnement is aan te vragen via
[email protected]. Jaargang 17, nr 7, november 2011 Ook te downloaden vanaf www.dro.amsterdam.nl/publicaties
1
Als hoofdstad van de metropool is Amsterdam dé stad waar cultuur te beleven is. Bovendien telt Amsterdam veruit de meeste hotels en vinden hier ook het vaakst congressen plaats. Metropoolregio Amsterdam kent meerdere aantrekkelijke toeristische trekpleisters, zoals de Zaanse Schans, maar een toerist die de metropoolregio bezoekt zal Amsterdam niet overslaan. Ook Nederlanders verblijven graag in Amsterdam en bezoeken de musea en podia regelmatig, zo blijkt uit de cijfers. Binnen Europa is de positie van Amsterdam echter minder onomstreden dan op nationaal niveau. De stad speelt weliswaar al jaren een rol in de top 10 van Europese bestemmingen, maar de groei van het toerisme in andere steden is lange tijd veel hoger geweest. Dat vraagt om een scherpe ruimtelijke aanpak, waarbij het heel belangrijk is eerst te weten wat Amsterdam uniek maakt, waar buitenlandse en binnenlandse bezoekers en Amsterdammers het meeste plezier aan beleven. Een kwalitatief goed aanbod aan musea, horeca en podia samen met een
07 | 2011
aantrekkelijke omgeving en goede bereikbaarheid, maakt een aantrekkelijke bestemming. Amsterdam telt nu negen zogenoemde cultuurclusters, concentraties van culturele voorzieningen. De meeste zijn te vinden in de binnenstad. Bijvoorbeeld de Dam, met onder meer de Nieuwe Kerk, het Paleis, Amsterdam Museum, het grote aantal winkels en Madame Tussauds is een cultuurcluster. Een andere bekende is het Museumplein met het Rijksmuseum, Stedelijk, Van Gogh Museum en Concertgebouw en het plein zelf met de ijsbaan in de winter, de manifestaties, huldigingen en feesten of de Iamsterdam-letters waar vele toeristen al mee op de foto zijn gegaan. De cultuurclusters zijn te onderscheiden in verschillende types. Welke dat zijn en hoe die kunnen worden ingezet om van Amsterdam een nog aantrekkelijkere bestemming te maken komt in dit nummer aan de orde. De redactie
03
Welkom!
1 Een stukje van de officiële poster van Amsterdam 700 ter viering van het 700jarig bestaan van Amsterdam in 1975. Tekeningen: Toner Part of the official poster for Amsterdam 700, the celebration of Amsterdam’s 700th anniversary held in 1975.
door Maurits de Hoog en Rick Vermeulen
[email protected] [email protected]
Investeren in cultuur Eind negentiende eeuw investeerde Amsterdam rond het Museumplein in haar culturele infrastructuur. Sinds het 700-jarig bestaan in 1975 is de stad ook een festivalstad geworden met bijzondere evenementen als Sail, het voetbaltoernooi Amsterdam Tournament en de Marathon. Vanaf de jaren negentig heeft het stadstoerisme een enorme groei doorgemaakt en zijn verschillende culturele hotspots ontstaan. Toch is het behoud van de positie van Amsterdam als toeristisch centrum niet vanzelfsprekend. Om succesvol te blijven zijn kwalitatieve investeringen noodzakelijk: in de openbare ruimte, in de toegankelijkheid en in de diversiteit van de verschillende toeristische en uitgaansgebieden in de stad.
04
PLANAmsterdam
1
In de tweede helft van de negentiende eeuw beleefde Amsterdam haar tweede Gouden Eeuw. Met de bouw van het Rijksmuseum, het Concertgebouw en het Stedelijk Museum werd de basis gelegd voor wat nu het drukst bezochte cultuurplein van Nederland is, het Museumplein. Waar burgemeester en wethouders het plein aanvankelijk voor een groot deel wilden bebouwen, pleitte Pierre Cuypers, de architect van het Rijksmuseum, voor aanleg van een groot manifestatieterrein zoals in veel andere Europese steden in die tijd gerealiseerd werd. Door de ruimte tussen de musea en het Concertgebouw onbebouwd te laten, kreeg Amsterdam een dergelijke ruimte in de schoot geworpen. Het werd gebruikt voor Wereldtentoonstellingen en door de Amsterdamse IJsclub, maar groeide in de loop der tijd uit tot hét nationale manifestatieplein en biedt nog steeds plaats aan een bonte verzameling van demonstraties, concerten, markten en huldigingen. Parallel daaraan ontwikkelden zich in en rond de Amsterdamse binnenstad verschillende andere zogenaamde cultuurclusters: concentraties van culturele voorzieningen, die in een openbare ruimte worden gecombineerd met maatschappelijke en vrijetijdsvoorzieningen. De stad werd een populaire bestemming, die miljoenen bezoekers ging trekken.
Jubileumjaar 1975 Het jaar 1975 markeert de doorbraak van het moderne stadstoerisme in Amsterdam. In dat jaar bestond de stad 700 jaar, een jubileum dat groots gevierd werd
07 | 2011
onder het motto ‘wonen, werken, spelen’. Alleen al de in de RAI nagebouwde grachtenstad trok bijna 250.000 bezoekers. Van meer structurele betekenis was de opening van een reeks nieuwe cultuurgebouwen, waaronder het Amsterdams Historisch Museum, nu het Amsterdam Museum, in het voormalige Burgerweeshuis. Ook het Rembrandthuis heropende na een ingrijpende renovatie en even verderop breidde het Joods Historisch Museum uit in de Waag. Grote nieuwe hotels als Sonesta en Marriot met beide meer dan 600 kamers openden hun deuren. Annex aan het Sonesta werd de gerestaureerde Ronde Lutherse Kerk als congrescentrum in gebruik genomen. Van groot belang was ook het grote aantal evenementen dat in het jubileumjaar in de stad gehouden werd. Bewoners en bezoekers werden volgens officiële tellingen op niet minder dan 260 evenementen getrakteerd. Veel van deze evenementen zijn in de jaren daarna traditie geworden. Zo werd in 1975 het Holland Festival voor de eerste keer naar de hoofdstad gehaald en werd de eerste Sail Amsterdam gehouden. De evenementen die in de Jordaan werden gehouden groeiden later uit tot het Jordaanfestival. Opvallend was ook het grote aantal sportevenementen. In 1975 werd de eerste Marathon van Amsterdam gehouden. Het voetbaltoernooi Amsterdam 700 in het Olympisch Stadion zou later uitgroeien tot het Amsterdam Tournament. Een voetbaltoernooi onder Surinamers legde de basis voor het latere Kwakoe-festival. >
05
2 In de jaren tachtig lag op het Museumplein de ‘kortste snelweg van Amsterdam’. Foto: J.M. Arsath Ro’is In the 1980s, ‘Amsterdam’s shortest motorway’ sliced across the Museumplein. 3 Op de plek van de voormalige snelweg ligt nu ’s zomers een vijver en ’s winters een ijsbaan. Foto: ATCB
The motorway has been replaced by a pond that is transformed into an ice-skating rink in the winter.
everyone still stood along the quayside, but in 2010 the water was thick with boats.
4/5 Sail in 1975 en 2010. In 1975 stond iedereen nog op de kade, in 2010 ziet het water zwart van de bootjes. Foto: : J.M. Arsath Ro’is / Edwin van Eis Sail in 1975 and 2010. In 1975
2
4
5
06
PLANAmsterdam
‘Het jaar 1975 markeert de doorbraak van het grote stadstoerisme in Amsterdam.’
3
Door nieuwe attracties als het Allard Pierson Museum (1976), de Nieuwe Kerk (vanaf 1980) en de Beurs van Berlage (vanaf 1985) nam het aantal Nederlandse bezoekers aan de stad weliswaar flink toe, maar groeide het aantal buitenlandse bezoekers slechts licht van 1,5 miljoen in 1975 naar 1,8 miljoen in 1990. Het grootste deel was afkomstig uit de ons omringende landen en de Verenigde Staten. ZuidEuropeanen en Aziaten hadden de stad nog niet ontdekt.
Internationalisering De grote internationalisering kwam in de jaren negentig. De liberalisering van de reismarkt en de eenwording van Europa lieten zich voelen. Nederland was in 1992 het eerste Europese land dat een Open Skies-verdrag
07 | 2011
met de Verenigde Staten (VS) sloot. Het trans-Atlantische luchtruim werd geliberaliseerd en opengesteld voor andere dan de nationale luchtvaartmaatschappijen. De prijs voor een retourtje Amsterdam vanuit de VS daalde direct, het aantal Amerikaanse bezoekers nam navenant toe. Een jaar later trad het al in 1985 gesloten Schengenakkoord in werking. Hierdoor ontstond binnen de grenzen van de EU vrij verkeer van kapitaal, goederen en diensten, maar vooral ook van personen. De open grenzen maakten het bezoek aan andere landen gemakkelijker, maar leidden ook tot een sterkere verwevenheid van de continentale economieën. In het kielzog van zakelijke relaties ontstond het fenomeen van expats en steeg ook het familie- en vriendenbezoek. Commerciële bedrijven als Ryan Air, Easy Jet, Eurolines en allerhande touroperators speelden hier handig op >
07
6 Ontwikkeling herkomst toe risten. Amsterdam trekt steeds meer bezoekers. Bron: Dienst Onderzoek en Statistiek Development in tourists by country of origin. Amsterdam is attracting more and more visitors. 7 Ontwikkeling bezoekers aantallen populaire culturele instellingen.
Bron: Dienst Onderzoek en Statistiek Development in visitor numbers at popular cultural institutions. 1975 1990 2010
Country of origin of visitors to Amsterdam in 2010. Nederland GrootBritanië Verenigde Staten Duitsland Frankrijk Spanje Italië België overig
8 Aandeel herkomst bezoekers aan Amsterdam in 2010. Bron: Dienst Onderzoek en Statistiek
9 Het Stedelijk Museum. Foto: ATCB The Stedelijk Museum.
1.500.000 1.400.000 1.300.000 1.200.000 1.100.000 1.000.000 900.000 800.000 700.000
7
18 9
08
PLANAmsterdam
Stedelijk Museum
Stadsschouwburg
Amsterdam Museum
Rembrandthuis
Madame Tussauds
Rijksmuseum
Anne Frankhuis
Van Gogh Museum
Italië
0 6
Spanje
100.000
Frankrijk
200.000
(West)Duitsland
300.000
Verenigde Staten
400.000
Groor-Brittanië
500.000
Artis
600.000
’In 2010 trok de stad 4,2 miljoen buitenlandse bezoekers. Dit resulteerde in een grote behoefte aan overnachtingsplekken.’
in door het aanbieden van laaggeprijsde tickets en stedentrips. Inmiddels is er een hele markt ontstaan van weekendarrangementen en speciale aanbiedingen rond de feestdagen en voor de vakanties in het vooren najaar. Met de opening van de Passenger Terminal in 2000 boorde Amsterdam ook de cruisemarkt aan. De ontwikkeling van het stadstoerisme zette zich door in het nieuwe millennium. Aangemoedigd door de stroom van toeristen naar de stad openden sinds 1990 opvallend veel nieuwe toeristische attracties hun deuren. Hoewel uitgesmeerd over een langere periode zijn parallellen met het grote aantal openingen in 1975 te trekken. Waar het in het jubileumjaar echter vooral ging om faciliteiten gericht op de Nederlandse markt, richten nieuwe faciliteiten zich sinds de jaren negentig vooral op buitenlandse toeristen. Madame Tussauds verhuisde in 1991 naar de Dam, het Anne Frankhuis en het Van Gogh Museum breidden fors uit. The Amsterdam Dungeon, The Heineken Experience en World of Ajax geven enkel via hun naam al aan zich op internationale bezoekers te richten. Dit zijn ook eerder attracties en plekken waar de bezoeker iets ‘beleeft’ dan musea in de traditionele zin. Het traditionele museum maakt echter nog altijd een belangrijk deel uit van de attractiviteit van de stad. Het meest in het oog springt de opening in 2009 van de Hermitage aan de Amstel, in het voormalige Diaconie Oude Vrouwen Huys. Samen met de in de buurt aanwezige Portugese Synagoge, Joods Historisch Museum, de Waterloopleinmarkt, het Rembrandthuis en Gassan Diamonds is rond het Waterlooplein een nieuw toeristisch gebied ontstaan. Zo hebben in de loop der jaren veel meer gebieden in de stad een toeristisch karakter gekregen, variërend van de slenterstad die de Jordaan en de 9 straatjes zijn tot de sex, drugs and rock & roll van de Wallen en het Damrak. In 2010 trok de stad 4,2 miljoen buitenlandse bezoekers. Dit resulteerde in een grote behoefte aan overnachtingsplekken. Rond 2005 was de bezettingsgraad van hotels in Amsterdam op Londen na de hoogste van Europa. Dit werkte tekorten en prijsopdrijving in de hand wat schadelijk was voor de aantrekkelijkheid van de stad. In 2007 greep de overheid
07 | 2011
in met de Hotelnota. Sindsdien wordt hard gewerkt aan een ruimer en vooral diverser hotelaanbod, ook buiten de binnenstad. Naast grote nieuwe hotels zoals het Mint Hotel op het Oosterdokseiland, wordt ook geëxperimenteerd met nieuwe concepten als het V-hotel – ‘enjoy Amsterdam like the locals’ – aan het Frederiksplein .
Succesvolle initiatieven De groei van het stadstoerisme hangt ook samen met de sterke toename van het aantal evenementen en festivals. De meeste begonnen klein en kwamen voort uit specifieke gemeenschappen. Sommige verdwenen na enkele jaren. Andere bleken een groot succes te zijn en trokken ook mensen van buiten de organiserende gemeenschap, soms zelfs van ver over de landsgrenzen. Zo organiseerde de culturele sector in 1977 de eerste Uitmarkt om het nieuwe culturele seizoen in te luiden. De Dam tot Damloop startte in 1985 en groeide uit tot het tweede hardloopevenement van de stad. Eind jaren negentig begon de homogemeenschap met het organiseren van Gay Pride. De bijbehorende Canal Parade is nu het grootste jaarlijkse evenement in de stad. Ook het vanaf 1998 in de zomer georganiseerde Grachtenfestival is een voorbeeld van een dergelijk succesvol initiatief. In 2010 werden verspreid door de stad maar liefst 160 concerten en voorstellingen gegeven. Het Prinsengrachtconcert wordt – overigens net als de hoogtepunten van de Uitmarkt en de Canal Parade – rechtstreeks uitgezonden via de nationale televisiezenders. Enkele uitzonderingen daargelaten, trekken de meeste festivals eerder een nationaal dan een internationaal publiek. Parallel aan de groei van evenementen is dan ook het aantal binnenlandse bezoekers sterk gestegen. Ook voor de Amsterdamse hotels is de binnenlandse markt belangrijk geworden. Het aantal overnachtingen van Nederlanders nam toe van 110.000 in 1990 naar 150.000 in 1995 tot meer dan 1 miljoen in 2009. De Nederlandse markt vertegenwoordigt nu ruim twintig procent van het aantal gasten in Amsterdamse hotels. Naast festivalbezoek hebben ook andere activiteiten als funshoppen, uit eten gaan en het bezoeken van film en concerten aan populariteit gewonnen. Nieuwe >
09
10
11
12
10 De Uitmarkt langs de IJoever. Foto: ATCB The annual cultural fair along the Banks of the IJ. 11 Het Over het IJ Festival op het NDSMterrein. Foto: ATCB The ‘Across the IJ’ Festival at the NDSM precincts.
12 De Canal Parade, het hoog tepunt van het homofestival Gay Pride op de Amsterdamse grachten. Foto: ATCB The Canal Parade through Amsterdam’s canals is the climax of the Gay Pride festival. 13 De Dam, met links het Paleis en rechts de Nieuwe Kerk. Foto: Edwin van Eis
The Dam, with the Royal Palace to the left and the New Church to the right. 14 De jaarlijkse Dam tot Damloop van Amsterdam via de IJtunnel naar Zaandam. Foto: Miriam Verrijdt The annual Dam to Dam run, from Amsterdam via the IJ Tunnel to Zaandam.
14
toeristische gebieden zoals de Westergasfabriek, het NDSM-terrein en het Arenagebied profileren zich nadrukkelijk in dit segment. Deze liggen niet in de binnenstad, maar juist daarbuiten.
Iamsterdam Onder invloed van de sterke concurrentie op de toeristenmarkt dringt ook het besef door dat investeren in het fysieke toeristisch systeem alleen niet genoeg is. Het in 2002 nieuw aangetreden gemeentebestuur gaf daarom opdracht aan organisatieadviesbureau Berenschot om een citymarketingbeleid op te stellen. In 2003 is het nieuwe beleid vastgesteld. Onder de vlag van de kernwaarden creativiteit, handelsgeest en innovatie wordt ingezet op het uitwerken van de dimensies cultuurstad, grachtenstad en ontmoeting. Een hele reeks organisatorische aanpassingen zijn het gevolg. Zo werd de Amsterdam Tourist Board – de voormalige VVV – samengevoegd met het Amsterdam Congresbureau tot het Amsterdam Toerisme & Congres Bureau (ATCB). In navolging van andere metropolen krijgt Amsterdam in 2004 ook haar eigen motto: Iamsterdam. Het motto wordt internationaal door zowel overheid als bedrijfsleven gebruikt om de stad onder de aandacht te brengen. Bij grote evenementen, op promotiemateriaal en beurzen, is het motto alom tegenwoordig, onder meer in de twee meter hoge letters die permanent staan opgesteld in het hart
13
van het toeristisch centrum, op het Museumplein. Voor veel toeristen is het een gewild foto-object. Ook wordt geprobeerd via promotie van bestaande en nieuwe evenementen extra bezoekers naar de stad te halen. De start van de Giro d’Italia, het WK-roeien en het 400-jarig bestaan van de grachtengordel zijn daarvan voorbeelden. Sinds 2006 organiseert het ATCB themajaren rond een bepaald onderwerp. Zo stond het eerste themajaar in het teken van de 400ste geboortedag van Rembrandt en werd met het thema Hidden Treasures aandacht besteedt aan de verborgen kwaliteiten van Amsterdam. De aanwijzing in 2010 van de grachtengordel als UNESCO Werelderfgoed-monument vormt bovendien een mooi visitekaartje voor de stad. Deze evenementen lijken een breder effect te hebben dan enkel het aantrekken van toeristen. Het programma Amsterdam Topstad zette in de voorgaande collegeperiode evenementen in om de stad te promoten bij internationale bedrijven en expats. Topsport Amsterdam probeert via evenementen sportgerelateerde bedrijvigheid en topsporters aan de stad te binden. Het Amsterdam Dance Event is naast een festival met 140.000 bezoekers ook een internationaal congres en vliegwiel voor de creatieve sector. Zo dragen evenementen en citymarketing ook bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat. >
07 | 2011
11
15 Aandeel voorzieningen van de vier grote steden op het totaalaanbod. Bron: G4 in cijfers The share of facilities found across the four major cities of the Netherlands. Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht
café’s cafes restaurants restaurants coffeeshops coffeeshops hotels hotels hotelkamers hotel rooms hotelbedden hotel beds winkels shops winkels (luxe) shops (luxury) winkels (leisure) shops (leisure) bioscopen cinemas musea museums theaters theatres internationale congressen international conferences attracties (top 20) attractions (top 20) taxi’s taxis
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100%
15
Amsterdam op een tweesprong De investeringen en activiteiten in de stad sinds 1975 hebben van Amsterdam een toeristische bestemming van wereldformaat gemaakt. Binnen Nederland is Amsterdam het onbetwiste zakelijke en culturele centrum. Grafiek 15 laat dat overtuigend zien. De stad kent ook verreweg de hoogste aantallen nationale en internationale bezoekers. Binnen Europa is de positie van Amsterdam echter minder onomstreden dan op nationaal niveau. Amsterdam speelt weliswaar al jaren een rol in de top-10 van Europese bestemmingen, maar de groei van het toerisme in andere steden is lange tijd veel hoger geweest. In dit kader is de analyse van belang die managementadviesbureau Buck Consultancy maakte van de economische kracht van de Randstad. Het bureau onderscheidt drie fasen in de ontwikkeling van economische sectoren. Na een relatief moeilijke opstartfase, maken economische sectoren een vaak explosief groeiende ontwikkelingsfase door, waarna
12
PLANAmsterdam
ze de status van volwassen economische sector bereiken. Na de op attracties en evenementen gebaseerde groei van het Amsterdamse toerisme in de jaren zeventig en tachtig kan de explosieve groei van de sector in de jaren negentig als ontwikkelingsfase worden gezien. De zich sterk ontwikkelende reisbranche, een actieve citymarketing en nieuwe evenementen en attracties maakten een verdere groei in bezoekersaantallen mogelijk. Met haar 5 miljard omzet per jaar en 50.000 arbeidsplaatsen, is toerisme een volwassen onderdeel van de economie van de stad geworden. Buck schetst na de ontwikkelingsfase twee mogelijkheden voor een vervolg: doorgroeien of wegzakken. ‘Verzadiging van de markt’ kan leiden tot de neergang van een economische sector. Wanneer een sector er echter in slaagt innovaties door te voeren is verdere groei mogelijk. Voor de toeristische sector lijkt dit een realistische tweesprong. Bij een stagnerend aanbod zullen mensen immers geen reden zien om Amsterdam opnieuw te bezoeken. Bovendien verslechtert het aan-
‘Reikhalzend kijkt de stad uit naar de oplevering van grote projecten als de Noord/Zuidlijn, het Centraal Station, het Stedelijk en het Rijks museum.’
bod ten opzichte van andere steden die zich wel blijven ontwikkelen. Wanneer het toeristische systeem zichzelf echter weet te vernieuwen zal dit mensen aansporen de stad vaker te bezoeken, langer te blijven of intensiever te benutten. Stilstand is in de toeristische sector dus duidelijk achteruitgang. Maar, in welke deelsectoren of niches is vernieuwing mogelijk en wellicht kansrijk? Voor veel toeristen is de sfeer van de stad de belangrijkste reden een vakantie naar Amsterdam te boeken en de stad voor een tweede of derde keer te bezoeken. Een te grote nadruk op massatoerisme en grootschalige attracties zou deze aantrekkingskracht weleens teniet kunnen doen. Wellicht biedt in dit kader het ontwikkelen van het toerisme buiten de huidige concentraties uitkomst. Maar hoe verbind je dit met de unieke kwaliteiten van de binnenstad? En wat kan de bijdrage van fysieke maatregelen zijn?
Nieuwe ronde, nieuwe uitdagingen Reikhalzend kijkt de stad uit naar de oplevering van grote projecten als de Noord/Zuidlijn, het Centraal Station, het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum. Door de opeenstapeling van vertragingen en budgetoverschrijdingen is het perspectief op de betekenis van deze projecten voor de stad ver naar de achtergrond verschoven. We lijken al blij als het eenmaal zo ver zal zijn. Het parool zou echter moeten zijn om in deze barre tijden juist maximaal van deze grote investeringen in de stad te profiteren. Wat betreft de Noord/Zuidlijn en het Centraal Station is allereerst de relatie met het 1012-project van belang, de ontwikkeling van het gebied met postcode 1012 rond de Damstraat en de Wallen. Deze projecten zullen van grote invloed zijn op de bereikbaarheid en bezoekersstromen en bieden kansen voor de aanpak van de openbare ruimte en een meer divers voorzieningenaanbod. Het weekendtoerisme met de nadruk op sex, drugs and rock & roll mag dan een heel renderende deelsector in het stadstoerisme zijn, het tolerante handhavingsbeleid van de afgelopen decennia heeft allerlei negatieve effecten. De Wallen zijn in de loop der jaren een gebied met een extreme functiespecialisatie geworden; horeca en vermaak in een specifiek segment is dominant geworden.
07 | 2011
Terecht is daarom in de Strategienota uit 2008 voor het gebied, gekozen voor ‘het ontmantelen van de criminele infrastructuur, verminderen van criminaliteitsgevoelige functies en herstel van een goede functiebalans, stoppen van de verloedering en realiseren van een hoogwaardige stadsentree’. Menging en variatie lijken de sleutel voor verdere ontwikkeling van de toeristische sector. Pal naast het Centraal Station werkt men bijvoorbeeld aan het Oosterdokseiland, waarvan de kade toegang geeft tot Nemo en het vernieuwde Scheepvaartmuseum. Verkeersstromen worden verlegd en het Oosterdok kan eindelijk gaan functioneren als het ‘blauwe’ Museumplein. Maar, ook hier is meer mogelijk. De recente ontwikkelingen rond het Marine Etablissement dat op termijn een nieuwe bestemming zal gaan krijgen, bieden kansen om dit cluster verder te versterken. Het gebied is rijk aan cultuur en attracties, maar mist ondersteunende horeca en ruimte voor evenementen. De herinrichting van de Prins Hendrikkade kan er bovendien voor zorgen dat er een meer vanzelfsprekende verbinding ontstaat tussen het Oosterdok, de Kadijken en de Nieuwmarktbuurt. Dergelijke ingrepen zijn ook elders in de stad mogelijk. De kwaliteit van het Museumplein zou een enorme sprong kunnen maken als een deel van de grootschalige evenementen van het plein naar het Oosterdok, het NDSM-terrein of de Westergasfabriek verplaatst zou worden. Het Museumplein zou dan ruimte kunnen bieden aan dagelijkse zomerconcerten, een sculptuurbiënnale en de jaarlijks teruggekeerde Uitmarkt. Zo kan het plein beter aansluiten bij de omliggende cultuurpaleizen en een belangrijkere rol voor de omliggende buurten vervullen. In een volgende ronde zou niet ingezet moeten worden op de toevoeging van nieuwe grote attracties. Veel nuttiger is het om op strategische plekken de openbare ruimte aan te pakken. Een divers aanbod van winkels, cafés, restaurants en hotels die het stadstoerisme ondersteunen kan hiermee verweven worden. Diversiteit binnen en tussen toeristische gebieden is de sleutel waarmee Amsterdam door kan groeien als toeristische bestemming.
13
Binnenstad
1 De 17deeeuwse grachten gordel is door UNESCO aan gewezen als werelderfgoed. Kaart: Stadsdeel Centrum UNESCO has designated the 17th-century canal ring as a World Heritage Site. –––– beschermd stadsgezicht protected cityscape kernzone core zone bufferzone buffer zone
2 Jaarlijks komen duizenden muziekliefhebbers met hun bootjes naar de Prinsengracht om het klassieke Prinsengracht concert bij te wonen. Foto: Miriam Verrijdt Thousands of music-lovers head to the Prinsengracht by boat every year to attend the classical Prinsengracht Concert.
door John Avis en Wilma Greter
[email protected] [email protected]
Centrum van interactie Met alle musea en culturele instellingen, de grachten en de rondvaarten is de binnenstad eigenlijk een groot cultuurcluster. Wereldwijd richten historische stadscentra zich steeds meer op toerisme en vermaak, met een verschraling aan functies tot gevolg. Voor de Amsterdamse binnenstad geldt dat nu nog niet. Belangrijk is dus de vraag: hoe kan de binnenstad een levendige stadskern blijven?
Amsterdam heeft op internationaal niveau een naam hoog te houden als kunstencentrum, muziekcentrum en museumstad. Het is tegelijk de ontmoetingsplek voor studenten, creatieven en kenniswerkers, waar intensief uitwisseling van ideeën plaatsvindt. Om de vraag hoe de binnenstad een levendige stadskern kan blijven te kunnen beantwoorden, is het belangrijk eerst te identificeren wat de binnenstad van Amsterdam zo uniek maakt. En dat zijn: de historische bebouwing, de stedenbouwkundige structuren en de kleinschalige menging van wonen, werken en recreëren. Samen met de mensen en de cultuuruitingen vormt dit de identiteit. Er zijn circa achtduizend monumenten in de binnenstad, duizenden andere beeldbepalende panden en bijna honderd monumentale bruggen. In 1999 kreeg de binnenstad de status Beschermd Stadsgezicht. In 2010 is de zeventiende-eeuwse grachtengordel door UNESCO aangewezen als werelderfgoed. Dit betekent een erkenning van de stedenbouwkundige, bouwhistorische en cultuurhistorische waarden van het gebied. In de bestemmingsplannen voor de binnenstad zijn daarom regels opgenomen om deze waarden te beschermen en te versterken. Al deze waarden hebben tegelijk een enorme economische waarde en betekenis voor Metropoolregio Amsterdam in de zin van bekendheid en aantrekkingskracht voor toeristen en bedrijven.
Unieke verhouding De waardevolle stedenbouwkundige structuren van de binnenstad vormen de basis voor een grote diversiteit in gebouwen, functies en mensen. Bovendien wonen er in de binnenstad ongeveer evenveel mensen als er werken; een vrij unieke verhouding voor een binnenstad. Dit is een belangrijke kwaliteit. Behalve consumptieve werkfuncties, zoals uitgaan en winkelen, zijn ook productieve werkfuncties in ruime mate aan-
1
14
PLANAmsterdam
2
wezig en versterken deze elkaar. De binnenstad is verder het centrum van de creatieve werkgelegenheid, zoals in de kunst- en cultuursector, de reclame, architectenbureaus. Ook wonen er veel mensen die werken in de creatieve sector. Door de mix van kleinschalige en grootschalige historische en monumentale panden is er binnen die diversiteit ook ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. De historische structuur van het geparcelleerde bouwblok heeft die diversiteit van functies mogelijk gemaakt. De bestemmingsplannen in de binnenstad maken de dynamiek ook mogelijk. Het uitgangspunt is flexibiliteit van functies: woningen, kantoren, voorzieningen en winkels in de plint zijn op de meeste plekken onderling uitwisselbaar. Zo kon het postkantoor veranderen in het winkelcentrum Magna Plaza en het Scheepvaarthuis in een viersterren hotel, het Rijks-
07 | 2011
kledingmagazijn aan de Sarphatistraat – voorheen in gebruik door de politie – is recent verbouwd tot office suites en heet nu The Bell. Grote kantoren worden soms een bedrijfsverzamelgebouw, zoals Office Spaces aan de Herengracht. Naast grote winkels en winkelketens zijn er in de binnenstad voor kleinschalige detailhandel veel geschikte panden, zoals in de Haarlemmerstraat, de Utrechtsestraat, de Negen Straatjes en de Jordaan.
Centrumontwikkelingen buiten de binnenstad De binnenstad trekt grote aantallen bezoekers. In 2009 trok Amsterdam in totaal 11,2 miljoen toeristische en zakelijke bezoekers uit binnen- en buitenland. De rondvaarten, een belangrijk Amsterdams middel om cultuur te beleven, zijn goed voor bijna 3 miljoen bezoekers per jaar en na de Efteling de drukst bezocht >
15
3 Functiekaart Centrum 2010/2011. Het gebruik van de begane grond, wonen uit gezonderd. Kaart: DRO Functional map of the City Centre, 2010/2011. The use of the ground floor, residential use excepted. bedrijven business premises kantoren offices detailhandel retail
horeca hotels/restaurants maatschappelijk social vrijetijd leisure and culture parkeren en openbaar vervoer parking and public transport opslag en onduidelijk storage and unspecified 4 Ontsluiting en parcellering van een middeleeuws bouw blok: het Blauwlaakenblok in
postcodegebied 1012 (St Annen straat, OZ Voorburgwal, St Jans straat, Warmoesstraat). Tekeningen: Bureau Monumenten en Archeologie / Stadsdeel Centrum Access to and parcellation of a medieval block: the ‘Blue Cloth Block’ in the 1012 postcode area (St Annenstraat, OZ Voorburgwal, St Jansstraat, Warmoesstraat).
4a Hoofd en achterstraat waar aan de lange percelen liggen, haaks daarop de secundaire dwarsstraten met ondiepe percelen. Main and back streets along which the deep plots are set, at right angles the secondary sidestreets with shallow plots. 4b Ontsluiting per perceel. Access to each plot.
3
4
4a
4b 5
16
PLANAmsterdam
5 Warmoesstraat met toeristen en winkelend publiek. Foto: Edwin van Eis The Warmoesstraat with tourists and shoppers.
‘Festivals en evenementen dragen onmiskenbaar bij aan het imago en culturele klimaat van Amsterdam, maar tegelijkertijd is er ook een maximum aan wat de binnenstad kan hebben.‘
attractie van Nederland. Horeca en detailhandel zijn voor bezoekers belangrijke aanvullende functies, die vrijwel overal op korte afstand en in ruime mate aanwezig zijn. Soms overheersen de horeca en detailhandel zoals in het oude stadshart, soms zou het aandeel horeca en detailhandel best mogen toenemen zoals in de oostelijke binnenstad. De druk op de binnenstad is groot. In de binnenstad neemt alles toe, meer bezoekers, meer uitgaanspubliek, meer plezierbootjes, meer hotelovernachtingen, meer toeristen, meer fietsen en meer lawaai. Ondernemers willen nog steeds het liefst in de binnenstad nieuwe hotels en andere horeca beginnen. Er is echter een grens. In de binnenstad bevindt zich 64 procent van alle hotels van heel Amsterdam en 46 procent van alle cafés en restaurants. Ook als woongebied en als werkgebied moet de binnenstad aantrekkelijk blijven. Gelukkig zijn er ook buiten de binnenstad steeds meer centrumachtige milieus te vinden, zoals in OudZuid. Vooral rond de binnenstad is de diversiteit aan functies toegenomen. Het centrummilieu zal zich zelfs uitbreiden tot locaties net binnen en buiten de Ring A10, zoals de Zuidas en Buitenveldert-Noord. Prille centrumachtige ontwikkelingen zijn ook gaande op locaties langs de Noordelijke IJoever (Tolhuistuin, NDSM-terrein), in De Pijp (Archiefterrein) en in Oost (Indische buurt). Deze uitrol van het centrumgebied, zoals omschreven in de structuurvisie Amsterdam 2040, maakt andere gebieden tot aantrekkelijke stedelijke milieus met een menging van functies en kan de druk op de binnenstad verminderen. Nieuwe initiatieven voor cultuur en bijbehorende horeca zullen meer en meer buiten de binnenstad een plek vinden.
Podium voor cultuur: de openbare ruimte De binnenstad van Amsterdam is heel populair bij organisatoren van festivals en evenementen als de Uitmarkt of het Jordaanfestival. Deze festivals en evenementen dragen onmiskenbaar bij aan het imago en het culturele klimaat van Amsterdam, maar tegelijkertijd is er ook een maximum aan wat de binnenstad kan hebben. Zorgvuldig beleid zorgt ervoor dat evenementen in de binnenstad mogelijk zijn, met inachtneming van het woon- en leefklimaat. Dat is ook
07 | 2011
zoals het moet blijven. Er is nu nog voldoende draagvlak voor evenementen onder bewoners in de binnenstad, maar de rek begint eruit te raken, zo blijkt uit het Trendrapport van de Amsterdamse binnenstad 2010/2011. Het aandeel bewoners dat de drukte die evenementen met zich meebrengen gezellig vindt, is afgenomen van 55 procent in 2008 naar 40 procent in 2011. Ook voor evenementen is de uitrol van het centrumgebied van belang. Gebieden als Westergasfabriek, NDSM-terrein, Arenagebied en het Oostelijk Havengebied bieden steeds vaker plek aan evenementen, en lenen zich daar ook uitstekend voor.
Aantrekkelijk hart Verschillende projecten en programma’s ondersteunen het behoud van het evenwicht tussen wonen, werken en recreëren in de binnenstad en de aantrekkelijkheid als hart van de stad. Ook de structuurvisie ondersteunt dit. Een aantal voorbeelden. Het middeleeuwse stadshart: postcodegebied 1012 Met het project 1012 wil de gemeente Amsterdam de criminaliteit en verloedering in het middeleeuwse hart van de stad terugdringen. Behalve de strafrechtelijke aanpak, de bestuursrechtelijke aanpak – via de wet Bibob – en de zorgaanpak – het prostitutiebeleid – gaat het ook om een ruimtelijke aanpak. Samen met ondernemers, bewoners en investeerders wil de gemeente het unieke karakter van het gebied versterken en een opwaardering in gang zetten door meer kwaliteit toe te voegen. Een doelstelling is het verminderen van het aantal raambordelen en het zoneren hiervan in twee overzichtelijke gebieden: langs de Oudezijds Achterburgwal en in het Singelgebied. Daarnaast wil men ook het aantal coffeeshops verminderen. De andere doelstelling is het verbeteren van de economische structuur en de intensivering van de woonfunctie. Waar mogelijk worden nieuwe woningen toegevoegd. De groei van massagesalons, minimarkten en souvenirwinkels is niet meer mogelijk, doordat nieuwe vestigingen planologisch-juridisch niet meer zijn toegestaan. Nieuwe functies worden toegevoegd, zoals het NRC Handelsblad aan het Rokin. Voor vijf combinaties van straten (Rokin/Nes, Damrak plus >
17
6 Red Light Fashion; naast raambordelen is er op de Wallen ook mode van Nederlandse top ontwerpers te zien. Foto: Edwin van Eis Red Light Fashion: besides its brothels, the Wallen district serves as a hub for leading Dutch fashion designers.
7 Postcodegebied 1012. Kaart: Stadsdeel Centrum The 1012 postcode area. 8 Red Light Radio zendt live uit, vanuit een voormalige peeska mer aan het Oudekerksplein. Foto: Wim Salis Red Light Radio broadcasts live from a former ‘knocking shop’ on the Old Church Square.
‘Door functies toe te voegen op strategische locaties en de aanloopstraten aantrekkelijker te maken komen er logische looproutes rond de Dam.‘
7
6
postcodegebied 1012
8
noordelijk deel Nieuwendijk, Warmoesstraat/Lange Niezel, Damstraat/Nieuwe Hoogstraat, Oudekerksplein en omgeving) zijn straatvisies gemaakt samen met de ondernemers en bewoners. Deze spitsen zich toe op transformatie van laagwaardige functies en een meer gevarieerd aanbod. Hoogwaardige horecainitiatieven, zoals restaurant Anna aan het Oudekerksplein worden omarmd. Op de Oudezijds Achterburgwal heeft Red Light Fashion, waarbij modeontwerpers tijdelijk gebruik maken van voormalige bordelen, enorme internationale aandacht gekregen en vele nieuwe bezoekers naar het Wallengebied getrokken. Ook de invulling van raambordelen rondom het Oudekerksplein door edelsmeden en de komst van radiostation Red Light Radio dat live uitzendt, dragen bij aan een culturele versterking in het gebied. Door functies toe te voegen op strategische locaties en de aanloopstraten aantrekkelijker te maken komen er logische looproutes rond het cultuurcluster de
18
PLANAmsterdam
Dam – Madame Tussauds, Nieuwe Kerk, het Paleis – richting de Wallen. De invulling van de Beurs van Berlage als Palazzo Pubblico – paleis voor het publiek met cultuur en horeca – zou een extra impuls voor de oostzijde van het Damrak betekenen en voor een betere verbinding met het Wallengebied zorgen. De Rode Loper Het project Rode Loper betreft de herinrichting van de openbare ruimte boven het tracé van de Noord/ Zuidlijn, van het Centraal Station tot de Zuidas. In stadsdeel Centrum strekt de Rode Loper zich uit van Centraal Station tot aan het Weteringcircuit. Daarbinnen vormen Damrak, Dam, Rokin en Muntplein samen de belangrijkste entrees van het stadshart. Hier komt bijna iedere bezoeker van de historische binnenstad. De Rode Loper is dus het visitekaartje van Amsterdam en de regio. De gemeente richt de openbare ruimte in en onderhoudt deze. Parallel hieraan
9 Het Rokin is een belangrijk onderdeel van de Rode Loper, dat zich uitstrekt van het Centraal Station tot Zuidas. Foto: Edwin van Eis The Rokin is an important stretch of the ‘Red Carpet’, which extends from the Central Station to Zuidas.
met een station van de Noord/ Zuidlijn. Beeld: Trazar The future profile of the Rokin Plaza, with a station for the North/South Line high-speed metro line.
10 Het Rokinplein zoals het er in de toekomst uit zal gaan zien,
9
7
10
werkt men aan verbetering van de bebouwing langs het tracé, zoals langs de Vijzelgracht waar De Bazel is te vinden met Stadsarchief Amsterdam en creatief verzamelgebouw Duijntjer CS. Herinrichting Leidseplein Het Leidseplein en omgeving is een van de meest beeldbepalende gebieden van Amsterdam. Dit komt onder meer door de unieke combinatie van cultuur, horeca en toerisme, winkelen, wonen en werken. Toch functioneerde het gebied niet optimaal. Dit was in 2005 aanleiding voor de zogenoemde gebiedsgerichte aanpak. Doel van die aanpak was om het
07 | 2011
gebied beter te laten functioneren als ontmoetingsplek en als cultureel centrum van Amsterdam. In nauwe samenwerking met stadsdeel Centrum en ondernemers hebben culturele instellingen vernieuwingen gerealiseerd: het DeLaMar Theater is vernieuwd, de Stadsschouwburg heeft een nieuwe zaal gekregen, poppodium de Melkweg is ook uitgebreid met een nieuwe zaal en bioscoop City Theater is verbouwd. Dat de inrichting van de openbare ruimte bij deze verbeteringen moet aansluiten, is een taak van de gemeente. Er is een herinrichtingsplan voor het Leidseplein. Belangrijke elementen zijn onder meer dat de voetganger prioriteit krijgt, het plein een >
19
11 Het Leidseplein met bioscoop City Theater. Foto: Edwin van Eis The Leidseplein with the City Theater cinema. 12 Een impressie van het toekomstige Leidseplein. Beeld: Trazar Artist’s impression of the reprofiled Leidseplein.
11
12
grootstedelijke allure moet hebben, maar ook overzichtelijk en veilig moet zijn. Verder komt er een ondergrondse fietsenstalling en een plek voor culturele evenementen in de openbare ruimte. Met deze verbeteringen zal het Leidseplein de rol van cultureel centrum en belangrijke ontmoetingsplek binnen de metropoolregio kunnen blijven vervullen. Plantage, het groene museumkwartier De afgelopen vijf jaar is de Plantage uitgegroeid tot een belangrijke culturele hotspot in Amsterdam. Nationale en internationale bezoekers vinden steeds vaker hun weg naar de oostelijke binnenstad.
20
PLANAmsterdam
De Hermitage is een enorme publiekstrekker met 650.000 bezoekers in 2010, maar ook andere musea groeien in bezoekersaantal. In samenwerkingsverband de Plantage Amsterdam zijn alle culturele instellingen uit het gebied verenigd: de Hermitage, de Hortus, Artis, het Scheepvaartmuseum, Nemo, Arcam, De Burcht, het Joods Historisch Museum, de Portugese Synagoge, de Hollandsche Schouwburg, het Verzetsmuseum, het Muziektheater, Gassan Diamonds en het Rembrandthuis. Zij maken zich al jaren sterk voor een groei van het bezoek en meer verblijfstoerisme: er komen nu ongeveer in totaal 3,5 miljoen bezoekers per jaar en het streven is vier miljoen. Samen met
13 De Amstel met de Hermitage, het museum dat al sinds de opening in 2009 een enorme publiekstrekker is. Foto: John Avis The River Amstel with the Hermitage, a museum which has been a huge public attraction since it opened in 2009. 14 Architectuurcentrum Arcam aan de Prins Hendrikkade aan
het Oosterdok. Het gebouw is een ontwerp van René van Zuuk. Foto: Gemeente Amsterdam ARCAM Amsterdam Centre for Architecture overlooks the Eastern Harbour from the Prins Hendrikkade. The building was designed by René van Zuuk. 15 De gevel van de Hollandsche Schouwburg – nu een monument voor gedeporteerde Joden
tijdens de Tweede Wereld oorlog – aan de Plantage Middenlaan in de plantage buurt. Foto: Edwin van Eis The edifice of the former Hollandsche Schouwburg theatre, now a monument to Jews deported during World War II, on the Plantage Middenlaan in the Plantage Quarter.
16 De beroemde victorialelie in de Hortus Botanicus, met bladeren van wel 2 meter door snede. Foto: ATCB The famous Victoria waterlily in Hortus Botanicus, with leaves more than 2 metres in diameter.
14
13
15
stadsdeel Centrum en de gemeente wil de Plantage Amsterdam werken aan verbetering van de openbare ruimte. Met het Amsterdams Toerisme & Congres Bureau (ATCB) werkt men aan promotie en marketing van het gebied. Het doel is meer horeca en detailhandel, meer levendigheid door meer bezoek aan de aanwezige attracties, herinrichting van de openbare ruimte en veiligheid.
Zichtbaarheid en bereikbaarheid 16
06 | 2011 07
Door op- en afstapvoorzieningen te treffen langs de grachten is een aantal musea en culturele voorzieningen ook uitstekend via het water te bereiken. Om de zichtbaarheid van musea op grotere afstand te verbeteren, zal het wellicht mogelijk worden een banier aan de buitenzijde van het gebouw te kunnen aanbrengen. Bij de voorstellen is rekening gehouden met de binnenstad als beschermd stadsgezicht en de grachtengordel als werelderfgoed. Er liggen voorstellen om Amsterdammers en bezoekers te informeren over de historische betekenis van sommige panden via een Quick Response-code, ofwel QR-code. Passanten kunnen deze barcode met hun mobiele telefoon scannen, waarna zij via een applicatie voor een mobiele telefoon historische feiten van de betreffende persoon
of het gebouw kunnen zien. In 1012 zal informatie van 20 panden van historische bewoners op deze manier zichtbaar zijn, in de oostelijke binnenstad zijn het panden die deel uitmaken van het Joods Historisch Erfgoed. Verder is er ook een applicatie met informatie over rijksmonumenten.
Een sterker en groter hart Met de aanpak van het postcodegebied 1012 en de ontwikkeling van de oostelijke binnenstad als groen museumkwartier wordt de functionele structuur van de binnenstad versterkt. Niet alleen als cultuurcluster, maar vooral als interactiemilieu waarbij de verschillende functies wonen, werken, recreëren elkaar aanvullen en versterken. Cultuurhistorische waarden worden in acht worden genomen. Met de herinrichting van de Rode Loper en het Leidseplein wordt de openbare ruimte als verbindend element sterk verbeterd. Samen met bewoners, ondernemers en culturele instellingen komen er nieuwe plannen tot stand, zoals een visie voor het Waterlooplein. Zo blijft de unieke historische kwaliteit van de binnenstad behouden. Met de uitrol van het centrumgebied wordt de binnenstad ontlast en krijgt de stad tegelijkertijd een groter hart.
21
Cultuurclusters Maurits de Hoog en Miriam Verrijdt
[email protected] [email protected]
Van typologie naar ontwerpvoorstellen Als een stad haar toeristische aantrekkingskracht een flinke impuls wil geven, wordt vaak alleen gekeken naar uitbreiding van het aanbod. Een nieuw museum of festival spreekt natuurlijk ook sterk tot de verbeelding. Een kwalitatief goed aanbod is echter gebaat bij een aantrekkelijke omgeving en een goede bereikbaarheid. Welke aspecten precies het verschil maken, is per gebied anders. Amsterdam blijkt zeer uiteenlopende typen cultuurclusters te hebben. Sommige staan nog aan het begin van een ontwikkeling, andere zijn meer volwassen en kunnen doorgroeien. Inzicht in deze aspecten is voorwaarde voor een scherp ruimtelijk beleid.
22
PLANAmsterdam
Amsterdams bekendste cultuurcluster is het Museumplein. Maar er zijn er veel meer in de stad. De werkdefinitie voor een cultuurcluster is: minimaal drie culturele instellingen binnen een straal van vijf minuten lopen, die samen meer dan vijfhonderdduizend bezoekers per jaar trekken. Culturele instellingen zijn musea, theaters, muziekpodia, debatcentra en de centrale bibliotheek. Ook Artis wordt tot de culturele instellingen gerekend. In Amsterdam kunnen zo negen cultuurclusters worden onderscheiden. In 2009 trokken deze in totaal meer dan tien miljoen bezoekers. Ter vergelijking, Utrecht, Rotterdam en Den Haag hebben gezamenlijk ook negen clusters, waar circa vijf miljoen bezoekers op af komen. Opkomende Amsterdamse clusters zoals de Westergasfabriek, het NDSM-terrein en het Arena-gebied voldoen nog niet aan alle criteria. Dat geldt ook voor Scheveningen Bad in Den Haag of het Beatrixtheatercluster bij Utrecht CS. Om meer gericht te onderzoeken hoe de clusters zijn opgebouwd en in hun omgeving zijn geïntegreerd, zijn ruimtelijke types benoemd: cultuurcentrum, cultuurplein, uitgaansplein, cultuurkwartier, waterfront, cultuurpark, cultuurwerf en cultuurtuin. Deze types zijn gebaseerd op uiteenlopende kenmerken. Niet alleen de mate van concentratie en de menging met andere stedelijke functies, maar ook de vorm van de openbare ruimte en dag- en avondgebruik zijn hierbij meegenomen. Voorbeelden uit het buitenland en de andere grote steden helpen om de types scherp te omschrijven. Amsterdam kent geen cultuurcentrum, zoals Centre Pompidou in Parijs of het Museumsinsel in Berlijn, waar de musea door de bouw van een nieuwe entree direct met elkaar worden verbonden. Het Haagse Gemeentemuseumcluster is het enige Nederlandse >
1 Cluster Dam, cultuurplein. Dam cluster, culture plaza. 2 Cluster 1012, uitgaans gebied. 1012 cluster, nightlife and entertainment area. 3 Cluster Rembrandtplein, uitgaansplein. Rembrandtplein cluster, nightlife and entertainment plaza.
4 Cluster Leidseplein, uitgaans plein. Leidseplein cluster, nightlife and entertainment plaza. 5 Cluster Museumplein, cultuurplein. Museumplein cluster, culture square. 6 Cluster Anne Frank/Jordaan, cultuurkwartier.
Anne Frank/Jordaan cluster, culture quarter. 7 Cluster Amstel, cultuur kwartier. Amstel cluster, culture quarter. 8 Cluster Oosterdok, water front. Eastern Harbour cluster, waterfront.
9 Cluster Artis/Plantage, cultuurpark en –kwartier. Artis/Plantage cluster, culture park and quarter.
restaurants en cafés restaurants and cafés detailhandel retail hotels hotels kunstonderwijs arts education loopafstand: kern 2 min. ring 5 min. walking distances: core, 2 mins; surrounding ring, 5 mins.
10 Overzichtskaart met 9 clusters. Overview pinpointing the 9 clusters. culturele instellingen cultural institutions
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
07 | 2011
23
11
12
24
13
PLANAmsterdam
11 Uitzicht vanaf de Wester toren op cultuurkwartier, ofwel slenterstad, de Jordaan. Op de voorgrond het Anne Frank Museum; de rij met mensen voor de ingang is zo lang dat hij de hoek om gaat. Foto: Edwin van Eis View from the Westerkerk’s tower across the Jordaan cultural quarter, a stroller’s paradise. In the foreground stands the
Anne Frank Museum: the queue of people extends around the corner. 12 Het Oosterdok, met onder meer science center NEMO, het Scheepvaartmuseum en het VOC schip De Amsterdam, de Openbare Bibliotheek en architectuurcentrum Arcam. Foto: Edwin van Eis The Eastern Harbour, with the
NEMO science centre, the Netherlands Maritime Museum and the replica VOC ship De Amsterdam, the Public Library and ARCAM Amsterdam Centre for Architecture. 13 Zebra’s in Artis, met op de achtergrond de pakhuizen – nu woonhuizen – aan het Entrepot dok. Foto: Edwin van Eis
voorbeeld van een dergelijk aaneengesloten complex met meerdere culturele instellingen, zoals het Omniversum en het Fotomuseum. De andere zeven typen zijn wel in Amsterdam te vinden.
Cultuur- en uitgaanspleinen Op een cultuurplein staan culturele instellingen rond een grote open ruimte, die tijdelijk ook ruimte biedt aan evenementen. Het Museumplein en de Dam zijn kenmerkende voorbeelden. Trafalgar Square in Londen of het Domplein in Milaan zijn dat in het buitenland. Het spectrum van het tijdelijk gebruik van de Dam – van de dodenherdenking tot de kermis – is groter dan van het Museumplein. De Dam ligt ook midden in het kernwinkelgebied van de stad. Instellingen als Madam Tussauds en de Nieuwe Kerk richten zich meer op passanten. Het Museumplein is een sterker gespecialiseerd cultuurplein. De mate van menging met andere stedelijke functies is juist beperkt; op en rond het plein zijn bijvoorbeeld nauwelijks horecazaken te vinden. En hoewel de P.C.Hooftstraat en de Pijp om de hoek liggen, ontbreken duidelijke verbindingen. Doordat de musea ingangen aan het plein krijgen, zal het karakter van het plein wijzigen. Een type met een vergelijkbare concentratie van instellingen en veel gebruikers, maar met een totaal ander programma, is het uitgaansplein. Het Leidseplein en Rembrandtplein en buiten Amsterdam het Spuiplein in Den Haag, het Schouwburgplein in Rotterdam en Leicester Square in Londen zijn bekende voorbeelden. De culturele instellingen – theaters, bioscopen, debatcentra, jazz-en poppodia – worden vooral ’s avonds gebruikt. Dat geldt ook voor de vele restaurants, cafés, terrassen, koffieshops, disco’s en snackbars, die op en rond de uitgaanspleinen liggen. Veel uitgaanspleinen trekken een regionaal publiek. Het Wallengebied is een extreem gespecialiseerd uitgaansgebied. De culturele voorzieningen – Oude Kerk, Beurs van Berlage, Sexmuseum – hebben een verschillend gebruiksritme en maken het Wallengebied minder eenzijdig. Een variant van het uitgaansplein is te vinden rond grootschalige sport- en beursfaciliteiten aan de rand van veel steden, zoals in Amsterdam in het Arenagebied, met de Amsterdam Arena. Het horeca-aan-
14
07 | 2011
Zebras in Artis Zoo with the warehouses of the Entrepotdok – now converted into apartments – in the background. 14 Publiekstrekker museum de Hermitage, in cultuurcluster Amstel. Foto: ATCB The Hermitage is an immensely popular museum in the culture cluster Amstel.
bod rondom de Arena en de Heineken Music Hall is beperkt. Daartegenover maken de grootschalige detailhandel als de Mediamarkt, de megabioscoop, de meubelboulevard en de studio’s en montagefaciliteiten van Endemol de Arenaboulevard ook overdag tot een veelzijdiger bestemming.
Cultuurkwartieren Cultuurkwartieren zijn te vinden in bijvoorbeeld de Jordaan, de Plantagebuurt en rond het Waterlooplein. Het begrip ‘kwartier’ is op gebieden van toepassing waar culturele instellingen meer verspreid zijn. Zelf zijn het vaak duidelijk afgebakende gebieden met een sterke ruimtelijke identiteit door het stratenplan of de architectuur. De culturele voorzieningen hebben vaak geen functionele of visuele relatie met elkaar. Kenmerkend voor het gebied is de sterke menging van functies. Naast woningen en vaak kleinschalige kantoren vind je er in meer of mindere mate speciaalzaken, galeries en bijzondere horecagelegenheden. De cultuurkwartieren zijn een soort slenterstad, waar je locals ontmoet en cultuur opsnuift, juist buiten de grote toeristenbestemmingen en de winkelketens om. De ontwikkeling van Brooklyn in New York is een buitenlandse referentie.
Waterfronten De Amerikaanse citydoctor James Rouse ontwikkelde in de jaren zeventig een veel gekopieerde formule voor de vernieuwing van het waterfront. Naast nieuwe culturele voorzieningen zoals een wetenschapsmuseum of een concertzaal, draait het vooral om commerciële vrijetijdsbesteding, dat een groot publiek terug naar de stad moet brengen. Baltimore, Genua en Sydney kregen allemaal een aquarium, een festivalterrein, een shoppingmall, een IMAX-theater, een replica van een historisch schip en een promenade langs het water. Ook in Amsterdam en Rotterdam is met deze formule geëxperimenteerd, maar de waterfrontontwikkeling verloopt hier veel trager dan in de buitenlandse voorbeelden. Het Oosterdokcluster met het Scheepvaartmuseum, de replica van het VOCschip Amsterdam, Nemo, het Muziekgebouw aan het IJ, de Passagiersterminal en de Openbare Bibliotheek >
25
15 Clusterinopkomst Arena gebied, is expliciet opgezet als het tweede uitgaansgebied van de stad. Foto: Edwin van Eis The emergent ArenA cluster has been expressly designed as the city’s second nightlife and entertainment area. 16 Vlooienmarkt op het NDSM terrein. De voormalige NDSM
15
16
17
lijkt er het meest op. De bibliotheek zorgt voor een bijzondere kwaliteit door de menging van nationale en lokale bezoekersstromen. De onderlinge bereikbaarheid, de openbare ruimte, het ondersteunende programma en de relatie met de stad kan echter nog flink verbeteren.
De gebouwen van de oude Westergasfabriek herbergen nu creatieve ondernemingen, populaire cafés en restaurants en een groot aantal uiterst flexibele expositie- en manifestatiezalen. Het heeft veel uitstraling en naamsbekendheid, voornamelijk door een groot aantal goedbezochte jaarlijks terugkerende evenementen, zoals Awakenings, Kunstvlaai, de Winterkermis en de Fashion Week. Echter, in de gebouwen is geen instelling gevestigd die permanent grote aantallen bezoekers trekt, wat een echt cultuurcluster eigenlijk wel hoort te hebben. Toch functioneert het cluster Westergasfabriek ook uitstekend zonder grote trekker.
Parken, werven en tuinen Het cultuurpark is een ander recent ontwikkeld type. De bakermat daarvoor is Parc de la Vilette in Parijs, gerealiseerd in de jaren tachtig na een internationale prijsvraag. In de planvorming hiervoor stonden van meet af aan zowel vorming als ontspanning centraal. Het nieuwe park moest een brandpunt van stedelijk leven worden met een menging van traditionele parkelementen en culturele functies. Ook deze cultuurparkformule kreeg veel navolging, onder andere in het Rotterdamse Museumpark met grote trekkers als het NAi, het Museum Boijmans Van Beuningen, het Natuurhistorisch Museum en de Kunsthal. De uitbreiding van het Westerpark met het Westergasfabriekterrein is een geslaagd voorbeeld.
26
PLANAmsterdam
Een cultuurwerf, zoals het NDSM-terrein in Amsterdam, kan beschouwd worden als het organisch groeiende, ruigere broertje van het cultuurpark. Kenmerkend is de link met cultuurproductie. Ile de Nantes is een interessant buitenlands voorbeeld. Na het faillissement van de scheepsbouw lag de NDSM-werf lang in de luwte van de stedelijke ontwikkeling. Op basis van haar industriële uitstraling ontwikkelde het gebied
werf biedt steeds vaker plek aan evenementen, bijvoorbeeld het Over het IJ Festival en PICNIC, festival voor innovatie en nieuwe media. Foto: Edwin van Eis Flea market at the NDSM site. The former NDSM shipyard is increasingly used as a venue for events, such as the ‘Across the IJ’ Festival and the PICNIC festival for creative innovation.
18
17 De Westergasfabriek is de laatste jaren uitgegroeid tot een zeer populaire uitgaansplek. Ook evenementen als Amsterdam International Fashion Week vinden hier plaats. Foto: Edwin van Eis In recent years the Westergasfabriek has developed into a hugely popular cultural complex. It hosts events such as the Amsterdam International Fashion Week.
18 Cluster Arenagebied, uit gaansplein in ontwikkeling. The ArenA cluster, a nightlife and entertainment hub in the making. 19 Clusterinopkomst NDSM terrein. The emergent NDSM cluster. 20 Clusterinopkomst Wester parkgebied. The emergent Westerpark cluster.
19
culturele instellingen cultural institutions restaurants en cafés restaurants and cafés detailhandel retail hotels hotels kunstonderwijs arts education loopafstand: kern 2 min. ring 5 min. walking distances: core, 2 mins; surrounding ring, 5 mins.
Overzichtskaart met 13 clusters op pagina 2. Overview pinpointing the 13 clusters on page 2. Kaarten: DRO
20
zich tot een alternatieve theaterlocatie. Het gebied werd bij het grote publiek bekend door een reeks spraakmakende festivals, zoals Over het IJ en VOLTT. Het openen van drie horecagelegenheden, caférestaurant Noorderlicht, de driemaster Pollux en de IJ-kantine, en de pont naar CS deden de rest. Haar aantrekkingskracht ligt niet alleen op cultureel vlak. De ruige en creatieve uitstraling trok MTV Benelux, IDTV, Discovery Channel en hoofdkantoren van de HEMA, VNU en Redbull. Als er ook woningbouw wordt gerealiseerd is het de vraag of ‘cultuurwerf’ een houdbare formule is. Vooralsnog zijn er alleen hotelplannen. Een ander verwant type is de private variant van het cultuurpark: de cultuurtuin. Tivoli in Kopenhagen is hiervan een bekend voorbeeld. De tuin is 8 hectare groot. De attracties, het zomerfestival met 47 concerten, het aquarium en talloze restaurants trekken drie miljoen bezoekers in het seizoen. Artis kan met enige goede wil als Amsterdams voorbeeld dienen. De dubbele doelstelling ‘lering en vermaak’ is de laatste jaren nieuw leven ingeblazen onder meer door de renovatie van de feestzalen en de komst van het Planetarium, zomeravondconcerten. Op de keper beschouwd is een cultuurtuin geen apart cultuurcluster. Je kunt echter ook zeggen dat Artis onderdeel is van het cultuurkwartier van de Plantage.
Ontwikkelingsstrategieën In Amsterdam, maar ook in de andere grote steden wordt op dit moment fors geïnvesteerd in de verdere ontwikkeling van cultuurclusters. In Rotterdam is bijvoorbeeld het NAi recent gerenoveerd en is de bereikbaarheid van het Museumpark sterk verbeterd door de realisering van een grote ondergrondse
parkeergarage. Na de verbouwing in 2007 van Las Palmas op de Wilhelminapier tot Nationaal Fotomuseum, versterkte LantarenVenster vanaf het najaar van 2010 het aanbod in het waterfrontcluster op de Wilhelminapier. Bij het preciseren van ontwikkelingsstrategieën kan het onderscheid in ontwikkelingsfasen helpen dat onderzoeks-, advies en projectmanagementbureau Buck Consultants introduceerde: start, ontwikkeling en doorgroei. Nieuwe clusters Op dit moment is in Amsterdam geen sprake van de ontwikkeling van compleet nieuwe clusters. De meeste clusters ontwikkelen zich ook vanuit een of meer bestaande voorzieningen. Huidige clusters-inopkomst zijn te vinden buiten de binnenstad. Met de keuze voor de locatie en het aanbod van culturele voorzieningen wordt de toon gezet voor het type cluster dat mogelijk op langere termijn kan ontstaan. In Amsterdam zijn dit de clusters Westergasfabriek, NDSM-terrein en Arenagebied. Deze voldoen nog niet aan de hier gehanteerde definitie van een cultuurcluster, maar ontwikkelen zich wel razendsnel in die richting. Het Arenacluster is expliciet opgezet als tweede uitgaansgebied van de stad om de druk op Rembrandtplein en Leidseplein enigszins te verlichten. Na de opening in 2012 van de Ziggo Dome, de nieuwe concertzaal met een capaciteit van 15.000 bezoekers, zal het cluster ongetwijfeld veel nieuwe bezoekers naar het Arenacluster trekken. Voor de clusters Westergasfabrieksterrein en -park en NDSMterrein geldt specifiek dat zij goeddeels draaien op evenementen. Dergelijke gespecialiseerde terreinen verminderen de druk op de binnenstad. >
07 | 2011
27
‘De werkdefinitie voor een cultuurcluster is: minimaal drie culturele instellingen binnen een straal van vijf minuten lopen, die samen meer dan vijfhonderd duizend bezoekers per jaar trekken.’
Ontwikkeling van bestaande clusters In de ontwikkelingsfase van clusters staan vaak het aantal instellingen, de bereikbaarheid, de inrichting van de openbare ruimte en het ondersteunende programma centraal. Een voorbeeld hiervan is de herinrichting van het Museumplein eind jaren negentig, toen er ook een ondergrondse parkeergarage is gebouwd. Het Anne Frank/Jordaancluster, het Amstelcluster, het Wallengebied 1012, het Artis/Plantageen het Oosterdokcluster bevinden zich nu in de ontwikkelingsfase. Het programma van al deze clusters is sterk in beweging. In de grachtengordel ten zuiden van het Rembrandtplein hebben zich de laatste jaren talloze culturele instellingen gevestigd, zoals het Stadsarchief, fotomuseum Foam en het Tassenmuseum. Het Amstelcluster bij het Waterlooplein werd uitgebreid met de Hermitage; het Oosterdokcluster met de Openbare Bibliotheek (OBA). In al deze gevallen is nu aan de orde wat de clusters in de breedte te bieden hebben, zoals levendige plinten, horeca, parkeerfaciliteiten en een veilige openbare ruimte. Cultuurkwartieren moeten het juist niet hebben van grote bezoekersstromen, mede omdat er ook veel mensen wonen. Ontwikkeling betekent hier vooral kwaliteitsverbetering, bijvoorbeeld het Grachtenfestival in het Anne Frank/Jordaancluster of het bouwen van extra faciliteiten zoals de parkeergarage bij Artis. Doorgroei van clusters De doorgroeifase start met een kwaliteitssprong van de instellingen. Vervolgens ligt de nadruk op het accommoderen van grote publieksstromen, kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte en betere verbindingswegen met de omgeving. Museumplein en Leidseplein zijn clusters in deze doorgroeifase. Door de vernieuwing van de musea kan het Museumpleincluster uitgroeien tot de grootste attractie van Nederland. Dat stelt hele nieuwe eisen aan de inrichting en uitrusting van het plein zelf, maar ook aan relaties met de directe omgeving. Ook de instellingen rond het Leidseplein zijn recent vernieuwd: het nieuwe DeLaMar Theater, de vlakke vloerzaal in de Schouwburg, extra zalen in De Melkweg, de renovatie van de City-bioscoop en de Applestore in het Hirschgebouw.
28
PLANAmsterdam
25 Enthousiast publiek in de Melkweg. Foto: Edwin van Eis An enthusiastic public at the Melkweg pop podium.
Wordt afgezien van een radicale kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte op en rond het plein, dan worden de kansen niet optimaal benut en kan doorgroei gemakkelijk omslaan in stagnatie of – erger – krimp. Het Damcluster staat aan de vooravond van een mogelijke doorgroei. Na de opening van de Noord/ Zuidlijn en de realisering van de Rode Loper is een grote kwaliteitssprong mogelijk, bijvoorbeeld in de gebouwen aan het Rokin. Is dit niet een uitgelezen kans om universitaire functies in het Fortis-gebouw te huisvesten en zo in dit gebied een sterkere menging van gebruikers te realiseren?
Samenhangen Een kansrijke vorm van doorgroei is het verbeteren van relaties tussen clusters. Cruciaal hiervoor is de manier waarop bezoekers de stad gebruiken. Voor een bezoek aan een grote instelling is al snel een paar uur nodig. Veel instellingen in gespecialiseerde clusters bieden dan ook koffie- en lunchvoorzieningen. In meer gemengde clusters kunnen in een dagdeel eenvoudig combinaties gemaakt worden: winkelenlunchen-cultuur in een cultuurkwartier of diner-cultuurborrel op het uitgaansplein en aan het waterfront. Nu stadsbezoekers steeds vaker meerdere dagdelen in de stad blijven, wordt de ligging van de clusters en de relatie tussen clusters van groter belang: als op 15 minuten loopafstand meerdere clusters te bereiken zijn, dan kunnen verschillende combinaties worden gemaakt. Het Museumpleincluster in Amsterdam kan zo profiteren van het nabijgelegen Leidsepleincluster. Een middag naar de musea kan ongemerkt overgaan in een avondje uit rond het Leidseplein. Daartoe moet wel de barrière van de drukke Stadhouderskade geslecht worden en zouden we nog eens goed naar de kwaliteit van het Max Euweplein moeten kijken. Misschien is een echte stap hier pas mogelijk als de in de Amsterdamse structuurvisie aangekondigde Oost/ Westmetrolijn gerealiseerd wordt. Een metrostation in de Singelgracht met uitgangen Leidseplein en Rijksmuseum aan weerszijde, een parkeergarage er bovenop en een knip in de Stadhouderskade plaatst de ontwikkeling van beide clusters in een heel ander perspectief.
24
Ook de oostelijke binnenstad biedt in deze zin allerlei mogelijkheden. Oosterdokcluster, Artis/ Plantage- en Amstelcluster liggen op een steenworp afstand en lenen zich voor een compleet dagprogramma. De Nieuwmarkt is in de afgelopen jaren een vanzelfsprekende avondbestemming geworden. Het Kadijksplein ligt nu nog in de luwte, maar is aan een vergelijkbare opmars begonnen. Een echte stap is hier pas mogelijk als de verkeersbelasting van Weesperstraat, Valkenburgerstraat en Prins Hendrikkade minder groot is en dit hele gebied gemakkelijker is te doorkruisen. Op de fiets is uiteraard een groter gebied in korte tijd te bereiken. Dit verklaart het succes van de wittefietsen-experimenten in Parijs, Barcelona en Berlijn. Dergelijke experimenten zijn in Amsterdam door het hoge fietsbezit onder Amsterdammers slecht te realiseren, maar een fiets kan natuurlijk wel standaard onderdeel uitmaken van het pakket voorzieningen dat hotels bieden.
Kiezen Moet Amsterdam kiezen? Om succesvol te blijven als toeristische bestemming van wereldformaat moet de stad ruimte geven aan nieuwe initiatieven en de vruchten plukken van investeringen. Dat maakt simultaan schaken op een veelheid aan borden en met allerlei middelen noodzakelijk. Tegelijkertijd wordt de spanning opgevoerd. Wat is het maximale laadvermogen van de grote cultuurclusters? Groei noodzaakt tot een scherper profiel. De kwaliteit van het Leidseplein is gebaat bij een radicale ingreep in de verkeersafwikkeling.
07 | 2011
Voor het Museumplein betekent een scherper profiel grootschalige evenementen vaker elders in de stad organiseren en kleinschalige culturele initiatieven stimuleren. Het NDSM-terrein, het Westergasfabrieksterrein, het Shellterrein en het Arenagebied bieden volop mogelijkheden om evenementen onder te brengen. Een unieke kans biedt de herontwikkeling van het Marine-etablissement. In 1983 schreef de gemeente Amsterdam de Oosterdok-prijsvraag uit. De resultaten maakten duidelijk dat het terrein een cruciale rol zou kunnen spelen in de waterfrontontwikkeling van Amsterdam. Anders dan in Genua en Baltimore nam de IJoeverontwikkeling veel tijd in beslag. Bijna dertig jaar na de prijsvraag is het gebied echter klaar voor een nieuwe stap. Het deze zomer geopende eetcafé en restaurant Hannekes Boom werd in korte tijd een hippe plek, het Scheepvaartmuseum is heropend, het Oosterdokseiland en het Centraal Station naderen hun voltooiing en de Prins Hendrikkade kan worden heringericht na de opening van de autotunnel aan de IJzijde van het Centraal Station. Aansluitend bij de cultuurkwartieren van de oostelijke binnenstad kan het Oosterdokcluster zich ontwikkelen tot de nieuwe hotspot van de stad op een perfect ontsloten locatie. Het zou onverstandig zijn de ruimte die het Marineterrein biedt snel te bestemmen voor een aaneengesloten gebouwd programma. Het cultuurpark van de Westergasfabriek laat zien welke kansen een combinatie van stadspark en gebouwd programma biedt. Dat begint met de aanleg van een paar goed gesitueerde bruggen.
29
Summary
Hotspots Building on cultural infrastructure Since the 1990s, city tourism has undergone a huge spurt of growth. Various cultural hotspots have emerged: the Museumplein and Leidseplein, but also the Plantage Quarter in Amsterdam-East. Yet Amsterdam cannot takes its position as a tourist hub for granted; continuing success calls for high-quality investments: in public space, accessibility and the diversity of the areas devoted to tourism and leisure.
Welcome to Amsterdam! In the second half of the 19th century, Amsterdam experienced its second Golden Age. Construction of the Rijksmuseum, the Concertgebouw concert hall and the Stedelijk Museum delineated what is now the busiest cultural plaza in the Netherlands: the Museumplein. The year 1975 marked a breakthrough for modern urban tourism: the city celebrated its 700th anniversary, which was marked by the opening of a series of new cultural accommodations, including the Amsterdam Museum. Big new hotels, such as the Sonesta and Marriott opened their doors. Of equally great importance were the many events that were staged in the city during that anniversary year. Over subsequent years, many of these developed into a tradition: the Holland Festival, Sail Amsterdam and the Amsterdam Marathon. Initially the new attractions primarily drew crowds of Dutch visitors; the number of foreign visitors grew only marginally, from 1.5 million in 1975 to 1.8 million in 1990. In the 1990s this changed, thanks in part to the Open Skies Treaty between the EU and the USA and the Schengen Agreement. The City Council commissioned a city marketing strategy, which also resulted in a resounding motto: Iamsterdam. The marketeers strove to attract extra visitors by hosting high-profile events, such as the initial stages of the Giro d’Italia cycle race in 2010. UNESCO’s designation of Amsterdam’s grachtengordel, the city’s semicircle of concentric canals dating from
30
the 17th century, as a World Heritage Site in 2010 serves as a wonderful visiting card for the Dutch capital. In 2010 the city attracted 4.2 million foreign visitors. This notwithstanding, we must continue to ask in which sub-sectors or niches innovation remains possible and is most promising. In tourism, stagnation means decline. For many tourists the city’s atmosphere is the most important reason to book a holiday in Amsterdam or to return for the second or third time; too great an emphasis on mass tourism and large-scale attractions could be detrimental. The development of tourism outside the current concentrations might offer a way forward, but what is the best way of integrating this with the unique qualities of the city’s heart? For example, the quality of the Museumplein could be hugely improved if some of the large-scale events were to be transferred to the Oosterdok (Eastern Harbour), the precincts of the former NDSM shipyard or the Westergasfabriek culture park. Instead of taking steps to introduce new, largescale attractions, it would be far more advantageous to focus attention on strategic spots within the public space. The intermix and variation are crucial to the further development of tourism.
City centres Historical city centres around the globe are increasingly focusing on tourism and amusement, with a decrease in functional diversity as a consequence. This is not yet the case for Amsterdam’s city centre, but how can its liveliness and vitality be preserved? Amsterdam’s inner city is unique for its historical architecture, the urban fabric and the small-scale functional mix of living, working and recreation. There are as many people who reside in the city centre as there are people who work there: a balance that is fairly unique. Many events are staged in the city centre, but there are limits: it must also
PLANAmsterdam
remain attractive for those who live and work there. New cultural initiatives are increasingly forced to seek locations outside the city centre, and that is a positive development.
New cultural clusters If a city wants to boost its tourist appeal, then planners often consider expanding what is on offer – the selection. A new museum or festival captures the imagination, but a high-quality programme is also helped by attractive surroundings and good accessibility. Insight into these aspects is a precondition for a well-defined spatial policy. Amsterdam currently boasts nine highly diverse clusters of cultural institutions. The Dam, the Leidseplein, the Museumplein, the Rembrandtplein and the Wallen district within the 1012 postcode area are ‘plazas’ for culture and nightlife. These areas are already sufficiently developed, but there are still opportunities for growth, in the Anne Frank/Jordaan cultural quarter, the Plantagebuurt (Artis/Plantation Quarter), and the Amstel Quarter with the Waterlooplein and environs. The Oosterdok (Eastern Harbour is a waterfront site that is relatively new, while the area around the Artis Zoo can already be described as a ‘culture garden’. The Westergasfabriek and adjoining park are evolving into a fully fledged ‘culture park’, while the NDSM site is being transformed into a ‘culture wharf’. These two areas are important because they are emergent culture clusters. That is also the case with the area around the ArenA stadium in Amsterdam-Southeast, which is evolving into a thriving hub for cultural activities and nightlife. These new clusters alleviate the pressure on the city centre. In order to remain a successful tourist destination, the city must set aside space for new initiatives and pluck the fruits of ongoing investments, such as the North/South Line high-speed metro. Achieving such growth calls for a more sharply defined profile as a destination.
1 Concentratie tijdens het Grachtenfestival. Foto: ATCB Concentration during the ‘Canal Festival’. 2 Affiche voor Koninginnedag met de Franse president Nicolas Sarkozy en de voormailge Italiaanse premier Silvio Berlusconi. Foto: Miriam Verrijdt
A poster for Queen’s Day, featuring French president Nicolas Sarkozy and former Italian prime minister Silvio Berlusconi.
‘Too great an emphasis on mass tourism and largescale attractions could be detrimental.‘
Auteurs van dit nummer
– –
– –
– – – – –
– – – –
1
– – – –
– –
– –
John Avis (1958) Studeerde Planologie en Verkeers- & Vervoerseconomie aan de UvA Werkt sinds 1988 voor de gemeente Amsterdam bij onder meer DRO, Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling, Dienst Economische Zaken, Dienst Binnenstad en sinds 2002 bij Stadsdeel Centrum Werkte onder meer aan Nota Economie, Cultuurnota en Beleidsnota Bestemmingsplangebied 1012 Houdt zich nu bezig met het nieuwe bestemmingsplan voor postcodegebied 1012 Wilma Greter (1955) Studeerde Sociale geografie en Planologie aan de UvA Werkte vervolgens bij de UvA, een stedenbouwkundig bureau, DRO, Dienst Binnenstad en sinds 2002 bij Stadsdeel Centrum Is senior beleidsadviseur/beleidscoördinator bij afdeling Ruimtelijk Beleid Werkte onder meer aan tophotel de Heren en de Keizer aan de Herengracht en de Nota Beleidsaanpassingen Bestemmingsplangebied 1012 Is nu als projectleider betrokken bij met het nieuwe bestemmingsplan voor de westelijke binnenstad Maurits de Hoog (1955) Is afgestudeerd als stedenbouwkundige aan de TU Delft in 1981 Is sinds 1995 teamleider en adviseur bij de gemeente Amsterdam en hoogleraar Stedenbouwkundig ontwerpen aan de TU Delft Werkte onder meer aan het transformatiebesluit Haven-Stad Houdt zich nu bezig met het project Metropolitan Cores waarin onderzoek wordt gedaan naar gebruik, impact en ontwerp van metropolitane interactiemilieus Rick Vermeulen (1984) Is sinds 2007 Planoloog bij DRO Deed een Bachelor Planologie en de Masteropleiding Metropolitan Studies, beide aan de UvA Doet nu een promotieonderzoek naar de ontwikkeling van West-Europese Expositiecentra voor de UvA Werkt voor DRO aan het project Metropolitan Cores waarin onderzoek wordt gedaan naar gebruik, impact en ontwerp van metropolitane interactiemilieus Miriam Verrijdt (1977) Sinds 2005 Stedenbouwkundig ontwerper bij DRO Studeerde Stedenbouw aan de Academie van Bouwkunst Amsterdam, Stedenbouw aan de Hogeschool van Amsterdam en Wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit Amsterdam Houdt zich bezig met het project Metropolitan Cores waarin onderzoek wordt gedaan naar gebruik, impact en ontwerp van metropolitane interactiemilieus Werkt ook aan de deelgebieden Ravel en Vivaldi op de Zuidas
PLANAmsterdam is een uitgave van de Dienst Ruimtelijke Ordening gemeente Amsterdam en is te downloaden vanaf www.dro.amsterdam.nl/publicaties.
2
07 | 2011
31
Stadsbeeld 07/11 Nieuwe beesten
Foto: Patrick Post
Over de ruimtelijke noodzaak van zaklantaarnvissen Wie wil bouwen in of aan water of juist wil dempen, moet weten of er vanwege de Flora en faunawet beschermde soorten in het geding komen. Onderzoek en tellen is dan ook essentieel. Zo weten we dat in Amsterdam steeds meer nieuwe vissen en schelpen schaaldieren terecht komen. Het aantal vracht en cruiseschepen is toegenomen en via het ballastwater komen larven en broed mee. Exoten zijn van alle tijden, maar de laatste twintig jaar is er een ware explosie aan nieuwe soorten. Er zijn mensen die exoten plaagdieren vinden,
maar het is eerder een verrijking van de Amsterdamse biodiversiteit. Want zeg nu zelf, wat is er mooier dan een vlucht van vierduizend halsbandparkieten boven het Oosterpark? Waar iedereen het over eens is, is dat exoten een culinaire verrijking zijn voor de stad – de Amerikaanse rivierkreeftjes uit het IJ zijn een aanrader. Geert Timmermans, hoofdontwerper bij Dienst Ruimtelijke Ordening en medeauteur van De Provinciale Visatlas die eind 2012 verschijnt.
Voor meer informatie: www.flora-fauna.amsterdam.nl