n u m m e r
181
f e b r. 2 01 3
Ledenblad Nederlandse Melkveehouders Vakbond In dit nummer:
Ammoniakbeleid moet gereviseerd worden
- NMV wil uitstel verbod sleepvoetbemester - NVWa: Minder subsidie bij ontbreken gewasbeschermingsplan
De afgelopen tijd is er veel publiciteit omtrent het ammoniakbeleid geweest. Aanleiding was een rapport van de Zwitserse onderzoeker Jörg Sintermann1 en een veldonderzoek in Groningen2. In het rapport van Sintermann is een analyse gemaakt van allerlei ammoniakemissie-onderzoeken in diverse Europese landen en Canada. Hieruit komt heel duidelijk naar voren dat er erg veel verschil is tussen de “meetuitkomsten” van 3 verschillende gebruikte meettechnieken. Hoog tijd dat ammoniakbeleid een betere wetenschappelijke basis krijgt.
- Ledenavond Noord-Overijssel:
dit niet plaatsvindt. Deze uitkomst plaatst dus vraagtekens bij de juistheid (van de ingerekende factoren) van de eerstgenoemde methode.
lideerd3 moeten worden. De consequenties kunnen met name nabij de Natura 2000-gebieden groot zijn. De afstandstabellen voor gevoelige plantensoorten en daarbij gepaard gaande verplichte emissiearme huisvesting staan dan immers op losse schroeven. De NMV volgt de hele discussie op de voet en vindt dat voorgenomen beleidswijzigingen geschorst moeten worden zolang de uitkomst van het validatieonderzoek nog niet bekend is.
Wat opvalt is dat de “beleidsgerelateerde methode” veruit de hoogste emissie-uitkomsten geeft. Deze methode kenmerkt zich door meetgegevens door te berekenen met temperatuur en windsnelheden. Er wordt hierbij dus gedeeltelijke gebruik gemaakt van een theoretisch rekenmodel. De methode die wat lagere uitkomsten geeft werkt via een “windtunnelsysteem”, waarbij continu schone lucht door een over uitgereden mest geplaatste tunnel gevoerd wordt. Deze zou vanwege de schone luchtaanvoer in principe de hoogste emissiemetingen moeten opleveren, omdat het een diffussieproces is waarbij geen verzadiging optreedt. In de praktijk is het dus aannemelijk dat de werkelijke emissie lager zou zijn dan bij deze meetmethode. Bij de derde methode, die veruit de laagste uitkomsten geeft, wordt via meerdere meetpunten de emissie bepaald. Door de meerdere meetpunten zou ook de horizontale verplaatsing van de door lucht opgenomen ammoniak hierbij in beeld moeten komen. Uit het onderzoek wat in Groningen is gedaan blijkt dat 1Biogeosciences
Natura 2000 Inmiddels wordt er in opdracht van de politiek een onderzoek uitgevoerd door de WUR en internationale wetenschappers om te kijken of de beleidsgerelateerde meet methoden wel voldoende aansluiten bij de praktijk en/of deze geva-
Directeur Rouveen over melkprijzen na 2015 - Europese melkveehouders teleurgesteld na stemming Europees Parlement
Discuss., 8, 10069–10118, 2011 www.biogeosciences-discuss.net/8/10069/2011/oi:10.5194/bgd-8-10069-2011 2E. Lantinga et al.: nog niet gepubliceerd onderzoek over ammoniakemissie tijdens gebruik zodenbemester 3Valideren van een meetmethode betekent “ijken”, de exactheid en zekerheid van de methode vastleggen
Stikstofefficiëntieonderzoek/ emissiemeting van start Het praktijkonderzoek dat de NMV samen met de WUR heeft opgesteld moet dit voorjaar van start gaan. De projectgroep waar de NMV, naast 5 WUR-medewerkers, in participeert heeft besloten om de sleepslang aanvoer met sleepvoetbemester als eerste te testen op ammoniak emissie. Deze techniek kenmerkt zich door ca 20% watertoevoeging en voldoet al jaren uitstekend op met
name klei- en veengrond. De NMV wil dat deze uitrijtechniek toegestaan blijft. Daarnaast wordt een keuze gemaakt uit 5 veelbelovende uitrijtechnieken die de ammoniak emissie voldoende beperken. Dit wordt gemonitord via de stikstof- recovery. Er worden dus opbrengstmetingen gedaan welke onderling worden vergeleken. Het beste nieuwe systeem wordt volgend jaar opnieuw getest met een ammoniakmeting. In dit onderzoek worden de emissiemetingen ook gevalideerd
omdat de beleidsgerelateerde metingen uit de jaren 90 stammen. Er is in twintig jaar zoveel veranderd op het gebied van voeding en bemesting, dat een update van meetgegevens noodzakelijk is. De actua liteit van de ammoniakmetingen versterken deze gedachte. De NMV blijft pleiten voor beleid dat op wetenschappelijke feiten is gebaseerd, en zal haar leden uiteraard op de hoogte blijven houden van de ontwikkelingen.
Eerst aanvullend onderzoek ammoniakemissie
NMV wil uitstel verbod sleepvoetbemester De NMV heeft in een brief aan staatssecretaris Sharon Dijksma verzocht om het verbod per 1 januari 2014 op de sleepvoetbemester op klei- en veengrond uit te stellen. Voormalig staatssecretaris Bleker baseerde deze aanscherping van de uitrijmethodes op de vermeende te hoge ammoniakemissie die hiermee gepaard zou gaan. De NMV stelt dat wetgeving moet zijn gebaseerd op wetenschappelijke feiten en niet op rekenmodellen en aannames. Er moet eerst verder aanvullend onderzoek naar ammoniakemissie worden uitgevoerd nu blijkt dat door recent onderzoek naar emissiearm bemesten onder leiding van Dr. Ir. Lantinga van Wageningen UR de ammoniakemissiegetallen waarmee tot nu toe werd gerekend, in een ander daglicht komen te staan.
Bij bovengronds uitrijden van mest komt minder ammoniak vrij dan tot nu toe werd aangenomen, zo blijkt uit de resultaten. Mestinjectie niet beste manier Dit betekent dat mestinjectie - sinds jaren in Nederland verplicht, in tegenstelling tot bijna alle andere
uropese landen - niet de verwachE te emissiereductie heeft opgeleverd. Dit blijkt ook uit de luchtkwaliteitsmetingen van het RIVM/PBL. De verwachte daling van het ammoniakgehalte als gevolg van emissiearm bemesten is in die periode uitgebleven. Wel daalde het ammoniak gehalte als gevolg van de krimpende veestapel. Mestinjectie is dus niet zonder meer de beste manier om tot een lagere ammoniakemissie te komen. Ook andere, buitenlandse onderzoeken hebben uitgewezen dat de ammoniakemissie bij bovengrondse methoden aanzienlijk lager is dan altijd werd verondersteld.
NVWa: Minder subsidie bij ontbreken gewasbeschermingsplan Het volgende persbericht van 25 januari jl. van de NVWa (www.vwa.nl) over gewasbeschermingsplannen wilden wij u niet onthouden. Ondanks de beloften van het kabinet komen er weer nieuwe regels bij, en ook de extra kosten komen voor rekening van de boer. Op de NMV-site vindt u een voorbeeld van een gewasbeschermingsplan (www.nmv.nu). “Agrariërs die bij een controle door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geen gewasbeschermingsplan kunnen laten zien,
2
worden gekort op hun subsidie. Het ontbreken van een plan wordt vanaf dit jaar gezien als een ernstige overtreding en kan daarmee van in-
vloed zijn op de inkomenssteun die de ondernemer uit Brussel krijgt. Voor het ontvangen van deze steun moet namelijk aan alle voorwaarden voor goed ondernemerschap worden voldaan, dit wordt ook wel cross-compliance genoemd. Tot eind vorig jaar werd het niet hebben van een gewasbeschermingsplan gezien als een ‘herstelbare overtreding’. De agrariër kreeg
Meer melk produceren alleen tegen kostendekkende prijs
Rabobank erkent vooruitziende standpunten NMV/EMB Op het Zuivelcongres 2013 van Rabobank Sneek-ZuidwestFriesland op 16 januari jl. waarschuwde Jakob Brand van Rabobank International tegen overproductie van met name kaas, wat extra druk op de melkprijs geeft. Met andere woorden: kaasproducenten zouden meer marktgericht moeten produceren. Dit is precies waar de Nederlandse Melkveehouders Vakbond - en in Europees verband de European Milk Board - al jaren voor waarschuwt, zo staat in het persbericht dat de NMV hierover deed uitgaan. Meer melk produceren in Europa is prima, maar dan wel wanneer deze hoeveelheid voor een kostendekkende prijs afgezet kan worden. Het heeft geen zin om melk - en daaruit voortvloeiend ook melkproducten te produceren wanneer hier geen afzetmarkt voor is. Oplossing: monitoring met flexibele regulering Overproductie zal altijd een daling van de prijs tot gevolg hebben. De EMB heeft dit al tijdig aangegeven en heeft ook de oplossing op welke wijze marktgericht geproduceerd zou moeten worden al jaren geleden aangedragen. De EMB/ NMV pleiten voor de oprichting van een monitoringsinstituut voor de markt met daaraan gekoppeld een flexibele productieregulering. Hiermee kan overproductie en daarmee prijsdaling worden voorkomen. Met
de kans om alsnog een plan op te stellen. Deed hij dat op tijd, dan had dit verder geen gevolgen voor zijn subsidie. Nu deze herstelmogelijkheid is geschrapt moeten gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen te allen tijde een plan kunnen laten zien. Het hebben van een plan blijft de verantwoordelijkheid van de agrariër, ook als een loonwerker de middelen toepast. Vooral veehouders laten het spuiten vaak over aan loonwerkers en hebben zelf vaak geen plan voor het gebruik van de middelen. Het ontbreken van een
een dergelijke monitoring kan meer worden geproduceerd wanneer de markt dit aankan, en minder wanneer de markt is verzadigd. De NMV is blij met dit signaal van Rabobank International en hoopt dat ook andere financiers, maar zeker ook de zuivelindustrie de waarschuwing ter harte nemen. De NMV en EMB wijzen er al jaren op dat een stabiele, kostendekkende melkprijs de belangrijkste voorwaarde is voor een duurzame toekomst van de melkveehouderij en de zuivelindustrie in Europa. Melkveehouder als “kosten junkie” De NMV deelt de mening van de heer Brand echter maar gedeeltelijk, dat het goed zou zijn wanneer de melkveehouder een “kostenjunkie” zou worden, verslaafd aan het drukken van de kosten. Natuur-
gewasbeschermingsplan kan leiden tot een korting van 3% van de hele inkomenssteun. De NVWA begint in februari met de cross-compliance controles. Boeren hebben dus nog even de tijd om een gewasbeschermingsplan op te stellen. Nieuwe opzet gewasbeschermingsplan Distributeurs en loonwerkers hebben kant en klare formulieren die boeren kunnen gebruiken. Doel is dat er bewust en kritisch gekeken wordt naar het gebruik en de
lijk moet iedere ondernemer, en zo ook de melkveehouder, zijn kosten zo laag mogelijk houden. De Nederlandse melkveehouders behoren echter nu al tot de meest efficiënte producenten van de wereld. De stijgende kosten door stijgende voerprijzen, de afschaffing van rode diesel en stijgende kosten van de loonwerker, zullen ook de melkveehouders vergoed moeten zien in hun opbrengstprijs. Dat is nu niet het geval. Daarom blijven een betere marktmachtspositie om een eerlijke prijs, inclusief de gestegen productiekosten te kunnen uit onderhandelen, en oprichting van een Europees monitoringsinstituut, belangrijke speerpunten van EMB/NMV.
alternatieven voor chemische bestrijding goed zijn afgewogen. Om het de boeren nog makkelijker te maken werkt het ministerie van Economische Zaken samen met de sector aan een nieuwe opzet van het gewasbeschermingsplan. Deze zal naar verwachting in januari 2014 van kracht worden.”
3
Ledenavond Noord-Overijssel:
Directeur Rouveen over melkprijzen na 2015 Op 15 januari jl. organiseerde NMV-regio Noord-Overijssel een ledenavond. Directeur Wevers was één van de sprekers, en kwam uitleg geven over de uitbetaling en leveringsvoorwaarden bij de zuivelcoöperatie Rouveen. Directeur Ben Wevers gaf allereerst een algemene presentatie over de structuur van de coöperatie en de producten die er gemaakt worden. Zuivelcoöperatie Rouveen zal na 2015, gelijk alle andere zuivelcoöperaties, alle melk die door de leden wordt geproduceerd afnemen. In het verleden is er echter een enquête gehouden onder de leden om te achterhalen hoeveel melk men na 2015 verwacht te gaan produceren en hoe de zuivelcoöperatie volgens de leden met deze extra hoeveelheid melk moet omgaan. Uit de enquête - en daarop volgend nog diverse interviews - is gebleken dat er voor Rouveen een extra aanvoer te verwachten is van meer dan 15%. Dat de fabriek niet in één keer een volumevermeerdering van die grootte aankan voor eenzelfde meerwaarde mag duidelijk zijn. De fabriek beoogt zeker te gaan groeien, maar dan wel op een evenwichtige manier. Leden van Rouveen hebben ook aangegeven dat zij een zekere regulering een goed plan vinden. A- en B-prijzen In het afgelopen jaar is Rouveen dan ook met deze gegevens aan de slag gegaan, aldus de heer Wevers. Dit heeft geleid tot een voorstel om met een A- en B-melksysteem te gaan werken. Een A-prijs voor de melk die in Rouveen zelf tot producten kan worden verwerkt, en
4
met voldoende toegevoegde waarde vermarkt kan worden. De Bprijs gaat gelden voor melk die verwerkt wordt tot bulkkaas of verkocht wordt op de spotmarkt. Deze B-prijs is de gemiddelde jaarprijs van de spotmarkt met een vangnet van 4 cent onder de garantieprijs van FrieslandCampina. Er zal door melkveehouders die lid zijn van Rouveen volgens Wevers wel degelijk gegroeid kunnen worden, alleen ziet men graag een gelijkmatige groei. Men wil ook de veehouders zich meer bewust laten worden van de marktomstandigheden. Daarom zal de coöperatie haar leden stelselmatig informeren over de ontwikkelingen op de internationale zuivelmarkt. Veehouders krijgen daardoor zelf ook meer inzicht en kunnen beter rekening houden met die marktontwikkeling bij het uitstippelen van hun bedrijfsstrategie. Geleidelijke groei Er is een constructie bedacht waardoor een geleidelijk groeiende melkveehouder op den duur al zijn melk voor een A-prijs af kan zetten (na het bijkopen in 2019 van certificaten). De zogenaamde verdubbelaar of verdriedubbelaar (de melkveehouder die in 2015 in een keer veel meer levert en daarna weinig meer zal groeien) zal dit echter veel minder kunnen. De heer Wevers meld-
de dat voor dit systeem gekozen is om ook een bepaalde verantwoording bij de melkveehouder zelf te leggen. Het is ongewenst dat voor de snel groeiende melkveehouder er veel extra kosten gemaakt moeten worden (om extra snel de benodigde verwerkingscapaciteit te verwezenlijken) die dan ook door de geleidelijk groeiende melkveehouder gedragen moeten worden. Ook zal natuurlijk de melkprijs omlaag gaan wanneer alle melk niet ineens verwerkt kan worden. A-prijs niet gegarandeerd goed Men realiseert zich echter wel dat wanneer er in 2015 heel veel extra melk geproduceerd gaat worden deze manier van uitbetalen er niet toe zal leiden dat de zogenaamde A-melkprijs ook op peil zal blijven. Natuurlijk blijven de A- en Bmelkprijs beide afhankelijk van de marktprijs. Rouveen zal met deze constructie de melkprijs niet in de benen kunnen houden wanneer andere fabrieken alle melk gaan afnemen, zonder daarbij van veehouders te vragen om in te zetten op geleidelijke groei, in plaats van in een keer te verdubbelen of nog meer. Hier zouden volgens Wevers ook de andere coöperaties over moeten nadenken.
Europese melkveehouders teleurgesteld na stemming Europees Parlement Europese melkveehouders zijn teleurgesteld na de stemming van de Landbouwcommissie van het Europees Parlement voor hervorming van het Europese landbouwbeleid op 23 januari van dit jaar. De leden stemden voor voorstellen zoals de introductie van een vrijwillige leveringsbeperking voor invoering van een Europees monitoringinstituut voor voedselprijzen. Leden van coöperaties kunnen echter nog steeds geen informatie over de melkprijs vóór levering krijgen. Bovendien werden de ineffectieve grenzen voor bundeling van producentenorganisaties (3,5% op Europees en 33% op nationaal niveau) bevestigd. “Hoewel er enkele richtinggevende concepten zijn aangenomen, zoals een vrijwillige leveringsbeperking, heeft de Commissie de gelegenheid voorbij laten gaan
om beslissende stappen te maken naar beperking van de overproductie op de Europese melkmarkt”, reageerde Romuald Schaber, voorzitter van de European Milk Board (EMB), na de stemming. ”Het zou noodzakelijk zijn om in plaats daarvan permanente en flexibele marktsturingsinstrumenten in te voeren, zoals bijvoorbeeld een Europees monitoringinstituut. Dit is de enige manier om melkveehouders in de toe-
komst bestaanszekerheid met kostendekkende melkprijzen te garanderen. Uitsluitend monitoring van de markt zonder een actieve regulering van geproduceerde volumes door een Europese instelling die voedselprijzen in kaart brengt is niet voldoende”, aldus S chaber. Europese melkveehouders hopen nu dat de p lenaire stemming in het E uropese Parlement in maart het tij nog kan keren.
EMB-nieuws Hieronder enkele actuele zaken uit de EMB-Nieuwsbrief Meer EMB nieuws vindt u in de EMB-Nieuwsbrief van januari, te vinden via www.nmv.nu. Klik op “Dossiers” en vervolgens op “EMB”.
Van het EMB-bestuur door Sieta van Keimpema, vicevoorzitter Als voorproefje voor het jaar 2013 geeft Sieta van Keimpema kort weer hoe de bijeenkomst is verlopen van de Advisory Group Milk in Brussel in december vorig jaar. In deze Brusselse werkgroep is de gehele Europese zuivelsector vertegenwoordigd, om met de Europese Commissie over de situatie in de Europese melkmarkt te overleggen. Twee interessante studies die tijdens dit overleg gepresenteerd werden wil zij de lezer niet onthouden. De ene studie - van een adviesbureau - liet zien dat de komende jaren wereldwijd een toename van de melkproductie wordt verwacht van 60 miljard kilo. De vertegenwoordiger van dat adviesbureau was verheugd om te melden dat de melkprijzen wereldwijd steeds minder onderling zouden gaan verschillen. Op Sieta’s vraag gaf hij toe, dat China binnenkort zelf op grote schaal in staat zou zijn melk te produceren en daarmee een be-
langrijke speler op de wereldmarkt zal worden. Wat dat vervolgens zou gaan betekenen voor de melkprijs kan iedereen zich indenken. De Europese Commissie (EC) had nog meer “goed nieuws”. In 15 lidstaten waren de kosten om melk te produceren sinds 2007 met 15% toegenomen. De melkprijzen waren gelijk gebleven terwijl de winstmarge voor de producenten met 30% was gedaald. Daar kunnen de liberaliseringslobbyisten tevreden mee zijn! De EMB heeft hierop kritisch gereageerd, en al eerder gewaarschuwd voor de gevolgen van
de “zachte landing”. Men heeft zich er niets van aangetrokken, de zuivelindustrie en de zuivelhandel dulden geen tegenwerking op hun weg naar een geliberaliseerde markt. De investeringen die daarvoor nodig zijn hebben zij al gedaan. Iedereen weet dat de lagere melkprijs het gevolg is van overproductie. En als nu al zo duidelijk is dat we in de toekomst alleen maar met een doorlopend oververzadigde markt te maken zullen hebben, dan, aldus Sieta, zouden politici en Europese ambtenaren nog eens goed moeten nadenken: gaan zij kiezen voor liberalisering, die niets anders brengt dan marktanarchie, met de bijbehorende kaalslag van de Europese melkveehouderij, of zullen ze hun verstand gebruiken? Sieta hoopt op het laatste, omdat marktliberalisering boeren en bur-
5
gers niets heeft gebracht en ook niets zal brengen. De EMB heeft tot nu toe steeds gelijk gekregen met
haar visie op de markt en de zuivelpolitiek. Sieta is, zeker na deze bijeenkomst, des te gemotiveer-
der om zich, ook in 2013, met volle kracht in te zetten voor de eisen van de EMB.
Opnieuw demonstratie “Wir haben es satt” tijdens Berlijnse Grüne Woche Op 19 januari jl. vond er tijdens de Grüne Woche in Berlijn wederom een grote demonstratie plaats namens tientallen Duitse maatschappelijke organisaties, vóór structurele hervormingen in de landbouwpolitiek. Boeren, consumenten en imkers eisen dat niet de belangen van de agrarische industrie het middelpunt van het politieke landbouwbeleid zijn, maar het belang van consumenten en boeren, de dieren, de natuur en het milieu. Ook is men fel gekant tegen de negatieve effecten voor boeren in ontwikkelingslanden door het dumpen van te goedkoop Europees voedsel op hun lokale markten. Er waren 25.000 deelnemers. Een uitgebreider verslag volgt (waarschijnlijk) in de volgende EMB-Nieuwsbrief.
Meer informatie op: www.wir-haben-es-satt.de.
Zure melk uit Brussel Zuivelsector in Colombia moet concurreren met EU Op 11 december vorig jaar publiceerde de Duitse nieuwssite www.taz.de een artikel van journalist Knut Henkel over de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Colombia. Het artikel maakt duidelijk dat het melkoverschot in de EU nadelige gevolgen heeft voor de economische situatie van boeren in Europa en andere delen van de wereld.
NMV actueel
3-1 14-1 14-1 15-1 15-1
16-1 23-1 23-1 23-1 24-1 25-1 30-1 31-1
Nieuwjaarsreceptie PZ te Scheveningen Gesprek met Rouveen over mvh na 2015, dhr. Wevers Overleg ganzen KNJV (WBE’s en G7-akkoord) Communicatiegroep ABRES Ledenavond NMV-regio Overijssel met directeur Rouveen en Proeftuin Natura 2000 Gesprek met FrieslandCampina n.a.v. NMV-brief over melkveehouderij na 2015 Gesprek met Walhorn over melkveehouderij na 2015 Eerste bijeenkomst van de projectgroep emissiearme mestaanwending met water NMV-ledenavond regio Friesland met Herman Zonderland Netwerkbijeenkomst provincie Gelderland NMV-bijeenkomst regio West met Esther de Lange, Niek Koning en Sieta van Keimpema Rondetafelgesprek Voedsel ministerie EZ Gesprek met CONO over melkveehouderij na 2015
6
“Vrijhandelsovereenkomsten maken handel niet per se gemakkelijker, maar worden opgelegd door de landen met de meeste macht. “Op deze manier is de wereld zogenaamd opnieuw verdeeld in handelszones en invloedssferen waarbij kleine ondernemingen, handelaren en boeren het onderspit delven”, vertelt een vakbondsmedewerker, die bij de CUT voor internationale betrekkingen verantwoordelijk is. “Als arbeiders keren wij ons niet tegen handelsovereenkomsten, omdat goederen moeten worden verhandeld. We zijn wel tegen ongelijkwaardige voorwaarden. In landen als de VS, Japan en de EU krijgen boeren systematisch subsidie. Dat systeem is er in Colombia niet - de handel vindt dus plaats onder oneerlijke voorwaarden, en dat beginnen onze boeren al te merken”, aldus de 61-jarige vakbondsvertegenwoordiger. Een voorbeeld daarvan zijn de Colombiaanse melkveehouders. Op
Sabana de Bogotá, een hoogvlakte rond de hoofdstad van Colombia, zijn talrijke dorpen die leven van de landbouw. De boeren hebben er vaak maar enkele hectaren land, ze houden enkele koeien en leven van de melk en van de opbrengst van het land. Dat zal echter niet lang meer duren, want nu al dalen de prijzen van verse melk in Bogotá en in andere Colombiaanse dorpen en steden. De zuivelfabrieken bereiden zich voor op de stroom melk vanuit de EU, zeggen kritische politici zoals Jorge Robledo van de Polo Democratico Alternativo. En ze hebben gelijk, want de invoering van vrijhandelsovereenkomsten tussen de EU en Colombia
opent een nieuwe markt voor miljoenen liters melk voor EU-boeren. Om precies te zijn: 60 miljoen liter melk kan jaarlijks belastingvrij worden ingevoerd in het Latijns Amerikaanse land – in de vorm van melkpoeder en hoogwaardige producten, volgens Brussel. Voor de EU is het schijnbaar niet relevant dat dit het bestaan bedreigt van ongeveer 500.000 Colombiaanse melkveehouders. De overproductie aan lokale melk en boter moet verdwijnen, dat is de reden waarom er gesubsidieerde melk wordt gekocht en verwerkt tot melkpoeder en vervolgens wordt geëxporteerd naar landen waar ooit de zuivelsector in eerste instantie werd ontwikkeld met
VAN DE VOORZITTER Generieke maatregelen Tijdens een “bijpraatsessie” op het ministerie van EZ – zo een waar je vooral zwijgend mag aanhoren wat er besloten is - werd onlangs meegedeeld dat men voornemens was om de sleepvoetbemester op klei- en veengrond te verbieden vanwege (vermeende) te hoge ammoniakemissie. Zo’n verbod is niet wenselijk, omdat een zodenbemester juist op die gronden schade aan de graszode, de bodem en het bodemleven oplevert en dat alles voor een zeer onzekere winst in emissieverlaging van ammoniak. Desondanks heeft staatssecretaris Bleker het verbod in een brief aan de Kamer per 1 januari 2014 aangekondigd. Dit verbod is een onderdeel van de generieke maatregelen, die als doel hebben om de ammoniakemissie van de melkveehouderij met 10 kiloton per jaar te doen dalen. Nu is er iets aan de hand met die generieke maatregelen: wie goed kijkt ziet dat er veel onzekerheden en onduidelijkheden kleven aan de manier waarop op het ministerie gedacht wordt over ammoniak, en de wijze waarop de ammoniakemissie gereduceerd moet worden. Niet duidelijk is bijvoorbeeld wat het ijkmoment, en dus de uitgangswaarde is ten opzichte waarvan die 10 kiloton moet
afnemen. Maar als wij als sector dit doel halen, wordt de helft van deze daling teruggeven als ontwikkelingsruimte. Wie deze ontwikkelingsruimte krijgt is echter evenmin duidelijk: de industrie, het verkeer of krijgen we zelf ook nog wat terug? Een ander aspect van deze generieke maatregelen is dat bedrijven die nu al weinig emissie veroorzaken, zoals bedrijven met weidegang, toch nog extra maatregelen moeten treffen. Zo worden zij gedwongen extra kosten te maken. Een vrijstelling voor weidende bedrijven voor aanvullende maatregelen zou weidegang een extra stimulans geven. Tot nu toe krijgen we ook hiervoor de handen niet op elkaar. Dat is raar, want juist het gegeven dat weidegang 15% minder ammoniakemissie oplevert dan opstallen is vrij goed onderbouwd. Dat brengt ons bij de achilleshiel van het ammoniakbeleid, namelijk dat alle beoogde ammoniakreducerende maatregelen zijn gebaseerd op rekenmodellen en aannames, en nauwelijks op concrete metingen. Het blijft vooral theorie. De grote commotie over het onderzoek door Egbert Lantinga naar bovengronds
7
uitsluitend ontwikkelingshulp - zoals in India bijvoorbeeld, evenals in Colombia. Dit is oneerlijk volgens Alejandro Pedraza van de internationale landbouwvakbond UITA. “De gemiddelde koe in Colombia kan simpelweg niet concurreren met de Europese hightech koe. Terwijl de laatste ongeveer gemiddeld 20 liter melk produceert komen koeien in Colombia slechts op hooguit vijf liter uit. En de gemiddelde Colombiaanse boer heeft slechts vier of vijf koeien tegen gemiddeld 24 in Europa. Dat is geen eerlijke concurrentie”, aldus Pedraza. Christian Schnier (EMB)
uitrijden van drijfmest (er zou veel minder ammoniak bij vrijkomen dan altijd was aangenomen) onderstreept nog eens de dunne basis onder de theorieën die de overheid hanteert. De uitkomsten van zijn onderzoek (en andere onderzoeken) lijken een bom onder de hele PAS te leggen. Het was dus alle hens aan dek, en zelfs Aalt Dijkhuizen haastte zich om in de media allerlei bezweringen te roepen over Lantinga’s conclusie. De belofte dat er een nieuw onderzoek zou volgen deed de gemoederen weer even bedaren. Voor een dergelijk onderzoek resultaten oplevert zijn we minimaal weer een jaar verder, en op het ministerie kon men weer opgelucht ademhalen. Misschien is nu wel de tijd gekomen om als boeren een signaal aan de overheid af te geven, dat modellen en theorieën gewoon niet werken. Als we komend voorjaar bij het invullen van de gecombineerde opgave nu eens allemaal opgeven dat we onze koeien het jaarrond opstallen, en dan volgend jaar opgeven dat we weer weidegang toepassen. Dan hebben we op papier in één jaar tijd een emissiedaling bewerkstelligd die de gewenste 10 kiloton ruim overschrijdt. Papier is geduldig en de theorie klopt. Theorieën en modellen, daar kan de overheid toch geen problemen mee hebben? Dirk-Jan Schoonman, voorzitter NMV
Agenda 18 februari NMV-bestuursvergadering om 20.00 uur in De Schakel, Nijkerk. 25 februari NMV-bijeenkomst voor alle melkveehouders met Herman Snijders, topambtenaar ministerie EZ, gespecialiseerd in Brussels zaken, om 20.00 uur in De Poppe, Markelo. 18 maart Vakbondensymposium Mededingingswet om 20.30 uur in De Schakel te Nijkerk.
Op de NMV-site www.nmv.nu vindt u actueel nieuws.
Adressen NMV
18 maart: Vakbondensymposium over Mededingingswet Op maandag 18 maart a.s. organiseren de gezamenlijke agrarische vakbonden van varkenshouders, pluimveehouders, akkerbouwers en melkveehouders (resp. NVV, NVP, NAV en NMV) een symposium met als thema: Naar eerlijke en gezonde marges in de keten. Een betere positie van de primaire producent is de eerste voorwaarde voor een eerlijke en evenwichtige verdeling van marges in de agrarische keten. Hoe kunnen producenten en politiek hier samen met de NMa voor zorgen? Tijdens de bijeenkomst gaan sprekers in op de huidige Mededingingswet en het Europese toetsingskader in het kader van de hervormingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Aan de orde komen vragen als: wat zijn de toetsingskaders voor de NMa als het om bundeling door producenten gaat? Onder welke voorwaarden mag er gebundeld worden? Wat zijn de Europese toetsingskaders? Eén van de sprekers is Kees Schillemans, advocaat bij Allen & Overy en gespecialiseerd in Europees en mededingingsrecht. Hij stond eerder de NMV en de Nederlandse Bond van Handelaren bij in de zaak tegen de overname van Alpuro door VanDrie. Leden, bestuurders, maatschappelijke organisaties en de landbouwwoordvoerders van de politieke partijen worden van harte uitgenodigd voor dit symposium. Het definitieve programma vindt u in de volgende Koebont (maart 2013) en binnenkort op www.nmv.nu. Datum: maandag 18 maart 2013 / Aanvang: 20.30 uur (zaal open 20.00 uur) Locatie: Vergader- & congrescentrum De Schakel, Oranjelaan 10, Nijkerk U kunt zich aanmelden via
[email protected] of telefonisch 0344 - 655 336.
Secretariaat NMV De Brenk 1a, 4031 JL Ingen tel. 0344-655336 email
[email protected] www.nmv.nu Contactpersonen NMV Groningen: Steef Pronk, De Wilp, 0594-642922 Drenthe: Johan Inberg, Koekange, 0522-451125 Friesland: Harm Wiegersma, Rinsumageest, 0511-421083 Flevoland: Laurens van Bavel, Zeewolde, 036-5228630 Noord-Overijssel: Lammert van Dijk, Kampen, 06-10634335 Oost-Nederland: Marion Logtenberg, Baak, 0575-441504 Rivierengebied: Peter van Beest, Lienden, 0344-662334 Gelderse Vallei/Utrecht-Oost: Wim Verbeek, Renswoude, 06-53507103 Noord-Holland Noord: Sjaak Ruyter, Schagen, 0224-297156 Gooi- en Vechtstreek: Jan Galesloot, Weesp, 0294-253447 De Ronde Venen: Rene Wahle, Zevenhoven, 06-10648997 Krimpenerwaard en Lopikerwaard: Chiel Markus, Papekop, tel. 0348-565588 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden: Teunis Sterk, Hei- en Boeicop, 0347-342132 Zuid-West: Marius Bouwmeester, Bosschenhoofd, 0165-317667 Maaskant, Limburg en Zuidoost-Brabant: Hans Geurts, Veulen, 0478-541592 U kunt zich aanmelden als lid of informatie aanvragen via de contactpersonen of bij het NMV-secretariaat. Foto ‘Koebont’: Roeland Koning
8
MAINEnergie heeft inmiddels veel NMV-ers als vaste klant. De kracht van MAINEnergie zit in het persoonlijke contact en het vertrouwen van de klant. Onze zakelijke klanten profiteren niet alleen van onze gunstige tarieven, maar ook van onze service en advies op maat van hun eigen persoonlijke accountmanager. Als u klant wordt bij MAINEnergie profiteert u van onze scherpe tarie-
ven en onze overstapservice. Wij nemen alle administratieve rompslomp uit handen en verzorgen de totale, naadloze overstap. Hierdoor blijft u voor, tijdens en na de overstap verzekerd van levering van stroom en gas. Wilt u net als vele andere collegabedrijven profiteren van scherpe energietarieven? Neem dan contact op met het Accountteam van MAINEnergie. U kunt ons telefonisch bereiken op 088 - 08 09 000 of per e-mail via
[email protected].
Ledenactie Bent u nog geen lid van de NMV? En wilt u lid zijn van een organisatie waarin u kan meedenken, meepraten en meebeslissen? Word dan nu lid van de NMV, de sectorale belangenbehartiger van en voor melkveehouders waar uw inkomen en belang centraal staan! Wie nu lid wordt, ontvangt een blauwe NMVoverall met op het voorzakje het logo van de NMV en op het achterpand: ‘Inkomen, daar draait om!’. Ook wanneer u uw collega lid maakt, beloont de NMV dit met dit welkomstgeschenk. Geef u op bij het NMV-secretariaat, tel. 0344-655336 of via onze site www.nmv.nu.