OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
06-12-2005
12:07
Pagina 241
241
AMFIBIE amfibieën Diergroep Diersoort Latijnse naam Herbivoor, carnivoor, omnivoor Geslachtsonderscheid
Salamanders Vuurbuiksalamander Cynops-soorten Carnivoor Het mannetje is kleiner dan het vrouwtje en heeft fellere kleuren.
Leeftijd geslachtsrijp
Minstens een jaar na de metamorfose Paartijd Na een winterrust van 3 maanden bij een omgevingstemperatuur van 4-7°C Eieren komen uit na 2 weken Aantal eieren per keer 200 Metamorfose na 3 tot 4 maanden Huisvesting Groep van 6 tot 10 dieren
Kikkers Boomkikker Litoria Caerulea Larven: omnivoor Volwassen dieren: carnivoor Het mannetje is kleiner dan het vrouwtje en laat soms zijn kwaakblaas zien. Minstens een jaar na de metamorfose Bij een korte periode met een hoge RV (70-85%) na een langere droge periode (RV=50-60%) 1 tot 3 dagen Honderden 5 tot 10 weken Groep van minimaal 6 dieren
Algemene beschrijving
glibberig gifklieren uiterlijk
Ook amfibieën worden als huisdier gehouden. Meestal zijn dat kikkers en salamanders. Padden en wormsalamanders zijn minder populair. Amfibieën hebben een dunne huid zonder schubben. De huid is glibberig. Een slijmerige laag beschermt de huid tegen onder andere uitdroging. Veel soorten hebben wratjes. Deze wratjes zijn de gifklieren. Dit alles maakt de amfibie niet erg aantrekkelijk voor een groot publiek. Toch hebben amfibieën eigenlijk een fascinerend uiterlijk. Ze zijn er in allerlei (felle) kleuren en maten. Het kleinste kikkertje is zo’n tien millimeter groot en de grootste salamander is anderhalve meter lang. Er bestaan ongeveer vijfduizend amfibieënsoorten.
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
242
06-12-2005
12:07
Pagina 242
amfibie
kikkers en padden
koraalteenboomkikker
Het verschil tussen kikkers en padden is dat kikkers een gladde huid hebben en padden een wrattige huid. Vooral kikkers zijn geliefd als huisdier. Gifkikkers, met bijvoorbeeld hun paarse poten en zwart-wit gekleurd lijfje of knalblauwe huid, zijn juweeltjes om te zien. Maar het meest geliefd als huisdier zijn boomkikkers. Met hun brede bek en grote ogen zijn ze bijna aandoenlijk. De circa 10 centimeter grote koraalteenboomkikker wordt veel gehouden. De huid van dit dier is niet slijmerig, maar een beetje wasachtig. Vanaf zijn oog tot zijn voorpoot loopt een diepe huidplooi. Zijn lijf is groenblauwig tot bruin van kleur. Zijn buik en tenen zijn roodachtig. Boomkikkers hebben brede kleverige vingertoppen. Zo kunnen ze goed klimmen. De achterpoten van kikkers en padden zijn erg sterk. Veel soorten kunnen hiermee flinke sprongen maken.
Kikker
salamanders
vuurbuiksalamander
Salamanders kun je onderverdelen in landsalamanders en watersalamanders. De landsalamanders komen zelden helemaal in het water, terwijl watersalamanders minstens een paar maanden per jaar in het water leven. Het verschil kun je zien aan de staart. Landsalamanders hebben een ronde staart, watersalamanders een afgeplatte staart. Salamanders worden 5 tot 30 centimeter groot. Ze hebben korte pootjes en een lange staart. Ze hebben geen oren en kleine ogen. Salamanders hebben primitieve longen. Sommige soorten hebben zelfs helemaal geen longen. Die ademen enkel met de huid. De axolotl behoudt zijn uitwendige kieuwen uit het larvestadium (zie ‘voortplanting’). De vuurbuiksalamander is een 7 tot 14 centimeter grote watersalamander. Zijn rug is donker gekleurd en bedekt met grijze vlekken. De buik is geel of oranje.
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
06-12-2005
12:07
Pagina 243
amfibie
Salamander
Herkomst Amfibieën komen in het wild voor in gematigde en tropische gebieden. Het verspreidingsgebied van de vuurbuiksalamander is Zuid-Japan en China. De koraalteenboomkikker komt voor rondom poelen en in de bossen van Noord- en Oost-Australië en Nieuw-Guinea. Ook in Europa komen amfibieën voor. Een voorbeeld hiervan is de vuursalamander. Deze salamander is zwart met gele vlekken. Dit dier leeft in Midden- en Zuid-Europa tussen de stenen in de buurt van beken. In Nederland vind je bijvoorbeeld de kamsalamander en de kleine watersalamander. In Nederland vind je ook kikker- en paddensoorten. Bijvoorbeeld de waterkikvors, de heikikker en de vroedmeesterpad. Alle Europese amfibieën zijn beschermde diersoorten.
Specifiek gedrag rustige dieren dreighouding sprong
winterslaap
Amfibieën zijn rustige dieren. Ze zitten vaak weggedoken. Bij verstoring neemt een pad meestal een dreighouding aan: hij maakt zichzelf groot en blaast zich op. Of hij springt weg, net als een kikker. Een gifkikker kan een sprong maken van tien keer zijn eigen lengte. Houd daar rekening mee als je het verblijf verschoont. Als het de kikker of een ander amfibie lukt om te ontsnappen, leg dan een natte theedoek onder een kast of bank. Het beestje zal namelijk een vochtige omgeving opzoeken. Zo kun je hem gemakkelijk terugvinden. Amfibieën die oorspronkelijk voorkomen in wat koudere gebieden, houden een winterslaap. Tijdens de winterslaap moet je de dieren in een bakje met gaatjes en gevuld met veenmos en turfmolm doen. Laat de temperatuur geleidelijk zakken tot 5 à 10°C. Ook het aantal uren licht moet omlaag. Houd het bakje vochtig door eens per twee dagen te sproeien. Jonge en
243
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
244
06-12-2005
12:07
Pagina 244
amfibie
zieke dieren mogen niet in winterslaap. De winterslaap duurt 6 tot 10 weken. Bij sommige soorten duurt het langer. Vuurbuiksalamanders houden een winterslaap van ongeveer 3 maanden. Plaats dan 6 tot 10 dieren bij elkaar in een omgeving met een temperatuur van 4 tot 7°C (koelkast).
balts
paringsroepen
verdedigingsmechanisme
Na de winterslaap gaan de dieren paren. In de paartijd voeren de salamanders een balts op. Tijdens deze balts verleidt het mannetje het vrouwtje met zijn mooie kleuren. Om het helemaal aantrekkelijk te maken, produceert het mannetje een geur uit zijn cloaca. Hij verspreidt de geur door met zijn staart te wapperen. Sommige amfibieën laten ook van zich horen tijdens de paringsperiode. Mannetjes van de koraalteenboomkikker maken luide paringsroepen. Kikkers en padden staan bekend om hun gekwaak, maar er zijn amfibieënsoorten die zelfs kunnen fluiten. Salamanders zijn meestal nachtactief. Overdag liggen ze verborgen in hun schuilplaats. Hun felle kleuren zijn een waarschuwingssignaal voor roofdieren. Veel salamandersoorten scheiden namelijk een gif uit. Het gif van amfibieën kan bij mensen huidirritatie veroorzaken. Een ander verdedigingsmechanisme bij salamanders is het afbreken van de staart. Hierdoor kan de gevangen salamander ontsnappen aan zijn belager. Afgebroken ledematen groeien bij amfibieën in het algemeen weer aan.
Felle kleuren
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
06-12-2005
12:07
Pagina 245
amfibie
Verzorging temperatuur luchtvochtigheid ventileren hygiënisch werken
watergedeelte
Controleer regelmatig de temperatuur en de luchtvochtigheid. Dit is erg belangrijk voor de gezondheid van de dieren. Je moet het verblijf goed ventileren. Dit voorkomt schimmel- en bacterie-infecties. Let er wel op dat het niet tocht. Hierdoor kunnen de dieren te veel afkoelen. Ook is hygiënisch werken erg belangrijk. Ziekteverwekkers gedijen goed in een vochtige omgeving. Maak regelmatig - minstens drie keer in de week - de ruiten, de bodem en het decoratiemateriaal schoon. Als je meerdere verblijven schoonmaakt, moet je voor elk verblijf of voor iedere diersoort een apart schoonmaaksetje gebruiken. Zo’n setje bestaat uit emmer, afwasborstel, zeem, droogdoek en ruitentrekker. Zo voorkom je ziekteverspreiding. Gebruik geen schoonmaakmiddelen. Het watergedeelte moet je iedere week voor éénderde verversen. Dit geldt met name voor de grote waterpartijen. Kleinere bakjes met water moet je elke dag of om de dag verversen. Verwijder voerresten. Deze gaan anders rotten en ziektes veroorzaken.
Huisvesting luchtvochtigheid
temperatuur
paludarium riparium aquaterrarium kunstmatige oever
lampen
Amfibieën huisvest je in een vochtige terrarium- of aquariumbak. Hoe hoog de luchtvochtigheid moet zijn, verschilt per soort. Je houdt de luchtvochtigheid hoog door regelmatig te sproeien. Gebruik daarvoor een plantenspuit met schoon water. Er zijn ook speciale mistapparaten in de handel. Deze worden ook wel eens voor reptielen gebruikt. Ook de temperatuur is belangrijk. Amfibieën uit de gematigde gebieden voelen zich het prettigst bij een temperatuur tussen de 15°C en 20°C. Tropische amfibieën vinden het tussen de 20°C en 28°C het prettigst. Een amfibieënverblijf heeft vaak een droog gedeelte en een nat gedeelte. Een amfibieverblijf met een klein watergedeelte heet een paludarium. Een amfibieverblijf met een groot watergedeelte heet een riparium. Maar er is ook een algemenere naam: een aquaterrarium. Het droge gedeelte bestaat uit een laag grond met daarin echte planten. Dit vormt de kunstmatige oever. Het watergedeelte is vaak ondiep en bevat zand of kiezels. Je kunt eventueel een filter in het water plaatsen. Zorg ervoor dat de dieren gemakkelijk het water uit kunnen. Een amfibieënverblijf met planten kan erg decoratief zijn. Planten hebben wel veel licht nodig. De lampen moeten dus zowel goed licht als warmte geven. Je kunt een kleine UV-stralende lamp gebruiken. Let erop dat het verblijf niet te warm wordt. Met name in de zomer. Zet het verblijf nooit in het volle zonlicht. Dan sterven de dieren. Zet het verblijf op een tochtvrije en rustige plek. Dit voorkomt stress bij de dieren. Er moet wel frisse lucht naar binnen kunnen.
245
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
246
06-12-2005
12:07
Pagina 246
amfibie
Aquaterrarium
verschuilmogelijkheden
Maak in het verblijf verschuilmogelijkheden. Hiervoor kun je verschillende materialen gebruiken: planten, een omgekeerde bloempot met een gat erin of boomschors. Let op dat de materialen geen scherpe kantjes of punten hebben. Een amfibie heeft een kwetsbare huid.
boomkikkers
Boomkikkers moeten kunnen klimmen. Zet ze daarom in een hoog terrarium met stevige takken. De bodem bedek je met beukensnippers. Een verblijf moet minstens 80 x 40 x 60 centimeter zijn voor zes dieren. Groter is beter. Zet een ruime waterbak neer. Deze dieren houden niet van een hoge luchtvochtigheid: tussen de 50 en 60% is genoeg. Dit is laag in vergelijking met andere amfibieën. Maar vergeleken met andere amfibieën houden boomkikkers wel van hogere temperaturen. ’s Nachts mag het zo’n 20-24°C zijn en overdag zo’n 26-32°C. Houd de warmtelampen uit het bereik van de kikkers. Dan voorkom je een verbrande kikkerbil.
salamanders
Salamanders hebben een vochtig en niet te warm verblijf nodig. Het watergedeelte moet ruim zijn. Zeker in de paartijd is het erg belangrijk dat er water is. Het verblijf moet mimimaal 80 x 40 x 40 centimeter zijn voor tien dieren. Groter is beter. Op de bodem van het watergedeelte kun je zand of kiezels leggen. Zorg voor plaatsen waar ze kunnen schuilen en waar ze hun eieren kunnen afzetten. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld boomschors en/of (water)planten. Vuurbuiksalamanders hangen graag tussen de wortels van waterplanten. Met name de wortels van de mosselplant (een drijfplant) lenen zich daar goed voor. Het landgedeelte kun je bedekken met bosgrond, turfmolm of veenmos.
vuurbuiksalamanders
Het verblijf mag voor de meeste salamandersoorten niet te warm worden. In de zomer mag het maximaal 22°C zijn en in de winter mag de temperatuur dalen tot 10°C. De vuurbuiksalamander voelt zich het prettigst bij een temperatuur tussen de 14°C en 18°C.
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
06-12-2005
12:07
Pagina 247
amfibie
Voeding carnivoren
omnivoor
Volwassen amfibieën zijn carnivoren. Ze eten levend voer. De kleinere soorten moet je elke dag tot om de dag voeren. Bij grotere soorten is één tot twee keer per week genoeg. Geef altijd extra vitamines en mineralen. Amfibieën vervellen, net als reptielen. De oude vervelling eten ze op. Koraalteenboomkikkers staan bekend als veelvraten. Ze zijn niet kieskeurig. Ze eten allerlei insecten, regenwormen en kleine muizen. Je kunt de koraalteenboomkikker uit je hand laten eten. Kikkerlarven zijn omnivoor. De larven van de koraalteenboomkikker kun je algen, brandnetelpoeder, stukjes geplette sla, stukjes gekookte spinazie, gehakte muggenlarven en regenwormen, vlokkenvisvoer en bakkersgist geven. Werk hygiënisch, want larven zijn extra gevoelig voor ziektekiemen. De larven van salamanders zijn carnivoor, net als de volwassen dieren. Je voert de larven een paar dagen na het uitkomen met pekelkreeftjes, watervlooien, muggenlarven, (gehakte) tubifex en/of een beetje eigeel. Volwassen dieren eten onder andere regenwormen, naaktslakken, tubifex, visjes en nestratten.
Amfibieënvoer
Hanteren
gif
geen knuffeldieren
Wilde gifkikkers kunnen met hun gif een klein zoogdier doden. Huisdiergifkikkers missen bepaalde bestanddelen in hun voeding die voor het gif zorgen. Hun gif is dan ook niet zo sterk als dat van hun wilde soortgenoten. Het gif van de gifkikker is enkel gevaarlijk wanneer het in de bloedbaan komt. Hanteer een gifkikker dus niet wanneer je een wondje aan je hand hebt. Het is sowieso aan te raden de dieren alleen te hanteren als het echt nodig is. Amfibieën zijn geen knuffeldieren. Te veel hanteren is stressvol voor de dieren. Ze worden dan bevattelijker voor worminfecties en andere aandoeningen.
247
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
248
06-12-2005
12:07
Pagina 248
amfibie
kikkers en padden
vervoeren
Als het toch nodig is het dier te hanteren, doe het dan als volgt. Was vooraf altijd je handen. Bij de grotere kikkers en padden omsluit je de taille van het dier met duim en wijsvinger. Zorg ervoor dat de cloaca naar voren wijst. Het dier kan namelijk plassen of poepen als je hem pakt. Dit kan huidirritaties geven. En erg lekker ruikt het ook niet. Kleinere amfibieën kun je met twee natte (!) handen opscheppen. Je kunt de dieren ook in een bakje laten lopen of springen. Voor het hanteren van watersalamanders gebruik je een visnetje. Was na het hanteren altijd je handen. Amfibieën kun je vervoeren in een plastic bakje met wat vochtig mos of vochtig keukenpapier (ongeparfumeerd). Sommige soorten moet je apart in bakjes doen en niet bij elkaar. Niet alle soorten kunnen namelijk tegen elkaars huidsecreet (huidafscheiding).
Hanteren kikker
Voortplanting afhankelijk van water
metamorfose
Amfibieën zijn voor de voortplanting volledig afhankelijk van water. De eitjes zitten in een geleiachtige laag en worden nabij of in het water gelegd. Dit voorkomt uitdroging. Uit de eitjes komen larven. Om te voorkomen dat de ouders de eieren en/of larven opeten, moet je de eitjes weghalen en in een apart bakje plaatsen. De koraalteenboomkikker heeft voor de voortplanting een (tijdelijk) zeer vochtig verblijf nodig. In dit verblijf moet een ruime bak staan met minstens 5 centimeter water. Hierin leggen de dieren hun honderden eitjes. De larven lijken op visjes en hebben kieuwen. De kikkervisjes beginnen na ongeveer 5 tot 10 weken in een kikker te veranderen. Dit noemen we de metamorfose.
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
06-12-2005
12:07
Pagina 249
amfibie
Het kikkervisje krijgt longen en poten. De staart verdwijnt. De kleine kikkertjes groeien snel uit tot volwassen kikkers. Zorg ervoor dat de larven gemakkelijk aan land kunnen als hun voorpootjes beginnen te groeien. Ze kunnen anders verdrinken.
De metamorfose van een kikker
neotenie
geslachtsonderscheid
spermatheek
Ook salamanders ondergaan een metamorfose. Sommige soorten, zoals de axolotl, blijven echter in hun larvestadium. Maar ze kunnen zich wel voortplanten. We noemen dit verschijnsel neotenie. Als je de dieren een bepaald hormoon geeft, kunnen ze toch nog een volwassen stadium bereiken. Salamanderlarven lijken op kikkervisjes maar ze hebben vaak een andere kleur, zijn minder bol en hebben uitwendige veervormige kieuwen. Het geslachtsonderscheid zie je bij salamanders het duidelijkst na de winterslaap. Bij veel salamandersoorten krijgen de mannetjes een kam op de rug en staart. Het vrouwtje is wat dikker. Tijdens de winterslaap moeten het mannetje en vrouwtje naast elkaar liggen. Na de winterrust gaan de dieren paren. De paring gebeurt zonder lichamelijk contact. Nadat het mannetje het vrouwtje heeft verleid, zet hij zaadpakketjes af op de bodem. Het vrouwtje kan dan één of meer pakketjes opnemen. Haar eicellen worden inwendig bevrucht. Ze kan het sperma zelfs even bewaren in haar ‘spermatheek’. Dit is een speciale ruimte naast de cloaca. De eieren worden één voor één onder water afgezet op stenen, schors en/of planten.
Salamandereitje
249
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
250
06-12-2005
12:07
Pagina 250
amfibie
Veel voorkomende ziektes Observeer je dier dagelijks. Dan kun je goed in de gaten houden of het nog gezond is. Als een amfibie gedurende lange tijd in een hoekje zit weggedoken, dan wil dat nog niet zeggen dat het dier iets mankeert. Amfibieën zijn namelijk schuwe dieren. Ziekte kun je onder andere herkennen aan een ongave huid, uitstekende bekken en ruggengraat, constant opgezwollen lichaam en/of doffe ogen. Om te achterhalen of het dier aan een infectie van een eencellige lijdt, kun je de dierenarts een mestonderzoek laten doen. Isoleer zieke dieren en kook of desinfecteer alle gebruikte materialen. Vraag bij zieke dieren altijd advies aan een ervaren amfibieënhouder of dierenarts.
Ziekte
Oorzaak
Symptoom
Voorkomen
Worminfectie
Vaak door stress
Flaggelateninfectie
Flaggelaten (eencelligen)
Schimmelinfectie
Schimmel
Redleg-ziekte
Primaire infectie door bacteriën, secundaire infectie door een schimmel
Salamanderpest
Bacteriën
Vervetting
Te veel voedsel
Ingevallen flanken Juiste huisvesting, Zichtbare ruggengraat juiste voeding, niet te veel hanteren, niet te veel (mannelijke) dieren in verblijf Vermagering Hygiënisch werken Voedselweigering Diarree Witte donzige plekken Verwondingen Ontstoken plek voorkomen Stress voorkomen Zorg voor een hygiënische en niet te warme huisvesting Bloedvergiftiging Stress voorkomen Onderhuidse Niet te veel dieren bij bloedingen elkaar Voedselweigering Niet te hoge temperaturen Vermageren Niet te basisch water Voedselweigering Niet te warm water Vreemde bewegingen Goede voeding Slechte vervelling Goede hygiëne Eet vervelling niet op Open wonden Te dikke dieren Juiste hoeveelheden voedsel geven
Genezen Dieren kunnen worden behandeld met fenbendazol en flayl-poeder. Te behandelen met Dimetridazol (dierenarts) Te behandelen met Trypaflavine (dierenarts) en zorg voor goede hygiëne
Te behandelen met zoutbad (6 gram per liter) en antibiotica (dierenarts) In vroeg stadium is de ziekte nog te behandelen met antibiotica (dierenarts). Verblijf desinfecteren Weinig en actief levend voedsel geven Veel voorkomende ziektes
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
06-12-2005
12:07
Pagina 251
amfibie
Soorten Koraalteenboomkikker Deze groenblauwe tot bruine kikker leeft tussen de takken. Met behulp van zijn brede vingertoppen kan hij zich goed vasthouden. Het dier wordt zo’n 10 centimeter groot en is stevig gebouwd. Opvallend aan de huid is dat deze niet slijmerig is maar meer wasachtig aanvoelt.
Koraalteenboomkikker
Vuurbuiksalamander Er bestaan verschillende soorten vuurbuiksalamanders: de Japanse soorten en de Chinese soort. Ze hebben allemaal een opvallend gekleurde buik. Deze is geel/oranje. Vuurbuiksalamanders zijn watersalamanders. Ze worden tussen de 7 en 14 centimeter groot. De lengte hangt af van de soort.
Vuurbuiksalamander
251
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
252
06-12-2005
12:07
Pagina 252
amfibie
Spaanse ribbensalamander Deze salamander kan in het wild zo’n 30 centimeter lang worden. In gevangenschap kom je meestal kleinere exemplaren tegen. Opvallend aan deze amfibieën zijn de scherpe punten aan de ribben. Deze steken bij de Spaanse ribbensalamander soms zelfs iets door de huid heen. De dieren leven in het wild op het land. In gevangenschap blijven Spaanse ribbensalamanders meestal in het water.
Spaanse ribbensalamander
Axolotl Opvallend aan deze dieren is hun uiterlijk. Ze zien er nog uit als een larve. Ze ondergaan onder natuurlijke omstandigheden geen metamorfose. Het dier bezit nog zijn uitwendige kieuwen. Daarnaast heeft hij ook long- en huidademhaling. Het dier kan zo’n 30 centimeter lang worden. Zijn kleur is zwartgrijs met zwartgrijze kieuwen of wit/lichtroze met roze kieuwen (albino). Afgebeten kieuwen en ledematen groeien snel aan.
Axolotl
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
06-12-2005
12:07
Pagina 253
amfibie
Gifkikker Gifkikkers staan bekend om hun felle kleuren en giftige huid. De felle kleuren dienen als waarschuwingssignaal. De Zuid-Amerikaanse indianen gebruiken het gif van de gifkikkers voor de jacht. Ze maken hun pijlpunten giftig door ze langs de kikkerhuid te strijken. Het gif kan een zoogdier gemakkelijk doden. De meeste gifkikkersoorten worden tussen de 1 en 6 centimeter groot. Sommige soorten kunnen fluiten.
Gifkikker
Reuzenpad Deze donkergrijze of bruine pad is zeer giftig. Achter het oog zit namelijk een klier die ter verdediging een melkachtig gif produceert. Hij komt voor in de gematigde tot tropische bossen en velden van (Zuid-)Amerika. Reuzenpadden worden tot 25 centimeter groot. Ze kunnen zo’n 2 kilo zwaar worden.
Reuzenpad
253
OPMAAK OPZOEKBOEKDIER_DEF_XP5
254
06-12-2005
12:07
Pagina 254
amfibie
Vuurbuikpadje Het vuurbuikpadje ziet eruit als een pad. Toch is het geen echte pad. Hij behoort namelijk tot de groep van de schijftongkikkers. Opvallend aan dit dier is zijn buik. Deze is felgeel gevlekt, maar kan ook rood zijn. De rugzijde van het dier is donkergroen/bruin gekleurd. Vuurbuikpadjes worden vier tot zes centimeter groot.
Vuurbuikpadje