AMATEURTUINDERSVERENIGING HET KLOOSTERPARK DE BILT STATUTEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT TUINREGLEMENT REGLEMENT PLAATSING OPSTALLEN
Uitgave: april 2013
Postbus 217 3720 AE Bilthoven Email:
[email protected] Website: www.atvhetkloosterpark.nl Kamer van Koophandel: 40478422
STATUTEN NAAM Artikel 1. De vereniging draagt de naam: Amateurtuindersvereniging "Het Kloosterpark". VESTIGINGSPLAATS Artikel 2. De vereniging is statutair gevestigd te De Bilt. DUUR Artikel 3. De vereniging is opgericht de dato één juni negentienhonderd negen en zeventig en is aangegaan voor onbepaalde tijd. DOEL Artikel 4. 1. De vereniging heeft ten doel het uitoefenen en bevorderen van het tuinieren in de ruimste zin des woords. 2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door: a. het trachten te verkrijgen van geschikt terrein bestemd voor amateurtuinen, zo mogelijk met een permanent karakter; b. het beheren van een amateurtuincomplex; c. het geven van voorlichting en organiseren van cursussen betreffende het tuinieren als amateur; d. het aankopen van zaden, planten en andere tuinbenodigdheden ten behoeve van haar leden; e. het organiseren van excursies, tentoonstellingen op het gebied van tuinieren als amateur; f. het eventueel samenwerken met gelijkgerichte verenigingen; g. het uitgeven van een eigen verenigingsblad. LEDEN Artikel 5. 1. Als lid kunnen worden toegelaten wettelijk meerderjarige natuurlijke personen, aan wie naar het oordeel van het bestuur een tuin, als in lid 2 bedoeld, in gebruik kan worden gegeven. 2. Ieder lid heeft recht op het gebruik van een door het bestuur aan te wijzen tuin. 3. Tot erelid kunnen worden benoemd wettelijk meerderjarige natuurlijke personen, die - geen lid van de vereniging zijnde - zich jegens de vereniging bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. 4. Tot lid van verdienste kunnen worden benoemd de leden, die zich jegens de vereniging bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. 5. Als kandidaat-lid kunnen worden toegelaten wettelijk meerderjarige natuurlijke personen, die schriftelijk te kennen hebben gegeven een tuin, als in lid 2 bedoeld, in gebruik te willen nemen, doch voor wie nog geen tuin beschikbaar is. 6. Ondersteunende leden zijn natuurlijke personen en rechtspersonen die de vereniging steunen met een jaarlijkse bijdrage zonder dat daaruit enige verplichting voortvloeit voor de vereniging. TOELATING Artikel 6. 1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden en/of kandidaat-leden. 2. Bij niet-toelating als lid kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten. 3. Ereleden en leden van verdienste worden benoemd door de algemene vergadering op voordracht van het bestuur. AANVANG LIDMAATSCHAP Artikel 7. 1. Het lidmaatschap vangt aan bij de toetreding tot de vereniging. 2. Het moment van toetreding moet blijken uit een door het bestuur schriftelijk verstrekte kennisgeving van toelating.
EINDE LIDMAATSCHAP Artikel 8. 1. Het lidmaatschap eindigt: a. door overlijden van het lid; b. door opzegging door het lid; c. door opzegging namens de vereniging; d. door ontzetting (royement). 2. Bij overlijden kan het lidmaatschap desgewenst overgaan op de echtgenoot/-note of één van de wettige erfgenamen in de eerste graad of stiefkind, mits aan het gestelde in artikel 5 lid 1 wordt voldaan en mits de betrokkene bij een andere amateurtuindersvereniging niet is geroyeerd. Een lid kan bij het bestuur een verzoek indienen om na zijn overlijden een bepaalde relatie vóór anderen in aanmerking te laten komen voor de overname van zijn tuinhuur, welke relatie zonodig de opstallen en dergelijke van de erfgenamen dient over te nemen. Het bestuur zal zijn beslissing schriftelijk aan het betrokken lid mededelen. 3. Opzegging door het lid kan tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken schriftelijk geschieden aan het bestuur. In bijzondere gevallen kan het bestuur ten gunste van het lid hiervan afwijken. 4. Opzegging namens de vereniging kan geschieden, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, tegen het einde van het verenigingsjaar met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken en mits schriftelijk door het bestuur aan het lid bekend gemaakt wanneer: a. een lid heeft opgehouden aan de vereisten door de statuten voor het lidmaatschap gesteld te voldoen; b. redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. 5. Een lid kan binnen vier weken nadat hem een besluit, waarbij de verplichtingen van de leden zijn verzwaard, is bekend geworden of is medegedeeld door opzegging van zijn lidmaatschap de toepasselijkheid van het desbetreffende besluit te zijner opzichte uit sluiten. Vorenstaande geldt niet indien de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard. 6. Ontzetting (royement) kan worden uitgesproken door het bestuur na ingebrekestelling, waarbij het lid in de gelegenheid wordt gesteld binnen veertien dagen alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen, wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging opzettelijk benadeelt. 7. Bij ontzetting uit het lidmaatschap zal betrokkene ten spoedigste – in ieder geval binnen één week nadat de ontzetting is uit gesproken – per aangetekend schrijven van het besluit in kennis worden gesteld, onder gelijktijdige opgave van de motivering tot het genomen besluit. Binnen één maand na dagtekening van de kennisgeving van het besluit tot ontzetting, respectievelijk het opleggen van een boete, kan betrokkene beroep instellen bij de beroepscommissie. De leden van deze commissie worden door de algemene vergadering uit haar midden benoemd voor de tijd van drie jaren. De besluiten van de commissie zijn bindend. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Gedurende de schorsingstermijn kan het betrokken lid geen van zijn lidmaatschapsrechten uitoefenen. De verplichting van het lid zijn tuin te onderhouden blijft gedurende de schorsingstermijn bestaan, tenzij het bestuur anders beslist. Samenstelling en werkwijze van de commissie worden geregeld in het Huishoudelijk Reglement. GELDMIDDELEN Artikel 9. De geldmiddelen worden gevormd door: a. inleggelden; b. contributie; c. baten van in gebruik gegeven grond; d. gekweekte rente; e. toevallige baten. JAARLIJKSE CONTRIBUTIE EN ANDERE VERPLICHTINGEN Artikel 10. 1. De leden en de kandidaat-leden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse contributie, zoals die door de algemene vergadering is vastgesteld. 2. Op grond van sociale indicatie is het bestuur bevoegd maar niet verplicht, in naar zijn oordeel noodzakelijke gevallen, gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van de jaarlijkse contributie te verlenen. 3. Hoogte en karakter van de jaarlijkse contributie en van de inleggelden worden jaarlijks in de algemene vergadering vastgesteld.
4. De leden zijn verplicht de hun in gebruik aangewezen tuin goed en regelmatig te onderhouden, inclusief de aangrenzende paden en sloten. 5. De leden zijn gehouden tot het betalen van een periodieke vergoeding wegens het gebruik van de hun toegewezen tuin, zoals door de algemene vergadering is vastgesteld. VERENIGINGSJAAR Artikel 11. Het verenigingsjaar loopt van één januari tot en met één en dertig december. HET BESTUUR (Benoeming-schorsing-ontslag). Artikel 12. 1. Het bestuur van de vereniging wordt door de algemene vergadering uit de leden benoemd. 2. Het bestuur van de vereniging bestaat uit tenminste vijf leden. 3. De bestuursleden worden gekozen voor de tijd van drie jaar. 4. De voorzitter wordt in functie gekozen; de andere functies worden door het bestuur onderling verdeeld. 5. Elk bestuurslid treedt af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreding. De aftredende is terstond herkiesbaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats in van zijn voorganger. 6. De verkiezing van bestuursleden geschiedt zo mogelijk uit meer kandidaten dan er vacatures in het bestuur zijn. De verkiezing geschiedt uit een voordracht van het bestuur en/of tenminste vijf leden. 7. Een bestuurslid kan, ook al is hij/zij voor een bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door het bestuur tot de eerstkomende algemene vergadering worden geschorst, indien: a. het bestuurslid in strijd met de wet, de statuten, reglementen en/of besluiten van de vereniging handelt; b. het bestuurslid de belangen van de vereniging niet naar behoren behartigt. In de eerstvolgende algemene vergadering wordt de beslissing voorgelegd aan de leden of ontslag hierop volgt. Deze vergadering dient binnen een maand na de schorsing te worden uitgeschreven. Het bestuurslid dat is ontslagen dan wel geschorst casu quo zijn/haar functie heeft neergelegd, is verplicht de in zijn/haar bezit zijnde administratieve bescheiden en verdere eigendommen van de vereniging binnen veertien dagen over te dragen aan een door het bestuur aan te wijzen bestuurslid. 8. Het bestuurslidmaatschap eindigt met onmiddellijke ingang: a. bij overlijden van een bestuurslid; b. bij beëindiging van het verenigingslidmaatschap van het bestuurslid. TAAK EN BEVOEGDHEDEN BESTUUR Artikel 13. 1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging met uitzondering van die handelingen, als zodanig in de statuten vermeld. 2. Uit het bestuur wordt het dagelijks bestuur gevormd, bestaande uit de voorzitter, secretaris en penningmeester, aan welk college de dagelijkse leiding van de vereniging wordt opgedragen. 3. Indien het aantal bestuursleden beneden het aantal van vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk - in ieder geval binnen vier weken - een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt. 4. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur als zodanig worden benoemd, onder nadere goedkeuring van de algemene vergadering. 5. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten inzake kopen, verkopen, verwerven, verhuren, vervreemden, huren of bezwaren van onroerende goederen, het sluiten van kredietovereenkomsten en het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan. In gebruik geven van amateurtuinen van het eigen complex valt buiten het bepaalde in dit lid. 6. Het bestuur is bevoegd tot het opleggen van boetes en/of andere maatregelen. Tegen deze maatregel is binnen een maand beroep mogelijk op de commissie als bedoeld in artikel 8, lid 7.
VERTEGENWOORDIGING Artikel 14. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris tezamen of door hun plaatsvervangers. ALGEMENE VERGADERING (Algemeen) Artikel 15. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering (jaarvergadering) gehouden. 1. Aan de algemene vergadering komen alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of statuten aan andere organen zijn opgedragen. 2. In de algemene vergadering komen onder meer aan de orde: a. het jaarverslag over het door het bestuur in het afgelopen verenigingsjaar gevoerde beleid; b. het jaarverslag over het gevoerde financiële beleid onder overlegging van balans en staat van baten en lasten; c. het verslag van de kascommissie; d. de benoeming van de kascommissie voor het volgende verenigingsjaar; e. de begroting voor het nieuwe verenigingsjaar. TOEGANG EN STEMRECHT Artikel 16. 1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging met uitzondering van de onder lid 2 van dit artikel genoemde leden. 2. Geen toegang hebben geschorste leden en/of geschorste bestuursleden, behalve tijdens behandeling van het agendapunt waarin hun schorsing, ontzetting of ontslag aan de orde komt. 3. Ieder lid van de vereniging dat een tuin in gebruik heeft bij de vereniging en niet geschorst is heeft stemrecht en kan een stem uitbrengen. 4. Een lid dat een tuin in gebruik heeft en niet geschorst is, kan zijn of haar stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid laten uitbrengen. Een lid kan slechts gemachtigde zijn van één ander lid. BIJEENROEPING Artikel 17. 1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden. De termijn voor oproeping bedraagt ten minste zeven dagen. 2. Algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk oordeelt, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 15. 3. Voorts is het bestuur op schriftelijk met redenen omkleed verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende deel van de stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping over gaan door oproeping overeenkomstig het gestelde onder lid 1 van dit artikel dan wel bij advertentie in tenminste één veel gelezen dagblad in de gemeente waar de vereniging statutair is gevestigd. VOORZITTERSCHAP - NOTULEN Artikel 18. 1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn/haar plaatsvervanger. Bij afwezigheid van de voorzitter en zijn/haar plaatsvervanger treedt een der andere bestuursleden – door het bestuur aan te wijzen – als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve. 2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door het bestuur daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die op de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd en daarna door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend. BESLUITVORMING Artikel 19. 1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of - indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde - een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. 4. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats totdat hetzij een persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) blijft telkens buiten beschouwing degene op wie bij de voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Ingeval bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen. 5. Indien de stemmen staken over een voorstel, niet rakende de verkiezing van personen, is het voorstel verworpen. 6. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter of de vergadering een schriftelijke stemming gewenst acht. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Bij enkele kandidaatstelling kan hiervan worden afgeweken. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een of meer stemgerechtigden hoofdelijke stemming verlangen. 7. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. STATUTENWIJZIGING Artikel 20. 1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden vastgesteld. 2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste zeven dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, zenden aan alle leden. 3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet twee/derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt na een week doch in ieder geval binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, kan besloten worden, mits met een meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. 4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. ONTBINDING Artikel 21. 1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 van artikel 20 is van overeenkomstige toepassing. 2. Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder hunner ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven. HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 22. 1. De algemene vergadering zal een huishoudelijk reglement vaststellen. 2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd met de wet zijn, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
SLOTBEPALINGEN Artikel 23. 1. In bestuurs-, commissie- of algemene vergaderingen kunnen geen besluiten worden genomen of stemmingen worden gehouden over punten die niet in de agenda der vergadering vermeld zijn. 2. Beslissingen in alle zaken waarin bij de wet, statuten of huishoudelijk reglement niet is voorzien, berusten behoudens de verantwoording aan de algemene vergadering - bij het bestuur.
Aldus vastgesteld door de Algemene Vergadering op 22 april 1995. Notariële akte van 18 oktober 1995.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Iedere huurder van een tuin moet lid zijn van Amateurtuindersvereniging "Het Kloosterpark", gevestigd te De Bilt, en moet meerderjarig zijn. Artikel 2. 1. a. De aanvraag voor het kandidaat-lidmaatschap dient schriftelijk bij de secretaris van de vereniging te geschieden. b. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag moet € 50,00 inschrijfgeld zijn voldaan. 2. Zij, die zich voor het kandidaat-lidmaatschap hebben opgegeven (en het inschrijfgeld hebben voldaan), worden door het bestuur op een "wachtlijst geïnteresseerden" geplaatst, zulks in volgorde van de datum van binnenkomst van de betaling, waarbij inwoners van de gemeente De Bilt voorrang hebben. Artikel 3. 1 a. Aan het kandidaat-lid wordt een exemplaar van de statuten en de reglementen verstrekt. b. Kandidaat-leden zijn vrijgesteld van contributie tot het moment waarop tuinhuur is verschuldigd. c. Leden en kandidaat-leden ontvangen het verenigingsorgaan. 2. Kandidaat-leden worden in volgorde opgeroepen bij het vrijkomen van amateurtuinen. Een kandidaat-lid heeft, in overleg met het bestuur, het recht tweemaal van de aangeboden tuinen af te zien, zonder dat dit consequenties heeft ten aanzien van de stand op de wachtlijst. Het bestuur beslist bij de derde weigering over het al dan niet handhaven van het betreffende lid op de wachtlijst. Artikel 4. Het kandidaat-lid dat een amateurtuin heeft toegewezen gekregen, betaalt aan de vereniging de reglementair en door besluiten van de algemene vergadering vastgestelde bijdragen. LEDEN Artikel 5. 1. Ieder lid heeft de vrije beschikking over de in gebruik gegeven tuin, doch is verplicht deze van de aanvang af in goede toestand te brengen en te houden. 2. Overeenkomstig de doelstelling van de vereniging dienen de tuin en de opstallen op de tuin voor ontspanning van het lid en de gezinsleden; het uitoefenen van beroepsmatige handelingen is derhalve niet toegestaan. 3. Leden worden geacht de op de hen toegewezen tuin aanwezige opstallen en beplantingen in eigendom te bezitten. Deze strekken volledig tot onderpand van de uit het lidmaatschap en de huurovereenkomst voortvloeiende financiële verplichtingen. 4. De leden mogen hun tuin slechts overdragen door tussenkomst van het bestuur. Ook de financiële afhandeling van de verkoop van opstallen en dergelijke dient door tussenkomst van het bestuur geregeld te worden. 5. Ieder lid wordt geacht de bepalingen van statuten en reglementen, alsmede de overige door het bestuur vastgestelde en behoorlijk bekend gemaakte regels te kennen. 6. De leden zijn verplicht de statuten en de reglementen van de vereniging, alsmede de besluiten van de algemene vergadering, ook al waren zij niet tegenwoordig of vertegenwoordigd, stipt op te volgen en zijn volledig aansprakelijk voor de gedragingen van hun gezinsleden en hun bezoekers. 7. De leden zijn verplicht deel te nemen aan de algemene werkzaamheden ten behoeve van de vereniging. 8. Eigendommen van de vereniging dienen op eerste aanvraag van het bestuur te worden ingeleverd. Artikel 6. 1. De leden kunnen zich volgens de daarvoor geldende regels laten kiezen in het bestuur of een der commissies. 2. In de gevormde commissies kan de echtgenoot/-note of een gezinslid van een lid gekozen worden, echter met uitzondering van de kas(controle)commissie en de beroepscommissie. Artikel 7. 1. De periodieke vergoeding wegens gebruik van een tuin loopt gelijk met het verenigingsjaar, zoals bepaald in artikel 11 van de statuten.
2. De betaling van de periodieke vergoeding wegens gebruik van een tuin, de contributie en andere jaarlijkse vergoedingen moeten uiterlijk 1 december voorafgaand aan het desbetreffende verenigingsjaar in het bezit zijn van de penningmeester, tenzij anders schriftelijk overeengekomen met het bestuur. 3. Leden zijn verplicht van een verhuizing en/of wijziging van telefoonnummer of e-mailadres schriftelijk melding te maken aan de secretaris met vermelding van het tuinnummer. EINDE LIDMAATSCHAP Artikel 8. 1. Het lidmaatschap eindigt ingevolge het gestelde in artikel 8 van de statuten. 2. Bij beëindiging van het lidmaatschap is het lid gehouden de tijdens zijn/haar lidmaatschap in gebruik gegeven tuin "zwart", d.w.z. vrij van onkruid en roerende zaken, op te leveren. Indien de tuin niet "zwart" wordt opgeleverd, zal het bestuur opdracht aan derden geven om op kosten van het betreffende lid dit te laten doen. Deze kosten dienen binnen twee weken na ontvangst van de nota door het desbetreffende lid dan wel, indien de beëindiging het gevolg is van het overlijden van het lid, door diens erfgenaam of erfgenamen te worden betaald. Bij het achterwege blijven van betaling van deze kosten wordt een incassobureau ingeschakeld. 3. Ontzetting, ingevolge artikel 8 lid 6 en 7 van de statuten, kan worden uitgesproken door het bestuur indien het lid: a. niet binnen de gestelde termijn na schriftelijke ingebrekestelling aan zijn/haar verplichtingen voldoet; b. bij herhaling ingevolge statuten, reglementen of besluiten van de vereniging in gebreke moet worden gesteld; c. zich schuldig maakt aan wangedrag, waaronder mede is te verstaan elke gedraging of handeling die de goede gang van zaken en het vriendschappelijk verkeer tussen de leden onderling verstoort of het aanzien van de vereniging schaadt. 4. a. Lid 3 sub a en b van dit artikel zal niet worden toegepast alvorens het betrokken lid tenminste tweemaal schriftelijk is gewaarschuwd en hij/zij niet binnen 14 dagen na de laatste waarschuwing daaraan gevolg heeft gegeven. b. Indien de beroepscommissie, bedoeld in artikel 8 lid 7 van de statuten, besluit tot verwerping van de ontzetting, wordt hierdoor tevens de schorsing opgeheven en het betreffende lid in zijn/haar rechten hersteld. c. Handhaaft de beroepscommissie het besluit tot ontzetting, dan brengt het bestuur dit besluit uiterlijk 10 dagen na ontvangst van het besluit van de commissie per aangetekend schrijven ter kennis van betrokkene. Artikel 9. Ten aanzien van de in artikel 8 lid 7 van de statuten bedoelde beroepscommissie gelden de volgende regels: a. De commissie bestaat uit drie vaste en twee plaatsvervangende leden, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De vaste leden zijn eenmaal herkiesbaar. Voor de plaatsvervangende leden geldt geen maximum zittingsduur. b. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter en een secretaris. Bij gebreke van overeenstemming beslist het bestuur. c. Elk jaar treedt één van de vaste leden af volgens een door het bestuur vast te stellen rooster. d. Het beroep wordt ingesteld door een tot de commissie te richten, door de belanghebbende ondertekend, beroepschrift, dat: 1. het bestreden besluit vermeldt en de dagtekening daarvan; 2. de gronden bevat waarop het beroep wordt ingesteld; 3. het verzoek inhoudt het bestreden besluit te vernietigen. Een afschrift van het bestreden besluit wordt bijgevoegd. e. De commissie hoort de belanghebbende en stelt hem/haar in de gelegenheid getuigen mede te brengen. Hij/zij kan zich doen bijstaan door een advocaat of een andere adviseur. Deze raadslieden mogen de zitting(en) bijwonen, aldaar het woord voeren en schrifturen indienen. De commissie stelt het bestuur in de gelegenheid zich tijdens de hoorzitting door een of meer van zijn leden te laten vertegenwoordigen. f. Het in artikel 8 lid 4 sub b bepaalde behoeft niet in acht te worden genomen, indien het betreft een besluit tot ontzetting, uitsluitend gegrond op wanbetaling van aan de vereniging verschuldigde gelden, nadat het lid tweemaal tevergeefs een termijn van 14 dagen is gegund waarbinnen hij/zij alsnog aan zijn/haar verplichtingen kan voldoen. g. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen.
h. Op grond van niet-inachtneming van het sub d bepaalde wordt geen niet-ontvankelijkheid uitgesproken dan nadat de commissie de belanghebbende heeft uitgenodigd het verzuim te herstellen en daaraan door het lid geen gevolg is gegeven. i. De commissie zendt een afschrift van het beroepschrift aan het bestuur. Van haar beslissing wordt een afschrift aan het bestuur alsmede aan belanghebbende gezonden. j. De commissie kan gemaakte onkosten declareren bij de penningmeester.
Artikel 10. Uitbetalingen aan een vertrekkend lid of diens rechtmatige erfgenamen zal uitsluitend plaatsvinden na aftrek van eventuele schulden, nadat een kandidaat-lid de desbetreffende tuin is toegewezen en hij/zij het in artikel 4 bedoelde bedrag en de overnamesom aan de vereniging heeft betaald. Artikel 11. Afwijkingen van het in artikel 8 lid 2 van de statuten bepaalde ten aanzien van de overgang van het lidmaatschap bij overlijden kunnen op schriftelijk verzoek van het lid door het bestuur worden toegestaan. Artikel 12. Bij beëindiging van het lidmaatschap vindt geen terugbetaling van contributie plaats. Terugbetaling van tuinhuur en overige vooruitbetaalde kosten kan plaatsvinden vanaf de datum van verrekening met het kandidaat-lid. Artikel 13. Een vertrekkend lid, van wie de tuin is overgedragen aan een kandidaat-lid, dient de niet-overgenomen eigendommen zo spoedig mogelijk na datum van overdracht te verwijderen. Wordt hieraan binnen een redelijke termijn niet voldaan zonder dat hieromtrent schriftelijk een andere regeling is overeengekomen, dan vervallen deze aan de vereniging. BESTUUR Artikel 14. 1. Het bestuur is belast met de uitvoering van het beleid. Het voert het beheer over alle eigendommen van de vereniging en draagt zorg voor de instandhouding en het onderhoud ervan. Het bestuur stelt regels vast ten aanzien van de uitvoerende taken die zijn toegewezen aan de diverse commissies en ziet toe op de juiste uitvoering van die taken. Het bestuur is voor het gevoerde beleid en beheer en voor de door de commissies uitgevoerde taken verantwoording schuldig aan de algemene vergadering. 2. De bestuursleden hebben het recht van toegang tot alle bijeenkomsten en commissievergaderingen. Artikel 15. De voorzitter is woordvoerder namens de vereniging. Hij/zij geeft leiding aan het bestuurswerk en leidt de bestuurs- en algemene vergaderingen. Artikel 16. 1. De secretaris is belast met de correspondentie van de vereniging en houdt daarvan afschrift. Van alle in- en uitgaande stukken geeft hij/zij kennis aan het bestuur in vergadering (en vooraf aan het dagelijks bestuur). 2. De secretaris is verder belast met: a. het bijhouden van de ledenadministratie; b. het uitbrengen van een verslag aan de(jaarlijkse) algemene vergadering over het afgelopen jaar met betrekking tot mutaties in het ledenbestand en het gevoerde beleid; c. het bijhouden van een archief. Artikel 17. De penningmeester is belast met: a. het innen van de in artikel 9 van de statuten genoemde geldmiddelen en het verrichten van betalingen; b. het beheren van de gelden en het voeren van de hieraan verbonden administratie; c. het uitbrengen van een verslag aan de (jaarlijkse) algemene vergadering over het gevoerde financiële beleid over het afgelopen jaar, zoals genoemd in artikel 15 lid 2 sub b van de statuten;
d. het opstellen van een begroting voor het nieuwe verenigingsjaar, zoals genoemd in artikel 15 lid 2 sub e van de statuten; e. het bijhouden van een financieel archief. Artikel 18. Het bestuur is gerechtigd het totaalbedrag van de begroting in verband met onvoorziene omstandigheden met 15% te overschrijden. Artikel 19. De secretaris en de penningmeester kunnen met instemming van de overige bestuursleden een deel van hun werkzaamheden overdragen aan een ander bestuurslid of een commissielid die voor deze werkzaamheden verantwoording schuldig is aan de desbetreffende functionaris. Artikel 20 1. Een voordracht van kandidaten voor een bestuursfunctie, zoals bedoeld in artikel 12 lid 6 van de statuten, dient vergezeld te zijn van een bevestiging van instemming van deze kandidaten en moet - voorzover de voordracht is gedaan door tenminste vijf leden - vóór de aanvang van de vergadering waarin de verkiezing zal plaatsvinden aan de voorzitter worden overhandigd. 2. Om als kandidaat te kunnen worden voorgedragen, dient betrokkene tenminste een jaar een tuin binnen de vereniging toegewezen te hebben gekregen. Artikel 21. Bij voorkeur dienen leden van het dagelijks bestuur ingezetenen te zijn van de gemeente De Bilt. VERGADERINGEN Artikel 22. Naast de algemene vergadering, eventueel aangevraagd door de leden, kent de vereniging: a. bestuursvergaderingen; b. commissievergaderingen. Artikel 23. 1. De jaarlijkse algemene vergadering wordt bij voorkeur gehouden in april. 2. De agenda voor deze vergadering dient minstens 14 dagen voor de vergadering aan de leden te zijn toegezonden. 3. Voorstellen voor deze vergadering moeten vóór 1 februari bij de secretaris zijn ingediend. De ingediende voorstellen worden voorzien van een preadvies van het bestuur en op de agenda opgenomen. Amendementen op zowel bestuurs- als ledenvoorstellen dienen uiterlijk 5 dagen voor de vergadering bij de secretaris binnengekomen te zijn. 4. Algemene vergaderingen, als bedoeld in de artikelen 17 lid 2 en 17 lid 3 van de statuten, dienen op een zodanig tijdstip gehouden te worden dat zo veel mogelijk leden deze kunnen bijwonen. De agenda voor deze vergaderingen dient minstens 14 dagen voor de vergadering bekend gemaakt te zijn. 5. Tijdens algemene vergaderingen worden bij schriftelijke stemming drie leden buiten het bestuur aangewezen voor het openen, lezen en tellen van de stembriefjes. De uitslag wordt door de voorzitter aan de vergadering bekend gemaakt. 6. Van onwaarde zijn stembriefjes welke: a. blanco zijn; b. ondertekend zijn; c. onleesbaar zijn; d. niet aan het doel waarvoor de stembriefjes zijn uitgereikt voldoen. 7. Indien een lid tijdens een stemming tevens wil stemmen namens een ander lid, dient de schriftelijke machtiging daartoe vóór de vergadering aan de voorzitter te zijn overhandigd. BESTUURS- EN COMMISSIEVERGADERINGEN Artikel 24. 1. Vergaderingen van het bestuur worden gehouden op voorstel van de voorzitter of van twee leden van het bestuur. 2. De oproep voor een vergadering dient minstens 6 dagen voor de datum der vergadering te geschieden.
3. Alle besluiten dienen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen genomen te worden. Artikel 25. 1. Commissievergaderingen worden gehouden op voorstel van één of meer leden van de commissie. 2. In de commissie, met uitzondering van de kas(controle)commissie en de beroepscommissie, heeft een bestuurslid zitting voor de coördinatie met het bestuur. 3. Commissievergaderingen worden geleid door een uit de commissieleden gekozen voorzitter. Artikel 26 De voorzitter geeft op vergaderingen of bijeenkomsten het woord of ontneemt dit, indien dit buiten de goede orde gaat. Hij/zij heeft het recht debatten te sluiten, indien hij/zij van mening is dat de vergadering voldoende is ingelicht. Hij/zij is gerechtigd een ieder die de orde verstoort het verder bijwonen van de vergadering te ontzeggen. Hij/zij kan een vergadering schorsen en/of na overleg met de overige leden van het bestuur casu quo van de commissie verdagen. Artikel 27. Voor een goede bewindvoering wordt een tuinreglement vastgesteld. COMMISSIES Artikel 28. Ter uitvoering van het in het vorige artikel bedoelde tuinreglement kunnen onder meer worden ingesteld: a. kas(controle)commissie; b. begeleidingscommissie; c. technische commissie; d. schouwcommissie; e. contactpersonen. Artikel 29. Voor de taak- en functieomschrijving van de in artikel 28 genoemde commissies wordt verwezen naar de afzonderlijke daarvoor bepaalde regelingen. Artikel 30. 1. Elke commissie bestaat uit tenminste twee en ten hoogste zeven leden. 2. De verkiezing geschiedt uit een schriftelijke voordracht van het bestuur en/of tenminste drie leden, welke uiterlijk 10 dagen voor de vergadering, waarin de verkiezing aan de orde wordt gesteld, aan de leden moet worden bekend gemaakt. Artikel 31. 1. De leden van de in artikel 28 genoemde commissies worden benoemd voor een periode van drie jaren. De leden van de in artikel 28 sub b, c en d genoemde commissies zijn terstond herkiesbaar. 2. De leden van de in artikel 28 genoemde commissies treden af volgens een door het bestuur op te stellen rooster. Artikel 32. 1. Indien naar de mening van het bestuur de leden van de in artikel 28 genoemde commissies hun taak niet of niet in voldoende mate uitvoeren, is het bestuur gerechtigd hen tot de eerstvolgende algemene vergadering in die hoedanigheid te schorsen. 2. Alvorens dit geschiedt zal het bestuur de betrokkene in de gelegenheid stellen zich in een van zijn vergaderingen te verantwoorden. Artikel 33. Bij tussentijdse vacatures in één van de in artikel 28 genoemde commissies of bij ingevolge artikel 32 besloten schorsing: a. zijn de commissieleden verplicht de in hun bezit zijnde bescheiden of andere eigendommen van de vereniging binnen 14 dagen over te dragen aan een door het bestuur aan te wijzen bestuurslid; b. benoemt het bestuur een nieuw commissielid, die op het rooster van aftreden de plaats van de voorganger inneemt. Deze benoeming wordt aan de eerstvolgende algemene vergadering ter bekrachtiging voorgelegd.
Artikel 34. Evenals de leden van het bestuur hebben de leden van de in artikel 28 genoemde commissies voor de uitoefening van hun functie op eerste verzoek het recht van toegang tot de tuinen en de opstallen. Artikel 35. 1. De leden van niet in artikel 28 genoemde commissies, in het leven geroepen hetzij door het bestuur hetzij door de algemene vergadering, worden benoemd voor de duur van de opdracht. 2. De duur van de opdracht mag maximaal 12 maanden bedragen. Artikel 36. De kas(controle)commissie bestaat uit drie leden, welke geen deel uitmaken van het bestuur. Bij de kascontrole zijn tenminste twee leden van de commissie aanwezig. Elk jaar treedt één lid af. Artikelen 37 t/m 44. (vervallen) TUINRUIL Artikel 45. Een lid kan een schriftelijk met redenen omkleed verzoek indienen om bij het vrijkomen van een tuin daarvoor in aanmerking te komen. Door een lid mag slechts één maal een verzoek worden ingediend. Het bestuur beslist of aan het verzoek kan worden voldaan. Bij afwijzing van het verzoek staat voor het betrokken lid beroep open op de eerstkomende algemene vergadering. WIJZIGING REGLEMENTEN Artikel 46. 1. In het huishoudelijk reglement, het tuinreglement en het reglement plaatsing opstallen kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van een of meer van deze reglementen zal worden voorgesteld. 2. Een besluit tot wijziging van de in het eerste lid genoemde reglementen behoeft een meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De voorgestelde wijzigingen worden met de convocatie meegezonden. Artikel 47. Een reglementswijziging treedt in werking op de eerste van de maand, volgend op de datum waarop de algemene vergadering deze wijziging heeft vastgesteld. ALGEMEEN Artikel 48. Het bestuur is gerechtigd tot het opleggen van boetes en/of het bepalen van een termijn waarbinnen nagelaten onderhouds- en/of algemene werkzaamheden alsnog dienen te worden uitgevoerd, indien het desbetreffende lid: a. zonder opgaaf van redenen de hem opgedragen algemene werkzaamheden niet of niet naar behoren uitvoert; b. de tuin en/of daarop aanwezige opstallen niet naar behoren onderhoudt; c. zich niet houdt aan bepalingen van statuten en/of reglementen en/of bepalingen van door het bestuur genomen en behoorlijk kenbaar gemaakte besluiten. Artikel 49. Het bestuur, de bestuursleden en de commissieleden zijn in de uitoefening van hun functie niet aansprakelijk voor: a. schade aan eigendommen van leden of bezoekers; b. ongevallen of letsel van welke aard ook; c. diefstal, beschadiging of verlies op enigerlei wijze. BORGKOSTEN Artikel 50. 1. Ieder lid is verplicht bij aanvang van diens lidmaatschap eenmalig borgkosten ten bedrage van € 250,-- te betalen.
2. Diegenen, die op de datum van inwerkingtreding van het eerste lid reeds lid zijn, zijn verplicht om: a. met ingang van 1 januari 2015 borgkosten te betalen ten bedrage van € 50,-- minus het bedrag dat op die datum reeds aan borgkosten is betaald op basis van het bepaalde in de eerste volzin, zoals dat gold *) vóór de datum van inwerkingtreding van het eerste lid; b. met ingang van 1 januari 2016 jaarlijks borgkosten ten bedrage van € 50,-- te betalen, zulks totdat in totaal € 250,-- aan borgkosten is betaald. 3. Bij beëindiging van het lidmaatschap wordt aan het lid de betaalde borg terugbetaald, mits het lid de tuin ingevolge het bepaalde in artikel 8 lid 2 "zwart" heeft opgeleverd. Artikel 51. Alle in de statuten en/of huishoudelijk reglement en/of tuinreglement genoemde bedragen worden iedere 5 jaar verhoogd met de totale inflatie van de daaraan voorafgaande 5 jaar. *) De eerste volzin van artikel 50 luidde vóór de wijziging van die bepaling (vastgesteld door de Algemene Vergadering bij besluit van 14-4-2014) aldus: “Ieder lid is verplicht borgkosten ad € 5,-- per jaar te betalen met een maximum van 10 jaar.”
Wijzigingen van het Huishoudelijk Reglement zijn vastgesteld door de Algemene Vergadering bij besluiten van: - april 1995; - 10 april 2006; - 24 april 2009; - 17 april 2012; - 22 april 2013 ; - 14 april 2014.
TUINREGLEMENT Artikel 1. Tuinen, opstallen e.d. moeten worden aangewend als amateurtuin teneinde daarop als ontspanning te tuinieren. De leden zijn gehouden de tuin en opstallen goed te onderhouden en te gebruiken overeenkomstig de bestemming. Artikel 2. Na overleg tussen bestuur en betrokkene is het lid verplicht op zijn tuin de werkzaamheden toe te staan die het bestuur voor instandhouding of verbetering van het complex dan wel aangrenzende tuinen noodzakelijk acht. Artikel 3. De leden zijn aansprakelijk voor al hetgeen door andere, door hen uitgenodigde, personen op het tuincomplex in strijd met de reglementen of bepalingen wordt verricht. Artikel 4. Als verkaveling daartoe aanleiding geeft, dienen de leden recht van overpad te verlenen aan diegenen voor wie dat nodig is om hun tuin en/of de sloot te bereiken. Voor de sloot geldt dit uitsluitend indien deze niet via de normaal te gebruiken paden te bereiken is. Artikel 5. Ieder lid dient de aan zijn tuin grenzende paden, sloten, taluds, heggen, groenstroken e.d. volgens opdracht en aanwijzingen van het bestuur te onderhouden (incl. snoeien) en schoon te houden. Artikel 6. Het door de vereniging beschikbaar gesteld nummerbord dient op de aangegeven plaats te worden bevestigd. OPSTALLEN, BOUWSELS e.d. Artikel 7. 1. Behoudens het bepaalde bij wet of gemeentelijke verordening is het toegestaan op een tuin op te richten of te doen oprichten, zulks met inachtneming van het bepaalde in het Reglement Plaatsing Opstallen: a. een opstal voor het bewaren en opslaan van tuingereedschappen (“schuur”) met een grondoppervlak van maximaal 6 m2 en een nokhoogte van maximaal 2,5 meter; b. een tuinkas met een grondoppervlak van maximaal 8 m2 en een nokhoogte van maximaal 3 meter. 2. De afstand van de in het eerste lid bedoelde schuren en tuinkassen tot de zijdelingse perceelgrenzen moet tenminste 2,5 meter bedragen. 3. De opstallen dienen te voldoen aan de door of namens Burgemeester en Wethouders te stellen eisen. 4. Het is verboden meer of andere dan de in het eerste lid bedoelde opstallen op te richten, te doen oprichten of aan te houden. 5. Voor het bouwen, verbouwen of wijzigen van opstallen of welke andere bouwsels ook volgens het Reglement Plaatsing Opstallen is toestemming van het bestuur vereist. Tot uitvoering mag eerst worden overgegaan nadat schriftelijke toestemming is verkregen. 6. De toestemming dient schriftelijk te worden aangevraagd bij het bestuur, zo nodig onder overlegging van een tekening. 7. De toestemming zal worden geweigerd indien het gewenste bouwsel niet voldoet aan redelijke eisen of aan het gestelde in het eerste, tweede en derde lid. 8. Andere getimmerten hoger dan 0,75 meter mogen op of om de tuin niet worden aangebracht. Onder getimmerten worden niet verstaan afscheidingen van gaas, niet hoger dan 1,25 meter. 9. Twee of meer aan elkaar grenzende tuinen, gehuurd door hetzelfde lid, worden voor dit reglement als één tuin beschouwd. 10. Bij wederopsplitsing der tuinen worden de opstallen per tuin teruggebracht in overeenstemming met het Reglement Plaatsing Opstallen. Artikel 8. Ten aanzien van opstallen, bouwsels, c.q. wijzigingen waartoe volgens artikel 7 lid 5 van dit reglement geen toestemming is verleend, is het bestuur gerechtigd deze op kosten van het betrokken lid te laten verwijderen c.q. in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Artikel 9. De afstand van broeibakken (zgn. platglas) tot de scheidingslijn moet tenminste 0,50 meter bedragen. In onderling overleg is het toegestaan hiervan af te wijken.
VERBODEN Artikel 10. Naast hetgeen elders in dit reglement is bepaald is het de leden op het tuincomplex verboden: a. onbevoegd de tuin van een ander lid te betreden; b. afval te verbranden; c. beplantingen te hebben die hinder aan derden veroorzaken. Dit houdt in ieder geval in dat: - de ruimte tussen het hek van de tuin en de gemeenschappelijk te gebruiken paden schoon gehouden moet worden (vrij van onkruid, beplanting vrij en gevrijwaard van andere belemmeringen); - de beplanting in de tuin niet meer dan 10 cm door of over de afscheiding met andere tuinen mag groeien; - de beplanting in de tuin niet over de afscheiding met de gemeenschappelijk te gebruiken paden mag groeien; - men er bij de beplanting van de tuin rekening mee moet houden dat men zo min mogelijk licht en/of zon bij zijn/haar buren wegneemt (beplanting van rijen struiken enz. bij voorkeur in de richting noord-zuid); d. beplantingen te hebben die hoger zijn dan 3 meter, zulks onverminderd het bepaalde in dit artikel onder g en h; e. bomen op een afstand van minder dan 2 meter van de erfafscheiding te planten of te hebben; f. struiken op een afstand van minder dan 1 meter van de afscheiding met andere tuinen te planten of te hebben; g. struiken over een afstand van 2 meter, gerekend vanaf de afscheiding met de gemeenschappelijk te gebruiken paden, hoger te laten groeien dan 1,5 meter; h. struiken over een afstand van 2 meter, gerekend vanaf de afscheiding met andere tuinen, hoger te laten groeien dan 1 meter; i. pluimvee, konijnen, varkens en andere diersoorten te houden; j. verwarmingsinstallaties, van welke soort ook, te gebruiken zonder toestemming van het bestuur; k. zodanige handelingen te verrichten of te laten verrichten dat daarmee het volle genot van andere leden wordt beperkt dan wel teniet gedaan wordt, zulks ter beoordeling van het bestuur; l. de tuin als opslagplaats te gebruiken of te laten gebruiken; m. die chemische gewasbeschermings- of ongediertebestrijdingsmiddelen toe te passen, waarvan het gebruik wettelijk niet is toegestaan; n. gewasbeschermings- of ongediertebestrijdingsmiddelen, waarvan het gebruik wettelijk is toegestaan, zodanig te verwerken dat: - op het complex aanwezige personen daarvan overlast ondervinden; - in andere tuinen staande gewassen daarvan schade ondervinden. Artikel 11 Het is een ieder verboden: a. al hetgeen dat binnen het tuincomplex aan de zorg en het toezicht van de vereniging is toevertrouwd te verontreinigen, beschadigen of vernielen; b. zonder toestemming van het bestuur materialen, afval, vuilnis e.d. min of meer permanent te (doen) plaatsen op gemeenschappelijk te gebruiken paden en/of parkeerterreinen en/of andere plaatsen dan welke hiervoor uitdrukkelijk zijn aangewezen; c. mest, compost, bouwmaterialen enz., welke niet direct in de tuin kunnen worden gestort, langer dan 2 x 24 uur te laten liggen op gemeenschappelijk te gebruiken paden en parkeerplaatsen. In geen geval mag de vrije doorgang worden belemmerd; d. voertuigen te stallen of te parkeren op andere dan hiervoor bestemde plaatsen; e. een kat bij zich te hebben; f. tijdelijke onderkomens te (doen) plaatsen zonder toestemming van het bestuur; g. honden los te laten lopen en uitwerpselen achter te laten anders dan op de eigen tuin; h. (bal)spelen te beoefenen; i. geluiden ten gehore te brengen die de rust op het complex verstoren; j. afrasteringen te verbreken en grenspalen te verwijderen of te verplaatsen; k. zonder voorkennis en toestemming van het bestuur aankondigingen of mededelingen op de aanplakborden te bevestigen; l. waterkeringen te maken of in de paden te graven; m. wc-afval of chemische middelen, olie, carbolineum of andere schadelijke stoffen in de sloten te doen afvloeien; n. bestuursleden of daartoe aangewezen functionarissen te hinderen bij de controle op de naleving der reglementaire bepalingen.
Artikel 12. Het bestuur is bevoegd, indien de goede orde of redelijkheid dit eist of wanneer men zich schuldig maakt aan overtreding van het gestelde in de artikelen 10 en 11 van dit reglement, zodanige maatregelen te nemen dat eventueel aangerichte schade op het verantwoordelijke lid dan wel op de schuldige(n) wordt verhaald.
SANCTIES Artikel 13. a. Bij overtreding van enige verbodsbepaling en/of niet-nakoming van enige verplichting, aan de leden opgelegd in dit reglement, kan het bepaalde in artikel 8 lid 6 van de Statuten en in artikel 8 lid 3 van het Huishoudelijk Reglement op de betrokken leden worden toegepast, zulks onverminderd de maatregelen die het bestuur ingevolge het bepaalde in enig artikel van het Huishoudelijk Reglement tegen hen kan nemen. b. Voorzover in enig artikel van dit reglement geen met name genoemde sanctie ten opzichte van overtreding van verbodsbepalingen en/of het niet-nakomen van verplichtingen is gesteld, is het bestuur bevoegd een boete op te leggen van ten hoogste € 100,-- per geval, zulks onverminderd het bepaalde onder a. c. Indien het lid enige boete heeft opgelegd gekregen, stelt dat hem of haar niet vrij van het alsnog voldoen aan zijn of haar verplichtingen. OVERGANGSBEPALING Artikel 14. De op de datum van inwerkingtreding van dit reglement bestaande afscheidingen, hoger dan 1,25 meter, kunnen blijven gehandhaafd tot: a. vernieuwen noodzakelijk is; b. het perceel aan een andere huurder wordt toegewezen.
Wijzigingen van het Tuinreglement zijn vastgesteld door de Algemene Vergadering bij besluiten van: - april 1995; - 17 april 2012; - 22 april 2013.
REGLEMENT PLAATSING OPSTALLEN Artikel 1. Het is verboden enige opstal of enig ander bouwsel te plaatsen, te doen plaatsen, te bouwen of te doen bouwen zonder schriftelijke toestemming van het bestuur. Deze toestemming dient schriftelijk te worden aangevraagd. Artikel 2. Het is verboden een schuur te plaatsen, te doen plaatsen, te bouwen of te doen bouwen zonder daarvoor een gemeentelijke bouwvergunning te hebben verkregen. Deze vergunning is belast met gemeentelijke leges en wordt niet eerder verstrekt dan na overschrijving van het daartoe vastgestelde bedrag op de bankrekening van de vereniging (5931517 t.n.v. ATV Het Kloosterpark). Artikel 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 7 van het Tuinreglement en met inachtneming van de in artikel 4 genoemde bebouwingseisen is slechts het plaatsen, doen plaatsen, bouwen of doen bouwen van de navolgende bouwsels toegestaan: 2 a. op percelen met een oppervlak t/m 125 m : een kist; 2 2 b. op percelen met een oppervlak van 126 t/m 150 m : een schuur met een oppervlak van maximaal 4 m ; 2 2 c. op percelen met een oppervlak van 151 t/m 200 m : een schuur met een oppervlak van maximaal 6 m of 2 een tuinkas met een oppervlak van maximaal 8 m ; 2 2 d. op percelen met een oppervlak van 201 m of meer: een schuur met een oppervlak van maximaal 6 m en 2 een tuinkas met een oppervlak van maximaal 8 m . Artikel 4. 1. Ten aanzien van de plaatsing of bouw van schuren gelden de navolgende bebouwingseisen: a. fundering van opgemetselde stenen met een maximale hoogte van 30 cm; *) b. een stenen vloer van tegels of klinkers ; **) c. wanden van horizontale (rabat- of gepotdekselde) delen in de kleur standgroen of bruinzwart ; d. opgeklampte deuren (verticaal) in de kleur standgroen of bruinzwart; e. kozijnen, windveren en raamhout in de kleur wit; **) f. dakbedekking in de vorm van dakbeschot met (zwart gesatineerd) rubberroïd of met kunststofplaten ; g. een kap in de vorm van een zadeldak met een dakhelling van 25° à 30°, een goothoogte van maximaal 1,90 meter en een nokhoogte van maximaal 2,40 meter, dan wel in de vorm van een lessenaarsdak met een dakhelling van 5° à 10°, een goothoogte van maximaal 2,25 meter en een nokhoogte van maximaal 2,50 meter. 2. Ten aanzien van de plaatsing of bouw van tuinkassen gelden de navolgende bebouwingseisen: a. prefab-tuinkas van aluminium roden met glas in de kleur naturel en met een nokhoogte van maximaal 3 meter; b. zelf gebouwde tuinkas met: 1°. onderbouw-wanden van horizontale (rabat- of gepotdekselde) delen in de kleur standgroen of bruinzwart; 2°. bovenbouw-wanden van stijl- en regelwerk in de kleur wit met bij voorkeur éénruiters; 3°. één of meer glasdeuren; 4°. een kap in de vorm van een zadeldak van éénruiters in de kleur wit met een dakhelling van ca. 25°, een goothoogte van maximaal 2,25 meter en een nokhoogte van maximaal 3 meter; c. tuinkas in de vorm van een zgn. “kweektunnel” (stalen constructie met dekzeil van polyethyleen of vergelijkbaar materiaal) met een maximale hoogte van 3 meter. *) voor de goede orde: het is ten strengste verboden een vloer van al dan niet gewapend beton te plaatsen! **) voor de goede orde: het is ten strengste verboden hierbij asbest te gebruiken of te verwerken! Artikel 5. 1. Het desbetreffende lid dient de technische commissie tenminste 10 dagen vóór de datum waarop met de plaatsing of bouw van een opstal dan wel een ander bouwsel een aanvang zal worden gemaakt van dat voornemen schriftelijk op de hoogte te stellen. 2. Het bestuur en de technische commissie zijn bevoegd er op toe te zien dat het plaatsen c.q. bouwen van opstallen en andere bouwsels geschiedt overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 1 t/m lid 3, van het Tuinreglement en de artikelen 3 en 4.
3. Bij de plaatsing of bouw van een opstal dan wel een ander bouwsel dienen de aanwijzingen van de technische commissie terstond en stipt te worden opgevolgd. Wijzigingen van het Reglement Plaatsing Opstallen zijn vastgesteld door de Algemene Vergadering bij besluiten van: april 1995 22 april 2013.