Gebruiksaanwijzing
Alvorens het apparaat te gebruiken
4
Milieutips
4
Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen
5
Controles van de temperatuur
6
Handleiding voor interne onderdelen
7
Handleiding voor het conserveren en ontdooien van voedsel
9
Onderhoud en reiniging
11
Voorzorgsmaatregelingen bij langdurige afwezigheid
12
Opsporen van storingen / Klantenservice
13
Consumentenservice
15
Installatie
16
Elektrische aansluiting
19
Alvorens het apparaat te gebruiken • Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is het raadzaam de gebruiksaanwijzing aandachtig door te lezen. Hierin vindt u een beschrijving van het apparaat en advies voor het bewaren van voedingsmiddelen. Bewaar dit boekje zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen. • Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw leverancier dient binnen 24 uur na de levering van het product van eventuele schade op de hoogte te worden gesteld.
• Het is raadzaam minstens twee uur te wachten alvorens het apparaat in werking te stellen, om het koelcircuit perfect te kunnen laten functioneren. • Zorg ervoor dat de installatie en de elektrische aansluiting door een gekwalificeerd technicus worden verricht overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. • Reinig de binnenkant van het product alvorens het in gebruik te nemen.
Milieutips afvalophaaldienst of de winkel waar u het product heeft aangeschaft. Informatie: Dit apparaat bevat geen CFK. Het koelcircuit bevat R134a (HFC) of R600a (HC), zie serienummerplaatje in het apparaat. Voor apparaten met isobutaan (R600a): isobutaan is een natuurlijk gas dat geen schadelijke invloed heeft op het milieu, maar wel ontvlambaar is. Het is daarom noodzakelijk om te controleren of de leidingen van het koelcircuit niet beschadigd zijn. Dit product kan een gefluorideerd broeikasgas bevatten dat onder het Protocol van Kyoto valt; het koelgas zit in een hermetisch verzegeld systeem. Koelgas: R134a heeft een globaal verwarmingsvermogen (GWP) van 1300. Conformiteitsverklaring Dit apparaat is bestemd voor het conserveren van voedingsmiddelen en is vervaardigd in overeenstemming met de Verordening (EG) nr. 1935/2004.
1. Verpakking Het verpakkingsmateriaal is voor 100% recyclebaar en draagt het recyclingsymbool. Voor de verwerking moeten de plaatselijke voorschriften worden nageleefd. Het verpakkingsmateriaal (plastiek zakken, stukken polystyreen enz.) moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden, omdat het een bron van gevaar kan vormen. 2. Afdanken van het apparaat Het product is vervaardigd uit materiaal dat kan worden gerecycled. Dit apparaat is voorzien van het merkteken volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake Afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier als afval wordt verwerkt, helpt u mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen. Het symbool op het product of op de bijbehorende documentatie geeft aan dat dit product niet als huishoudelijk afval mag worden behandeld. In plaats daarvan moet het worden afgegeven bij een verzamelpunt voor recycling van elektrische en elektronische apparaten. Maak het apparaat op het moment dat het wordt afgedankt onbruikbaar door de voedingskabel door te snijden en de deuren en schappen te verwijderen, zodat kinderen niet makkelijk in het apparaat kunnen kruipen. Volg bij het afdanken van het apparaat de plaatselijke voorschriften voor afvalverwerking en breng het naar een speciaal afvalverwerkingscentrum, en laat het niet onbewaakt achter, ook niet voor slechts een paar dagen, aangezien het voor kinderen een bron van gevaar kan opleveren. Voor nadere informatie over de behandeling, terugwinning en recycling van dit product wordt u verzocht contact op te nemen met het stadskantoor in uw woonplaats, uw
Dit apparaat is ontwikkeld, gefabriceerd en op de markt gebracht in overeenstemming met: • de veiligheidsvereisten van de laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG (die in plaats komt van de Richtlijn 73/23/EEG en latere wijzigingen daarvan); • de veiligheidsvereisten van de “EMC”-richtlijn 89/336/EEG, gewijzigd door de richtlijn 2004/108/EEG. De elektrische veiligheid is alleen gewaarborgd wanneer het op de juiste wijze op een efficiënt werkende installatie is aangesloten, die volgens de wettelijke voorschriften is geaard.
4
Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen VEILIGHEID • Bewaar of gebruik geen benzine of andere gassen en licht ontvlambare stoffen in de buurt van het apparaat of van andere elektrische huishoudelijke apparatuur. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken. • Gebruik geen andere mechanische, elektrische of chemische systemen die het ontdooiproces versnellen dan door de fabrikant zijn aanbevolen. • Gebruik of plaats geen elektrische apparaten in de vakken van het apparaat, als hiervoor geen uitdrukkelijke toestemming door de fabrikant is gegeven. • Dit apparaat is niet bestemd om gebruikt te worden door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of mentale vermogens, of zonder ervaring of kennis van het apparaat, behalve als zij tijdens het gebruik instructies ontvangen van of begeleid worden door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Om het risico te vermijden dat kinderen in de koelkast opgesloten raken en stikken, mag hen niet worden toegestaan in het product te spelen of zich erin te verstoppen. • Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in (niet op alle modellen). • Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze ijsbrand kunnen veroorzaken.
• Het apparaat moet door twee of meerdere personen worden verplaatst en geïnstalleerd. • Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat om te voorkomen dat de vloer beschadigd raakt (b.v. parket). • Zorg ervoor dat het product tijdens de installatie de voedingskabel niet beschadigt. • Installeer het product niet in de buurt van een warmtebron. • Laat een vrije ruimte aan de zijkanten en boven het apparaat om een goede ventilatie te garanderen of volg de installatie-instructies. • Houd de ventilatie-openingen van het apparaat vrij van obstakels. • Beschadig de leidingen van het koelcircuit van de koelkast niet. • Installeer het product waterpas op een vloer die het gewicht kan dragen en in een ruimte die geschikt is voor de afmetingen en het gebruik van het product. • Plaats het apparaat in een droge en goed geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld om te werken in ruimten waarin de temperatuur binnen de volgende waarden ligt, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van de klimaatklasse die op het serienummerplaatje staat aangegeven: het is mogelijk dat het apparaat niet goed functioneert als het voor een lange tijd in een ruimte wordt gelaten met een hogere of lagere temperatuur dan het genoemde bereik. Klimaatklasse Omg. temp. (°C) Omg. temp. (°F) SN van 10 tot 32 van 50 tot 90 N van 16 tot 32 van 61 tot 90 ST van 16 tot 38 van 61 tot 100 T van 16 tot 43 van 61 tot 110
GEBRUIK • Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of onderhoudswerkzaamheden begint. • Alle apparaten met ijsmakers en waterdispensers moeten op een waterleidingnet aangesloten worden dat uitsluitend drinkwater levert (met een waterleidingdruk van tussen de 0,17 en 0,81 MPa (1,7 en 8,1 bar). De ijsmakers en/of waterdispensers die niet rechtstreeks op het waterleidingnet zijn aangesloten, mogen uitsluitend met drinkwater worden gevuld. • Gebruik het koelgedeelte uitsluitend voor het bewaren van verse levensmiddelen en het vriesgedeelte uitsluitend voor het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van verse levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. • Bewaar geen dranken in glas in het vriesgedeelte want deze kunnen barsten.
• Controleer of de spanning op het serienummerplaatje overeenkomt met de spanning in uw woning. • Gebruik geen enkele of meervoudige adapters of verlengsnoeren. • Gebruik voor de aansluiting op de waterleiding de bij het nieuwe apparaat geleverde leiding en niet die van het vorige apparaat. • De voedingskabel mag alleen door gekwalificeerd personeel worden gewijzigd of vervangen. • Het moet mogelijk zijn het apparaat van het elektriciteitsnet af te koppelen door de stekker uit het stopcontact te halen of via een tweepolige netschakelaar die bovenstrooms van het stopcontact is geplaatst.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld, indien bovenstaande adviezen en voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn genomen. 5
Controles van de temperatuur Elektronische controle van de temperatuur (afhankelijk van het model, de procedure verschilt per model) De toetsen bevinden zich bovenaan op de voorkant van de koelkast.
Warme oppervlaktes in het koelgedeelte Het kan voorkomen dat de voorkant van het koelgedeelte warm is. Dit is gewoon en zorgt ervoor dat de vorming van condens op de oppervlakten van de koelkast wordt voorkomen. U zult dit met name opmerken tijdens de eerste opstart van de koelkast, als het erg warm is en als de deur regelmatig wordt geopend of langere tijd open blijft staan.
Controletoets
De controletoetsen regelen • 24 uur na het opslaan van levensmiddelen in de koelkast kunt u ervoor kiezen om de temperatuur van een of beide delen van de koelkast te verlagen. Stel, als dit het geval is, de controletoets(en) zoals in de onderstaande tabel Handleiding voor de Temperatuurcontrole, in. • Wijzig, met uitzondering van het moment dat u de koelkast voor de eerste keer in werking stelt, de instelling van de temperatuur met een nummer per keer. • Wacht 24 uur om de temperatuur de mogelijkheid te geven om zich te stabliseren.
Begininstelling Stel, als eenmaal de aansluiting van de koelkast is voltooid, de controles in. • Druk op de toetsen of voor het bepalen van de gewenste instelling. • Stel de controle van de Freezer (Vriezer) in op 4. • Stel de controle van de Refrigerator (Koelkast) in op 4. • Laat de koelkast minstens 8-12 uur functioneren alvorens u hier levensmiddelen in opslaat.
Handleiding voor de temperatuurcontroles Koelkast te warm
Stel de controle van de koelkast in op een iets hogere waarde door op de toets te drukken.
Koelkast te koud
Stel de controle van de koelkast in op een iets lagere waarde door op de toets te drukken.
Temperatuur van de vriezer te hoog
Stel de controle van de vriezer in op een iets hogere waarde door op de toets te drukken.
Temperatuur van de vriezer te laag
Stel de controle van de vriezer in op een iets lagere waarde door op de toets te drukken.
De controle uitschakelen
Druk op de toets van de koelkast of de vriezer tot op het display een streepje “-” wordt aangegeven.
6
Handleiding voor interne onderdelen Draagplateaus • Probeer nooit om een vol met voedsel geladen draagplateau te verplaatsen. • Controleer dat het draagplateau correct geplaatst is, voor u er iets oplegt. Uw koelkast is voorzien van glazen draagplateaus met een overstroombeveiliging of van niet afgesloten draagplateaus. De glazen draagplateaus zijn voorzien van een rand die overstromen tegenhoudt waardoor het onderhoudsvriendelijker is. Een aantal draagplateaus zijn voorzien van een ’Easy Glide’ verwijderingsfunctie. Pak de voorkant van het draaplateau vast en haal deze voorzichtig naar voren, als het draagplateau is voorzien van de Easy Glide verwijderingsfunctie. Duw het draagplateau naar binnen om hem in de originele positie terug te brengen. (Fig. 1) Het verwijderen van een draagplateau: • Verwijder al het voedsel van het draagplateau. Kantel voorzichtig de voorkant en til de achterkant van het draagplateau op zodat de haken aan de achterkant van het draagplateau vrij komen. Het draagplateau kan nu aan de voorkant verwijderd worden. Het dragplateau op een andere plaats vastmaken: • Kantel de voorkant van het draagplateau. • Breng de haken aan de achterkant in de gewenste openingen van het frame door het draagplateau naar boven gekanteld te houden. Breng de voorkant van het draagplateau naar beneden en leg het draagplateau op zijn plaats terug. • Controleer dat het draagplateau aan de achterkant goed vastzit. De afdekplaat van de laden dient als het laagste voedselplateau. Het verwijderen van de versheidlade: • Verwijder de lade. • Plaats een hand onder het frame en duw het glas omhoog. Verwijder het glas. • Haal het frame uit de geleidende rails in de koelkast. Het installeren: • Herhaal de hierboven beschreven instructies in omgekeerde volgorde. Bewaren in de deur Zuivelvak Het ’zuivelvak’ is handig voor het conserveren van producten zoals boter en margarine. Het kan naar verschillende plekken worden verplaatst om aan uw conserveringseisen te kunnen voldoen. Haal het deksel omhoog om van het zuivelvak gebruik te kunnen maken. Het verwijderen: • Haal het deksel omhoog, duw omhoog en verwijder het. De installatie: • Keer de hierboven beschreven procedure om.
(Fig. 2)
Het draagplateau over de gehele deurlengte Het draagplateau over de gehele deurlengte kan worden verwijderd om de reiniging te vergemakkelijken. Het verwijderen: • Schuif het draagplateau naar boven en verwijder het. De installatie: • Keer de hierboven beschreven procedures om. (Fig. 3)
7
Handleiding voor interne onderdelen Versheidladen De Versheidladen zorgen voor een omgeving met een hogere luchtvochtigheid voor het conserveren van verse groente en fruit. Bedieningsknoppen De Bedieningsknoppen regelen de luchtvochtigheid in de laden. Schuif de knop op de FRUIT waarde voor producten met een schil. Schuif de knop op de GROENTE waarde voor ’bladproducten’. GROENTE FRUIT GECONTROLEERDE LUCHTVOCHTIGHEID Het verwijderen: • haal de lade in zijn geheel naar voren. Haal de voorkant van de lade omhoog en verwijder hem. De installatie: • plaats de lade in de geleiders van het frame en duw hem op zijn plaats. Opmerking Sluit de laden goed af voor een optimaal resultaat. Lade met gecontroleerde temperatuur De lade met temperatuurscontrole is een lade over de volle lengte met een regelbare temperatuursknop. Deze lade kan worden gebruikt voor grote party trays, delicatessen, drank en verschillende ander producten. Een verdeler voor het naar wens opsplitsen van de lade is bijgeleverd. De temperatuurknop regelt de hoeveelheid koude lucht die in de lade is toegestaan. Deze knop bevindt zich onder het deksel aan de rechterkant van de lade. Plaats de knop op de hoogste waarde
om voor een normale koelkasttemperatuur te zorgen.
Plaats de knop op de laagste waarde als men een temperatuur wenst die lager is dan de rest van de koelkast. Gebruik voor het conserveren van vlees de laagste stand. Opmerkingen • De temperatuur in de koelkast kan afnemen door de koude lucht die naar de lade wordt gericht. Het kan dus nodig zijn om de knop van de koelkast bij te stellen. • Plaats nooit bladgroente in de lade aangezien lage temperaturen de bladproducten kunnen schaden. Het verwijderen van de lade: • Til het deksel op. Trek de lade in zijn geheel uit. Haal de voorkant van de lade naar boven en verwijder hem. Het installeren van de lade: • Duw de metalen geleiders naar de achterkant van de koelkast. Plaats de lade op de geleiders en schuif hem op zijn plaats terug. Het verwijderen van de verdeler: • Trek de lade helemaal naar voor en til de voorkant van de verdeler op zodat de achterkant van de lade loskomt. Verwijder hem. Het installeren van de verdeler: • Haak de achterkant van de verdeler aan de achterkant van de lade vast en breng hem op zijn plaats.
8
Handleiding voor interne onderdelen Bovenste korf Het verwijderen: • Trek de bovenste korf helemaal naar voren en verwijder hem. Het installeren: • Schuif de bovenste korf in de vriezer. Controleer dat de haken aan de achterkant in de rail vastgehaakt zijn. (Fig. 1)
Handleiding voor het conserveren en ontdooien van voedsel Het vriesvak met het symbool , is uitstekend geschikt voor conservering van ingevroren levensmiddelen, als ook voor het invriezen van verse of voorgekookte levensmiddelen. De maximale hoeveelheid voedsel die bij een omgevingstemperatuur van 25°C en in een periode van 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven op het serienummerplaatje aan de binnenkant van de koelkast. Om goed in te vriezen wordt geadviseerd de snelvriesfunctie te selecteren voor de voorbereiding op het invriezen. VOORBEREIDEN VAN DE VERSE, IN TE VRIEZEN LEVENSMIDDELEN Het is van belang dat de voedingsmiddelen zo worden verpakt dat er geen water, vocht of condens in kan komen; op die manier wordt voorkomen dat er geuren of aroma’s van het ene gebied naar het andere in de koelkast worden overgebracht, en blijven de ingevroren voedingsmiddelen beter geconserveerd. Geadviseerd wordt om het in te vriezen voedsel te verpakken in plastiek bakjes met hermetisch sluitende deksels, aluminium bakjes, aluminiumfolie, plastiekfolie of waterdichte plastiek verpakkingen. DICHTMAKEN Wanneer het voedsel in zakjes wordt verpakt, moet alle lucht uit de zakjes worden gedrukt (vloeistoffen hebben wat extra ruimte nodig om te kunnen uitzetten). Sluit de verpakking met een stripje. Plaats als u doorzichtige plastiek zakjes gebruikt, het etiket in het zakje; gebruik bij niet doorzichtige zakjes zelfklevende etiketten die u op de buitenkant plakt. ONTDOOIEN Hier volgen enkele nuttige aanwijzingen. Rauwe groenten: niet ontdooien, maar gelijk in kokend water leggen en koken op de gebruikelijke manier. Vlees (grote stukken): in de koelkast ontdooien zonder het vlees uit de verpakking te halen. Alvorens het te bereiden, een paar uur op omgevingstemperatuur laten rusten. Vlees (kleine stukken): ontdooien op omgevingstemperatuur of rechtstreeks bereiden. Vis: ontdooien in de koelkast zonder de vis uit de verpakking te halen of direct bereiden zonder dat de vis volledig is ontdooid. Het vriesgedeelte behoudt bij een stroomuitval gedurende ongeveer 12 uur een temperatuur die geschikt is voor het bewaren van levensmiddelen. We raden u an om de deur van het gedeelte dicht te laten. Vries gedeeltelijk ontdooid voedsel nooit opnieuw in. Kant-en-klare voedingsmiddelen: in de oven verwarmen zonder deze uit het aluminium bakje te halen. Fruit: in de koelkast ontdooien OPMERKING: zet nooit warme voedingsmiddelen in het vriesvak. Laat warme voedingsmiddelen gedurende 30 minuten afkoelen tot omgevingstemperatuur, pak ze vervolgens in en vries ze in. Als u warm voedsel eerst laat afkoelen voordat u het invriest, bespaart u energie en verlengt u de levensduur van uw apparaat.
9
Handleiding voor het conserveren en ontdooien van voedsel TABEL VOOR DE CONSERVERING VAN VOEDINGSMIDDELEN De conserveringstijden variëren op grond van de kwaliteit van het voedsel, het gebruikte type verpakking of omhulsel (bestand tegen vocht en stoom) en van de conserveringstemperatuur (die - 18°C dient te zijn). VOEDINGSMIDDELEN EN CONSERVERINGSTIJDEN
ZUIVELPRODUCTEN
Fruit Geconcentreerd vruchtensap 12 maanden Fruit (in het algemeen) 8 à 12 maanden Citrusvruchten en vers sap 4 à 6 maanden Groenten Commerciële diepvriesproducten 8 maanden Zelf ingevroren voedsel 8 à 12 maanden Vlees Saucijzen 4 weken of korter Hamburgers 1 maand Rundvlees, kalfsvlees, lamsvlees 2 à 3 maanden Braadvlees Rundvlees 6 à 12 maanden Lamsvlees en kalfsvlees 6 à 12 maanden Varkensvlees 4 à 8 maanden Verse worsten 1 à 2 maanden Biefstukken en vleeslapjes Rundvlees 8 à 12 maanden Lamsvlees, kalfvlees, varkenvlees 2 à 4 maanden Vis Kabeljauw, schol, tong 6 maanden Zalm 2 à 3 maanden Makreel, baars 2 à 3 maanden Gepaneerde vis (gekocht) 3 maanden Weekdieren, oesters 3 à 4 maanden Gekookte vis, krab 3 à 4 maanden Rauwe garnalen 12 maanden Gevogelte Kip of kalkoen (heel of in stukken) 12 maanden Eend en gans 6 maanden Orgaanvlees 2 à 3 maanden Gevogelte in saus bereid 6 maanden Vleeslapjes (zonder jus) 1 maand Stoofvlees Vlees, gevogelte en vis 2 à 3 maanden
Boter Margarine Kaas Camembert, mozzarella, smeerkaas Roomkazen Brie, emmenthal, Zwitserse kaas, enz. (Invriezen kan de structuur van de kaas wijzigen) IJs, vruchtensap, melk
6 à 9 maanden 12 maanden 3 maanden niet invriezen 6 à 8 maanden
12 maanden
Eieren Voeg suiker of zout toe aan eidooiers of hele, geklopte eieren) Heel (geklopt), eiwit, eidooiers 12 maanden GEBAK EN BROOD Gegist brood en broodjes Niet gebakken brood Croissants Taarten (niet geglazuurd) Taarten (geglazuurd) en koekjes Vruchtentaart Koekjesdeeg Taartdeeg
10
3 maanden 1 maand 3 maanden 2 à 4 maanden 6 à 12 maanden 12 maanden 3 maanden 4 à 6 maanden
Onderhoud en reiniging Verwijder altijd de stekker uit het stopcontact of koppel hoe dan ook het apparaat af van de stroomtoevoer, alvorens onderhouds- en reinigingswerkzaamheden te gaan verrichten. Reinig het koel- en het vriesgedeelte regelmatig met een vochtige doek met een oplossing van lauw water en neutrale schoonmaakmiddelen die speciaal bestemd zijn voor het reinigen van de binnenkant van een koelkast. Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak de koelkast nooit schoon met ontvlambare vloeistoffen. De dampen die hieruit voortkomen kunnen brand of explosies veroorzaken. Reinig de buitenkant en de rubber afdichtingen met een vochtige doek en droog ze af met een zachte doek. Gebruik geen stoomreinigers. Belangrijk: de toetsen en het display van het bedieningspaneel (op de deur van het vriesvak) mogen niet gereinigd worden met middelen op basis van alcohol of daarvan afgeleide stoffen, maar met een droge doek. Haal altijd de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de lampjes gaat vervangen. Vervanging plafondverlichting Koelgedeelte 1. Schuif het lampkapje naar achteren om deze van de lichtvoorziening los te maken. 2. Verwijder het lampje. 3. Vervang het lampje met een ander exemplaar van maximaal 40 watt. Deze zijn bij de Klantenservice of bij geautoriseerde leveranciers verkrijgbaar. 4. Breng het lampkapje weer aan door de uiteinden van de bescherming in een lijn met de lamphouder te plaatsen. Schuif het lampkapje in de richting van de voorkant van de koelkast tot deze op de “T-vormige” blokkering vastklikt. Forceer het lampkapje niet over de blokkering heen om beschadiging hiervan te voorkomen. Vriesgedeelte 1. Ga naar de achterkant van het lampkapje. 2. Oefen druk uit op de inkepingen aan de achterkant van het lampkapje en trek deze naar beneden. Het lampkapje gaat van achteren uit open. 3. Verwijder het lampkapje. 4. Verwijder het lampje. 5. Vervang het lampje met een ander exemplaar van maximaal 40 watt. Deze zijn bij de Klantenservice of bij geautoriseerde leveranciers verkrijgbaar. 6. Breng de voorkant van het lampkapje aan in de speciale openingen in de vriezer en klap de achterkant over het lampje heen tot deze totaal afgesloten is.
11
(Fig. 1)
(Fig. 2)
(Fig. 3)
(Fig. 4)
Voorzorgsmaatregelingen bij langdurige afwezigheid Korte afwezigheid • Als u minder dan drie weken afwezig bent, is het niet nodig de koelkast af te koppelen van het elektriciteitsnet. Consumeer de bederfelijke voedingsmiddelen en vries de andere voedingsmiddelen in. • Als uw apparaat met een automatische ijsmaker is uitgerust: 1. schakel de ijsmaker uit. 2. sluit de watertoevoer naar de ijsmaker af. 3. maak de ijsbak leeg. Lange afwezigheid • Als u meer dan 3 weken afwezig bent dient de koelkast helemaal te worden geleegd. • Als uw apparaat met een automatische ijsmaker is uitgerust: 1. Schakel de automatische ijsmaker uit. 2. Sluit minstens een dag op voorhand de watertoevoer van de automatische ijsmaker af. 3. Maak de ijsbak leeg. 4. Steek een aantal plastiek of houten wiggen aan de bovenkant van de deuren zodat deze een beetje open blijven staan. Op deze manier kan de lucht in de verschillende delen circuleren waardoor de vorming van schimmel of onaangename geuren kan worden voorkomen. Verhuizen 1. Haal alle verwijderbare elementen uit de koelkast. 2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast met plakband om te voorkomen dat ze kapot of verloren gaan. 3. Schroef de stelpootjes vast zodat ze de ondergrond niet raken. 4. Sluit beide deuren en plak ze met plakband dicht en plak ook de voedingskabel met plakband aan de achterkant van het apparaat vast. Stroomstoringen • Wend u bij een stroomstoring tot het plaatselijke energiebedrijf om informatie te krijgen over de duur van de stroomstoring. Opmerking: Een apparaat dat helemaal gevuld is zal langer koud blijven dan een apparaat dat maar voor de helft gevuld is. Bevroren voedsel dat ijskristallen vertoont kan weer worden ingevroren. De smaak hiervan kan echter veranderen. Voedsel dat er slecht uitziet kan beter weg worden gegooid. Indien de stroomstoring maximaal 24 uur gaat duren 1. Houdt alle deuren van het apparaat dicht. Dit zorgt ervoor dat het geconserveerde voedsel zo lang mogelijk koud blijven. Indien de stroomstoring meer dan 24 uur duurt 1. Leeg het vriesgedeelte en breng het voedsel in een draagbare vriezer over. Indien dit type vriezer of kunstijs niet beschikbaar is, probeer dan de levensmiddelen die het snelst bederven te consumeren. 2. Maak de ijsbak leeg.
12
Opsporen van storingen / Klantenservice Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice.... De problemen bij het gebruik worden vaak veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt opsporen en verhelpen, zonder dat hiervoor enig type gereedschap nodig is. De geluiden die het apparaat produceert zijn normaal, omdat de ventilatoren en de compressoren voor de regeling van de werking automatisch worden in- en uitgeschakeld. Sommige geluiden kunnen worden beperkt: • door het apparaat waterpas te zetten en het op een vlakke ondergrond te plaatsen; • door ervoor te zorgen dat het apparaat niet in contact komt met andere meubels; • door te controleren of de interne onderdelen correct zijn geplaatst; • door te controleren of de flessen en de pakken elkaar niet raken. Enkele mogelijke geluiden: • een gefluit bij de eerste inschakeling van het apparaat of na een lange periode waarin het apparaat niet gebruikt is; • een geborrel als de koelvloeistof naar de leidingen gaat; • een gezoem als de waterklep of de ventilator in werking treden; • een geknetter als de compressor wordt gestart of als het ijs in de bak druppelt; • een plotselinge klik als de compressor wordt in- en uitgeschakeld. Als u de volgende geluiden hoort
...werkt uw product uitstekend!!! Het apparaat werkt niet • Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een stopcontact met de juiste voeding? • Is de zekering doorgebrand? Controleer de stekker en de zekeringkast. De ijsmaker maakt geluid Daar uw apparaat voorzien is van een ijsmaker kunt u zoemende geluiden (van het waterventiel), druppelend water en het gekletter van het ijs dat in de ijsbak valt horen. De ijsmaker functioneert niet: • Heeft de vrieskast voldoende tijd gehad om de vereiste temperatuur te bereiken? In het geval van een nieuwe koelkast kan dit een nacht duren. • Staat de ijsmaker ON/OFF? Controleer de positie van de arm. Omhoog is uit, omlaag is aan. • Staat het waterventiel open? Komt er water bij de ijsmaker? • Is er in de koelkast een waterfilter geïnstalleerd? De filter kan verstopt of niet goed geïnstalleerd zijn. Controleer de instructies voor de installatie van de waterfilter om na te gaan of deze op correcte wijze is geïnstalleerd en niet verstopt is. Als de installatie of de verstopping niet het problem veroorzaken, neem dan contact op met de Consumentenservice. 13
Opsporen van storingen / Klantenservice De randen aan de buitenzijde van de koelkast, die in contact komen met de deurafdichtingen, voelen warm aan: • Dit is normaal bij een warm klimaat en als de compressor in werking is. De verlichting functioneert niet: • Functioneren de elektrische veiligheidscircuits die in uw huis zijn op correcte wijze geïnstalleerd? • Zit de stekker van de elektrische voedingskabel wel in een stopcontact met de juiste voeding? • Is het lampje doorgebrandt? Als het lampje doorgebrand is: 1. Haal ten eerste altijd de stekker uit het stopcontact. 2. Zie ook het hoofdstuk “Onderhoud en Reiniging”. Als de motor te lang in werking lijkt te blijven: • Zijn de deuren goed afgesloten? • Zijn de afsluitranden van de deuren correct geïnstalleerd? • Op warme dagen, of als het warm is in de ruimte, zal de motor langer draaien. Wanneer de deur lang open heeft gestaan, of indien er grote hoeveelheden levensmiddelen in het apparaat zijn geplaatst, blijft de motor langer werken om de binnenkant van het apparaat goed te koelen. Denk aan het volgende De tijd dat de motor draait hangt van verschillende factoren af: het aantal keren dat de deur wordt geopend, de hoeveelheid voedsel die in de koelkast wordt bewaard, de kamertemperatuur en de instelling van de temperatuurregelaars. Als uw apparaat na bovengenoemde controles nog steeds niet goed werkt, neem dan contact op met de Consumentenservice en leg het probleem duidelijk uit. Geef het type en het serienummer van het apparaat door (deze zijn te vinden op het serienummerplaatje). De temperatuur van de koelkast is te hoog • Zijn de bedieningen van de koelkast wel goed ingesteld? • Is er een grote hoeveelheid voedsel in de apparaat geplaatst? • Controleer of de deuren niet te vaak worden geopend. • Controleer of de deuren perfect sluiten. • Controleer of de luchtopeningen in het vak niet verstopt zijn waardoor de circulatie van koude lucht verhinderd wordt. Er is teveel vochtophoping • Controleer of de luchtopeningen in het vak niet verstopt zitten waardoor de circulatie van lucht verhinderd wordt. • Controleer of het voedsel goed is verpakt. Maak natte houders droog voordat u ze in de koelkast zet. • Controleer of de deuren niet te vaak worden geopend. Door de deur te openen gaat de vochtigheid die in de buitenlucht aanwezig is, de koelkast binnen. Hoe vaker de deur geopend wordt, des te sneller zal het vocht zich ophopen, in het bijzonder als het vertrek zelf erg vochtig is. • Als de kamer erg vochtig is, is het normaal dat in de koelkast de vochtigheidsgraad toeneemt. De deuren sluiten niet of gaan niet op correcte wijze open • Controleer of de deur niet geblokkeerd wordt door levensmiddelen. • Controleer of de bakken, draagplateaus, laden of ijsmaker allemaal goed op hun plaats zitten. • Controleer of de afsluitranden van de deuren niet vuil of kleverig zijn. • Verzeker u ervan dat het apparaat perfect waterpas staat.
14
Consumentenservice Voordat u contact opneemt met de Consumentenservice: 1. Controleer de handleiding voor het opsporen van storingen. Wellicht kunt u snel en makkelijk zelf het probleem oplossen. 2. Schakel het apparaat uit en wederom aan om te zien of het ongemak is verholpen. Als dit niet het geval is, koppel dan het apparaat van de stroomtoevoer af en wacht een uur alvorens de handeling te herhalen. 3. Als ook in dit geval het probleem niet verholpen is, neem dan contact op met de Consumentenservice.
Vermeld de volgende gegevens: • de aard van de storing, • het model, • het servicenummer (nummer achter het woord SERVICE op het typeplaatje binnenin het apparaat), • uw volledige adres, • uw telefoonnummer.
Het omkeren van de deuren van het apparaat door onze klantenservice wordt niet beschouwd als een ingreep die onder de garantie valt.
15
Installatie Uw nieuwe apparaat is een GEHEEL IJSVRIJ model dat voor huishoudelijk gebruik is ontworpen, d.i. zowel het koel- als vriesgedeelte zijn voorzien van een automatische ontdooifunctie. Deze handleiding bevat aanwijzingen en waarschuwingen voor een correcte en geheel veilige installatie van het apparaat – men raadt aan deze handleiding aandachtig door te lezen alvorens met de installatie aan te vangen. Bewaar deze handleiding zodat u het naderhand nog eens kunt raadplegen. Lever deze handleiding, indien u het apparaat verkoopt, aan de nieuwe eigenaar. Gezien het gewicht van het apparaat zijn minstens 2 personen nodig om het veilig te verplaatsen/installeren. De installatie van het apparaat moet door een gekwalififeerd technicus worden uitgevoerd. Uw koelkast is zorgvuldig voor het transport ingepakt. Verwijder en gooi het verpakkingsmateriaal en het plakband weg. Verwijder het serienummerplaatje nooit. De Opening Meten Neem tijdens de installatie zorgvuldig alle afmetingen van de koelkast op. Aan de boven- achterkant van de koelkast moet anderhalve inch (1.5 cm) ruimte worden vrijgelaten. Opmerking: 60 cm diepe modellen Schaaf de hoeken van het blad tot een hoek van 45° als het blad 25 mm uitsteekt. Zorg aan beide zijden van de koelkast voor een ruimte van 5 mm en laat aan de bovenkant 7 mm vrij om de installatie en het waterpas zetten te vergemakkelijken. Vrije ruimte aan de achterkant van de koelkast is niet nodig. Vloerbedekking en overvloeren (d.i. tapijt, tegels, parket, vloerkleden) kunnen de opening verkleinen. Extra ruimte kan worden verkregen met behulp van de nivelleringsprocedures (zie ook nivelleren). BELANGRIJK: als de koelkast in een nis wordt ingebouwd waar de bovenkant van de koelkast geheel bedekt zal zijn, neem dan de afmetingen van de bodem tot de bovenkant van de scharnieren op om de juiste vrije ruimte te kunnen garanderen. Uw koelkast verhuizen • Vervoer de koelkast NOOIT op zijn kant. Leg de koelkast op zijn rug als het niet mogelijk is om hem rechtop te vervoeren. Laat de koelkast minstens 2uur rechtop staan alvorens u de stekker in het stopcontact steekt. Op deze manier heeft de koelvloeistof de tijd om naar te compressor terug te vloeien. Het onmiddellijk inschakelen van de koelkast kan interne delen beschadigen. • Maak gebruik van een groot transportmiddel (vrachtwagen) voor het verplaatsen van de koelkast. Verplaats de koelkast ALTIJD met de rug of de zijkant en NOOIT met de voorkant naar de wagen toe aangezien op deze manier de deuren kunnen beschadigen. • Bescherm tijdens het vervoer de buitenkant van de koelkast door hem met dekens te bedekken of door stootmateriaal tussen de koelkast en de wagen te stoppen. • Maak de koelkast stevig aan de wagen vast met behulp van riemen of elastische koorden. Haal waar mogelijk de riemen door de handvaten. Trek niet te strak aan. Het te hard aanspannen van de banden kan de buitenkant van de koelkast indeuken of beschadigen.
16
Installatie Het verwijderen van de vrieslade Hiervoor zijn twee personen nodig om mogelijke verwonding of beschadiging van het product of andere voorwerpen te voorkomen. Ga volgens de aanwijzingen te werk. Het verwijderen: 1. Trek de vrieslade helemaal open. 2. Trek de bovenste korf helemaal naar buiten en verwijder hem. 3. Haal de onderste korf naar boven en verwijder hem. 4. Aan de beide geleiders bevindt zich een haakkorf met twee drukklemmen. Druk de drukklemmen naar binnen bij de geleiders vandaan om de haakkorven los te maken. Haal de korven van de geleiders. 5. Haal het deksel van de voorkant van de lade om de ondersteuningen van de geleiders te verwijderen. Til de voorkant van de deur op om hem te verwijderen.
(Fig. 1)
(Fig. 2)
Het installeren: 1. Trek de geleiders helemaal uit. 2. Haak de ondersteuningen in de lussen aan de binnenkant van de geleiders terwijl u de voordeur ondersteunt. 3. Breng de voordeur naar beneden op zijn plaats. 4. Plaats de haakkorven terug op de geleiders. Breng de drukklemmen op de hoogte van de openingen in de geleiders en druk totdat ze klikken. 5. Hang de korf in de haakkorven terwijl de geleiders helemaal zijn uitgetrokken. 6. Schuif de bovenste korf in de vriezer. Zorg ervoor dat de achterkant van de korf achter de geleider haakt.
(Fig. 3)
(Fig. 4)
(Fig. 5)
(Fig. 6)
(Fig. 7) 17
Installatie Nivellering • Maak tijdens de nivelleringsprocedures geen gebruik van elektrisch gereedschap. • Voor het verbeteren van het aanzicht en om de functionering te waarborgen moet de koelkast waterpas staan. (van zijde tot zijde) Opmerking Completeer het omdraaien van de deuren, indien gewenst, de installatie van het paneel en/of watertoevoer alvorens de koelkast te nivelleren. Benodigd Materiaal • 3/8” zeshoekige schroevendraaier • Een waterpas 1. Verwijder het voetrooster. • Pak hem stevig vast en trek hem voorzichtig naar voren om hem los te maken. 2. Verwijder de bodemplaatbescherming(en). • Stop het gummetje van een potlood of een dergelijk stomp voorwerp in de inkeping van de bescherming. • Voer een lichte druk uit om de bescherming los te krijgen. • Blijf de neerwaartse druk op de inkeping van de bescherming uitvoeren terwijl u deze wegdraait. 3. Gebruik de zeshoekige schroevendraaier voor het verhogen of het verlagen van de voorkant van de koelkast door aan de stelschroeven (A) aan beide kanten van de koelkast te draaien. Opmerking: • Sommige modellen zijn alleen van de stelschroeven “A” voorzien. 4. Bepaalde modellen zijn ook voorzien van de stelschroeven aan de achterkant (B). Gebruik de zeshoekige schroevendraaier voor het verhogen of het verlagen van de achterkant van de koelkast door aan de stelschroeven (B) aan beide kanten van de koelkast te draaien. 5. Controleer, met behulp van de waterpas dat de voorkant van de koelkast 6 mm of een halve luchtbel hoger is dan de achterkant en dat de koelkast van zijde tot zijde waterpas staat. 6. Draai de verstelbare pootjes (C) rechtsom tot deze stevig op de grond staan. 7. Alleen voor modellen met een vriezerlade: draai de verstelschroeven (A) linksom vast zodat het totale gewicht van de koelkast op de stabiliserende pootjes steunt. 8. Breng de bodemplaatbescherming(en) weer aan. • Plaats de afdekking in de buitenste rand van het scharnier. • Draai de afdekking weer in de richting van de kast en druk hem op zijn plaats. 9. Leg het voetrooster weer op zijn plaats. Opmerking: • Controleer dat, voor een correcte herinstallatie, de “topmarkering” aan de binnenkant van het voetrooster op de juiste manier is georiënteerd. • Breng de verbindingsklemmen van het voetrooster op een lijn met de inkepingen in de kast. • Druk als eerste het bodemdeel op zijn plaats. Druk stevig op de bovenkant van het rooster totdat het bovenste deel op zijn plaats schiet. 18
(Fig. 1)
(Fig. 2)
(Fig. 3)
Elektrische aansluiting Het apparaat is in overeenstemming met de wettelijke verorderingen geaard. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor de verwonding van personen of dieren en voor schade als gevolg van het negeren van deze instructies. De installatie en de elektrische aansluiting moeten door een gekwalificeerd technicus in overeenstemming met de instructies van de fabrikant en de plaatselijke veiligheidsmaatregelingen worden uitgevoerd. Controleer dat de voltage die op het serienummerplaatje staat aangegeven met de netspanning overeenkomt. De stekker van het apparaat dient altijd, ook na de installatie, gemakkelijk te bereiken zijn zodat de stekker van het apparaat, indien nodig, gemakkelijk uit het stopcontact kan worden gehaald. Als dit niet mogelijk is, sluit dan het apparaat op de netspanning aan met behulp van een tweepolige netschakelaar met een minimum onderbrekingsafstand tussen de contacten van 3 mm. en op een makkelijk te bereiken plek. Vervang het stopcontact als de stekker van de voedingskabel en het stopcontact niet overeenkomen (dit moet door een bevoegd en gekwalificeerd persoon worden gedaan). Maak geen gebruik van verlengsnoeren of adapters. Controleer, na de installatie, dat het apparaat de voedingskabel niet afknelt. Schakel het apparaat uit door de stekker uit het stopcontact te halen. Trek nooit aan de voedingskabel.
19
Printed in Italy 10/09
5019 711 02047
n NL