Het Verzekeringsblad 99e jaargang 22 mei 2009 nr.
10
DSB-revolutie op hypotheekmarkt STEFA voor ontevredenen Drama in Apeldoorn: shockschade?
Willem van Duin (Verbond):
‘We werken aan een keurmerk voor verzekeraars’ www.vbnet.nl
Als u kansrijk vastgoed wilt financieren, zorgen wij snel voor de doorbraak
Het succes van een vastgoeddeal hangt maar al te vaak af van snel handelen. Ziet u kansen in een bepaald object, dan wilt u dus snel weten of u het gefinancierd kunt krijgen. Of uw aanvraag nu via uw intermediair of direct binnenkomt, bij de RNHB Hypotheekbank weet u binnen een werkweek waar u aan toe bent. En als het moet nóg sneller. RNHB Hypotheekbank is gespecialiseerd in de financiering van beleggingsvastgoed en bedrijfspanden in het middensegment. Behalve op een snelle, klantvriendelijke service kunt u rekenen op flexibele financieringsoplossingen. Daarbij kunnen wij vaak nét even verder gaan dan grote, niet gespecialiseerde hypotheekverstrekkers. Zo kijken wij niet alleen naar ‘de stenen’, maar ook naar de ondernemer achter het object en zijn visie. Meer weten over onze persoonlijke benadering van de vastgoedmiddenmarkt? Bel dan 030 - 755 20 00 of kijk op www.rnhb.nl.
Financier van de vastgoedmiddenmarkt. Leidseveer 30 - Postbus 2244 - 3500 GE Utrecht Telefoon 030-755 2000 - Fax 030-755 2020 - www.rnhb.nl -
[email protected]
COVER
We werken aan keurmerk verzekeraars Denken vanuit de klant moet wat voorzitter Willem van Duin van het Verbond van Verzekeraars betreft tot concrete, herkenbare maatregelen leiden. “Wij werken daar hard aan en datzelfde geldt voor de individuele verzekeraars. Op dit moment zijn we bezig met het ontwikkelen van een keurmerk. Leden die op een voortreffelijke wijze het klantbelang dienen, het geheel van hun bedrijfsvoering daarop hebben ingesteld en transparante producten bieden die voorzien in de behoefte van de consument, kunnen zich met dit keurmerk onderscheiden.”
14 6 10 20 22
Rubrieken
INH O U D
DSB-revolutie op hypotheekmarkt
Terwijl de AFM nog bezig is met het klachtenonderzoek naar de dure financieringen van DSB Bank, kondigt de bank nu al een pakket verregaande maatregelen aan waarmee de ontstane vertrouwensbreuk gelijmd moet worden. De meest in het oog springende maatregel is de ’tevredenheidsgarantie’ bij hypotheken, waarmee de klant gedurende de eerste zes maanden na het sluiten van de hypotheek de mogelijkheid krijgt om zijn hypotheek boetevrij in te lossen. DSB stort dan alle gemaakte kosten, inclusief de afsluit- en notariskosten, terug.
STEFA voor ontevredenen
Wie heden ten dage van scratch af de belangen van het intermediair wil gaan verdedigen, staat voor een schier ondoenlijke klus. Schaalgrootte (aantal aangesloten intermediairs, vertegenwoordigde marktomzet) is een must als je een boodschap wilt verkondigen of een belang hebt te verdedigen. Roepen dat je iets wilt of iets niet pikt, heeft geen zin als je niet gehoord wordt. En om gehoord te worden, moet je imponeren en zo groot en machtig (netwerk!) zijn dat je gesprekspartners niet om je heen kunnen.
Op de bres voor toekomstvast pensioen
Het Pensioencrisisdebat biedt deze zomer een platform aan pensioenprofessionals om mee te denken en nieuwe inzichten te verwerven voor een toekomstvast pensioen. Dat biedt als voordeel dat de komende pensioendiscussie in de SER zich niet hoeft te versmallen tot een discussie over AOW-leeftijdsverhoging alleen. Het gaat hier immers om meer: een toekomstvast stelsel met een rechtvaardige inkomensverdeling, dat flexibel en betaalbaar is voor werkgevers en hun concurrentiepositie niet benadeelt.
Het drama in Apeldoorn: shockschade?
Al vrij snel na het Koninginnedag-drama bij de Naald in Apeldoorn ontstond discussie over de vraag of getuigen van het ongeval, zoals de leden van het Koninklijk Huis, andere omstanders en mogelijk ook televisiekijkers, aanspraak kunnen maken op vergoeding van schade door het zien van dit drama. In hoeverre kunnen deze mensen schade claimen? Zijn er voorwaarden voor een dergelijke schadevergoeding vastgelegd in de wet of in de jurisprudentie en hoe luiden deze voorwaarden?
nummer 10 - 22 mei 2009
Hoofdredactioneel
5
Nieuws
6
Onder meer: - Aegon moet ORV Koersplan verlagen - Ad random controles AFM
Intermediair
10
Onder meer: - Herinvesteringsreserve uit boekwinst - Intermediairs best gewaardeerd
Generali VB Innovatieprijs 13 PFP
18
Onder meer: - 0%-trend bij hypotheken - Gouden handdrukken zijn adviesmarkt
Producten
19
Onder meer: - Expatverzekering biedt kansen - Dagje-uit polis
Schade
25
- Waarborgfonds Motorverkeer en PIV
Fiscaal Juridisch
26
Egon Borghuis - Afkoopregeling kleine lijfrentes
Mystery Shopping
28
Met name(n)
29
Beleggen
30
- ALM-studie alléén is niet heilig
Feiten & Cijfers
32
- o.a. Noordhollandsche, UVIT
ICT & Internet
34
Onder meer: - Zoekmachines belangrijk - Online aanpak letselschade
Verzekerend Buitenland
35
Nieuws
36
Barbier
38
3
Uw klanten een heldere uitvaartverzekering
U een tevreden klant ‘Iedere uitvaart uniek’, dat is het motto van Yarden. Door onze
Voor de acceptatie van uw klanten hanteert Yarden een
jarenlange ervaring begrijpen wij dat geen mens hetzelfde is.
zeer soepel beleid, met slechts twee gezondheidsvragen.
En dat iedere uitvaart daarom een unieke gebeurtenis is.
Bovendien zijn kinderen t/m 18 jaar gratis meeverzekerd.
Begraven of cremeren, koffie of champagne, sprekers, muziek of stilte: iedere uitvaart is maatwerk, waarbij de uitvaartwensen
De Yarden Uitvaartverzekering is dus een helder product dat
van uw klanten en hun naasten centraal staan.
zich door u goed en gemakkelijk laat adviseren. Nieuwsgierig? Neem contact op met uw Yarden account manager. Bent u nog
Met de Yarden uitvaartverzekering die speciaal voor en door
geen intermediair van Yarden? Bel dan met de businessdesk:
het intermediair is ontwikkeld, heeft uw klant een helder en
088 - 927 30 40.
transparant product met duidelijke voorwaarden. Een van de unieke kenmerken van de Yarden uitvaartverzekering is de volledige keuzevrijheid voor uw klant, waardoor deze zijn volledige vrijheid behoudt.
COLOFON
HOOFDREDACT ION EEL
Het Verzekeringsblad onafhankelijk verzekeringsmagazine sinds 1910 hoofdredactie Michiel Huisman ■ redactie Alex Klein (adjunct-hoofdred.), Yvonne Neppelenbroek (eindred.), Erwin Loer, Rick de Ruiter (web). ■ secretariaat Elly Gravendeel (red. ass.). T 0570-647730, F 0570-647815, Postbus 23, 7400 GA Deventer E
[email protected], W www.vbnet.nl ■ vragen van abonnees worden gratis beantwoord ■ uitgave van Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer T 0570-647111 ■ uitgever Stephanie Keij ■ abonnementen en verzending Kluwer Afdeling Klantcontacten, Postbus 878, 7400 AW Deventer, T 0570-673444, F 0570-691555 E
[email protected] ■ abonnementsprijs 2009 € 108,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode. ■ losse nummers Losse nummers: € 7,50 excl. btw; VB Gidsen € 12,25 excl. btw. ■ advertenties Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Advertentie acquisitie: Emilie Kars-van der Goes T 0570-648 912 F 0570-619 179 E
[email protected] Media order: Toos Schurink T 0570-648912 F 0570-649819 E
[email protected] Sluitingsdatum: Dinsdag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend ■ ontwerp Boshoff & Dekker, Deventer ■ vormgeving Mediabuilders, Zutphen ■ druk Thieme Almere bv ■ ISSN 0165-7909 ■
Kluwer BV legt-uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Gezonde ondernemingslust Intermediairs vallen bij bosjes om en faillissementen zijn niet van de lucht. Het is nog maar kortgeleden dat IG&H ons hierop trakteerde in een spraakmakend en alarmerend rapport. We gingen het met z’n allen bijna geloven. Maar... er is ook een keerzijde. Gelukkig maar! En die keerzijde is: intermediairs blaken van zelfvertrouwen. De bewijzen? De sector verwacht omzetgroei in 2009 (Bureau D&O). Weliswaar slechts één procent, maar toch. Er is verder volop vraag naar assurantieportefeuilles. Vooral naar portefeuilles met particulier en zakelijk schade (Haasnoot & Adriaanse bedrijfsadviseurs). Op die portefeuilles wordt grif geboden. En veel ook. Driemaal de doorlopende provisie is eerder regel dan uitzondering. Dat getuigt van een gezonde investeringsdrang en ondernemingslust. Dit zelfvertrouwen en die investeringsdrang zijn niet op drijfzand gestoeld. Het jaar 2008 was zakelijk gezien voor generieke kantoren gewoon een goed jaar, zo laten de voorlopige cijfers zien. En de toekomst? Omzetgroei mogen de kantoren blijven verwachten op basis van het feit dat op het afdekken van elementaire (bedrijfs)risico’s door particulieren noch door het bedrijfsleven bezuinigd zal worden. Ook niet in crisistijd. Daar komt bij dat, waar de samenleving in het algemeen en Nederlandse financiële instellingen en bedrijfstakken in het bijzonder miljardensteun van de regering krijgen om de crisis het hoofd te bieden, iedereen op zijn vingers kan natellen dat toekomstige bezuinigingen (op pensioen en op sociale zekerheid?) op de rijksbegroting niet uit kunnen blijven. Dat wordt dus stevig adviseren geblazen. Ook FIDIN geeft blijk van dat zelfvertrouwen. Het gaat genadeloos de ‘rotte appels’ aanpakken. Dat betekent: opruimen van kantoren die zonder vergunning actief zijn en van kantoren met een vergunning die frauduleus handelen, misleidende verkooptechnieken hanteren en willens en wetens het eigen belang boven het klantbelang stellen. Chapeau! Zelfvertrouwen, gekoppeld aan ‘zelfreinigend vermogen’ dwingt bij ons bewondering af. Jammer is het dat verzekeraars, afgaande op de signalen die we krijgen, nog maar mondjesmaat bereid zijn die gezonde investeringsdrang te financieren. Tot voor kort was portefeuillefinanciering geen probleem. Nu kennelijk wel. Intermediairs gaan dus op zoek naar alternatieve financiering. En die is helaas vaak risicovoller. Aan de branche de vraag, ik zou bijna zeggen de taak, om voor deze mogelijke impasse eens een charmante oplossing te vinden. Daarbij een tip: de staatssteun die (bank)verzekeraars hebben ontvangen, kan onzes inziens niet mooier besteed worden dan aan financiering van gezonde, perspectiefvolle intermediair-ondernemers, zonder productieverplichting. Daar zijn verzekeraars, intermediaire ondernemers en de vele klanten die professioneel advies zoeken, bij gebaat. Michiel Huisman
[email protected]
nummer 10 - 22 mei 2009
5
NI EU W S
DSB-revolutie op hypotheekmarkt Terwijl de AFM nog bezig is met het klachtenonderzoek naar de dure financieringen van DSB Bank, kondigt de bank nu al een pakket verregaande maatregelen aan waarmee de ontstane vertrouwensbreuk gelijmd moet worden. In zekere zin trekt de geldverstrekker hiermee al op voorhand een spectaculair ‘boetekleed’ aan. De meest in het oog springende maatregel is de ’tevredenheidsgarantie’ bij hypotheken. Hiermee krijgt de klant gedurende de eerste zes maanden na het sluiten van de hypotheek de mogelijkheid om zijn hypotheek boetevrij in te lossen. Alle gemaakte kosten die verband hebben met het afsluiten van die hypotheek, inclusief de afsluit- en notariskosten, worden door DSB aan de klant teruggestort. DSB-directievoorzitter Dirk Scheringa bevestigt dat de tevredenheidsgarantie geldt ongeacht de reden die de klant aanvoert. Daarmee gaat de bank een forse stap verder dan de concurrentie en laat zij zien een rotsvast vertrouwen in haar eigen dienstverlening te hebben. Hans van Goor, lid van de raad van bestuur van DSB Bank, heeft zichzelf zes weken de tijd gegeven om de 134 klachtendossiers, die DSB naar aanleiding van het AFM-onderzoek heeft binnengekregen, af te handelen. Op dit moment vinden er individuele gesprekken met klanten plaats. De klachten zijn volgens Van Goor heel divers en dat geldt ook voor de redenen waarom men in de financiële problemen is geraakt. Inhoudelijk wil DSB pas op de zaken ingaan als alle dossiers afgerond zijn. Naar verwachting is dat begin juni.
Duidelijk kostenmodel Vooruitlopend op de uitkomsten van zowel het AFM-onderzoek als het interne onderzoek door DSB, kondigde Van Goor in een interview met de Telegraaf enkele maatregelen aan om te komen tot een meer transparant en duidelijk kostenmodel. DSB bevestigt deze maatregelen. Zo neemt de bank afscheid van de provisieregeling en geldt voor verzekeringen en hypotheken voortaan een vast tarief. Voor hypotheken is
Dirk Scheringa (li.) en de vertrekkende Frank de Grave tijdens de presentie van De Grave als nieuwe CFO nog maar drie maanden geleden.
6
dat 1750 euro per hypotheek, ongeacht de hoogte van het te financieren bedrag. Klanten krijgen bij verlenging van hun rentevastperiode voortaan hetzelfde rentetarief als nieuwe klanten en betalen hierdoor niet langer een hoger percentage. Ook is de verkoop van de kostenverslindende woonlastenbeschermers tegen koopsom gestaakt.
Oplossingsgericht In het oplossen van het particuliere klachtendossier wil DSB heel ver gaan. De bank bevestigt dat zij hypotheekklanten een maandelijkse korting zal geven als blijkt dat de klant in het verleden teveel heeft betaald. Of hiervan sprake is, wordt bepaald door een onafhankelijke deskundige. Tevens zal DSB garant staan voor de hypotheken die betrekking hebben op de 134 klachten, indien deze klanten buiten hun schuld om in de betalingsproblemen zijn gekomen. Deze garantie is gelijk aan de dekking van de Nationale Hypotheek Garantie.
Onvoldoende match De lijn die DSB kiest, lijkt ook binnen het dagelijks bestuur van DSB een zware wissel te trekken. Vorige week legde Frank de Grave, exact twee maanden na zijn aantreden, zijn functie als CFO bij DSB Bank neer. De reden voor zijn vertrek is volgens de bank gelegen in het feit dat er een ‘onvoldoende match’ was binnen de raad van bestuur. ■ Alex Klein
Bestuurlijke vernieuwing ONVZ ONVZ heeft een nieuwe organisatiestructuur opgezet met drie op klantgroepen gerichte divisies: Verzekerden, Zorg en Commercie. In het vorige VB werd naar aanleiding van deze wijziging al het vertrek van commercieel directeur Martin Kerkhof (57) per 1 augustus aangekondigd. Nu is ook de verdere invulling van de organisatiestructuur bekendgemaakt. De nieuwe raad van bestuur richt zich op strategische en bestuurlijke zaken en bestaat uit twee personen: Erno Kleijnenberg (voorzitter) en Jean-Paul van Haarlem. De verantwoordelijkheid voor de operationele bedrijfsvoering ligt bij de divisiemanagers. Binnen de divisie Commercie vindt de dienstverlening aan verzekeringsadviseurs plaats en het beheer van de collectieve contracten. Aris Neven (52) is hier benoemd tot interim divisiemanager. Hij werkte voordien onder andere als directeur bij De Goudse en Mn Services. De divisie Verzekerden is verantwoordelijk voor de dienstverlening aan verzekerden en het uitvoeren van de Zorgverzekeringswet. Paul Verkuijlen (41) is hier benoemd tot divisiemanager. De divisie Zorg is gericht op de samenwerking met zorgverleners en is verantwoordelijk voor de zorginkoop. Tot divisiemanager is benoemd Ine Zijlstra (39). ■
nummer 10 - 22 mei 2009
NIEU WS
Aegon moet orv Koersplan fors verlagen Aegon Spaarkas NV moet de premie van de overlijdensrisicoverzekeringen die in de periode 1991-1998 in rekening zijn gebracht voor Koersplan-overeenkomsten fors verlagen. Dat heeft de rechtbank in Utrecht vorige week woensdag geoordeeld in het eindvonnis van een civiele procedure tussen de stichting Koersplan de Weg Kwijt en Aegon Spaarkas NV. Als gevolg van het vonnis moet Aegon de deelnemers aan de procedure door stichting Koersplan de Weg Kwijt naar verluidt ruim 800 mln euro uitbetalen. Dat is flink meer dan de Haagse verzekeraar eerder al had gereserveerd voor verlaging van de kosten van de risicopremies. Aegon gaat tegen het vonnis in hoger beroep. Aegon Spaarkas is het voormalige Spaarbeleg. De stichting Koersplan de Weg Kwijt startte in 2005 namens deelnemers in het product een procedure tegen Spaarbeleg. De stichting vond dat Spaarbeleg onterecht een (te hoge) overlijdensrisicopremie in mindering had gebracht op de ingelegde bedragen in het Spaarkasproduct Koersplan. Ook vond de stichting dat deelnemers door een foutieve voorstelling van het product door Spaarbeleg waren misleid. Die vordering inzake misleiding is door de rechtbank afgewezen omdat door de premievaststelling door de rechtbank een mogelijke misleiding is weggenomen. De rechtbank oordeelde eerder al in een tussenvonnis dat ten aanzien van de Koersplan-overeenkomsten die zijn aangevangen tussen 1991-1998, er geen wilsovereenstemming bestond over de hoogte van de premie van de overlijdensrisicoverzekering. Op dat punt vertoonden de overeenkomsten dus een hiaat. De rechtbank heeft die leemte nu opgevuld door op verzoek van beide partijen de hoogte van de premie alsnog vast te stellen.
‘Vonnis beter dan Aanbeveling’ Stichting Koersplan de Weg Kwijt meldt verheugd te zijn dat de rechtbank in haar vonnis aanmerkelijk verder gaat dan de eerder bereikte akkoorden inzake beleggingsverzekeringen, die mede op grond van een Aanbeveling van de Ombudsman Financiële Dienstverlening tot stand zijn gekomen. “Mede gezien de aard van het product Koersplan zou een dergelijke regeling een veel geringere compensatie voor de deelnemers hebben opgeleverd”, aldus de stichting. “Hoewel de uitspraak verstrekkend is, zal deze waarschijnlijk geen gevolgen hebben voor de meeste andere zogenoemde woekerpolissen omdat daarbij veelal wel de hoogte van de premie overlijdensrisicoverzekering overeengekomen was.”
‘Rechtbank ging voorbij aan Wabeke’ Aegon is allesbehalve verheugd. De verzekeraar is het niet eens met het oordeel dat zij nog maar 14,8 procent van de nu in rekening gebrachte overlijdensrisicopremie in rekening mag brengen voor de jaren 1991-1998. Naar eigen zeggen heeft zij de richtlijnen van de Wabeke’s Aanbeveling gevolgd, die het totale kostenniveau terugbrengt tussen de 2,5 en 3,5 procent. Volgens Aegon heeft de rechtbank in haar eindbeslissing geen rekening gehouden met deze inmiddels maatschappelijk breed geaccepteerde aanbeveling en de doorvoering daarvan in de Aegon-producten.
Hoger beroep De uitspraak van de rechtbank volgt de Aanbeveling van Wabeke op de voet. De Koersplan-zaak gaat niet over de kosten die de Ombudsman heeft gemaximeerd, maar over de premie van de overlijdensrisicoverzekering die geen onderdeel uitmaakt van de kosten. Deze premie voor overlijdensrisico moet volgens de Aanbeveling dezelfde zijn als voor gelijke losse risicoverzekeringen wordt betaald, dus zonder oneigenlijke opslagen. Het meerdere dat de consument in rekening is gebracht, dient te worden terugbetaald, aldus Wabeke. De rechter heeft in de procedure tegen Spaarbeleg dit standpunt van de Ombudsman overgenomen. Aegon brengt daar tegenin dat een deel van de marge van Koersplan is verwerkt in de premie risicoverzekering. Met andere woorden: “Als we de premie gelijk moeten stellen met een losse risicoverzekering, dan hebben we onvoldoende marge op het hele product.” Volgens Aegon mag de orv-premie niet binnen de kostennorm worden meegeteld, voor zover in de premie geen oneigenlijke kostenopslagen zijn opgenomen. Is dat wel het geval, dan vallen alleen die wél binnen de kostennorm van de Ombudsman, aldus Aegon. Volgens deze berekening valt het totaal van de kosten ruimschoots binnen de Wabeke-norm. De vraag die in hoger beroep dus moet worden opgelost, is of de rechter de Aanbeveling juist of onjuist heeft uitgelegd. Overigens volgt de rechtbank Aegon niet in het margeverhaal, omdat de maatschappij de rechtbank geen inzicht heeft gegeven in de inrichting van het product en evenmin in de marges. ■ (ingezonden mededeling)
TVDDFTGBDUPS VJUTUFLFOEFQSPDFTTFO
7PPSOPHWFFMNFFSTVDDFTGBDUPSFO LJKLUVPQJOUFSNFEJBJSEFMBOM
nummer 10 - 22 mei 2009
7
NI EU W S
AFM gaat ad random controleren De AFM controleert de komende maanden tientallen willekeurig geselecteerde bemiddelaars in financiële producten op naleving van de vakbekwaamheidsvereisten en de onlangs ingevoerde regels over provisietransparantie. De Federatie FIDIN (NVA en NBVA) vindt het een goede zaak als de AFM met dit dwarsdoorsnede-onderzoek een beter en meer gestructureerd beeld krijgt van de huidige marktsituatie. Wel roept zij de AFM op om de primaire focus van toezicht gericht te houden op de aanpak van de onderkant van de markt. Daaraan wil FIDIN zelf overigens ook een steentje gaan bijdragen: zij wil met de AFM in gesprek om gezamenlijk tot een Taskforce Opruiming Onderkant te komen.
Bedrijfsbezoeken van drie uur De bedrijfsbezoeken van de AFM aan willekeurig geselecteerde bemiddelaars in financiële producten duren zo'n drie uur. Daarin zal, zoals genoemd, onder meer aandacht worden besteed aan de naleving van de vereisten rond vakbekwaamheid en provisietransparantie. Ook controleert de AFM op het self assesment, de verplichte jaarlijkse zelftoets. De controles maken onderdeel uit van een groter geheel van toezichtacties gericht op verbetering van de kwaliteit in de branche. De AFM bezoekt allereerst vergunninghouders in de Randstad. Later komen andere delen van Nederland aan de beurt.
Taskforce Opruiming Onderkant De Federatie FIDIN wil binnenkort met de AFM spreken over de gezamenlijke inrichting van een Taskforce Opruiming Onderkant. Daarbij gaat het om het opruimen van kantoren die
zonder vergunning actief zijn en om kantoren met een vergunning die frauduleus handelen, misleidende verkooptechnieken hanteren, willens en wetens het eigen belang boven het klantbelang stellen, waardoor het klantbelang wordt geschaad. Wat Federatie FIDIN betreft, is ‘opzet’ het kernwoord om de onderkant van de markt te definiëren.
Solitaire aanpassing toezicht Met dit nieuwe initiatief gaat de AFM wel erg gemakkelijk voorbij aan een van de grondafspraken die het ministerie van Financiën ooit met de verschillende marktpartijen (Platform Financiële Dienstverlening) heeft gemaakt over het toezicht op de branche: regelgeving met vooral open normen en ‘risk based’ toezicht, omdat iedere andere vorm van handhaving zeer arbeidsintensief en dus zeer kostbaar zou zijn. Op grond van die afspraak hebben de marktpartijen vervolgens alle medewerking aan de invulling van het toezicht verleend en er, getuige de totstandkoming van de StFD, alles aan gedaan om binnen de gemaakte afspraken de kosten beheersbaar te houden. De AFM daarentegen maakt nu kosten buiten de gemaakte afspraken: controle van willekeurig uit een lijst geplukte kantoren is nu eenmaal geen ‘risk based’ toezicht. Dat dilemma stoort de toezichthouder echter allerminst. Solitair introduceert zij derhalve naast de bestaande en afgesproken controlesystematiek een nieuwe, of het niets is. De AFM heeft zich sinds de grondafspraken andere kaders aangemeten en wat die aan meerkosten met zich brengen, moet de markt blijkbaar maar voor lief nemen. Wie houdt toezicht op de toezichthouder? ■ Erwin Loer
AFM legt ‘leidraad passende provisie’ voor aan markt De AFM heeft, vlak voor het ter perse gaan van dit VB, de al langer geleden aangekondigde ‘leidraad passende provisie financiële dienstverleners’ ter consultatie aan de markt voorgelegd. De toezichthouder vraagt belanghebbenden binnen een maand (vóór 19 juni) aan te geven op welke punten in de concept-leidraad zij zich wel en niet kunnen vinden en wat zij ter verbetering voorstellen. Per 1 januari 2009 zijn nieuwe bepalingen inzake provisiebetaling en beloningstransparantie van kracht geworden, die voor een belangrijk deel in open normen zijn opgenomen. De leidraad van de AFM ziet vooral toe op deze open normen en de wijze waarop provisies transparant gemaakt moeten worden. In het document biedt de toezichthouder, mede aan de hand van voorbeelden, handvatten voor het
8
toepassen van de nieuwe regels. Onder meer wordt het wettelijk kader in een stroomschema uiteengezet. De AFM heeft de concept-leidraad opgesteld, mede op grond van enkele sessies met brancheorganisaties. In het document zijn de aanpassingen die het ministerie van Financiën per 1 juli wil doorvoeren en die vooral van invloed zijn op niet-geldelijke vergoedingen, niet opgenomen. Het consultatiedocument is te downloaden via AFM.nl. In onze elektronische nieuwsbrief VB Selectie van aanstaande maandag (editie intermediair) en het volgende VB gaan wij nader in op de voorgestelde leidraad en reacties uit de branche. ■
nummer 10 - 22 mei 2009
NIEU WS
Special: De Nederlandse Verzekeringsawards 2009 Gelijktijdig met dit VB ontvangt u de special: De Nederlandse Verzekeringsawards 2009. Kluwer en For All Finance organiseren vanaf 2009 jaarlijks de Nederlandse Verzekeringsawards. In totaal worden dit jaar op 11 juni in het nieuwe Elicium in Amsterdam veertien ‘Gouden Schilden’ uitgereikt aan mensen of bedrijven in de verzekeringsbranche die zich op een positieve manier hebben onderscheiden (Verzekeringsawards.nl). In de special komen de genomineerden aan het woord en wordt het initiatief alsook de weg van voordracht tot award van verschillende kanten belicht. De jury, onder voorzitterschap van prof. dr. Eric Fischer, benadrukt nog eens dat de toekenning van de awards niet bedoeld is om marktpartijen de gelegenheid te geven elkaar ferm op de schouder te kloppen. Evenmin is volgens de jury sprake van een intern branchefeestje. “De spelregels zijn zodanig opgesteld, dat relevante publieksgroepen een stem hebben in de
toekenning van de awards. Consumenten konden via Nu.nl hun stem uitbrengen en Gfk Panel Services en Blauw Research peilden via marktonderzoek de mening van consumenten.”
Positieve aandacht “Door de schijnwerper te richten op maatschappelijk belangrijke initiatieven en die te onderscheiden, komt de positieve kant van de verzekeringsbedrijfstak in het volle licht te staan en krijgt de gehele branche de vorm van aandacht die deze verdient. Dat is de belangrijke toegevoegde waarde van de Awards. Waarmee we overigens niets tekort willen doen aan de verdiensten van de individuele marktpartijen die op 11 juni een Gouden Schild uitgereikt krijgen. We moeten niet de illusie hebben dat deze eerste toekenning van Awards de verzekeringswereld qua reputatie meteen op een veel hoger plan tilt. Daarom is het te hopen, dat dit het begin is van een langjarige traditie”, aldus de beide initiatiefnemers in het voorwoord van de special. Wilt u op 11 juni aanwezig zijn bij de uitreiking van de Nederlandse Verzekeringsawards 2009 in het nieuwe Elicium in Amsterdam? Neem dan contact op met Heidi Balkema (
[email protected]). ■
(ingezonden mededeling)
Ook Yarden stopt met ‘cadeaus’ In navolging van DELA en Monuta heeft nu ook Yarden aangegeven het contract te verbreken met intermediairs die lokkertjes aanbieden bij de verkoop van een uitvaartverzekering. Volgens Serge Evers, manager Commerciële Zaken, wil Yarden dat haar uitvaartverzekering wordt afgesloten door middel van een deskundig en een goed advies voor de consument, en niet dat het cadeau de aanleiding is tot het sluiten van een uitvaartverzekering. De gesprekken met de betreffende intermediairs zijn inmiddels afgerond, aldus Evers: “De uitkomsten van deze gesprekken zijn verschillend. Er zijn al contracten verbroken, maar er zijn ook intermediairs die ervoor kiezen ons product te blijven verkopen en af te zien van de cadeaus.” ■
TVDDFTGBDUPS DPNQMFUFFJOEFMFWFOPQMPTTJOH
6XJMUVXLMBOUFOPQUJNBBMBEWJTFSFOFOIFMQFO#JKWPPSCFFMENFUFFO QBTTFOEFVJUWBBSUPGPWFSMJKEFOTSJTJDPWFS[FLFSJOH.BBSXJFIFMQU| EBBSIFUCFTUFCJK .FU%&-"*OUFSNFEJBJSCJFEUVVXLMBOUFOFFO WPMMFEJHFFJOEFMFWFOWFS[FLFSJOHTPQMPTTJOH TVDDFTGBDUPS POEFS FFOWFSUSPVXEFOBBN TVDDFTGBDUPS .BBSCJKWPPSCFFMEPPL PO[FTDIFSQFQSFNJFT TVDDFTGBDUPS ESBHFOCJKBBOVXTVDDFT 8JMUVQSPFWFOWBOOPHNFFSTVDDFTGBDUPSFO #FMWBOEBBH OPHPOTFOUIPVTJBTUFUFBN TVDDFTGBDUPS WJB PGLJKLPQJOUFSNFEJBJSEFMBOM
‘Consequenties beter voorrekenen’ In het kader van zorgvuldig adviseren en de regels die de AFM daartoe oplegt, vindt de toezichthouder dat consequenties van risico’s beter gekwalificeerd én gekwantificeerd voor het voetlicht moeten komen. “Het is belangrijk om de klant ook voor te houden wat er gebeurt als het meest ongunstige scenario realiteit wordt. En dat niet alleen aangeduid, maar ook voorgerekend.” Verder merkt de AFM op dat haar rapporten “in het algemeen slecht gelezen worden.” De AFM deed deze uitspraken vorige week bij monde van Michiel Denkers, hoofd Toezicht, op een beleggingscongres voor intermediairs, georganiseerd door Legal & General. ■
.BSDFM$PFOEFST TVDDFTGBDUPS BDDPVOUNBOBHFS
nummer 10 - 22 mei 2009
9
I N T ER M ED I A IR
STEFA voor ontevredenen Op 5 mei is de Stichting ter bevordering van Eerlijk Financieel Advies (STEFA, Stefa.nl) opgericht, als ‘spreekbuis voor het ongebonden veelal kleine intermediair dat zich niet herkent in de huidige belangenbehartiging’. De nieuwe intermediaire belangenorganisatie wil zich volgens de initiatiefnemers gaan inspannen voor: - een betrouwbaar en werkbaar financieel adviesklimaat in de ruimste zin van het woord; - een maatschappelijk draagvlak voor transparante en begrijpelijke beloningsvormen, waarbij belangen van de consument en de financieel adviseur gediend zijn; en - het delen van kennis en ervaring die leidt tot hogere efficiency en kostenreductie in de bedrijfsvoering van de adviseurs. Dit alles tegen een betaalbare contributie en mét bruikbare faciliteiten voor de bedrijfsvoering van de aangesloten adviseurs, aldus de initiatiefnemers.
richting aanbieders, politiek, media en consumentenvertegenwoordigingen (de stakeholders) nog onvoldoende een vuist kunnen maken om de belangen van het assurantieintermediair optimaal te behartigen en hebben daarom vorig jaar de Federatie FIDIN opgericht. Of die bundeling van krachten vervolgens voldoende is, is ook maar de vraag. Dat je nog geen twintig procent van het aantal intermediairs in Nederland vertegenwoordigt, is nog steeds niet indrukwekkend en dat weten ze ook in Amersfoort en Tiel. Achter en voor de schermen wordt daarom hard gewerkt aan verschillende initiatieven om (veel) meer intermediairs onder de paraplu van FIDIN te scharen. Schaalgrootte (aantal aangesloten intermediairs, vertegenwoordigde marktomzet) is heden ten dage een must als je een boodschap wilt verkondigen of een belang hebt te verdedigen. Roepen dat je iets wilt of iets niet pikt, heeft geen zin als je niet gehoord wordt. En om gehoord te worden, moet je imponeren, zo groot en machtig (netwerk!) zijn dat je gesprekspartners niet om je heen kunnen.
Krachten bundelen In een tijd van ontevredenheid, een tijd waarin bedreigingen talrijker lijken dan kansen en waarin velen zoekende zijn, is een bundeling van krachten om gezamenlijk tot verbetering te komen doorgaans niet de meest voor de hand liggende optie. Liever trekt iedereen dan zijn eigen plan en hoopt daarmee vervolgens zoveel mogelijk aanhangers te krijgen. In de politiek leidt dat meestal tot de oprichting van een veelheid aan splinterpartijtjes die allemaal van hun eigen Utopia dromen. In onze eigen mooie, maar door zorgen gekwelde branche betekent dat het ene na het andere initiatief om het intermediair nu eens echt goed te gaan vertegenwoordigen. De bedoelingen zijn daarbij eigenlijk altijd sympathiek en de sentimenten zijn begrijpelijk, maar je moet wel van heel goeden huize komen om vervolgens ook iets neer te zetten wat echt iets toevoegt.
Is het in dat licht bezien dan slim of kansrijk om nu vanuit een bepaalde ontevredenheid met enkele medestanders een nieuwe belangenclub te beginnen, zoals STEFA nu, velen voor haar en ongetwijfeld ook na haar? Voor de eigen gemoedsrust is het ongetwijfeld goed – ‘Wij doen er tenminste iets aan!’ – maar de kans op slagen is helaas haast te verwaarlozen, alle goede wil ten spijt. Je kunt, ook in het huidige tijdsgewricht, best van scratch af beginnen – waarom niet? – maar verwacht dan niet dat je op korte termijn klinkende resultaten kunt bereiken. Dat is niet reëel. Bovendien lachen de stakeholders, met hun eigen belangen op de agenda, zich een hoedje als iedereen nu voor zichzelf begint om die intermediaire branche met een ratjetoe aan vertegenwoordigers, die over elkaar heen vallen om hun zegje te doen. Dat schiet allemaal niet op en verzwakt de positie van het intermediair in de lobby nog eens aanzienlijk. ■
De traditionele grootheden NVA en NBVA hebben inmiddels (na zestig jaar!) het inzicht dat zij los van elkaar
Meijers neemt Triodos over Triodos Assurantiën is per 1 mei overgenomen door Meijers Assurantiën uit Amstelveen. De portefeuille van Triodos Bank-dochter Triodos Assurantiën telde 3500 klanten met vooral zakelijke schadeverzekeringen en particuliere levensverzekeringen. Triodos gaat zich volledig richten op de bancaire dienstverlening. Algemeen directeur Michel Schaft van Registermakelaar in Assurantiën Meijers is blij met de overname, omdat de toegenomen schaalgrootte het bedrijf volgens hem een betere uitgangspositie biedt om partnerships aan te gaan met verzekeraars en andere partijen in de branche. ■
10
Erwin Loer
Intermediairs verwachten lichte omzetstijging Assurantiekantoren die hebben deelgenomen aan het kerncijfersonderzoek van Bureau D & O verwachten voor 2009 een voorzichtige omzetstijging van één procent. Zij houden wel rekening met directe consequenties voor hun omzetontwikkeling door verdere veranderingen in de beloning en financiële gevolgen van de kredietcrisis. Uit de cijfers, opgenomen in de publicatie ‘Kerncijfers 2009’, blijkt verder onder meer dat alle typen assurantiekantoren op het terrein van levensverzekeringen en hypotheken een daling van de omzet met gemiddeld negen procent verwachten. ■
nummer 10 - 22 mei 2009
INT ERM ED IA IR
Finergo-huismerken in de maak Voogd & Voogd en Finergo Groep gaan samen huismerken ontwikkelen voor de bij Finergo Groep aangesloten bemiddelaars. Huismerkpolissen voor particuliere schadeverzekeringen (personenauto, bestelauto, bromfiets, vrachtauto, motor en pakket particulier) kunnen dan exclusief door hen in de volmacht van Voogd & Voogd worden gesloten. CEO Bas de Voogd (foto links) en directeur Hans Hoekstra van Finergo Groep hebben hiertoe onlangs een samenwerkingsovereenkomst getekend. Volgens De Voogd is de samenwerking om tot Finegro-huismerken te komen een verdere bestendiging van de inmiddels al jarenlange prettige samenwerking tussen beide serviceproviders. Die heeft er eerder onder meer toe geleid dat Finegro-leden voor de belangrijkste automotiveproducten gratis gebruik kunnen maken van de Klik & Sluit kantoor- en webmodules, en korting krijgen op Klik & Sluit Webtotaal. ■
Marketing Online van start Welke Financiële Diensten heeft Marketing Online gelanceerd voor het met haar samenwerkende intermediair. Marketing Online bestaat uit diverse via het Welke-extranet beschikbare doelgroepgerichte acties en materialen, die het intermediair ondersteuning bieden in de marktbewerking. Doelen zijn meer omzet bij bestaande klanten te realiseren en nieuwe klanten te werven. De eerste actie waar het intermediair gebruik van kan maken, is gericht op starters op de woningmarkt. Centraal daarbij staat een persoonlijk StartersHypotheekRapport voor de consument. Met een link op de website of in de digitale nieuwsbrief van het intermediair komt de potentiële eerste huizenkoper op een landingspagina waar deze benodigde gegevens invult. Zodra hij dit heeft gedaan, wordt per e-mail het persoonlijke rapport gestuurd. Dit rapport gaat in op alle relevante informatie voor de starter, het maximale hypotheekbedrag en typen huizen die hij kan kopen. De intermediair krijgt de leadgegevens met alle ingevulde informatie, zodat hij zelf voor de juiste opvolging kan zorgen. Naast de link en de rapportage voorziet de actie in een aantal standaarddocumenten waarmee hij de actie regionaal kan aanprijzen, zoals teksten voor flyers, in de huis-aan-huiskrant, op de website en banners. Binnenkort wordt Marketing Online met meer acties uitgebreid. ■
Herinvesteringsreserve uit boekwinst mogelijk Een intermediair die zijn portefeuille verkoopt en misschien later een portefeuille wil (terug)kopen, mag uit de boekwinst een herinvesteringsreserve vormen. Daarmee kan belastingheffing over de boekwinst worden uitgesteld. Dat blijkt uit een uitspraak van Hof Arnhem vorige maand. In de procedure waarin het hof uitspraak deed, had een man in 1999 noodgedwongen (door bouwkundige gebreken van zijn woning/kantoor raakte hij verstrikt in juridische procedures tegen architect en gemeente, die hem financieel uitkleedden) zijn assurantieportefeuille verkocht en ging hij vervolgens werken in loondienst. Zijn voornemen was weer een nieuwe assurantieportefeuille terug te kopen als de juridische procedures achter de rug waren, maar de inspecteur van de Belastingdienst accepteerde de vervangingsreserve (sinds 2001 herinvesteringsreserve) niet. Hij vond het niet aannemelijk dat de man ultimo 1999 een vervangingsvoornemen had, een van de voorwaarden voor uitstel van belastingheffing over de boekwinst. Rechtbank Arnhem gaf de inspecteur indertijd gelijk. Voor Hof Arnhem is het vervangingsvoornemen echter wel degelijk aannemelijk, al had de gewezen intermediair op de dag van de zitting voor het hof afgelopen februari nog steeds geen vervangende assurantieportefeuille (terug)gekocht. ■
Nieuw: mkb-versie AO/IC-model Het Kwaliteit Instituut Financiële Dienstverlening (KIFD) introduceert op 1 juni een mkb-versie van haar Nationale AO/ IC-model (Administratieve Organisatie en Interne Controle) voor financiële dienstverleners. De mkb-versie is een uitbreiding van het bestaande webbased model. Het biedt standaard processen voor zakelijke schade-, pensioen- en employee benefits-advisering. Volgens het KIFD kunnen financiële adviseurs die zich richten op mkb-ondernemingen met deze uitbreiding een forse tijd- en kostenbesparing tegemoet zien op de ontwikkelingskosten van een eigen AO/IC-model. KIFD organiseert op verschillende plaatsen in Nederland bijeenkomsten op 5, 8 en 19 juni en 1 en 2 juli a.s. om het nieuwe model toe te lichten. Kosten € 20 per persoon. ■ (ingezonden mededeling)
TVDDFTGBDUPS PQUJNBMF NBSLFUJOHPOEFSTUFVOJOH
7PPSOPHWFFMNFFSTVDDFTGBDUPSFO LJKLUVPQJOUFSNFEJBJSEFMBOM
nummer 10 - 22 mei 2009
11
I N T ER M ED I A IR
Plaatselijke intermediairs best gewaardeerd Hypotheekadviseurs van onafhankelijke adviesorganisaties worden veel hoger gewaardeerd door hun klanten dan hypotheekadviseurs van banken. Het meest tevreden zijn klanten van plaatselijke intermediairs. Dat zijn de voornaamste bevindingen uit een gedurende twee jaar gehouden onderzoek van Independer onder 4286 personen. Adviseurs van banken scoren gemiddeld een 7,1, lokale intermediairs een 7,8 en adviseurs van hypotheekadviesketens een 7,7. Klanten konden hun adviseur beoordelen op deskundigheid, telefonische bereikbaarheid, het nakomen van afspraken, de sfeer tijdens het gesprek en de inhoud van het aanbod. Opvallend is dat de plaatselijke adviseur ook op al deze punten afzonderlijk het beste scoorde, vóór de hypotheekketenadviseur en ruim voor de bankadviseur. ■
Seminar: passende provisies en transparantie NIBE-SVV organiseert in samenwerking met onder andere AFM, SEH, stichting Keurmerk Financiële Dienstverlening, De Hypothekers Associatie en ING op 26 juni in De Flint in Amersfoort het seminar ‘Nieuwe Wft-regels: passende provisies en transparantie’, waarbij ook aandacht naar het dienstverleningsdocument zal uitgaan. Tijdens het seminar krijgt de deelnemer onder andere praktische tips en tools. ■
Prestatiemeting vervroegd De negende editie van het door DAK, NVA en NBVA georganiseerde Prestatie Onderzoek Verzekeraars wordt dit jaar al eind mei gestart. De uitkomsten zijn daardoor dit jaar al eind september bekend. In de voorgaande acht jaar was dat eind oktober of november. Door het vervroegde onderzoek, in combinatie met de vorig jaar geïntroduceerde individuele terugkoppeling, kunnen intermediairs de resultaten tijdig meewegen bij het maken van afspraken met verzekeraars, aldus de organisatoren. ■
MijnNN met statusinfo Vanaf nu kan de status van mutaties en nieuwe aanvragen van alle particuliere levensverzekeringen van Nationale-Nederlanden worden ingezien op Mijn.NN.nl. Door de nieuwe functionaliteit kunnen intermediairs volgens NN binnen drie muisklikken hun klanten informeren over hoe hun verzekeringen ervoor staan. De statusinformatie is op te vragen per polisnummer of via een totaaloverzicht van alle uitstaande verzoeken. Een sorteerfunctie geeft bijvoorbeeld alle incomplete verzoeken weer en toont wat de ontbrekende documenten zijn. ■
12
Waarom een volmacht? Op dinsdagmiddag 2 juni houdt de NVA in samenwerking met de NVGA een bijeenkomst over de toegevoegde waarde van een volmacht: ‘Waarom kiezen voor een volmacht?’ De bijeenkomst bespreekt de mogelijke meerwaarde van een volmacht en gaat in op de consequenties van het hebben van een volmacht, zoals de voorwaarden waaraan moet worden voldaan en de noodzakelijke aanpassingen binnen de organisatie. ■
BizzWise Netwerk gestart Onlangs is het BizzWise Netwerk (Bizzwise.nl) in het leven geroepen, een netwerk van financieel adviseurs gericht op de zakelijke markt. Volgens algemeen directeur Hans Sommer van BizzWise kunnen dienstverleners als assurantieadviseurs, accountants, HRM-adviseurs en juristen, die op feebasis (willen) werken en/of actief zijn in advisering op het gebied van employee benefits, deelnemen aan het netwerk als zij integer zijn en kwaliteit willen leveren. Het kloppende hart van het netwerk is een webapplicatie die samenwerking faciliteert tussen complementaire dienstverleners, waardoor klanten een totaalservice wordt geboden. In de applicatie krijgt een klant een eigen omgeving, één centraal punt van waaruit hij via een projectenmodule contact kan zoeken en onderhouden met dienstverleners. Hij heeft daarbij volledig inzage in contracten, polissen, werkzaamheden, kostenontwikkeling, facturen en dossiers. Ook is in de applicatie een uitgebreide HRM- en arbeidsvoorwaardenmodule opgenomen, waarmee volgens Sommer zowel klanten als intermediairs administratieve besparingen kunnen realiseren. ■
Nieuw: GA magazine De NVGA gaat een magazine uitbrengen: GA magazine. Dit full colour magazine zal jaarlijks drie à vier keer verschijnen om de leden van de NVGA, verzekeraars en andere stakeholders en geïnteresseerden regelmatig te informeren over nieuws, ontwikkelingen en actualiteiten in de volmachtwereld en de visie van de NVGA daarop. Inmiddels is een ‘0-nummer’ verschenen, een voorproefje van twaalf pagina’s, met daarin onder meer een interview met de onlangs aangetreden nieuwe NVGA-voorzitter Coen van Ham: “Het wordt een schone taak voor het NVGAbestuur het grotere aandeel van gevolmachtigden in de distributie goed neer te zetten en herkend en erkend te krijgen.” ■
nummer 10 - 22 mei 2009
G ENERALI VB INNOVAT CO-ASSURA IEPN RIJ T IES
Innoveren. Juist nu! Drie dingen zijn er anders dan voorgaande jaren aan de Generali VB Innovatieprijs 2009. Allereerst is de urgentie om juist nu te innoveren groter dan ooit en het delen van kennis noodzakelijk. Ten tweede zijn er ontwikkelingen die het draagvlak voor de prijs en de aandacht voor de deelnemers ook buiten de branche, sterk doet groeien. Als laatste, niet onbelangrijk, is het nu ook mogelijk om collega’s aan te melden om voor de prijs in aanmerking te komen.
“Veranderingen in de branche komen sneller dan menigeen hoopte. Het is dus evident dat er vernieuwing moet komen”, aldus Freek Wansink, algemeen directeur van Generali en uitgesproken pleitbezorger van de Generali VB Innovatieprijs die nu alweer voor de vierde keer zal worden uitgereikt. En als anderen wat sceptisch zijn, komt Wansink in het geweer: “Het kan toch niet zo zijn dat onze branche niets aan vernieuwing doet? Ik denk eerder dat mensen te bescheiden zijn. Daar hebben we nu iets op gevonden. Het is vanaf dit jaar ook mogelijk om collega’s aan te melden.” En: “Innovaties zijn ook die kleine, slimme dingen die zaken net even efficiënter, effectiever of klantgerichter doen verFreek Wansink: ‘Mij maak je lopen.” Het gaat dus niet (alleen) om wereldverove- niet wijs dat er geen innovatiekracht in de sector zit’ rende Senseo-apparaten!
Waarom innoveren? “Innoveren om het innoveren is natuurlijk onzin. Begrijpelijker is om te innoveren vanuit een economische noodzaak. Maar uiteindelijk moet elke innovatie ten goede komen aan de klant”, zegt Wansink. “De ultieme drijfveer is dus de klant en de wil om die goed te bedienen. Alleen daarom al verwacht ik dat de Innovatieprijs juist dit jaar extra aandacht en extra waarde krijgt. Een jaar waarin we met de neus op de feiten worden gedrukt dat de klant koning is. Dat wisten we al. Nu moeten we met alles wat in ons zit ernaar handelen. Dat vereist inzet. Ook van onze denkJuryvoorzitter prof. dr. kracht. Inzet om het echt anMark de Jong, Novay ders te doen dan voorheen.” Volgens juryvoorzitter en algemeen directeur van Novay (voorheen Telematica Instituut) Mark de Jong is de Innovatieprijs de afgelopen jaren uitgegroeid tot een inspiratiebron voor ondernemende en vernieuwende intermediairs: “Elk jaar weer
Gun die hersencellen geen rust! Aanmelden voor de Generali VB Innovatieprijs kan
groeit het aantal tot 31 augustus 2009. De jury juicht het toe als er nog kwalitatief goede meer intermediairs dan voorgaande jaren zich met hun inzendingen. Dat innovaties aandienen! Ook als uw innovatie niet op alle laat wel zien dat criteria scoort, heeft u kans van slagen! Juist relatief de branche volop eenvoudige en met geringe investeringen te realiseren in beweging is. Ik verbeteringen van (advies)processen, klantcontacten en dienstverlening kunnen hoog scoren en direct bijdrahad ook niet angen aan vertrouwen bij de consument en verbetering ders verwacht, als van het imago van de branche in het algemeen. Daar je bedenkt in welk zijn we naar op zoek. Kortom: gun uw hersencellen tempo de ICT-mogeen rust. Moedig uw medewerkers aan. Juich collega’s gelijkheden voor met goede ideeën toe en aarzel niet ze te verrassen innovatie groeien. met uw aanmelding voor misschien wel juist hun idee Daarmee heeft het of geïmplementeerde innovatie. Maak het de jury maar intermediair midknap lastig met een stroom aan inzendingen! delen in handen Hoofdprijs: € 7500. Aanmoedigingsprijs: € 2500. om snel, efficiënt Website: Generali-vb-innovatieprijs.nl en effectief goede ideeën tot wasdom te laten komen. En dat is in een tijd van economische malaise van levensbelang.”
Draagvlak Innovatief prestige ontleen je niet aan het geldbedrag dat aan de Generali VB Innovatieprijs is verbonden. Veel meer ligt dat prestige in het draagvlak voor de prijs. Binnen de branche zat dat al goed met juryvertegenwoordigers vanuit diverse geledingen van de verzekeringswereld. Buiten de branche kan het beter. Daarin wordt nu voorzien. De organisatie prijst zich gelukkig met contacten met onderzoeksinstituten, wetenschapsinstellingen en brancheorganisaties die na de zomer gaan leiden tot verbreding van het draagvak van de Innovatieprijs ook buiten de sector. Alle seinen op groen dus voor innovatieve intermediairs om te laten zien waartoe de bedrijfstak in staat is. Juryleden zijn: prof. dr. Mark de Jong (Novay, voorzitter); Rob van Os (NVA); mr. Rob Groenemeijer (NBVA); mr. Toine Beljaars (NVGA), Taco Morelisse (Kluwer); prof. dr. Fred van Raaij (Universiteit van Tilburg) en Freek Wansink (Generali). Op de website is alle informatie en een aanmeldingsformulier te vinden: Generali-vb-innovatieprijs.nl. De Generali VB Innovatieprijs wordt uitgereikt op 19 november 2009 tijdens de VB Branchedag in Apeldoorn. ■
Generali VB
nummer 10 - 22 mei 2009
13
Fotografie: Peter Strelitski
I N T ER V I EW
“Het vertrouwen van de consument terugwinnen en werken aan het herstel van het imago van de branche”, ziet Willem van Duin als een van de belangrijkste taken van het Verbond van Verzekeraars, waarvan hij sinds oktober vorig jaar voorzitter is. “Dat betekent dat je vanuit de klant moet denken en zijn belangen en behoeften centraal stelt.” Dat roept vrijwel iedereen. “Het gaat niet om het uitspreken van goede voornemens, maar om concrete, herkenbare maatregelen. Wij werken daar hard aan en datzelfde geldt voor de individuele verzekeraars. Op dit moment zijn we bezig met het ontwikkelen van een keurmerk. Leden die op een voortreffelijke wijze het klantbelang dienen, het geheel van hun bedrijfsvoering daarop hebben afgestemd en transparante producten bieden die voorzien in de behoefte van de consument, kunnen zich met dit keurmerk onderscheiden.”
Willem van Duin (Verbond van Verzekeraars):
‘We werken aan keurmerk voor verzekeraars’ Mr. Willem A.J. van Duin (49) is sinds 1 oktober 2008 voorzitter van het Verbond van Verzekeraars. Vier maanden daarna nam hij bij zijn maatschappij, Eureko, het roer over van Maarten Dijkshoorn als voorzitter van de raad van bestuur. Eigenlijk vindt Van Duin dit voldoende informatie. “Het gaat niet om mij als persoon, maar om de inhoud”, wil hij overstappen op een volgend onderwerp. Wel wil hij vermelden dat hij na zijn rechtenstudie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam zijn carrière begon bij een maatschappij waaruit Achmea is voortgekomen. In 1987 werd hij secretaris en hoofd juridische zaken van Vezeno in Zaandam. Na het samengaan met Avéro volgde zijn benoeming tot eerst adjunct-secretaris van de AVCB (Avéro Centraal Beheer) Groep en in 1997 tot secretaris van de raad van bestuur van Achmea. Na een uitstap naar Groene Land PWZ Achmea keerde hij terug naar de holding waar hij in 2004 toetrad tot de raad van bestuur, vanaf 2008 als vicevoorzitter. “Via allerlei opeenvolgende stapjes binnen het concern zit ik nu op deze positie.”
14
nummer 10 - 22 mei 2009
INT ER VIEW
Wat de criteria zijn waaraan verzekeraars moeten voldoen om voor het keurmerk in aanmerking te komen, kan Van Duin nog niet zeggen. “Dat is nog niet helemaal uitgekristalliseerd. Wel staat vast, dat we het keurmerk nog dit jaar willen invoeren en dat zowel de formulering van de criteria als de controle op de naleving daarvan niet door het Verbond plaatsvinden, maar door onafhankelijke organisaties.” Is zo’n keurmerk echt onderscheidend als iedere verzekeraar daar aanspraak op kan maken? “Ik denk dat inderdaad alle verzekeraars activiteiten ontplooien vanuit de oprechte intentie om hun reputatie te verbeteren, maar dat alleen is niet genoeg om het kwaliteitsmerk te behalen. Zo’n obligaat stempel zou niet echt helpen om het vertrouwen op een hoger plan te tillen. We zullen in de toekomst kijken of we het keurmerk ook kunnen verbinden aan producten.”
Afhankelijk van intermediair Direct writers hebben hun bedrijfsvoering volledig in eigen hand. Intermediairmaatschappijen zijn juist waar het gaat om de manier van klantbenadering afhankelijk van hun adviseurs. Die verzekeraars zullen inderdaad moeten samenwerken met intermediairs die passen in de ambitie om te voldoen aan de keurmerkcriteria. Ik denk dat maatschappijen vooral een relatie aangaan met assurantietussenpersonen die daar het belang van inzien.”
hetzelfde doel en dat is het belang van de klant. Die bepaalt in feite hoe wij binnen de branche met elkaar moeten omgaan.” Willem van Duin praat niet één keer met stemverheffing. Evenmin vallen er harde woorden uit zijn mond op te tekenen, wel duidelijke uitspraken. De voorzitter van het Verbond weet exact welke standpunten hij wil verdedigen en voor welke lastige opgaven zijn bedrijfstak staat. Maar ook is hij vast van plan om de doelen die verzekeraars zich gesteld hebben, te bereiken via overleg, goede argumenten en als het even kan in goede harmonie. Hij gaat voor de inhoud en niet voor de ‘Bühne’.
Rimpeling “Alles in ons doen en laten moet beginnen en eindigen bij de klant. Het is onze gezamenlijke opdracht alle partijen binnen de verzekeringswereld op die ene lijn te brengen. Dat vergt een omslag in het denken.” Hij geeft een voorbeeld: “Er is lange tijd eindeloos gediscussieerd tussen bemiddelaars en verzekeraars over de vraag van wie de klant is. In de huidige tijd is dat een zinloze discussie, want de klant is natuurlijk van zichzelf en van niemand anders. Verzekeraars maken en leveren producten en de klant betaalt aan de partij waarvan hij de dienst of het product afneemt. Dit vindt de consument logisch. Dat betekent ook, dat de intermediair adviseert en de klant daarvoor een rekening presenteert. Daar is niets mis mee, want iedereen begrijpt dat advies niet gratis is.”
Dat zou opnieuw een segmentatie van adviseurs kunDe vraag is of zowel de klant als de adviseur al zover is. “Ik nen betekenen. “Als dat zo is, dan wel op een heel andere verwacht niet dat dit van vandaag op morgen de standaard grondslag. Voorheen vond segmentatie plaats aan de hand zal zijn. De overgang van provisie naar declaratie is een glijvan productie, nu zal dat gedend proces. Wel zie je nu al albeuren op grond van kwaliteit. lerlei waardevolle initiatieven.” En dat op zichzelf vind ik geen 'Een goed keurmerk draagt bij aan slechte ontwikkeling. Kwaliteit Je moet constateren dat Verbond een goed imago, aangezien dat is immers het meest duurzame en intermediairkoepels niet één criterium waarmee je je belijn getrokken hebben in een aanbetrekking heeft op alle spelers, staansrecht kunt bewijzen. Het tal belangrijke zaken. Dat heeft van productontwikkelaar tot en met benadrukt daarbij het belang toch invloed op de onderlinge van een goede samenwerking verhouding? “Nee, dat geloof ik distributieketen' tussen verzekeraars en interniet, omdat we nu met z’n allen mediairs. Klantbejegening moet je een nieuw tijdperk ingaan. De gezamenlijk doen. Een goed keurmerk regelgeving waarin de klant centraal staat, is draagt bij aan een goed imago, omdat dat betrekking heeft op de meest belangrijke punten afgerond en vanuit die nieuop alle spelers, van productontwikkelaar tot en met de we context moeten we ons werk doen. Je kunt niet anders distributieketen.” dan concluderen, dat het speelveld veranderd is. De spelers zullen daarin hun positie kiezen en ik heb in onze gesprekken Relatie aanbieder-bemiddelaar niet het gevoel dat we het daarover oneens zijn. Ik denk dat Het gezamenlijk optrekken van verzekeraars en intermediairals we over tien jaar op deze periode terugkijken, we zullen organisaties is niet meer zo vanzelfsprekend. Er is sprake van spreken over niet meer dan een rimpeling.” een verkilde verhouding. “Zo ervaar ik het niet. In het verleden hebben verzekeraars en Ook dan is er nog een rol voor het intermediair? “Uiteraard. adviseurs discussies gevoerd over zaken waarbij de belangen De adviesfunctie blijft van groot maatschappelijk belang niet altijd parallel liepen. Beide partijen zoeken een antwoord en daar komt bij dat ook in de toekomst veel consumenten op het veranderingsproces dat gaande is; zo’n proces moet niet de moeite willen nemen zichzelf te verdiepen in finandoorleefd worden en dat doet elk op z’n eigen manier. Verzeciële producten. Dat laten zij liever aan hun deskundige keraars en intermediairs zijn en blijven elkaars partners en ik adviseur over.” vind het van groot belang dat zij elkaar ook als zodanig zien.” Vertrouwen en reputatie Van Duin heeft daar vertrouwen in. “Voor beide partijen geldt, De crisis heeft het vertrouwen in de hele financiële sector gedat je er niet aan ontkomt om te redeneren vanuit je eigen schaad. Daarbij blijft onderbelicht dat verzekeraars een heel functie en verantwoordelijkheid, maar uiteindelijk dienen we
nummer 10 - 22 mei 2009
15
I N T ER V I EW
andere positie innemen dan bijvoorbeeld de banken. Waarom legt het Verbond daar zo weinig nadruk op? “We hebben dat wel degelijk duidelijk naar voren gebracht”, corrigeert Van Duin en wijst op de position paper naar aanleiding van het rapport ‘Bouwen aan een meer crisisbestendige verzekeringssector in Nederland’. “Daarin komen de verschillen tussen verzekeraars, banken en pensioenfondsen duidelijk naar voren. Een andere zaak is, dat ik er geen voorstander van ben om me af te zetten tegen de andere partijen. Natuurlijk is het goed om je als verzekeraars te onderscheiden. Dat doet recht aan het feit dat we een zeer solide, solvabele bedrijfstak zijn die gegarandeerd de overeenkomsten nakomt. Maar ik zie niet het belang om anderen in een negatief daglicht te plaatsen. We moeten de crisis immers met z’n allen bestrijden.
Daarom vindt het Verbond het meer dan ooit belangrijk de samenhang in de financiële sector te bevorderen.” Ook als de media volledig onjuiste vergelijkingen maken tussen pensioenfondsen en verzekeraars? “Wat het kostenaspect betreft, hebben we aangegeven binnen de Stichting van de Arbeid hierover te praten met sociale partners. We zullen ervoor zorgen dat alle partijen goed zicht krijgen op het kostenniveau. Natuurlijk hangt de hoogte nauw samen met de regeling zelf. Alleen al daarom is het niet mogelijk om te snel conclusies te trekken. PwC heeft onderzoek verricht naar de kostenstructuur van pensioenfondsen en verzekerde regelingen en daaruit blijkt dat verzekeraars heel ordentelijk hebben gehandeld.” Je kunt ook zeggen dat verzekeraars gemiddeld minder kosten toerekenen dan fondsen en de deelnemers meer zekerheden bieden. “Dat blijkt inderdaad uit het onderzoek van PwC”, reageert Willem van Duin. “Maar ik zou willen benadrukken dat de verzekeringsindustrie uitdraagt waarin ze goed is en inzichtelijk maakt op welke wijze er gewerkt wordt.”
Gebalanceerde aanpak “Overigens zijn vooral de leden zelf verantwoordelijk voor het herstel van de reputatie van de bedrijfstak. Zij zullen moeten uitdragen hoe klantgericht ze zijn en dat zal geen enkele moeite kosten. Het dienen van het belang van de klant is immers de legitimatie van het bestaan voor een verzekeraar. Waarmee ik niet wil zeggen dat daardoor het imago meteen een stuk beter zal worden. Het kost tijd om het vertrouwen in de banken- en verzekeringssector terug te winnen, alleen al omdat we de leverancier zijn van ‘low interest’-producten. Wel blijkt uit alle onderzoeken dat consumenten over het algemeen heel tevreden zijn over hun eigen verzekeraar. Er bestaat een groot verschil tussen hoe men tegen de bedrijfstak aankijkt en tegen de maatschappij waar men de verzekeringen heeft ondergebracht. Zorg scoort in dat kader heel goed en schade niet veel minder. De levenproductie heeft een knauw gekregen door de beleggingsverzekeringenaffaire. De waardering van de klant voor dit soort verzekeringen is minder geworden. Maar ik verwacht ook hier betere tijden. Er zullen nieuwe producten op de markt komen, die eenvoudiger en inzichtelijker zijn. Maar ook zal de markt weer aantrekken doordat de realiteitszin bij de klant toeneemt. Die streefde lange tijd naar steeds hogere rendementen. Nu is bij iedereen wel doorgedrongen dat daar beleggingsrisico’s tegenover staan. Gelukkig zie je dat we in een andere tijdgeest terechtkomen, die minder gericht is op geldelijk gewin op de korte termijn. Klanten vragen nu eerder om zekerheid dan om de hoogste rendementen en verzekeraars stemmen hun bedrijfsvoering af op een meer gebalanceerde aanpak. Met dat laatste bedoel ik dat een maatschappij de belangen van aandeelhouders, klanten, distributieketen en medewerkers gelijkwaardig dient. Ik ben daar een groot voorstander van. Het staat in het mission statement van Achmea en ik draag het ook uit in het Verbondsbestuur. De andere bestuursleden denken daar trouwens net zo over. ■ Jan Aikens
16
nummer 10 - 22 mei 2009
PFP
Paerel dga-pensioenrekening Paerel Vermogensbeheer beschouwt het pensioen voor de directeur-grootaandeelhouder als een vermogensvraagstuk. Om die reden introduceert Paerel de ‘DGA Pensioenrekening’, een beleggingsrekening waarbij het pensioenvermogen opgebouwd wordt zonder daaraan gekoppelde verzekerde dekkingen voor overlijden, arbeidsongeschiktheid of andere inkomensdervende risico’s. Die keuze van verzekering blijft vrij en kan plaatsvinden bij partijen naar keuze. Doelgroep voor deze vorm van ‘vermogensopbouw met pensioenbestemming’ vormen de dga’s die hun pensioen in eigen beheer opbouwen c.q. willen gaan opbouwen. Paerel werkt naar eigen zeggen samen met “een beperkt aantal gespecialiseerde pensioenintermediairs”. Die intermediairs zijn bij deze gewaarschuwd: Voor hen is 1 (één!) accountmanager fulltime beschikbaar. Aldus het persbericht. ■
0%-trend bij hypotheken Ook Aegon ziet een duidelijke verschuiving naar provisie-uitruil in de hypotheekbemiddeling. In Het VB, nr. 9 (interview met Erik Mueststege) signaleerde Nationale-Nederlanden bij het afsluiten van nieuwe hypotheken een duidelijke trend naar provisie-uitruil ten faveure van een concurrerend tarief voor de klant. Bij Aegon zien ze zelfs een trend naar nul procent provisie, oftewel: 100 procent uitruil. “In de eerste drie maanden van 2009 is maar liefst 15 procent van de totale hypotheekproductie zonder provisie afgesloten”, aldus de Haagse verzekeraar, die daar – bij monde van Arjen Westra, Aegon Intermediair – ook blij mee is: “Het lijkt erop dat steeds meer intermediairs alternatieve beloningsvormen implementeren in hun bedrijfsvoering. De eindklant krijgt daardoor meer keuze en dat is een prima ontwikkeling.” ■
H&H helpt franchisenemers De groep starters op de huizenmarkt is zo’n beetje het enige lichtpunt in sombere ‘huis- en hypotheektijden’. Dat moet je dus uitbuiten, vinden ze bij Huis & Hypotheek. En niet ten onrechte natuurlijk. De nieuwe campagne van Huis & Hypotheek die deze maand van start gaat, staat dan ook in het teken van starters. De franchisenemers worden door hun franchiseorganisatie ondersteund om de voordelen voor starters goed over de bühne te krijgen. Die startersvoordelen zijn volgens Huis & Hypotheek o.a.: dalende huizenprijzen, dalende hypotheekrente, startershypotheken, gunstiger NHG en koopsubsidie. Daarbij biedt H&H ondersteuning middels in-store-communicatie, een direct-, e-mail- en advertentiecampagne en PR met couleur locale. ■
18
Ontslagvergoeding weer alternatieve pensioenroute Onder het huidige economische klimaat heeft ook het arbeidsklimaat in veel bedrijven te lijden. Veel werknemers vinden het allang geen pretje meer om te moeten werken tot hun 65ste bij een baas waar de kaasschaaf niet eenmaal maar soms zelfs meerdere keren in een hele korte tijdspanne is gehanteerd om op (personeels)kosten te besparen. Recht op een gouden handdruk is voor veel oudere werknemers dan ook uitzicht op eerdere pensionering. En dat lokt. Fiscaal is dat niet meer zo aantrekkelijk als het ooit was. Want de overheid ontmoedigt eerder stoppen met werken met alle mogelijke middelen. Financiën heeft zich uitgeleefd in een regeling waarvan de AFM waarschijnlijk onmiddellijk zou zeggen dat deze de toets der kritiek wat transparantie en eenvoud betreft, niet doorstaat. Het werkt als volgt. Hoofdregel: de fiscus beschouwt een gouden handdruk (die direct in periodieke uitkeringen wordt omgezet) als een pensioenoverbrugging. De werkgever wordt, als strafmaatregel, geconfronteerd met een naheffing van 26 procent. Na 2011 wordt dat maar liefst 52 procent! Stap 1: de kwalitatieve toetsing. De fiscus zal op de goudenhanddrukregeling een kwalitatieve toetsing leggen. Deze toetsing moet uitwijzen of de gouden handdruk wel of niet kwalificeert als overbrugging. Indien niet, dan is de naheffing niet aan de orde. Stap 2: de kwantitatieve toetsing. Ook deze toetsing dient om uit te maken of er al dan niet sprake is van een pensioenoverbrugging en is dus bepalend voor de naheffing. Kortom: gouden handdrukken zijn in het huidige economische beeld niet alleen een groeimarkt, maar ook een echte adviesmarkt. ■
Woonlastenbescherming achteraf Cardif ziet brood in het achteraf verzekeren van inkomensverlies wegens arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid. De verzekeraar stelt bij wijze van actie de met haar samenwerkende intermediairs in de gelegenheid achteraf deze risico’s alsnog te verzekeren als klanten op het moment van afsluiten van een hypotheek dit (nog) niet gedaan hebben. Cardif verwacht dat deze woonlastenbescherming in het huidige economische klimaat zal aanslaan en belooft het intermediair actieve ondersteuning bij het benaderen van klanten. ■
Workshops gouden handdruk De nieuwe kantonrechtersformule, de Regeling vervroegde uittreding en de seniorenregeling staan centraal bij de workshops Gouden Handdruk, die Legal & General voor het intermediair organiseert op 25, 27 en 28 mei aanstaande. ■
nummer 10 - 22 mei 2009
PRODU C T EN
Expatverzekering biedt commerciële kansen Als iemand naar het buitenland vertrekt om daar tijdelijk te gaan wonen en werken, is een goede expatverzekering onmisbaar. Dat stelt Edwin Pol, expert expatverzekeringen bij De Goudse. Een expatverzekering is een pakket verzekeringsoplossingen dat is toegesneden op een tijdelijk verblijf in het buitenland voor mensen die daar gaan werken of wonen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om ziektekosten, arbeidsongeschiktheid, ongevallen, aansprakelijkheid en rechtsbijstand. Daarnaast kunnen bij De Goudse ook emigranten en mensen die in het buitenland gaan studeren of stage gaan lopen, verzekerd worden. Die mogelijkheid wordt volgens Pol echter niet door alle verzekeraars geboden. De expatverzekering kan particulier gesloten worden door de expatriate zelf, maar ook de werkgever kan de verzekering sluiten voor zijn werknemer. Daarnaast zijn er mogelijkheden om collectief te sluiten. Er worden dan groepen gelijksoortige verzekerden onder één contract samengebracht met mogelijk bijzondere voorwaarden of dekkingen.
Waarom een expatverzekering? De gewone Nederlandse verzekeringen bieden mensen die in het buitenland werken of wonen volgens Pol in de regel geen dekking. “De basisverzekering voor ziektekosten is een verhaal apart. Als je in Nederland belasting blijft betalen, bijvoorbeeld omdat je gewoon wordt doorbetaald door een Nederlands bedrijf, betaal je ook AWBZ-premie en ben je verplicht de basisverzekering in het buitenland aan te houden. Dan is het wel verstandig een aanvullende dekking te regelen, want de basisverzekering dekt slechts tot eenmaal het Nederlandse medisch tarief, terwijl de tarieven in veel landen aanmerkelijk hoger liggen, zeker buiten West-Europa. Kom je in dienst
van een buitenlandse werkgever of ga je freelance werken, dan ben je verplicht om de basisverzekering op te zeggen en is het sowieso nodig een nieuwe oplossing te regelen voor ziektekosten. En dan is het natuurlijk goed om dat in Nederland te doen, omdat je dan Nederlandstalige verzekeringsdocumenten hebt en een Nederlandse helpdesk kunt bellen”
Deskundige verzekeringsexpert Commercieel gezien biedt de expatverzekeringen volgens Pol interessante mogelijkheden. “Al was het alleen maar om de band met de klant te behouden, ook als ze tijdelijk naar het buitenland gaan. Een expatverzekering is een echt adviesproduct. Dit stelt de adviseur in staat zich te profileren als deskundige verzekeringsexpert. Grenzen vervagen, steeds meer bedrijven zijn internationaal actief en de behoefte aan een goede verzekeringsoplossing is groot. Sterker nog, een adviseur die zich richt op het bedrijfsleven, hoort een expatverzekering eigenlijk standaard in de koffer te hebben. Daar komt nog eens bij dat een expatpakket een aantrekkelijke provisie oplevert.” Volgens Pol kost het adviseren van een expatpolis de adviseur niet veel meer tijd dan andere reguliere oplossingen.” Productinhoudelijk zijn de verschillen met reguliere verzekeringen niet zo groot. Een AOV is bijvoorbeeld een AOV, ook in het buitenland. Het enige verschil is dat de verzekeringen van een expatpakket zo zijn opgesteld dat ze buiten onze landsgrenzen geschikt zijn. Uiteraard is het dan wel belangrijk dat je als adviseur samenwerkt met een maatschappij die in deze branche over ruime ervaring beschikt en goede ondersteuning kan bieden.” ■
Nieuwe producten Voogd & Voogd Dagje-uit polis Voogd & Voogd heeft haar huismerken uitgebreid met de CaravanVoordeelPolis. De polis biedt onder meer een dekking van zes jaar nieuwwaarde bij total loss of diefstal. Dit geldt niet alleen voor de eerste eigenaar, maar onder voorwaarden ook voor de volgende eigenaar. In geval van een occasion vergoedt de polis gedurende drie jaar na aankoop de aankoopwaarde. Als hagelschade is meeverzekerd, wordt een premiekorting verleend als de caravan is voorzien van een hagelbestendig dak. Naast de caravan kan ook een voortent en de inboedel meeverzekerd worden. Voogd & Voogd breidde de productgroep Wonen & Recreatie verder uit met de aansprakelijkheidVoordeelPolis. Deze polis dekt naast de gebruikelijke risico’s ook schade die ontstaat wanneer de verzekeringnemer naast zijn particuliere aansprakelijkheid tegen betaling klussen verricht. Deze ‘klusclausule’ is overigens alleen beschikbaar voor bepaalde beroepsgroepen. Ook is het mogelijk het jagersrisico mee te verzekeren. Verder biedt de polis kortingsregelingen voor alleenstaanden en kan de ingebouwde no-claimkorting oplopen tot 20 procent. ■
Voor Nederlanders die vaker in eigen land op vakantie gaan, lanceert Europeesche Verzekeringen de ‘Uit in Nederland’-polis. Met deze verzekering zijn reizigers het hele jaar verzekerd voor alle vakanties en dagjes uit in Nederland. Een standaard reisverzekering geldt in Nederland meestal pas als men minimaal 24 uur of één nacht van huis is. Bij een dagje uit zijn bezittingen daarom niet verzekerd. Op de ‘Uit in Nederland’verzekering geldt deze beperking niet. De polis biedt dekking voor schade, verlies en diefstal aan bagageverzekering, een ticketannuleringsgarantie, een snel-thuis-garantie bij ziekte of een ongeluk en een dekking voor schade aan logiesverblijven. ■
Pechhulp voor motoren Naast pechhulp voor de auto biedt Mondial Assistance nu ook pechhulp voor motoren aan, inclusief een tegen betaling af te sluiten extra dekking ‘vervangende motor’ voor klanten die bij pech de reis per motor willen voortzetten. ■
nummer 10 - 22 mei 2009
19
DEBAT
Pensioenprofessionals op de bres voor een toekomstvast pensioen De initiatiefnemers van het Pensioencrisisdebat bieden deze zomer een platform aan pensioenprofessionals om mee te denken en nieuwe inzichten te verwerven voor een toekomstvast pensioen. Dat biedt als voordeel dat de komende pensioendiscussie in de SER zich niet hoeft te
maatschappelijk draagvlak over een pensioengerechtigde leeftijd. Daarmee is een discussie over pensioen direct een waagstuk. Maar dan wel een waagstuk met – voor elke professional – uitdagingen om je vingers bij af te likken. Want wat is er leuker voor een pensioenprofessional en biedt er meer uitdaging dan invloed uitoefenen op het verloop van de grootste geldstroom in Nederland?
versmallen tot een discussie over AOW-leeftijdsverhoging alleen. De activiteiten leiden uiteindelijk tot een publiek pensioendebat op 8 september. De FNV vindt het allemaal maar onzin, dat gedoe over AOWleeftijdsverhoging. Op de website van de FNV staat zelfs een FAQ-lijst met ‘fabeltjes rond AOW’ en daarin wordt korte metten gemaakt met de – naar de mening van het FNV – onnodige verhoging van de AOW-leeftijd. Daarentegen is de wetenschap, Netspar met professor Lans Bovenberg, er zeker van: “de AOW wordt onbetaalbaar in zijn huidige vorm en verhoging van de pensioengerechtigde en AOW-gerechtigde leeftijd is onvermijdelijk.” Dankbaar maakt het kabinet gebruik van denktank Netspar om zijn visie tot waarheid te verheffen en leeftijdsverhoging door te drukken. Om het allemaal nog ingewikkelder te maken, vinden veel pensioenprofessionals wiens vak het is om werkgevers en werknemers te adviseren over goede, toekomstvaste en robuuste pensioenregelingen, de discussie maar ‘gepriegel in de marge’. Netspar bijvoorbeeld, pleit voor een veel grondiger nadenken over het toekomstige pensioenstelsel dan alleen de kaasschaafmethode en proefballonnen over leeftijdsverhoging. En niet ten onrechte.
Agnes Jongerius, ‘de machtigste vrouw van Nederland’, is overtuigd van alternatieven voor verhoging AOW-leeftijd en vindt dat er maar al te veel fabeltjes rond de AOW bestaan.
De huidige pensioencrisis toont inmiddels haarscherp de zwakke plekken van ons huidige stelsel aan. Om nu te zeggen dat ons pensioenstelsel knarst en kraakt gaat wellicht wat ver, maar feit is wel dat de noodzaak van ingrijpende maatregelen zich aandient. Maatregelen die gebaseerd dienen te zijn op meer dan alleen politiek en
Toekomstvast pensioen Waar menig pensioenprofessional zich aan stoort, de initiatiefnemers van dit Pensioencrisisdebat voorop, is de politisering en daarmee versmalling van het actuele pensioenthema. Het gaat niet om pensioenleeftijdverhoging en daarmee betaalbaarheid van de AOW. Het gaat wel om een zodanig pensioenstelsel dat er sprake is van een toekomstvast stelsel dat een rechtvaardige inkomensverdeling binnen en tussen generaties en leeftijdsfases bevordert en dat zodanig flexibel en betaalbaar is waardoor arbeid voor werkgevers betaalbaar blijft en hun concurrentiepositie niet nodeloos of eenzijdig benadeelt. De initiatiefnemers zijn verder realist genoeg om te begrijpen dat het politieke en maatschappelijke krachtenveld onvermijdelijk leidt tot versmalling van blikveld en dualisering in zowel de probleemstelling als de oplossingsrichtingen. Dat wordt dus zoeken naar dusdanige compromissen en overeenstemming van belangen dat alle betrokken partijen zich (h)erkend weten. De pensioenpolder heeft in het verleden laten zien dat droge voeten altijd betekent: blijven pompen. Vertaald naar het Pensioencrisisdebat is dat: blijven nadenken, elkaar uitdagen en uiteindelijk het goede beslissen (in de SER). Daar willen de initiatiefnemers, en niets meer dan dat, graag aan bijdragen. We zijn blij met de vele toezeggingen tot medewerking vanuit het pensioenveld en zien uit naar de eerste concrete stappen. Wordt vervolgd! ■ Michiel Huisman, Het Verzekeringsblad
Vijf thema’s Het Pensioencrisisdebat speelt zich af rondom vijf thema’s: 1. 2. 3. 4. 5.
Pensioen: veilig belegd en verzekerd De hoogte, vorm en inhoud van de pensioenaanspraak Pensioenuitvoering en communicatie De rollen en verantwoordelijkheden: van toezicht tot advies De financiering van pensioen
Pensioencrisisdebat Pensioencrisisdebat
20
nummer 10 - 22 mei 2009
DEBAT
Pensioencrisisdebat: crisis te lijf De komende zomer gaat Kluwer samen met een groot aantal stakeholders de pensioencrisis te lijf. Diverse activiteiten zullen uitmonden in een publiek Pensioencrisisdebat dat op 8 september zal plaatsvinden en voor pensioenprofessionals een interessante meeting zal worden waar meningen en visies uitgewisseld worden. Het allesomvattende thema ‘Toekomstvast Pensioen’ is met het oog op de huidige pensioencrisis uiterst actueel. Directe aanleiding voor dit initiatief vormen de kabinetsvoornemens met het oog op de AOW (verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd) die bij doorgang ook op het pensioen in de tweede pijler grote gevolgen zal hebben. Omdat zowel vertegenwoordigers van sociale partners, als pensioenuitvoerders en pensioenadviseurs hun medewerking hebben toegezegd, heeft het initiatief alle potentie in zich om ook een bijdrage te leveren aan de besluitvorming die in oktober in de SER verwacht wordt. ■
Jan Peter Balkenende is overtuigd van de noodzaak tot AOW-leeftijdsverhoging en grijpt dankbaar terug op onderzoek van denktank Netspar.
Het Pensioencrisisdebat: wie, wat, wanneer, waar Doel
Activiteiten
Het doel van het initiatief tot dit debat is drieledig: 1. Mobiliseren en vertalen naar de dagelijkse praktijk van denkkracht vanuit pensioenprofessionals 2. Bijdrage leveren aan de totstandkoming van een toekomstvast pensioenstelsel 3. Resultaten debat naar de SER
- Vanaf 5 juni a.s. vinden er diverse rondetafelgesprekken met stakeholders plaats - Publicaties in vakbladen en online in de vorm van columns, interviews, meningen en visies van stakeholders - Publiek Pensioencrisisdebat op 8 september te Ede (direct aan de A12!) - Resultaat: open brief met aanbevelingen aan de SER
Organisatie Michiel Huisman, hoofdredacteur Het Verzekeringsblad Marjolein Spronk, Congresmanager Kluwer
Meer weten? Kijk vanaf 5 juni op de website Vbnet.nl/pensioencrisisdebat of bel met Marjolein Spronk: 0570 - 647074.
nummer 10 - 22 mei 2009
21
JU R I SP R U D ENTIE
Het drama in Apeldoorn: shockschade? Afgelopen Koninginnedag zijn er meerdere doden en gewonden gevallen bij het drama in Apeldoorn. Een automobilist reed met hoge snelheid door de wegafzettingen in Apeldoorn, net op het moment dat de open bus met daarin koningin Beatrix en haar familieleden passeerde. De auto sleurde diverse mensen mee met verschrikkelijke gevolgen. Al vrij snel na het drama is er in diverse media discussie ontstaan over de vraag of getuigen van het ongeval, zoals de leden van het Koninklijk Huis, andere omstanders en mogelijk ook televisiekijkers, aanspraak kunnen maken op vergoeding van schade door het zien van dit drama. In hoeverre kunnen deze mensen schade claimen? Zijn er voorwaarden voor een dergelijke schadevergoeding vastgelegd in de wet of in de jurisprudentie en hoe luiden deze voorwaarden? In deze bijdrage komen deze vragen aan de orde.
Allereerst een korte uitleg over de term ‘shockschade’. Dit is de term die in de praktijk wordt gebruikt voor schade als gevolg van het waarnemen van een schokkende gebeurtenis of een directe confrontatie met de gevolgen van een dergelijke schokkende gebeurtenis. Deze term moet worden onderscheiden van de term ‘affectieschade’. Die term wordt namelijk gebruikt voor schade die bestaat uit het verdriet in verband met het verlies of gewond raken van een dierbare naaste.
Verzorgd door: mr. S.Y.Th. Meyer in samenwerking met mr. Janneke de GoeijPrins, Nauta Dutilh N.V.
Het huidige wettelijk stelsel geeft op dit moment geen ruimte voor vergoeding van affectieschade. In het zogeheten Taxibus-arrest (HR 22 februari 2002, NJ 2002/240) waarbij een moeder vergoeding claimde voor schade als gevolg van een verkeersongeval waarbij haar vijfjarige dochter op schokkende wijze om het leven kwam, werd geen vergoeding van affectieschade toegekend. De Hoge Raad oordeelde wel – voor het eerst – dat de moeder recht had op vergoeding van shockschade. In dit arrest is door de Hoge Raad overwogen dat indien de overtreder van een veiligheids- of verkeersnorm een ernstig ongeval veroorzaakt, hij of zij niet alleen onrechtmatig handelt jegens het slachtoffer, maar ook jegens
degene die door het waarnemen van het ongeval of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, schade lijdt. Overigens moet worden opgemerkt dat er op dit moment wel een wetsvoorstel in behandeling is bij de Eerste Kamer waarbij het voorstel is om de wet te wijzigen, zodat affectieschade wel voor vergoeding in aanmerking komt.
De voorwaarden voor shockschade De vervolgvraag is wanneer iemand aanspraak kan maken op shockschade. Shockschade wordt – zo blijkt uit de rechtspraak – alleen vergoed als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Aan welke voorwaarden moet zijn voldaan?
Overtreding van een veiligheids- of verkeersnorm De eerste voorwaarde voor vergoeding van shockschade is dat er sprake moet zijn van een overtreding van een veiligheids- of verkeersnorm met als gevolg een ernstig ongeval. In het Taxibus-arrest overweegt de Hoge Raad dat deze normen niet alleen strekken tot bescherming van mogelijke slachtoffers, maar ook ter bescherming van de personen die getuigen zijn van een dergelijk ongeval. Dit geldt ook voor overtredingen van strafrechtelijke bepalingen. Personen die getuige zijn van een moord kunnen daarom ook aanspraak maken op vergoeding van schade indien aan de hiernavolgende voorwaarden zijn voldaan.
Of getuigen van het ongeval bij de Naald in Apeldoorn Directe confrontatie met omstandigheden ongeval
aanspraak kunnen maken op shockschade is sterk afhankelijk van de omstandigheden. 22
De tweede voorwaarde is dat de persoon die schade claimt het ongeval heeft waargenomen of kort daarna is geconfronteerd met de ernstige
nummer 10 - 22 mei 2009
J URISPRUDEN T IE
De voorwaarde dat het geestelijk letsel dient te worden vastgesteld, komt in het algemeen neer op de voorwaarde dat er sprake moet zijn van een erkend psychiatrisch ziektebeeld. Door onder andere Hof Den Haag wordt deze voorwaarde strak gehanteerd (Hof Den Haag, 6 augustus 2003, Prg. 2004, 6244). Het hof overwoog dat er bij een mevrouw die haar echtgenoot verloor als gevolg van een medische misser geen sprake was van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Het hof achtte het door de eiseres gestelde niet voldoende om een uitzondering te maken op deze door de Hoge Raad vastgestelde voorwaarde.
De kans dat shockschade geclaimd kan worden, neemt toe als er een nauwe affectieve relatie is met één van de slachtoffers. Daarnaast moet worden aangetoond dat er sprake is van geestelijk letsel (een erkend psychiatrisch ziektebeeld) dat bovendien is veroorzaakt door het waarnemen van dit drama. De enkele verschrikking van omstanders en ook televisiekijkers van het zien van deze aanslag is, hoe schokkend ook, hoogstwaarschijnlijk onvoldoende. ■
s !LTIJD DIRECT EEN VRIENDELIJKE EN DESKUNDIGE MEDEWERKER AAN DE LIJN s % MAILS SNEL EN ADEQUAAT BEANTWOORD s 3CHERPE PREMIES s 5W POLISSEN BINNEN UUR KLAAR %EN UTOPIE .EE HOOR "IJ INTERMEDIAIRVERZEKERAAR !NSVAR)D£A WERKT HET ZO %RVAAR HET ZELF EN BEL VOOR EEN AFSPRAAK $AN VERTELLEN WE U MEER OVER ONZE PERSOONLIJKE AANPAK -AILEN KAN OOK HELMOETHENDRIKS ANSVARIDEANL
WWWANSVARIDEANL
Daarnaast dient nauwkeurig te worden vastgesteld dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de schokkende gebeurtenis en het geestelijk letsel. In de zaak waar de getuigen van de Bijlmerramp aanspraak maakten op vergoeding, werd de vordering van de getuigen om deze reden afgewezen (Hof Amsterdam, 27 februari 2003, VR 2004/9). De getuigen van de Bijlmerramp hadden onvoldoende gesteld waaruit de schade bestond. Ook bleek niet voldoende wat de getuigen hadden waargenomen of waarmee zij kort na het ongeval werden
nummer 10 - 22 mei 2009
F 020 617 00 76 – www.ansvaridea.nl
Het hebben van een nauwe affectieve relatie met het slachtoffer is echter niet vereist. Zo was er in een vonnis van de Rechtbank Arnhem (2 juli 2008, LJN BD7643) sprake van een vrachtwagenchauffeur die twee inzittenden van een auto dood had gereden, doordat zij de vrachtwagenchauffeur geen voorrang verleenden. De vrachtwagenchauffeur vorderde schadevergoeding aangezien hij als gevolg van het ongeval leed aan een posttraumatische stressstoornis. De rechtbank benoemde een deskundige om de hoogte van de schade vast te stellen die de vrachtwagenchauffeur als gevolg van het ongeluk heeft geleden.
Of getuigen van het ongeval bij de Naald in Apeldoorn aanspraak kunnen maken op shockschade is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval. In de rechtspraak wordt nauwkeurig getoetst of aan de voorwaarden voor shockschade is voldaan en of zij ook daadwerkelijk bewezen kunnen worden.
T 020 617 04 26 –
[email protected]
De derde voorwaarde is dat er door de confrontatie geestelijk letsel is ontstaan. De Hoge Raad overweegt in het Taxibusarrest dat dit zich in het algemeen voordoet indien deze persoon in een nauwe affectieve relatie staat tot het slachtoffer die bij het ongeval is gedood of verwond. Bij familie van het slachtoffer zal een dergelijk geestelijk letsel dus eerder worden aangenomen dan wanneer je geen familie van het slachtoffer bent.
Aanspraak?
Postbus 90386 – 1006 BJ Amsterdam
Geestelijk letsel
geconfronteerd. Wanneer de medische onderbouwing niet voldoende is, zal in het algemeen de vordering worden afgewezen of zal ervoor worden gekozen een deskundige te benoemen die het geestelijk letsel en het causale verband met het ongeval zal onderzoeken. In de zaak van de Bijlmerramp werd de stelling van de slachtoffers dat aan de stel- en bewijsplicht niet te hoge eisen mogen worden gesteld, door het hof verworpen.
Overschiestraat 59a – 1062 XD Amsterdam
gevolgen ervan, waardoor een hevige emotionele shock wordt teweeggebracht. Ook als het ongeval niet is waargenomen, kan er dus wel recht op vergoeding van shockschade ontstaan. Dit was het geval in het Taxibus-arrest. De moeder heeft het ongeval waar haar kind bij betrokken was niet gezien, maar is kort na het ongeval door een buurvrouw gewaarschuwd. De confrontatie van de moeder met haar kind direct na het ongeval was echter dermate ernstig – de moeder ervaarde tot haar ontzetting dat haar hand vrijwel geheel in de schedel van het meisje verdween en dat de schedelinhoud van haar dochter op straat lag – dat er ook zonder het ongeval gezien te hebben, kon worden gesproken van een directe confrontatie waardoor een emotionele shock is veroorzaakt. Het is niet voldoende dat men iemand dood aantreft. Er moet sprake zijn van bijzondere bijkomende omstandigheden (Rb. Roermond, 12 mei 2004, LJN AP1094).
23
L I T S S I T HE E D N A A T N A K R E OV N OORDHOLLANDSCHE
VAN 1816
Daar gebeurt ’t! Postbus 1, 1724 ZG Oudkarspel T (0226) 33 18 16, F (0226) 33 18 26 E
[email protected], I www.nh1816.nl
SCH A D E
PIV: betere naleving gedragscode Ook het schaderegelingstraject moet zich aanpassen in deze tijd van klantgericht denken. De afgelopen jaar ingestelde Gedragscode Behandeling Letselschade moet daarbij een hulpmiddel zijn voor alle partijen om het zo goed mogelijk te kunnen doen. Wat de Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV) betreft, zou deze benadering voor belangenbehartigers een goede reden moeten zijn om de nog steeds bestaande aversies tegen de code weg te nemen. Het PIV zet zich in ieder geval in om een betere naleving van de gedragscode in 2009 te bewerkstelligen, aldus directeur Theo Kremer in het jaarverslag 2008 van het PIV. In dat jaarverslag schetste PIV eveneens welke nieuwe onderwerpen in 2009 spelen. Daderfocus In de gedragscode komt de veroorzaker van een verkeersongeval in het geheel niet voor, omdat de verzekeraar volledig in zijn plaats treedt. PIV verwacht in 2009 een toenemende focus op de dader, omdat uit onderzoek blijkt dat veel slachtoffers behoefte hebben aan excuses van de veroorzaker. Op dit punt zou een grote rol kunnen zijn weggelegd voor verzekeraars en PIV gaat onderzoeken hoe hieraan het beste invulling kan worden gegeven.
Affectieschade Hoewel de Eerste Kamer het dossier aanhoudt, ziet het ernaar uit dat er een vergoeding voor affectieschade gaat komen. Affectieschade is de immateriële schade die bestaat uit het verdriet dat wordt veroorzaakt door het overlijden of door het ernstig gewond raken van een naaste als gevolg van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is. PIV gaat zich buigen over de vraag hoe deze vergoeding op een zo slachtoffervriendelijk mogelijke manier tot stand kan komen. Uit VU-onderzoek blijkt dat niet alleen de hoogte van de vergoeding maar ook de wijze waarop deze wordt aangeboden van groot belang is voor het slachtoffer.
Medische aansprakelijkheid Momenteel wordt gewerkt aan een aparte gedragscode voor de behandeling van aansprakelijkheidsclaims ten gevolge van het (foutief) handelen van medici. PIV is daar nauw bij betrokken. De bestaande gedragscode richt zich vooral op het traject van de schadevaststelling. Bij medische beroepsaansprakelijkheid komen echter in de fase daaraan voorafgaand verschillende problemen naar voren, zoals de communicatie tussen de arts en het slachtoffer en de aansprakelijkheidsvraag. Het ligt in de bedoeling dat deze aparte gedragscode voor het eind van 2009 gereed zal zijn. ■
Meer claims Waarborgfonds Motorverkeer In 2008 kreeg het Waarborgfonds Motorverkeer, het vangnet onder de verplichte autoverzekering, zo’n 56.500 claims te verwerken, zes procent meer dan in 2007. Het bestuur van het Waarborgfonds noemt dit stabiel. In 2008 werden 40.191 claims toegewezen, een daling van 0,5 procent ten opzichte van het jaar ervoor. De totale schadelast steeg met bijna tien procent tot 55,6 mln euro. Alle uitgaven van het Waarborgfonds worden jaarlijks over alle motorrijtuigverzekeraars omgeslagen. Die omslag komt over 2008 neer op 7 euro per verzekerd kenteken. Het wegmeubilair (o.a. vangrails en lichtmasten) is verantwoordelijk voor de stijging van het aantal claims. Het Waarborgfonds kreeg op dit terrein ruim 39 procent extra dossiers (18.800 stuks) te verwerken, met een uitbetaald schadebedrag van 15,7 mln euro. Het aantal dossiers waarbij schade is toegebracht aan een geparkeerde auto, daalde met bijna 6,4 procent tot 30.100, met een betaalde schade van 20,6 mln euro. Ook het aantal overige materiële schaden nam af, met 1,7 procent tot 5900 (uitbetaalde schade 7 mln euro). Het aantal ontvangen dossiers
in verband met schade aan personen steeg daarentegen met 12,9 procent, terwijl de uitbetaalde schade met 0,5 procent groeide tot 13,7 mln euro.
Daling uitbetaalde bedragen Voor de daling van de uitbetaalde bedragen is volgens het Waarborgfonds een aantal oorzaken aan te wijzen. Voor zover schade aan zaken is toegebracht door onbekend gebleven daders, werkte de verhoging van het eigen risico van 136 euro naar 250 euro die medio 2007 werd ingevoerd, voor het eerst in een heel boekjaar door. Het grootste deel van de door het Waarborgfonds behandelde dossiers valt in deze categorie. Een tweede oorzaak is de verscherpte aandacht voor de vraag of aan alle voorwaarden voor schadevergoeding is voldaan. De claimant moet het bewijs van de toedracht leveren en daartoe behoort onder meer dat hij moet aantonen dat een ander (onverzekerd of onbekend) aansprakelijk is en dat – bij een onbekende aansprakelijke – hij het mogelijke heeft gedaan om de dader te achterhalen. In 2008 heeft het Waarborgfonds in ruim 1200 gevallen poging tot misbruik geconstateerd, waarmee een geclaimd (en dus niet uitbetaald) bedrag van 1,2 mln euro was gemoeid. ■
nummer 10 - 22 mei 2009
25
F I S C A A L J U R ID IS CH
Duidelijkheid over afkoopregeling kleine lijfrentes Sinds 1 januari is de afkoopregeling voor kleine lijfrentekapitalen van kracht. Deze regeling, waarvan het bedrag (€ 4068 in 2009) geïndexeerd is, geldt zowel voor lijfrenteovereenkomsten als verzekeringsproduct en als bancair product. Zeer onlangs publiceerde de Belastingdienst een serie vragen en antwoorden over deze noviteit. Het gaat hier niet om beleidsstandpunten door of namens de staatssecretaris van Financiën, deze standpunten vloeien rechtstreeks voort uit wet- en regelgeving.
Voor meer duidelijkheid over de toepassing van de afkoopregeling voor kleine lijfrentekapitalen zijn de meest aansprekende onderdelen opgenomen. De uitleg onder elk onderdeel is om reden van informatiezuiverheid in dit geval steeds de letterlijke weergave van de Belastingdienst. Omwille van de leesbaarheid is daarbij één uitzondering gemaakt, de term ‘kredietinstelling’ is zoveel mogelijk vervangen door ‘bank’. Bij een enkel onderdeel is een opmerking geplaatst.
Uitvoerder aansprakelijk? Bij een afkoop waarop de kleine afkoopregeling van toepassing is, bestaat geen aansprakelijkheid voor de uitvoerder. Omdat de uitkering ineens wordt aangemerkt als een ‘reguliere’ termijn van lijfrente, worden geen negatieve uitgaven in aanmerking genomen en is geen revisierente verschuldigd.
Afkoopwaarde vergelijken met betaalde premies? (zgn. minimumregel) Aangezien bij toepassing van de kleine afkoopregeling geen negatieve uitgaven aan de orde zijn – zie ook ‘Uitvoerder aansprakelijk?’ – is op de afkoop niet art. 3.137, eerste lid, tweede volzin, Wet IB 2001 (in dit artikel is de minimumregel opgenomen: de afkoopwaarde wordt gesteld op ten minste het bedrag aan afgetrokken premies) van toepassing. Dit betekent dat bij toepassing van de kleine afkoopregeling de werkelijke afkoopwaarde wordt belast en niet het bedrag van de in het verleden afgetrokken premies als dat hoger is.
Einddatum in 2008, redelijke termijn eindigt in 2009 Mr. E.L.J. (Egon) Borghuis, fiscaal beleidsadviseur Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken, ASR Verzekeringen
26
Indien van een lijfrente de overeengekomen datum waarop een lijfrente moet ingaan, is gelegen in 2008, is het soms mogelijk dat de kleine afkoopregeling in 2009 toepassing vindt. Dat is het geval indien de zogenoemde redelijke termijn die bestaat om de lijfrente te doen ingaan,
eindigt in 2009 en nog binnen die redelijke termijn de afkoop wordt overeengekomen.
Afkoop na afloop redelijke termijn, belast op ingangsdatum redelijke termijn De kleine afkoopregeling geldt niet voor een afkoop die plaatsvindt nadat de redelijke termijn voor het doen ingaan van een lijfrente, is overschreden. Het overschrijden van die redelijke termijn houdt al een schending van voorwaarden in (als bedoeld in art. 3.133, tweede lid, Wet IB 2001), waarbij negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking worden genomen. Het tijdstip waarop in dit geval negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking worden genomen, is volgens vaste jurisprudentie het tijdstip waarop de redelijke termijn is ingegaan. Op dat tijdstip gaat bovendien het recht over naar box 3. De latere afkoop heeft derhalve geen gevolgen meer voor het inkomen uit werk en woning (box 1).
Samentellen ook op concernniveau? Voor de toets aan het maximumbedrag, waarop de kleine afkoopregeling van toepassing is, dienen de waarden van lijfrenten en tegoeden
Opmerking De opvatting achter het verplicht samentellen van lijfrentekapitalen bij dezelfde uitvoerder is dat het voor verzekeringnemer en uitvoerder eenvoudiger moet zijn om de kapitalen (zonder veel kosten) samen te voegen in één product. Als daarmee een waarde boven het grensbedrag ontstaat, is het probleem waarvoor deze regeling een oplossing biedt geen probleem meer. De regeling is slechts bedoeld voor situaties waarbij aanwending voor lijfrentetermijnen daadwerkelijk problematisch is, alle omstandigheden in acht nemend.
nummer 10 - 22 mei 2009
FISCAAL J URID ISC H
op lijfrentespaarrekeningen bij dezelfde uitvoerder (verzekeraar of bank) te worden samengeteld. Onder verzekeraar en bank (‘kredietinstelling’) wordt hierbij verstaan een lichaam dat als zodanig is aan te merken in de zin van de Wet op het financieel toezicht. Dit brengt mee dat indien tot een concern een aantal lichamen behoren die ieder voor zich zijn aan te merken als verzekeraar of bank als hiervoor bedoeld, alleen lijfrenten respectievelijk lijfrentespaarrekeningen die zijn ondergebracht bij één van die lichamen, moeten worden samengeteld. Daarbij is niet van belang welke productnaam een lijfrente respectievelijk lijfrentespaarrekening heeft; relevant is alleen bij welk lichaam het product is ondergebracht.
Opmerking De hier beschreven handelwijze kan bijvoorbeeld een oplossing bieden bij contracten waarmee voor het overgrote deel nog een overbruggingslijfrente mag worden aangekocht, maar voor een klein deel (kleiner dan € 4.069) niet. Een voorbeeld: op het ter beschikking komende lijfrentekapitaal van in totaal € 53.000 mag voor € 50.000 (waarde economisch verkeer 31 december 2005) een overbruggingslijfrente worden aangekocht. Nadat in ieder geval de eerste termijn is vervallen, mag het restantbedrag (€ 3000, eventueel aangevuld of gecorrigeerd in verband met rendement of door beleggingsresultaat in de tussenliggende periode) via de kleine afkoopregeling worden uitgekeerd.
Ingegane lijfrente telt niet mee De kleine afkoopregeling geldt uitsluitend voor lijfrenten c.q. lijfrentespaarrekeningen waarvan nog geen termijnen zijn vervallen respectievelijk zijn ingegaan. Voor de toepassing van de samentelregel geldt dat geen samentelling moet plaatsvinden met lijfrenten bij dezelfde verzekeraar c.q. lijfrentespaarrekeningen bij dezelfde bank waarvan al ten minste één termijn is vervallen c.q. één uitkering is gedaan.
Oud regime (pre-Brede herwaardering) telt niet mee Voor de toepassing van de samentelregel geldt dat geen samentelling moet plaatsvinden met lijfrenten bij dezelfde verzekeraar waarop uitsluitend nog het pre-Brede-herwaarderingsregime van toepassing is. De bepalingen van de Wet IB 2001 hebben immers geen betrekking op dergelijke lijfrenten. Het zou verder ongewenst zijn en voor de praktijk zeer complex uitwerken indien lijfrenten met volstrekt uiteenlopende vormgevingen en toepasselijke regimes zouden moeten worden samengevoegd.
Zo is het bijvoorbeeld mogelijk een lijfrente te splitsen en tot de gewenste omvang toe te delen aan beide echtgenoten. Na de splitsing kan elk van de toegedeelde delen voor zich in aanmerking komen voor de kleine afkoopregeling. Samentelling met de lijfrente van de andere (gewezen) echtgenoot is daarbij niet aan de orde. Opgemerkt zij dat in situaties waarin art. 3.134, tweede lid van toepassing is, het voor de toepassing van de kleine afkoopregeling ook mogelijk is de lijfrente niet eerst formeel in twee lijfrenten te splitsen. Daartoe dient in het echtscheidings- of verdelingsconvenant uitdrukkelijk te zijn bepaald hoe de lijfrente/lijfrenten zal/zullen worden verdeeld. Nadat het convenant definitief is geworden, kan voor iedere (gewezen) echtgenoot de kleine afkoopregeling van toepassing zijn op het aan hem of haar toegewezen gedeelte of waarde van de lijfrente/lijfrenten ondanks het feit dat de lijfrente mogelijk formeel nog toekomt aan de ander.
Opgave in aangifte inkomstenbelasting Afkoopwaarde toetsen inclusief saldogedeelte? Voor de vaststelling of een lijfrente wat grootte betreft in aanmerking komt voor de kleine afkoopregeling dient te worden uitgegaan van de integrale afkoopwaarde van de lijfrente of het tegoed op de lijfrentespaarrekening op het fiscaal relevante tijdstip. Niet van belang is derhalve dat een deel van de afkoopsom mogelijk onbelast is, omdat de premies c.q. de inleg niet volledig als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking zijn genomen.
Een afkoopsom waarop in 2009 de kleine afkoopregeling van toepassing is en waarop geen loonheffing is ingehouden, dient in de aangifte inkomstenbelasting over dat jaar te worden ingevuld in de rubriek ‘Afkoop lijfrente of andere negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen’. Bij de vraag ‘Inkomen waarover revisierente is verschuldigd’ dient in de rubriek ‘Bedrag van de verschuldigde revisierente’ vervolgens een ‘0’ te worden ingevuld. ■ (ingezonden mededeling)
Afkoop restant na gedeeltelijke aanwending voor lijfrentetermijnen Het is fiscaal mogelijk een gedeelte van een lijfrentekapitaal te gebruiken voor het doen ingaan van een lijfrente. Nadat ten minste één termijn van die lijfrente is vervallen, kan op de resterende waarde van het lijfrentekapitaal de kleine afkoopregeling van toepassing zijn. Zoals hiervoor is aangegeven (onder ‘ingegane lijfrente telt niet mee’), behoeft immers geen samentelling plaats te vinden met een lijfrente waarvan ten minste één termijn is vervallen.
Ervaring in binnen- en/of buitendienst? Stuur je CV naar
[email protected]
Regeling van toepassing bij verdeling wegens echtscheiding In de gevallen bedoeld in art. 3.134, tweede lid, Wet IB 2001 (verdeling van een gemeenschap in het kader van echtscheiding enz.) bestaat de mogelijkheid om een lijfrente geheel of gedeeltelijk te vervreemden aan de (gewezen) echtgenoot.
Telefoon 0183 – 681166 www.aqurance.nl
nummer 10 - 22 mei 2009
27
M Y ST ER Y SH O PPING
Hoe ervaart de klant uw kantoor? Optima Van den Bree uit Den Haag is bezocht door een Mystery Guest. Deze klant is na de afspraak gevraagd naar zijn gevoel over het totale bezoek, van ontvangst tot vertrek. De Mystery Guest geeft Optima Van den Bree op bijna alle in het Mystery-onderzoek aangegeven punten een voldoende. Hij zal dit kantoor dan ook aanbevelen bij zijn familie, vrienden en kennissen.
Kantoor: Adviseur: Klant:
Duur bezoek:
Optima Van den Bree, Den Haag Fred van den Bree man (hierna Gijs), 36 jaar, samenwonend, universitair geschoold 75 minuten
schoon en opgeruimd. Bij de entree is een hogere balie waar de ontvangst plaatsvindt. Er staat bij het raam een zitje met twee stoelen en een tafeltje met lectuur waar men kan wachten. Gijs merkt verder op dat er achter één van de bureaus een klein keukentje en een toilet zijn. Het keukentje oogt rommelig en het toilet is volgens Gijs niet echt schoon.
Het kantoor De vestiging van Optima Van den Bree is gesitueerd op een hoek en heeft een zakelijke en verzorgde uitstraling. De naam van het kantoor staat in duidelijke belettering aangegeven en het is duidelijk dat het kantoor bemiddelt in hypotheken en verzekeringen. Op de deur staan de openingstijden aangegeven. De vestiging heeft een uitnodigende entree en de etalage ziet er verzorgd uit. Het kantoor is overzichtelijk en logisch ingedeeld met gescheiden spreek- en wachtruimtes. De werkplekken zijn
Fred van den Bree
28
Bij binnenkomst wordt Gijs begroet door een man die achter de balie zit. Hij verwijst hem gelijk door naar zijn collega die de afspraak met Gijs heeft. De adviseur begeleidt hem naar de spreekkamer, wijst onderweg behulpzaam op het opstapje naar de spreekkamer, en biedt bij binnenkomst in de ruime gespreksruimte direct iets te drinken aan.
Het adviesgesprek Tijdens het gesprek komen de werkgerelateerde onderwerpen (inkomen, regelingen) en de risico’s van inkomensverlies niet ter sprake. Wel wordt Gijs gewezen op de gevolgen/risico’s van overlijden en wordt gevraagd naar de gezinssituatie en de toekomstplannen van Gijs. De constructie van woekerpolissen wordt aangekaart en Gijs hoort dat het beter is om het overlijdensrisico apart te verzekeren van een eventuele spaarpolis om de hypotheek mee af te lossen. Bij het product dat Gijs geadviseerd krijgt, worden geen voordelen ten opzichte van andere vergelijkbare producten genoemd. Wel worden de klantvoordelen van het
geadviseerde aangekaart. De argumentatie van de adviseur is voor Gijs doorslaggevend om een keuze te maken.
Advies zonder push Ondanks dat al snel duidelijk wordt dat het gesprek niet zal leiden tot een directe verkoop, besteedt de adviseur toch 75 minuten aan het adviseren van Gijs. Hij ziet dit gegeven als een belangrijke reden om in de toekomst opnieuw voor dit kantoor te kiezen. Gijs krijgt bij zijn vertrek een algemene folder over Optima en het visitekaartje van de adviseur mee. Zowel de adviseur als de andere aanwezige medewerker namen vriendelijk afscheid van de Mystery Guest. Gijs over zijn bezoek: ”Ik voelde mij gerespecteerd als klant omdat mij geen enkel product is opgedrongen dat niet passend is.” ■
Mystery Shopping ‘In opdracht van Cardif bezoekt een mystery shopper van het bureau Mystery Review advieskantoren die met Cardif samenwerken. De mystery shopper bekijkt verschillende aspecten: hoe ziet het kantoor eruit, zowel binnen als buiten, hoe staat het met de professionaliteit van de adviseur en de kwaliteit van het advies, krijgt de klant relevante informatie mee naar huis en hoe klantgericht zijn de medewerkers van het kantoor, van receptie tot adviseur? Om de klantbeleving ten aanzien van het hypotheekadvies een positieve impuls te geven, publiceert Het VB een aantal van deze onderzoeken. Want de klant ziet meer dan u denkt!’
nummer 10 - 22 mei 2009
M ET NAM E( N )
Nieuwe voorzitter NVGA Coen van Ham – is benoemd tot voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Gevolmachtigde Assurantiebedrijven (NVGA). Van Ham is directeur en mede-eigenaar van Kettlitz Wulfse Groep. Hij volgt Toine Beljaars op als NVGA-voorzitter. Beljaars, in het dagelijkse leven directeur van Van Lanschot Assurantiën, was vier jaar lid van het NVGA-bestuur, waarvan twee jaar als voorzitter. Daarnaast is een aantal nieuwe leden benoemd: Michael de Nijs (directeur Voogd & Voogd), Rien Goes (directeur Meeùs Assuradeuren Amsterdam) en Arie van den Berg (directeur Benevia/Heinenoord Assuradeuren).
Bestuurswisseling ZN Hans Wiegel (b) – is met instemming van de algemene ledenvergadering als voorzitter van het bestuur van Zorgverzekeraars Nederland herbenoemd. De benoeming is voor een periode van twee jaar en gaat in op 1 februari 2010. De heer A.M. van Houten (o) – is benoemd tot vicevoorzitter en hij volgt in deze functie de heer H. Feenstra op. Van Houten is bestuursvoorzitter van Zorg en Zekerheid in Leiden. In verband met de benoeming tot voorzitter van de raad van bestuur van Eureko, treedt Willem van Duin terug uit het bestuur van ZN. Zijn plaats wordt ingenomen door de heer R. Konterman (voorzitter divisie Zorg van Achmea).
Ketellapper vertrekt bij Erasmus Ronald Ketellapper – wordt per 1 juni directeur pensioenen bij de Grafische Bedrijfsfondsen. Hij is momenteel algemeen directeur van Erasmus. In deze functie volgde hij een jaar geleden Manfred Oschwald op. Ketellapper begon zijn carrière ooit bij Generali, daarna volgde UAP/AXA en vervolgens ging hij in 2000 aan de slag bij Erasmus. In zijn nieuwe functie is Ronald Ketellapper verantwoordelijk voor de pensioenadministratie, klantenservice, communicatie en de bestuursondersteuning voor opdrachtgevers.
Benoemingen bij AIG Europe Jeroen van Heteren (l) – is aangesteld als senior underwriter Financial Lines binnen AIG Europe. Eerder was hij werkzaam als accountmanager bij Léons en als client executive bij Marsh.
Dimitra Chalkias (r) – gaat aan de slag als business development manager Accident & Health. Chalkias was eerder in dienst bij Aegon Schadeverzekering.
Uitbreiding bij Fortis Willie Beumer – is bij Fortis Bank Nederland benoemd tot country manager Curaçao. Zij zal rapporteren aan Jan van Rutte, voorzitter raad van bestuur van Fortis Bank Nederland. Daarnaast zal zij ook verantwoordelijk zijn voor MeesPierson Curaçao. Eerder was zij commercieel directeur bij MeesPierson Nederland. Peter Janus – is aangetrokken als regiodirecteur MeesPierson Amsterdam en Noord Oost en zal hierdoor deel uitmaken van MeesPierson managementteam Nederland onder leiding van Eran Habets. Voorheen was Janus werkzaam als directeur vermogensstructurering.
Marketingmanager bij Yarden Gijs Pelser – is benoemd tot manager Marketing van Yarden. Hij volgt Randall van Thiel op die deze functie op interim basis vervulde. Pelser is afkomstig van VODW Marketing waar hij actief was als marketing executive.
Uitbreiding bij Chubb Jeroen Eelzaak – gaat aan de slag als specialist Chubb Speciality Insurance. In deze functie richt hij zich op de verzekering van financiële instellingen. Eelzak was eerder werkzaam bij M.N. Léons en Marsh. Jean Paul Broodbakker – is in dienst getreden als accident underwriter en gaat zich bezighouden met acceptatie van collectieve ongevallen- en reisverzekeringen. Hij is afkomstig van de Beijer Adviesgroep. Geert-Jan Groen – is benoemd in de functie van property underwriter. Laatstelijk was hij werkzaam voor Van Lanschot Chabot in Utrecht. Bianca de Groote – is in dienst getreden als claims examiner. Hiervoor was zij werkzaam o.a. bij Athena en Aon.
Directiewijziging Vidaz! Hubrien Meijaard – is benoemd tot algemeen directeur bij Vidaz!. Hij vervulde deze functie reeds vijf maanden als interim. De oprichter van Vidaz! Robert Hubers trok zich om persoonlijke redenen terug uit de financiële dienstverlening en dit maakte de weg vrij voor de benoeming van Meijaard.
Benoeming bij Nova Dia Maarten van Rooy – is in dienst getreden bij Nova Dia als assurantiemedewerker. Via Interpolis en de Rabobank maakte hij de overstap naar Nova Dia.
Finance & risk directeur voor BNP Paribas Guillaume Lobjoie – is benoemd tot finance & risk director bij BNP Paribas Personal Finance Nederland. Hij volgt Francis Maillot op bij de Nederlandse hypothekentak van BNP Paribas.
nummer 10 - 22 mei 2009
29
B EL EGGEN
De Goudse: ALM-studie alléén is niet heilig Om aan hun contractuele verplichtingen te kunnen voldoen, moeten verzekeraars de binnengekomen premies beleggen. Hoe ziet hun beleggingsbeleid eruit en waar is dat beleid op gebaseerd? Na Delta Lloyd, Legal & General en Aegon is het woord aan De Goudse. De Goudse is een in 1924 door Geert Bouwmeester opgerichte zelfstandige en
tekent dat we steeds voorzichtige stappen nemen. We krijgen voortdurend nieuw geld binnen en dat proberen we zo gespreid mogelijk te beleggen. Bijna de hele portefeuille bestaat uit staats- en bedrijfsobligaties in grofweg de verhouding 60:40. We nemen geen valutarisico’s, houden ons verre van opkomende markten en doen ook niet in exotische producten noch in hedgefondsen, asset backed securities en private equity.”
onafhankelijke verzekeringsmaatschappij. Bouwmeesters
Beheer
familie bezit ook vandaag alle aandelen van De Goudse. In
Van de beleggingsportefeuille wordt ongeveer 75 procent beheerd door De Goudse zelf en 25 procent door Kempen Capital Management (KCM). Maandelijks adviseert KCM de beleggingscommissie over de hele beleggingsportefeuille, over de risico’s, de ontwikkelingen en specifieke beleggingen. KCM stelt risico- en variantie-analyses op, maakt value-at-risk-berekeningen en waarschijnlijkheidsscenario’s welke titels in de huidige markt kwetsbaar zijn en welke je misschien zou moeten verkopen. Vervolgens worden in de beleggingscommissie van De Goudse afspraken gemaakt op basis van deze indicatoren: welke acties kunnen worden genomen, en passen die binnen het opgestelde mandaat, waaraan zowel de eigen beleggingsafdeling van De Goudse als KCM zich moet houden.
2008 bedroeg de totale jaaromzet ongeveer € 717 miljoen en waren er circa 750 medewerkers in dienst. Het VB sprak met Wim Eikelboom, directeur Financiën. “Twee jaar geleden hebben we voor het eerst een ALM-studie (Asset Liability Management) laten uitvoeren”, zegt Wim Eikelboom. “Met dien verstande dat we de portefeuille wel zelf gemodelleerd hebben. Uit die ALM-studie bleek dat wij eigenlijk een conservatief beleggingsbeleid hebben en dat we meer in aandelen – voor die tijd zaten we niet in aandelen – en ook in onroerend goed zouden kunnen investeren. Eind februari bestond onze portefeuille voor ongeveer € 25 miljoen uit aandelen en een klein stukje vastgoed: samen 2 procent op een totaal van de beleggingen voor rekening en risico van De Goudse van € 1,4 miljard. Ons beleid is van oudsher een buy- & holdstrategie en dus van weinig risico nemen. Dat be-
Geen garanties Eikelboom hecht eraan nog iets te zeggen over de ALMstudie. “Ik zou er wel de kop boven willen zetten dat de ALMstudie alléén niet heilig is. Het lijkt er wel eens op dat als je een ALM-studie hebt gedaan, dat je dan goed zit. Maar het is geenszins een garantie dat je er dan bent. Een ALM-studie ‘stand alone’ geeft wel een bepaald inzicht, maar dit inzicht wordt nog versterkt door deze studie te combineren met een aantal andere exercities. De Goudse heeft bijvoorbeeld meegedaan aan de zogenoemde QIS (Quantitative Impact Study), we hebben QIS-4-berekeningen gemaakt, dat zijn berekeningen die zijn opgesteld door De Nederlandsche Bank (DNB). Die studie wordt jaarlijks uitgerold en is gericht op Solvency II. Er zijn verschillende scenario’s doorgerekend: je kijkt onder meer naar het liquiditeitsrisico, het marktrisico, het renterisico en het defaultrisico van je tegenpartijen, in de zin van hoe snel die mogelijk om kunnen vallen. We hebben ook berekeningen gemaakt van de credit spreads. Wat gebeurt er met de portefeuille als die spreads nog verder oplopen met 50 of 100 basispunten? Hoe kwetsbaar zijn we daarvoor?
Voorzichtig beleggingsbeleid
Wim Eikelboom, directeur Financiën, De Goudse
30
Uit de ALM-studie en de QIS-studies kwam naar voren dat De Goudse, als gezegd, een voorzichtig beleggingsbeleid heeft en best een gevarieerder beleggingsbeleid kan voeren: meer aandelen en meer onroerend goed. De studies gaan uit van een optimalisatie van rendement en risico, door middel van cashflow matching en duration matching. Nieuw in de huidige financiële crisis is echter dat al deze bijna algemeen geaccepteerde zekerheden uit een ALM-studie niet meer de zekerheid bieden die was beoogd, want ook bedrijven met een gedegen ALM-studie en beleggingsbeleid worden geraakt door de kredietcrisis. Eikelboom: “Een ALM-studie moet je in
nummer 10 - 22 mei 2009
B ELEGGEN
de context zien, tussen andere berekeningen. Als we ons alleen op de ALM-studie van twee jaar geleden hadden gericht, hadden we een veel groter aandelenbelang opgebouwd. Waarom we dat niet hebben gedaan? Ik zou dat gezond verstand willen noemen. Dus, wees, zeker in de huidige tijd, voorzichtig en ga niet ineens pats-boem een bestaande situatie helemaal veranderen.” Volgens Eikelboom probeert De Goudse haar beleggingsbeleid af te stemmen op het cashflowpatroon van betalingen die tot ongeveer 2030 moeten worden gedaan. “Het beleid is er met name op gebaseerd een zoveel mogelijke matchende portefeuille tegenover de Voorziening Verzekeringsverplichtingen aan te houden en de hogere risico’s – lees meer credits en aandelen – af te zetten tegen het eigen vermogen. Vervolgens is deze portefeuille, als eerder beschreven, verdeeld naar staats- en bedrijfsobligaties, en differentieer je steeds verder: naar soorten industrieën, landen, emerging markets, enzovoort. Maar het is vooral belangrijk te blijven spreiden, want ook binnen het beleggingsbeleid kan een ongewenst concentratieproces optreden.”
Maatregelen De Goudse heeft een lange beleggingshorizon, met name tegenover de levensverzekeringenportefeuille. “Maar”, zegt Eikelboom, “Je moet wel maatregelen nemen. Je moet in deze tijd niet alleen maar blijven zitten en denken: na regen komt weer zonneschijn. Je moet kijken waar je portefeuille toch kwetsbaar is gebleken en je moet uiteraard van de weer terugkomende zonneschijn gebruik kunnen maken. Met andere woorden: je moet bijtijds acteren en als beleggingscommissie niet schromen om maatregelen te durven nemen.” Volgens Eikelboom zijn de lijnen bij De Goudse kort en kan er, als het moet, snel geschakeld worden. “Ik geef een voorbeeld. Je zit voor zeg € 10 miljoen in een Amerikaanse bank. Dat vind je teveel. Als beleggingscommissie weten we elkaar dan snel te vinden en knopen door te hakken. Je kan tot de conclusie komen: we verkopen alles, nemen een verlies van bijvoorbeeld 10 procent en zetten die overblijvende € 9 miljoen uit in drie andere sectoren. De achterliggende gedachte is: is het mij waard om een stuk verlies te pakken en elders te spreiden om risico te verminderen?”
Impact in 2008 De Goudse is, als gezegd, voorzichtig een klein aandelenbelang aan het opbouwen. Eikelboom: “We hadden een belang van zo’n € 40 miljoen aan aandelen, voor het grootste deel gespreide aandelen, waaronder ook fondsen van KCM, maar allemaal zonder valuta-exposure. Die € 40 miljoen is ongeveer gehalveerd, maar ik ben blij dat wij in de kredietcrisis toch redelijk overeind zijn gebleven, ondanks het feit dat we door een aantal titels natuurlijk wel geraakt zijn.” Op de vraag hoe erg de maatschappij geraakt is, zegt Eikelboom: “Dan hebben we het uiteindelijk over de winst. We zijn dus wel geraakt, maar we sluiten dit jaar af met een positief re-
sultaat en de solvabiliteit is met circa 1,9 maal de vereiste wettelijke solvabiliteit op vrijwel hetzelfde niveau gebleven. Het is niet nodig een beroep op overheidsgeld te doen. Wat mij verbaast, is dat een en ander voor veel bedrijven toch als een soort verrassing is gekomen en dat die steun van de staat moesten krijgen. Als je af moet boeken op een titel, weet je dat toch meteen de volgende dag. Dat kan geen verrassing zijn geweest.” Desgevraagd zegt Eikelboom dat De Goudse af heeft moeten boeken op twee bekende financiële instellingen in de Verenigde Staten, Lehman Brothers en Washington Mutual, en op de IJslandse bank Glitnir.
Risico’s en kapitaalbeslag Eikelboom heeft het over risico’s die over elkaar heen tuimelen. “Vanouds bestaan voor een verzekeringsmaatschappij uiteraard een renterisico, een marktrisico, een liquiditeitsrisico en een concentratierisico, maar nu is er ook een veel explicieter defaultrisico dan voorheen. Er is een vangnet gecreëerd door overheden. AIG, de grootste verzekeraar ter wereld, is opgevangen en onder andere ING en Aegon hebben staatssteun gekregen. Fortis Nederland en ABN Amro zijn genationaliseerd.” De uitgangspunten van de twee jaar geleden uitgevoerde ALM-studie en portefeuillemodellering creëerden volgens Eikelboom een behoorlijk inzicht in de portefeuille, alsmede de mogelijkheid om snel alternatieve scenario’s te kunnen doorrekenen. “Maar het gaat om meer. De QIS-studie als aanloop naar Solvency II geeft een veel specifieker inzicht in de verschillende risico’s als renterisico, defaultrisico (gekoppeld aan het uitlopen van de credit spreads), marktrisico en liquiditeitsrisico. Het zogenoemde 97,5 procent betrouwbaarheidsinterval is sec niet meer voldoende om een risico te nemen. Er komen tevens andere zaken aan de orde die in een ALM-studie niet zo nadrukkelijk aandacht krijgen. Je kunt in twee onwaarschijnlijke scenario’s, als je in de staart van de normale verdeling zit, dus in het 2,5 procent-interval, problemen krijgen. De grootte van die problemen hangt dan weer af van hoever je in die 2,5 procent zit. Als je in plaats van in 97,5 in 97,6 procent zit, is het nog niet zo erg, maar wat als je verder in de staart van de verdelingsfunctie terechtkomt? Hoeveel impact heeft dit op de solvabiliteit van de onderneming en wat is de ‘aanslag’ op het kapitaal? Hoe snel kan een maatschappij maatregelen nemen en welke maatregelen zijn überhaupt nog mogelijk?” De vraag welke maatregelen nog mogelijk zijn om oplossingen te bedenken en door te rekenen, is volgens Eikelboom op dit moment wel relevant. Want hoewel De Goudse nog niet in de staart van de modellen zit, drogen oplossingen en maatregelen, waarvoor in een normale financiële markt mogelijkheden zijn, nu wel op. “Het is daarom zaak ook goed op de onwaarschijnlijke scenario’s te letten en na te gaan welk kapitaalbeslag dit mogelijk extra met zich meebrengt.” ■ Hans Amesz
nummer 10 - 22 mei 2009
31
F E I T EN EN C IJFE R S
Noordhollandsche passeert 100 miljoen-grens
Kerncijfers (in duizenden euro’s) Brutopremie Beleggingsopbrengsten Omzet
2008
2007
101.902
86.931
9.947
16.373
111.849
103.303
“Moeilijk maar wel succesvol”, zo karakteriseren Lex
Premie eigen rekening
89.005
75.901
Verëll en Cas Verhage het jaar 2008 voor hun Noordhol-
Technische voorzieningen
62.588
55.393
landsche van 1816. Wat de aanwas van nieuwe verze-
Vermogen
111.803
139.629
keringen betreft hebben de directieleden bepaald geen
Solvabiliteitsmarge
195,9%
256,9%
klagen. Voor het eerst in haar bestaan overschreed de verzekeraar de 100 miljoen-grens wat de premieomzet betreft. Die steeg fors, van 86,9 mln tot 101,9 mln euro. Deze nieuw gesloten verzekeringen werden veelal onder het private label van de intermediair aangeboden. “Met een gemiddeld aantal van 700 nieuwe verzekeringen per werkdag”, zo rekende de directie uit, “realiseerden wij een groei van ruim 17%, ver boven de marktgroei.”
93 naar 97. De portefeuille van De Noordhollandsche is vooral gevuld met autoverzekeringen en in die sector was sprake van een daling van de premies. Wel wist de maatschappij de beheerkosten verder terug te dringen, van 8,6% naar 8,1%. Ondanks het – overigens ongerealiseerde – koersverlies op beleggingen van 15,6 mln na belastingen (in 2007 werd nog een winst geboekt van 14,9 mln) bleef de solvabiliteit op een hoog niveau steken, wat traditioneel mag heten voor deze maatschappij. Vereist is een marge van 23,3 mln, terwijl 6,9 mln euro als extra buffer aanwezig is.
Het technisch resultaat kon dat van 2007 niet evenaren, maar bleef wel positief, de winst liep terug van 9,1 mln naar 6,6 mln. De combined ratio schade na herverzekering steeg van
Dat De Noordhollandsche van 1816 ook in 2008 uit het onderzoek van DAK, NBVA en NVA als beste schadeverzekeraar tevoorschijn kwam, mag amper nog nieuws genoemd worden. ■
UVIT verliest bijna 200 miljoen
Bovemij doet het technisch goed
Uvit, de verzamelnaam van de verzekeraarscombinatie
Bovemij bevestigt het algemene beeld in de schademarkt:
Univé, VGZ, IZA en Trias, boekte in 2008 een verlies van
operationeel is niet te mopperen, maar het jaar wordt
187 mln euro, terwijl in 2007 nog een winst kon worden
wel afgesloten met een negatief resultaat. De standaard-
bijgeschreven van 72 mln. Het verlies is volledig veroor-
verklaring gaat ook hier op: de beleggingsverliezen waren
zaakt door beleggingsresultaten. “Daarnaast”, zo meldt
forser dan de stijging van het technisch resultaat.
de raad van bestuur, “is er ook positief nieuws.” Daarbij wordt gewezen op het groeiende marktaandeel. Dat werd behaald in de zorg, waar een aanwas van 55.000 verzekerden geboekt kon worden. Ook in het lopende jaar is het aantal verzekerden gestegen, maar dat is volledig te danken aan het internetproduct ZEKUR. Zowel Trias als VGZ zag het verzekerdenbestand licht teruglopen. Naast de problemen rond de kredietcrisis heeft UVIT last van de groeiende concurrentie in de schademarkt. Univé zag zich daardoor genoodzaakt de autotarieven te verlagen, wat wel een gunstige invloed had op de omzet, maar niet op het resultaat. Het resultaat van de technische rekening over 2008 voor alle schadeproducten bedraagt 49 mln negatief. Voor een deel heeft dat te maken met de toegerekende negatieve beleggingsopbrengsten, maar laten we dat buiten beschouwing, dan nog zou het technisch resultaat Motorrijtuigen in de min geëindigd zijn. In totaal realiseerde de verzekeraarscombinatie een premieomzet van 8,8 miljard euro en dat is 13% meer dan in 2007. Het aantal zorgverzekerden steeg met bijna 55.000 tot ruim 4,27 miljoen verzekerden. ■
32
Voor Bovemij was 2008 een bijzonder jaar. De BOVAG-dochter nam ENRA Verzekeringen en Polis Direct over, waardoor de maatschappij uitgroeide tot een verzekeringsgroep met een stevige positie als consumentenverzekeraar. Dankzij de overname en ook door de groei in inkomensverzekeringen en een stijging van de premieomzet via de BOVAG-bedrijven groeide de brutopremieomzet met ruim 17% tot 238,7 mln. De totale brutoschadelast nam licht af tot 65,3%. Daarentegen is de schadelast van de autoportefeuille toegenomen. Ook Bovemij heeft last van de sterke concurrentie op de automarkt, die gepaard gaat met een hogere schadefrequentie.
Negatief beleggingsresultaat In 2007 behaalde Bovemij een winst van 7,7 mln euro na belastingen. Een jaar later moet een verlies gemeld worden van 15,6 mln, die uitsluitend veroorzaakt is door het negatieve beleggingsresultaat. Operationeel deed de maatschappij het goed. Laten we de beleggingsverliezen buiten beschouwing, dan steeg het technisch resultaat voor belastingen van 7,3 mln euro tot 15,7 mln. ■
nummer 10 - 22 mei 2009
FEIT EN EN CIJFERS
Omzet Onderlinge groeit De Onderlinge ’s-Gravenhage heeft geen centje pijn gehad van de beleggingsverzekeringenaffaire. De maatschappij heeft die producten immers niet in haar assortiment. De Onderlinge biedt alleen traditionele zekerheid biedende levensverzekeringen aan. Overigens wel in een grote varieteit. De consument zoekt in moeilijke tijden vooral zekerheid en beleggingsverzekeringen zijn uit de gratie. Van die omstandigheden heeft de Onderlinge ’s-Gravenhage geprofiteerd, gezien de stijging van het brutopremieinkomen met 7,4%. Wel geldt ook voor de Onderlinge ’s-Gravenhage dat de kredietcrisis een forse deuk heeft geslagen in de winst, zij het dat het vooralsnog om een boekhoudkundige deuk gaat. De aandelenportefeuille is fors in waarde gedaald, maar het betreft alleen een niet gerealiseerd resultaat op beleggingen. De maatschappij zag de winst teruglopen van 56,4 miljoen Kerncijfers (in duizenden euro’s)
2008
2007
Brutopremie-inkomen
149.551
139.282
Totale omzet
211.569
250.812
4.472.381
3.963.485
352%
519%
17.344
21.008
Nettowinst
4.363
56.420
Te verdelen winst aan verzekerden
4.300
22.000
Totaal verzekerd bedrag Solvabiliteit Technisch resultaat
Winst Neerlandia gedecimeerd De winst van Neerlandia van 1880, de schadedochter van de Onderlinge ’s-Gravenhage, is ogenschijnlijk gedecimeerd door terug te lopen van een dikke 6 miljoen in 2007 tot 680.000 euro in 2008. Ogenschijnlijk, want in het kielzog van de moeder (zie hierboven) werd de winst in 2007 geflatteerd door de verkoop van ABN-Amro-aandelen die bijna 5 miljoen euro winst opleverde.
Kerncijfers (in duizenden euro’s)
2008
2007
Premie-inkomen
6.389
6.966
Opbrengst uit beleggingen
1.014
6.966
Schadelast
2.227
2.085
Winst Solvabiliteit
680
6.407
12.171
20.397
euro in 2007 tot 4,3 mln in 2008. Eigenlijk worden door deze cijfers naast elkaar te zetten, appels met peren vergeleken. Zoals gezegd is in 2008 sprake van een papieren terugval in de beleggingen en wel van 14,4 mln. In 2007 daarentegen kon de winst worden opgepoetst door wel gerealiseerde beleggingsresultaten. In dat jaar namelijk bracht de verkoop van met name ABN Amro-aandelen bijna 33 mln netto aan harde euro’s op.
Leven gezond Het levenbedrijf maakte in 2008 een gezonde ontwikkeling door. De omzet steeg met 3% en de brutopremies stegen zoals gezegd met 7,4% tot 149,55 mln. Een dergelijke stijging brengt voor een levensverzekeraar extra kosten met zich mee. Daaruit valt te verklaren dat het technisch resultaat terugliep van 21 mln naar 17,34 mln euro. Een andere reden is, dat het 2007-resultaat positief werd beïnvloed door incidentele factoren, terwijl in 2008 een lager resultaat uit deelnemingen werd behaald. Als pur sang onderlinge wordt de winst voor het overgrote deel (95%) als winstuitkering aan de verzekerden uitgekeerd. De dalende aandelenkoersen hebben natuurlijk invloed op het eigen vermogen. Dat nam de afgelopen jaren relatief sterk toe, maar aan die opmars is een einde gekomen en liep terug van 241,58 mln naar 175,30 mln. Overigens komt hiermee de aanwezige solvabiliteit nog altijd op 352% van de vereiste solvabiliteit. De Onderlinge ’s-Gravenhage heeft de distributie van verzekeringen via het eigen loondienstnetwerk beëindigd. De producten van de maatschappij – traditionele levensverzekeringen in euro’s voor de particuliere markt en het mkb – worden nu uitsluitend aangeboden door het onafhankelijk intermediair. ■
Toch zien we ook in het kernbedrijf van Neerlandia een zekere teruggang. Zo bedroeg het aantal polissen 50.149 aan het einde van 2008, een daling van 3848 polissen ten opzichte van 2007. Ook hier voelt de maatschappij de sterke prijsconcurrentie in het schadesegment particulieren. Daarnaast heeft Neerlandia last van vergrijzing in de portefeuille. De achteruitgang is zichtbaar in de branches personenauto, inboedel, opstal en aansprakelijkheid. Het beleggingsdrama vertaalde zich in een waardevermindering van de beleggingsportefeuille met ruim tien miljoen tot 18,57 mln. De totale bedrijfskosten stegen, maar daar staat tegenover dat Neerlandia minder schademeldingen kreeg te verwerken dan het jaar daarvoor. De brutoschadelast daalde van 3,29 mln tot 2,58 mln. Toch werd een hoger bedrag aan schade in de winst- en verliesrekening opgenomen als gevolg van een toename van de voorziening voor te betalen schaden, alsmede de voorziening voor nagekomen schadeclaims. Het eigen vermogen daalde van 20,40 mln naar 12,17 mln en daarmee de aanwezige solvabiliteit. Die voldoet echter nog met bijna viermaal (was ruim zesmaal) de vereiste solvabiliteit ruimschoots aan de normen. ■
nummer 10 - 22 mei 2009
33
I C T & I N T ER N ET
Zoekmachines belangrijk
Integratie ITP in Genius
Zoekmachines zijn het meest gebruikte online hulpmiddel in het aankoopproces van financiële producten. Maar liefst 67 procent van de Nederlanders die online zoekt naar achtergrondinformatie over hypotheken, lenen en sparen maakt hiervoor gebruik van een zoekmachine. Dat blijkt uit de Nationale Search Engine Monitor (NSEM), een onderzoek onder 1049 internetgebruikers, uitgevoerd door mediabureau Checkit in samenwerking met marktonderzoekbureau RMI.
Aia Software, producent van het ITP Document Platform, heeft ITP/OnLine Server geïntegreerd in de Genius Underwriting-applicatie van Xchanging. Xchanging biedt ITP, naast de Genius-applicaties, al enkele jaren als tool aan voor de creatie van on-demand documenten.
Voor wie een keuze voor een specifiek financieel product wil maken, blijkt de zoekmachine een onmisbaar hulpmiddel. In bijna elke fase, van het zoeken van achtergrondinformatie tot service en nazorg, speelt de zoekmachine een belangrijke rol. Ook vergelijkingssites blijken populair in de zoektocht naar financiële producten. Voor het vergelijken van prijzen en productinformatie worden vergelijkingssites het meest gebruikt door de Nederlandse internetgebruiker. De websites van de aanbieders zelf blijken van ondergeschikt belang bij het online zoeken om tot de aankoop van een financieel product te komen. Slechts voor één fase in het aankoopproces geldt het direct surfen naar de website van financiële aanbieders als de meest gebruikte methode om online te navigeren: de online aankoop. Toch gaat veel aandacht en geld van de aanbieder of bemiddelaar uit naar de eigen website, terwijl de weg naar die eigen website, bijvoorbeeld via Google, volgens oprichter Paul Aelen van Checkit, minstens zo belangrijk is. In de vindbaarheid via zoekmachines wordt echter veel minder geïnvesteerd. ■
HDN-provisiebericht in testfase HDN werkt aan de realisatie van het elektronisch provisiebericht, dat de kosten van provisieadministratie aanmerkelijk moet verlichten. Om dit project op 1 juni aanstaande te kunnen lanceren, zijn de distributiepartijen Afab, FasterForward Elements, De Hypotheker Associatie, De Hypotheekshop en ViaFeria gestart met het testen van het bericht. Ook geldverstrekker BLG Hypotheken neemt deel aan de testfase. ■
Gebruikersgroep GAAS gestart A.I. Automatisering heeft de Gebruikersgroep AssuPro Assurantie Software (GAAS) opgericht. Volgens de softwareontwikkelaar zijn voor het verder ontwikkelen en uitbreiden van AssuPro de gebruikers nodig, die hun mening geven en mogelijke aanpassingen in het huidige programma bespreken. De eerste bijeenkomst van GAAS heeft inmiddels plaatsgevonden. Aan die ontmoeting in Breukelen namen tien van de momenteel dertien tot GAAS toegetreden kantoren deel. ■
34
Volgens Aia hebben verzekeraars echter steeds meer behoefte aan een flexibel en interactief product voor documentcompositie en is ITP/OnLine Server nu geïntegreerd in Genius om aan deze behoefte tegemoet te komen. Met de online-versie van ITP kunnen gebruikers standaarddocumenten wijzigen en daarmee correspondentie op maat creëren. ■
Èfdécé is nu MeerÈfdécé Unit 4 Agresso Financiële Intermediairs heeft haar hypotheekadviespakket Èfdécé uitgebreid. Volgens de softwareontwikkelaar stellen zowel de AFM als de consument hogere eisen aan de adviezen van de hypotheekadviseurs en dient het pakket te worden aangepast om optimaal aan de nieuwe informatiewensen te voldoen. De vernieuwingsdrang van Unit 4 Agresso heeft de campagnenaam MeerÈfdécé meegekregen. Dat richt zich op uitbreiding en verbetering van de hypotheekaanvraag, -rente en -voorwaarden. Nieuw in het kader van MeerÈfdécé is het kunnen maken van een hypothecaire planning. Binnen deze nieuwe module zijn de inkomensscenario's bij arbeidsongeschiktheid, WW en overlijden en alle mogelijke oplossingen grafisch in kaart te brengen. Daarnaast is de integratie met het backofficepakket Dias verbeterd en zijn er koppelingen met veel gebruikte CRM-pakketten en financiëleplanningsoftware gerealiseerd, waardoor geen dubbele invoer meer nodig is. ■
Online aanpak letselschade Delta Lloyd Verzekeringen heeft een contract gesloten met het Rotterdamse bedrijf Klik & Regel, het bedrijf achter de gelijknamige applicatie voor het elektronisch onderhandelen over letselschade en het opstellen van een gezamenlijk behandelplan. Delta Lloyd nam eerder, samen met onder andere Achmea, Fortis en Stichting Univé Rechtsbijstand, deel aan een pilot met Klik & Regel. De ervaring daarmee was volgens Vanessa van der Does, Manager Letselschade Service Centrum van Delta Lloyd zo positief dat de verzekeraar besloot verder te gaan met de applicatie. Volgens Delta Lloyd geeft Klik & Regel handen en voeten aan de Gedragscode Behandeling Letselschade en helpt het daarbij het slachtoffer centraal te stellen. Verzekeraars en belangenbehartigers kunnen een gezamenlijk behandelplan opstellen, de uitvoering monitoren en personenschades snel en efficiënt regelen door middel van biedingen, aldus de verzekeraar. ■
nummer 10 - 22 mei 2009
VERZEK EREND B UIT EN L A N D
BELGIË SpaarSelect-gedupeerden vangen bot Door een uitspraak van de Antwerpse raadkamer zien gedupeerden hun kans op schadevergoeding verkleinen. Het gaat om honderden Belgische gezinnen, die in de jaren 2000-2003 een SpaarSelect-product hebben afgenomen. De raadkamer oordeelde dat van de zeven verdachten, waaronder Delta Lloyd Life, er slechts twee voor de strafrechter moeten verschijnen: het failliete SpaarSelect en een extopman van dit bedrijf. De belangrijkste tenlasteleggingen zijn het vergunningloos aanbieden van financiële producten, het te kwader trouw misleidende reclame maken en oneerlijke handelspraktijken. (De Tijd)
Gevelrenovatie verzekerd De Belgische beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar Protect, die zich in het bijzonder richt op ontwerpers in de bouwsector, brengt nu ook een polis op de markt die de gevelrenovatie van gebouwen garandeert. Met het nieuwe product van deze nicheverzekeraar kan de volledige gevelrenovatie worden gecoverd. Het gaat om een zaakschadeverzekering, dus niet om een aansprakelijkheidsdekking. (De Verzekeringswereld)
VERENIGD KONINKRIJK Natuurrampen op dvd Munich Re heeft een ‘Google Earth’ ontwikkeld waarmee verzekeraars natuurrampen kunnen volgen. Als onderdeel van zijn beleid om de klimaatverandering onder de aandacht te brengen, heeft ’s werelds grootste herverzekeraar een dvd uitgebracht die niet alleen door verzekeraars, maar ook door het publiek kan worden gebruikt. De dvd, die ‘Globe of Natural Hazards’ heet, bevat gegevens over natuurrampen die de herverzekeraar en academici uit de hele wereld hebben verzameld. De interactieve tool kan zonder bijkomende software worden gebruikt. Als de naam van een dorp of stad wordt ingetoetst, verschijnen niet alleen historische gegevens over natuurrampen maar ook de actuele
risico’s voor natuurgeweld, zoals aardbevingen, tsunami’s, overstromingen en stormen. De gedetailleerde analyse kan van pas komen om, bijvoorbeeld, te bepalen waar een fabriek of een huis gebouwd moet worden. (Post Magazine)
DUITSLAND Informatieplicht kost miljarden Volgens het jaarverslag dat de Bondsregering uitbracht over de stand van zaken met betrekking tot het terugdringen van de bureaucratie kosten informatieverplichtingen de Duitse economie 47,6 miljard euro per jaar. Dit bedrag moet in 2011 met 25 procent zijn gereduceerd. Alleen al het verplicht verstrekken van statistische informatie kost Duitse ondernemers 351 miljoen euro. (Versicherungswirtschaft)
particulier verzekerden hun verzekering op. En faillissementen van bedrijven hebben een negatieve invloed op collectieve verzekeringen. Met name in de tweede helft van 2008 was er een forse toename van het aantal opzeggingen. Dat ligt enerzijds aan de geringe verzekeringsbereidheid van de Spanjaarden en anderzijds aan het feit dat de dekking op een particuliere verzekering nauwelijks verschilt van die van de staatsgezondheidszorg. Sanitas, de op een na grootste particuliere ziektekostenverzekeraar, probeert het aantal opzeggingen op een opmerkelijke manier te verminderen: verzekerden die werkloos worden, hoeven gedurende zes maanden geen premie te betalen. (Versicherungswirtschaft)
EUROPA Drempels weg voor Solvency II
Software: warboel Uit recent onderzoek blijkt dat Duitse verzekeraars het onafhankelijke intermediairs niet gemakkelijk maken. Zij hebben allemaal hun eigen programmatuur en dwingen deze intermediairs die te gebruiken. Een kwart van de ondervraagde intermediairs gaf aan dat zij daardoor meer dan twintig verschillende programma’s op hun systeem hadden staan. En bijna een derde doet het met elf tot twintig verschillende programma’s. Opvallend is dat de grote jongens (Allianz, AXA en Generali) op het punt van bedieningsgemak het slechtst scoorden. Ook bleek dat 84 procent van de ondervraagde ‘Makler’ met serviceproviders werkt en met pools. Allianz, AXA en Alte Leipziger behoren daarbij tot de koplopers. Overigens gaf 60 procent van de respondenten aan het bij de keuze van een pool minder belangrijk te achten welke verzekeraars daarin meedoen. Kwaliteit en inhoud van het product en de dekking komen bij hen op de eerste plaats. (Versicherungswirtschaft)
SPANJE Gratis dekking bij werkloosheid In Spanje worden ziektekostenverzekeraars hard geraakt door de economische crisis. Als gevolg van de snel stijgende werkloosheid zeggen veel
Nadat eerder al het Europees Parlement zijn goedkeuring had gehecht aan Solvency II, is deze richtlijn nu ook in beginsel goedgekeurd door de Europese Raad. De formele goedkeuring volgt zodra de vertaling van de richtlijn gereed is. Door het groene licht van de EcoFin-ministers van de 27 EU-staten kan de richtlijn per 31 oktober 2012 worden geïmplementeerd. (Business Insurance)
VERENIGDE STATEN Rechtszaak na kaping Richard Hicks, chef-kok van de onder Amerikaanse vlag varende en begin april door Somalische piraten gekaapte Maersk Albama, heeft een rechtszaak aangespannen. Hij eist van rederij Maersk Line en van Waterman Steamship Corp, die deze reder voorzag van een bemanning, een schadevergoeding van 75.000 Amerikaanse dollar en een betere beveiliging. Hicks wil dat er gewapende veiligheidsmensen meevaren of dat het bemanningsleden wordt toegestaan om een wapen bij zich te hebben. Verder wil hij dat veiliger routes worden gekozen en dat de schepen beter worden beveiligd, bijvoorbeeld door deze te voorzien van prikkeldraad, zodat piraten niet aan boord kunnen komen. (Insurance Journal)
nummer 10 - 22 mei 2009
35
NI E U WS
Delta Lloyd Gate Race
50 jaar Nieberding-NN volmacht
Op 9 juni vindt voor de kust van Hoek van Holland de Delta Lloyd Gate Race plaats. Deze race is onderdeel van de Volvo Ocean Race en voor publiek live te volgen op het water en vanaf het strand. Delta Lloyd daagt alle (amateur en professionele) zeilers uit de Delta Lloyd Gate Race met hun eigen boot te varen en proberen sneller te zijn dan de Volvo Ocean Racers. De hoofdprijs van deze amateurzeilwedstrijd is een reis naar de finish van de Volvo Ocean Race in St. Petersburg. Aanmelden voor deze uitdaging kan tot 26 mei via Teamdeltalloyd.nl.
Nationale-Nederlanden en Nieberding Verzekeringen vierden onlangs hun vijftigjarige volmachtsamenwerking. Deze volmacht behoort tot de allereerste volmachten van de verzekeraar. Nieberding is gespecialiseerd in transportverzekeringen van bloembollen, vaste planten en overige sierteeltproducten bestemd voor export over de hele wereld. ■
Op het strand van Hoek van Holland organiseert de verzekeraar vervolgens, in samenwerking met de Gemeente Rotterdam, een voor publiek gratis toegankelijk feest. ■
ONVZ sponsort hospices ONVZ Zorgverzekeraar sponsort tweehonderd speciale edities van het boek ‘Krijg ik nog een zoen van je?’. Deze uitgave is bestemd voor de leestafels van hospices, thuiszorgorganisaties voor terminale zorg en een aantal verpleeg- en verzorgingstehuizen met hospicevoorziening in Nederland. Schrijver Cees Smit overhandigde de eerste uitgave aan Martin Kerkhof, directeur commerciële zaken van ONVZ. ‘Krijg ik nog een zoen van je?’ vertelt het (fictieve) verhaal van de zieke Mendy en haar jeugdliefde David vanuit het hospice Utrecht. Na zoveel jaren ontmoeten ze elkaar weer (zie ook Krijgiknogeenzoenvanje.nl). Smit schenkt alle royalty’s en de winstdeling van zijn boek aan de stichting Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ). ■
Lintjesregen Tijdens de jaarlijkse lintjesregen was dit jaar ook de branche met bekende namen vertegenwoordigd. Onder de gedecoreerden zijn Bob Renkema (lid in de orde van Oranje-Nassau) van het gelijknamige assurantiekantoor in Amsterdam; oud-bestuurder van De Amersfoortse Verzekeringen, Jacques van Ek (bevorderd tot Officier in de Orde van Oranja-Nassau); oud NBVA-voorzitter en huidig vicevoorzitter van de Nederlandse Vereniging van Hypothecair Planners, Alexander van Voorst Vader (Ridder in de Orde van Oranje-Nassau); Frits van Gorp, oud-directeur van InterBank (Ridder in de Orde van Oranje Nassau), en tot slot is Gerrit van Dijk, algemeen directeur Hamden Insurance, benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. ■
Brunel stropdassenestafette In het Olympisch Stadion werd vorige week de eerste Brunel Stropdassenestafette gehouden. Zeventien teams renden 4 x 100 meter en gaven in plaats van een estafettestokje, hun stropdas door. De winnende tijd, van het eigen Brunel-team, was 55,62 seconden. Als tweede eindigde het team van SAS Consult. Derde werd Fortis. Voor ieder deelnemend team doneerde Brunel een bedrag aan de Johan Cruyff Foundation. Dit resulteerde in een cheque van 2500 euro. De detacheerder voor het bank- en verzekeringswezen heeft besloten er een jaarlijks terugkerend evenement van te maken. ■
Dag van de Gedetacheerde Detacheringsbureau Amedes heeft de derde dinsdag in mei uitgeroepen tot de Dag van de Gedetacheerde in Nederland en België. Afgelopen dinsdag kregen alle gedetacheerde medewerkers van Amedes in beide landen op de werklocatie een heliumballon bezorgd. ■
36
V.l.n.r.: Rob Veldhoen (directeur volmachten NN), Wim de Groot (directeur Nieberding) en Remco de Graaff (accountmanager volmachten NN).
nummer 10 - 22 mei 2009
N IEU WS
Nieuwe volmachten
Neerlandia.info gelanceerd
AIG Europe (Netherlands) heeft een volmacht verleend aan IAK Verzekeringen voor de producten Bestuurdersaansprakelijkheid, Collectieve ongevallen, Zakelijke reis, Schadeverzekering voor Inzittenden, Collectieve ongevallen inzittenden en Persoonlijke ongevallen.
Neerlandia van 1880 heeft een nieuwe website gelanceerd voor de consument en het intermediair. Op Neerlandia.info is informatie te vinden over de schadeverzekeraar en een overzicht van het pakket schadeverzekeringen. Polisvoorwaarden en brochures kunnen worden gedownload en met de postcodezoekfunctie kan een adviseur in de buurt gevonden worden. Ook kunnen verzekerden online een vraag stellen of ruitschade aan de auto melden. In het zakelijke gedeelte kan het intermediair brochures, aanvraagformulieren, polisvoorwaarden, publicaties en de offertesoftware downloaden. Ook kan de adviseur hier schades online melden. ■
FinanCenter is een samenwerking aangegaan met SNS Bank. De serviceprovider gaat zich bezighouden met de levering en verwerking van een select aantal hypotheekarrangementen die SNS Bank in haar productassortiment heeft opgenomen.
Achter: Angeline Rutten (IAK) en Enrico Bianchi (AIG). Aan tafel: Frank Kraakman (IAK) en Ab Lausberg (AIG).
Unigarant heeft een volmachtovereenkomst gesloten met Buro Nomden uit Delft. De volmacht geldt voor alle producten van de verzekeraar. Buro Nomden adviseert op het gebied van verzekeringen, hypotheken, pensioenen en financieringen. ■
Young Drivers Academy De Young Drivers Academy (YDA) is een nieuw initiatief van InShared (Achmea). YDA biedt jongeren tussen de 18 en 25 jaar rijlessen, het theorie- en praktijkexamen, trainingen en een huurauto als totaalpakket aan. De totale kosten voor het rijbewijs, de vervolgtrainingen en de huurauto bedragen 276 euro per maand. Daarnaast dient er een aanbetaling van 1000 euro te worden gedaan. De duur van het opleidingspakket is drie jaar. In het eerste half jaar halen de deelnemers gegarandeerd hun rijbewijs. In de 2,5 jaar daarna volgen de jonge automobilisten acht verkeersveiligheidstrainingen, die samen vijf dagen duren. Om te zorgen dat beginnende automobilisten meteen rijervaring kunnen opdoen, stelt de Young Drivers Academy na het behalen van het rijbewijs, en gedurende de resterende dertig maanden van de opleiding een huurauto beschikbaar. ■
100 jaar Centraal Beheer Centraal Beheer Achmea viert dit jaar haar honderdjarig bestaan. Vanwege de recessie wordt het een feest zonder bubbels. Niet dat de maatschappij er financieel slecht voor staat, een groot feest past gewoonweg niet in deze tijd. Het begon allemaal op 14 januari 1909 in Amsterdam. Het kleine administratiekantoor voor onderlinge verzekeringen van werkgevers is inmiddels uitgegroeid tot een verzekeringsimperium met meer dan 70.000 zakelijke en 1 miljoen particuliere klanten. Begin jaren zeventig verhuisde de verzekeraar naar de plaats die iedereen kent van de bekende campagne ‘Even Apeldoorn bellen’. De commercials hebben inmiddels het stempel nationaal erfgoed verworven. In de jaren negentig werd Centraal Beheer Achmea onderdeel van de AVCB Groep: een samenwerkingsverband met verzekeringsgroep Avéro Achmea uit Leeuwarden. De AVCB Groep verwierf een meerderheidsbelang in Staal Bankiers. In 1995 ging de AVCB Groep samen met onder andere ziektekostenverzekeraar Zilveren Kruis Achmea op in de Achmea Groep: een overkoepelend samenwerkingsverband. De Achmea Groep participeert in de Europese holding Eureko. ■
nummer 10 - 22 mei 2009
37
SAT I R E
Forumschorem Wij barbiers haten het als we kappers genoemd worden. Alsof we verdorie de hele dag bezig zijn met het tegen woekerprijzen weghakken van overtollig haar. Natuurlijk geven we de klanten hun knipbeurt en het is waar dat we vervolgens na hooguit een kwartiertje daarvoor een rekening presenteren. Maar wat daaraan voorafgaat en hoeveel tijd we kwijt zijn met het adviseren van flesjes, potjes en tubes, realiseert de klant zich niet. En de enkelingen die het wel snappen, hebben dan ook nog het lef ons voor de voeten te werpen dat we aan die flacons een extra zakcent overhouden. Onze Engelse collega’s hebben daar minder last van. Die zijn er wel in geslaagd om bij de consument tussen de oren te krijgen dat zij boven diezelfde organen zorgdragen voor total hair care. We hebben er in clubverband alles aan gedaan om het begrip kapper uit te bannen en ons aangezichtsverzorger te laten noemen. Niet voor niets heten onze oudste belangenverenigingen Nederlandse Vereniging van Aangezichtsverzorgers en Nederlandse Bond Van Aangezichtsverzorgers. Maar dat beroep vind je nergens terug. Erger, sinds de invoering van de Wet Droogkappen en Föhnen is ‘kapper’ zelfs teruggekeerd in de wetgeving. En nou hebben diezelfde wetgevers de euvele moed om ons te vertellen dat het imago van onze beroepsgroep tot een bedenkelijk peil is gedaald en dat we dat nota bene aan onszelf te wijten hebben. Omdat we teveel zouden rekenen voor ons knipkwartiertje, omdat we kaalkoppen antiroos aansmeren, omdat we flacons haarwater adviseren zonder de samenstelling daarvan te kennen. Kortom, omdat we te stom zijn om voor de duvel te dansen, maar wel slim genoeg om onze stoelzitters hun laatste euro te ontfutselen. Mensen hebben een lage dunk van kappers, vertellen de politici ons. Daar hebben jullie knap aan meegewerkt, denk ik dan. Jullie hebben er lol in om ons publiekelijk te beschuldigen van ondeskundigheid. Jullie doen het voorkomen alsof we van het geld dat we voor een haarverzorgingsbeurt vangen naar de Bahama’s kunnen.
Alsof bedrijfsruimte, apparatuur, inventaris, personeel en voorraden geen geld kosten. Weten jullie wel hoe lang een huisarts gemiddeld met een patiënt bezig is en wat die daarvoor rekent? Maar ja, die vrije beroepers staan hoger op de imagoladder en zo hoog durven jullie niet te klimmen. Dus maakt de politicus mooie sier met de vermelding dat de ‘kapper’ het aanzien heeft van een tweedehands autoverkoper. Ik kan het niet bewijzen, maar soms bekruipt me het gevoel dat deze kapperhaters zich in onze beroepsgroep geïnfiltreerd hebben en ik zal zeggen waarom ik dat denk. Je hebt in onze branche verschillende vakbladen, die met hun tijd zijn meegegaan en dus het nieuws ook op hun website plaatsen. Sommige zijn al zover, dat vakgenoten op dat nieuws kunnen reageren. Een goede ontwikkeling, want zo hou je elkaar als collega’s scherp en je kunt van elkaar leren. Bij goed gebruik geeft dat de collectieve deskundigheid een flinke duw omhoog. Maar de praktijk is heel anders. Allerlei mensen grijpen de mogelijkheid aan om de gezamenlijke barbiers en hun haarwaterfabrikanten lekker zwart te maken. Het forumschorem, zoals ik ze noem, doet dat anoniem, of gebruikt verzonnen namen. Je hoeft als buitenstaander maar een dagje die reacties te lezen om zeker te weten dat de ‘kappers’ echt niet deugen. Dat ze niet eens de lagere school afgemaakt hebben, laat staan dat ze in staat zijn een echt beroep uit te oefenen. Natuurlijk komen die reacties niet van mijn collega’s. Die weten allemaal hoe belangrijk het is om het blazoen van de beroepsgroep op te poetsen en zullen zich wel drie keer bedenken om dat op zo’n goedkope manier te besmeuren. Dus blijft er maar één conclusie over en die is, dat achter al die treurige fakenamen onze tegenstanders schuil gaan. Politici misschien, consumentenbelangenbehartigers, televisie- of krantenjournalisten? Wie jullie ook zijn, ik nodig jullie uit in mijn winkel om jullie reacties recht in mijn gezicht te herhalen.
BARBIER 38
nummer 10 - 22 mei 2009
het einde van mailings zonder resultaat. Monuta maakt de kansen in uw portefeuille zichtbaar.
Meer weten over onze portefeuilleanalyse? Ga naar monuta.nl/portefeuilleanalyse of bel (055) 539 11 30.