november 2008
Nederlandse Taalunie
TAALPEIL
In deze krant feiten, cijfers en meningen over de Nederlandse taal in Suriname, Nederland en Vlaanderen. Thema 2008: burger-taal-overheid
Inhoud Werken aan heldere taal - p. 2-5 Taalgebruik van de overheid - p. 6-8 Taalbeleid - p. 9-11
“Hopende u hiermede van dienst te zijn” Discussie geopend Het is geen toeval dat in ons thema burger-taal-overheid het woord taal tussen de burger en de overheid in staat. Met taal spreekt u de overheid aan en richt uw overheid zich ook tot u als burger. Goed taalgebruik is dus een voorwaarde voor communicatie tussen burger en overheid. Het is overigens niet alleen de taal als middel om te communiceren die burger en overheid met elkaar verbindt. De overheden van Nederland, Vlaanderen en Suriname voeren ook samen taalbeleíd. De bedoeling daarvan is dat alle Nederlandstaligen hun taal zo goed mogelijk kunnen gebruiken. Dat gebeurt bijvoorbeeld door goed onderwijs en door te zorgen voor woordenboeken Nederlands. De drie overheden hebben zich daarvoor verenigd in de Nederlandse Taalunie. Hoe denkt u over de manier waarop de overheid zich bezighoudt met de Nederlandse taal? Dat wilde de Taalunie graag weten.
Als politici, ambtenaren of andere deskundigen veel te lang van stof zijn, vraag ik altijd of ze in de kroeg ook zo tegen me zouden praten. Bart Meijer, presentator Het Klokhuis, informatief tv-programma voor jongeren in Nederland We kunnen dat natuurlijk niet aan alle mensen in Nederland, Vlaanderen en Suriname vragen. Daarom hebben we een steekproef van 1000 mensen ondervraagd. Daar zijn drie opvallende vaststellingen uit gekomen.
1. Veel geklaag, maar het valt mee
Er wordt wel veel geklaagd over onbegrijpelijke overheidsteksten, maar toch is de meerderheid van u best tevreden met wat het gemeentehuis, het provinciebestuur of het land schrijft. Misschien komt dat
Met de resultaten van het
TAALPEILONDERZOEK 2008
(zie ‘verantwoording onderzoek’ op de achterkant)
Publieksonderzoek:
- Ik snap wel wat die overheid schrijft - p.1 - Ik vind ambtelijke teksten - p.2 - Twee grondwetten voor de prijs van een - p.2 - Speech! - p.6 - Dialect in de rechtzaal - p.7 - Suriname: het hoeft niet altijd in de moedertaal - p.8 - Waarom zijn die teksten zo lastig? - p.8 - Overheid, zeg wat we moeten doen! - p.9 - Wie kent het groene boekje? - p.11
Ambtenarenonderzoek
- Rapportcijfers voor schrijven - p.4 - Te negatief zelfbeeld - p.4 - Top-10 Ambtenarees - p.4 - Verboden woorden - p.4
doordat er zoveel wordt gedaan voor helder taalgebruik. In deze krant vertellen we wat over een paar van deze initiatieven en we verklappen wat ambtenaren er (af)leren.
terdege van bewust dat wetten en besluiten over moeilijke kwesties gaan en dat moeilijke kwesties niet altijd makkelijk opgeschreven kunnen worden.
is een taak voor de overheid, zeggen de ondervraagden massaal. Ambtenaren hebben ook apart van zich laten horen. Daar leest u op pagina 4 meer over.
2. Graag simpel, ook als het moeilijk is
3. Zeg ons gewoon hoe het moet
De Nederlandse Taalunie neemt uw suggesties ter harte. De discussie erover is geopend, onder meer op onze website. Daar houden wij u ook op de hoogte van bereikte conclusies en resultaten.
De meesten van u willen dat wetten in begrijpelijk Nederlands worden geschreven. Zelfs een vereenvoudigde versie van de Grondwet ziet u wel zitten. We worden immers allemaal geacht de wet te kennen? Aan de andere kant bent u zich er
PublieksONDERZOEK 2008
Ik snap wel wat die overheid schrijft Uit het publieksonderzoek (zie de verantwoording op de achterkant) blijkt dat het heel erg meevalt met het onbegrip. Ruim de helft van de Vlamingen, Nederlanders en Surinamers zegt dat ze de overheid gemakkelijk tot heel makkelijk begrijpen. Maar één op de tien ondervraagden noemt teksten van de overheid ‘moeilijk’ of ‘zeer moeilijk’ te begrijpen. (Zie verder p. 2) Bron: Trendbox BV
Er is een grote vraag naar normen voor taalgebruik. Wat is goed Nederlands? Nederlandstaligen wensen niet alleen duidelijkheid over de spelling, maar ook over uitspraak, woordgebruik en grammatica. Die normen vaststellen en verspreiden,
Linde van den Bosch algemeen secretaris Nederlandse Taalunie
Heerlijk helder Hollands Wilt u meer exemplaren van deze Taalpeil? Ze worden u gratis toegestuurd. e-mail:
[email protected] Telefoon Suriname: 422538 Nederland en Vlaanderen: +31 70 346 95 48
Deze publicatie wordt u aangeboden door de Nederlandse Taalunie.
De Nederlandse politieke partij GroenLinks pleitte in 2005 voor het recht op duidelijke taal. Zij deed dit in een nota ‘Heerlijk, helder Hollands’. Daarin stond bijvoorbeeld dat ministers het goede voorbeeld moeten geven en dat een taalpolitie ervoor moet zorgen dat ze dat ook echt doen. Op 14 september 2006 is met minister Nicolaï in een kamercommissie over de nota gesproken. Er was veel sympathie voor het streven naar duidelijke taal, maar niemand voelde voor een taalpolitie.
Meer weten over het thema burger-taal-overheid? www.taalunieversum.org/thema/burger_taal_overheid
T A A L P E I L | Werken aan heldere taal Werken aan heldere taal Veel mensen ergeren zich aan onbegrijpelijke formulieren. Uit onderzoek blijkt dat een derde van de Nederlanders een formulier laat invullen door iemand anders. Velen zouden het nooit zelf volledig en foutloos kunnen invullen. Het Nederlandse Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft daarom de strijd aangebonden met ingewikkelde formulieren. Geen moeilijke woorden, korte zinnen en een logische opbouw moeten ervoor zorgen dat mensen niet halverwege een formulier geïrriteerd afhaken. Het ministerie heeft een telefonische informatiedienst voor formulierenmakers geopend. België werkt aan vereenvoudiging op verschillende niveaus tegelijk. Er is een federale campagne om de admini-
stratieve rompslomp te verminderen. De Vlaamse regering doet er alles aan om bijvoorbeeld vergunningen sneller af te leveren met minder formaliteiten. Uniek in Vlaanderen is de taaladviesdienst van de Vlaamse overheid. Deze dienst helpt ambtenaren goed te schrijven en geeft ook advies aan de burger, via de Taaltelefoon.
Eenvoudiger alstublieft! www.klinkendetaal.nl www.denhaag.nl/helderhaags www.begrijpelijkeformulieren.nl www.wetsmatiging.be www.dav.be www.taaltelefoon.be
Ik vind ambtelijke PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Wat men vindt
Onpersoonlijk, zakelijk en ingewikkeld Dat mensen overheidsteksten goed kunnen begrijpen (zie publieksonderzoek op p.1), betekent niet dat ze vinden dat ze goed in elkaar
Ambtenaren en klare taal, volgens het cliché twee onverenigbare begrippen. Maar daar komt verandering in. Zo hebben de Nederlandse ‘Grote Vier’ – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht –
Welke kenmerken passen het beste bij ambtelijke teksten? Max. 3 antwoorden kiezen
Gevraagd aan Nederlanders, Vlamingen en Surinamers Onpersoonlijk
53
Zakelijk
46
taal kunnen omzetten in klare taal. Wat doen gemeenten nog meer om prettig leesbare teksten voor hun inwoners te schrijven?
moeilijk woord
‘Ambtelijke taal zit in de genen’
Is er in kleinere gemeenten ook aandacht voor begrijpelijk schrijven? Communicatiemedewerkster Suzanne van Benthem van de gemeente Hillegom, midden in de Nederlandse Bollenstreek: ‘bij klantvriendelijkheid hoort ook dat je begrijpelijk communiceert. Daarbij kunnen de ambtenaren best wat hulp gebruiken, want ambtelijke taal zit in de genen. Het probleem is vaak dat teksten juridisch dichtgetimmerd moeten zijn en dan kan ‘toegankelijk Nederlands wel eens misleidend overkomen’. Van Benthem probeert dat op te lossen door in brieven aan de inwoners en op de website kort en in heldere taal de nodige informatie te geven.
Stuur de computer ook maar op taaltraining Op www.schrijfmaargewoon.nl kunnen ambtenaren hun teksten automatisch laten beoordelen en krijgen zij suggesties om eenvoudiger te schrijven. De website is gebaseerd op de taalcampagne Helder Haags van de gemeente Den Haag. Biedt zo’n programma werkelijk uitkomst? Het programma vindt daar altijd een moeilijk woord, ook als het niet ‘omdat’, maar ‘ginds’ betekent. Naar de volledige officiële teksten verwijst zij gewoon door.
De chef maakt het weer moeilijk
Dat begrijpelijk schrijven in de ambtelijke belangstelling staat, is goed nieuws. Maar zullen we nu voortaan echt eenvoudige teksten ontvangen? In de praktijk zijn het vaak alleen de mensen op de werkvloer die cursussen volgen en werken aan hun taal. De bazen die de teksten moeten goedkeuren, doen niet mee. En die gebruiken nu juist graag moeilijke taal. Vaak maken zij op de valreep een goede tekst toch weer nodeloos ingewikkeld. Hopelijk kunnen de initiatieven van de gemeenten daar verandering in brengen.
%
42
Stijf
39
Droog
26
Plechtig
22
Onduidelijk
22
Nauwkeurig
17
Klantvriendelijk Eenvoudig
3 2
www.schrijfmaargewoon.nl in het leven geroepen, waarop ambtenaren hun
Harry Stork bekleedt sinds kort een gloednieuwe functie die bedacht is door de Amsterdamse gemeentesecretaris Henk de Jong. Die maakt zich zorgen over onleesbare rapporten en brieven waar hij zijn handtekening onder moet zetten. Stork gaat erop toezien dat Amsterdam klare taal gebruikt. ‘Taalcursussen alleen zijn niet voldoende. Het is belangrijker medewerkers te interesseren voor taal. Taal moet voortdurend speels onder de aandacht worden gebracht. Taal moet leven!’ Stork vindt de campagne Helder Haags een goed voorbeeld. ‘Zulke projecten moet je van elkaar overnemen. Kom over een jaar nog maar eens bij ons kijken.’
zitten. De overheidstekst heeft een slecht imago. ‘Onpersoonlijk’, ‘zakelijk’, ‘ingewikkeld’ en ‘stijf’ zijn kenmerken die vaak worden genoemd.
Ingewikkeld
Wat doen Nederlandse gemeenten?
Hou het speels, laat het leven
november 2008
Bron: Trendbox BV
Klagen bij
Kafka Wie last heeft van het taalgebruik van de overheid kan op internet zijn of haar klacht kwijt. In België kunt u terecht bij www.kafka.be: ‘We hebben de inspiratie voor de naam van onze site bij Franz Kafka gevonden, de schrijver die zich in zijn werk als geen ander afzette tegen de onverschilligheid van de staat. Kafka schrijft over de onmacht van de burger tegenover de almacht van een ongenaakbare, arrogante overheid die weinig of geen voeling heeft met de realiteit. Herkenbaar? Natuurlijk. Want ook bij ons zijn er absurde regeltjes, procedures die alleen bedoeld lijken om ons het leven zuur te maken, onbegrijpelijke formulieren, voorschriften waarvan niemand meer weet waar ze voor dienen - als ze ooit ergens voor hebben gediend. Kortom, kafkaiaanse toestanden. Daar willen wij wat aan doen.’ De Vlaamse overheid wil ook de administratieve rompslomp van vrijwilligersorganisaties beperken. Wie wil meehelpen, kan terecht bij www.samenvereenvoudigen.be: ‘Wil jij het eenvoudiger? De Vlaamse overheid ook. /…/ we vragen jou om problemen en ervaringen aan ons te melden, maar we willen ook graag je advies en suggesties voor verbetering. Niet alleen je klacht, vooral ook jouw kracht is belangrijk.’ In Nederland is er de website www.lastvandeoverheid.nl: ‘Iedereen heeft wel eens last van de overheid: door regels, moeilijke formulieren of veel vergunningen. De overheid wil weten waar u als burger last van heeft, en gaat op zoek naar oplossingen.
Taal maakt en raakt mensen en is de sleutel tot de wereld. Taal helpt ons om elkaar te begrijpen en anderen te bereiken. Maar om iemand ook echt te bereiken moeten wij niet alleen de boodschap zelf, maar juist ook de ontvanger van die boodschap kennen en begrijpen. Als wij dat centraal stellen in communicatie, volgt de keuze voor de juiste boodschap, taal en toon vanzelf. Prinses Laurentien voorzitter Stichting Lezen & Schrijven, Nederland
T A A L P E I L | Werken aan heldere taal
november 2008
teksten… PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Hoe het moet
Klantvriendelijk, prettig leesbaar en helder Veel mensen willen het op een aantal punten liever anders. Bijvoorbeeld klantvriendelijk, prettig leesbaar, helder en eenvoudig. Dus mag het iets
vriendelijker?
Welke kenmerken passen voor u bij het ideale taalgebruik van uw eigen gemeente? Max. 3 antwoorden kiezen Gevraagd aan Nederlanders, Vlamingen en Surinamers Klantvriendelijk
58
Prettig leesbaar
52
Helder
47
Eenvoudig
36
Nauwkeurig
26
Persoonlijk
23
Vlot Zakelijk Netjes
%
16 14 13
Bron: Trendbox BV
Bron: Hein de Kort
‘De duivel is het branden ook gewoon’ In de negen jaar dat ik bij de Vlaamse overheid taaladviseur ben, heb ik honderden teksten van ambtenaren gelezen. Ik heb die nagekeken en geheel of gedeeltelijk herschreven. Daar waren pareltjes bij die alleen hier of daar een schoonheidsfoutje bevatten, maar in veel gevallen was er meer werk aan de winkel. Bij nalezen van teksten merk ik telkens weer dat we eigenlijk nog altijd kopiisten zijn zoals in de middeleeuwen. Weliswaar niet meer met ganzenveer en perkament, maar met de kopieer- en plakfunctie van onze tekstverwerker. Slechte teksten en kromme formuleringen zijn zo vaak een heel lang leven beschoren. Zonder dat iemand daar vragen bij stelt. Wie helemaal in de macht der gewoonte genesteld zit, zegt me dan weleens: ‘Maar we hebben daar nog nooit problemen mee gehad.’ Ik moet dan aan mijn grootmoeder denken. Die zei geregeld met een mooie Vlaamse uitdrukking: ‘Ja, de duivel is het branden ook gewoon.’ Jawel, het onaangename kan zo vanzelfsprekend zijn dat je er ongevoelig voor wordt. Is dat typisch voor de overheid? Ik denk het niet. De macht der gewoonte huist in ieder van ons. Als je naar het werk gaat, wil je toch ook dat je met je auto bij lastige kruispunten altijd op ongeveer dezelfde plaats in de file kunt voorsorteren. Of dat de volle trein of bus stipt op hetzelfde uur en dezelfde plaats vertrekt. Is het typisch voor teksten van de overheid? Misschien wel, omdat wetten, regels en procedures meestal geschreven worden met de bedoeling om lang mee te gaan. Daardoor blijft het taalgebruik steeds onveranderd en daar verzet ik me tegen. Als taaladviseur wil ik de taal van vandaag en van iedereen spreken. Zoals ik ook probeer om elke dag toch maar weer rekening te houden met andere weggebruikers en omleidingen, ook al wijkt het te volgen pad dan af van wat ik gewend ben. Dirk Caluwé Taaladviseur bij de Vlaamse overheid
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Twee grondwetten voor de prijs van één Bureau Taal heeft de Nederlandse Grondwet herschreven (zie het fragment hieronder). Over het resultaat zijn de ondervraagden goed te spreken. De tekst is er makkelijker op geworden vindt ruim 70 procent van de Nederlanders en Vlamingen. En dat moet ook, vinden ze (circa 70 procent) want de grondwet is voor iedereen bedoeld. De helft vindt
dat deze eenvoudige grondwet goed kan functioneren naast en niet in plaats van de oorspronkelijke versie. Ongeveer tien procent oordeelt dat het document moet blijven zoals het is en dat het niet vereenvoudigd hoeft te worden.
Nederlandse Grondwet
Nederlandse Grondwet in eenvoudig Nederlands
Artikel 3 Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.
Artikel 3 Iedere Nederlander kan een baan krijgen bij de overheid.
Artikel 7 Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
Artikel 7 Vrijheid van meningsuiting In Nederland mag je zeggen en schrijven wat je denkt zonder daar eerst toestemming voor te vragen. Maar de rechter kan je achteraf wel straffen, als je iets zegt of schrijft dat niet mag volgens een ander artikel van de Grondwet of een andere wet. Bron: Trendbox BV
T A A L P E I L | Werken aan heldere taal
november 2008
Wat vindt de ambtenaar... Ambtenaren schrijven graag In augustus van dit jaar konden ambtenaren op de website van de Nederlandse Taalunie een vragenlijst invullen (zie de verantwoording op de achterkant). We vroegen hen of ze veel moeten schrijven in hun werk, of ze dat leuk vinden en of ze er een speciale opleiding voor hebben gehad. Ook vroegen we of ze de spellingcorrec-
tor gebruiken en of hun teksten worden gecontroleerd door collega’s of chefs. Wat ons het meest opviel, is dat er weinig verschil was tussen de antwoorden van de 1500 ambtenaren: Jong of oud, Vlaams of Nederlands, werkzaam bij een gemeente of een ministerie. Driekwart houdt (veel) van schrijven, vier procent niet en de rest ‘een beetje’.
AMBTENARENONDERZOEK 2008
Rapportcijfers voor schrijven We vroegen de ambtenaren of ze een rapportcijfer wilden geven voor de teksten van hun eigen organisatie, van zichzelf en van de overheid in het algemeen. Alle cijfers van 1 tot 10 komen voor, maar de meeste liggen tussen 4 en 8. Wie zijn eigen
teksten een 6 of minder geeft, geeft aan de eigen organisatie een lager cijfer dan aan de overheid in het algemeen. Een ambtenaar die zichzelf een 7 of hoger geeft, trekt vanzelf het cijfer van de eigen organisatie omhoog.
Waardering tekstkwaliteit gevraagd aan ambtenaren in Nederland en Vlaanderen
%
1 2 eigen organisatie eigen teksten overheid algemeen
3 4 5 6 7 8 9 10 aantal: 300
500
Verboden woorden We vroegen naar voorbeelden van woorden en uitdrukkingen die de ambtenaar niet mag gebruiken in ambtelijke teksten. We hadden bekende ambtelijke fossielen verwacht, en die werden ook inderdaad op grote schaal gemeld. Afkortingen, jargon en Engelse woorden zijn taboe en de woorden die het vaakst werden genoemd zijn: derhalve, jegens, middels, niettegenstaande en voorts. Tot onze grote verrassing hebben sommige overheidsinstellingen ook vastgelegd dat het verboden is om gebruik te maken van: onwelvoeglijke termen bargoens grof en kwetsend taalgebruik krachttermen beledigende teksten discriminerende teksten onbeleefde termen (ook al doet de burger dat)
De top-10 van het Ambtenarees
Het kan niet dat in een overheidsdocument ‘voor de burgers’ termen staan als heterogeniteit en chronotopen. Zeg het in gewonemensentaal. Karine Nicolay, Hoofdredacteur Wablieft, een Belgische krant in eenvoudig Nederlands
Ambtenaren zijn zich heel goed bewust van hun aparte taalgebruik. We vroegen: ‘Zijn er woorden die u wel in teksten voor burgers gebruikt, maar die u niet in persoonlijke correspondentie zou gebruiken?’ Dat leverde een hele lijst op. Het vaakst genoemd werden: gelet op desalniettemin dienen (i.p.v. moeten) ingevolge gelieve in het kader van inzake betreffende bovenvermeld
Bron: Taalunie
TAALPEILONDERZOEK 2008
Te negatief zelfbeeld Mensen denken veel positiever dan de ambtenaren vrezen! Ambtelijke teksten zijn wel onpersoonlijker en zakelijker dan de ambtenaren denken. Maar ze blijken veel minder ingewikkeld, onduidelijk en
droog te zijn. Ook over de nauwkeurigheid is het oordeel van de burger gunstiger.
Wat vinden burgers van overheidsteksten? En wat denken ambtenaren dat de burgers vinden? We legden burgers en ambtenaren hetzelfde lijstje voor. 42
Ingewikkeld 22
Onduidelijk
35 39
Stijf Nauwkeurig Onpersoonlijk Zakelijk
33 22 6
Netjes
11
42
17
10
Plechtig
%
38 26
Droog
77
20
44 46
53
Wat vindt de burger? Wat denkt de ambtenaar dat de burger vindt?
Bron: Trendbox BV - Taalunie
T A A L P E I L | Werken aan heldere taal PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Driespraak
Waar hangt uw besluit? Sommige woorden die je wel eens in overheidsteksten aantreft, lijken Latijn of Chinees voor de meeste mensen. Als er iets staat over ‘het maatschappelijk middenveld’, over ‘benchmarken’ of over ‘flankerend beleid’, haken veel lezers af. We vroegen in onze enquête naar woorden en uitdrukkingen die veel gebruikt worden in de ambtenarij. Als de overheid schrijft dat ze ‘niet in de gelegenheid’ is om iets te doen, of dat er iets gebeurt ‘hangende het besluit’ van een bestuur, begrijpt een kwart tot de helft van de mensen dit niet, of verkeerd! Gelukkig toont de ambtenaar een ander gezicht als er wordt gepraat. In gesprekken begrijpt de burger veel beter waar het om gaat.
november 2008
B(urger)
B- Goedemiddag, mevrouw.
A(mbtenaar)
A- Goedemiddag, mijnheer. B- Ik zou graag een inlichting hebben over mijn aanvraag voor kinderbijslag.
A denkt
A- ‘Wet van 26 april 1962, tot vaststelling van een algemene kinderbijslagverzekering.’ A- Zeker, mijnheer. Wat wilde u weten? B- Mijn zoon is nu wel 16 jaar, maar werkloos en ik hoor zeggen dat ik dan nog wel kinderbijslag kan krijgen. A- ‘De verzekerde heeft voor een kind van 16 of 17 jaar slechts recht op kinderbijslag indien het kind (a) in verband met onderwijs of een beroepsopleiding lessen of stages volgt gedurende gemiddeld tenminste 213 klokuren per kwartaal, of (b) als rechtstreeks en medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebreken niet in staat is om 55 procent te verdienen van hetgeen een lichamelijk en geestelijk gezond kind, dat overigens in gelijke omstandigheden verkeert kan verdienen, en daartoe gedurende een periode van meer dan zes maanden niet in staat is geweest of naar verwachting zal zijn, of (c) werkloos is.’ A- Inderdaad, mijnheer, dat kan.
60 %
Wat betekent ‘flankerend beleid’ 60 procent gaf het goede antwoord: beleid bedoeld om uitvoering van een wet of regel te ondersteunen.
75 %
Wat betekent ‘de instelling wordt door de overheid gefaciliteerd’? 75 procent geeft het goede antwoord: de overheid geeft geld of andere steun aan de instelling. In Vlaanderen denkt één op de vijf ondervraagden bij ‘faciliteren’ aan ‘controleren en gedogen’.
B- Mijn zoon werkt wel op zaterdag in een bakkerij.
60 %
Wat betekent ‘een uniform registratiesysteem wordt geïmplementeerd’? 60 procent geeft het goede antwoord: er komt een uniform registratiesysteem. Opvallend is dat bijna 30 procent van de mensen die de enquête hebben ingevuld het houdt op: er wordt een uniform registratiesysteem gezocht.
A- ‘Een in het tweede lid, onderdeel c, bedoeld kind wordt niet als werkloos aangemerkt, indien dat kind zijn voor werkzaamheden beschikbare tijd voor ten minste 19 uur per week besteedt aan het verrichten van arbeid in dienstbetrekking dan wel in de zelfstandige uitoefening van zijn beroep, of ter zake van deze werkzaamheden een uitkering ontvangt ingevolge de Werkloosheidswet (Stb. 1987, 93). Een in het tweede lid, onderdeel c, bedoeld kind wordt voorts niet als werkloos aangemerkt, indien dat kind een passende dienstbetrekking als bedoeld in de vorige volzin niet heeft aanvaard of door eigen toedoen niet heeft verkregen of behouden.’ A- Als uw zoon maar één dag per week werkt, zal hij nog wel als werkloos worden beschouwd. Hij heeft toch geen werk geweigerd dat hem was aangeboden?
36 %
Wat betekent ‘benchmarken’? 36 procent geeft het goede antwoord: prestaties vergelijken met die van vergelijkbare organisaties. 28 procent zit wel in de buurt met: prestaties waarderen volgens een bepaalde schaal.
B- Nee, hij is ingeschreven als werkzoekende, maar ze vinden voor hem geen passende baan.
Bron: Trendbox BV A- ‘Een in het tweede lid, onderdeel c, bedoeld kind wordt als werkloos aangemerkt indien en zolang het bij de Centrale organisatie werk en inkomen als werkzoekende is geregistreerd. Deze registratie dient binnen een redelijke termijn plaats te vinden. In geval dat kind wegens ziekte niet beschikbaar is om arbeid te aanvaarden wordt dat kind als werkloos aangemerkt zolang de ziekte voortduurt voor een periode van ten hoogste zes maanden.’ A- Dan is alles in orde. B- Moet ik nog speciale formaliteiten vervullen of bepaalde documenten verzamelen? A- ‘Indien op het aanvraagformulier de naam is vermeld van een kind, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder c of e, van de Algemene Kinderbijslagwet, dient de aanvrager op verzoek van het bevoegde uitvoeringsorgaan een verklaring over te leggen, waaruit blijkt, dat aan het hiervoor genoemde artikel ten aanzien van dit kind wordt voldaan.’ A- Dat valt best mee, hoor, mijnheer. Uw verklaring op het aanvraagformulier volstaat. B- Hartelijk dank, mevrouw, voor deze duidelijke uitleg. Ludo Permentier columnist bij De Standaard
Parkeerproblemen Een ambtelijke brief Hiernaast een in ‘helder Haags’ herschreven brief van de afdeling Parkeren van de gemeente. U krijgt geld terug, omdat de parkeerautomaat defect was.
Hoe het beter kan
• Het onderwerp kon duidelijker. Het gaat om terugbetaling. Maar van wat? Van parkeergeld. • ‘Naar aanleiding van’ is niet echt een mooie opening. Verder is ‘bovengenoemde’ brief storend tijdens het lezen. De lezer moet gaan zoeken in het briefhoofd. Door met de datum en brief van de lezer te beginnen, raken we
twee nare formuleringen kwijt. • ‘Niet goed functioneerde’ is vervangen door ‘defect’. • De omschrijving ‘per heden is een financiële opdracht verstrekt’ scoort hoog in de categorie ‘maarwe-weten-niet-hoe-dit-verdergaat’. Beter is een actieve beschrijving: we geven u uw geld terug. De laatste zin kan volledig weg. Hij voegt niets toe. • Uiteraard past onder deze brief een ‘vriendelijke groet’. De naam moet eigenlijk altijd boven de functie. • Tot slot: ook bij korte brieven maken lege regels tussen de alinea’s alles makkelijker voor de lezer. Ontleend aan: www.helderhaags.nl
Betreft: Terugbetaling Naar aanleiding van uw bovengenoemde brief heeft een onderzoek plaatsgevonden. Uit dit onderzoek is gebleken, dat de parkeerautomaat niet goed functioneert. Per heden is een financiële opdracht verstrekt om k 8,00 aan u over te maken. Voor het ongemak bied ik u mijn verontschuldigingen aan. Ik hoop u hiermee naar tevredenheid te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Betreft: Terugbetaling parkeergeld
Hoofd beheer Naam
Op 3-07-2008 schreef u ons over een parkeerautomaat die niet goed werkte. Onderzoek op het Haagse Plein wijst inderdaad uit dat de parkeerautomaat defect was. Daarom storten wij 8 euro terug op uw bankrekening. Excuus voor het ongemak. Met vriendelijke groet, Naam Hoofd beheer
T A A L P E I L | Taalgebruik van de overheid Wat is dat, een officiële taal?
taal die kan worden gebruikt in het bestuur, de rechtspraak en op school.
Een taal die de overheid gebruikt voor het bestuur of voor contacten met de burgers, wordt soms ‘officiële taal’ genoemd.
Op de Nederlandse Antillen zijn ook het Papiaments en/of het Engels officiële talen. Op Aruba zijn Nederlands en Papiaments de officiële talen.
In Nederland is het Nederlands de officiële taal sinds 1995, toen de wet op het Algemeen Bestuursrecht werd gewijzigd. Sindsdien moeten bestuursorganen de Nederlandse taal gebruiken. In de provincie Friesland is naast het Nederlands het Fries een officiële
België heeft drie officiële talen: het Nederlands, het Frans en het Duits. Ten zuiden van Brussel, ongeveer in een rechte lijn van oost naar west loopt de Nederlands-Franse taalgrens die in 1962 wettelijk werd vastgelegd. Deze taalgrens vormt de grens tus-
november 2008
Men stond te schrijven
sen het Vlaamse en Waalse Gewest. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is officieel tweetalig. In de Duitstalige Gemeenschap is Duits de officiële voertaal.
In de negentiende eeuw had je grote kantoorzalen waar beambten en klerken staande aan lessenaars hun werk deden. Je kreeg een dergelijke baan als klerk meestal via familie of kennissen.
Doordat Nederland en België deel uitmaken van de Europese Unie (EU), is het Nederlands een van de 23 officiële talen van de EU. Onze parlementsleden kunnen bijvoorbeeld Nederlands spreken in het Europees Parlement. De ambtenaren van de Europese Commissie gebruiken slechts drie werktalen: Engels, Frans en Duits.
Door de opkomst van overheidsdiensten zoals post, telegrafie, telefonie en het openbaar vervoer nam het werk op kantoor gigantisch toe. De teksten van mijn ambtenaren beschouw ik als buitenlandse taal. Alexander Pechtold ex-minister voor bestuurlijke vernieuwing en koninkrijksrelaties
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Speech! In het Europese parlement moeten Nederlandstalige leden in het Nederlands kunnen speechen, vindt driekwart van de Vlamingen. Een meerderheid van de Nederlanders vindt dit minder nodig (circa 60 procent). Bron: Trendbox BV
Op de Zwarte Lijst
afstemmen, afstemming
In 2003 kwam De zwarte woordenlijst, op de markt, zeg maar een verzameling van modern taalmisbruik. De samenstellers willen dat deze woorden nooit meer gebruikt worden. Ze geven commentaar op de betekenis en dan volgt een ‘gruwelijke’ voorbeeldzin. Die moet duidelijk maken dat zulk taalgebruik voortaan taboe is.
Moderne mensen lopen de hele dag af te stemmen: ‘Geert, stem jij dit agendapunt verder af met je achterban?’ of: ‘De voorzitter stemt de strategie af met de projectgroep’. Zonder lijdend voorwerp nog vager: ‘De voorzitter zorgt voor afstemming.’ Erg populair in beleidsteksten van de overheid: Het project dient als input en stemt af met de ontwikkeling van het raamwerk van prestatie-indicatoren, die departementsbreed plaatsvindt.
Enkele voorbeelden:
bilateraaltje, bila, bilo
afrekenen (iemand ergens op -)
Niet alleen in het criminele milieu loop je kans op een afrekening, ook als kantoorklerk kun je bij klaarlichte dag worden afgerekend. De afdeling Sales Support wordt afgerekend op zijn kwartaaltargets.
Laatste Franstalige wet Tot in dit millennium had Nederland nog een wet uit de tijd van Napoleon, in het Frans. De Mijnwet uit 1810 is pas in 2003 afgeschaft en vervangen door de Mijnbouwwet (in het Nederlands).
Voluit bilateraal overleg. Tweepersoonsvergadering, vroeger ook wel gesprek genoemd. Kunnen jullie dat vergaderpunt misschien even bilateraal voorkoken?
coördineren
Een taak waarvan de feitelijke activiteiten moeilijk te omschrijven
vallen, en die zich dus uitstekend leent om er in een driedaagse werkweek, tussen de koffiepauzes door, druk mee doende te zijn. Hoofdtaak binnen het project is de coördinatie van activiteiten, waarbij (beleidsmatige) afstemming een belangrijk aandachtspunt is.
in termen van
Geschikte woordgroep om de zin langer te maken. Zeg het dus niet zo: Kun je met die maatregel het ziekteverzuim terugdringen? Maar zeg het zo: Wat is het rendement van de maatregel in termen van het terugdringen van het ziekteverzuim? Uit: De zwarte woordenlijst, Lexicon van modern taalmisbruik, Eric Tiggeler & Mieke Vuijk, Sdu Uitgevers 2003
Prinsesje geboren! Meer dan honderdtwintig jaar zit er tussen de officiële aankondiging van de geboorte van de Nederlandse prinsessen Wilhelmina (1880) en Amalia (2003). In die tijd is er een en ander veranderd in de manier waarop de onderdanen dat nieuws te lezen krijgen. De spelling is gemoderniseerd (verloopen = verlopen; teekenen = tekenen) en de stijl is veel alledaagser geworden. Toen Beatrix in 1967 was bevallen van Willem-Alexander, gebruikte koningin Juliana nog de formule ‘heeft het leven geschonken aan’. Beatrix zegt in 2003 dat Willem-Alexander en Máxima ‘de ouders zijn geworden van’. Er zijn niet alleen verschillen in het taalgebruik. In 1880 werd Gods goedheid expliciet genoemd, terwijl er in 2003 nog slechts sprake is van ongeadresseerde dankbaarheid. Vroeger waren het de ministers die de geboorte van een koningskind aankondigden. Sinds de geboorte van kroonprins Willem-Alexander doet het staatshoofd, de oma, dit.
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Onze ministers op reis Als de minister-president op officieel bezoek is in het buitenland, kan hij beter de taal van de gastheren spreken dan Nederlands, vindt ongeveer 45 procent van de ondervraagde Nederlanders en Vlamingen. Dat is een kwestie van hoffelijkheid. Nederlanders en Vlamingen denken daar ongeveer hetzelfde over. Bijna 30 procent van de Vlamingen vindt overigens wel dat hun minister-president (de Vlaamse, over de Belgische hebben we niets gevraagd) Nederlands moet spreken als hij ergens in de EU een toespraak houdt. Dat is twee keer zoveel als de Nederlanders. Bron: Trendbox BV
T A A L P E I L | Taalgebruik van de overheid
november 2008
De wet op vier manieren
Wat gebeurt er als je aan anderen vraagt een wet uit te leggen? De wet Elke weggebruiker moet de bepalingen in dit reglement naleven. Onverminderd de naleving van de bepalingen in dit reglement mag de bestuurder kwetsbaardere verkeersdeelnemers niet in gevaar brengen, met name wanneer het gaat om fietsers en voetgangers, inzonderheid wanneer het kinderen, bejaarden of personen met een handicap betreft. Hieruit volgt dat, onverminderd de artikelen 40.2 en 40ter, tweede lid, elke bestuurder dubbel voorzichtig moet zijn bij aanwezigheid van dergelijke kwetsbaardere weggebruikers, of wanneer hun aanwezigheid op de openbare weg kan voorzien worden, in het bijzonder op een openbare weg zoals gedefinieerd in artikel 2.38. De weggebruikers moeten zich zo gedragen op de openbare weg dat ze geen hinder of gevaar veroorzaken voor de andere weggebruikers, hierin begrepen het personeel dat aan het werk is voor het onderhoud van de wegen en de uitrusting langs de weg, de diensten voor toezicht en de prioritaire voertuigen. (Belgisch Verkeersreglement, art. 7)
De taaladviseur Alle weggebruikers moeten de regels van dit reglement naleven. De bestuurders mogen zwakkere weggebruikers zoals voetgangers en fietsers niet in gevaar brengen, in het bijzonder als het om kinderen, bejaarden of personen met een handicap gaat. De bestuurders moeten daarom dubbel voorzichtig zijn als er zwakkere weggebruikers op de openbare weg aanwezig zijn of als ze hun aanwezigheid op de openbare weg kunnen voorzien, in het bijzonder bij verkeer in een bebouwde kom. De weggebruikers mogen de andere weggebruikers niet hinderen of in gevaar brengen. Ze mogen ook geen hinder of gevaar ver-
oorzaken voor de diensten voor toezicht, de prioritaire voertuigen en het personeel dat de wegen onderhoudt en aan de uitrusting langs de weg werkt.
handicap. Geen enkele bestuurder mag ze ooit in gevaar brengen.
De journalist
Weggebruikers mogen ook geen hinder of gevaar vormen voor andere weggebruikers. Ze moeten respect tonen voor het personeel dat aan de weg werkt of dat er toezicht houdt en voorrang geven aan ambulances en brandweer- en politiewagens.
Verkeerswet spoort aan tot voorzichtigheid
(Ludo Permentier, columnist De Standaard)
Wie een voertuig bestuurt, moet altijd voorzichtig zijn. Dat zegt het verkeersreglement. Voorzichtigheid is nodig waar zwakke verkeersgebruikers zoals fietsers en voetgangers in de buurt zijn en overal waar ze op de openbare weg kunnen komen. De wet noemt met name kinderen, bejaarden en mensen met een
De kinderboekschrijver
(Dirk Caluwé, taaladviseur Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap)
Iedereen moet doen wat de wet zegt. Als je met de auto rijdt, moet je goed uitkijken voor fietsers en voor mensen te voet. Die mag je niet in gevaar brengen! Let vooral op voor kinderen en andere men-
sen die niet groot en sterk zijn. Denk maar aan een opa die niet meer zo goed kan lopen, of aan iemand in een rolstoel, of aan een blinde met een witte stok. Voor zulke mensen moet je bijzonder voorzichtig zijn. Rij dus ook niet te snel als je bij een school of een bejaardentehuis komt. Dat staat trouwens zo in de wet. Eigenlijk mag je nooit onvoorzichtig rijden. Daar hinder je anderen maar mee. Je kunt zelfs een ongeval veroorzaken! Vergeet niet dat er soms aan de weg wordt gewerkt. Dan lopen er mensen midden op de straat. Houd daar rekening mee. En natuurlijk ga je uit de weg voor een brandweerwagen, een ambulance of een politie-auto met gillende sirenes.
De copywriter Rij je rijk Aandelen, obligaties of goud? Hoe kun je vandaag in hemelsnaam nog rijk worden? Heel eenvoudig: haal je voet van het gaspedaal en respecteer het verkeersreglement. Denk aan fietsers en voetgangers. Aan wegenwerkers en -wachters. Maar vooral aan jezelf. Vermijd superboetes, herstelkosten en een schandalig hoge brandstofrekening. Hou je aan het verkeersreglement en rij je rijk. Het verkeersreglement. Dat scheelt een cent. (Erik Dams, copywriter)
(Sylvia Van den Heede, jeugdauteur)
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Dialect in de rechtszaal? Nederland en Vlaanderen: liever niet in officiële situaties Of de dialecten in Nederland en Vlaanderen aan het verdwijnen zijn of niet, daar zijn de geleerden het niet helemaal over eens. Tot voor kort dachten veel mensen dat
dialect spreken schadelijk is voor je carrière. Maar nu kun je rustig stellen: dialect is ín. Er zijn radioprogramma’s en tijdschriften in dialect. En kijk eens naar popgroepen als Rowwen Hèze, de Violent Husbands of Jovink en de Voederbietels. We wilden wel eens weten of u
vindt dat er op het gemeentehuis ook ruimte moet zijn voor dialect. En wat blijkt? Ruim een kwart van de ondervraagden vindt dat je in je dialect bij het gemeenteloket terecht moeten kunnen. Ruim 20 procent vindt dat er dialect gesproken moet kunnen worden in de vergaderin-
gen van de gemeenteraad. Hoe formeler de situatie, hoe minder dialect spreken op zijn plaats is. Minder dan 5 procent vindt dat het bij de rechtbank kan. Daar moet het Standaardnederlands de norm zijn. En op de basisschool? Daar zien de meesten graag dat de kinde-
ren in de standaardtaal les krijgen. Gemiddeld iets meer dan 10 procent wil wel dat in de les (ook) dialect wordt gesproken; Hier verschillen de meningen van Vlamingen en Nederlanders het meeste. Nederlanders geven het dialect meer ruimte.
Waar moet het plaatselijke dialect gebruikt kunnen worden? 64
In alle winkels 30
Tijdens diensten in de kerk/religieuze bijeenkomsten
23 25
Aan het loket van het gemeentehuis Bij vergaderingen van uw gemeenteraad
20 12
In de les op de basisschool Bij de rechtbank
6
65 69
%
34
27 30
21 21
14
allen Nederland Vlaanderen
4 5 4
Bron: Trendbox BV
T A A L P E I L | Taalgebruik van de overheid
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Officiële taal in Suriname In Suriname spreken de meeste mensen Nederlands en Sranan. De overheid gebruikt de officiële taal, het Nederlands. Sranan is de lingua franca. Als het nodig is bij de burgerlijke stand wordt er iemand bij gehaald die de moedertaal van de burger beheerst. De overheid geeft voorlichting via radio en tv in de talen van de verschillende doelgroepen. Het Nederlands is ook een van de vier officiële talen van de Unie van Zuid-Amerikaanse staten, Unasur, waar Suriname deel van uitmaakt.
november 2008
De republiek Suriname kent ongeveer dertig talen: inheemse talen, waaronder de Arowaktalen, Aziatische en Europese talen, die door immigranten werden meegebracht, zoals Hindi, Mandarijn, Nederlands en Engels, en ten slotte creooltalen, die in Suriname zijn ontstaan door het contact tussen al die bevolkingsgroepen. De belangrijkste van die creooltalen is het Sranan. Sommige talen worden uitsluitend gebruikt in religieuze ceremonies.
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Suriname: het hoeft niet altijd in de moedertaal
Waarom zijn die teksten zo lastig? Suriname: Ambtelijke taal is gewichtigdoenerij
Nederland en Vlaanderen: Ambtenaar zijn is niet makkelijk
Surinamers zijn niet zo tevreden over de teksten van de overheid als Nederlanders en Vlamingen. Twee op de tien Surinamers vinden ze ‘meestal moeilijk te begrijpen’. De voornaamste oorzaak is volgens de Surinamers gewichtigdoenerij. Ongeveer een derde van de ondervraagden meent dat ambtenaren onbegrijpelijke woorden gebruiken om gewichtig te doen of om mensen te intimideren. Nog eens een derde heeft geen idee waarom het zo moeilijk moet. Dat is wel opvallend, omdat in Nederland en Vlaanderen bijna iedereen er een mening over heeft.
‘Waarom zijn teksten van de overheid soms zo moeilijk, denkt u?’ Dat was een vraag die in Nederland en Vlaanderen veel begrip voor de ambtenaren opriep. Als teksten ‘minder toegankelijk’ zijn dan is dat omdat ze zo zorgvuldig geformuleerd moeten worden. Dat zegt bijna de helft van de ondervraagden. Maar ook doen ambtenaren te weinig moeite om begrijpelijk te schrijven, of gebruiken ze hun stijl om gewichtig te lijken. In Nederland is deze klacht vaker te horen dan in Vlaanderen. De indruk bestaat dat ambtenaren zich moeilijk kunnen inleven in degene die hun teksten moet lezen.
Als de overheid voor sommige mensen moeilijk te begrijpen brieven of folders schrijft, waaraan denkt u dan dat dat ligt? 45
Ambtelijke teksten moeten zorgvuldig
De meeste contacten tussen overheid en Surinamers verlopen in het Nederlands. Van elke tien contacten is maar één in een andere taal dan het Nederlands. Dat is dan meestal het Sranan. Dat is een taal die heel veel Surinamers spreken, vooral náást hun moedertaal. Van de Surinamers zegt 60 procent dat men ‘altijd’ of ‘meestal’ wel in de eigen moedertaal bij de overheid terecht kan. Dat betekent dat 40 procent denkt dat dat niet altijd kan. Ambtenaren spreken meestal Nederlands en ook wel Sranan. Mensen die Nederlands als moedertaal hebben – en dat is ruim 50 procent van de ondervraagden – kunnen dus praktisch altijd in het Nederlands terecht. Van de mensen die het Sranan als hun moedertaal beschouwen – minder dan 10
procent – zegt iets ruim een derde dat ze altijd in hun eigen taal bij de overheid terecht kunnen. Overigens blijkt dat men het in Suriname ook niet zo erg vindt om een andere taal dan de moedertaal te gebruiken. Slechts een derde van de mensen die we het vroegen, vindt het echt nodig dat men bij de burgerlijke stand in de moedertaal terecht kan. Gemiddeld vindt ruim de helft van de Surinamers het belangrijk dat kinderen in het lager onderwijs de moedertaal kunnen spreken. De eigen moedertaal maakt bij dit antwoord veel uit. Van de Nederlandssprekende Surinamers vindt driekwart dat in de les de moedertaal gebruikt moet kunnen worden, van de anderstaligen gemiddeld dertig procent.
Waar moet de eigen moedertaal gebruikt kunnen worden? 35
75
30
43
Tijdens diensten in de kerk/religieuze bijeenkomsten
38
40 38
Bij de rechtbank 15
Aan het loket van het gemeentehuis
35 35 32
%
65
52
25
te schrijven in de vaktaal die gebruikelijk is onder collega’s.
dat gewone mensen hun ingewikkelde
18
taal niet kunnen volgen.
29
Ambtenaren gebruiken onbegrijpelijke woorden om gewichtig te doen of om
24
mensen te intimideren.
Ambtenaren hebben nooit geleerd begrijpelijk Nederlands te schrijven.
13
schrijven is tijdrovend.
39
32 34
15 15 15
13 13 13
Omdat het niet anders kan. Ambtelijke
11
teksten gaan over moeilijke onderwerpen en zijn daardoor moeilijk.
7
3
9
18
allen Nederland
13 15
hebben gespecialiseerde studies gevolgd
Weet ik echt niet/geen flauw idee
%
13 13 12 10
Tijdgebrek. Begrijpelijke teksten
49
47
32 32 30
Ambtenaren kunnen zich niet voorstellen
en gebruiken daardoor een eigen taal.
54
29
19
Omdat ambtenaren veel weten. Ze
43 In alle winkels
36
Het is gemakzucht. Het is gemakkelijker
goed weten wat ze zeggen, verbloemen ze hun taalgebruik.
55
37
18
tekst wat ingewikkelder voor de burger.
Onwetendheid. Omdat ze zelf niet
Gevraagd aan 251 Surinamers
In de les op de basisschool
geschreven worden. Hierdoor wordt de
Vlaanderen
18
Suriname
11 12
4 9
30
Bron: Trendbox BV
57
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Huurwoning voor wie Nederlands spreekt
38
allen Moedertaal Sranan Moedertaal Nederlands Moedertaal anders
In Vlaanderen oordeelt ruim de helft van de burgers dat de overheid alleen een sociale huurwoning mag geven aan mensen die Nederlands spreken (55 procent). Bron: Trendbox BV
Bron: Taalunie
T A A L P E I L | Taalbeleid
november 2008
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Wat is taalbeleid? Als de overheid zich met iets bemoeit, noemen we het overheidsbeleid. Voor het verkeer gebeurt dat bijvoorbeeld door het uitvaardigen van verkeerswetten (wetgeving), het aanleggen van wegen (voorzieningen) en het vastleggen van verkeersregels (normen). Ook voor taal wordt beleid gemaakt en uitgevoerd. Meestal ligt in wetten vast welke taal op school wordt gebruikt of welke taal de overheid gebruikt als ze met de burgers communiceert.
Voorbeelden van voorzieningen zijn: vertalingen van boeken, woordenboeken en materiaal waarmee bedrijven Nederlandstalige software kunnen maken voor sprekende computers. De overheid maakt dat niet allemaal zelf. Meestal geeft ze subsidie aan anderen. Voorbeelden van regels zijn die voor spelling en grammatica. De meeste regels ontstaan spontaan, maar doordat de overheid ze zorgvuldig door deskundigen laat beschrijven, krijgen ze een normatieve status.
Overheid, zeg wat we moeten doen! Verrassend veel Nederlanders en Vlamingen vinden dat de overheid zich zou moeten bemoeien met het taalgebruik van bedrijven en zelfs van de individuele inwoners. Niet alleen zouden Schiphol en Zaventem verplicht moeten worden Nederlandstalige bordjes op te hangen. Ook vindt ongeveer de helft van de ondervraagden dat radiozenders een afgedwongen percentage aan Nederlandstalige muziek ten gehore moet brengen en is
maar 40 procent ervoor dat bedrijven in andere talen dan het Nederlands reclame mogen maken. In onze vragenlijst stelden we ‘De overheid mag zich niet met het taalgebruik van mensen bemoeien’. De meeste mensen vinden dat overheid dat wél moet doen, want slechts een minderheid was het daarmee eens. Die minderheid was in Suriname wel twee keer zo groot als in Vlaanderen en Nederland.
Het taalgebruik van mensen is vrij, de overheid mag zich daar niet mee bemoeien. 16
Helemaal mee eens
%
21 40 48
Deels mee eens
43 38
Nederlaand Vlaanderen Suriname
36 36
Niet mee eens 22
Bron: Trendbox BV Overheden en politici gebruiken woorden uit de wet. Die wetten zijn vaak moeilijk geschreven. Want zij moeten heel juist zijn. Maar de overheid is té moeilijk. We moeten het voor iedereen zo eenvoudig mogelijk maken. Dat is onze taak. Maar iets eenvoudig maken is heel erg moeilijk.
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Overheid moet spelling en grammatica regelen De overheid moet zorgen voor eenvormige spelling en grammatica. Dat vindt tussen de 70 procent en 80 procent van de mensen in Nederland en Vlaanderen. Een niet gering gedeelte (tussen de 60 procent en 70 procent) vindt bovendien dat de overheid moet vastleggen welke woorden goed Nederlands zijn en wat de correcte uitspraak van het Nederlands is. In Suriname ligt de behoefte aan vastlegging beduidend lager. Dat neemt niet weg dat in Suriname nog altijd een meerderheid van 60 procent vindt dat spelling en grammatica overheidszaken zijn. Surinaamse jongeren vinden dat overigens in veel mindere mate. Bron: Trendbox BV
Geert Bourgeois, Vlaams exminister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme.
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Wat moet de overheid doen aan het taalgebruik van anderen? Bijna alle ondervraagden vinden dat de overheid zich met het taalgebruik van anderen moet bemoeien, vooral met dat van ambtenaren, artsen en docenten aan universiteiten.
In Suriname is de behoefte aan regelgeving er ook, maar wel minder dan in Nederland en Vlaanderen. De overheid zou vooral moeten zorgen voor Nederlandstalige gebruiksaanwijzingen en begrijpelijke taal van artsen.
Ervoor zorgen dat de ambtenaren correct Nederlands gebruiken.
90 91
Zorgen voor duidelijk leesbare bijsluiters bij medicijnen in het Nederlands.
92 81
Ervoor zorgen dat artsen in ziekenhuizen eenvoudige en duidelijke uitleg in het Nederlands geven aan patiënten.
85
78 79 69
Bepalen wat de officiële spelling is. Bepalen wat de officiële grammatica is. Vastleggen wat de correcte uitspraak van het Nederlands is. Bepalen welke woorden goed Nederlands zijn, en welke niet.
92
83
Advies geven aan burgers als ze vragen hebben over taalgebruik.
78
64 73
60 64 61 62 61 60
74
94
92
83
Zorgen voor Nederlandstalige gebruiksaanwijzingen bij apparaten.
%
91
79
Ervoor zorgen dat iedereen in het Nederlands kan studeren aan de hogeschool of universiteit.
96 94
88
81
80
Nederlaand Vlaanderen Suriname
Bron: Trendbox BV
T A A L P E I L | Taalbeleid
november 2008
Voorbeelden van taalbeleid
dat ambtenaren elk jaar een dagje terug komen om de formulieren in te vullen die zij zelf hebben bedacht. ‘Dan kunnen ze zelf ondervinden wat het betekent om zoiets in te vullen’, zegt het Kamerlid.
Spelling In de middeleeuwen kon je aan een tekst zien wáár hij was opgeschreven. Zoals de taal klonk, zo zag hij er ook op perkament uit en dat verschilde nogal van streek tot streek. Voor de spelling zijn er eigenlijk pas sinds de negentiende eeuw regels. De spelling die zo’n honderdvijftig jaar geleden is vastgelegd, werd na honderd jaar gemoderniseerd. Daardoor werd bijvoorbeeld ‘zooals de menschen’ veranderd in ‘zoals de mensen’. We kunnen het nog goed lezen, maar het ziet er opvallend anders uit. Sindsdien is er weinig veranderd. De Nederlandse Taalunie legt voor Nederland, België en Suriname de spelling vast. Alle regels en een lijst met 100 000 woorden staan in het Groene Boekje en sinds 2005 ook op het web. Nog altijd is het trouwens niet strafbaar om te spellen zoals je wilt; alleen op school en in overheidsdienst móét je van de overheid de officiële spelling gebruiken. Zie http://woordenlijst.org/
Oude klacht
Al in de 16e eeuw was ambtelijk taalgebruik een onderwerp van debat. In 1569 waarschuwde Jan van Hout, de Stadssecretaris van de Nederlandse stad Leiden, al tegen ‘het overmatig gebruik van uitheemse Woorden in stukken die het landsbelang betreffen.’
Geld om computers Nederlands te leren ‘Bij de rotonde rechtdoor, tweede afslag’? Herkent u dit zinnetje? Het lijkt al bijna gewoon dat een machine, zoals een navigatiesysteem in de auto, tegen ons praat. Als u opbelt met de klacht dat uw krant niet is bezorgd, herkent een computer uw postcode en adres. Apparaten kunnen ons dus ook verstaan. Maar de kosten om de techniek te verbeteren zijn enorm. Voor een taal die in de hele wereld wordt gebruikt, zoals het Engels, doen bedrijven forse investeringen. De markt is immers gigantisch. Voor een taal als het Nederlands, met ‘slechts’ 22 miljoen sprekers is dat niet zo. Daarom financieren de Nederlandse en Vlaamse overheid via de Nederlandse Taalunie de ontwikkeling van taal- en spraaktechnologie. Het werk wordt door bedrijven en universiteiten uitgevoerd. Voor meer informatie: http://stevin-tst.org
De sprekende computer Een toepassing van taal- en spraaktechnologie in Nederland is Gemeenteconnect. Dat is een systeem waarmee een gemeente telefonische vragen van inwoners kan afhandelen. • De digitale telefoniste van GemeenteConnect gebruikt een natuurlijke telefoonstem. • De beller kan in gewone spreektaal zijn vraag stellen. • GemeenteConnect doet suggesties en helpt de beller gericht verder. • Er wordt geen druktoets systeem gebruikt. Alle communicatie vindt plaatst in de vorm van een dialoog. • GemeenteConnect begrijpt en interpreteert de gestelde vragen. • Het systeem leert steeds bij, zowel nieuwe termen als dialect.
Overheid met twee talen
Brusselse overheidsdiensten moeten zowel Franstaligen als Nederlandstaligen vlot kunnen helpen in hun eigen taal. In bepaalde Brusselse diensten wordt van de personeelsleden verwacht dat ze tweetalig zijn.
De eerste Nederlandse grammatica is van een ambtenaar
In 1761, tijdens het Oostenrijkse bewind, verschijnt in de Zuidelijke Nederlanden een Nieuwe Nederduytsche spraek-konst, een Nederlandse grammatica dus. Die is opgesteld door Jan des Roches. Jan was van oorspong een Hagenaar, maar hij woonde in Antwerpen waar hij onderwijzer was. Hij was pedagogisch adviseur van de autoriteiten in de Oostenrijkse Nederlanden. Later werd hij er inspecteur-generaal van het onderwijs.
Fryske Taalhelp
In gemeentes en bij de provinciale overheid van de Nederlandse provincie Friesland kun je officieel terecht met de Friese taal. Het Nijmeegse bedrijf Polderland ontwikkelde een Friestalige module voor Microsoft Office.
Ambtenarees uit de Gouden Eeuw
Ook in de zeventiende eeuw was niet iedereen gelukkig met het ambtelijk taalgebruik. Hier volgt een kleine greep uit de zeventiende-eeuwse, aan het Latijn en Frans ontleende stadhuiswoorden, waarvan het in ambtelijke teksten ‘grimmelt’ (grimmelen = ‘wemelen’): occurrentiën, disponeeren, geaggraveerd, retarderen, apparentie, dependeren, indispositie, advantagie, ordonneren, genecessiteerd, continuelijck, reputatieuslijck, intermitteren, erroneus. Deze voorbeelden zijn volstrekt niet voor demonstratiedoeleinden bijeengeschraapt, maar zonder moeite uit een paar ambtelijke teksten verzameld. Ontleend aan: L. Koelmans, Inleiding tot het lezen van zeventiende-eeuws Nederlands
Een journalist deed zich voor als een potentiële investeerder die een bedrijfje wil oprichten in Zaventem. Spellingbesluit in Londen
Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog, in maart 1944 in Londen, besloten de Belgische en de Nederlandse regering een gezamenlijke schrijfwijze van de Nederlandse taal vast te leggen. Ze stelden een commissie in die een woordenlijst moest samenstellen. De commissie deed bijna tien jaar over dit werk. Op 25 augustus 1954 verscheen de eerste Woordenlijst van de Nederlandse Taal. Het was gebonden in groen linnen en werd al snel bekend als het ‘Groene Boekje’.
‘Hello. Do you speak English?’ New York wordt zeventalig
Deze zomer maakte het gemeentebestuur van New York bekend dat de stad voortaan in zeven talen met de burgers zal communiceren. Dat zijn het Engels en de meestgebruikte vreemde talen: Spaans, Chinees, Russisch, Koreaans, Italiaans en Creoolfrans (zoals op Haïti gesproken).
Zijn spelfouten erg? Nee, want bijna altijd begrijp je toch wel wat er staat. Ja, want ze maken een slordige en ongeïnteresseerde indruk. Niet erg, maar lastig: als je bijvoorbeeld op E-bay een barbecue zoekt, moet je ook de foute spelling ‘barbeque’ intikken. Anders mis je ongeveer de helft van het aanbod.
België. Door wetten en decreten is het de bedienden (ambtenaren) tuchtrechtelijk verboden een andere taal dan het Nederlands te gebruiken met het publiek. ‘Indien u het Nederlands niet voldoende machtig bent, verzoeken we u zich aan te bieden met een tolk.’
Ambtenaar moet eigen formulier invullen Breng een tolk mee Het Nederlandse Tweede Kamerlid De Nerée tot Babberich wil 10
Zaventem ligt in het Nederlandstalig taalgebied van
‘No sir.’ ‘Is there anyone in your office who can sp...’ ‘We not may talk any other language but Dutch.’ Uiteindelijk wordt de Engelse investeerder toch doorgestuurd naar de juiste dienst en hij krijgt de informatie die hij zoekt. De bediende voelt dat hij daardoor de regels van zijn gemeentebestuur overtreedt. ‘Officially, we are not allowed to speak... only in Flemish.’ [ontleend aan Indymedia.be]
T A A L P E I L | Taalbeleid
De taal en de wet De Nederlanden 1477: overheidsbesluiten in de Nederlandse gewesten in het Nederlands (Maria van Bourgondië) 1555: wie in Holland geboren is en ‘enig ambt’ wil bekleden, moet Nederlands begrijpen en spreken (Karel V) 1815-1830: Nederlands is de officiële taal van Nederland en de Vlaamse gewesten (Verenigd Koninkrijk)
Nederland 1830: het Nederlands is de officiële taal in alle Nederlandse gewesten, inclusief Friesland (Koninklijk Besluit)
november 2008
De literaire ambtenaar
A.L. Snijders (1937) Hij werkte als docent Nederlands op een politieschool. Hij schreef:
Ambtenarentaal is natuurlijk niet altijd onpersoonlijk en ingewikkeld, al vinden veel mensen van ons onderzoek dat. Er zijn ook ambtenaren die prachtig schrijven. Er zijn zelfs heel wat literaire schrijvers en dichters onder ambtenaren. We laten er een paar aan het woord.
Anton Korteweg (1944) Korteweg is directeur van het Letterkundig Museum in Den Haag. Dat heeft niet zo’n heel ambtelijk imago, maar toch… Korteweg wijdt er menig gedicht aan.
Foto: Jan Glas Ik word de hele dag geconfronteerd met verdachten, welke zich in de richting van het rijwiel begeven om aldaar een handeling te verrichten. Ik wil: een verdachte die naar een fiets loopt om daar iets te doen. In die wil zit mijn salaris.
1977: Tweede Kamer verwerpt een wetsvoorstel om het gebruik van het Nederlands in de Grondwet op te nemen
Uit: Heimelijke vreugde, Thomas Rap, 2008
1996: het Fries en Nedersaksisch erkend als regionale taal en in 1997 ook het Limburgs
A. Alberts 1911-1995 Foto: A. Flinterman
België 1898: Nederlands erkend naast Frans als nationale taal (Gelijkheidswet) 1932: lager en voortgezet onderwijs in Vlaanderen worden eentalig Nederlands 1962: Nederlands-Franse taalgrens vastgelegd 1993: België is een federale staat, samengesteld uit een Vlaamse, Franse en Duitstalige Gemeenschap en een Vlaams, Waals en Brussels Gewest, en uit vier taalgebieden (Grondwet)
Suriname 1987: Grondwet in het Nederlands
Taalunie 1980: Taalunieverdrag tussen Nederland en België 2003: Suriname geassocieerd lid
In goede orde Als ik mijzelf zo doende zie: mijn handen schrijven in antwoord op uw schrijven van dat ik in goede orde heb ontvangen, waarvoor dank, met vriendelijke groet en hoge achting, mijzelf zo bezig hoor: mijn mond hoor spreken zoals de voorzitter zojuist heeft opgemerkt, als U mij toestaat zie ik het toch anders, ik sluit mij bij de spreker gaarne aan, mijn oor beluistert dat mijn oor beluistert, dat men het in zijn samenhang moet zien subsidie wel of niet wordt toegekend, dat het om een principekwestie gaat, dan rest mij maar één ding: te denken hoe goed het is dat ik niet in mijn schoenen sta. Uit: Met flinke pas, Gedichten 19712001, Meulenhoff 2003
Alberts werkte bij het binnenlands bestuur van Nederlands-Indië. Hij had ooit een chef die zei: ‘De ambtelijke taal is ontstaan uit de behoefte van de overheid zich duidelijk en voor iedereen begrijpelijk uit te drukken’. Alberts illustreert dit adagium.
emaille plaatje geschroefd, voorzien van de daartoe strekkende vermelding: verboden te roken. Wat is er toen gebeurd? Elk rokende passagier vond zichzelf maar een lamlendig stuk ongeluk, als hij niet in de tram zou gaan zitten roken, pijp, sigaar of sigaret. Maar het op een bekeuring te laten aankomen, dat was er natuurlijk helemaal niet bij. Daarom, als de conducteur hem bestraffend op het verbodsbordje wees, zei de man: ik rook niet. Om dit verweer te ontkrachten, werd in de tram een ander bordje opgeschroefd: verboden te roken of dit voertuig te betreden met een brandende pijp, sigaar of sigaret. Uit: A. Alberts, Inleiding tot de kennis van de ambtenaar, Van Oorschot 1986
Marnix Gijsen 1899-1984 Gijsen was kabinetschef van de burgemeester van Antwerpen. Daarna werkte hij voor het Rijk als CommissarisGeneraal voor Toerisme en vervolgens als Belgisch Commissaris voor Informatie en gevolmachtigd minister in New York. Als ‘De Stem uit Amerika’ gaf hij van daaruit radiopraatjes op zaterdag. Hier een stukje waar ambtenaren in voorkomen.
Bron: Letterkundig museum Bron: Letterkundig museum ‘… de overheid vindt het noodzakelijk, dat binnen bepaalde openbare voertuigen een rookverbod wordt ingesteld. In de laatste jaren geldt daarvoor gelukkig weer de eenvoudige formule: verboden te roken. Heel in het begin, meer dan een halve eeuw geleden, achtte de overheid een dergelijk verbod van belang voor de luchtzuiverheid in de trams van de verschillende grote steden. Diensvolgens werd binnen op een voor iedereen zichtbare plaats een
Hoe het drietal brave ambtenaren van het archief de vijandschap van barones van Bever hadden kunnen opwekken, was mij een raadsel. De ene kweekte goudvissen, de tweede verzamelde postzegels van Liberia en de derde schreef toneelstukken voor kinderen. Alle drie, patente, ordelijke, onschadelijke burgers die regelmatig de mis hoorden en altijd rechts stemden, tenzij de tegenpartij een verhoging van salaris op haar programma in het vooruitzicht stelde. Uit: De vleespotten van Egypte, Stols 1952
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Het merendeel van de Nederlanders en Vlamingen vindt • • •
De media moeten correct Nederlands gebruiken in alle radioen tv-programma’s (ca. 70 procent) Bordjes op de luchthavens Zaventem/Schiphol moeten ook in het Nederlands (80 procent van de Vlamingen en 60 procent van de Nederlanders ) Scholieren moeten altijd Nederlands praten in en om de school (ca. 55 procent).
Een minderheid van de Nederlanders en Vlamingen vindt Mensen die zich in dit land willen vestigen, zouden altijd eerst een taaltest Nederlands in het land van herkomst moeten doen (ca. 40 procent).
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
Wie kent het Groene Boekje? De meeste mensen denken bij de Taalunie aan de spelling van het Nederlands, taaladvies en het Groene Boekje. Dit boekje is bij haast 80 procent van de burgers in Nederland en Vlaanderen bekend. In Suriname kent men het Groene Boekje minder goed. In Nederland en Vlaanderen weet drie kwart van de bevolking ook wat het Groene Boekje is: een boek waarin de officiële spelling van Nederlandse woorden staat. Er zullen weinig boeken zijn die zo’n hoge bekendheid genieten. In Suriname weet één kwart het Groene Boekje goed te plaatsen.
Bron: Taalunie
Bron: Taalunie 11
T A A L P E I L | Werken aan heldere taal Winnende anekdotes
Voor het volledige TAALPEILONDERZOEK 2008
zie www.taalunieversum.org/taalpeil
In de zomer van 2008 stond op de website van de Taalunie: ‘Vertel ons een korte, interessante anekdote over goede of juist slechte overheidscommunicatie. Het accent moet op taalgebruik liggen.’ Onderstaande inzendingen werden beloond met een deel van de Geschiedenis van de Nederlandse Literatuur.
Verantwoording onderzoek Het publieksonderzoek is uitgevoerd door Trendbox BV. De doelgroep is de populatie van 18 jaar en ouder in Nederland, Vlaanderen en Suriname. Het veldwerk in Nederland en Vlaanderen vond plaats in mei 2008. Er werden daar n=503 vragenlijsten ingevuld in Nederland en n=302 in Vlaanderen. Het veldwerk in Suriname is face-to-face uitgevoerd in juni/ juli 2008. De vragenlijsten zijn proportioneel verspreid over Paramaribo en Wanica. De verschillende etnische groeperingen zijn proportioneel in de steekproef opgenomen. In Suriname zijn n=251 personen ondervraagd. Door herweging naar verhouding van de bevolkingsaantallen in de drie landen kon een rapportage worden samengesteld die representatief in voor het hele taalgebied (=allen).
Enkele jaren geleden had ik de burgemeester van mijn gemeente dringend nodig. De secretaris vertelde me dat de burgemeester mij niet onmiddellijk kon ontvangen omdat hij ‘op zijn computer zat’. Toen moesten we allebei lachen. De burgemeester woog namelijk ongeveer 130 kilo. Gilbert Lockefeer
Wat is de Nederlandse Taalunie? Een Nederlands - Vlaams - Surinaams overheidsorgaan voor de Nederlandse taal
20 32 20
Een Nederlandse vereniging van taalliefhebbers Een Nederlands - Vlaams instituut voor cultuur
9 23 10 17 16 20 3 16 16 17
Weet ik niet
allen Nederland Vlaanderen Suriname 33
11 11 11
Instituut waar je talen kunt leren
Ze worden u gratis toegestuurd. e-mail:
[email protected] Telefoon Suriname: 422538 Nederland en Vlaanderen: +31 70 346 95 48
Uitgave en tekst: © Nederlandse Taalunie November 2008 Oplage: 320.000 Onderzoek: Tredbox BV Nederlandse Taalunie
%
30 32
Wilt u meer exemplaren van deze Taalpeil?
Colofon
Het ambtenarenonderzoek is uitgevoerd door de Taalunie in augustus 2008. Ruim n=1500 Nederlandse en Vlaamse ambtenaren hebben online de digitale vragenlijst beantwoord.
PUBLIEKSONDERZOEK 2008
november 2008
Kebbeldoos
Eind jaren 70 werkte ik op het Ministerie van CRM in Den Haag. Daar tierde het jargon welig. Op een gegeven moment was in onze directie het woord camel nose in zwang. Dat betekende dat achter dat kleine probleempje dat nu waarneembaar was, een gigantisch probleem dreigde. ‘Het is een camel nose’, wou zeggen: aanpakken, anders loopt het uit de hand. Op een middag moesten we onze beleidsvoorstellen presenteren aan Minister Gardeniers. De directeur was flink verkouden, maar hij verdedigde met zijn verstopte neus heldhaftig al onze voorstellen. Hij was al een heel eind op weg, toen mevrouw Gardeniers een beetje schuchter zei: ‘Het is misschien heel dom van me, maar ik kan het niet helemaal volgen, wat is dat eigenlijk: een kebbeldoos?’ Ellen Fernhout
Vormgeving: Bailleul Ontwerpbureau Druk: Hoorens Printing Fotografie: Firmin De Maïtre Illustraties: Hein de Kort Lectrr Met dank aan Jan T’Sas
Zie voor meer anekdotes: www.taalunieversum.org/thema/burger_taal_en_overheid 19
Een vakbond voor tekstschrijvers en journalisten
5 7 3 2
Bron: Trendbox BV
De Nederlandse Taalunie In 1980 is het Taalunieverdrag gesloten. Daarin is afgesproken dat de Nederlandse en Belgische regeringen voortaan samenwerken als het gaat om de Nederlandse taal. Sinds 2004 is Suriname geassocieerd lid van de Nederlandse Taalunie. De Taalunie wil dat alle gebruikers van het Nederlands zich zo goed mogelijk van het Nederlands kunnen bedienen, of dat nu binnen het Nederlandse taalgebied is of daarbuiten. De Nederlandse Taalunie werkt als een soort Ministerie van Taal, maar dan een ministerie voor drie landen. De beslissingen worden genomen door het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie. Hierin zitten de bewindslieden van cultuur en onderwijs van Nederland en Vlaanderen, in totaal vier. Suriname wordt tijdens vergaderingen van het Comité vertegenwoordigd door zijn ambassadeur in Nederland. Dit Comité krijgt adviezen over belangrijke taalzaken van een Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren. Een commissie van parlementariërs, de Interparlementaire Commissie, ziet toe op het werk van de Taalunie. Het bureau van de Nederlandse Taalunie, het Algemeen Secretariaat, is gevestigd aan het Lange Voorhout in Den Haag. Daar werken ook de dertig medewerkers; om praktische redenen zijn er ook medewerkers in Indonesië en Suriname.
Nederlandse Taalunie - Lange Voorhout 19 - Postbus 10595 2501 HN Den Haag - Nederland - telefoon +31 70 346 95 48
Informatie over de Taalunie is te vinden op www.taalunieversum.org. 12