Wat gebeurt er met een antropoloog die zich online in de wereld van gamers begeeft? Observeert de onderzoeker of gaat de onderzoeker deel uitmaken van zijn eigen onderzoek? En kan internet behulpzaam zijn in het bijeenbrengen van elkaar beconcurrerende scholen binnen het sociaalwetenschappelijk onderzoek? Over kennisdelen bij wetenschappers, vertrouwen en online samenwerken.
Wetenschapsonderzoek of onderzoekswetenschap? Erik Bouwer
A
ls kennisproducent kijkt de wetenschap
ICT-hulpmiddelen. Wouters geeft voorbeelden: “Kunst-
regelmatig naar de eigen processen, bijvoor-
historici hebben een levendige vorm van digitalisering van
beeld om nieuwe samenwerkingsvormen te
het cultureel erfgoed op gang gebracht. De linguïstiek is
onderzoeken of nieuwe methoden te evalue-
zeer ver gevorderd. Archeologen kennen een interessante
ren. Daarbij zijn niet alleen beschouwende
mix van geesteswetenschappen en natuurwetenschappen
en evaluerende vragen aan de orde (methodologisch, filo-
en zijn ook ver.” Het beschikbare kapitaal dat in onderzoek
sofisch en ethisch), maar wordt ook aan ontwikkeling en
kan worden geïnvesteerd speelt daarbij ook een rol.
innovatie van de kennisproductie gedaan.
Wouters: “Een eenzame filosoof staat wellicht zwakker in
Paul Wouters, bijzonder hoogleraar kennisdynamica aan
die competitie om onderzoeksfinanciering, terwijl de groep
de EUR, is programmaleider van de Virtual Knowledge
filosofen als gemeenschap veel baat kan hebben bij de
Studio for the Humanities and Social Sciences, die de toe-
mogelijkheid om digitale teksten gemakkelijk te kunnen
passing bestudeert van nieuwe media en ICT in de sociale
vergelijken, om er bijvoorbeeld een semantische analyse
en geesteswetenschappen. De Virtual Knowledge Studio
op los te kunnen laten. Zo werken we samen met Bijbel-
(VKS) initieert projecten waarbij nieuwe praktijken wor-
wetenschappers die geïnteresseerd zijn in het gebruik van
den ontworpen, maar onderzoekt ook wat de gevolgen van
geavanceerde linguïstische software om de Bijbel in aller-
die nieuwe praktijken zijn.
lei verschillende talen te kunnen analyseren. Het helpt hen hun conclusies sterker op empirische gegevens te baseren.
Inzicht in de dynamiek van wetenschap
ICT kan ook helpen om in vakgebieden waar één bepaald
De leerstoel van Wouters omvat de implicaties van informa-
wereldbeeld overheerst, meer diversiteit te ontwikkelen.
tiseringsprocessen voor de wetenschapsbeoefening. Een
Bijvoorbeeld door wiki’s en blogs in te zetten bij de kennis-
onderwerp dat je gemakkelijk associeert met een naar bin-
productie. We willen heel precies bekijken hoe onderzoe-
nen gerichte onderzoeksopdracht, die betrekking heeft op
kers hun onderzoeksobject creëren met behulp van digita-
de wetenschap zelf. Wouters is het daar niet mee eens: “Als
le gereedschappen, softwareomgevingen en communica-
we de dynamiek van kennisontwikkeling beter begrijpen
tietools.”
en beter inzicht hebben in de kansen die digitaliseringspro-
26
cessen bieden om nieuwe vormen van dataverzameling en
Tieners en wetenschappers
onderzoek te ontwikkelen, zal de rol van wetenschap in de
Een sterker doorgevoerde informatisering impliceert ech-
samenleving alleen maar helderder worden.”
ter niet dat er vanzelfsprekend meer wordt samengewerkt
Het onderzoeksgebied van VKS is geconcentreerd op de
of kennis wordt gedeeld. Volgens Wouters wordt samen-
sociale en geesteswetenschappen. De mate van informati-
werking tussen wetenschappers vooral gestimuleerd wan-
sering van de verschillende vakgebieden kan je overigens
neer er sprake is van een noodzaak, bijvoorbeeld bij dure
niet zonder meer vergelijken; de wijze waarop verschillen-
instrumentaria of ingewikkelde vragen voor grote teams.
de onderzoeksgebieden gebruik maken van informatise-
Maar toch neemt over de gehele linie bezien het teamwerk
ring wordt in sterke mate bepaald door de behoeften van
toe, ook in de geesteswetenschappen; het aandeel van
het gebied, aldus Wouters. Het is dan ook niet juist om te
wetenschappelijke artikelen met twee of meer auteurs
denken dat natuurwetenschappen door hun kwantitatieve
stijgt. In dat proces, zo stelt Wouters, is het creëren van ver-
oriëntatie een voorsprong zouden hebben in de inzet van
trouwen een eerste, noodzakelijke stap. Ondanks alle
IK, zevende jaargang, nummer 1, 2008
koorts tussen universiteiten, en dat kan bestaande samen-
Paul Wouters
werking ook verstoren.”
Dr. Paul Wouters (1951) is per 1 november 2007 benoemd
Ondanks de toenemende financiële druk en concurrentie
tot bijzonder hoogleraar Kennisdynamica, in het bijzonder de
kunnen wetenschappers via internet steeds gemakkelijker
implicaties van informatiseringsprocessen voor de we-
met elkaar in contact treden. Volgens Wouters leidt dat
tenschapsbeoefening. De leerstoel wordt gefinancierd door
echter niet in alle gevallen tot aanzienlijke meerwaarde:
de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
“Een Deense PhD-student die nu bij ons op bezoek is, doet
(KNAW) en is ondergebracht in de Faculteit der Sociale
bijvoorbeeld onderzoek naar de mate waarin gebruik
Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
wordt gemaakt van Open Access publicaties. Er zijn aan-
Wouters is tevens gasthoogleraar Cybermetrie aan de En-
wijzingen dat deze brede netwerken oppervlakkig blijven
gelse University of Wolverhampton.
en dat er minder gebruik van wordt gemaakt dan weten-
Meer informatie op www.virtualknowledgestudio.nl
schappers zelf verwachten. Het oude systeem van publiceren wordt nog steeds gedomineerd door uitgevers en traditionele wetenschappelijke tijdschriften die met een abon-
mogelijkheden tot digitale samenwerking en kennisdeling
nement online toegankelijk zijn. Ik zou niet verbaasd zijn
via het web kent hij congressen en conferenties daarom
als dat publicatiemodel per gebied in de toekomst gaat
nog steeds een grote rol toe. “Zowel voor tieners als
variëren. Verschillen hebben meer te maken met de
wetenschappers zijn online tools bijzonder belangrijk,
beschikbaarheid van kapitaal dan met echte inhoudelijke
maar ze vervangen niets. Er is geen sprake van substitutie,
verschillen. Economische relaties in wetenschapsbeoefe-
maar van verschuiving en toevoeging. Er zijn veel onder-
ning, van invloed op de wetenschapscultuur, vormen een
zoekers die intensief bloggen en wiki’s gebruiken. Ook het
onderschat terrein.”
gebruik van tools als Facebook en Linkedin neemt toe. Wat nuttig blijkt te zijn en beklijft, dat varieert natuurlijk per
Data delen
vakgebied. Conferenties worden dus niet minder belang-
Social software zou wetenschappers in theorie meer
rijk, ze nemen eigenlijk alleen maar in omvang toe.
mogelijkheden moeten geven om kennis te nemen (en
Wetenschappelijke conferenties hebben niet het uitwisse-
onderdeel te worden) van bestaande netwerken. Kan daar-
len van informatie als belangrijkste functie, maar het
mee de samenwerking en kennisdeling tussen verschillen-
opbouwen van vertrouwen. De mensen die gezamenlijk
de onderzoeksscholen bevorderd worden? “Dat zou goed
een artikel willen schrijven of een project willen doen,
kunnen”, denkt Wouters, die daarbij wel op de noodzaak
moeten elkaar beter leren kennen en vertrouwen. Dat ver-
van vertaalslagen wijst: “Jargon is noodzakelijk om binnen
trouwen wordt gesmeed in de kleine uurtjes bij de borrel.
een bepaalde discipline snel en effectief met elkaar te kun-
Online uitwisselingen tussen de conferenties zijn nog wel
nen communiceren. Jargon kan tegelijkertijd een hinder-
bescheiden van aard en omvang, maar zouden in de toe-
nis zijn om te worden begrepen door bijvoorbeeld een gro-
komst belangrijker kunnen worden.”
ter publiek. Je hebt dan informatie-intermediairs nodig, die wel over domeinkennis moeten beschikken. In een
28
Open Acces betrekkelijk?
aantal projecten proberen we ook bewust twee scholen bij
Toch is kennisdeling voor veel professionals een uitdaging
elkaar te brengen. We bouwen bijvoorbeeld een collabora-
die ze vaak liever niet aangaan. Hoogopgeleide professio-
tory voor economisch en sociaal historici zodat zij gemak-
nals werken relatief autonoom en de economie achter de
kelijker internationale data kunnen delen. Daarnaast ana-
wetenschap zorgt voor weinig prikkels om kennis te delen.
lyseren we welke gevolgen dat potentieel en praktisch
Het gaat dus niet alleen om vertrouwen – hoe is de reputa-
heeft voor het gedrag van de historici. Waar ligt bijvoor-
tie van een collega? – maar ook om het outputgebaseerde
beeld de grens voor deze wetenschappers van het delen?
productiemodel. “Vertrouwen, het maken van afspraken,
Welke soorten ruwe data delen ze wel en welke soorten
het delen van informatie of het juist willen behouden van
willen ze voorlopig nog even voor zich zelf houden? Hoe
individuele uitingen: factoren die ook te maken hebben
worden credits gegeven aan andermans werk? Hoe den-
met het carrièrebeleid. Amerikaanse universiteiten ken-
ken onderzoekers over het beter toegankelijk maken van
nen een harder carrièrebeleid dan Nederlandse. In
zowel het proces als de resultaten voor een groter publiek?
Engeland bestaan ‘research assessment exercises’, waarbij
Geïnteresseerde leken die met regionale geschiedenis
universiteiten worden afgerekend op groepen met hoge
bezig zijn, kunnen bijvoorbeeld enorm geholpen zijn als ze
scores. Dat heeft een enorme invloed gehad op wie waar
professionele datasets kunnen benutten. Veel onderzoe-
zit; vooral rond de reviewperioden zie je een transfer-
kers zijn er op gespitst om hun data meer beschikbaar te
IK, zevende jaargang, nummer 1, 2008
“Zowel voor tieners als wetenschappers zijn online tools bijzonder belangrijk, maar ze vervangen niets.” maken, maar daarvoor moet serieus in metadatering wor-
uit hun traditie van statistische fysica begonnen met het
den geïnvesteerd.” Wetenschap, zo concludeert Wouters,
analyseren van complexe systemen zoals het weer; zo zijn
wordt daarmee duurder, ook in de alfa en gammahoek.
ze ook naar het web gaan kijken. Net als de sociologen, die zich nu bezig houden met de analyse van sociale netwer-
IP’ers zijn geen waterdragers
ken. Het blijkt daarbij niet eenvoudig te zijn om de beide
Wouters ziet voor de toekomst een belangrijke taak weg-
intellectuele en bedrijfsmatige stijlen tot een harmonieuze
gelegd voor informatieprofessionals binnen de weten-
samenwerking te brengen. Ze denken bijvoorbeeld ver-
schap bij het beschikbaar stellen en toegankelijk maken
schillend over de omvang van de dataset. Waar de een
van wetenschappelijke informatie. Hij kan zich voorstellen
gewend is te werken met massieve datasets uit een machi-
dat mensen met een goede opleiding in een bepaald vak-
ne, wil de ander werken met enquêtes. Het web ligt als
gebied, die niet de wil of het talent hebben om toponder-
dataset daar tussenin, waarbij fysici de universele onder-
zoeker te worden, een belangrijke intermediaire rol zou-
liggende wetten willen vinden en sociale wetenschappers
den kunnen spelen. “Onderzoekondersteunend werk is
de diversiteit vanuit fenomenologisch perspectief willen
intellectueel werk dat steeds complexer wordt – het zijn
verklaren. In het domein waar beide disciplines elkaar
geen waterdragers, maar mensen die ook zelf creatief de
ontmoeten, ontstaat een worsteling: wie heeft de macht
puzzels oplossen. Er wordt te weinig nagedacht over de
over dit onderwerp?”
ecologie van het wetenschappelijk onderzoek, je hebt verhoger onderwijs en het onderzoek is wat dat betreft effi-
Het web roept nieuwe vragen op voor onderzoekers
ciënter en effectiever te maken.”
De inzet van ICT-middelen bij nieuwe onderzoeksgebie-
Er speelt nog een andere uitdaging mee, die ook in het
den leidt ook tot nieuwe vragen. De VKS heeft een collabo-
internationale bedrijfsleven wordt onderkend. Bedrijven
ratory opgezet over virtuele etnografie. Wouters geeft als
zoals Capgemini en Accenture, vaak wereldwijd actief
voorbeeld het antropologisch onderzoek naar gamers die
voor grotere opdrachtgevers met bijvoorbeeld software-
actief zijn met World of Warcraft, een online game. Voor de
ontwikkeling, ervaren dat er relatief veel tijd moet worden
antropoloog ontstaat er een methodologisch en ethisch
geïnvesteerd in het overbruggen van taal- en cultuurver-
dilemma: hoe maak je je zelf bekend? Hoe leg je verant-
schillen. Er zijn weliswaar slimme collaborative tools
woording af over je onderzoek aan die online gemeen-
beschikbaar, zodat mensen uit verschillende landen, tijd-
schap? In vergelijking met de traditionele etnografie, waar
zones en taalgebieden aan een zelfde softwareontwikke-
de onderzoeker zich op een bepaald moment uit het veld
lingsproject kunnen werken, maar frequent fysiek contact
kan terugtrekken, ontstaat er bij online communities een
blijft noodzakelijk. Die taal- en cultuurverschillen spelen
blijvende zichtbare aanwezigheid die bovendien zijn spo-
ook bij wetenschappers uit verschillende regio’s, maar ook
ren nalaat op het web.
bij de kennisdeling tussen verschillende onderzoeksscho-
Een ander methodologisch vraagstuk heeft te maken met
len, een grote rol.
online onderzoek, dat nieuwe statistische puzzels met zich
schillende soorten talenten en vaardigheden nodig. Het
mee brengt op het vlak van steekproeven en representati-
Twee botsende analyses
viteit. Ook het koppelen van datasets van verschillende
Wouters: “Het kan verschrikkelijk mis gaan als je elkaar
onderzoeksbenaderingen geeft problemen. ”Het leidt ook
niet begrijpt. Dat wordt onderzocht door bijvoorbeeld de
tot een grotere keuzemogelijkheid in relevante theorieën.
informatiewetenschap en bedrijfskunde. Een van de eerste
De onderzoeker moet bereid zijn om te laten rommelen
conclusies uit ons collaboratory onderzoek met de histori-
aan zijn paradigma’s of ze ter discussie te stellen. Men kan
ci is dat de verschillende partijen in dat project verschil-
weliswaar onderzoek karakteriseren in metadata en daar-
lende definities hanteren van wat een collaboratory is. Een
over communiceren, maar het blijkt lastig om op een een-
ander voorbeeld uit ons werk aan modellen: fysici zijn van-
voudige manier ontologieën samen te vatten.”
IK, zevende jaargang, nummer 1, 2008
29
Oude structuren
nieuwe en interessante vormen van output, aan de andere
De universiteit en de bibliotheek zijn tempels van kennis.
kant blijft het systeem van financiering en loopbaanbeleid
Toch is het model van kennisproductie tamelijk eenzijdig.
altijd achterlopen. “Het is de kunst om ook die structuren
Zo loopt de weg naar een promotieonderzoek in Nederland
open te breken voor vernieuwing. Daarbij is het belangrijk
nog altijd via een commissie die uit mensen bestaat die uit
dat we niet te snel in een dominant design vervallen, diver-
een overwegend veilige en welwillende omgeving komen.
siteit is van groot belang. Je moet dus institutionele struc-
Worden wetenschappers voldoende opgevoed in kennisde-
turen bouwen die zelf ook graag weer willen ontwikkelen.
len, openheid en veranderbereidheid? “Voor kwaliteit moet
Er blijft natuurlijk altijd een competitie om wie het beste is.
je je specialiseren”, zo stelt Wouters, “dat drukt ook een
Wetenschap is geen democratisch systeem.”
stempel op de wetenschappelijke opleiding en daar is niets
30
mis mee. Toch moet je verbindingen tussen gespecialiseer-
Bibliotheek en onderzoek
de gebieden kunnen blijven leggen. Daarvoor heb je niet zo
Studenten zouden daarbij wel beter opgeleid kunnen wor-
zeer generalisten nodig die meerdere gebieden kunnen
den in het omgaan met informatie, vindt Wouters. “Ik denk
overzien, maar mensen die links kunnen leggen tussen de
niet dat ze echt weten wat er al in hun vakgebied voor rijk-
verschillende gebieden.”
dom aan nieuwe initiatieven bestaat. Ik denk dat daar nog
Wouters relativeert gelijktijdig de ambities: “Weten-
veel in zou kunnen verbeteren. Hoe ga je met informatie
schappers zijn gewone mensen, wetenschappelijke instel-
om: dat zou absoluut een onderdeel moeten zijn van alle
lingen zijn normale instituties en dat betekent dat er altijd
disciplines.”
maar een beperkt aantal groeipunten mogelijk is.” Naar
De rol van de bibliotheek is in dat opzicht fundamenteel
zijn idee vindt innovatie in kennisontwikkeling dan ook
aan het veranderen, aldus Wouters. “Als je bibliotheek- en
langzaam en stapsgewijs plaats; aan de ene kant zijn er
informatiewetenschap heel strikt definieert, heeft Wouter
IK, zevende jaargang, nummer 1, 2008
Gerritsma (zie IK 2007 nr. 6 – red.) wel een beetje gelijk: er
specialismen. Daarvoor heb je inderdaad institutionele
gebeurt bar weinig op dat gebied. Maar als je informatie-
flexibiliteit nodig: een docent moet dingen kunnen uitpro-
wetenschap iets breder formuleert, dus bijvoorbeeld ook
beren. Een te rigide accountancycultuur, of een cultuur
communicatiewetenschap en wetenschapsonderzoek er bij
waarbij in vaste formats verantwoording moet worden
betrekt, dan gebeuren er wel interessante dingen in
afgelegd over wat je doet, remt dat af. Binnen veel vakge-
Nederland. Informatiespecialisten mogen nog meer deelge-
bieden moet in ISI (Institute for Scientific Information –
noot worden van het organiseren van wetenschappelijk
red.) gecoverde tijdschriften gepubliceerd worden; een
onderzoek. Een veel nauwere koppeling tussen onderzoek
veel te smal criterium waarmee intellectuele en interes-
en bibliotheek zou wat mij betreft ook voor de hand liggen.”
sante ontwikkelingen worden afgekapt. Aan de UvA kregen
Met de inzet van ICT kunnen wetenschappelijke instellin-
interessante vakgroepen problemen doordat faculteiten
gen flexibeler en opener worden en nieuwe werkmethoden
niet langer gratis diensten aan elkaar mochten verlenen.
en modellen uitvinden. Dat biedt kansen voor de ontwikke-
Er moet altijd geld tegenover staan. Dat remt de institutio-
ling van wetenschappelijke organisaties zelf. Komen uni-
nele speelsheid die nodig is. De managerscultuur gaat
versiteiten door deze nieuwe ontwikkelingen meer in de
vooral over beheersing, en dat zou je moeten omkeren.
buurt van de lerende organisatie? Wouters, lachend: “Dat
Een onderzoeker heeft baat bij een manager die helpt om
zou je willen en dat zou moeten. Mijn indruk is dat het ver-
nieuwe wegen in te slaan. ‘Wat zou nu eigenlijk nodig
keer tussen verschillende faculteiten nog mager is en dat
zijn om te komen tot een leuk college op dit gebied’ - in
er nog verkokerd en gespecialiseerd gewerkt wordt. Er is
plaats van ‘dit zijn de gebouwen en daar hoor je in te pas-
een groot gebrek aan interessante verbindingen tussen de
sen’.”
(advertentie)
IK, zevende jaargang, nummer 1, 2008
31