Ayubowan! Zo word je in Sri Lanka over het algemeen verwelkomd en begroet. Als ik u wil vertellen waarom de stichting is opgericht en hoe de stichting aan de naam is gekomen, dan moet ik heel wat jaren terug beginnen. In 1977 gingen Theo de Wit en zijn vriend Gijs van Randwijk voor het eerst naar Sri Lanka, het vroegere Ceylon. Ze maakten daar een rondreis met een groep langs veel toeristische hoogtepunten van het land. Daarna verbleven ze nog twee weken in een hotel aan de zuidwest kust. Tijdens deze twee weken kwamen zij in aanraking met de plaatselijke bevolking en er ontstonden vriendschappen. Het jaar erop werden ze dan ook uitgenodigd voor een 25-jarige bruiloft, waar ze naar toegingen. Al gauw reisden ze jaarlijks naar dit mooie land met zijn vriendelijke bevolking. Begin jaren 80 reden ze met hun taxi langs een doven- en blindenschool in Anuradhapura. Gijs werkte op het Ministerie van Onderwijs en had hierdoor te maken met het Speciaal Onderwijs in ons land. Hij was echter benieuwd hoe dat in een land als Sri Lanka zou zijn. Ze vroegen de chauffeur te stoppen en te vragen of ze een rondleiding in de school zouden mogen krijgen. En dat mocht en dat kregen ze! De Anuradhapura Deaf and Blind School was opgericht in 1961 en 20 jaar later verkeerden de gebouwen in slechte staat. Leermiddelen waren schaars en in het bijzonder de middelen voor speciaal onderwijs waar deze kinderen op aangewezen waren. Gijs en Theo kwamen onder de indruk van de prestaties die het personeel onder de gegeven omstandigheden toch wist te geven. Er zou echter meer kunnen als de voorwaarden verbeterd zouden worden. Theo zei gelijk na hun bezoek tegen Gijs: “Hier moet iets aan gedaan worden”. En dat gebeurde. Theo was een fervent amateurfotograaf en maakte altijd dia’s. Terug in Nederland gingen ze samen diavoorstellingen over Sri Lanka geven bij familie, bekenden, verenigingen en daar waar ze maar konden. Als laatste vertoonde Theo dan dia’s van de doven- en blindenschool, waarna Gijs en Theo met de pet rondgingen. Als ze het jaar erop weer naar Sri Lanka gingen, brachten ze het ingezamelde geld zelf naar de school die er een of ander noodzakelijk project mee kon financieren. Hieraan kwam een abrupt einde met Theo’s plotselinge dood in september 1986. Eind 1980 heb ik Theo leren kennen. Theo werkte op het Ministerie van Financiën in Den Haag en ik bij hetzelfde ministerie in Apeldoorn in de automatisering. Op mijn afdeling werkten we o.a. voor Theo. Hij kwam regelmatig en graag naar Apeldoorn. Hierdoor hoorde ik verhalen van hem over hun reizen naar Sri Lanka. We kregen een goed contact en begin 1986 nodigde Theo mij uit een weekendje naar Den Haag te komen en toen heb ik ook Gijs leren kennen. Ook in Apeldoorn waren we behoorlijk aangeslagen door Theo’s plotselinge overlijden. Het was eind 1991 dat Gijs voor het eerst weer naar Sri Lanka durfde. Gijs en Theo hadden veel gereisd, vaak met anderen, maar Sri Lanka was van Theo en hem. Gijs was bang voor de ontmoeting met de vele vrienden, als hij er zonder Theo naar toe zou gaan. Door de vele verhalen die ik al jaren had gehoord, de vele foto’s die ik had gezien en door de verzoeken die Gijs regelmatig kreeg om weer eens te komen, wilde ik dat land ook wel eens bezoeken. Gijs en ik hadden na Theo’s dood een relatie gekregen. Samen zijn we begin december 1991 naar Sri Lanka gereisd. De vrienden waren enorm blij Gijs weer te zien en ik werd ontvangen of ik er al jaren kwam. Wat 1
een warme hartelijkheid van de mensen daar, waardoor ook ik gelijk verliefd raakte op de mensen en het land. Gijs en ik hadden ook een inzameling gehouden en we konden 1000 gulden naar de school in Anuradhapura brengen. Bij ons volgende bezoek begin 1993 konden we zelfs 2000 gulden meenemen. Gijs en ik maakten dat jaar serieuze plannen een stichting op te richten, zodat steun aan de school meer regelmatig kon worden. De plannen kregen verdere vorm en op 10 december 1993 werd de Stichting Theo de Wit – Lanka Education Fund notarieel opgericht. Het doel van de stichting was: “het ondersteunen van onderwijs aan kinderen in Sri Lanka in het algemeen en in het bijzonder aan dove en blinde kinderen”. Maar ook kansarme gezinnen met schoolgaande kinderen konden worden gesteund. Over de naam van de stichting hoefden Gijs en ik niet lang na te denken, want uiteindelijk had Theo 12 jaar eerder de aanzet gegeven tot het steunen van de Anuradhapura Deaf and Blind School. Het was een eerbewijs aan de nagedachtenis van een sociaal bewogen mens. Gijs werd voorzitter, een vriendin van ons, Mieke Vink, secretaris en ik werd penningmeester. Met zijn drieën legden we onze adressenboekjes naast elkaar en schreven een brief naar de op deze lijst voorkomende namen. Zodoende kwam er het eerste jaar al 11.000 gulden binnen. Toen Gijs en ik in het voorjaar van 1994 weer naar Sri Lanka gingen en de school bezochten lag er op het terrein een fundament voor een audiologisch centrum. Maar het bouwfonds was leeg. Dat was voor onze jonge stichting een mooie kans aan de weg te timmeren. Het aantal donateurs groeide en er werden door derden acties gestart om geld in het laatje te brengen. Zo liepen in 1996 een achttal collega’s van mij de Nijmeegse vierdaagse en lieten zich sponsoren door familie, vrienden en collega’s onder het motto: “Wij lopen warm voor de Anuradhapura Deaf and Blind School. U ook?” Deze actie leverde 3000 gulden op. De bouw van het audiologisch centrum vorderde langzaam en in maart 1997 konden Gijs en ik de benedenverdieping officieel openen. Dit ging gepaard met een enorme feestelijke ontvangst, iets dat we toen voor het eerst meemaakten. In 1999 was ook de bovenverdieping gereed en Wilma de Wit, de jongste zus van Theo, heeft toen een plaquette onthuld, waarop het logo van de stichting was geprint en de tekst: “Theo de Wit Memorial Audiology Unit”, behalve in het Engels ook in het Sinhalees. Ook Theo’s zussen Gerda en Ans waren hierbij aanwezig. Op de fundering na heeft de stichting de bouw geheel kunnen financieren uit donaties en acties. Het schoolbestuur had intussen plannen gemaakt om een nieuw meisjesinternaat te bouwen. Het internaat was overvol èn de blinde en dove meisjes dienden gescheiden te worden, want er waren wel eens problemen. We dienden een verzoek in bij de Nationale Commissie voor internationale samenwerking en duurzame ontwikkeling (NCDO) om medefinanciering van dit project. Dit verzoek werd gehonoreerd en betekende dat iedere gedoneerde gulden door de NCDO werd verdubbeld. In 1999 werd op de basisschool in Braamt bij Doetinchem in de week voor Pasen een Sri Lanka project georganiseerd. Kinderen maakten allerlei dingen die betrekking hadden op Sri Lanka of Pasen. De laatste dag werd er een fancy fair gehouden en in 1½ uur tijd heeft dit 2500 gulden opgebracht. Van twee fondsen kregen we resp. 5000 gulden en 2500 gulden voor de nieuwbouw van het internaat. Deze nieuwbouw was gereed in 2001 en het stichtingsbestuur zou met een grote delegatie bij de opening aanwezig zijn. Helaas was er een paar maanden voor de opening een aanslag gepleegd op het vliegveld van Colombo door de Tamil Tijgers. Door dit gebeuren haakte een groot aantal af en vlogen Gijs en ik met nog 2
twee kennissen begin september naar Sri Lanka. Onder grote belangstelling van autoriteiten, ouders en pers is het internaat op 12 september officieel door Gijs en mij geopend. Van de Nederlandse overheid was de 1e secretaris van de Nederlandse ambassade in Sri Lanka aanwezig, mevrouw Anneke Schutter. In de tussentijd waren er meer activiteiten op het schoolterrein. Met medefinanciering door Wilde Ganzen zijn slaapzalen gebouwd voor pelgrims. Deze pelgrims bezoeken de heilige plaatsen in Anuradhapura en doneren dan twee maaltijden voor de kinderen van de school. Ook werd een timmerwerkplaats gerenoveerd en verharding van paden op het schoolterrein aangelegd. Door een Apeldoorns echtpaar, dat de school had bezocht, werd vernieuwing van de elektrische bedrading in de gebouwen gefinancierd en een automatiseringsbedrijf schonk 3000 gulden voor het inrichten van een bibliotheek. Er werd via de stichting ook steun aan gezinnen met schoolgaande kinderen gegeven. Doordat ons donateurs bestand in die eerste acht jaren aanzienlijk was gegroeid en door de bijdragen van fondsen, Wilde Ganzen, NCDO en uit acties, was onze kas behoorlijk gevuld. Bij de Anuradhapura Deaf and Blind School was in de loop der jaren heel veel gerealiseerd. Daarom besloot het bestuur begin 2002 de statuten aan te passen, zodat ook andere kansarmen dan kinderen konden worden gesteund. Artikel 3 luidt nu: "Het verbeteren van de positie van kansarmen in Sri Lanka, met name die van kinderen en gehandicapten, en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords." Daar konden we dus even mee verder. Samen met onze contactpersoon Siri Dodantenna maakten Gijs en ik in april 2002 een reis over het eiland en hebben we andere doven en/of blindenscholen bezocht. Over de ontwikkelingen van destijds vertel ik zo meteen meer.
We bezochten onder meer de doven- en blindenscholen in Bandarawela, Tangalle en Kumbukkana. In de hierop volgende jaren hebben we in Bandarawela wat kleinere projectjes gerealiseerd, zoals de bouw van een koeienstal, wc-tjes en verharding van de weg bij de blindenschool. Er werd nieuw meubilair aangeschaft en de bibliotheek uitgebreid bij de dovenschool. Voor de start van een beroepsopleiding werd enkele jaren geleden een bijdrage gegeven. In Tangalle is een nieuw meisjesinternaat gebouwd bij de blindenschool. Dit gebeurde met medefinanciering van Wilde Ganzen en ICCO. Deze samenwerking tussen Wilde Ganzen en ICCO resulteerde in een bijdrage van 75% van de bouwkosten. Bij de Roncalli basisschool in Zeddam werd hiervoor een Srilankaanse week georganiseerd. Een sponsorloop en fancy fair brachten € 5200 op, een geweldig bedrag. Bij de doven- en blindenschool in Kumbukkana werd een eetzaal gebouwd met medefinanciering door Wilde Ganzen en bij de dovenschool in Batticaloa verrees een internaat met medefinanciering door de NCDO. Begin 2003 maakte een kelner in ons hotel ons er op attent, dat in Bentota een bejaardentehuis was voor kinderloze oudjes. Toen we het tehuis bezochten bleken in een oud woonhuis 13 bejaarden te wonen. Er waren plannen voor een tehuis voor 44 bejaarden. Er stonden hier en daar al wat muren, maar zoals zo vaak was ook hier het bouwfonds leeg. Doordat de stichting een zeer ruime donatie had ontvangen van een familie uit Doetinchem kon de stichting de bouw financieren. Het nieuwe gebouw werd in 2005 geopend. Ook afgelopen voorjaar waren er bouw activiteiten voor uitbreiding, maar weer was de pot leeg. Onze stichting is echter voorlopig financieel niet in staat hier een bijdrage aan te kunnen geven. 3
Tijdens onze reis in 2005 maakten we kennis met een boerenbevolking in Padaviya, in het verre buitengebied van het Anuradhapura district. We hadden in de loop der jaren al veel armoede gezien, maar wat we hier aantroffen nog niet eerder. De mensen woonden in schamele lemen hutjes, vaak zonder ramen of deuren. Water werd gehaald uit meren en de sanitaire stop werd gedaan in de jungle. Hier moesten waterputten en wc-tjes komen. Eén van de millenniumdoelen van de VN is: meer mensen schoon drinkwater. Dit project was te groot om in één jaar uit te voeren. Tussen 2005 en 2008 zijn hier 77 wc-huisjes gebouwd en 34 waterputten geslagen. Bij het realiseren van de eerste waterputten dachten wij in hoofdzaak aan de verbetering van de hygiëne. Het was voor ons een grote verrassing dat het water ook werd gebruikt voor irrigatie van het land zodat er groente verbouwd kon worden. Ook in andere gebieden zijn wc-huisjes gebouwd en waterputten geslagen, in totaal sinds 2005 193 wc’s en 52 putten. In deze dorpjes in de buurt van Anuradhapura gaat het om vluchtelingen, die door de burgeroorlog zijn verdreven en een nieuw bestaan proberen op te bouwen. De meeste bewoners hebben van de regering grond gekregen. De lokale organisatie Safe Foundation is sinds 2009 voor deze mensen bezig om hun een betere toekomst te geven. Onze stichting financiert de voorgedragen projecten van Safe Foundation. Naast de sanitaire projecten heeft Safe Foundation drie jaar geleden microkrediet programma’s opgezet. De uitvoering ervan in deze dorpjes is in handen van vrouwenverenigingen. Met een goed plan moet microkrediet bij deze verenigingen worden aangevraagd. Na goedkeuring moet het krediet binnen een jaar worden terugbetaald. Hierna kan eventueel een volgend en groter krediet worden verleend. Tijdens onze recente bezoeken aan deze projecten hebben we al goede resultaten gezien. Een paar voorbeelden hiervan zijn: een vrouw verbouwt aubergines en met het krediet heeft ze betere bemesting gebruikt. De planten zagen er heel goed uit en droegen mooie vruchten. Een andere vrouw verbouwt uien en haar tweede krediet gebruikt ze om een silo te bouwen, waar 50.000 kilo uien droog kunnen worden opgeslagen. Als de prijs hoog is worden de uien op de markt gebracht. Een echtpaar, man en vrouw zijn beiden dagloners, heeft met het microkrediet een koe kunnen aanschaffen, die inmiddels een kalf heeft. Ook hebben ze enkele kippen. De loslopende kippen worden door de kinderen bewaakt, zodat roofdieren geen kans krijgen ze te pakken. Dit zijn maar enkele voorbeelden. Ik zou er meer kunnen noemen. De laatste drie jaar zijn er al 90 microkredieten verstrekt. Door het geven van microkrediet krijgen de deelnemers meer verantwoordelijkheid voor hun doen en laten. En dat werkt beter dan alleen maar voorzieningen krijgen. Het doel van Safe Foundation is het verbeteren van de leefomstandigheden en het gezinsinkomen, zodat met name de kinderen een betere toekomst zullen krijgen. Ik heb u hier verteld over de grotere projecten die de stichting in de afgelopen 20 jaar heeft gefinancierd. Vele kleinere projectjes zijn ernaast uitgevoerd. Het zou te veel worden als ik alles op ga noemen. Als penningmeester wil ik onze donateurs heel hartelijk bedanken voor hun bijdragen, die het mogelijk maken dat wij ons werk kunnen uitvoeren. In voorkomende gevallen hebben we fondsen benaderd en doorgaans is hier een bijdrage uit voort gekomen. Soms komt het uit onverwachte hoek, zoals twee jaar geleden een bijdrage van € 5000 van het sociale personeelsfonds Share4More van de Rabobank, bestemd voor ons laatste sanitaire project. Heel, heel hartelijk dank.
4
Na het optreden van het Markelose koor NooTzaak is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Ik dank u voor uw aandacht.
5