Als een steen in het water… Hoe krijg je honderden organisaties mee in jouw duurzaamheidsambitie?
Marcel Collignon en Pepijn Nicolas
Working Paper in de serie ‘Duurzaam Organiseren Doen’ Nijmegen School of Management in samenwerking met Kluwer 31 mei 2012
1
Samenvatting Deze Working Paper gaat over Duurzaam Organiseren Doen. En met name over het laatste woord daarin, DOEN. De paper bevat waardevolle inzichten over welke principes gelden als je honderden of duizenden organisaties mee wilt krijgen in een duurzamere manier van werken. Vanuit het perspectief van iemand die werkzaam is bij een duurzame netwerkorganisatie. Dit zijn organisaties die als doel hebben om hun “ achterban” mee te krijgen in de richting van meer duurzaamheid. In tweede instantie zijn de inzichten waardevol voor mensen die voor de opgave staan alle medewerkers in hun eigen organisatie (overheid, multinational) mee te krijgen. We zijn onze gedachten daarover nog aan het aanscherpen en momenteel betrokken bij enkele interessante pilots. Onze belangrijkste boodschap in deze Working Paper is dat het belangrijkste principe om Duurzaam Organiseren te Doen, ook echt is om het te gaan DOEN… En dus tegelijkertijd te STOPPEN met uit te leggen hoe dat dan precies moet gebeuren, te overtuigen met argumenten, te inspireren met ‘best practices’ en te begeleiden met stappenplannen… Voor ons creëerde dat bij het schrijven van dit stuk een uitdagend dilemma. Als we betogen dat een methode uitleggen minder leidt tot actie dan meteen met de methode aan de slag gaan, hoe kunnen we dan hier onze methode gaan uitleggen? Bij dit schrijven hoort daarom een uitnodiging. We willen je uitnodigen om onze methode te komen ervaren. De eerste ervaringssessie is op woensdag 12 september, van 13.30 tot 16.30 uur. Je kunt daar ervaren hoe je achterbannen kunt activeren. We hebben plek voor 15 deelnemers die een achterban willen mobiliseren. Als je meedoet verwachten we van je dat je twee à drie leden uit de achterban meeneemt. Aanmelden kost niets, is vrijblijvend, en kan door een mail naar ons te sturen. Voor alle lezers die niet kunnen of willen komen naar onze ervaringssessie hebben we deze Working Paper geschreven. Na een korte inleiding laten we zien dat er in Nederland veel institutionele potentie is om verduurzaming te realiseren. De duurzame netwerkorganisaties hebben alle kaarten in handen om daarin het verschil te maken. In het derde hoofdstuk analyseren we de valkuilen die we in de praktijk van transformatieprocessen vaak zien en verhelderen we de achtergronden daarvan. Daarna zetten we onze principes uiteen om in de transformatie tot verduurzaming echt op DOEN uit te komen. In het praktijkvoorbeeld van hoofdstuk vijf komen die principes terug. We beschrijven daar het Connekt Lean & Green Co-creation congres van november 2011. Het zesde en laatste hoofdstuk gaat over onze eigen ontwikkeling en beschrijft wat we nog te leren hebben en hoe we dat willen doen. Veel leesplezier en/of tot 12 september.
2
1. Duurzaamheid is belangrijk. Nou alleen nog even doen? We vieren dit jaar de 25e verjaardag van het Brundtlandrapport “Our Common Future”. Zijn we sindsdien opgeschoten met het verduurzamen van onze samenleving? Een eenduidig antwoord daarop is lastig. Ja, er is veel bereikt en ja, er valt nog veel te doen. Te DOEN. Want wat zeker is bereikt, is een groot gevoel van urgentie voor het verduurzamen van onze samenleving. De slag om mensen en organisaties daarvan te overtuigen is gewonnen. Maar hoe zorgen we er nou voor dat ze die overtuigingen ook omzetten in daden? In concrete resultaten? We signaleren daarin stagnaties. We zien dat het instrumentarium dat leidde tot overtuiging niet zo goed werkt bij het aanzetten tot doen. Daarnaast is het voor intermediaire organisaties die zichzelf daarin een rol toedichten (zoals brancheorganisaties, overheden, clubs als MVO Nederland) moeilijk om met een grote achterban een stimulerende band te onderhouden. Hoe krijg je dan met beperkte middelen toch grootschalige beweging? We presenteren een aanpak om met weinig middelen grote impact te genereren. Kenmerk van de aanpak is dat deze uitgaat van een ‘duurzame netwerkorganisatie’. Onder een ‘duurzame netwerkorganisatie verstaan we een organisatie die zich ten doel stelt om andere organisaties te helpen om duurzamer te doen.
2. Nederland is er klaar voor qua instituties Dat we duurzaamheid belangrijk vinden toont zich onder andere in het grote aantal organisaties dat zich ten doel stelt om anderen te helpen om duurzamer te doen. Deze noemen we hier de duurzame netwerkorganisaties. Denk aan overheden, brancheorganisaties en bestaande netwerkorganisaties. Of aan specifiek voor verduurzaming opgerichte organisaties zoals MVO-Nederland, branche-initiatieven als Duurzaam GWW of een organisatie als Connekt met haar programma duurzame logistiek. En meer internationaal zien we de oprichting van ISO 26000 netwerken, en ook organisaties die al veel langer aan de weg timmeren zoals GRI en de World Business Council for Sustainable Development. De instituties zijn er dus. Stel je nou voor dat: - Connekt tien keer sneller alle vervoerders in Nederland mee weet te krijgen in haar Lean and Green programma. - MVO Nederland (in april 2012 bijna 2000 partners) het netwerk vertienvoudigt en alle partners tot tien keer meer MVO weet te bewegen. Of alle MKB-bedrijven weet te verleiden tot verduurzaming. - NEN en haar partners rond ISO 26000 weten te bereiken dat de helft van alle bedrijven in hun doelgroep met deze richtlijn aan de slag gaan. - Alle Nederlandse overheden, (Rijk, provincies en gemeenten) hun 50 miljard euro aan inkoop structureel duurzaam besteden. - Rond de transformaties in de financiële sector duurzaamheid werkelijk leidend wordt.
3
Hoeveel zou dat wel niet schelen voor ons en onze leefomgeving? Wij zien een grote kans. De overtuiging dat verduurzaming belangrijk is, heeft momentum. We zien dat de instituties er al zijn. Als we hun kunnen bekrachtigen om hun achterbannen sneller en grootschaliger tot verduurzaming te bewegen is de impact enorm.
3. Is de omslag van overtuigen naar doen soms lastig? Duurzame netwerkorganisaties zijn keien in overtuigen. Ook in het activeren van achterbannen wordt flinke voortgang geboekt. We denken dat het nog beter kan. We bespreken een paar veel voorkomende valkuilen. Uitleg verlamt soms Geef een kind speelgoed en het gaat fijn spelen. Geef datzelfde kind eerst (een PowerPointpresentatie met) uitleg over het speelgoed en de kans is groot dat het niet gaat spelen. Maar in plaats daarvan bedenkt dat blauw toch mooier was geweest dan rood, de ladder net iets langer had moeten zijn, de spuit echt en trouwens dat een politieauto toch eigenlijk leuker is. Eenzelfde mechanisme ervaren veel duurzame netwerkorganisaties. Ze hebben programma’s om hun achterbannen te verleiden om iets te gaan doen. In veel van die programma’s zitten hulp-methoden en best-practices. De klassieke manier om deze aan de man te brengen is om er uitleg over te geven, waarna de achterban er mee aan de slag kan. We zien vaak dat er vervolgens niet ‘gespeeld’ wordt met, maar gepraat over de methode of best-practice. Vaak komen dan vooral redenen naar voren waarom de methode niet geschikt is voor de achterban. Ooit hoorden we een presentator van een best-practice over duurzaam personeelsbeleid, na een hele reeks ja-maren uit de zaal, wanhopig roepen: “maar jongens, ga toch gewoon aan de slag, je zult zien dat je het kunt”. “Ja maar, wij kunnen dat nog niet”; kreeg ze als antwoord terug. Hoewel ze net het allerbeste en prijswinnende voorbeeld van duurzaam personeelsbeleid gepresenteerd hadden gekregen verlieten veel mensen toch met een teleurgesteld gevoel de zaal. Teveel uitleg staat het doen in de weg. Tegelijkertijd is goede tekst en uitleg geven voor veel duurzame netwerkorganisaties onderdeel van hun ‘core-business’. Daarmee kregen ze duurzaamheid en MVO op de kaart. Het is verleidelijk dat wat je goed kunt te blijven doen. Het geven van informatie is bovendien gemakkelijk te organiseren voor grote achterbannen. Je kunt met weinig middelen veel mensen bereiken. Zo maken we websites, folders, best-practices, werkboeken, toolboxen en informatiekits. En als het gebruik daarvan achter blijft bij de verwachtingen, zien we daarin vaak reden tot extra communicatie. Nog meer uitleg dus. ‘Onder water-effect’ van de communicatie doet de boodschap teniet We zien veel communicatie waarbij de ‘onderwaterboodschap’ de inhoudelijke boodschap ondergraaft of teniet doet. Met onderwaterboodschap bedoelen we de signalen die de ontvanger on- of onderbewust oppikt. We geven twee veel voorkomende voorbeelden van incongruentie tussen de inhoud van de boodschap en de onderwatersignalen: 4
-
-
In een grote, wat verdonkerde zaal kijkt een publiek naar een PowerPointpresentatie over duurzaamheid. De spreker spoort vol gloed aan tot actie. De hele setting nodigt echter uit tot achteroverleunen. Wat onbewust blijft hangen, is dat duurzaamheid een kwestie is van achteroverleunen zodat die gloedvolle jongen het werk doet. Op een congres vertellen sprekers hoe leuk het is om aan MVO te werken en hoeveel energie je ervan krijgt. Als bezoeker krijg je zoveel over je heen dat je na de laatste spreker met een vermoeid gevoel naar huis gaat. Wat blijft hangen is dat MVO vermoeiend is.
Verantwoordelijkheid ergens neerleggen wil niet zeggen dat deze wordt opgepakt. Hoe draag je verantwoordelijkheid voor een duurzaamheidsdoel eigenlijk over? Afdwingen? De doelen zijn bovenwettelijk en duurzame netwerkorganisaties hebben zelden de positie dat ze hun achterban iets kunnen voorschrijven. Directieve aanpakken gaan dus waarschijnlijk (*) ‘zou moeten’ duidt op duwen met een touwtje Let eens op de taal om u heen. ‘Zou moeten’ duidt vaak op niet lukken. Ook verantwoordelijkheid ergens neerleggen een poging om verantwoordelijkheid ergens neer te leggen. lukt meestal niet, eenvoudigweg omdat deze Zonder dat deze wordt opgepakt. Dat is meestal net zo effecniet wordt opgepakt. Ook niet als het neerleg- tief als duwen met een touwtje. gen gepaard gaat met een keur aan argumenten waarom de verantwoordelijkheid toch zou moeten(*) worden opgepakt. Een beroep op de eigen nietigheid ‘jullie moeten ons wel helpen, anders komt het niet goed met de duurzaamheid’ leidt soms tot kortstondig resultaat. Maar niet tot duurzame veranderingen1. Afdwingen vanuit macht of onmacht kan dus niet. Duurzame netwerkorganisaties opereren bijna allen in een context waarin verantwoordelijkheid samen valt met de vrijheid om te kiezen deze op te pakken. Niet de argumenten van de hulporganisatie tellen daarbij, maar de argumenten en drijfveren van degene die oppakt. Een duurzame netwerkorganisatie die te drammerig de eigen (vaak morele) argumenten voor het voetlicht brengt, bereikt daarmee vooral dat de ontvanger van de boodschap niet zijn eigen drijfveren onderzoekt. En zo geen, of onechte verantwoordelijkheid neemt. Persoonlijk contact werkt Interessant is daarom ook dat bij veel succesverhalen over bewegende achterbannen persoonlijk contact of contact op maat een rol speelt. Waarschijnlijk omdat in de dialoog die dan ontstaat minder wordt gezonden en meer gevraagd. En zo de belangen, ideeën en drijfveren van de te bewegen partij meer voor het voetlicht komen. We zien dat veel Duurzame netwerkorganisaties een ‘schil’ van enthousiastelingen om zich heen hebben. Die veel doen en waar veel dialoog mee is. Helaas is één op één contact met hele achterban vaak onmogelijk, eenvoudigweg omdat de hulporganisatie daar niet de capaciteit en middelen voor heeft. En daarmee is dit een belangrijke valkuil in het transformatieproces naar het doen een eenvoudig capaciteitsvraagstuk.
1 Geïnteresseerd in dit soort mechanismen? Google eens op Transactionele Analyse of dramadriehoek.
5
Onze uitdaging Natuurlijk doen we met deze wat versimpelde analyse de veelvormige werkelijkheid geweld aan. Maar u herkent vast delen. Voor ons vormden ze de start van een uitdaging om een aanpak te bedenken die recht deed aan onze conclusies: meer doen begint met minder woorden, goed contact, gekozen eigen verantwoordelijkheid en ‘congruentie onder en boven water’.
4. Grootschalige activering? DOE het in netwerken. Duurzame netwerkorganisaties kunnen met het volgende model hun bereik en impact drastisch vergroten. Het model is gebaseerd op vijf peilers: 1. Netwerk: organiseer duurzaamheid in netwerken (van de achterban), waarin leden onderling goed zijn verbonden voor een gedeeld concreet doel en waarbij de duurzame netwerkorganisatie min of meer één verbinding met het hele netwerk aangaat. 2. Initieer het Droste-effect2. De duurzame netwerkorganisatie werft de eerste leden. Die eerste leden werven de tweede schil, de tweede schil de derde, enzovoorts. 3. Eigen motivatie voorop: niet de drijfveren van de duurzame netwerkorganisatie, maar de eigen drijfveer en gekozen verantwoordelijkheid van iedere participant zijn leidend in het netwerk. Daar is ook ruimte voor zodat ieder zelf verantwoordelijkheid kan oppakken. 4. Niet praten maar doen: breng methoden en hulp zo in het netwerk in dat men ‘ermee gaat spelen’ in plaats van er over te praten. 5. ‘Walk your talk’: breng bij alles wat in het netwerk gebeurt meteen de werkmethoden en omgangsvormen aan die de doelen van het netwerk ook voelbaar maken. Je krijgt dan congruentie onder en boven water. Dat betekent natuurlijk wel wat voor de duurzame netwerkorganisatie. Minder uitleggen. Meer als facilitator/aanjager van netwerken werken. Niet zelf nog meer verbintenissen met leden uit de achterban aangaan, maar stimuleren dat ze onderling sterk verbonden raken in een gezamenlijk doel. En ook daarin enige afstand bewaren, want de kunst is om meer aan de netwerken zelf over te laten en daarmee verantwoordelijkheid los te laten. Het vraagt dus echt veel van de duurzame netwerkorganisatie. Niet alleen een verandering van de werkwijzen en de communicatie (waar men overigens al jaren succesvol mee is geweest in het “ agenderen “ van duurzaamheid). Maar ook van de identiteit van de duurzame netwerkorganisatie zelf. Zoals met alle verandering vraagt deze van duurzame netwerkorganisaties dat zij iets moeten ‘loslaten’. In de aanpak zie iets dat wij het ‘Droste-effect’ zijn gaan noemen. De duurzame netwerkorganisatie gaat met de ‘eerste schil’ een transformatieproces aan. Deze voorlopers (koplopers, ambassadeurs) herhalen dezelfde stap met een volgende groep, enzovoort. Naarmate het netwerk groter, sterker en succesvoller wordt zal het meer vanuit het netwerk zelf tot actie komen. En zal de hoeveelheid energie, onderhoud en aandacht die de duurzame netwerkorgani-
2 Zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Droste-effect : Het Droste-effect is een visueel effect, waarbij een afbeelding
een verkleinde versie van zichzelf bevat. Voor de verkleinde afbeelding geldt weer hetzelfde, enzovoort.
6
satie daaraan hoeft te besteden niet meegroeien met het aantal leden in het netwerk. En misschien zelfs wel afnemen. Wat daarbij helpt is slim geprogrammeerde bijeenkomsten waar het netwerk zichzelf bouwt en versterkt. Met een congruente onderwaterboodschap. Met heel weinig zenden en heel veel zelf aan de slag, vanuit eigen motivaties. Ervoor zorgen dat ieder overleg, iedere bijeenkomst met meer trots en energie eindigt dan begon.
5. Toch een casus: Connekt We hebben een mooie casus. En die willen we je laten zien. Niet zodat je die kunt kopiëren. Wel om te laten zien dat het loont als je begint. En stap voor stap bouwt aan een netwerk. En dat het dan ineens hard kan gaan. De casus gaat over Connekt. Dat is een onafhankelijk netwerk van bedrijven, overheden en kennisinstellingen dat in vertrouwen samenwerkt aan duurzame verbetering van de mobiliteit. Connekt voert namens het ministerie van Infrastructuur en Milieu het Lean and Green programma uit, waarin deelnemers zich committeren om hun CO2 uitstoot in 5 jaar met 20% te reduceren. Stand van zaken in april 2012 is dat 250 vervoerders, verladers en gemeenten meedoen. Zij zien hun commitment beloond met de ‘Lean and Green Award’. Connekt hanteert een waarderende, positieve aanpak. Connekt heeft in het begin zelf actief bedrijven geworven om in het Lean and Green programma deel te nemen. Deze bedrijven zijn de ‘koplopers’ van het programma en velen van hen vervullen een ambassadeursrol. De werving verliep altijd een-op-een, of via kleinschaligere workshops. Inmiddels werkt het anders en worden nieuwe deelnemers op een netwerkmanier geworven. Bij de laatste award-uitreiking werden de 58 winnaars gevraagd om ieder twee of drie relaties mee te nemen. Dat waren vaak ketenpartners: toeleveranciers en afnemers die onderdeel uitmaakten van de logistieke ketens van de winnaars. Samen met hun gastheren maakten de nieuwkomers een bijzondere start van hun Lean and Green carrière mee. The Lean and Green co-creation Die start bestond uit een gefaciliteerde workshop van twee en een half uur. Volledig geprogrammeerd volgens de leidende principes van de duurzame netwerkorganisatie. Met bijvoorbeeld: - minder dan een kwartier plenaire zendtijd. - iedere deelnemer start bij eigen drijfveren en eigen verantwoordelijkheid. - nauwelijks uitleg van de Lean and Green Award maar er meteen mee aan de slag. - zo direct ervaren dat er al veel is te realiseren. Dat er ook belemmeringen zijn en dat je die kunt oplossen. Dat je elkaar daarbij steunt en dat Connekt daarbij steunt. Resultaat was dat het overgrote deel van de nieuwkomers uit volle en eigen motivatie een keuze maakte om in te stappen in Lean and Green. Feitelijk al aan de slag waren gegaan. En er ook deelnemers waren die uit volle motivatie besloten dat niet of nog niet te doen. Een
7
zeker zo belangrijk resultaat: een zaal vol deelnemers waar de trots en energie van afspat. Die ‘onder water’ onthouden dat werken aan verduurzaming geweldig leuk en inspirerend is. Van belang is dat we in de voorbereiding naar deze bijeenkomst steeds hebben geprobeerd de leidende principes ook op ons eigen werken toe te passen en op onze samenwerking met Connekt. Ook Connekt herkent het succes ‘Verbinding is voor Connekt geen doel op zich, maar een middel om samen een doel te bereiken: de verduurzaming van mobiliteit,’ zegt Nico Anten, managing director van Connekt. ‘Daarmee bereiken we niet alleen winst voor het milieu, maar ook voor onze economie. En dat gezamenlijke perspectief is wat ons niet alleen bindt, maar ook inspireert. Die geestdrift kun je aanwakkeren door het netwerk samen te brengen en uit te nodigen om binnen een korte tijd een grote stap voorwaarts te zetten. Daarvoor heb je een energieke werkvorm nodig. Dat is wat Over de Brug aan ons congres heeft toegevoegd. Marcel Collignon en Pepijn Nicolas wisten de deelnemers aan te spreken op hun gedeelde enthousiasme voor een gezamenlijk doel. Zij creëerden een dynamische sfeer door dat gemeenschappelijke enthousiasme te koppelen aan korte opdrachten in kleine werkgroepjes met steeds een centrale terugkoppeling. De concentratie, doelgerichtheid en de geestdrift waren bijzonder groot. Dat kon dus ook niet anders dan tot een succes leiden.’ ‘Voor ons was deze werkvorm een test. We wilden in korte tijd meer resultaat bereiken. Dat is gelukt dankzij de uitstekende samenwerking met Over de Brug. Gezamenlijk willen we de Lean and Green Co-Creation dan ook graag doorontwikkelen en toepassen op andere netwerkevenementen van Connekt.’
6. Wat willen we en wat hebben we nog te leren? Onze aanpak heeft zich bewezen. In situaties waar een organisatie met een drive en zonder formele macht haar achterban ergens in mee wil krijgen. Zoals bijvoorbeeld bij Connekt en de vervoersbedrijven. Wij willen meer impact hebben. Over tien jaar met trots kunnen zeggen dat we een rol speelden bij het aanjagen van verduurzaming. Dat kunnen we door meer netwerkopbouw te steunen. Ook willen we –met partners- onze methoden verder aanscherpen. Voor ons eigen leren zijn we bezig om te kijken hoe en met welke aanpassingen ons gedachtengoed ook in grote bedrijven werkt. Om cultuur- en gedragsveranderingen (rondom duurzaamheid) werkelijk te realiseren. Denk aan de situatie waarbij een staffunctionaris, al dan niet gesteund door het topmanagement daarin de voortrekkende rol heeft, maar vastloopt op de activering van rest van de organisatie en waarbij een top-down benadering alleen niet afdoende is. Eerste pilots laten daarin bemoedigende resultaten zien. En ook dat we nog wat te winnen hebben.
8
Epiloog: “Ga toch aan de slag, je zult zien dat het lukt.” Toch?... Laten we even terugdenken aan de wanhopige best-practice presentatrice uit hoofdstuk 3. En terug gaan naar ons dilemma uit de samenvatting. Er is een kans dat je als lezer nu over de aanpak denkt dat het voor jou niet zo werkt. En kritische vragen hebt over de werking van de methode. Dat hebben we dan een beetje over onszelf afgeroepen. Als je toch nieuwsgierig bent, kom dan naar onze bijeenkomst. Dan leer je vanzelf wat je kunt met onze aanpak. Als dat niet kan, denk dan eens na over de volgende vragen en zie eens wat dat je brengt:
En jij? Wat is jouw motivatie? Waar wil je staan over vijf jaar? Wat is je eerste stap? Waar heb je zin in en word je er blij van? Wat vind je moeilijk? Mogen wij je helpen?
Marcel Collignon, directeur Sustainable Change Pepijn Nicolas, directeur Spinner Marcel en Pepijn bundelen hun krachten in OverdeBrug.com, de netwerkorganisatie voor het faciliteren van maatschappelijke verandering. Meedoen aan de ervaringssessie? Mail naar
[email protected]
9
Over de auteurs Marcel Collignon (1967) is Industrieel Ontwerper en directeur van Sustainable Change bv. Als verandermanager en facilitator ontwerpt en begeleidt hij processen waar duurzaamheid het onderwerp is. Hij doet dat in implementatieprocessen in grotere organisaties, en in multistakeholder projecten waar met verschillende partijen wordt gewerkt aan een duurzaamheidsvraagstuk. In de jaren dat Marcel werkzaam was voor de duurzaamheidsgroep van KPMG heeft hij veel ervaring opgedaan die nu onderdeel is van zijn methoden en manier van werken. Marcel is partner in OverdeBrug.com; de netwerkorganisatie voor het faciliteren van maatschappelijke verandering. Pepijn Nicolas (1968) is Sociaal Econoom en directeur van Spinner BV. Als facilitator ontwerpt en begeleidt hij processen om complexe vraagstukken op te lossen. Hij werkt veel in ‘multi-stakeholder’-omgevingen, waar meerdere partijen samen aan een vraagstuk werken. Bij voorkeur werkt Pepijn aan vragen met maatschappelijke relevantie. Voor een groot aantal branche-organisaties, overheden, intermediaire organisaties ontwierp Pepijn de omslag in het bereiken van hun doelstellingen. Pepijn is partner in OverdeBrug.com; de netwerkorganisatie voor het faciliteren van maatschappelijke verandering.
10
Over de Working Paper “Als een steen in het water” Duurzaamheid staat op de kaart. Nu is het vooral nog een kwestie van doen. Anderen tot actie verleiden werkt psychologisch anders dan ze ergens van te overtuigen. Juist op het vlak van activeren valt voor intermediaire organisaties nog veel te winnen. Marcel Collignon en Pepijn Nicolas van OverdeBrug.com faciliteren grote veranderingsprocessen. Ze presenteren een praktische en in de praktijk bewezen methode om met beperkte middelen grote groepen bedrijven te verleiden tot werkelijke verduurzaming. In lijn met hun boodschap om minder uitleg bij methodes te geven nodigen ze de lezer bovendien uit om hun aanpak te komen ervaren. Meedoen aan de ervaringssessie? Mail naar
[email protected] . De eerste ervaringssessie is op woensdag 12 september, van 13.30 tot 16.30 uur.
11