01_050384
18-04-2005
09:39
Pagina 4
hoofdstuk
W e r k e n a l s z o r g h u l p i n o r g a n i s at i e s
1
Als zorghulp kun je werken bij de volgende instellingen van de gezondheidszorg: – de thuiszorg; – een verzorgingshuis; – een verpleeghuis; – een instellingen voor gehandicapten; – ziekenhuis.
Als je bij de thuiszorg werkt, ga je naar het huis van de zorgvrager. Je helpt deze mensen dus thuis. De thuiszorg wordt steeds belangrijker. Zorgvragers worden tegenwoordig eerder uit het ziekenhuis ontslagen. Ouderen gaan minder snel naar een verzorgingshuis dan vroeger. In de komende jaren zal de vraag naar thuiszorg toenemen. Dat komt omdat het aantal ouderen toeneemt en de mensen steeds ouder worden. Een andere oorzaak is dat mensen langer thuis blijven wonen.
1.1.1
De gezinszorg
1.1
Werksituaties van de zorghulp: waar je werkt als zorghulp
Werken in de thuiszorg voorbeeld
Meneer Dekker heeft zijn heup gebroken. Hij heeft in het ziekenhuis gelegen. Daarna heeft hij in het verpleeghuis weer leren lopen. Nu kan hij weer naar zijn huis. Hij is nog niet in staat eten te koken en het huishouden te doen. Daarom krijgt hij huishoudelijke hulp. De instelling voor de thuiszorg stuurt Malika. Iedere dag helpt Malika meneer Dekker om de meest noodzakelijke dingen te doen. Zij wast af, stofzuigt de kamer en ruimt de boodschappen op.
Je kunt gaan werken in een gezin. Mevrouw Tang is net uit het ziekenhuis naar huis gekomen. Zij kan nog niet goed voor de kinderen zorgen. Toch moeten de kinderen worden geholpen. Je kookt dan bijvoorbeeld het eten voor het gezin. Je moet voor een bepaalde tijd een aantal taken overnemen van de huisvrouw of huisman. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de zorgvrager ziek is. Het kan ook gebeuren bij een opname in het ziekenhuis of na een ziekenhuisopname. Hier is sprake van gezinszorg.
Ouderenzorg Mensen die hulp nodig hebben, kunnen hulp vragen bij de thuiszorg. De thuiszorg is een instelling die hulp geeft bij mensen thuis. De hulp van de thuiszorg kan bestaan uit: 1 huishoudelijke hulp (bijvoorbeeld stofzuigen, bedden opmaken, afwassen en eten koken) 2 verplegen van de zieke zorgvrager (bijvoorbeeld het verbinden van een beenwond) 3 verzorging (bijvoorbeeld scheren, tanden poetsen en nagels knippen). Een zorgvrager is een persoon die zorg nodig heeft. Meneer Dekker kan nog niet voor zichzelf zorgen. Hij loopt nog zeer moeilijk en hij heeft ook pijn bij het lopen. 4
voorbeeld
Voor een bejaard echtpaar is stofzuigen een te zwaar karwei. De zorghulp neemt deze huishoudelijke taak over. De zorghulp vraagt of de vrouw zelf stof af wil nemen. Op deze manier worden ouderen gestimuleerd een aantal activiteiten zelfstandig te blijven doen.
Je kunt dus ook gaan werken bij ouderen. Dit heet ouderenzorg. Je helpt dan een oude mevrouw of meneer met het stofzuigen.
18-04-2005
09:39
Pagina 5
w e r k e n
a l s
z o r g h u l p
i n
o r g a n i s a t i e s
1 h o o f d s t u k
01_050384
Afbeelding 1 Stofzuigen is een zwaar karwij voor ouderen. Een zorghulp neemt het over…
Afbeelding 2 Met een gezellig ingerichte kamer kan een zorgvrager zich ook in een verpleeghuis thuis voelen
1.1.3 1.1.2
Werken in het verpleeghuis
Werken in het verzorgingshuis
In een verzorgingshuis wonen oudere mensen. Deze mensen kunnen niet thuis meer voor zichzelf zorgen. Sommigen lopen slecht, anderen zijn dement. Om in een verzorgingshuis te kunnen wonen, moet de zorgvrager aan een aantal eisen voldoen. Er is een zogenoemde indicatiecommissie, die bestaat uit deskundigen. Deze personen bepalen of een zorgvrager in het verzorgingshuis kan gaan wonen. Iedere zorgvrager heeft een eigen kamer. Deze kamer moet regelmatig worden schoongehouden. Dit zijn werkzaamheden die door zorghulpen en helpenden worden verricht. Soms helpt de zorgvrager nog een beetje mee.
In een verpleeghuis wonen zorgvragers die niet langer meer thuis geholpen kunnen worden. Er wonen ook zorgvragers die een ziekenhuisopname achter de rug hebben. Ze kunnen (nog) niet naar hun eigen huis terug. Deze zorgvragers krijgen extra hulp in het verpleeghuis. In het verpleeghuis wonen ook zorgvragers die verlamd zijn. Sommigen hebben een ernstig ongeluk gehad. Anderen een hersenbloeding. Zij kunnen soms niet meer spreken en lopen. Voor deze zorgvragers is geen herstel meer mogelijk. Ze moeten soms de hele dag in bed blijven. Een fysiotherapeut oefent de spieren. voorbeelden
voorbeeld
Meneer Van Baal woont sinds vier maanden in het verzorgingshuis. Hij heeft voor die tijd altijd zelfstandig gewoond. De laatste twee jaar dat hij zelfstandig woonde heeft hij hulp van de thuiszorg gehad. In het verzorgingshuis moet hij geholpen worden met wassen. Een wond aan zijn been moet elke dag verzorgd worden, dit wordt gedaan door een verzorgende. Bovendien krijgt hij in het verzorgingshuis alle zorg die hij nodig heeft.
Mevrouw Leffers is een alleenstaande vrouw van 66 jaar. In het ziekenhuis is zij geopereerd. Ze heeft een nieuwe heup gekregen. Een fysiotherapeut moet haar opnieuw leren lopen. Daarom is zij voor revalidatie opgenomen in een verpleeghuis. Daar krijgt zij de hulp die zij nodig heeft om weer zelfstandig te kunnen wonen. Na ongeveer zes maanden mag ze weer naar huis. Mevrouw Jurg is 42 jaar. Twee jaar geleden heeft ze een hersenbloeding gehad. Ze kan niet meer praten. Ze is ook bijna helemaal verlamd. Ze kan zich thuis niet meer redden. Haar twee dochters wonen ver van hun moeder vandaan. Mevrouw Jurg woont nu een jaar in verpleeghuis De Hunze. Ze wordt daar verzorgd op een eenpersoonskamer.
5
01_050384
18-04-2005
w e r k e n
1.1.4
09:39
i n
d e
Pagina 6
z o r g
Werken in een instelling voor gehandicapten
Er zijn ook instellingen in de gezondheidszorg waar mensen wonen die gehandicapt zijn. Deze mensen kunnen bijvoorbeeld verstandelijk gehandicapt zijn. Andere mensen hebben een lichamelijke handicap.
voorbeeld
Henk is een jongen van zestien jaar. Hij is geboren met een verstandelijk handicap. Hij kan bijna niet praten. Hij zit de hele dag op een stoel naar buiten te kijken. Hij beweegt zijn hoofd steeds heen en weer. Henk woont in een huis met nog acht verstandelijk gehandicapten. De zorghulp helpt bij het schoonhouden van het huis. Iedere dag maakt de zorghulp de badkamer schoon.
Afbeelding 3 Rondleiding op de afdeling
1.2 Vormen van zorg In dit hoofdstuk wordt het beroep van zorghulp besproken. Waarmee houdt een zorghulp zich bezig? Deze vraag is vrij eenvoudig te beantwoorden: een zorghulp helpt mensen. Je zult mensen helpen met de huishouding, bijvoorbeeld
6
door bij een zieke zorgvrager te gaan stofzuigen. Je zult ook mensen helpen die in een rolstoel zitten, bijvoorbeeld door de zorgvrager naar de dokter te brengen. Er zijn verschillende vormen van zorg. Je kunt zorgen voor jezelf, dan is er sprake van zelfzorg. Je kunt zorgen voor anderen, zoals je vriend, je vriendin of je familie, dan is er sprake van mantelzorg. Werk je beroepsmatig voor anderen, bijvoorbeeld als zorghulp, dan is er sprake van professionele zorg.
Zelfzorg
voorbeeld
Om kwart over zeven loopt de wekker af. Marloes wordt wakker. Ze kijkt hoe laat het is. Marloes wast zich in de badkamer en kleedt zich daarna aan. Ze gaat naar beneden, eet een boterham en drinkt een kopje thee. Na het eten poetst ze haar tanden. Buiten is het koud, dus ze trekt een dikke jas aan. Dan gaat zij naar school. Tijdens de middagpauze op school eet zij drie boterhammen en drinkt ze een beker melk.
Zelfzorg wil zeggen dat je voor jezelf zorgt. Je drinkt water. Je eet brood. Je wast je haar. Je poetst je tanden. Je draagt in de winter warme kleding. Je zorgt voor jezelf om niet ziek te worden. Iedereen zorgt weer op een andere manier voor zichzelf. De een zal elke ochtend een douche nemen, een ander haalt alleen een natte washand over zijn gezicht. Iemand anders neemt misschien elke zaterdag uitgebreid een bad of gaat onder de douche als hij van zijn werk thuiskomt. Er zijn mensen die met een lege maag naar school of hun werk gaan, maar er zijn ook mensen die een uitgebreid ontbijt nemen. Verder lust de een graag een pilsje en heeft een ander liever een kopje thee.
18-04-2005
09:39
Pagina 7
w e r k e n
a l s
z o r g h u l p
i n
o r g a n i s a t i e s
viteiten van het dagelijks leven. Het zijn de activiteiten die iemand in zijn dagelijkse leven onderneemt, zoals: – wassen; – zelfstandig aan- en uitkleden; – eten en drinken; – voortbewegen; – naar de wc gaan. HDL
Afbeelding 4 Zorg voor jezelf, ook op sociaal gebied
Zelfredzaamheid Als je voor jezelf zorgt dan is er sprake van zelfredzaamheid. Zelfredzaamheid heb je geleerd. Als klein kind leerde je van je ouders hoe je jezelf moest wassen, aankleden, tanden poetsen en dergelijke. Op school heb je misschien leren koken. In de opleiding van zorghulp leer je een badkamer schoonmaken. ADL
en zelfzorg
en zelfzorg
HDL betekent huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen. Voorbeelden van HDL zijn: – zelf afwassen; – zelf afstoffen; – zelf stofzuigen; – zelf kleding wassen; – zelf eten koken.
Als de zelfzorg tekortschiet Zelfzorg is een alledaags en een belangrijk gebeuren. Je zorgt bijna de hele dag voor jezelf. Als je ziek wordt kun je niet meer volledig voor jezelf zorgen en dan heb je een probleem: een zorgprobleem of een zelfzorgtekort.
In de praktijk kom je naast het begrip zelfzorg vaak een ander begrip tegen. Dit is het begrip ADL. Het betekent acti-
voorbeeld
Mevrouw De Vries is 85 jaar oud. Ze ziet de laatste tijd slecht. Ze kan nu niet meer borduren en ook de krant kan ze niet meer lezen. Dat vindt ze jammer. Haar dagelijkse lichamelijke verzorging gaat ook achteruit. Soms loopt ze enkele dagen met een vlek op haar jurk, omdat ze die vlek niet ziet. Ze kan ook niet meer lang staan. Stofzuigen vindt ze heel zwaar en daardoor doet ze dat soms maar eenmaal per maand.
Mantelzorg
Afbeelding 5 Zelfzorgbehoeften en zelfzorgactiviteiten
Op een moment is er sprake van een zelfzorgtekort of een zorgprobleem. De persoon heeft dan zorg van anderen nodig. Die anderen hoeven niet meteen professionele hulpverleners, bijvoorbeeld zorghulpen en helpenden, te zijn. Er kan ook sprake zijn van mantelzorg.
7
1 h o o f d s t u k
01_050384
01_050384
18-04-2005
w e r k e n
09:39
i n
d e
Pagina 8
z o r g
Mantelzorg is de zorg die bekenden geven: familieleden, vrienden, buren, kennissen.
voorbeelden
Meneer Aslan woont alleen in huis en hij kan niet zoveel meer. Hij heeft zes kinderen die in de buurt wonen. Zijn twee dochters komen om de dag en koken eten voor hem. Zijn oudste zoon haalt iedere week boodschappen. Meneer Aslan gaat iedere zaterdag met zijn zoon Mehmed naar de markt. Iedere vrijdag gaat hij met zijn zonen naar de moskee. Hij wordt dan met de auto naar de moskee gebracht. Anja woont met haar vriend in een flat. Toen ze zijn gaan samenwonen hebben ze deze flat gehuurd. Haar vriend is vrachtwagenchauffeur. Hij vertrekt op maandag met zijn vrachtauto, rijdt dan naar Oostenrijk en komt op woensdag weer thuis. Anja is door een auto aangereden. Zij heeft haar been gebroken en kan daardoor niet goed lopen. Zij heeft een vriendin die helpt op de dagen dat haar vriend er niet is. De vriendin doet boodschappen, stofzuigt en maakt de badkamer schoon.
De mensen die mantelzorg geven hebben er niet voor geleerd. Ze hebben geen opleiding gevolgd in de zorg. De zorg die je als mantelzorger geeft wordt niet vergoed. Het is geen betaalde baan.
Afbeelding 6 De buurvrouw die boodschappen doet voor een zieke, vraagt daar geen geld voor
8
Professionele zorg Professionele zorg wordt gegeven door mensen die daarvoor een opleiding hebben gevolgd. Deze mensen hebben er hun beroep van gemaakt en zij ontvangen daarvoor geld. De kenmerken van professionele zorg zijn dat de mensen die deze zorg verlenen, daarvoor een opleiding hebben gevolgd en dat de mensen de deskundigheid hebben om dit te doen. Deze deskundigheid bestaat uit de kennis, de vaardigheden en de beroepshouding die de zorgverlener moet hebben. Het komt door de deskundigheid van de zorgverlener dat de zorgvrager voor de zorg die wordt verleend moet betalen. Professionele zorgverleners zijn bijvoorbeeld: Huisarts Een huisarts komt bij een zieke zorgvrager. Hij constateert dat de zorgvrager een rode/ontstoken keel heeft. Hij schrijft medicijnen voor. Helpende en verzorgende Een helpende en verzorgende helpen de zorgvragers te verzorgen. Een helpende helpt in de huishouding. Een verzorgende verbindt een wond. Zij doet er een nieuw verband om. De fysiotherapeut Een zorgvrager woont enige tijd in een verpleeghuis. Hij heeft bij een ongeluk een van zijn beide benen verloren. De fysiotherapeut leert hem nu weer te lopen. De zorgvrager kan weer lopen met een prothese.
Afbeelding 7 Een professionele zorgverlener
18-04-2005
09:39
Pagina 9
w e r k e n
De diëtist Een zieke zorgvrager in het verzorgingshuis heeft suikerziekte. Zij krijgt daarvoor een dieet. De diëtist geeft aan wat de zorgvrager wel en niet mag eten. De psycholoog Een zorgvrager is verstandelijk gehandicapt. De psycholoog geeft adviezen hoe de verzorgers met de zorgvrager moeten omgaan en de verzorgers volgen de adviezen van de psycholoog op. De maatschappelijk werker Meneer Van Veen is erg ziek. Hij zal binnen enkele maanden sterven. Meneer Van Veen is altijd een zeer gezonde man geweest en is plotseling ziek geworden. Hij kan niet begrijpen dat hij zal sterven. De maatschappelijk werker helpt meneer Van Veen. Hij praat met hem over wat er zal gebeuren en hij praat met de echtgenote van meneer Van Veen. De verpleegkundige Frank is verpleegkundige in het verpleeghuis. Hij zorgt ervoor dat de zorgvragers hun medicijnen krijgen, hij geeft injecties en hij verzorgt wonden.
1.3
Welke werkzaamheden ga je als zorghulp doen?
Als zorghulp help je zorgvragers. Je zult gaan helpen in de huishouding. Je zult werkzaamheden doen die elke dag moeten gebeuren. Voorbeelden zijn: – het eten voorbereiden; – de was doen; – ramen zemen; – boodschappen opruimen; – een zorgvrager helpen bij het vervoer.
a l s
z o r g h u l p
i n
o r g a n i s a t i e s
voorbeelen
Mevrouw Eefting woont in het verzorgingshuis Onder de Linde. Ze kan zichzelf goed redden. De zorghulp brengt haar koffie en thee. Mevrouw Aslian woont op een flat in Amsterdam. Ze is al lange tijd ziek. Haar man is enkele jaren geleden overleden. De zorghulp die werkt bij de thuiszorg, komt iedere dag twee uur het huishouden doen. Ze stofzuigt de kamer. Ze ruimt de keuken op en maakt de badkamer wekelijks schoon. Meneer Van Vliet zit in een rolstoel. Hij woont in het verpleeghuis Zandhove. Twee keer per week gaat hij naar de fysiotherapeut. De zorghulp brengt meneer Van Vliet naar de ruimte waar de oefeningen worden gedaan.
1.4
1 h o o f d s t u k
01_050384
Hoe worden zorgvragers verzorgd: de zorgvisie
Het is belangrijk dat een zorgvrager zoveel mogelijk zelf doet. Je helpt bij het ondersteunen van de zelfzorg. Je doet pas iets als de zorgvrager dat niet meer kan. In de zorg wordt uitgegaan van een mensbeeld en dat betekent dat je een mens op een bepaalde manier ziet. In de zorg is het holistisch mensbeeld het uitgangspunt. Bij het holistisch mensbeeld horen drie aspecten: – een lichamelijk aspect; – een geestelijk aspect; – een omgevingsaspect.
Lichamelijk aspect Je lichaam moet eten. Krijg je geen eten, dan word je ziek. Mevrouw Van Veen bijvoorbeeld heeft een operatie gehad aan haar maag. Ze mag drie weken alleen maar vloeibaar eten hebben. Dat vindt ze heel erg, ze wordt er boos en verdrietig van. Ze valt erg af en wordt mager.
9
01_050384
18-04-2005
w e r k e n
09:39
i n
d e
Pagina 10
z o r g
Geestelijk aspect
Het omgevingsaspect
Bij het geestelijk aspect gaat het om hoe iemand zich geestelijk voelt. Meneer Nakanishi bijvoorbeeld is erg verdrietig. Zijn vrouw is twee weken geleden overleden. Hij huilt vaak en zit bijna de hele dag uit het raam naar buiten te kijken. Hij voelt zich eenzaam.
Als mens kun je niet alleen leven. Je hebt andere mensen om je heen nodig. Maar soms zijn er geen mensen om je heen, waardoor je dan alleen bent en eenzaam kunt zijn. Meneer Groothuis bijvoorbeeld woonde alleen in een flatje en kwam niet veel buiten. Zijn kinderen haalden hem soms op, maar zij wonen ver weg. Dus hij zag ze niet vaak. Verder had meneer Groothuis weinig contact met de buren. Hij wilde graag met andere oudere mannen gaan kaarten, maar in de flat woonden geen ouderen. Op een gegeven moment werd meneer Groothuis ziek en kon niet goed meer voor zichzelf zorgen. In het verzorgingshuis waar hij nu woont gaat hij iedere dag biljarten en drie keer per week kaarten. Hij is erg opgeknapt van deze nieuwe contacten met mensen van zijn leeftijd. Als je een holistisch mensbeeld hebt, dan vind je dat alle drie de aspecten in het leven belangrijk zijn. Is er bij een van de drie iets niet in orde, dan heeft dat gevolgen voor de andere aspecten. Volgens het holistisch mensbeeld staan de drie verschillende menselijke aspecten niet los van elkaar. Je kunt niet alleen maar naar het lichamelijke aspect kijken, je moet ook letten op het geestelijk aspect en het omgevingsaspect. Voel je je lichamelijk niet goed, dan is dat van invloed op je geest en je omgeving. Past de omgeving waarin je bent niet bij jou, dan is dat van invloed op je geest en lichaam. De mens wordt in het holistisch mensbeeld gezien als een geheel van die drie aspecten.
Gevolgen van de holistische mensvisie voor de verzorging De holistische mensvisie heeft gevolgen voor de manier waarop de zorg gebeurt. Iedere zorgvrager wordt verzorgd op de manier die bij hem of haar past. Dat betekent dat zorgvragers verschillend worden verzorgd. Afbeelding 8 Door het overlijden van de partner kan de achterblijvende oudere verdrietig en eenzaam worden
10
18-04-2005
09:39
Pagina 11
w e r k e n
voorbeeld
Mevrouw Van Veen die aan haar maag is geopereerd en drie weken alleen maar vloeibaar eten mag hebben, vindt dat heel erg. Ze valt af en wordt mager. Je zorgt dat ze haar eten krijgt (lichamelijk aspect). Je praat met haar en luistert naar wat zij vervelend vindt (geestelijk aspect). Je zorgt ervoor dat het ziekenbezoek koffie krijgt (sociaal aspect).
1.5
De beroepshouding van de zorghulp
In dit hoofdstuk zijn voorbeelden genoemd van de taken van een zorghulp. Je helpt bij: – werkzaamheden in de huishouding; – activiteiten van het dagelijks leven.
a l s
z o r g h u l p
i n
o r g a n i s a t i e s
Ilhame werkt nu al een jaar in de gezinszorg. Ze vindt het werk zwaar. Ze kan de problemen van de bewoners niet van zich afzetten. Ze is vaak in tranen als de zorgvragers over hun ziekte vertellen.
Beroepshouding Een beroepshouding is heel belangrijk. Je hebt een goede beroepshouding als je: – de zorgvrager aanvaardt zoals deze is; – de zorgvrager met respect behandelt; – ervoor zorgt dat de zorgvrager openstaat voor de geboden zorg; – ervoor zorgt dat de eigen zelfstandigheid van de zorgvrager blijft bestaan; – werkelijk rekening houdt met de persoonlijke wensen van de zorgvrager; – probeert de onafhankelijkheid van de zorgvrager te stimuleren; – de juiste informatie geeft over wat voor hulp je biedt.
Je zult in de opleiding tot zorghulp veel vaardigheden leren. Je leert ook waar je op moet letten. Dat is de theoretische kennis die je nodig hebt. Voor het goed werken als zorghulp zijn niet alleen kennis en vaardigheden voldoende. Een goede beroepshouding is ook heel belangrijk.
voorbeelden
Kiyomi is achttien jaar en werkt in het verzorgingshuis De Terp. Kiyomi zegt het heel erg leuk te vinden om met oudere mensen om te gaan. Ze vindt datgene wat de zorgvragers te vertellen hebben erg interessant. Ze luistert graag naar hun verhalen. Anoek werkt ook in het verzorgingshuis De Terp. Zij vindt het ongelooflijk dat Kiyomi zo lang naar die verhalen kan luisteren. Ze vindt het maar oude verhalen die er niet meer toe doen. Ze vindt het ook niet erg belangrijk om te luisteren naar de zorgvragers. Zij luisteren ook niet naar haar als ze iets vertelt over haar favoriete groep The Backstreet Boys.
Afbeelding 9 Een zorghulp geeft informatie aan een zorgvrager
11
1 h o o f d s t u k
01_050384
01_050384
18-04-2005
w e r k e n
09:39
i n
d e
Pagina 12
z o r g
Om een goede beroepshouding te hebben is het belangrijk dat je de volgende eigenschappen hebt of ontwikkelt: – respect voor anderen, ongeacht sekse, leeftijd, ras, geloof of culturele achtergrond; – eerlijkheid; – betrouwbaarheid; – kunnen begrijpen wat de zorgvrager voelt of denkt; – geduld en tact.
1.6
Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
Twee aspecten van het beroep van zorghulp zijn heel belangrijk: – de verantwoordelijkheid; – de aansprakelijkheid.
voorbeeld voorbeelden
Meneer Gonzales moppert nogal vaak. Hans werkt als zorghulp drie ochtenden in de week bij hem. Hans vindt het niet erg dat meneer Gonzales moppert. Hij aanvaardt het dat meneer Gonzales zo reageert. Hans weet waarom meneer Gonzales zo reageert, hij is dement. Hans vindt meneer Gonzales niet zielig. Hij weet dat als je dement bent, je nu eenmaal zo doet. Hans bedenkt dat hij misschien wel hetzelfde zal doen als meneer Gonzales als hij zelf dement zou zijn. Hans respecteert meneer Gonzales zoals hij is. Hans vindt dat meneer Gonzales wel kan afstoffen. Hans vraagt dat aan hem. Eerst zegt meneer Gonzales dat hij moe is, maar Hans dringt aan. Na enig mopperen gaat meneer Gonzales toch afstoffen. Hans probeert hem zoveel mogelijk zelfstandig te laten blijven. Meneer Gonzales wordt binnenkort negentig jaar oud en zijn drie kinderen zullen dan zeker komen. Hans vraagt aan meneer Gonzales of hij gebak moet kopen. Nou dat vindt meneer Gonzales een goed idee, hij is zelf ook gek op gebak. Hans houdt zo rekening met de wensen van de zorgvrager.
De belangrijkste elementen van je beroepshouding worden later in dit boek nog verder besproken.
12
Jasemin werkt als zorghulp in het verzorgingshuis. Ze is bezig de vloer te dweilen en de vloer wordt daardoor glad. Ze ziet een oude mevrouw met een stok lopen. Jasemin helpt de mevrouw met het lopen over de gladde vloer. Jasemin weet dat zijn verantwoordelijk is voor haar werk. Door de mevrouw even te helpen voorkomt zij dat de oude mevrouw zou vallen. Als zorghulp neem je voorzorgsmaatregelen. Dat wil zeggen dat je verantwoordelijk bent voor de gevolgen van je eigen handelen. Stel bijvoorbeeld dat Jasemin de oude mevrouw niet had geholpen en dat zij was gevallen en haar heup had gebroken. Jasemin zou dan aansprakelijk zijn voor het ongeluk.