Als een baas dat eerste jaar door! - deel 2 en de rest van je carrière: een introductie in Boss Theory
Welkom terug bij de wetten van Boss Theory! We hebben nog steeds een aantal problemen die we gaan aanpakken via Boss Theory. Wat moet je dan doen met zo’n dikke werklading? Of welk perspectief kan je helpen als je nu eindelijk eens wilt innoveren binnen het onderwijs? Laten we verder gaan met wet 4!
We zitten hier dus weer met de stoïcijnse vraag: kan ik de uitkomst wel of niet beïnvloeden (wet 3)? Bij mijn werkdruk dacht ik van wel. Ik had genoeg bewijs dat mijn werklast hoog of zelfs te hoog was. Daarbij vond ik mezelf al een baas (wet 1), dus ik vond het niet nodig om mezelf bij anderen te bewijzen (wet 2) door meer werk te leveren dan waarvoor ik betaald werd. De situatie is er een van economische aard: de school wil dat ik dingen doe en betaalt daar geld voor, ik wil geld en lever daar mijn arbeid voor in. Als er meer van mij gevraagd wordt dan dat ik ervoor gecompenseerd word, dan is het dus een slechte transactie. Uiteindelijk ook voor mijn baas: ik kan deze school minder leuk vinden, of mijn baan, of ik krijg stress, word veel ziek, kan niet innoveren, etc. Ik ben naar mijn teamleider en baas gegaan om te zeggen dat ik de balans tussen compensatie en werk onvoldoende vond. En natuurlijk krijg ik meteen een aantal tegenslagen, van ideologische aard: “ja, dit is nou het onderwijs”, “zo werkt de normjaartaak” en “in het onderwijs zit veel vrijwilligerswerk.” Geen argumenten dus. Grappig overigens hoe je in elk werkveld hoort “ja, dit is nou het …” waarbij er altijd bedoeld wordt dat, anders dan in andere sectoren, je hier meer moet werken dan dat je betaald wordt. Door dergelijke zaken moet je je natuurlijk niet af laten schepen. Ook niet als er gezegd wordt dat als ik een taak af zou wijzen, dat mijn baas of een
Wet 4: Een baas beslist over zijn eigen leven en heeft ook een eigen leven Bij wet 3 lazen we over de terrorklas en dat een dergelijke klas een kwestie is van accepteren wat buiten je macht ligt. Maar hoe los je dan die extreme werklading op… Moet je die ook accepteren? Hoewel er zaken zijn waar we geen invloed op hebben, zijn er ook nog situaties waar we wel invloed op hebben. En daar moeten we zelf de hand in nemen. Machiavelli stelde dat we voor de helft afhankelijk zijn van ons lot en voor de andere helft zijn we zelf verantwoordelijk. Hij herinnert ons eraan dat Fortuna (godin van het lot) een vrouw is en ze daarom een sterke of soms zelfs een gewelddadige hand als voorkeur heeft (#anderetijden). Met andere woorden: je hebt zeker ruimte om de wereld om je heen te beïnvloeden en hoe krachtiger je dat doet, hoe meer je de wereld naar je hand zet. Over datgene waar we wel invloed op hebben, moeten we wel zorgen dat we het dan niet alsnog door iemand anders laten invullen! 35
andere collega dit zou moeten doen. Goed, Machiavelli stelde al dat Fortuna een stevige hand nodig heeft, dus ik zette door. Met alle redelijkheid aan argumentatie kwam dat uiteindelijk ook goed. De rol van je baas is immers zorgen dat jij optimaal benut wordt. Net als het de rol van de schoolleider is om de boel goed te managen en het dus zijn risico is als iemand overvol gepland wordt. Zijn probleem, niet de jouwe. Dus hoewel mijn werklading wat lichter werd, was het nog steeds veel. Zeker omdat ik net als jij goed werk wil leveren. Dat zou dan wel ten koste gaan van mijn sociale leven. Het probleem is dat we deze keuzes onbewust maken. De prikkel van werk is namelijk veel krachtiger en directer dan die van vriendschap. Die afspraak met je vriend kan ook nog wel over 2 weken, maar die les niet. Een avondje even niets doen kun je ook makkelijk verzetten. Je geluk komt later. En dat is inderdaad zo, namelijk aan het eind van de volgende zomervakantie, als we de grafiek van Leiden mogen geloven. Dus je moet paal en perk stellen aan je werk: wanneer heb je voldoende gedaan en wanneer mag je dus genieten? Zolang je dat niet helder hebt, loop je het gevaar om altijd over deze nog onbewuste grens heen te gaan door de onmiddellijkheid van de werkprikkel. Hoe doe je dat? Bepaal de minimale prestatie die je bereikt wilt hebben die week. Het is ook echt niet erg als je niet alle klassen op jouw maximale niveau behaalt. Het maximale is erg hoog in veel gevallen. Daarbij zal jouw extra werk in veel gevallen niet
eens echt meer opgemerkt worden. Pareto bedacht het principe van de 80%-20%-regel. Vaak wordt het gebruikt in de stelling:
“In 20% bereik je 80% van het resultaat, terwijl je voor die laatste 20% van het resultaat 80% van je middelen (bijv. tijd of energie) kwijt bent.” Nu zeg ik niet dat het docentschap zich precies in die verdeling vertoont, maar soms zijn we bezig met zaken die niet veel meer bijdragen aan het resultaat. We kunnen dan beter onze tijd aan andere zaken besteden. Houd dus rekening met de effectiviteit en efficiëntie van je werk en bepaal wanneer het eigenlijk niet veel meer toevoegt als je nog verder werkt. Pareto-efficiënt betekent dat vraag en aanbod elkaar precies kruisen bij een bepaalde prijs en hoeveelheid goederen. Zo is het ook met jouw lesgeven: jouw aanbod gaat na een tijdje voorbij het optimale punt, omdat er steeds minder vraag is naar extra aanbod of kwaliteit. Als je je tijd efficiënter kan besteden, heb je meer vrije tijd of meer tijd voor innovatie of kwaliteitsimpulsen op belangrijkere vlakken. Een Baas stelt dus op wat hij minimaal wil bereiken en kan vanaf dat moment tevreden zijn. (Meer tips over timemanagement vind je op pagina 31). Als je meer doet, loop je het risico om inefficiënt en/of ineffectief te zijn, waardoor je een goede reden hebt om niet (altijd maar) verder te gaan. Uiteindelijk slaak je de fameuze, of beruchte, ‘mañana’-kreet. Dit is dus geen zucht, maar een expressie
36
altijd netjes voor elkaar wat er van hem verwacht wordt, uiteraard met het ‘nodige vrijwilligerswerk’. Maar durft hij te innoveren – ook als het ten koste kan gaan van zijn resultaat? Soms moeten we een gokje wagen en accepteren als het dan eerst slechter gaat (of erkennen dat het überhaupt een stom plan was). Als we geloven dat alles moeite- en risicoloos zou kunnen verbeteren, leven we volgens Hobbes in the kingdom of fairies. Een gokje wagen is vaak ook een beetje rebels ‘schijt hebben’ aan de status quo. Zo stuitte ik op een problematische status quo voor mijn geplande onderwijsvernieuwing (flipping the classroom). Er zou niet voor betaald worden (en het dreigde dus vrijwilligerswerk te worden voor mij). Ik moest mezelf dus eerst afzetten tegen deze situatie en wat gaan lobbyen en onderhandelen. Daarnaast stuitte het op de heftige weerstand van een collega die vond dat ik het onderwijs zo aan het verpesten was. Ook waren mijn resultaten in het begin slechter dan vorig jaar door mijn eerste experimenten met het flippen. Leuk, die innovatie… Als ik leuk en goed gevonden wilde worden, dan was ik wel door blijven gaan met normaal lesgeven. Maar een beetje ‘gezonde schijt’ hebben aan de conventies zorgde uiteindelijk wel voor een goede onderwijsvernieuwing, respect van collega’s en een extra zakcentje. Geïnspireerd door Laozi, eindbaas van de Tao, heb ik nog een ander nuttig experiment gedaan: draai maar eens onvoorbereid een les en kijk hoeveel je op improvisatie kan. De Tao legt in zijn filosofie de nadruk op de reis
van je Baasheid. Je staat nu boven de alledaagse werkdruk: het is een expressie van fundamentele schijt hebben aan dat wat je de hele dag al hebt gedaan.
Daarna zeg je fcuk it! Ik ga genieten! Wet 5: Een Baas is een Dwaas Langzaamaan schemert het perspectief door: misschien moeten we ons niet zomaar alles laten aantrekken. Misschien moeten we alles niet zo serieus nemen. Erasmus ging zo ver dat hij vond dat het ‘serieus-zijn’ en het zogenaamde ‘wijs-zijn’ tekenen zijn van de ouderdom en uiteindelijk zelfs de dood. De dwaasheid daarentegen is het teken van het leven en de levensvreugde zelf. Hier een quote uit de Lof der Zotheid:
“Maar wijsheid maakt angsthazen van mensen en daarom zie je zo vaak wijze mensen in armoede, honger en stank leven, zie je ze zonder aandacht, zonder aanzien en zonder sympathie bestaan, terwijl dwaze mensen bulken van het geld en aan het roer van de staat geplaatst worden, kortom, in alle opzichten floreren.” Mensen die alles altijd serieus nemen, ontnemen zichzelf de kans om echt te genieten of om echt wat nieuws te creëren. Mensen die niet alles serieus nemen, ofwel ‘dwaas-zijn’, maken ruimte, door met de expliciete en impliciete regels te spelen. De brave docent krijgt door hard te werken 37
in plaats van de bestemming. Het meegaan op de flow van het zijn. Laat je meevoeren door dat wat er gebeurt en ga er vooral niet tegenin, want dat is zinloos en is dus verspilde energie. Ga een keer mee met de flow in een geïmproviseerde les. Dan kom je er meteen achter wat je ‘rauwe skills’ zijn: de vaardigheden die je al hebt, zonder ze op te poetsen met voorbereiding. Als het blijkt dat je zo al relatief goed een les kunt draaien, dan kun je dus de onnodige voorbereidingstijd wegsnijden en je aandacht beter besteden (denk aan Pareto bij wet 4). Ook kan dit handig zijn voor je zelfvertrouwen. Daarbij word je bij een dergelijke les ontvankelijker voor wat er allemaal eigenlijk echt gebeurt, omdat je nu geen bepaald dogma op de groep forceert. Je gaat nu ook op dingen letten die je normaliter niet op zouden vallen, omdat je normaal zo druk bezig bent met je eigen agenda. Echter, een les improviseren voelt voor veel beginnende docenten als #YOLO met een te hoog faalgehalte. Helaas! #YOLO (you only live once) is de gepopulariseerde contemporaine exclamatie die men bezigt wanneer men iets verricht wat men normaliter niet zou verrichten. We leven inderdaad maar één keer: willen we dan altijd braaf geluisterd hebben, of willen we in ons leven ook gespeeld hebben en lol gemaakt hebben? Willen we niet ook buiten het boekje gegaan zijn en spannende dingen hebben neergezet? Dansende mensen worden als gekken gezien door mensen die de muziek niet horen. De kunst is dus om de muziek te horen. Met andere woorden:
erkennen dat het leraarschap een fantastische zandbak is om in te experimenteren. Denk er eens over na: misschien heb je wel 8 klassen met 18 lesuren. Dat zijn dus 18 experimenten over 8 verschillende groepen. Moet je eens kijken hoe snel je kunt groeien in je docentschap (zie ook artikel Verkoop jezelf op pagina 86). En dat kan dan ook nog op een leuke manier, omdat je het ziet als een dans en niet als een fabrieksarbeider die elk jaar weer door de onderwijsmolen gaat. Erasmus stelt dus ook dat men de echte wijsheid alleen kan bereiken via de dwaasheid. Wie namelijk ook buiten de status quo kan kijken heeft een veel beter overzicht en kan dus wijzer zijn. Dit geldt dus ook voor jou als onderwijzer. Een Baas is dus een dwaas: hij durft om zich niet te houden aan de conventies en maakt van het leven een feest, terwijl hij van de wereld een betere plek maakt.
“Fcuk de regels” Wet 6: Het hoofddoel van een Baas is een Eindbaas worden Een criticus kan zeggen dat de wetten van Boss Theory ook kunnen zorgen voor apathische mensen; mensen die niets serieus nemen en zich niets aantrekken van anderen. Eikels dus. Trouwe volgers van Boss Theory halen hun inspiratie en intentie uit wet 6: ze hebben als doel om zichzelf als mens steeds beter te maken. We begonnen dit essay met de opmerking dat je vooral in je comfortzone moet blijven, omdat je het daar prettig hebt en je vanaf dat
38
punt zelfvertrouwen kunt ontwikkelen. Hoe meer zelfvertrouwen je hebt, hoe meer je aankunt. Dat betekent dus dat je meer kritiek aankunt en harder kunt werken, wat weer resulteert in een hogere kwaliteit van werk en gevoel van voldoening. De wetten worden dan niet misbruikt: je moet eerlijk tegen jezelf kunnen zeggen dat je continu probeert het Goede te doen. Als je niet aan jezelf werkt, dan hebben de wetten maar weinig impact. De houding van zelfverbetering zorgt ook voor een bepaald soort charme die bijvoorbeeld je collega’s kunnen waarderen. Dus als je een keer iets niet serieus neemt met de regels dan begrijpen mensen dat als een poging van jou om het onderwijs te verbeteren (in plaats van dat je aan het freeriden bent). Uiteindelijk zorgt de “Ik wil Eindbaas worden”-houding dus voor een veel functionelere instelling voor de omgang met je wereld. Cicero kijkt bijvoorbeeld heel anders naar zijn critici:
bedoelt Boss Theory het niet. Het gaat erom dat je helemaal geen fcuk meer geeft om onbelangrijke zaken. Of om jezelf, om naam en faam. En omdat je ego dan niet meer het belangrijkst is, kun je dus ook niet meer verstoord worden door oppervlakkige zaken. Je focust je op dat wat belangrijk is en dat probeer je zo goed mogelijk te doen. Het maakt niet uit of die leerling, collega of baas jou leuk vindt, maar of je je werk goed doet en daarbij een goede impact maakt op anderen. Dat stellen het Mahayana en Zen Boeddhisme als zowel de voorwaarde als het hoofddoel van verlichting: het verlichten van (het lijden van) anderen. Het Goede Leven ligt volgens hen dus sowieso buiten het ego. Een interessante toevoeging hierop komt uit de Shaolin-filosofie. Het Shaolin-gedachtegoed stoelt op het belang van doorzettingsvermogen, zowel lichamelijk als geestelijk. Hoe meer controle je hebt over lichaam en geest, hoe meer je kan bereiken. Waardoor? Mijns inziens door het weghalen van barrières om tot je potentieel te komen. In plaats van energie te ‘lekken’ door het piekeren over hoe mensen over je denken, kun je je energie nuttiger gebruiken. Daarbij is het piekeren in dit voorbeeld een probleem wat je extern wordt ‘opgelegd’ (was er een keuze?) en hebben we hier geen controle over de keuze of we er wel of geen energie aan besteden. Echter, als we onze geest trainen om onszelf te overstijgen, hoeven we niet zo afhankelijk te zijn van onze omstandigheden en onze gedachtestroom die daardoor ontstaat.
“Wanneer men tegen mij ingaat, wordt niet mijn toorn, maar mijn aandacht gewekt. Iemand die mij tegenspreekt kom ik juist tegemoet: ik leer van hem.” Het functioneel kijken naar de wereld om je heen kunnen we nog een stap verder brengen. Dan komen we bij het punt van wat de feelgood glossy ‘Happinez’ “je ego loslaten” zou noemen. Natuurlijk wil de ‘Happinez’ je vervolgens allerlei meuk aansmeren die je ego gerust moet stellen. Zo 39
Meditatie is een boeiende strategie om te leren (h)erkennen dat deze gedachtestroom er is. Door dit te realiseren kunnen we keuzes inbouwen: willen we zo denken? Of wellicht nog beter: de gedachten laten voor wat ze zijn en verder gaan met dat wat we belangrijk vinden. Het punt van ‘doorzetten’ bij Shaolin zorgt voor een interessant neveneffect, het zorgt ervoor dat jij zelf dingen bereikt met jezelf. Jij bent degene die je lichaam en geest temt, waardoor je steeds meer grip op jezelf krijgt. Je persoonlijke kracht komt dus steeds meer uit jezelf (intrinsiek), in plaats van dat je afhankelijk bent van de wereld om je heen (bevestiging van anderen, producten, omstandigheden, etc.). Hoe meer de kracht uit jezelf komt, des te minder je nodig hebt van de externe wereld. Doorzettingsvermogen is de kwaliteit die je uit moet breiden om intrinsieke kracht te ontwikkelen. Hiermee is de Boss Theory cirkel rond: door geestelijke vrijheid te creëren in de eerste 5 wetten ontstaat de mogelijkheid om intrinsieke kracht te ontwikkelen door wet 6, waardoor je steeds vrijer en krachtiger wordt. Wat te doen? Vaak ben je trots op jezelf als je iets gepresteerd hebt. Zoals naar de sportschool gaan, pianospelen, vegetarisch eten, schilderen, mediteren, noem het maar. De kunst zit hem erin om jezelf steeds verder te disciplineren en zodoende je doorzettingsvermogen uit te bouwen. Daardoor bouw je je intrinsieke kracht op. Hoe beter je jezelf op een vlak kunt disciplineren (bijv. fitness), hoe makkelijker je jouw doorzettingsvermogen kunt
toepassen op andere vlakken. Doorzettingsvermogen van fitness kun je dan ook toepassen op meditatie, harder werken, vroeger opstaan (etc.). Zo krijg je dus langzamerhand grip op je leven. Door jezelf. Soms wordt er gesteld dat je eerst een gezond ego moet hebben voordat je het los kan laten. Als je jezelf eenmaal genoeg hebt gedisciplineerd en je (hierdoor) trots op jezelf kan zijn, dan is het ook makkelijker om te zeggen dat het niet meer om jou gaat (want jij bent dan al goed; het is feitelijk een diep(er) inzicht in Wet 1). Vanaf dat moment is het stressloos leven, want je ego doet er niet meer toe. Dat lijkt me een mooi en nuttig streven! Een Baas kan dus goed inschatten wanneer hij op de grens van zijn comfortzone zit, om zo de maximale potentie aan plezier en onderwijskwaliteit te bereiken. Een volleerde Eindbaas is verlicht door het inzicht dat zijn ego er sowieso niet toe doet en hij dus altijd in zijn comfortzone zit.
“Ego doet er sowieso niet toe.” Conclusie Nutteloos gepieker en onnodig energie lekken is zonde. Wanneer we in onze comfortzone zitten, hebben we het zelfvertrouwen waardoor we ons goed voelen en daardoor onze lespraktijk kunnen verbeteren. We blijven in die comfortzone door te realiseren dat we
40
al een Baas zijn. We realiseren ons dat de mening van anderen vaak niet op diepgaande inzichten zijn gestoeld en, onder andere door onze zelfkennis, kunnen we zelf bepalen hoeveel waarde we hechten aan de mening van anderen. Ook kunnen we onze omstandigheden accepteren door te realiseren dat we er niet altijd invloed op hebben. We zijn dan tevreden door onze verwachtingen bij te stellen en verheugen ons op het feit dat we er het beste van maken. In het deel van
ons leven dat we wel onder controle hebben, maken we keuzes die passen bij hoe wij ons leven in willen richten. We bewaken onze tijd voor ons Goede Leven (bijv. vrienden, sport, reizen). Daarnaast moeten we de status quo niet zo serieus nemen. We kunnen dansen omdat we de muziek van het leven horen! Het enige wat een Baas verder wil is een Eindbaas worden. Vrij zijn van stress en kunnen genieten van het leven terwijl hij van de wereld om zich heen een mooiere plek maakt.
41