Rijkswaterstaat Ministerie van ln/rastructuur en Mi/ieu
VERZONDEN 2 7 JAN ZOU Retouradres Postbus 2232 3500 GE Utrecht
Gemeente Alphen aan den Rijn T.a.v. de gemeenteraad Postbus 13 2400 AA Alphen aan den Rijn
Alphen aan derS^ijn 1 8 JAN 20U BDVD Afd. TöO Opbergen
Routing:
Datum 27 januari 2014 Onderwerp Onteigening ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan Maximabrug; terinzagelegging ontwerpbesluit en onteigeningsplan
Rijkswaterstaat Corporate Dienst Griffioenlaan 2 3526 LA Utrecht Postbus 2232 3500 GE Utrecht T 088 797 11 11 F 088 797 13 99 www.rijkswaterstaat.nl Contactpersoon dhr. A.R. Verbeek T 06 115 261 07
[email protected]
Ons k e n m e r k RWS-2013/670 Uw k e n m e r k Bijlage(n) div.
Geachte raad, Op 25 april 2013 heeft de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn besloten de Kroon ingevolge artikel 78 van de onteigeningswet te verzoeken, ten name van de gemeente Alphen aan den Rijn een onteigeningsbesluit te nemen. De ter onteigening voorgedragen onroerende zaken zijn gelegen in de gemeente Alphen aan den Rijn. Ik heb u aangemerkt als (mogelijk) belanghebbende bij het ontwerp koninklijk besluit tot aanwijzing ter onteigening omdat uw belang als eigenaar van een of meer ter onteigening aangewezen onroerende zaken, dan wel uw belang als huurder, pachter of anderszins beperkt gerechtigde, rechtstreeks bij het ontwerpbesluit is betrokken. Hierbij ontvangt u een kopie van enkele op het onteigeningsplan betrekking hebbende stukken: het ontwerp koninklijk besluit met de daarbij behorende lijst van de te onteigenen onroerende zaken; de kennisgeving zoals geplaatst in de Staatscourant; een toelichting op de onteigeningsprocedure. In de toelichting op de onteigeningsprocedure kunt u meer lezen over het verloop van de procedure, het indienen van een zienswijze over het ontwerpbesluit en de mogelijkheid om de zienswijze mondeling toe te lichten in een hoorzitting. Indien u van de mogelijkheid om gehoord te worden gebruik wilt maken, verzoek ik u dit in uw zienswijze aan te geven.
Pagina 1 van 2
In de kennisgeving wordt de periode vermeld waarbinnen de stukken ter inzage liggen en wordt de datum van de hoorzitting genoemd. U ontvangt voor de hoorzitting geen afzonderlijke uitnodiging meer. Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend,
Rijkswaterstaat Corporate Dienst Datum 27 januari 2014 Ons kenmerk RWS-2013/670
De minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, afdelingshoofd BJV Publiekrecht bij de Corporate Dienst van Rijkswaterstaat,
Pagina 2 van 2
ONTWERP KONINKLIJK BESLUIT
Besluit v a n tot a a n w i j z i n g v a n o n r o e r e n d e z a k e n ter onteigening in de g e m e e n t e Alphen a a n den Rijn k r a c h t e n s artikel 78 v a n de o n t e i g e n i n g s w e t (onteigeningsplan Maximabrug) Ingevolge de artikelen 77 en 78 van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden voor de uitvoering van een bestemmingsplan. Het verzoek tot aanwijzing
ter
onteigening
De gemeenteraad van Alphen aan den Rijn verzoekt Ons bij besluit van 25 april 2013, nummer 2013/9060, om ten name van die gemeente over te gaan t o t het aanwijzen van onroerende zaken ter onteigening, begrepen in het onteigeningsplan Maximabrug en die nodig zijn voor de uitvoering van het bestemmingsplan Maximabrug. Burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn hebben bij brief van 27 mei 2013, kenmerk 2013/28012, verzonden 11 juni 2013, het verzoek aan Ons ter besluitvorming voorgedragen. Burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn hebben bij brief van 30 september 2013, kenmerk 1545.22-B3/sb/m en bij brief van 9 oktober 2013, kenmerk 1545.22-B4/sb/i, de onteigeningsstukken aangevuld. Planologische
grondslag
De onroerende zaken die in het onteigeningsplan zijn begrepen, zijn gelegen in het bestemmingsplan Maximabrug, verder te noemen: het bestemmingsplan. Het bestemmingplan is op 25 april 2013 vastgesteld door de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn. Het plan is nog niet onherroepelijk. Aan d e i n het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken zijn de onderscheiden bestemmingen Verkeer (V) en Groen (G) als mede de dubbelbestemming Waterstaatwaterkering (WS-WK) toegekend. In de door de verzoeker om onteigening gewenste wijze van planuitvoering wordt inzicht verschaft door het bestemmingsplan met de daarbij behorende regels, toelichting en verbeelding en door het beeldregiedocument dat als bijlage 2 bij het bestemmingsplan is gevoegd. Het inzicht wordt verder verschaft door het concept boekwerk Vraagspecificatie van 25 april 2013 met bijbehorende tekeningen. Toepassing uniforme openbare
voorbereidingsprocedure
Overeenkomstig artikel 78, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3 : 1 1 , eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 79 van de onteigeningswet bedoelde stukken vanaf 13 februari 2014 tot en met 26 maart 2014 in de gemeente Alphen aan den Rijn en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen.
Overeenkomstig artikel 3:12 van de Awb heeft de burgemeester van Alphen aan den Rijn van het ontwerp koninklijk besluit en van de terinzagelegging van de onteigeningsstukken op 12 februari 2014 openbaar kennis gegeven in het Witte Weekblad, de Rijnwoude Koerier en de Gouwe Koerier. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu (Onze Minister) heeft van het ontwerp koninklijk besluit kennis gegeven in de Staatscourant van 2014, nr Verder heeft Onze Minister het ontwerp koninklijk besluit overeenkomstig artikel 3:13 van de Awb voorafgaand aan de terinzagelegging toegezonden aan belanghebbenden, waaronder begrepen de verzoeker om onteigening. Daarbij zijn de belanghebbenden gewezen op de mogelijkheid tot het schriftelijk of mondeling naar voren brengen van zienswijzen over het ontwerpbesluit en op de mogelijkheid over de zienswijzen te worden gehoord. Overwegingen Noodzaak en
urgentie
Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe brug over de Oude Rijn aan de westzijde van Alphen aan den Rijn. De brug is noodzakelijk om de verkeersveiligheid in Koudekerk aan den Rijn en Alphen aan den Rijn alsmede de leefbaarheid en bereikbaarheid van de gemeenten te verbeteren en vergroot daarmee de economische vitaliteit. De brug ontsluit het industrieterrein Hoogewaard voor zwaar vrachtverkeer, dat daardoor niet langer de omgeving van de Koudekerkse brug verstopt. Daarnaast is de brug op langere termijn een onmisbare schakel in de voltooiing van de rondweg rond Alphen aan den Rijn. De gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven-Reeuwijk, Leiderdorp, Rijnwoude, Zoeterwoude en de provincie Zuid-Holland hebben in 2011 de gemeenschappelijke regeling Oude Rijnzone vastgesteld. Op grond van deze gemeenschappelijke regeling die afloopt per 1 januari 2015, werken gemeenten en provincie gezamenlijk aan een voldoende toekomstige ruimte voor bedrijvigheid, groen, woningen, vervoer en recreatie. De aanleg van de Maximabrug is onderdeel van het in het kader van deze gemeenschappelijke regeling opgestelde uitvoeringsprogramma en is opgenomen in de ontwerp Structuurvisie Verkeer en Vervoer van de gemeente Alphen aan den Rijn. In het beeldregiedocument wordt beschreven op welke wijze de diverse ruimtelijke aspecten die samenhangen met een dergelijke ontwikkeling, integraal worden samengebracht. Om de werken en werkzaamheden voor de uitvoering van het bestemmingsplan tijdig ten uitvoer te kunnen brengen, wenst de gemeente Alphen aan den Rijn de eigendom, vrij van lasten en rechten, te verkrijgen van de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken. De verzoeker om onteigening heeft met de eigenaren overleg gevoerd over de minnelijke verwerving van de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken. Dit overleg heeft vooralsnog niet tot overeenstemming geleid. Nu het ten tijde van het verzoek niet aannemelijk was dat het overleg op afzienbare termijn zou leiden tot vrijwillige eigendomsoverdracht, heeft de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn tot zijn onteigeningsverzoek besloten om de tijdige verwezenlijking van het bestemmingsplan zeker te stellen. Zoals blijkt uit de Ons overgelegde zakelijke beschrijving begint de bouw van de Maximabrug met bijbehorende infrastructuur in 2014. De brug zal in 2016 in gebruik worden genomen. Met de werkzaamheden ter uitvoering van het bestemmingsplan zal
dan ook binnen een periode van v i j f j a a r na de datum van dit aanwijzingsbesluit een aanvang worden genomen. Daarmee wordt aannemelijk gemaakt dat zal worden voldaan aan de door Ons voor de aanvang van de werken en werkzaamheden waarvoor wordt onteigend gehanteerde termijn van ten hoogste v i j f j a a r na de datum van het aanwijzingsbesluit. Zienswijzen PM: in het o n t w e r p besluit Voor degenen die in hun zienswijzen te kennen hebben gegeven van de gelegenheid gebruik te willen maken om te worden gehoord, is een hoorzitting gehouden op 7 april 2014 in het stadhuis van Alphen aan den Rijn, Stadhuisplein 1. Overige o v e r w e g i n g e n Uit de bij het verzoek overgelegde stukken blijkt dat de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken bij de uitvoering van het bestemmingsplan niet kunnen worden gemist. Ons is niet gebleken van feiten en omstandigheden die overigens de toewijzing van het verzoek in de weg kunnen staan. Het moet in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling worden geacht, dat de gemeente Alphen aan den Rijn de vrije eigendom van de door Ons ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken verkrijgt. Wij zullen derhalve, gelet op het hierboven gestelde, het verzoek van de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn tot het nemen van een besluit krachtens artikel 78, eerste lid, van de onteigeningswet toewijzen. BESLISSING Gelet op de onteigeningswet, op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 2014, nr. RWS-2014/ , Rijkswaterstaat Corporate Dienst; gelezen het besluit van de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn van 25 april 2013, nummer 2013/9059; gelezen de brieven van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn van 27 mei 2013, kenmerk 2013/28012; gelezen de brieven van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn van 30 september 2013, kenmerk 1545.22-B3/sb/m en van 9 oktober 2013, kenmerk 1545.22B4/sb/i; de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 2014 no /IV; gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 2014, nr. RWS-2014/ , Rijkswaterstaat Corporate Dienst. Hebben Wij goedgevonden en v e r s t a a n : Voor de uitvoering van het bestemmingsplan Maximabrug van de gemeente Alphen aan den Rijn, ten name van die gemeente ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaken zoals aangeduid op de grondtekening die ingevolge artikel 78 van de onteigeningswet binnen de gemeente Alphen aan den Rijn en bij Rijkswaterstaat
Corporate Dienst te Utrecht ter inzage heeft gelegen en die zijn vermeld op de bij dit besluit behorende lijst. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State. DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,
LIJST VAN TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN ONTEIGENINGSPLAN MAXIMABRUG VERZOEKENDE INSTANTIE: GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Oudshoorn Grondplan nr.
Te onteigenen grootte ha a 01 49
ca 30
00
42
3 4 5 6
01 geheel geheel geheel
08
9 10 11 12 13
geheel geheel geheel geheel geheel geheel geheel
14 15
geheel 00
16 17
00 geheel
1
Als
Sectie en nr.
Ten name van
Terrein (grasland)
Ter grootte van ha a ca 15 37 92
A 1565
00
Terrein (grasland)
00
97
10
A512
70
Terrein (grasland) Terrein (grasland) Terrein (grasland) Wonen
01 00 00 00
78 50 32 01
20 25 30 10
A A A A
Wonen Erf-Tuin Wonen Wonen Wonen Erf-Tuin Berging-Stalling (GarageSchuur
00 00 00 00 00 00 00
01 02 00 00 01 10 00
50 75 50 45 65 00 60
A 1317 A 1400 A 1401 A 1402 A 1403 A 1404 A1074
Wonen Bungalow, erf en tuin
00 00
04 10
05 26
A1198 A1303
Terrein (grasland) Terrein (grasland)
00 00
26 35
70 00
A 1398 A 1578
Vi Eigendom: mevr. Maria Comelia Virginie van Niekerk, gehuwd met Petrus Josephus Verhoef (overleden ), Ter Aar ¥2 Eigendom: Petrus Josephus Verhoef (overleden ), gehuwd met Maria Comelia Virginie van Niekerk, Ter Aar Eigendom: Phanos Alphen B.V., Houten Gebmik en bewoning: Comelis van Gaaien, gehuwd met Maria Antonia Klara Inckmann, Noordeloos Als grondplannummer 2 Als grondplannummer 2 Als grondplannummer 2 Eigendom: Paul Eduard Betcke, gehuwd met Clasina Sophia Mathilda van Egmond, Alphen aan den Rijn Als grondplannummer 6 Als grondplannummer 6 Als grondplannummer 6 Als grondplannummer 6 Als grondplannummer 6 Als grondplannummer 6 1/3 Eigendom: Frank Jacobus Betcke, gehuwd met Dorothea Andrea 's-Gravendijk, Koudekerk aan den Rijn 1/3 Eigendom: Paul Eduard Betcke, gehuwd met Clasina Sophia Mathilda van Egmond, Alphen aan den Rijn 1/3 Eigendom: Robert Albertus Betcke, gehuwd, Stapelfeld, Duitsland Als grondplannummer 13 ¥2 Eigendom: Martin Maarten Rijneveld, gehuwd met Nancy de Wever, Alphen aan den Rijn ¥2 Eigendom: Nancy de Wever, gehuwd met Martin Maarten Rijneveld, Alphen aan den Rijn Als grondplannummer 15 Eigendom: Comelis van Gaaien, gehuwd met Maria Antonia Klara Inckmann, Noordeloos
00
34
16
03
1583 1584 1585 1316
18 19 20 21 22
geheel geheel geheel 00 geheel
23
00
24
00
55
90
49
92
82
19
Terrein (grasland) Terrein (grasland) Terrein (grasland) Terrein (grasland) Erf-Tuin
00 00 00 01 00
07 05 26 69 04
75 60 20 80 82
A A A A A
Wegen
00
89
10
A 1609
Wonen met bedrijvigheid Erf-Tuin
07
52
14
1579 1580 1581 1566 1346
A7097
Als grondplannummer 17 Als grondplannummer 17 Als grondplannummer 17 Eigendom: Piluha b.v., Ter Aar (zetel Ter Aar) Eigendom: W. van der Meijden Services B.V., Koudekerk aan den Rijn (zetel Koudekerk aan den Rijn) Gerechtigde zakelijk recht als bedoeld in art. 5, lid 3, onder b, van de Belemmeringenwet Privaatrecht op een gedeelte van het perceel: Liander Infra West N.V., Arnhem (zetel Amsterdam) Eigendom: provincie Zuid-Holland (zetel: 's-Gravenhage) De Staat (Veiligheid en Justitie), (zetel:'s-Gravenhage) Opstalrecht nutsvoorzieningen op gedeelte van perceel, gemeente Alphen aan den Rijn, Zetel Alphen aan den Rijn.
KENNISGEVING Ontwerp koninklijk besluit tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Leiden ter uitvoering van het bestemmingsplan Maximabrug. Onteigeningsplan Maximabrug R i j k s w a t e r s t a a t Corporate Dienst De Minister van Infrastructuur en Milieu maakt bekend dat krachtens artikel 78 van de onteigeningswet een ontwerp koninklijk onteigeningsbesluit met de daaraan ten grondslag liggende stukken ter inzage ligt. De in het ontwerp koninklijk besluit op verzoek van de gemeente Alphen aan den Rijn ten name van die gemeente ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken zijn nodig voor de uitvoering van het bestemmingsplan Maximabrug. Het bestemmingsplan voorziet in een nieuwe brug over de Oude Rijn aan de westzijde van Alphen aan den Rijn. De brug over de Oude Rijn is noodzakelijk om de verkeersveiligheid in Koudekerk aan den Rijn en Alphen aan den Rijn alsmede de leefbaarheid en bereikbaarheid van de gemeenten te verbeteren en vergroot daarmee de economische vitaliteit. De brug ontsluit het industrieterrein Hoogewaard voor zwaar vrachtverkeer dat daardoor niet langer de omgeving van de Koudekerkse brug verstopt. Daarnaast is de brug op langere termijn een onmisbare schakel in de voltooiing van de rondweg rond Alphen aan den Rijn. Aan de ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken zijn de bestemmingen Verkeer (V), Groen (G) alsmede de dubbelbestemming Waterstaat-waterkering (WS-WK) toegekend. Op deze onroerende zaken zullen ter uitvoering van het bestemmingsplan werken en werkzaamheden worden uitgevoerd voor de aanleg en de bouw van de brug met bijkomende infrastructurele voorzieningen. Terinzagelegging Op de voorbereiding van het koninklijk besluit is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het ontwerp koninklijk besluit en het onteigeningsplan liggen ter inzage op de volgende locaties: • gemeente Alphen aan den Rijn, Stadhuisplein 1. (openingstijden kunt u vinden op de website van de gemeente). • Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Griffioenlaan 2 te Utrecht, van maandag tot en met vrijdag van 09.00 uur tot 16.00 uur. Bij de receptie kunt u vragen naar de afdeling BJV Publiekrecht, toestelnr. 71329 of 7 1 9 7 1 . Het ontwerp koninklijk besluit en het onteigeningsplan liggen ter inzage van 13 februari 2014 t / m 26 maart 2014. Zienswijzen Belanghebbenden kunnen gedurende de hiervoor genoemde periode schriftelijk of mondeling hun zienswijzen naar voren brengen. Schriftelijke reacties worden gericht aan Zijne Majesteit de Koning, d.t.v. de Minister van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Afdeling BJV Publiekrecht, postbus 2232, 3500 GE te Utrecht, onder vermelding van: dossiernr. 2013-24. Voor nadere inlichtingen over de procedure, voor het maken van een afspraak als u een zienswijze mondeling kenbaar wilt maken of wanneer u het ontwerpbesluit in Utrecht wilt komen inzien, kunt u contact opnemen met Rijkswaterstaat Corporate Dienst, de heer A. Verbeek, tel.nr. 06-11526107; b.g.g. tel.nr. 06-46131163.
Hoorzitting Voor degenen die in hun zienswijzen te kennen hebben gegeven van de gelegenheid gebruik te willen maken om te worden gehoord, wordt een hoorzitting gehouden op 7 april 2014, om 10.00 uur in het gemeentehuis van Alphen aan den Rijn, Stadhuisplein 1. Hiervoor wordt geen afzonderlijke uitnodiging verzonden.
Toelichting op de onteigeningsprocedure Wat is onteigening? Onteigening is de in het algemeen belang door de rechter bevolen overdracht van eigendom aan een overheid of een daarmee g e l i j k t e stellen rechtspersoon. Meestal gaat het daarbij om eigendomsoverdracht aan een gemeente, maar ook kan onteigend worden voor een provincie, een waterschap, de Staat of voor een rechtspersoon die is belast met de uitvoering van publieke werken (bijvoorbeeld ProRail). Grondslagen voor onteigening De onteigeningswet kent een aantal grondslagen voor onteigening, de zogenoemde onteigeningstitels. Deze titels geven aan voor welke plannen of werken er onteigend kan worden. Zo kan er op basis van de t i t e l s I I , H a e n I I c , onteigend worden voor de realisering van infrastructurele werken, zoals de aanleg van wegen en spoorwegen, het versterken van dijken of het verruimen van rivieren, en voor de winning van oppervlaktedelfstoffen. T i t e l I V wordt vooral toegepast voor de uitvoering van bestemmingsplannen, bijvoorbeeld voor de realisering van een woningbouwlocatie of een bedrijventerrein. Een onteigeningsprocedure start met een verzoek van de overheid aan de Kroon om onroerende zaken ter onteigening aan te wijzen. Minnelijk overleg Voordat een overheid de Kroon een onteigeningsverzoek doet, moet zij geprobeerd hebben om in onderling overleg overeenstemming te bereiken over de aankoop van de onroerende zaken die zij in eigendom wil krijgen. Dit overleg wordt het minnelijk overleg genoemd. Omdat de onteigeningswet uitgaat van een volledige schadeloosstelling in geld, moet de overheid de eigenaar in ieder geval een concreet financieel bod hebben gedaan ter vergoeding van het verlies van de benodigde onroerende zaken en de overige daaruit voortvloeiende schaden. In sommige gevallen moet ook overleg worden gevoerd met andere gebrüikers van een onroerende zaak, bijvoorbeeld huurders en pachters. Naast het bedrag vah de schadeloosstelling kunnen in het minnelijk overleg ook andere onderwerpen worden besproken, zoals de mogelijkheid van grondruil, bedrijfsverplaatsing, of hèt door eén eigenaar zelf realiseren van een bestemming of een werk. Als het minnelijk overleg niet binnen een redelijke termijn tot overeenstemming hëeft geleid, kan eén overheid besluiten om een onteigeningsprocedure in gang te zetten. De procedure die bij onteigening wordt gevolgd, is met waarborgen omkleed en is geregeld in de onteigeningswet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet op de Raad van State. Twee procedures De Minister van Infrastructuur en Milieu bereidt het ontwerp koninklijk besluit op een onteigeningsverzoek voor met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Awb. Deze procedure wordt de a d m i n i s t r a t i e v e o n t e i g e n i n g s p r o c e d u r e genoemd en deze eindigt met de publicatie en bekendmaking van het definitieve koninklijk besluit. Dit besluit geeft de overheid het recht om de daarbij aangewezen eigenaren te dagvaarden in een onteigeningsgeding v o o r d e burgerlijke rechter. In deze g e r e c h t e l i j k e o n t e i g e n i n g s p r o c e d u r e spreekt de burgèrlijke rechter de onteigening uit en bepaalt hij de hoogte van de schadeloosstelling. Na inschrijving van het gerechtelijk vonnis in de openbare registers van het kadaster gaat de eigendom daadwerkelijk over op de overheid. Administratieve onteigeningsprocedure De Minister van Infrastructuur en Milieu (de minister) is verantwoordelijk voor de administratieve onteigeningsprocedure. Rijkswaterstaat Corporate Dienst (RWS/CD) in Utrecht is belast met de uitvoering van die procedure. De minister toetst het onteigeningsverzoek aan de voorschriften van de onteigeningswet en de Awb, met inachtneming van eerdere Kroonbesluiten over onteigeningen. Daarbij let de minister er onder meer op of er voldoende en tijdig minnelijk overleg is gevoerd.
Toelichting op de onteigeningsprocedure (definitief 15 augustus 2013)
NB: de minister toetst daarbij niet de samenstelling en de hoogte van de geboden schadeloosstelling. De Kroon kan zich in een besluit op een onteigeningsverzoek daarover ook niet uitspreken. De hoogte van de schadeloosstelling wordt immers door de rechter vastgesteld in de gerechtelijke onteigeningsprocedure. Kennisgeving De eigenaren van de te onteigenen onroerende zaken ontvangen van de minister een brief (kennisgeving) met daarbij een exemplaar van het ontwerp koninklijk besluit en informatie over de start van de administratieve onteigeningsprocedure. Ook andere zakelijk of persoonlijk rechthebbenden, waaronder huurders en pachters, ontvangen een kennisgeving. Dit laatste is nodig, omdat door onteigening de met het eigendomsrecht samenhangende rechten en lasten (bijvoorbeeld huur- of pacht, een opstalrecht of erfdienstbaarheid) ook komen te vervallen. Zienswijzen Het ontwerp koninklijk besluit ligt met de onteigeningsstukken zes weken ter inzage in de gemeente waarin de te onteigenen onroerende zaken zijn gelegen en bij RWS/CD in Utrecht. Binnen die zes weken kunnen de eigenaren en andere belanghebbenden hun visie over het ontwerp koninklijk besluit naar voren brengen door het indienen van een schriftelijke zienswijze bij de Kroon, door tussenkomst van de minister. Een zienswijze kan ook mondeling aan de minister kenbaar worden gemaakt. Als de zienswijze wordt ingediend of kenbaar wordt gemaakt door een gemachtigde van de belanghebbende, moet een door de belanghebbende ondertekende machtiging worden meegezonden waaruit blijkt dat de gemachtigde in de administratieve onteigeningsprocedure optreedt namens de belanghebbende. NB: dit hoeft niet als de gemachtigde een advocaat is. Horen van
belanghebbenden
De indiener van een zienswijze heeft het recht om door de minister over zijn zienswijze te worden gehoord. Hij kan de zienswijze daarbij mondeling toelichten. Daarvoor wordt een hoorzitting gehouden, waarbij ook een vertegenwoordiger van de verzoekende overheid aanwezig zal zijn. Datum, tijd en plaats van de hoorzitting worden vooraf bekend gemaakt bij de kennisgeving. De indiener van e e n z i e n s w i j z e moet daarin a a n g e v e n of hij op de hoorzitting a a n w e z i g zal zijn. NB: voor de hoorzitting wordt geen afzonderlijke uitnodiging meer verzonden. Verder verloop
van de
procedure
De minister past het ter inzage gelegde ontwerp koninklijk besluit zo nodig nog inhoudelijk aan, bijvoorbeeld naar aanleiding van de zienswijzen. Het aangepaste ontwerp koninklijk besluit wordt vervolgens door de minister namens de Koning om advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State voorgelegd. Het advies van de Raad van State geeft de minister al dan niet aanleiding tot wijziging van het ontwerp koninklijk besluit. De minister biedt het definitieve ontwerp koninklijk besluit tenslotte ter ondertekening aan de Koning aan. Na ondertekening door de Koning heeft het besluit kracht van wet gekregen en is er sprake van een koninklijk besluit. Daarna ondertekent ook de minister het koninklijk besluit. De gehele procedure vanaf de einddatum van de terinzageligging van het ontwerp koninklijk besluit tot en met de ondertekening door de Koning, moet binnen zes maanden afgerond zijn. De minister publiceert het koninklijk besluit in de Staatscourant en maakt het besluit bekend door toezending daarvan aan de verzoeker om onteigening en aan de belanghebbenden. N.B. Aan deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend.
Toelichting op de onteigeningsprocedure (definitief 15 augustus 2013)