Alles voor niets William Guthrie
uitgave van:
Eerder uitgegeven preken van jaargang 16 1. 2. 3. 4. 5. 6.
God met ons Het hoogste geluk De tweede komst Het werk van de Geest Geen andere verzoening In de stilte
Charles Haddon Spurgeon John Brown John Charles Ryle Thomas McCrie Andrew Bonar William Chalmers Burns
Jaargang 16 – nummer 7 – juni 2014
Toelichting foto omslag Er is niet één marktkoopman die al zijn koopwaar gratis weggeeft. En als er al één is, dan wantrouwen we het: het is vast echt niets waard. Hoe wonderlijk is het wat er gebeurt op de markt van het Evangelie: we krijgen alles, voor niets. We hebben niets om te geven als tegenprestatie. We hebben wel heel veel weerstand en wantrouwen om los te laten en over te geven. Maar Gode zij dank: wij mogen op onze beurt dít alles overgeven aan de voet van het kruis, zonder dat het ons nog iets aan straf of boete kost. Om daar alles, maar dan ook alles wat we nodig hebben te ontvangen. Bronvermelding Oorspronkelijke titel: Sermon X. Bron: A collection of lectures and sermons. H. & S. Crawford Kilmarnock, 1809. Te raadplegen op http://archive.org De preek is vertaald onder verantwoordelijkheid van Stichting De Tabernakel en is te vinden op de website: www.tabernakel.nl Vormgeving en druk: Drukkerij AMV, Lunteren
2
Alles voor niets O alle gij dorstigen! komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen. Jesaja 55:1-2 In dit hoofdstuk wordt ons een heel bijzondere markt voorgesteld. Dit is de mooiste, grootste en meest buitengewone markt die er ooit is geweest. De geweldigste, meest kostbare koopwaar wordt er aangeboden: koopwaar die duurder gekocht en goedkoper verkocht wordt dan ooit tevoren. Hier zien we een ruimhartige uitnodiging aan allerlei soorten mensen om te komen en de koopwaar te verkrijgen. Ze zullen deze goederen ontvangen zonder ervoor te betalen. Dit hoofdstuk bevat een uitnodiging aan alle mensen op alle plaatsen om te komen en Jezus Christus te ontvangen, de Koning der koningen, de God der goden, de Vredevorst. Hij is ons nabij in het Evangelie, waarin Hij Zichzelf openbaart. Omdat Hij Zichzelf aanbiedt, mag u Hem ontvangen; u bent welkom bij Hem. Iedereen die er ook maar enigszins over nadenkt – kom! Want Hij zoekt werk. Hij heeft balsem voor alle wonden, zalf voor alle pijn en geneesmiddelen voor alle ziekten. Ook lezen we in dit hoofdstuk dat Jezus alle bezwaren om te komen wegneemt. Hij gebruikt verschillende motieven en uitnodigingen om mensen aan te moedigen tot Hem te komen en te kopen. Enkele voorbeelden: De markt is gratis. Hij vraagt niets van u, maar heeft juist Zelf al die geweldige dingen om aan u te geven. Daarom bent u dwaas als u niet komt en neemt, wanneer u zelf niets hebt om te geven. Als u niet komt, is het gedaan met uw welzijn. ‘Ga weg van Mij, voor eeuwig’, luidt uw vonnis. Wat u ook zult doen, het zal u niet gelukken. Op geen enkele andere manier vindt u rust voor uw ziel.
3
Als u wél komt, hoeft u niet te vrezen voor toorn en gericht. U zult niet hoeven zeggen dat u niet durfde komen uit angst dat Hij u zou veroordelen. De Vader stelde Zijn Zoon Christus Jezus aan om Borg voor u te zijn. Christus zal u verdedigen en in uw plaats staan. Hij zal al uw zaken behartigen, zowel de schuld als de smet van uw zonde. Als u Hem aanvaardt als uw Borg zal Hij de straf voor al uw zonden dragen, alsof Hij ze Zelf had begaan. Hij neemt ze op Zich en u gaat vrijuit. Zeg niet dat u niet tot Hem zult gaan! Het is een grote gunst, een ongekend privilege dat mensen zoals u dicht bij Christus mogen komen. Want God heeft er lust in om Hem onuitsprekelijk geëerd te maken in Zijn Koninkrijk, ongeacht hoe u over Hem denkt. Velen zullen komen uit alle stammen, koninkrijken en naties, als schapenkudden. Zij zullen hun kronen aan Zijn voetbank neerwerpen, zelfs degenen die nog nooit van Hem gehoord hebben. Wat een schande zal het zijn als u de allerlaatste bent om Hem te eren! Als u niet komt en Zijn Evangelieaanbod aanvaardt, pas dan op dat u de tijd niet verspeelt. Want eenmaal zal de markt gesloten worden. Daarna laat Hij Zich niet meer door u vinden. Er kunnen twee grote bezwaren zijn. Het eerste bezwaar is dat we te erg gezondigd hebben en God te vaak hebben getergd: ook al zouden we komen, omwille van Zijn recht kan Hij zulke bedriegers als ons nooit aannemen. Hierop antwoordt God echter: ‘Weg met zulk geklets. Mijn gedachten zijn immers niet zoals uw gedachten, zegt de Heere. Zij zijn net zo ver daarboven verheven als de hemelen boven de aarde.’ Anderen hebben het volgende bezwaar: ‘U kunt ons wel veel beloven met mooie woorden, maar ondertussen hebben we alleen maar woorden en verder niets.’ ‘Dat is waar’, zegt God, ‘maar Ik acht Mijn woord krachtig genoeg om alles wat Ik beloof waar te maken. Ik ben machtig en bereidwillig genoeg om het waar te maken. Bovendien moet Mijn woord zichzelf bewijzen, want alle generaties door gaat het om Mijn Naam en eer.’ Vervolgens wijst Hij erop dat het Joodse volk van haar juk bevrijd zal worden.
4
Tot zover de betekenis van dit hoofdstuk. Laten we even terugkijken naar het vorige hoofdstuk. Daarin hoorde u vele dierbare beloften voor de Kerk en haar kinderen. Nu zal God deze allemaal waarmaken en verklaren aan hun zielen, in de vereniging met Christus. Alle beloften die aan de Kerk gegeven zijn, moeten door al haar leden geloofd worden. Zij moeten de beloften op zichzelf toepassen in het aannemen van Christus. Nu komen we bij de woorden van onze tekst, waarin we het volgende lezen. 1. De Koninklijke bekendmaking die onze komst naar de markt mogelijk maakt: ‘O, alle gij…’ 2. De goederen die op deze markt te verkrijgen zijn: water, wijn en melk. 3. De eigenschappen van de geroepenen. 4. De plicht om te komen en een sterke afkeuring van iedere andere houding, met deze woorden: ‘Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen niets is?’ 5. Ten slotte: de zaligheid is alleen te verkrijgen door tot Christus te komen en Hem te ontvangen zoals Hij Zich aanbiedt in het Evangelie; een andere weg tot de zaligheid is er niet.1
1. De Koninklijke bekendmaking. Eerst denken we na over het eerste punt, de openlijke verkondiging dat u tot Christus kunt komen. ‘Jezus riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt, stromen des levenden waters zullen uit zijn buik vloeien’ (Joh. 7:37-38). Nu Christus ons vandaag roept, wie zal tot Hem komen? Hij roept naar doven die nooit gehoord hebben: ‘Zult u horen, en geloven het 1. Punt 4 en 5 worden niet als apart punt in de preek uitgewerkt.
5
woord dat u verkondigd wordt? Ik zal u ziende maken, o blinden, die gevaar loopt. Zeg, zijn er nog mensen die wonden hebben om geheeld te worden? Hier is balsem voor u. Is hier iemand die ernaar verlangt om gereinigd te worden? Hier is water om u te reinigen. Is er iemand die zweren heeft om genezen te worden? Kom, hier is zalf voor u. Zijn er gebroken beenderen onder u? Hier is heling te vinden. En zijn er verharde harten onder u? Hier vindt u berouw. Zijn er onder u ook die verward in het duister tasten? Kom, hier is licht voor u. Is er iemand die verlangt onderwezen te worden? Hier is onderwijs te vinden. Verlangt u ernaar om een vriend van God gemaakt te worden? Hier vindt u verzoening. Zijn er die steun nodig hebben bij het dragen van hun kruis? Hier vinden ze kracht. Zijn er ook die zichzelf denken te bedriegen, terwijl ze zichzelf veroordelen? Hier is raad voor u. Kom tot Mij en Ik vertel u waar u bent en waar u mee bezig bent.’ a. Redenen voor deze openbare verkondiging. Waarom moeten we zeggen dat slechts weinigen van u tot Christus zullen komen, terwijl u zelf weet dat u ver bij Hem vandaan bent? Waarom moet dit verkondigd worden voordat wij naar deze markt zullen komen? De Koning kan openlijk verklaren wat een welbehagen Hij heeft in Israël. Hij heeft veel liever dat mensen worden bekeerd en leven, dan dat ze sterven en verloren gaan. Hij maakt het openbaar, zodat Hij Zijn macht en heerschappij over alle dingen kan bewijzen. Hij maakt het openbaar, zodat alle tegensprekers juist tot zwijgen gebracht kunnen worden. En hierdoor kan het komen tot een ontmoeting met al Zijn vijanden, zodat die kunnen zien of ze in staat zijn Hem tegen te houden. Hij verkondigt het openlijk opdat iedereen zal weten dat deze markt een vastgestelde openingstijd heeft waarin Jezus Christus aan mensenzielen wordt aangeboden. Daarom moeten ze zich haasten nu de markt nog toegankelijk is. Ga dan niet weg voordat u de koopwaar verkregen hebt, aangezien de grote God des hemels aan allerlei soorten mensen openlijk verkondigt dat ze tot Christus mogen
6
komen. Laat niemand zo dwaas zijn dat hij deze proclamatie van de Koning veracht! God maakt dit alles zo openlijk bekend, opdat u zult weten dat er werkelijk vereniging met Christus in het Evangelie mogelijk is. Denk hier eens over na, u die nog nooit iets van uw schuld hebt geweten of beseft. En u die nog nooit hebt overwogen om Christus’ aanbod aan te nemen, opdat Hij u zal bevrijden uit uw verloren toestand. Ik zeg u, zulke mensen moeten zichzelf gaan zien als de ellendigste en meest geesteszieke schepselen die ooit bestonden. Zij ruiken zelfs naar de aarde. Iedereen die werkelijk bekend is met de geloofsoefeningen van het aannemen van Christus, en durft te zeggen dat hij Hem als zijn deel heeft, zal stralen in hemelse heerlijkheid. Iedereen die een afkeer van zijn zonden denkt te hebben, maar het vanwege schuldgevoel toch niet met Christus durft wagen – zolang hij aan deze kant van Christus staat, zal hij geen echte gemoedsrust ervaren. b. Waarom u zich met Christus moet verenigen. Nu geven we u enkele redenen die u, naar we denken, ertoe kunnen brengen Christus aan te nemen. Denk hier eens over na: Zijn aanbod dreigt te worden ingetrokken. Alleen God weet hoelang u het nog kunt verkrijgen. Nu dan, terwijl u nog onder het Evangelie leeft, grijp Christus aan en maak gebruik van Hem voor uw behoud. Hoewel het Hem behaagt om deze periode waarin het Evangelie nog van kracht is te verlengen, zal dat niet gebeuren zonder dat er tegelijk vele winterse stormvlagen beuken tegen dit Evangelie en degenen die het belijden. Omdat de winter eraan komt, moet u zorgen dat u geschikte kleding hebt. Doet u dit niet, dan wordt u meegesleurd in de stormen en macht van het zware weer. Teistert God op dit moment niet het hele land? We kunnen geen andere reden bedenken dan dat Hij dit doet omdat mensen niet uit zichzelf wegvluchten van hun afgoden, Christus aanhangen en Hem tot hun deel kiezen.
7
2. De goederen die op deze markt te verkrijgen zijn. Laten we eens kijken naar de waren van deze markt. Er zijn drie goederen verkrijgbaar: water, wijn en melk. Jezus wordt ‘het water des levens’ genoemd. De bruid in het Hooglied vergelijkt Hem met ‘flessen der druiven’2. En Hij gebiedt Zijn volk om begerig te zijn naar ‘de redelijke, onvervalste melk [namelijk van het Woord, dat is Hijzelf], opdat zij door dezelve mogen opwassen.’ We zullen de eigenschappen van water, wijn en melk bespreken en zien waarom juist deze drie zijn uitgekozen. Water kan, zoals u weet, goed gebruikt worden om te wassen en alles wat vuil is schoon te maken. Ook is water goed om iets te weken wat hard is. Water is zeer verfrissend en dorstlessend. Ten slotte helpt water goed om even af te koelen als je opvliegende karakter en vurige temperament naar boven zijn gekomen. Al deze eigenschappen van water worden gevonden in Christus. Bent u een van de vuilste wezens op aarde? Dan is Christus die geopende Fontein om uw zonden en onreinheid weg te wassen. Brandt Gods toorn in uw geweten vanwege uw zonden en onreinheid? Dan is het Christus Die de scheidingsmuur heeft afgebroken, gerechtigheid en toorn teniet heeft gedaan en voor ons een vloek geworden is. Hebt u een oud en verhard hart, harder dan wat ook ter wereld? Ik zeg u, Christus kan het verzachten en de geest der bekering over u uitstorten. Hij doet mensen wenen over hun zonden die dat nooit eerder deden. Kunt u geen rust vinden omdat uw geweten u zo aanklaagt vanwege uw zonde? Christus is de Vredevorst, juist met het doel rust te brengen in een verontruste ziel. Verlangt u naar Christus en is daarbij vergeleken al het andere niets voor u? Kom, waag het met Christus
2. Naar het Engels. Zie Hooglied 2:5, waar staat: ‘Ondersteunt gijlieden mij met de flessen.’ De kanttekeningen leggen hierbij uit: ‘Dat is met wijn, die in de flessen is (…) dat is met de Heilige Schrift, in welke Christus Zijn wijn en melk, dat is, al Zijne beloften en geestelijke vertroostingen besloten heeft.’
8
en u zult verzadigd worden. Dan wordt u zo volkomen met Hem vervuld dat er stromen van levend water uit uw binnenste zullen vloeien (Joh. 7:38). Is uw zaak een van de vreemdste, wonderlijkste ter wereld? Dan is Christus’ Naam ook de Wonderlijke, de Raadgever. Bent u bang dat de kandelaar van het Evangelie wordt weggenomen, zodat u moet vluchten naar de bergen waar uw ziel zal dorsten vanwege gebrek aan dit water? Christus kan een klein heiligdom zijn en zelfs op zo’n plaats tot u spreken. ‘Maar ik ben bang’, zegt iemand, ‘dat ik een of andere dwaalweg insla door een gebrek aan onderwijs.’ Ik zeg u, Christus zal u voeden, leiden en onderwijzen. ‘Maar’, vraagt u, ‘wat zal ik daar hebben om van te leven, bovenop zo’n kale berg?’ Wat zegt u nu! Christus kan u daar toch voeden, overeenkomstig Zijn profetische ambt? U vraagt: ‘Maar wat, als het Evangelie niet geheel weggenomen wordt, maar wordt bedorven door een mengsel dat giftig blijkt?’ Ik zeg u opnieuw: Christus is het Die u leidt op de weg die u gaan moet, tot in Zijn eigen schoot. Zijn hart is de oceaan waaruit het hele Evangelie stroomt, waar u volstrekt rein en helder water zult drinken. En als u denkt dat u Hem daar niet kunt dienen: Hij schrijft Zijn wet in uw binnenste, besnijdt uw hart en zorgt ervoor dat u Hem zult dienen. U weet dat wijn goed is om een zwak en zwaar gemoed te versterken. Wijn is ook goed om iemand die flauwgevallen is nieuwe kracht te geven. Daarnaast kan het u in staat stellen buitengewone werkzaamheden te verrichten. Al deze eigenschappen, en nog meer, zijn in Christus te vinden. Hoe het ook met u gesteld is, Christus heeft altijd een antwoord. Is uw zaak een doodgelopen zaak? Dan is het Christus Die Sions dorre doodsbeenderen nieuw leven inblaast. Bent u zó vastgelopen dat u alle hoop op herstel bent verloren? Christus kan tegen deze droge en dorre beenderen zeggen: ‘Leef!’ Zijn uw krachten van u geweken? Kom dan tot Christus, en Hij zal voor eeuwig uw kracht
9
en uw deel zijn. Voelt u zich een van de nooddruftigste wezens op aarde? Dan is Christus voor u de edele ‘plant van naam’ (Ez. 34:29) Die al Zijn takken leven geeft en in leven houdt. Hebt u geen kracht om de vijand te weerstaan? Zeg dan met me mee: ‘Als ik zwak ben, dan ben ik machtig in de Heere.’ Wordt u benauwd en terneergedrukt door een vijand en hebt u alle verzetskracht verloren? Zij die wachten op de Heere zullen hun kracht vernieuwen en hun vijand weer tegemoet treden. Is uw kracht zo opgebruikt dat u zuchtend terugwijkt? Dan is Christus de ‘groenende dennenboom’ (Hos. 14:9) Die in alle verdorde takken de levensvlam brandend houdt. En wat betreft groei, is het zo met u gesteld dat u nog nooit bent gegroeid, ondanks alle moeite die voor u is gedaan? Dan is Christus de volmaakte Bouwmeester Die ervoor zorgt dat alle stenen van het huis samen een stevig gebouw vormen. Hij is ook de Zon der gerechtigheid Die opgaat met genezing onder Zijn vleugelen, voor allerlei verschillende kwalen en ziekten (Mal. 4:2). Er zijn nog meer redenen waarom Christus en alles wat gelovigen in Hem bezitten, vergeleken worden met water, wijn en melk. Christus beschrijft Zichzelf met behulp van deze vergelijkingen omdat ze de verscheidenheid aan geneesmiddelen weerspiegelen die in Hem te vinden is, geschikt voor alle kwalen waaraan Zijn volk lijdt. Daarom geldt voor alle mensen die verontreinigd zijn: kom tot Christus, want Hij wil u reinigen. Allen die wegkwijnen door ziekten: kom, want Hij heeft genezing voor u. Hier is een middel tegen al uw kwalen, kracht voor al uw zwakheden, troost in al uw lijden en beproevingen en groei tegen uw verachtering in. Hij neemt de schuld en het vuil van de zonde weg, evenals de straf op de zonde. Hij maakt blinden ziende, doven horend en brengt verlamden op de been. Hij voedt de hongerigen met het goede, heelt gebrokenen van hart, vertroetelt ze op Zijn schoot en drukt ze teder aan Zijn hart. Ik zeg nog slechts dit over deze oceaan van volheid die in Christus te vinden is: geen oog heeft het gezien, geen oor heeft het gehoord. Geen tong kan de bodemloze volheid uitdrukken die er in Christus
10
te verkrijgen is. Ik wenste wel dat iedereen tot Christus zou gaan en Hem in zich zou laten werken! Dan zouden er veel meer verblijde zielen zijn dan nu. Er zou niet zoveel geklaag zijn onder u. We zouden elkaar opwekken om Zijn lof te verkondigen. Wat zou dan een heerlijk en aangenaam leven zijn!
3. De eigenschappen van geroepenen. We gaan nu zien wie er verzocht worden om te komen en Christus te aanvaarden op deze markt van vrije genade. Ten eerste worden alle dorstigen verzocht te komen. Ten tweede mensen die geen geld hebben. Dit zijn de enigen aan wie Christus Zijn vrije aanbod doet. Dat het aanbod geldt voor dorstige mensen wordt duidelijk uit de al eerder aangehaalde tekst: ‘En op de laatste dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke’ (Joh. 7:37). Dat het ook geldt voor degenen die geen geld hebben, laat deze tekst zien: ‘Gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt. Ik raad u dat gij van Mij koopt goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en witte klederen, opdat gij moogt bekleed worden’ (Openb. 3:17-18). a. De dorstigen. Allereerst richt ik me tot alle dorstigen die worden uitgenodigd te komen. Zij die bang zijn voor de hel. Sommigen zijn bang voor de hel en dorsten vooral naar de hemel omdat ze daar mogen blijven leven. Deze mensen denken misschien niet zozeer aan Christus. Ik zeg tegen u die de hel vreest en graag naar de hemel wilt: daarvoor moet u bij Christus zijn. Hij draagt immers zowel de sleutelen van de hemel als van de hel. Hij is het Die de hemelpoorten moet openen, als u die ooit bereikt. Neem daarom Christus aan tot uw behoud, zodat u niet bang hoeft te zijn dat u niet in de hemel komt. Zonder Christus zult u de hemel echter nooit zien.
11
Zij die vurig verlangen naar Christus. Er zijn mensen die vooral vurig dorsten naar Christus. U kunt ze de hele wereld geven, maar ze achten het als niets anders dan schade en drek als ze Christus niet hebben. Geef hun bewijzen van hun aandeel in Hem en het zal al hun verliezen goedmaken. Ik ben ervan doordrongen dat u naar Christus moet gaan en Hem moet ontvangen. Hij roept immers tot allen die ook maar enig verlangen kennen om tot Hem te gaan en Hij zal al hun verlangens vervullen en beantwoorden. ‘Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven’ (Matth. 11:28). Zij die verlangen naar heiligheid. Een ander soort mensen dorst naar heiligheid. Ook hun wordt geboden te komen. Hoewel dit verlangen in zichzelf wel goed is, moet u ervoor waken dat u er niet sterker naar verlangt om heilig te zijn dan om tot Christus te komen. Hij Zelf moet u immers verlossen van uw zonde en u heilig maken door Zijn Heilige Geest. Wacht u ervoor om heiliging te zoeken om daarmee iets te verdienen. Het is geen betaalmiddel! Dat zou het doel van de markt onderuithalen. De markt werkt immers zonder geld en zonder prijs. Denk nooit dat de genadegave van de heiliging in u gewerkt wordt voordat u zich op Christus verlaat voor uw zaligheid, voordat u gelooft dat Hij uw gerechtigheid is. Neem eerst Christus aan en zoek daarna heiligmaking bij Hem. Zijn eigen Woord zegt: ‘Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden’ (Matth. 6:33). Zoek eerst gerechtigheid, en dan heiligheid. Iemand die naar appels zoekt aan een boom die nog niet is geplant, zou u toch dwaas vinden? Dan zijn het ook dwaze mensen die denken dat Christus hen zal laten groeien in heiligheid zolang ze zich nog niet door Hem durven laten redden. Hoe kunt u geloven dat Hij u zal heiligen zolang u nog niet in Hem kunt geloven, of uw verlossing aan Hem kunt toevertrouwen? Denk nu echter niet dat we heiligheid, of degenen die daarnaar zoeken, willen afkraken. Zeker niet, want Gods Woord zegt dat niemand
12
de Heere zal zien zonder heiligmaking (Hebr. 12:14). Onze bedoeling hiermee is dat niemand zijn eigen heiligheid als iets bijzonders gaat zien. Alles wat wij kunnen doen is tenslotte nog steeds onrein (Jes. 64:6), we hebben genade nodig vanwege de onvolmaaktheid ervan. We moeten echter wel ernst maken met het opvolgen van wat ons opgedragen is, uit vrees God toornig te maken. De reden voor het doen van heilige werken moet de eer zijn die onze Maker toekomt. Als u eenmaal deel zou hebben aan de redding door Christus, dan zou Hij een beginsel van heiligheid in uw binnenste geven. Dat belet u de vrijheid te nemen om te zondigen. Het zal u juist zó uw plichten laten vervullen, dat u voor geen goud de dingen durft te doen die de wereld doet. De wereld is niet met Christus verenigd en kent Hem niet door geloofsvereniging met Hem. Weet u wat de apostel Paulus, met al zijn heiligheid, zegt? ‘Ik acht ook alle dingen schade en drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen’ (naar Fil. 3:8). Iedere gedachte die Christus van Zijn hoge plaats stoot, is alsof u zegt: ‘Ik kan wel voor mezelf zorgen en heb Hem niet nodig.’ Dat is precies de strijd tussen Christus en een mensenziel: zij wil nog steeds iets in zichzelf hebben. Maar Christus zegt dat alle vlees is als gras; Hij wil dat we onszelf zien als niets. Zij zullen zien dat ze Christus dagelijks nodig hebben en zonder Hem dagelijks gevaar lopen. Zij die verlangen naar rust. Bij anderen veroorzaakt hun dorst een voortdurende onrust, terwijl ze toch niet kunnen zeggen wat er aan de hand is. Wat zouden ze graag raad krijgen van iemand, zodat ze de juiste weg kunnen vinden. Wat zijn ze bereidwillig om alles te doen wat hen zou bevrijden. Laten zulke mensen raad verwachten van Christus en zich op Hem verlaten, zoals geschreven staat: Laat hij die geen licht heeft en in de duisternis gaat, en die dat beseft, steunen op God en tot Christus gaan Die hem licht zal geven. Zoek verlichting bij Hem Die u nooit zal bedriegen. Zij die verlangen naar Christus, maar nog steeds in de wereld leven. Ten slotte zijn er mensen die wel enigszins naar Christus verlangen, maar toch hun krachten verspillen aan de wereld en haar ijdelheden.
13
Ik zeg u, ook zij mogen tot Christus komen en zich met Hem verenigen in de weg van het verlaten van hun afgoden. ‘Gij nu hebt met veel boeleerders gehoereerd, keer nochtans weder tot Mij’ (Jer. 3:1). Dan zal de Heere Zich over u ontfermen. b. Degenen die geen geld hebben. De tweede groep mensen die wordt uitgenodigd om naar deze markt te komen, zijn zij die geen geld hebben. Is er iemand die geen geld in zijn portemonnee heeft, en ook niet weet waar hij dat kan krijgen? Laat hem naar deze markt komen en Christus’ aanbod aannemen. Er zijn ook mensen die niets in hun portemonnee hebben, wel weten waar het te verkrijgen is maar niet durven komen. Ik zeg u: hier is een toegestoken hand met daarin de volmacht om te komen. Deze is ondertekend en verzegeld met het zegel van de Koning. Sommigen zijn arm, écht arm, terwijl ze niet weten dat ze arm zijn. Ze denken genoeg te hebben en niets te missen. Godloochenaars van dit soort, als u ertoe gebracht zou worden om uzelf te wantrouwen en bang te zijn dat u zichzelf bedriegt, dan zou u zich misschien beijveren om tot Christus te komen en Hem te geloven. Daardoor zou u beter zicht kunnen krijgen op uw toestand, naar de woorden uit Openbaring 3 die ik al eerder aanhaalde. We zagen dat uitsluitend dorstigen en mensen zonder geld deel uitmaken van het gezelschap bij Christus’ feestmaal. Zij zijn de enigen die deze rijke maaltijd mogen smaken. Wie roepen we dan ook op om tot Christus te gaan? Iedereen die zijn nood ziet, enig verlangen naar Christus heeft en deze dingen kent. Iedereen die in zichzelf niets heeft wat hem kan helpen. Iedereen die enige waarde ziet in Christus. Kom tot Christus! Hier is de markt, hier is een overvloed die in al uw behoeften rijkelijk zal voorzien. Bezwaren. Ik weet dat sommigen hiertegen bezwaar zullen maken, maar dat zijn niet degenen die ervan overtuigd zijn dat ze geen geld hebben. Ik denk dat er maar weinigen zijn die nog in hun eigen werken
14
kunnen roemen; allen zouden zich moeten schamen over hun verkeerdheden. Wel zullen enkelen zeggen dat ze niet horen bij de dorstigen en daarom niet behoren te komen. Wat zijn hun tegenwerpingen? Een dorstige wordt gekweld door zijn dorst; bij mij is dat anders. Ik heb noch pijn, noch dorst. Een dorstige lijdt niet alleen ongemak, maar is ongeduldig om water te vinden; bij mij is dat anders. Ik ken geen ongemak of pijn door het gemis van Christus. Evenmin ben ik naar Hem op zoek. Ook span ik me niet tot het uiterste in om Hem te vinden. Een dorstige is niet alleen gekweld en rusteloos vanwege zijn dorst, maar wordt er zo door gekweld dat hij het niet vergeten kan. Voor mij geldt dat niet. Ik lijd geen ongemak door het gemis van Christus, ik doe geen moeite om Hem te verkrijgen. Bovendien is iedere gedachte aan Hem of ieder verlangen naar Hem al gauw weer vergeten. Zo iemand dorst toch niet naar Christus? Zij horen toch niet bij degenen die zich vandaag nog met Hem zouden moeten verenigen? Weerlegging. In antwoord op deze bezwaren wil ik het volgende zeggen. Allereerst, durft u te zeggen dat Jezus Christus in deze tekst ook maar iemand uitsluit die enig verlangen kent om een aandeel in Hem te hebben? Hier hebt u een tegenwoord. Boaz, die een type van Christus was, zei tegen Ruth: ‘Als u dorst, zo ga tot de vaten, en drink van hetgeen de jongens zullen geschept hebben’ (Ruth 2:9). Daarom zeg ik tegen u: als u ook maar enig verlangen hebt naar Christus – hier wordt Hij u aangeboden. Ga naar Hem, neem Hem aan en kom tot overeenstemming met Hem. Laat ieder die wil, komen en drinken van het water des levens, voor niets (zie Openb. 22:17). Wie durft een andere voorwaarde te verbinden aan de geloofsvereniging met Christus, dan die Hij Zelf in Zijn Woord noemt? U moet in de tweede plaats bedenken dat niet iedereen eenzelfde mate van dorst naar Christus heeft. Voor sommigen meet de Koning met een grotere maat, voor anderen met een kleinere, naar Zijn absolute soevereiniteit. Waar haalt u de moed vandaan om
15
voorwaarden te stellen die Hij niet Zelf heeft genoemd? Ziet u enige noodzaak om met Hem verenigd te worden? Ziet u enigszins de noodzaak van de vergeving van zonden? Hebt u kracht nodig die u erdoorheen draagt? Hebt u genezing nodig voor een kwaal? Beseft u dat u niet in staat bent uzelf te helpen, en dat ú uw zaak niet kunt verbeteren? Ziet u enige verdienste in Christus? Kom dan en verenig u met Hem om gered te worden, om bevrijd te worden van de zondestraf. Kom om genezen te worden van al uw kwalen en om kracht te ontvangen voor al uw zwakheden. Want denkt u echt dat u een voortdurende afhankelijkheid van Hem zult ervaren en Hem zult aankleven als u niet eerst in Hem gelooft voor verlossing? Denkt u echt dat u naar Hem zult hongeren, dat u zult dorsten naar kracht om Hem aan te hangen, zonder geloofsvereniging met Hem? Ten derde is het mogelijk dat u zich hebt voorgenomen u nooit met Hem te verenigen voordat Hij u een zekere mate van heiligheid heeft gegeven. Pas dán zou u durven ingaan op de uitnodiging om de redding van uw ziel bij Hem te zoeken. Dan denkt u echter dat Christus iets aan u verplicht is vanwege uw heiligheid. Dan zou uw verlossing, om zo te zeggen, niet volgens de gewone manier van Christus’ handelen verlopen. Ten slotte wil ik zeggen dat de gekozen tekst geen enkel mens uitsluit, of diegene nu goede verlangens heeft of niet. Als ze Hem ook maar op enige manier nodig hebben, laat hen komen zoals ze zijn. Als u zo eigenwijs bent om niet te komen, onderga dan uw lot. Wanneer u uzelf kunt redden zonder Hem, kom dan vooral nooit bij Hem in de buurt. Indien u niet komt voordat u iets in handen hebt dat Hem ertoe beweegt u te verlossen op een andere manier dan door Zijn verlossingswerk, dan zult u niet tot Hem komen, want zoiets is onmogelijk. Als u zo onwetend blijft als hout en steen wat betreft de kennis van God kunt u niet aan Zijn tafel komen. Als u echter inziet dat u Christus nodig hebt en dat u zondig bent, als u iets in Hem ziet wat goed voor u is, nader dan tot de tafel des Heeren in de weg van geloofsvereniging met Hem als uw Verlosser. Daar ontvangt u Zijn wijn en melk zonder geld en zonder prijs.
16