/-no
sÍ@s@um@m
L
ALLES OVER t leven van dad tot dad -r :=- nneringen aaË de goËde oude tijd
---
roekoÉrst veilig qesteld
DE I:,
MOOISTE I
INSEKTENo, -i i
:lcnneesJ5.50
losse nummeB
í 5,95
b€lsiè 105F
VAN EUROPA
DENKENDAAI.I VROEGERWASER STEEDS DE OOIEVAAR ln hetvoorjaarvan het groene platteland leeÍde volop de ooievaar. Hï was er kind aan huis en als hij na de winter kwam, voeldeleje wat gelukki;er. en ooievaar zweeft aan op het nest omhoog turend door het portienaampje, van mijn heriruedng. Het is lente in mjjn vijqarig neusje als een slak tegen de Eryensland. Dat kan deBetuwe zijn ruit, zie ik tussen twee boomkluinen door
geweesl of de Loprkerwaard of zomaar eén gebiedje dat later achteloos is meegeprikt
aa! de vork van een stadsuitbreiding of
door de bdj in de grote schaal van een verkaveling is Eeroerd, Het DK\ 'tje sputtert een ingetogen dory je binnen en opeens remt mijn vader en
roept: "Jongens, kijk, de ooievaar!', Xn
een grcte vogel met gesprêide vleuqels en gestrekbepoten landen op ziin nestbF het
dat ván eengroene schuur met wrtte dakIjst. Dit beetd is me precies zo bijgebleven.
It
vergeeteven de wageMiekte die at halverwege maag en keel schommelt, geboeid door die majesteiteliike vosel, zo heel an, ders dan de eendjes in hebtondelpark.
''Nou? vraagt mijn vader, noem le dat ofniet?! ' Dat was in 1939. Pas dertig jaar tater, in 1969, zag ik de ooíevaar weer. In het bineen belevenis
nenland van Spanje. Ilk dorp had een of meer ooievaársnesten, met de kerktoren áls favoriete plek. Maar ook de sbeden. OD
dê kathedmal van Salalnancà teldê ii< ruim dertig nesten. Ook Sevjlla was een
echte ooievaarsstad. En buiten, langs de dviercn en op de velden, liepen vadertie en moedertje Langbeen in hun witte hemden tussen hêt zwarte vee hun waardigheid op Ooievaars máken een emstige, bedachtzame indruk, vr'anneerie ze tussenheL ho ge gTas áet waden op hun lange, rode steltpoLen. De rode snavel houden ze ordaas
hetkleinsbe insekt ontsnapt njet aan
hu;
scheme blik, Bang waren die SDaansê ooievaars niet. Ze fourageerden dm ons
heen, terwijl wjj aan de rivier de Tomes met brood, kaas en wijn heel economisch
ging de vogel door met kikkers vanEen en
hij stond op het insigne van de vriendin van mijn zusje, toen die als verpleegster
haar 'ooievaartje' haalde, bewijs dat zij de aantekening haamverpleging had verwowen. Maar uit het land verdween intlrssen langzaam de echte witte ooievaàr, Ciconia cicolLia, waarmee wij een eeuwen-
Iange en imige band hadden. Een echte vdendschapsband, op het mvsteieuze af, welis1{aar met een paar knoopjes bijgeloof, maar toch eenije die de mensen dui-
delijk herinnede aan hun relatie met de
natuur, hun oolsprong. ceen vogel stapte zo vertrouwd en zo serieus rond in.lat innerlijke wereldje van ons, vol intieme gedachten en verlangens. Hii was njeh zomaar de 'schatj esbrenger', de vogel die de kindertjes bmcht omdat de ouders een smoesje b{ de hànd moesten hebben om lastige vragên te ontvrijken. De fabel ván de ooievaar die de borcling kant en klaár ln zijn luier aan huis álleverde, steunde in feite op de oeroude, verheven gedachte, dat het de ooievaar was. die de zielen naar de kinderen bracht die aan hun geboorte toe waren.Inde steen van de doopvonten
van katholieke kerken werd in vrceger
eeuwenvaak als symbool een ooievaalsflguur gebeeldhouvr'd. Maar al in de préhistode moet deze vogel - eigenlijk een cultuurvolger - een rol hebben gespeeld. Zeker ís dit het geval geweest in Spanje. Daar
ájn in het zuiden $otwoningen uit
de
woege Steentijd ontdekt met afteeldin-
gen van ooievaárs op dewanden. Ofde vogel in die tijd in ons land heeft geleefd, wil
men wel aarnemen, maar bewezen is het niet. Wel staat vast dat hij hier steeds veelvuldiger kwarn, naarmate het landschap een meer open karakter kreeg, Dat was toen onze vere voorouders landbouw en veeteelt belangrijker voor hun levensonderhoud begonnen te vinden dan de j acht.
Lichtend voorbeeld van liefde en trouw
Open tot half open landschappen
met weid€n er akkêrs, zoals
fiviedÀlên, daárisdeooievaarthuis.
b€ek- en
aan ons valantiebudget knabbelden- En weer was het een belevenis te zien hoe ze
in
schuine lijn aan kwamen zweven, vdjwei zonder geluid in het trillende zonlicht, de vleugels wijd, de poten strak uitgeshekt. Of hoe ze onhoog schroeftdekten met trage vleugelslagen, de halzen la.ng, de poten horizontaal naai acht€Íen, om dan brceduit - met een vleugel$ij dte van ruim twee meter - weq te zeilen in de blauwe lucht. Een ooievaar nám dicht bij de Évieroever in het lage vr'ater een ]ángdurig bad, waarbij het water hoog op ktaterde. Aan wal
stappend hieid hij de vleugels gespreid, sloegereenpaarmaalkrachdgmee,lietze daama halfwljd en slapjes oÍ aàg hangen - net alsof hij ze niet meer hoger kon kÍj gen - en maakt€ in deze houding af en toe
eenpaar stapjes die potsierlijk aandeden. Direct nadat hij doog was, koos hij het luchtruim. Ooieváárs kunnen zwemmen, maar ze doen het a]leen bÍ hoge uitzondering. Altij d zullen ze eerst proberen uit het water op te stijgen, Ande$ vaden ze naar de wal, En pas als dat niet gaat, wordt er gezwommen.
Kindertjesbrenger was smoesje van ouders Terwjjl ik dáa-r intens genoot van die
grote vogels, die zo vanzellsprckend om mij heen rondstntinden, dacht ik terug aan mjjn land en aan mijn jeugd. Ineens
begreep ik, dat ik iets had teruggevonden van een ríereld die mij sluipende$rijs was ontnomen, zonder dat ik er erg in had ge-
had. In het leesboekje op school bleef meester Ooievaar met zijn brii op de snavel gewoon voor de dierenkinderklas staan, op de schoolplaat ván Koekoek
In de Oudheid wed de ooievaar. met name door de Grieken en dê Romeinen geéed. Zijn nuttige eigenschappen als muize- en slangeverdelger werden naar waarde geschat. En menwasdieoonderde indruk van de liefde die de ou-defloeels hunjongen behoonden. Daar bestaan Èeel wat aandoenlijke verhalen over. Bovendien werd de ouderliefde door de kinderen beloond, Als vader en moeder ooievaar
oud en zwak vraren geworden, kregen ze vanhun kinderen k (kers. muizen. sprir (hanen en all€s wat er nogineerop hei ooievaarsmenu staat toegestopt. Dit geloofde men heilig en de criekse wet, die kindercn verplichtte voor hun hulpbehoevende, bejaarde ouders te zorgen, werd naar'pelargos' (= ooievaar)'pelargonia' genoemd.
Voorbeeldige wederzijdse liefde en
trouw in heL oorevaêrsgezin... Er gaan rn heel Europa verhalen en wij mogen aannemen dat ze goeddeels waar ziin - dat ooievaars bij bmndgevaar alles doen om hun jongen te rcdden. Soms lukt het ze in veiligheid te brengen, wanneer de jonge vogek nog klein genoeg zijn. om door de oudels in de snàvel te srorden gedragen. In
1536 is het rn Delft gebeurd. dat een oore vaar trlclens een grote s Ladsbrand, waarbij de vlammen zrln nesh waren senaderd. dó jongen uit het vuur wilde weasleoen. Maar devogelswaren át be groot. óe oildervoael zaggeen kans ze he redden en vielmet uit gespreide vleugels op het nest neer. mis, schien om de kinderen t€gen de hitte te beschemen. En nogin deze eeuw op2mei, 1904 brak er bji een houthandel in Soest
brand uit. De ooievaars die er oD het ed een nest hàdden. namen hun kleintics rn de snavel en brachten ze naff een aàn]re gend weiland. Toen de brand vr'as eeblusi.
keerde cle famdie weer op het nesl telus. Van oudsherstond dus deouderliefde vÀ de ooievad het hoogst genoteerd. Een
voorbeeld voor cle mensen. Begïijpelijk clai de ooievaarskinderen daar wel een
kikkertJe teEenover m oc bten stetlen Het is ook in de Oudheid dat de eerste geschdften over de ooievaar verschitnen
Merkwaardig rs dat tuistoteles 13gl-322 v. Chr. rnÍets vermeldt overhet trekeedras van de vogel. Was de ootevaar rn zjjn titá
r;tl"i';;;;;;ut"t"
d€zwart€ooievaar{CiconianicIarEen zeldzamevosel, die af en toe ons land bezoekt.
Elke stad ofdorp had vroeger .Ível zijn eig€n
ooievaarsft
st. Meesial in de
schaduÍ,
van dekerk,zichtbaartussen demensen.
standvogei in criekenland? ,t Is wet be-
kend datdêooievaars toenzeer laldik waren in de Balkan. En zeer eetrefdtlnïhes saljèstoncl zells de doods hraf op het moed willigdoden vaneen ooievaar. De Romernse schijver Plinius de Oudere (23-?9 n. Chr.) merki in zun NaturaLis Historia oD. 'clat na het vertrek van de ooievaar de tij_d om te zaaien \,oorbU is . Daar krrk je w€l even van op, maarde Fransenatuwonderzoeker Buffon (t?07 - 1788r. die drtzinnetje aanhaalt in zijn Hrstoire Natuelle vertejt 'dat dit vertreklater schiint olaaLs rê vrnden in warmere lan.l-an i.tiJPlinrirs kênder. Ook al stond de ooiel aar bil de oude Romeinen in hooe aanzien. toch waren er in het Ia te re deca cien Le Rome weerznwêk-
kende 'lekkerbekken' die van eekkigheid niet m eer wrsten hoe ze hun tons moesten sirelen. Evenals in onze claeen dnassN de barkl'Llls in zijn j acht met het scrotum van olifanten liet bekleden- zo lieten cails cn consorten inhet Romeinsekeuernil ooie-
vàars als wildbraad opdienen. haakte
zoiets bekend, dan werden de ,ijnproevers'op straat door het volk openliik uitgescholden en gehoond. En is oolevaarsvlees zo'n buihenqeivone delicatesse? Nee
hetschilnt taai té zijn en onaansenaam te ruiken.In de ArBbische tanden mocht Cr catuid ciconid zich ook in de genegenieid van de bewoners verheugen. Hoe het er nu
met hem voorsiaaL? De Êenesenheid zal wel iêts minclerzijn gewoden,
haar in zjin 'Natuurlijke Historre van het Drerenr1ik (1863) \,ertell T.C. Wrnkler, daL de voaeiin Egypte 'sedert oude tÍden, beschemd vr'ordt, 'qrjjl hij eene menigte lastige krui pende dieren vernielt, en, geljjk ook de proeven, door Lenz in Duitschland eeno men, bewijzen, voor slan g€ngif onge\,beliq is'. Dat js iehs brjzonciers en het moet wel
deze vogel kennen. In het oud Fries stond
er voor de O een
A en wàs de naam dus
'adebar'. Overal waaÍ de vogel populair rvas, had hij een eigen stleeknaam. Een paal voorbeelden: in Tvente werd hij
sforJ genoemd, in croningen diàeri, i; Ftiesla]],d eibert eb eaÍreóor€, in Drenthe luibeft of eillèLef (dat heilbrcnger betekent) en in de Betuwe zirel.
Een ooievaar op dak als bliksemafleider Als gelukbrenger was de ooievaar nauw
behokken bij a1 het hulselijk we] en vree van de mensenopwierdat oferfhij nestelde. Men geloofde dat hii het huis beveilisde tegen blikseminslag en met zijn geklei-
per
waarschurÀrde tegen bmndgevàar. Waar kwam dit geloof vandaan? In zijn
boek 'De Wichelroede' schrijft dr. med. AdamVoll: 'Bekend is het feit. dat de bliksem bij voorkeurop plekkeninslaat, \rJaar zich twee onderaardse wàteràderên knrisen, Ooievaars moeten hÍervoor een fijne neus hebben, want zij bouvJen Eeen nest op huizen, die boven dergelijke plaatsen gebouwd ziin. Daaruit ontstond misschien het geloof onder het volk. dat ooie-
vaarsnesten de beste bescherming tegen bliksem zijn'Dikwijls kwam het voor. dat uit instinc, tief-economische impulsen (voedseltekort ofeen te groot uitgevallenlegsel) een ooievaarsparr een jong of een ei uit het nest kieperde. Ditwed dan doorde huisbewo ners als geschenk beschoulrd, een blijk
Poot voor poot loopt hij statig door het gras of een ondiepe plas. D€ rodesnavel omlaag gericht, de vleugels, elk circa zestig centimeter lang, opgevou$en als zwarte dek-
klèden opderug.Nogsteedsspeelt hiieenrol inonzefolklore: op d€ taart tererevande geboorte van nieuwe N€derlandse buraer, onthulling yan zi jn b€eld in Schoonr€v,oerd en bi j een aanstaande blijd€ gebeurtenis. eeD
bij
de
van erkentelijkheid voor de gastvrijheid die de vogels genoten. Hoe groot in sonrmige gebieden de betrokkenheid ván de be-
volking was brj d€ komst en het verbhtl van de ooievaars, btijkt onderandere hieruit, dat in Drenthe het gebruik bestond, dat kinderen barrevoets moesten lopen tot ze de ooievaár hadden gezien. Pas dan kregen ze klompen. 'Rustig, hoog in de lucht drijvende ooievaars brengen haai weder mee', vertelt Waling Dijkstra in zijn boek'Uit Fdesiands Volksleven' ( 1900). En verder: 'Heeft men op zijn huis een ooievaarsnest waarin ook zwaluvren nestelen, dlt brengt geluk aan'.
In noggeen twintig Jaar gehalveerd Geluk... Wij snakken er naar. Maar vrij hebben onze wilde 'odebaf de nestrs.nd gewezen. Weg, met de schatbrengerl Wij hebben dank zij de welvaart zoveel nieuwe 'schatten' vergaard, En 'odebar' heeft het
blijkbaar begrepen. Hij is gegaan. Weg uit het land. waar in de zeventiênde eeuw ooievaarsnesten door overheden werden aánbesteed. waar plaatselijke verordenjngen bestonden die de vogel beschermden. de achteruitgang a1 in de vorige eeuw begint, toch komt vogelaar
Lijkt het ercp, dat
Jan P. Strijbos samen met zijn broer in 1910 tijdens een landeljjketelling op onge veer 500 bezette nesten. En waa$chijDljjk
moeten er zelfs nogmeerzijn gevreest, Ne, gentien jaar later, in 1929, is dit aantal v€r, minded tot 209 | In nog geen twÍntigj aar is de ooievaarsstánd in Nederland meer dan gehalveerd. Eind Tweede Wercldoorlog zijn er nog 11? paren over.In dejaren'50
zakthetaantalna,I46, indeja$n'60 naar 14- Van l9?2 afvarieerthet aantal van 4 tot 11paar, maar sinds 19?8 doen ookpmject ooievaars mee, vogels diezijningevoerd of in gevangensctlap zijn geboren. In 1982 brcedt nog slechts 1 echt wild ooievaars, paar in ons land en wel in craÍhorst bij Kampen (Overijssel).'Ooievaar. lepelaar, takkendiel Heeft ooievaar nlet meer de kindertjes liei..?
Wat gebeurde er boven oD het Íaadhuis van Schoonrewberd? Vanaf de nabjjgelegen kerktorcn konden somm ige gebeurten lssen worden gadeee, slagen Hetuitkomen van het eersteio;s
vanhetogenbtikaf clathet
ei
oDenbr;k'
totdat het kuiken uit
de schaal rclde. Later ka,am ereen tweede jong bij. Het derde trei nogeen tijdop zich wachtpn. De passeboren ooievàaris met donsveren bekteèd. Al in de tweede levens\4'eek komen de eerste
echteverendoorenbedekkenenigszi])s
hetdons. Ooievaars ruien onopvallencl. de rui is over hethelelaarverdeeld. Vande alle{ongs be is de í1avet heel clonker. eindigend in een brume spits. Lan szamerhand wordt de hele snavel biuin en blijft alleen het puntje nog donker.
meteenbêoinnen aan de renóvatie... Toenvorigjaarop l6maartdeee$te ooievaarvroegindemiddagrn Schoonrewoerd ophet raadhustandde. begon de vogel onmiddellijk het nest in orde te maken. Meestalrshetmannette het eershen komthet wlrie tater Tochwas in dit geval de eeft t aansekomenehetwijfie, maàr als op 4 aprll het
mannetie zich laat zien. wordt er door de twee ooievaars met veel vleugelvertoon en snavel-uitvallen gevochten. Het vrouwtie bliikt vreemd. màar toch
De ionoen veÍschillen
duídeliíkin sÍootte
Nietlangnadat de snavel brulnls ee\4orden. breektderode gloed ran dekènmer-
kende rode oorevaarssnaveldoor. zoals wii dezezlen brj de volwassen vogel. Depoten
vindt er's a\ onds na
de ruze een
panng
plaats. Beide vogels$erken aanhet nest en laten methun snavels klepperende geluiden horcn. Al hun emoties. zoals blljdschap, opwinding, anqst. tiefde. woede worden bij ooievaars vertolkt cloor hun geklepper. Eên echteroepheeft d€ !ogel niet, hooguit watqesis en eetlom. Op 18 maart verschijnt in Schoonrewoerd een derde
ooievaarophettoneel. Zoudat
het vrouwtje zrJnvan het vorisjaar. dat nu
telaat is teruggekomen) Weer sordíer gevochtenentenslotte verd\:r.iint de rustverstooder. Ats alit rverkeiijk het
vanhetpas uithetei gekropen ione zijnrose. Maardeze tlntveranalertàtvrii snel in zwart. Deze kleur vormi btijkbaa; een overgang via bruin naar lichtrood met geelwltte vlekken. Als het jonezich echter aan de eelste vliegoefeningen waagt,
vrouwtje van vorig jaar was eevr'eest. had zij zich waalschiinlijk niet zonder meer laten afschepen. Nog die zetfde dag,{ordt op het nest een afl ossing waargenomen. Deooievaars zijn dus atmetbrbeden begonnen. Daags daarop volgt nogeen páring. Uithetrinsnummer vanhet
vrouwtje, afgelezen mete€n tetescooD. de vogeleenJongrsvan een vrij \ I legend paar project ooiev aars urr He t Liesveld. geboren in I980. prsru ee jaar ouden nu al geirouwd Datrsbiizonder.
blukt dat
wàn t
gesoonljkjs
€en oorevaaróàs oo
drie-of vie4arrge leefhjdbroedrjip.
zijndepotenal aardigop kteur. De votwas
sen ooie\ aarheelt helderrode Doten. Na dneenhalve week kon men de versch len in g:rootte bU de Schoonrewoerdseionaen
goed zien Bewiis datzemet tussenDozin \ an lweea edasenwarenseborén
d
Zelden oezien: eenkeelzak vol wate-r voor dejongen Men krij gt het haast nooit te zien, maar op hetnest in Schoomewoerd stdjkthet vrouwtj e neer om haar kroost te drenken. Totdrie keertoe draagtzij wateraan. De
Na tien weken vliegvlug Vanaf de kerktoren van Schoonr€$roerd werd gezien hoe het oudste ooievartje na ongeveer drieénhàlve week regelmatig probeerde op te staan. Toch viel het diertj e steeds weer om. Wanneer de j ongen circazeswekenoud zijn, maken ze op het nest een begin met vliegoefeningen. Dàn
slaanzede vlêugelsuitenaf entoe springenze een stukje omhoog. Maar v1ieg]']ue zijn ze. als ze vier weken verder, dus tienwekenoudziin. Voor die tijd kan
menzeop derand vanhetnestzienzitten,
inafwachtingvandehapjes die hun
ouders geregeld aandragen. Ook nadat ze
alvolledigop eigenwieken kunnen drijven, worden
ze
nog een hele tij d van
Merkrvaardig is het, dat jonge ooievaars
g€durende hun hele eerste levensjaar de bedelroep latenhoren, wanneer zij door de mens, dus kunstmatig, zijn grootgebracht. Zij beginnen al teroepen, zodrahun velzorger zich laat zlen. Het is moeilij k na ie gaan,hoeoud ooievaars kunnen vrorden. Uit ringonderzoek zijn leeftij den bekend van vijftien tot twintigj aar. In gevrngenschap is een ooievaar zelfs
een€ndertiggeworden.
bedelmep van het ooievaarsgrut bestaal uitmiauwende en jankende geluidjes. De ouderïogels hebben het druk met voedsel zoeken voor hun klnderen, Foeragerende ooievaars vliegen we1 tot tien kilometer vanhet nest vandaan. Het voeds-ól bestrrt
vis, kikkers, muizen, mollen, slakken, insekten enwormen, datin dekeelzak wordt opgeslagen en voorclejongen q ordt LLit
ujtgebra akt. Ooj evaars prod uceren braak ballen. Onverteerd voedsel, zoals botjes en
keverschildj
es.
wordt uitgespuugd.
f
Bij gevaardrukken dejongen zich
Wanneer de jongen oneeveer vierw€ken oud zjjn en dus noggeen vliesbewesrnsen maken, klimt ctenngertot bi hetnËsi "Dê longen, die het naderende ,gevaar, opm€r
Bonte Piet pikt de ooievaarniet
In het algemeen is de ooievaar heet vêrdraagzaam tegenoverandere \,oeets in zrrh
1brced)gebred. Dat kanzo ngrotèvoc€l " ook wel waaJmaken. Mussenenspreèuwen duidt hijz€lfs als medebewoners ir ap on derste lagen van zijn nest. Toch zirnhet
vooral me€uwen en wêidevoseis drede r2fwezigheid van een ooie\ aarniet attiia on pdjsstellen. Dan ishet, birvoorbeetà. eà lraai gezichL,hoe eenscholeksteÍmêi ziin gesch reeu w en he€ n-en-weer gevheg de
oolevaarprobeerLweg tepesten Enmet
t
zUn eveneens zwartwiLLe vercnkle-Àd rodê poten en snavel lijkt ,Bonte piet, \irarempel een mini ooievaaf. In Schoonrewoerd werd waa rgenomen. dat de ooievaars zowelop wei- alsophooilandên
voedselzochten ODhoo anden\ oor.l
wanneer er pas gemaaid of nei eehooid was, en ook bij hetpe$envan d;balen. Ais de sloten warên geschoond. scharrelden zij altijd langs dewaterkant. Toeneind arrgustus de familie vertlok. lverd uit het ooievaarsdorp Ilet Liesvetd qemetd dathet vrouwtje daarmethaar tonsenwas eeslsnaleerd. Láter bereikteiu hèl r oEeiàarË
Hetz$ininBeLgie Oelongenwa"reirXen neLLlkrerder getrokken naarheizIr.tên
ken, drukken ztch plat ophetnestenhou oenzLch dood Nadatde rineomde Dootrs
bevestigd, noieertderjnserdatum nrrm
mer, plaats en
b rl
kom end€ eesevens en
iu urt deze naal het Voget tieks ta tlon rn Arnnem. De ooievarrs ziin dan als hei\arê s
opgenomen in deburgerlijkestand. En danmaarafu achten ofoort iemand ersens eendode oojevaar \rjndtmet de betreffende rlngolmet verrekrikerotLeles.oob.tF gegevensafl€esi Op 26 rugustus I98) ver
tr0kkên allF ooie\ aarsurt Schoonrewóêr.l
,IJ l
j
.d 'n
\ .,Q
,{
-,,{.:-
&
l'
-:$q{l,
$
r
\
-/' Ê
r d
VADER,WAAR
KOMTDEOOIEVAAR VAT\DAAIJ? En op een dag gaan ze, zoals alles in het leven. NaarAfrika zeggen de mensen en dat klinkt onafwendbaar, Vroeger kwamen ze altijz-weer terug, dewilde ooievaars.maar ons land is voor hèn te ongezellig geworden, Wai nog rest zijn de 'tamme'takkedieven, die we zelf hóben àóotgebracht,
va
9'*ru*ïqïil*ïïi,ï'i-'è"*i'*1'i
Langbeen zijn geliik bevederd. er is hàasi geen verschll. Die u,ïarte kleur van de vleugels ts niet zomaa. dre heeft cli \ oAet
nodig áls \Li€qÊr \an tanEe dsirn.t;n Daar moet hij sterke vleueets voor heb b€n. En het zijn julst de zw;de kteurstof-
fen die de gror:e slagpennen me€r stevleheid geven. Iedereen \'r'eet ook da t de ooié,
een trekvoqel is. màar van ziin trekgedràgis weinig bekend. Hetisnosàl raadselachtig ook. Waar bevinden zich de wjn,
terkwartr.ren \ rn dc oorevaars dle noe tn Nederlrnd nestFlÊn? Vons raar \\ aren àat het rrilde paar in craftorst tm€t tonsen). het $i1de pààr in Voorst rzonder jonien. wegens late ierugkeer)en verder de lvild€ ooievaárs !rn dc gemengde huwetjtken. die ult cen \r'rld €r\€rnplaar en een ororect
ooieïaar besionden 1de nesien vrf Schoonrewoerd en Dierenpark Wasse
(
E
:àarr. \Íaarom zijn er tegenwoordig's win :êls geen ooievaars meerin Noord-Ailka? :n waarom trekken de ooievaars in Spanjê d'ie weken eerder weg dan hun soortge-
:oten in Middên-Eruopa, terwijl
buiten bereik var het menselijk gehoor 1Íggen, een scherpe blik en - heel belangrljk en opvallend - gevoeligheid voor de kracht van de magnetische noordpool. Zou hier de verklaring van zijn mysterieuze vemogen als hekvogelkunnen worden
de
Spaanse - áls je Plinius (nog) moet geloven
-jujst later
opgespood? Recente proefnemingen hebben uitgewezen dat de ooievaar niet puur
zouden moeten vertrekken?
Een storingsjaar nu is catastrofaal
instinctief het noorden kiest. alsof er in zijn kop een soort magnetisch kompas is ingebouwd. Nee, het zit veel ingewikkel-
Erzijn, globaal genomen, twee trekrcutes: de ene in zuidoostelijke richting via de Bosporus, de aldere zuidwestelijk langs Gjbraltar. De vogels trekken àl naargela.1g de route die zij volgen,llnks ofrechts
der in elkaar: hij kan de hoek meten tussen de magnetische lijnen die de aarde omgeven, en de verticale richtingvan de zwaartekracht. Datis zíjn manler om hetmagne-
tische noorden te vinden.
om de Middellandse zee heen. Ooievaàrs
ajn $amelijk zweefuliege$ en aftar*elijk van thermiek, waamee ze per dag maxi. maal tweehonderd kilometer ver kunnen komen, als de weersomstandigheden mee-
Íerken. Boven zee is geen themiek. Een vlot verloop van de ooievaa$trek even afgezien van alle gevaren van de kant van die ,ndere 'langbeen' Ís grotendeels afhànkelijk ván de weersomstandigheden. Stolm en reeen houden de vogels vaak da g€nlang aàn de $ond. Dit hoeft niet alleen te gebeuren tijdens de tIek naar de overwinteringsgebieden. Het weer kan ook tegen
zitten als de vogels naarhun broedge-
bieden opweg zijn. Komen ze daardoor te laat aan, zeg eind mei of in de loop van ju ni, dan is de kans op het grootbrengen van broedsel verkeken. Wanneer zoiets het grootste deel van een ooievaarspopulatie overkomt. sprcken de vogelaals van een
stoÍngsj aar. Het voedselaanbod heeft
zij n hoogste piek onder andere de explosieve toename van veldmuizen in hel voorjaar
-
Ooievaars zijlr trekvosels. Toch is het seênwet vanMedenenPerzendatze wegtr€khen. Hêt komt voor dat de vosels ook's wirt€rs blijven. De jong€ dieren trekkenm€êstal weg. Onder: ooievaars iDMarokko.lnde v€rte de Atlàs.
De zwakkeling en Veelteveel vogels komêntijdensd€ trek om. Als ze niet rvorden neergeschot€n, botsen ze
$el íegèn hoogspànninsskabels.
al gehad. EI is te weinig voedsel en de meeste j onge ooievaa$ hàlen het niet. zl1lke storingsjaren zijn nu en dan vooryeko-
men. Ook oude geschriftenmaken ermelding van. Toch was er altijd weer sprake
van herstel. Gebeurt het nu, dan kan het catastrofaal zijn. Hoe aÍhankelijk van opstijgende wame luchtstromingen de ooievaars zijn en hoe ze dan van de gelegenheid profiteren, maakte men mee in Aleedie. 's Nachts werden daar op verschillende piaatsen duizenden ooievaars gezien op teruetrek naar Europa. Plaatsen waàr atrakkelingsinstallaties van de oliewinning staan. Op de hitte die deze installaties in de lucht ve$preiden stegen ál die glotevogels ach ter elkaar in spimlen steeds hoger en hoger en verdwenenin noordelijke richting. Zo'n vogel als de ooievaar. die in staat is lange trekroutes af te leggen, moet over enkele bijzondere eigenschappen beschik-
ken. Gevoeligheid voor verschlllen in
luchtclruk, het opvangen vàn geluidendie
het ooievaarsgericht Hetmoet tot in hetbegin van dejaren vijf-
tlgin
ons land te zien zijn gerveest, hoe de ooievaars zich in augustus veMamelden voor de tlek naar hun overwinteringsgebieden, Op verschillende plaatsen kwamen ze bij elkaar. Ooitwarenze er danmet
honderden tegelijk. Het waren de dagen
dat de zogeheten'ooievaa$geichten'
werden gehouden. Dan zag men een aantal vogelsineen kdngetje inhakkenop een slachtoffer in het midden. Doorgaans werden dan ookop de verzamelplaatsen dode ofgewonde ooievaars aangetïoffen. Wat er eigenlijk gebeurde was, dat zwakke of af wijkende soortgenoten werden verstoten. Maar ook en dat klvam even dikwijls voor maakten in zulke glote ooievaars concentraties enkele vogels ongecontro leerde bewegingen, die door de andere als uitingen van agressie vr'erden opgevat. En daarhadjedan een gevecht, waarbjj flinke snavelhouwen werden uitgedeeld en de zwakste exemplaren door akinesis werden bevangen. Akinesis is eentoestand, waarbij hetlichaam weigert bewegingente maken, Zo levert de zwakkeling zlch volkomen weerloos uit en valt na een paar Íikse hourven vanzelf om,
Het grote moment komt bij voldoende thermiek De verzamelplaatsen zijn gmte, drassige rveilanden- waar een redelijke hoeveelheid voedsel is te vinden, En tenvijl augustus
veder schdjdt. krijgen de jonge
vogels
steedsmeerde kriebels inhunvleugels. Zij vertrekken voordat de oudere vogels op weg gaan, Ze worden met de dag orrlustiger, Opeens is daarhet gTote moment, met
voldoende thermiek, En daar gaan
ze,
schroefwiekend de lucht in, gestadig ho ger, tot ze niet meer dan stipjes in het
luchtruim zijn, zeilend van thermiekbel naar thermiekbel, Ver in de middag lan den ze ergens op plaatsen, waar ze kunnen
fourageren en brcngen dikwijls de nacht door op de huizen van een nabjjgelegen
dolp. Hetwas nogin 1978- op 19 augrstus rond hàlfÊcht's avonds. dater in de buurt van Reutum (in het noorden van overjjs sel) ruim twêehonderd ooiêvàá rs neerslrre-
ken, waarvan er tussen de zestig en zeven tlg een slaapplaats ultzochten op de da ken inhet dorp, de restvond eenplekje in
de savannen en steppen tussen de Sahrra en de Lrop$che \4ouden. Ofze vheeendoo: langs de weshkust en houden kwàrtier 1. landen als Senegal, Mali en Niger. Is de situatie voor Ciconio in de broedge-
bieden al vene van rooskleuig, vanw€ge de toenemende ve$tedetijking, de hoos spanningsinstàllaties met hun bedmdini, en, de verlagrng van het grondwateeà (eèn van de hoofdoorzaken in Nederlandr het vlieg en snelwegverkeer en de groo! schaljge landbouw, dan is er tiiclens de lrek sprake van regelrechte vervol$ns.In Franhijk staan de rampokke$ te pope len, om het eerste 'sportieve' schot te los sen. Een ooievaartn ziln vlucht omlaae Ia ten duikêlen, dat is pas een ktck...t Thuis gaan we intussen ook niet vdiuit, ook al gaathet maa r' om het stelen vaneen Dro. ject ooievaar Zeker is intussen datrn;ttp larden de ooievaar het doelwit is van dàt
speclale soot 'spuitgasten' wier haltstocht niet te blussen is. In de Aftikaanse
landenlijkt aanhetschietenzetfs geenein, de te komen, vooral nu pitt en boog rn de
de omgeving, Daags daarop vertrokken ze omstreeks tren uu:r 's morgens Rrngafle-
zrng maakie duidetjjk dai het oorevaars wá,ren uit Polen, West-Duitsland en waarschijnlijk ook Denemarken. Zoals verteld, ziin er twee routes. In ons land vond-envindtrnfeitenos eensoort trekschejdmg plaaLs. Een aaital voeels dat gebroed heeft ofgeboren rs ten oosLen ran de lJssel, volgt de zudoostÊhrke route. richting Bosporus De rest reit nndwest, richting cibraltar. De reis naar het oosten gaat via DuiLsland en de Balkan. Steeds meer ooievaars sluiten zich aan. Uit Denemarken, Noord- en Oost-Dults1and, Esilarld, Letland. Lrtauen. polen Hongarije... Ailes brj elkaa_rmoeten hetongeveer vijfhonderdduizend ooievaars ziin die de zee-engte van de Bospoms overst'e-
lndeoppalen geboulvdenestenvanhet ooievaarsdorp Het Liesveld broeden de
pro ject-ooievaarspaarties in
vriiheid.
ken, om in de eerste helit van seDtembêr door het Midden Oosten te trekÉen. Vandaar gaan sommige vogels door Lot KaaD de Goede t{oop in Zuid-Amka. Het aantal ooievaars dat de kuststrook van Tadfa (bij cibràltar) bereikt voor de oversieek naar Afrika is aanzientiik minder. Daarvaj1 komt heL sïootste àeel urL Spanje en de rest. siechts enkele honílêF den, urt West- en Mtdden-EuroDa. OD hei;
Afikaànse continent ovenrint;ren ;ê n. In ruime kooien worden de pro jectvoeels geborênenopgefokt. Zo is er kans daí de ooi€vaar voor Ned€rland behouden bIi jft.
souvenirshop hangen en het geweer op de scbouder rxst. Wel is het zo dai dp kom\r van de ooievaars voor veten een aanvulling betekent van de protemen. dre nj ln dit iaarÊ€tiide node ontberen Hei viêês van Ciconjo mag dan welniet beDaaldeen dehcatesse zitn, maar er ts een croot ver. schil tussen de welgedane Romeinen uil de Oudheid en de hongercnde Afrikanen van Nu. Voeg bit het schieten het kwistis gebmik van vergjften, zoals DDT en Da ra: Lhion tegen spnnkhanenplasen en testaat verbaasd dat er noe oorevrá.s Iêvci M.rr hoe langnog? De aèhteruitgàng gaatatoor.
Ovelal. Ook
in een ooie\.aaN]ánd
ats
Spanle is langbeen lanq niet meer zo ta]. 4jk als voorheen. Zowel jn cle broed sls rn de overwintedngsgebieden loercn de se-
varen. Toch is de situatie in de winterkwartieren het meest alannerend, Vooral het aantaL ooievaars dat de westelilke fekroute kiest, loopt in zijn geheet tenLs en men neemt algemeen aan. dat dezê teruggangrn cle êerste pLaats te Mlten is aan de gevrren die de vosels hjdensde lleken
hun verbijjfin Aftika bedreigen.
Nederland kan de echte ooievaarwel vergeten Alsje het nuchter bekii kt, kunnen we wat Nederland betreft de eahte wilde ooievàar wel vergetên. HjJ heeft teveel teqen, om zich àls broedvoEel in onze coniiêiêh fê he$tellen. Wil je j ezetf een haalbaar ialeaàl
stellen enieniet blird staren oo het o]rmogelilke, dán is onze e ge hoo; gevestiqrl op gefok[eexemp]aren, ofwel projec looie
vaars. Daarismen al sinds l9?0iiionsland meebezig. Toenwerd doordeNederlandse Verenjgrng toL Beschermrng \,an Vosels het ooievaarsdoD HehLjesveld brj cróot Ammels sêsLichL. dal in r9?8 oier hdn derdzeventien ooievaars beschikte, Sinds l9?9 zijn er een aanLal buitenstations brl gekomen: Herwijnen (celclerlandr Eern;. vr'oude (Friesland), Zegveld íUtrechU. De
Wijk (Drcnthe), corsset
íceldertaníl) Leek (Groningen) en Haastrecht íZuiál Holland).'t Is \À'aar, die voeels overïrinte-
'Zelfsde ooievaaraan de hem€l keni,zijn vastêti jden,'zest de profeet Jêremia (8:ï). Hetmoge d€mens g€gevenzilnde diep€ zin vàndeze uitspraak tebesri jpên. Intussen weten wê meeroverCiconia's
levendankzijhetringonderzoek.
ftn
hier, ze blijven waar ze het soed hebben. Sommigen unden het maaanrks Dat zouhetinderdaàd zijn, als er geen gebrek
aan ooievaars rÀ€s, Zoals de zaaÏ er nu voor staat is dit de enige manier, om de
ooievaar voor Nederland tê behouden ízic ook Grasduinen, oktober 1982). Meer dan welke voget ook is de ooievaar het symbool van het land dat ge',veest is. Datwas eens het land van Rembrandt vrn Rijn, van Jàcob van Ruysdael, van paulus Potter en later varl de schllders van de
Haagse School. Zonder dat hij op hun schildedjen of tekeningen voorkomt. kun je je voorstellen hoe de ooievaar statie door hun landschappen stapte, Misschien datdittóchnogkan, dankzij de ooievaars-
projecten. Hoe zoudenwe ande$ onze kinderen kunnen vertellen, \{aar de ooievaar TomuTn EuUk
I
!r