Alles in Christus – In alles als Christus
2
Prekenserie over de brief van Paulus aan de Kolossenzen
Kolossenzen 1:12-23
Christus – in alles nummer één Het evangelie in een aanbiddingslied
a. Inleiding In onze westerse cultuur kijken we daar vreemd tegen aan, maar voor de oosters orthodoxe christenen zijn iconen heilig. Ze worden niet zomaar eventjes geschilderd en elk icoon voldoet aan bepaalde regels. Ze worden ingewijd en daarna vereerd in de kerk. Soms kussen mensen zelfs zo’n icoon. Toch moet je niet zeggen, dat ze daarmee beelden aanbidden. Het icoon representeert namelijk degene die is afgebeeld en de eer (en dat is wat anders dan aanbidding) voor het icoon gaat daardoor naar de afgebeelde. Orthodoxe gelovigen zien in het icoon de heiligheid en het onzichtbare van God. Het icoon brengt God daardoor dichtbij en onder de mensen. Door de inwijding wordt zo’n afbeelding een drager van Gods genade. Zo bezien zou je Jezus ook een icoon kunnen noemen: Hij laat namelijk zien wie God is. De eer voor Jezus gaat terug op degene die Hij afbeeldt, namelijk de Vader. Hij representeert de Vader en brengt God dichtbij en onder de mensen. Hij is de drager van Gods genade. Dat idee is zo gek nog niet, sterker: de apostel Paulus zegt letterlijk over Jezus: icoon van God, de onzichtbare, is Hij. We vinden die tekst in Kolossenzen 1:15. In onze vertalingen lezen we daar het woord ‘beeld’, maar in de Griekse tekst staat gewoon ‘icoon’ (eikwn).
b. Lezing: vers 12-23 c. De juiste toon Voor christenen is in de kakofonie van religies de uitdaging hetzelfde als in de tijd van Paulus en de Kolossenzen: hoe brengen we het evangelie zodat we voor Joden een jood zijn en voor Grieken een Griek? In de vorige preek zagen we, dat de verwoording van de christelijke boodschap is aan te passen, maar Christus zelf niet in wisselbaar! De juiste toon om elkaar daarop te wijzen en er in te bemoedigen was een toon van gebed. Vandaag leren we waarom Christus zo’n centrale plaats heeft in ons christelijk geloof. Dwaalleer over Christus is het best te weerleggen, wanneer je de juiste kijk hebt op wie Jezus was en wat Hij gedaan heeft. De juiste toon om dat tot je te laten doordingen is de toon van aanbidding. Soms word je ergens zo blij van, dat je vanzelf gaat zingen. Het Bijbelgedeelte van vandaag is als het ware zo’n vreugdelied. Het heeft dan ook de structuur van een lied. Alles draait om drie sleutelwoorden met een ‘v’: verzoening, verlossing, vergeving. En ik geloof dat verzoening ook het sleutelwoord is in onze christelijke boodschap. Paulus verwoordt dat zo in 2 Korintiërs 5:19: Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: Hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft Hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd. Wat moeten we dus doen als we evangeliseren? De verzoening verkondigen! En wie deze verkondiging brengt, kan niet anders dan over Christus vertellen. Want wat is verzoening zonder de kruisdood van Jezus? Zoals ik al zei, heeft dit gedeelte een mooie opbouw. Die kun je als volgt samenvatten: Vers 13: uit de duistere macht naar het rijk van liefde | God de Vers 14: verlossing is vergeving van zonden | Vader Vers 15-20 Christus is in alles de eerste | Christus, Gods beeld Vers 21: de duistere macht maakte ons tot vijanden | Wij, in Christus Vers 22: de dood van Jezus verzoent ons tot een nieuw leven | ook Gods beeld
1
d. God de Vader Met vreugde dank brengen, zo begint dit gedeelte. Waar komt die vreugde ineens vandaan? Waar is die op gebaseerd? ‘Dus’ slaat terug op het voorgaande: we zullen vrucht dragen door al het goede dat we doen, onze kennis van God zal groeien en we zullen door zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen om alles vol te houden en alles te verdragen. We zullen door de volle kennis van God en het inzicht dat de Geest ons schenkt in staat zijn te leven zoals het past tegenover de Heer, hem volkomen welgevallig. (Kolossenzen 1:9-11) Mooie woorden, maar durf je het ook na te spreken vanuit je hart? Wie kan volkomen welgevallig leven…? Wacht even, Paulus zegt ook niet dat je het uit jezelf moet doen! Kijk maar in vers 12: de Vader stelt ons daartoe in staat. Hij heeft ons gered. We zijn een grens overgegaan: de grens tussen duisternis en licht, tussen macht en liefde. En ons paspoort om dat Rijk van Liefde en Licht binnen te komen is betaald door zijn Zoon. Beetje vreemd trouwens dat Paulus hier zegt, dat het de Vader was die ons heeft gered. Het was toch Jezus? Ja, maar het is allebei waar. We leren er dan ook iets uit, waarmee we twee dwalingen terecht kunnen wijzen. In de eerste plaats de dwaling dat God heel ver weg is en niets te maken heeft met de schepping. God is veel te hoog om zich bezig te houden met zoiets aards als een aarde met mensen. Je moet het aardse en het lichamelijke ontvluchten. Het ware leven en de ware Godskennis krijg je pas als je het lichaam en de aarde kunt ontstijgen. Paulus brengt daar dus tegen in, dat God zich wel degelijk om ons bekommert. Hij is met onze wereld begaan. De tweede dwaling is er één die vandaag de dag door miljoenen wordt omarmd: Jezus was geen God, maar alleen een voorbeeld, een goed mens zoals het door God bedoeld was. Maar doordat Paulus de Vader gelijk stelt met de Zoon zien we dat ze één zijn. God de Vader redt ons, doordat de Zoon ons verlossing bracht. God de Vader brengt ons naar het rijk van de Zoon door de vergeving van zonden. Wie dwalingen over Jezus wil bestrijden, moet dus een goed beeld hebben van wie Hij werkelijk was. Jezus is dezelfde God als de Vader!
e. Christus, Gods beeld Maar hier lezen we dus alleen tussen de regels door iets over mogelijk verkeerde gedachten over de persoon van Jezus. Voordat Paulus overgaat tot het concreet bespreken van de dwaalleer (later in hoofdstuk 2), zet hij eerst duidelijk uiteen wat de positie van Jezus is. Goede leraren vertellen vooraf het onderwerp en doel van hun les. Paulus houdt zich aan die didactische regel en zet nu de toon door eerst duidelijk te maken dat Jezus Christus superieur is in de totale schepping: Hij staat boven alles, Hij is het begin en het einde van alles. Hij is God zelf, de Schepper, de Verlosser, de Verzoener. Jezus laat dus niet maar ‘iets’ van God zien, nee, Jezus laat God zien. In Hem is God volledig aanwezig. Alleen omdat Jezus de ZOON is, kunnen we ervaren dat God een VADER is. Is het niet opvallend, dat geen enkel hedendaags geloof zijn god als Vader ziet, dan alleen het christelijk geloof1? Dat komt omdat alleen christenen geloven dat God een Zoon heeft. Zonder Jezus is God niet zichtbaar en kunnen we Hem niet volkomen kennen. En van die boodschap en van dat belijden is Paulus zó vol, dat het er uit komt als een loflied, een aanbiddingslied. De structuur van het lied zou je als volgt kunnen weergeven: 15 Beeld van God is Hij – eerstgeborene van al het leven (Jezus is God) 16 de hele schepping is in hem, 16 alles in hemel en op aarde is in hem door hem en voor hem geschapen 17 Hij is het hoofd van de schepping 18 Hij is het hoofd van de kerk (Jezus is Middelaar) 18 Oorsprong is Hij – eerstgeborene van de doden 19 de hele godheid is in hem 20 alles in hemel en op aarde is door hem en voor hem met hem verzoend.
2
Met de woordkeus van vers 15 belanden we in één stap in Genesis 1:26-27. Daar lezen we dat God de mens schiep als zijn evenbeeld: Adam en Eva waren beeld van God en de eerstgeborenen van de schepping. Johannes legt er in zijn evangelie en in zijn 1e brief het accent op, dat Jezus het levendmakende en scheppende woord is. Paulus beaamt dit en vult het in met taal die in het multireligieuze Kolosse bekend heeft geklonken: woorden als volheid, alles, onzichtbaar, machten, krachten… Zo maakt hij duidelijk dat Jezus groter is dan de schepping: alles is in Hem geschapen, zelfs alles buiten ons gezichtsveld. Het is niet alleen ín Hem geschapen, maar ook dóór Hem (Hij is er de oorsprong van – de actieve oorzaak) en zelfs vóór Hem: Hij is dus ook het doel van de schepping. Jezus staat boven de totale schepping, Hij is de bedenker ervan en Hij is het doel ervan. Dat betekent het woord ‘eerstgeborene’ als het over Jezus gaat: Hij is nummer één, de eerste in rang2. Paulus wijst ons met de zijn woordkeus van ‘Christus, het beeld van God’ op een fascinerend idee: toen God de mensen schiep naar zijn evenbeeld, had Hij daarmee het model van Christus voor ogen! Jezus is dus niet alleen beeld van God, maar ook beeld van de volmaakte mens, ons voorbeeld. Adam werd geschapen naar Gods beeld (NBG’51), maar Jezus is Gods beeld. Jezus is namelijk heilig, zuiver en onberispelijk... en dat had God in gedachten bij het maken van de mens. Maar tegelijk is dat fascinerende idee een beschamend idee. Want in hoeverre lijk jij dan nog op dat beeld wat God in gedachten had….? Helaas is het zuivere, heilige en onberispelijke weggevaagd door de ongehoorzaamheid van de mens. De mens is van God vervreemd geraakt (Genesis 3:8-10). Die vervreemding kun je treffend samenvatten met het woord ‘dood’. Wie zondigt, sterft van God af. Gelukkig is Christus ons in alles voor geweest, ook in het herstellen van de breuk. Paulus legt in dit lied uit, hoe dat slechte nieuws van Genesis 3 uiteindelijk toch goed nieuws – evangelie – geworden is: er is verzoening door de dood van Jezus (zie vers 22), zodat we weer heilig, zuiver en onberispelijk bij God mogen zijn. Christus is niet alleen de eerstgeborene van al het leven, maar ook de eerstgeborene van de doden. Door zijn sterven aan het kruis werd het holle woord ‘dood’ als het ware gevuld met nieuw leven. De onzichtbare, levende God werd concreet in de zichtbare, stervende Zoon. Daarmee heeft God zich tot in onze dood met ons verbonden. Die grote, allesomvattende God is dus niet te groot om zich om de sterveling te bekommeren! Vanaf het allereerste begin van de vervreemding zocht God de mens al op: Mens, waar ben je, waarom verberg jij je? Hij is daarom de tweede Oorsprong, niet alleen de eerste oorsprong van het leven, maar ook de Oorsprong van het herstelde leven. Zo wil God zich met ons verzoenen. Is verzoenen geen prachtig woord? Er zit het woord ‘zoen’ in en dat hoort bij liefde. Alleen wie liefheeft, kan vergeven en dat bezegelen met een zoen. Wie zo door de Zoon gekust is (vergelijk Psalm 2:12), is overgebracht in het nieuwe leven, het rijk waar de geliefde Zoon het hoofd van is. Een ander woord voor dat rijk is in vers 18 ‘ekklesia’, dat Gemeente of in de NBV ‘kerk’ betekent. Ekklesia betekent letterlijk ‘uit-geroepenen’, een vergadering van mensen die bijeen zijn geroepen – weggeroepen uit de wereld om weer heilig en zuiver te zijn. Maar het verzoeningswerk van Christus omvat meer dan alleen de zonden vergeven, het gaat ook over de macht van de duisternis die gebroken wordt. Dat betekent dat de duisternis geen macht meer heeft over de ‘uit-geroepenen’ die zijn overgebracht in het rijk van God. Wie bij de kerk hoort, leeft in een andere invloedsfeer: in die van licht en liefde. In Nederland mag je twee paspoorten hebben, maar in het rijk van God is dat echt niet nodig. We zijn overgebracht, het Grieks heeft daar een werkwoordsvorm (aoristus) die iets definitiefs uit het verleden aanduidt: je hebt dat oude paspoort van het rijk van de duisternis niet meer nodig. Concreet betekent dat: laat je niet meer leiden door duistere machten, maar door liefde en licht. De zonde heeft niets meer over je te zeggen. We krijgen door Gods luisterlijke macht toch kracht om alles vol te houden en alles te verdragen!? (Kolossenzen 1:11)
3
Het verzoenen van Jezus omvat dus de zonden die we gedaan hebben, maar ook het breken van de zonde als onderdrukkende macht. Maar dan zet Paulus het werk van Jezus nóg sterker neer: ALLES in hemel en op aarde is verzoend, de hele schepping wordt herboren. Er klinkt in de duisternis van onze wereld opnieuw een scheppingswoord: er moet licht komen (vers 12, vergelijk Genesis 1:3) God wil de totale gebrokenheid van de schepping daarmee herstellen, zie Openbaring 21. Omdat de hele schepping is gemaakt in, door en voor Christus, vindt de schepping alleen haar bestemming, wanneer alles weer in een juiste verhouding tot Christus staat. Daarom is God in zijn Zoon naar de wereld gekomen om alles met zich te verzoenen en vrede te brengen. Vrede, dat is voor de Joodsdenkende lezer ‘shalom’ en dat woord omvat véél meer dan alleen ‘vrede’. Shalom betekent eigenlijk ‘volledigheid’, ‘heelheid’3. De vrede door het kruis omvat dus: verlossing van de zondemacht, vergeving van onze zonden, heelheid voor een gebroken schepping. En zo vinden we het evangelie hier in een lied. Er is herstel mogelijk: herschepping door Jezus Christus. Dat maakt Hem groot en machtig. Jezus kun je niet alleen maar zien als een bijzonder mens, een groot profeet. In de tijd van Paulus verkondigden dwaalleraars dat Jezus een soort lagere god was of een gewoon mens met een speciale opdracht. Maar daartegen zingt Paulus Hem goddelijke lof toe. Christus heeft de heerlijkheid van de Vader, helemaal en volledig. Vers 19 zegt het in niet mis te verstane woorden: in Hem heeft heel de volheid willen wonen. De Vader vindt het niet te min om in een lichamelijke gedaante voor ons zichtbaar te zijn. Grieken en gnostische denkers minachtten het lichaam, maar God niet. God noemt het lichaam waarin Hij woont zelfs een tempel: een heilig huis van God. Zo noemt Jezus zijn lichaam ook een tempel, zijn letterlijke lichaam4, maar ook zijn geestelijk lichaam – de kerk5. Voor de onzichtbare God is het zichtbare niet minder belangrijk. Daarom ben jij – als je gelooft in de verzoening door Christus – ook een tempel van de Levende God6!
f. Wij, in Christus opnieuw Gods beeld Ja ook jij… zo gaat Paulus na zijn aanbiddingslied verder. Het verhaal van de Schepper en de Herschepper gaat ook jou aan. De kern van het verhaal is Christus, die in alles de eerste is, maar door Hem komen de Vader en zijn doel met ons mensen weer tot elkaar. Kijk nog eens naar de structuur van ons tekstgedeelte: Vers 13: uit de duistere macht naar het rijk van liefde Vers 14: verlossing is vergeving van zonden Vers 15-20 Christus is in alles de eerste Vers 21: de duistere macht maakte ons tot vijanden Vers 22: de dood van Jezus verzoent ons tot een nieuw leven
| God de | Vader | Christus, Gods beeld | Wij, in Christus | ook Gods beeld
De Vader had bij de schepping van de mens het volmaakte model van Christus voor ogen: heilig, zuiver en onberispelijk. Maar door onze zonden is er van dat model weinig meer over. Omdat alles in Christus pas zijn bestemming vindt, heeft God door Christus die onvolmaakte schepping met zich willen verzoenen door de dood aan het kruis. Zo krijgt de schepping zijn bestemming weer terug: door Hem, in Hem en voor Hem is alles geschapen. En dan richt Paulus het vizier op ons: ook wij worden een nieuwe schepping. Wij kunnen door Christus weer worden zoals we bedoeld waren, namelijk mensen als Gods evenbeeld. De Naardense Bijbel vertaalt de verzen 12-23a op een bijzondere en mooie manier, waardoor je die herschepping goed kunt zien:
4
Ook u, die eens vervreemd waart en in denken vijanden waart in uw boze werken, heeft Hij nu in zijn vleselijke lichaam door de dood verzoend, om u heilig en onbesmet en onberispelijk voor zijn aanschijn te doen staan, als ge maar gefundeerd en vast blijft bij het geloof en u niet laat afbrengen van de hoop
ons oude zijn (onze positie) ons oude denken ons oude doen door de verzoening is er iets totaal veranderd: Jezus had ons op het oog, Hij stierf niet voor zichzelf! ons nieuwe doen ons nieuwe zijn (onze positie) ons nieuwe denken
Zo komt God in Jezus ons heel dichtbij: heel Jezus’ leven en sterven was één vraag: “Mens, waar ben je? Ik wil geen vreemde voor je zijn, geen vijand van je zijn. Ik heb jou op het oog, om je te veranderen naar het beeld dat Ik in gedachten had. Ik wil je mijn vergevende zoen geven, daarvoor kwam Ik in jullie leven, Ik kwam zelfs helemaal tot in jullie dood en dood-zijn. Alles voor dat ene doel: jou nieuw maken, heilig, onbesmet, onberispelijk, zodat je mij weer onder ogen durft te komen.” Prachtig! Een aanbiddingslied waard! Er is hoop! Geloof je dat? Dat is bijna de vraag die in vers 23 doorklinkt. Het klinkt ook wel een beetje als een voorwaarde: Maar dan moet u blijven geloven, onwrikbaar gegrondvest zijn in de hoop die het evangelie brengt… Toch geloof ik niet dat het een voorwaarde is. Het is eerder een oproep van Paulus aan de Kolossenzen, om zich niet af te laten leiden door die kakofonie van religieuze geluiden om hen heen. De blik van het geloof en onze hoop moet gericht op Jezus Christus, die als Middelaar tussen God en ons in kwam staan. Hij heeft ons met God verzoend en dat is het fundament waarop wij ons nieuwe leven mogen bouwen. Een leven dat zin heeft, zijn doel niet mist, een hoopvol leven. Dat noem je met recht ‘evangelie’ – goed nieuws. Uit volle overtuiging is Paulus van dat evangelie dienaar geworden. Laten wij hem volgen in die bediening en spreek het hem maar na, als een geloofsbelijdenis: Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd. Daarom zing ik graag met Paulus mee. Christus is ook voor mij in alles nummer 1!
Amen Soest, 1 maart 2009
5
1
In het ochtendgebed tussen Rosh Hashanah en Yom Kippur wordt God in het Avinu Malkenu (Onze Vader, Onze Koning) overigens door de Joden ook Vader genoemd. In het OT komt God als Vader voor in Deuteronomium 32:6, 2Samuël 7:14, in diverse Psalmen, in de profetieën van Jesaja en Jeremia en Maleachi 2:10. Maar het aanspreken van God de Vader is pas gemeengoed geworden door Jezus, die het ons leerde in het Onze Vader. 2 Zoals ook in de betekenis van de woorden ‘premier’ en ‘first lady’. 3 De woordstam van Shalom heeft ook de betekenis van ‘betalen’: als er geen schuld meer is te vereffenen, is er pas echte vrede. Daarom heeft ‘verzoening’ in de Christelijke theologie ook altijd de bijklank van ‘de schuld betalen’. Op die manier is ook 1 Timoteüs 2:5-6 een mooie illustratie van de vrede waar Paulus hier in vers 20 over spreekt: “Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen…” 4 Johannes 2:19-21 5 Zie onder ander 2 Korintiërs 6:16, Efeziërs 2:19-22 en 1 Petrus 2:5 6 1 Korintiërs 3:16-17 en 6:19
Zingen: Opwekking 405
In Kolossenzen 1:
Er is maar één God en maar één middelaar tussen God en mensen, Jezus Christus, die Zich gegeven heeft als een losprijs voor allen. Eén God, één middelaar, Jezus Christus, de Zoon van God.
vs. 13, 15, 22 vs. 14, 20, 22 vs. 13, 15, 19
Er is geen kloof meer en geen angst als tussenmuur tussen God en mensen in Jezus Christus, die Zich gegeven heeft als een losprijs voor allen. Geen kloof, geen tussenmuur in Jezus Christus, de Zoon van God.
vs. 13, 14 vs. 13, 18 vs. 14, 20, 22 vs. 13-15, 20, 22
Hij is Heer over zon en maan, Hij is Heer over heel het heelal. Hij is Heer; Hij is opgestaan, Hij is Heer in mijn hart.
vs. 16, 17 vs. 18, 21-23
6