VROM-Inspectie Regio Zuid-West V&R Weena 723 Postbus 29036
Alles boven water
3001 GA Rotterdam Telefoon 010-2244444
Een onderzoek naar veiligheidsaspecten bij overdekte zwembaden
Publicatienummer:8276
Fax 010-2244485 www.vrom.nl
Samenvatting
Als zwemmer mag je er van uitgaan dat een duik in een zwembad goed voor de gezondheid is en dat je fitter uit het bad komt. Maar hoe veilig zijn zwembaden eigenlijk? Afgelopen jaren worden wij regelmatig opgeschrikt door alarmerende krantenberichten over ontsnapte chloorwolken. Reden voor de VROM-Inspectie om een onderzoek te verrichten naar de veiligheid van zwembaden in Nederland. In de maanden februari en maart 2008 zijn door de VROM-Inspectie 72 zwembaden onderzocht op drie aspecten: de opslag van gevaarlijke stoffen, het gebruik van gevaarlijke stoffen en de vluchtmogelijkheden voor bezoekers. Vastgesteld is dat over het algemeen de zwembaden veilig zijn. Desondanks is bij éénderde van de zwembaden ernstige overtredingen vastgesteld van veiligheidsvoorschriften. Bij 28 zwembaden heeft de VROM-Inspectie het bevoegd gezag (gemeenten) moeten verzoeken handhavend op te treden. Bij drie zwembaden waren vluchtwegen voor bezoekers in geval van nood onvoldoende beschikbaar. Hotelzwembaden hebben vaak minder dan 250 kg/l opslag van chemicaliën, waardoor ze niet aan de opslageisen uit PGS 15 hoeven te voldoen. Naar aanleiding van resultaten uit eerdere onderzoeken is er gekeken naar de aanwezigheid van een gebruiksvergunning. Uit de controles is gebleken dat meer dan 95% van de zwembaden daarvan in het bezit is. Zwembaden zonder gebruiksvergunning zijn actief om er alsnog een te verkrijgen. Zwembadpersoneel is over het algemeen goed op de hoogte van de veiligheidseisen en veiligheidsmaatregelen die gelden bij de exploitatie van een zwembad waarbij met chloorbleekloog wordt gewerkt. Alertheid en continue aandacht voor veiligheidsaspecten binnen de zwembadbranche moet voorkomen dat er onveilige situaties ontstaan waar nietsvermoedende bezoekers het slachtoffer van kunnen worden. Verdere implementatie van regelgeving op het gebied van milieu en veiligheid binnen het zwembadkeurmerk Veilig & Schoon kan er voor zorgdragen dat de naleving van voorschriften verbetert. Uitbreiding van het keurmerk naar hotelzwembaden kan eveneens een positieve stimulans vormen voor de veiligheid van zwemmers. Het behalen van het keurmerk Veilig & Schoon is een goede stimulans voor zwembaden om aan alle geldende wet- en regelgeving te voldoen.
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 2/21
1
Inleiding ........................................................................................................................ 4
1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.4 1.5
Aanleiding onderzoek ........................................................................................................................................................ 4 Achtergrond waterbehandelmethoden ........................................................................................................................... 4 Wettelijke kader .................................................................................................................................................................. 5 Wet milieubeheer: activiteitenbesluit ............................................................................................................................... 5 Gebruiksvergunning ......................................................................................................................................................... 6 Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz) ............................................................... 6 Doelstelling.......................................................................................................................................................................... 6 Kader .................................................................................................................................................................................... 7
2
Werkwijze ..................................................................................................................... 8
2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3 2.4
Steekproef............................................................................................................................................................................ 8 Afstemming en communicatie.......................................................................................................................................... 8 Nationaal Platform Zwembaden│NRZ en Stichting Zwembadkeur ............................................................................... 8 Inspectieloket Horeca....................................................................................................................................................... 8 Lokale overheden............................................................................................................................................................. 9 Onaangekondigde inspecties ........................................................................................................................................... 9 Checklist .............................................................................................................................................................................. 9
3
Resultaten controlebezoeken...................................................................................... 10
3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.3 3.4
Opslag van gevaarlijke stoffen;...................................................................................................................................... 11 Waterreinigingsmethoden .............................................................................................................................................. 11 Opslag............................................................................................................................................................................. 11 Gebruik van gevaarlijke stoffen; .................................................................................................................................... 12 Veiligheid van de bezoekers ........................................................................................................................................... 13 Overige bevindingen ........................................................................................................................................................ 13
4
Conclusies en aanbevelingen ..................................................................................... 14
4.1 4.2
Conclusies ......................................................................................................................................................................... 14 Aanbevelingen .................................................................................................................................................................. 14
Bijlage I: Lijst bezochte zwembaden .................................................................................... 15 Bijlage II: Checklist zwembaden........................................................................................... 17
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 3/21
1
1.1
Inleiding
Aanleiding onderzoek
In 2006 en 2007 hebben acht incidenten in Nederlandse zwembaden plaatsgevonden waarbij als gevolg van het vrijkomen van chloorgas verschillende gewonden zijn gevallen. In Nederland hebben deze incidenten gelukkig nooit tot dodelijke slachtoffers geleid. In het buitenland is dat al wel gebeurd. Door het hoge aantal bezoekers kunnen incidenten in zwembaden tot veel slachtoffers leiden. In 2003 heeft de VROM-Inspectie een onderzoek naar de gebruiksveiligheid van overdekte openbare zwembaden uitgevoerd. Eén van de resultaten uit dit onderzoek was dat slechts 45% van de bezochte zwembaden over een gebruiksvergunning op basis van de gemeentelijke bouwverordening beschikte. Tevens heeft de Arbeidsinspectie in 2007 een onderzoek uitgevoerd naar de veiligheid van zwembaden. Er zijn tijdens dit onderzoek veel overtredingen met betrekking tot de opslag van gevaarlijke stoffen geconstateerd. Ook uit dit onderzoek bleek dat meer dan de helft van de zwembaden niet in het bezit was van een gebruiksvergunning.
1.2
Achtergrond waterbehandelmethoden
Analyse van de oorzaken van een serie ongelukken van de afgelopen jaren leidt tot de conclusie dat de meeste incidenten gebeuren bij de zwembaden waar als waterbehandelingsmethode het toevoegen van chemicaliën wordt toegepast. In dit type installaties wordt chloor geproduceerd tijdens een reactie van natriumhypochloriet en zwavelzuur (soms zoutzuur of koolzuurgas). Tijdens de incidenten in dit type zwembaden komt er bijna altijd chloorgas vrij. Gebruikers van zwembaden, maar ook het personeel, lopen dan risico om blootgesteld te worden aan chloordampen. Chloortoepassing behoort tot de groep van drie (grootste) types waterbehandelingsmethoden in zwembaden. Andere waterbehandelingsmethoden zijn zoutelectrolyse en ozonisatie. Zwembaden zijn wettelijk verplicht om het zwemwater met chloorhoudende stoffen te desinfecteren. Chloor is een krachtige ontsmetter. Er zijn maar kleine hoeveelheden nodig om bacteriën en andere
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 4/21
ziekteverwekkers te doden. Een voordeel van desinfectie door chloor is het blijvend desinfecteervermogen, hetgeen betekent dat het zelf voortdurend actief blijft. In zwembaden wordt altijd chloorbleekloog gebruikt, een oplossing van chloorgas in natronloog. Door de toevoeging van chloorbleekloog zal de zuurgraad (pH) van het zwembadwater stijgen. Het gevolg hiervan is dat het chloor minder actief wordt en dus minder desinfecteert. Om dit te voorkomen wordt er een zuur, meestal zwavelzuur, aan het water toegevoegd om de pH van het water omlaag te brengen. De pH mag echter ook niet te laag zijn omdat er bij een overdosering van zuur, chloorgas gevormd kan worden. De zuurgraad moet daarom zeer nauwkeurig worden gemeten.
Gezondheidsrisico’s van chloorgas Chloor irriteert de huid, de ogen en het ademhalingssysteem. Bij een concentratie van slechts 3,5 ppm is chloor al te herkennen aan de geur; en kan acuut dodelijk zijn bij 1000 ppm. Bij het mengen van chloor met urine, ammoniak of verschillende schoonmaakmiddelen kunnen zich giftige mengsels vormen van chloorgas en stikstoftrichloride. Daarom moeten deze combinaties vermeden worden.
1.3
Wettelijke kader
Er is verschillende wet- en regelgeving van toepassing op zwembaden. In dit hoofdstuk wordt kort in gegaan op de relevante wet- en regelgeving met betrekking tot veiligheid. De gemeente is bevoegd gezag voor de Wet Milieubeheer, het Activiteitenbesluit en de gebruiksvergunning. De provincie is het bevoegd gezag voor de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden. 1.3.1
Wet milieubeheer: activiteitenbesluit
Op 1 januari 2008 is het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) als uitvloeisel van de Wet milieubeheer (Wm) in werking getreden. Het Activiteitenbesluit vervangt het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, waar voorheen de meeste zwembaden onder vielen. Het Activiteitenbesluit kent overgangsbepalingen waarmee rekening gehouden dient te worden. Gelet op artikel 6.1 lid 1 en 3 van deze overgangsbepaling kan het voorkomen dat voorschriften uit de vergunning nog 6 maanden (lid 3) of 3 jaar (lid 1) als maatwerkvoorschrift aangemerkt dienen te worden. Het Activiteitenbesluit verwijst naar de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Hierin 1 wordt ten aanzien van de opslag gevaarlijke stoffen verwezen naar de PGS 15 en PGS 30. 2 De ADR (afkorting voor het verdrag voor het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg) is van toepassing op het Activiteitenbesluit. De chemicaliën die in zwembaden kunnen worden gebruikt vallen in gevarenklasse 5.1 en 8. Deze klassen zijn van belang voor de toepassing van de PGS richtlijnen. 1
PGS: Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen, Ministerie VROM.
2
ADR: Accord européen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route". Verdrag is gesloten in de Economische Commissie voor Europa op 30 september 1957 en trad in werking op 29 januari 1968. VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 5/21
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
1.3.2
Gebruiksvergunning
Zwembaden moeten in het bezit zijn van een gebruiksvergunning. De gebruiksvergunning heeft betrekking op brandveiligheid. Deze vergunning stelt bijvoorbeeld een maximum aan het aantal personen dat in het gebouw mag zijn. Ook het aantal en de breedte van vluchtwegen wordt hierin voorgeschreven. Op basis van artikel 8 van de Woningwet moet de gemeente in een bouwverordening onder andere voorschriften vaststellen omtrent de brandveiligheid. In hoofdstuk 6 van de (model)bouwverordening wordt in artikel 6.1.1 een gebruiksvergunning verplicht gesteld. De brandweer is veelal door het college van Burgemeester en Wethouders gemandateerd tot het verlenen van de gebruiksvergunning. Deze gebruiksvergunning is onder meer verplicht voor de volgende categorieën zwembaden: • Indien meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn; • Indien nachtverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen (de zogenoemde hotelzwembaden). 1.3.3
Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz)
De Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz) is sinds 1984 van kracht en regelt onder andere de waterkwaliteit voor zwembaden. Op 1 december 2000 is het Besluit hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden van kracht geworden. Het besluit is een nadere uitwerking van de wet en bevat normen ten aanzien van onder meer de hygiëne en veiligheid. Een aantal aspecten uit dit besluit met betrekking tot de veiligheid van zwembaden is meegenomen in dit onderzoek.
1.4
Doelstelling
Het hoofddoel van het onderzoek is het voorkomen van incidenten in zwembaden door een juiste opslag en verantwoord gebruik van gevaarlijke stoffen, ten behoeve van de veiligheid van bezoekers. Het onderzoek moet resulteren in: • een verhoogd veiligheidsbesef bij de zwembadexploitanten in Nederland; • een verbetering van de naleving met betrekking tot de opslag van gevaarlijke stoffen in een zwembad zoals technisch voorzieningenniveau, constructies, keuringen e.d.; • een verbetering van de naleving omtrent het gebruik van gevaarlijke stoffen, zoals de aanwezigheid van werkprocedures, chemische kennis bij medewerkers t.a.v. doseringssystemen en monitoringsystemen; • een hogere dekkingsgraad van het aantal zwembaden met een gebruiksvergunning. Om representatieve uitspraken over de zwembaden in het algemeen te kunnen doen is een statistisch verantwoorde steekproef getrokken uit alle zwembaden en hotelzwembaden in Nederland.
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 6/21
1.5
Kader
Voorafgaand aan het onderzoek is een keuze gemaakt van de doelgroep. Er is gekozen voor openbare zwembaden en hotelzwembaden. Buitenzwembaden zijn niet meegenomen in dit onderzoek omdat deze veelal op het tijdstip van controle, februari en maart 2008, gesloten waren. Om dezelfde reden zijn campingzwembaden ook niet meegenomen. Tevens is er voor gekozen om sauna’s niet mee te nemen in het onderzoek. Hier is voor gekozen omdat de opslag van chemicaliën van sauna’s over het algemeen dusdanig klein is dat de risico’s met betrekking tot de opslag minder groot zijn.
Figuur 1: natriumhypochloriettank in opslagruime als bedoeld in PGS 30.
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 7/21
2
2.1
Werkwijze
Steekproef
Uit een inventarisatie van (semi) openbare zwembaden is een steekproef van 100 zwembaden getrokken met als uitgangspunt dat de grootte van de steekproef voldoende moest zijn voor een betrouwbaarheid van 95% en een foutmarge van 10%. Hieruit is gebleken dat er tussen de 75 en 80 zwembaden uit de steekproef bezocht moesten worden. Tijdens de bezoeken bleek een groot aantal zwembaden af te vallen. Redenen waren dat er in de steekproef toch een aanzienlijk aantal buitenzwembaden zat en dat sommige zwembaden definitief gesloten waren. In totaal zijn 72 zwembaden geïnspecteerd. In bijlage I is de lijst met geïnspecteerde zwembaden opgenomen. De steekproef bestond uit openbare- en semi-openbare (hotel)zwembaden.
2.2 2.2.1
Afstemming en communicatie Nationaal Platform Zwembaden│NRZ en Stichting Zwembadkeur
Voorafgaand aan het project is er overleg geweest met het branche-instituut voor zwembaden: Nationaal Platform Zwembaden│NRZ (hierna: NPZ│NRZ) en met de Stichting Zwembadkeur. Zij hebben het onderzoek aangekondigd op hun websites. Tijdens de controles is gebleken dat veel zwembaden door deze aankondigingen op de hoogte waren van het onderzoek. 2.2.2
Inspectieloket Horeca
Het Inspectieloket Horeca is ingelicht over het onderzoek van de VROM-Inspectie. De Voedsel en Waren Autoriteit is in opdracht van de Arbeidsinspectie in dezelfde periode een onderzoek gestart naar de veiligheid binnen hotelzwembaden. De steekproeven van beide onderzoeken zijn op elkaar afgestemd om te voorkomen dat inrichtingen dubbel belast zouden worden met controles.
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 8/21
2.2.3
Lokale overheden
Voorafgaand aan de controles is contact geweest met de gemeenten en in sommige gevallen met de brandweer over de vergunningsituatie van de zwembaden. Gemeenten zijn uitgenodigd om bij de controles aanwezig te zijn. Een groot aantal gemeenten heeft hier gebruik van gemaakt. De gemeenten zijn van de controlebevindingen schriftelijk op de hoogte gebracht.
2.3
Onaangekondigde inspecties
Voorafgaand aan de controlebezoeken is contact opgenomen met het bevoegd gezag om te informeren of de inrichting in het bezit was van een Wm-vergunning en/of Gebruiksvergunning. Het bevoegd gezag is uitgenodigd om bij de controle aanwezig te zijn. Er werd vooraf afgesproken dat de controles zouden worden uitgevoerd door de medewerkers van de VROM-Inspectie en dat bij overtredingen van kernbepalingen de VROM-Inspectie een beroep zou doen op het bevoegd gezag om direct over te gaan tot handhaving. Bij constatering van overtredingen werd het bevoegd gezag door middel van een brief gevraagd er voor te zorgen dat de geconstateerde overtredingen binnen een bepaalde termijn ongedaan zouden worden gemaakt. De aanwezige medewerker van het zwembad is tijdens de controle geïnformeerd over de bevindingen. Tevens werd de inrichting per brief op de hoogte gebracht van de resultaten van het controlebezoek. Er is tijdens de controles genoteerd of het zwembad in het bezit was van het keurmerk Veilig & Schoon. Dit 3 keurmerk is uitgegeven door de stichting Zwembadkeur . Met het behalen van het Keurmerk Veilig & Schoon toont het management van het zwembad aan dat bedrijfsprocessen ten aanzien van hygiëne en veiligheid goed zijn gewaarborgd en worden uitgevoerd worden door de medewerkers. Onderdeel van het keurmerk is dat de geldende regelgeving wordt nageleefd. Er is onderzocht of er verschil is tussen eventuele overtredingen van zwembaden met of zonder keurmerk.
2.4
Checklist
Om de bedrijfsbezoeken uniform en efficiënt te laten verlopen werd vooraf een checklist samengesteld. De checklist was gericht op; • de opslag van gevaarlijke stoffen (in cans en in tanks); • het toepassen van gevaarlijke stoffen (meten, mengen, machinekamer); • de vluchtmogelijkheden binnen het zwembad. Als basis voor de checklist dienden de PGS 15 en de PGS 30. Tijdens de controle werd de checklist ter plaatse ingevuld. Van nagenoeg elke controle is een brief met de bevindingen aan het bevoegd gezag en de inrichting gestuurd. Daar waar overtredingen van de voorschriften zijn geconstateerd, zijn interventies gepleegd die schriftelijk aan het bevoegd gezag zijn medegedeeld. De checklist is opgenomen in bijlage II.
3
www.zwembadkeur.nl
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 9/21
3
Resultaten controlebezoeken
Het algemene beeld dat uit de controles is gekomen is dat de veiligheidssituatie rondom zwembaden redelijk goed is ondanks dat er bij meer dan 80% van de bezochte zwembaden overtredingen zijn geconstateerd. Hiervan bleek dat bij 57% van de bedrijven sprake was van twee of minder overtredingen. Bij de meeste zwembaden zijn meerdere overtredingen vastgesteld. Bij 24 bedrijven zijn ernstige overtredingen geconstateerd. Overtredingen waarbij de veiligheid in het geding is zijn als ernstig aangemerkt, zoals de mogelijkheid tot het openen van een opslagvoorziening door onbevoegden of geblokkeerde vluchtwegen. Onderstaande grafiek geeft het aantal zwembaden weer, gerubriceerd naar aantal overtredingen. Uit de grafiek is af te lezen dat er bij veertien zwembaden geen overtredingen zijn vastgesteld. Bij één zwembad zijn elf overtredingen vastgesteld.
Overtredingen 18
Aantal zwembaden
16 14 12 10 17
8 14
6
11
10
12
4 2
3
2
0 0
1
2
3
4
5
6
1
7
8
9
1
1
10
11
Aantal overtredingen
De meeste overtredingen waren niet zo ernstig dat direct ingrijpen noodzakelijk was. Bij één zwembad was de veiligheidssituatie dermate kritisch dat de gemeente direct geïnformeerd is. Hier waren absoluut onvoldoende vluchtroutes aanwezig en de opslagvoorziening was ook betreedbaar voor onbevoegden. Dit zwembad is sinds 15 mei 2008 gesloten. Verder is er een zwembad met een lekkende VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 10/21
chloorbleekloogleiding aangetroffen. Bij één zwembad bleek de deur van de nooduitgang vastgeroest: deze is direct na de controle weer toegankelijk gemaakt. Tevens is uit de controles naar voren gekomen dat vrijwel alle zwembaden in het bezit zijn van een gebruiksvergunning. Geconcludeerd kan worden dat gemeenten een inhaalslag hebben gemaakt na het eerdere onderzoek van de VROM-Inspectie en de Arbeidsinspectie.
3.1
Opslag van gevaarlijke stoffen
Het grootste gedeelte van de inspecties was gericht op de opslag van gevaarlijke stoffen. De belangrijkste resultaten worden in deze paragraaf beschreven. 3.1.1
Waterreinigingsmethoden
Foto 2: Opslag in verpakking
Zeven zwembaden uit de steekproef maken gebruik van zoutelektrolyse als waterreinigingsmethode. Twee zwembaden passen een combinatie van chloorbleekloog en koolzuur toe. De overige 63 zwembaden gebruiken chloorbleekloog als reinigingsmethode. 3.1.2
Opslag
Tabel 1 laat de wijze van opslag zien bij inrichtingen die chloorbleekloog als reinigingsmethode gebruiken. Bij opslag in verpakking wordt de originele verpakking bedoeld zoals cans, zie foto 1. Bij opslag in tanks worden tanks bedoeld die gevuld moeten worden, zie foto 2. De inrichtingen die hun chemicaliën in de originele verpakking opslaan zijn allemaal hotelzwembaden. Wijze van opslag Verpakking (cans) Tanks Beiden
Aantal 18 43 4
Tabel 1: Wijze van opslag
Uit de inspecties is gebleken dat hotelzwembaden vaak weinig chemicaliën in opslag hebben. Omdat de PGS 15 alleen van toepassing is bij opslag van minimaal 250 kg/l klasse 8 stoffen, vallen deze inrichtingen hier vaak niet onder. Doordat zij niet aan de eisen uit PGS 15 hoeven te voldoen, zijn veiligheidsmaatregelen vaak niet toegepast. Hierdoor kunnen gevaarlijke situaties ontstaan en is er een verhoogd risico op incidenten.
VROM-Inspectie Alles boven water
Foto 3: Opslag in tank
Pagina 11/21
Er is tijdens de inspecties gecontroleerd of de verpakte gevaarlijke stoffen in een daarvoor bestemde opslagvoorziening opgeslagen waren en of er geen opslag in de machinekamer aanwezig was. Bij zeven inrichtingen, waarvan vier hotelzwembaden, werden er stoffen als chloorbleekloog, zwavelzuur of flocculantmiddelen in de machinekamer aangetroffen. Bij zes zwembaden zijn chemicaliën die met elkaar kunnen reageren aangetroffen, die niet boven gescheiden opvangbakken waren geplaatst. In geval van lekkage van de verpakking kan dit tot de vorming van een chloorwolk leiden. Tevens is er gecontroleerd of de opslag aan de eisen uit de PGS 15 voldeed. Bij zes opslagen was de ventilatie niet voldoende. Een goede ventilatie van de opslagruimte voorkomt dat er zich in geval van lekkage chloor in de opslagruimte ophoopt. Bij 48 opslagen waren de pictogrammen “Open vuur en roken verboden” niet aan de buitenzijde van de opslagvoorziening aangebracht en bij 19 inrichtingen was er geen draagbaar blustoestel van ten minste 6 kg aanwezig. De opslag moet ontoegankelijk zijn voor onbevoegden en de toegangsdeur van een betreedbare opslagvoorziening moet van buitenaf met een sleutel afgesloten worden, maar van binnenuit zonder sleutel te openen zijn. Bij drie inrichtingen was de opslagvoorziening niet afgesloten en bij 13 inrichtingen was de toegangsdeur van binnenuit niet zonder sleutel te openen. Foto 4: Opslag met ventilatierooster in de deur
Bij de opslag die in tanks plaatsvond is gekeken naar een aantal veiligheidsaspecten als de keuring van de tank en de aanwezigheid van een overvulbeveiliging. Uit de inspecties is naar voren gekomen dat 19 tanks niet waren voorzien van een overvulbeveiliging.
3.2
Gebruik van gevaarlijke stoffen
Behalve naar de opslag van de chemicaliën is er ook op het gebruik van de gevaarlijke stoffen gecontroleerd. De vragen die hierover zijn opgenomen in de checklist hebben niet altijd een wettelijke basis maar kunnen wel inzicht geven over het veilig gebruik van chemicaliën. In geval van een negatieve beoordeling van deze aspecten is dit niet altijd teruggekoppeld naar het bedrijf omdat de wettelijke basis ontbreekt en zijn dan ook niet als overtredingen aangemerkt. Vijf zwembaden gaven aan dat er geen toezicht vanuit het zwembad is bij het lossen van de chemicaliën vanuit de vrachtwagen in tanks of wanneer deze gebracht worden (cans). Tevens gaven 19 zwembaden aan dat er geen werkprocedures of instructies zijn opgesteld voor aspecten als het lossen en bijvullen van de chemicaliën, het gescheiden opslaan van de chemicaliën en de dosering. Bij 11 zwembaden kwam duidelijk naar voren dat de medewerkers geen opleidingen op het gebied van chemie van stoffen hebben gehad.
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 12/21
Een ander aspect dat is onderzocht is het doseringssysteem. Bij onderschrijding van de pH-normen kan er een chloorwolk ontstaan. Gevraagd is of er een alarmsysteem aanwezig was zodra er over- of onderschrijding van de pH normen plaatsvindt. Bij 15 zwembaden was er geen alarmering aanwezig.
3.3
Veiligheid van de bezoekers
Tijdens de inspecties is er gecontroleerd op de vrije doorgang van nooduitgangen, op het van binnenuit zonder sleutel open kunnen maken van de nooduitgangen en de aanwezigheid van een noodplan. Bij drie inrichtingen was de nooduitgang niet vrij voor doorgang. Bij één inrichting werd de nooduitgang systematisch afgesloten in verband met het betreden door scholieren. Bij drie inrichtingen was de nooddeur niet van binnenuit open te maken en bij twee inrichtingen was er geen adequaat noodplan voorhanden.
3.4
Overige bevindingen Foto 5: Evacuatie na een zwembadincident
Zwembaden hebben met veel verschillende wet- en regelgeving te maken. De stichting Zwembadkeur probeert met behulp van het zwembadkeur Veilig & Schoon zwembaden hieraan te laten voldoen. Zwembaden ervaren een sterke controledruk vanuit de overheid. Ze worden door verschillende overheden gecontroleerd zoals de gemeente, de provincie, de brandweer en soms door de Arbeidsinspectie, Voedselen Waren Autoriteit of VROM-Inspectie. Door de vele controlerende instanties, met soms overlappende controleaspecten, is het onduidelijk voor de zwembaden wie verantwoordelijk is voor welke regelgeving en waar ze terecht kunnen met vragen. Exploitanten van zwembaden hebben baat bij een betere afstemming tussen inspectiediensten en behoefte aan een informatiepunt over regelgeving en als vraagbaak. Veel van deze informatie is op de website van Infomil te vinden, maar uit gesprekken is naar voren gekomen dat zwembaden hun informatie over wet- en regelgeving vooral van de sites van NPZ│NRZ en de stichting Zwembadkeur halen. Omdat op deze sites niet alle wet- en regelgeving staat kan Infomil mogelijk een rol vervullen in de informatievoorziening op deze websites. Tevens kwam het signaal van de Stichting Zwembadkeur dat zwembaden regelmatig problemen hebben met het behalen van het keurmerk Veilig & Schoon doordat het niet eenvoudig was een gebruiksvergunning te verkrijgen vanwege de lopende inhaalslag bij gemeenten/brandweer. Uit dit onderzoek blijkt er geen sprake te zijn van een probleem rondom gebruiksvergunningen. Mogelijk heeft het Zwembadkeur bijgedragen aan versnelde verlening van gebruiksvergunningen aan zwembaden. Tijdens de controles is een aantal bevindingen gedaan die buiten het onderzoek vielen. Bij een zwembad zijn er aangetaste asbestplaten in de machinekamer ontdekt. Dit is gemeld aan de Arbeidsinspectie, die deze situatie verder onderzoekt.
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 13/21
Met opmaak: opsommingstekens en nummering
4
Conclusies en aanbevelingen
4.1
Conclusies -
4.2
Bij éénderde van de zwembaden zijn ernstige overtredingen geconstateerd. Bij deze 28 bedrijven zijn gemeenten schriftelijk verzocht handhavend op te treden. Bij drie zwembaden waren onvoldoende vluchtmogelijkheden aanwezig en is direct actie ondernomen om de veiligheid van bezoekers te waarborgen. Meer dan 95% van de zwembaden is in het bezit van een gebruiksvergunning. De zwembaden zonder gebruiksvergunning waren actief om er alsnog een te verkrijgen; Hotelzwembaden hebben vaak minder dan 250 kg/l opslag van chemicaliën, waardoor ze niet aan de eisen uit de PGS 15 hoeven te voldoen; Zwembaden ervaren een grote controledruk vanuit de overheid; Het behalen van het keurmerk Veilig & Schoon is een goede stimulans voor zwembaden om aan alle geldende wet- en regelgeving te voldoen.
Aanbevelingen
Aan de beleidsdirectie Stoffen, Veiligheid en Straling van het Ministerie van VROM: • veiligheidseisen voor zwembaden met kleine opslagen (< 250 kg/l chemicaliën) te ontwikkelen om onveilige situaties te voorkomen. Aan het Nationaal Platform Zwembaden│NRZ en de Stichting Zwembadkeur: • de eisen uit de vigerende wet- en regelgeving in het keurmerk verwerken, waardoor de zwembaden die dit keurmerk behalen in principe aan de wet- en regelgeving voldoen. • het Horeca Branche Instituut te betrekken bij het zwembadkeur om de doelgroep voor het zwembadkeur te vergroten en daarmee de veiligheid van hotelzwembaden te verbeteren. Aan de VROM-Inspectie: • Zorgdragen voor het afhandelen van de (28) handhavingsverzoeken aan gemeenten (nazorg); • Over drie jaar een nieuwe meting omtrent de veiligheid van zwembaden te verrichten om vast te stellen of er verbetering in de situatie is opgetreden.
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 14/21
Bijlage I: Lijst bezochte zwembaden
Regio Noord-West De Waterlelie Het Meerbad Almere B.V. (H) Hotel The Grand Sofitel Demeure Park Plaza Victoria Amsterdam Optisport Zwembad Amsterdam-Oost Hotel-Rest. de Biltsche Hoek Grand Hotel Opduin Zwembad Calluna De Lunet Mercure Hotel Utrecht Nieuwegein Campanula Eemhof
Dreef 7 Amsterdamsestraatweg 40 Parkwerf 137 Oudezijds Voorburgwal 197 Damrak 1 -5 Pres. Allendelaan 2-4 Fronemanstraat 3 De Holle Bilt 1 Ruijslaan 22 Schumakersweg 3 Amersfoortseweg 16 Buizerdlaan 10 Belkmerweg 62 Slingerweg 1
AALSMEER ABCOUDE ALMERE AMSTERDAM AMSTERDAM AMSTERDAM AMSTERDAM DE BILT DE KOOG DE KOOG NAARDEN NIEUWEGEIN ST. MAARTENSZEE ZEEWOLDE
Regio Zuid-West H.C.R. Noordzee Aquapulca Caribabad Sportpunt Goes Univacance BV De Does Bollenbad De Boogerd Tropicana Oostelijk Zwembad Maesemunde Staver Rivierabad
Noordzeestraat 2 Karel Lotsyweg 21 Bataafsekade 8 Zwembadweg 1-5 Parkweg 1 Amaliaplein 40 Nieuwe Zeeweg 65 Hortensiastraat 5 Maasboulevard 100 Gerdesiaweg 480 Koningin Julianaweg 158 Olympiaweg 32 Groene Kruisweg 21
CADZAND DORDRECHT GORINCHEM GOES HELLEVOETSLUIS LEIDERDORP NOORDWIJK OUD-BEIJERLAND ROTTERDAM ROTTERDAM S-GRAVENZANDE SOMMELSDIJK SPIJKENISSE
Regio Oost Het sportpark Almelo Hotel Bon' Aparte Timpke Bosbad B.V. Hooge Holt Zwembad Kampen Golden Tulip De Scheperskamp
Sluiskade Noordzijde 126 Lochemseweg 37 Haarloseweg 10 Boslaan 30 Boslaan 1 Broedersingel 1 Paasberg 3
ALMELO BARCHEM BORCULO EMMELOORD HARDENBERG KAMPEN LOCHEM
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 15/21
Beemd BV ’t Spilbroek Bad Bloemendal De Sparrenhorst De Brake Hotel Het Vennendal Vondersweijde BV Zwem- en Instructiebad Oosterbeek. Hotel De Zwaan Hotel Rijsserberg Kolk Akwamarijn
Zutphenseweg 110 Bleekenweg 14 Bloemendaalseweg 7 Eperweg 46 Oosteinderweg 19 Vennenpad 5 Ada Kokstraat 20 Lukassenpad 1 Kerkstraat 2 Burg Knottenbeltlaan 77 Dikkensweg 3 Thorbeckestraat 55
LOCHEM NEEDE NIJKERK GLD NUNSPEET NUNSPEET NUNSPEET OLDENZAAL OOSTERBEEK RAALTE RIJSSEN WIERDEN ZALTBOMMEL
Regio Noord Landgoed De Klinze Hotel-Pension Aan de Vaart Hunzedal Wiid Scharlakenhof Stiennen Flier Iselmar Sport-Rekr.Centr. Piaam State Pagecentrum Hotel Schylge Emssport
Van Sminiaweg 32 -36 Vaart Noordzijde 88 -89 De Drift 3 Koaidijk 6 Geertsemaweg 3 Zuiderveldstraat 4 Plattedijk 16 Buren 22 Hoveniersweg 1 Burg van Heusdenweg 37 Laan van Westerwolde 15
ALDTSJERK APPELSCHA BORGER EERNEWOUDE HAREN JOURE LEMMER PIAAM STADSKANAAL TERSCHELLINGWEST VLAGTWEDDE
Regio Zuid Sportcomplex De Haamen Asseldonk De Wisselaar Holiday Inns (Eindhoven) Van Der Valk Hotel Eindhoven Glanerbroek BV Pica Mare Hotel Pierre Zenden Waterloat Aerwinkel Kwekkelstijn B.V. Landal Hoog Vaals Parkhotel Rooding NH Koningshof Hotel De IJzeren Man
De Haamen 1 Jeroen Boschstraat 34 Terheijdenseweg 494 Veldm Montgomerylaan 1 Aalsterweg 322 Kummenaedestraat 45 Picardie 34 Sint Bernardusstraat 5 Wilhelminastraat 42 Zwembadweg 2 Sportlaan 16 Randweg 21 Neerhem 68 Locht 117 Geurtsvenweg 1
BEEK (L) BERGEN (L) BREDA EINDHOVEN EINDHOVEN GELEEN GENNEP MAASTRICHT PANNINGEN POSTERHOLT ROSMALEN VAALS VALKENBURG LB VELDHOVEN WEERT
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 16/21
Bijlage II: Checklist zwembaden
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11
Naam zwembad : ................................. Adres : ................................. Postcode en woonplaats : ................................. Gemeente : ................................. Telefoonnummer : ................................. Bevoegd gezag : ................................ Exploitant van de inrichting : ................................. Naam medewerker : ................................. Datum controle : ... ................... 2008 Controle uitgevoerd door : ................................ Zwembad maakt voor reiniging gebruik van : chloor / elektrolyse / ozon (ozon kan alleen als aanvullende reinigingsmethode worden gebruikt)
2.1
Opslag : o o
2.2
Opslaghoeveelheden: o o o
In verpakking (cans en dergelijke), of In opslagtanks: ☼ bovengronds ☼ ondergronds < 50 kg stoffen cat. 5.1 of <250 kg cat. 8 (PGS-15 n.v.t.) < 2.500 kg > 10.000 kg
2.3
Is het zwembad in het bezit van het Keurmerk Veilig & Schoon? : Ja / Nee
2.4
In welke categorie valt het zwembad? : o Gemeentelijke zweminrichting o Stichting, vereniging, Sportfondsen, etc. o Hotelaccommodatie o Anders, namelijk ..............................................
2.5
Heeft het zwembad een Wmvergunning?
2.6
: Ja / Nee
(navragen bij bevoegd gezag)
Zo ja, datum verlening: ................... Is het zwembad in het bezit van een gebruiksvergunning? : Ja / Nee (navragen bij bevoegd gezag) Zo ja, datum verlening: ................... Zo nee, wel aangevraagd? Ja/nee
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 17/21
Vragen m.b.t. opslag in verpakking / opslagplaats Indien bij een antwoord “nee“ wordt ingevuld altijd een toelichting geven! Activiteitenbesluit artikel 4.3: Voorschriften PGS 15 Opslag gevaarlijke stoffen + machinekamer 3.1.1 Zijn de verpakte gevaarlijke stoffen, met uitzondering van de noodzakelijke Ja / Nee / nvt werkvoorraad, opgeslagen in een daarvoor bestemde opslagvoorziening? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... Zijn er in de machinekamer (op werkvoorraad na) geen gevaarlijke stoffen Ja / Nee / nvt aanwezig? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 3.1.4 Er vinden geen aftap- of overtapwerkzaamheden plaats in de opslagruimte? Ja / Nee Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 3.7.1 Is er een doelmatige continue ventilatie in de opslag aanwezig? (minimaal 1 x Ja / Nee / nvt verversing/uur en afvoer naar buitenlucht) Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... Er kan geen gelekte of gemorste gevaarlijke vloeistof uit de opslagvoorziening Ja / Nee / nvt 3.9.1 stromen? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 3.11.1 Is de verpakking van de chemische stoffen dusdanig, dat er geen onvoorziene Ja / Nee / nvt ontsnapping kan plaatsvinden? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 3.11.2 Is de etikettering van de opslagen gevaarlijke stoffen dat daaruit de Ja / Nee / nvt gevaarsaspecten naar voren komen (UN-nummer, gevarenetiket) Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 3.12 Is Natriumhypochloriet (NaOCl) gescheiden opgeslagen van zwavelzuur of Ja / Nee / nvt zoutzuur? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 5 4.18 Zijn stoffen die met elkaar kunnen reageren boven gescheiden lekbakken Ja / Nee Rarvim geplaatst? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 3.15.1 Zijn de pictogrammen “Open vuur en roken verboden” aan de buitenzijde van de Ja / Nee opslagvoorziening aangebracht? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 2 3.15.2 Is er voor elke 200m vloeroppervlakte van de opslagvoorziening ten minste één Ja / Nee draagbaar blustoestel van ten minste 6 kg aanwezig? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 3.20 De opslagvoorziening is niet toegankelijk voor onbevoegden? Ja / Nee / nvt Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 3.21.1 Is de toegangsdeur in geval van een betreedbare opslagvoorziening van buitenaf Ja / Nee / nvt met een slot en sleutel of op een andere gelijkwaardige wijze afsluitbaar, doch van binnenuit zonder sleutel te openen? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... Bij meer dan 2.500 kg gevaarlijke stoffen: 3.17.1 Is er een deskundige op het gebied van gevaarlijke stoffen aanwezig in de Ja / Nee / nvt VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 18/21
inrichting bij verrichtingen met gevaarlijke stoffen? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 3.18 Is er een journaal aanwezig met de vereisten onderdelen aanwezig? (zie voor Ja / Nee / nvt onderdelen de toelichting) Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... Bij meer dan 10.000 kg gevaarlijke stoffen: 3.19 Is er een intern noodplan aanwezig? Ja / Nee / nvt Toelichting:........................................................................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
Vragen m.b.t. opslag in tanks Voorschriften PGS 30 Inspectie / keuring en onderhoud 4.3.1 Is de tank met leidingwerk en appendages (alleen voor opslag klasse 8-product) Ja / Nee / nvt voorzien van een genummerd en geregistreerd installatiecertificaat (een deelcertificaat na wijzigingen) Geldt alleen bij na 1 januari 2000 geïnstaleerde tanks. Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 4.3.2 Is de tank omgeven door een vloeistofdichte omwalling of wand? De omwalling of Ja / Nee / nvt wand moet met de ondergrond waarop de tank is geplaatst een vloeistofdichte wand vormen. Geldt alleen bij na 1 januari 2000 geïnstalleerde tanks. Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 4.5.2. Is de tank (alleen voor klasse 8-product) geheel (inwendig en uitwendig) Ja / Nee / nvt gecontroleerd door of namens KIWA (KIWA-bewijs)? Geldt alleen bij na 1 januari 2000 geïnstalleerde tanks. Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 4.4.8 Zijn er van elke beproeving, meting of inwendige, door of namens KIWA- Ja / Nee / nvt inspectie, de bevindingen en de gegevens opgenomen in een logboek of een kaartsysteem? Geldt alleen bij na 1 januari 2000 geïnstalleerde tanks. Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... Algemeen 4.1.3 Is de ondersteunende constructie en / of ondergrond van een tank doelmatig, Ja / Nee / nvt zodat er geen kans op verzakking bestaat en bij brand ten minste 60 min zijn functie kan vervullen? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 4.2.4 Is een tank voorzien van een enkele ontluchtingsleiding? Ja / Nee / nvt Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 4.2.5 / Is de vulleiding van de tank aangesloten boven het hoogste toegestane Ja / Nee / nvt vloeistofniveau en is hij voorzien van een overvulbeveliging? Bij tanks 4.2.6 geïnstalleerd na 1 januari 2000 dient de overvulbeveiliging voorzien te zijn van een certificaat. Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 4.3.4 Is de inhoud van de opvangbak ten minste gelijk aan de inhoud van de grootste Ja / Nee / nvt tank vermeerderd 10% van de gezamenlijke inhoud van de overige tanks? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 4.3.8 Is de tank voor onderhoud en inspectie “aan alle zijden” op doelmatige wijze Ja / Nee / nvt VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 19/21
bereikbaar? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 4.6.5 Indien een dubbelwandige tank niet in een opvangbak is geplaatst moet een Ja / Nee / nvt voorziening aanwezig zijn om product op te vangen dat bij het vullen kan worden gemorst. Toelichting:........................................................................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
Vragen m.b.t. voorkomen vrijkomen chloorgas (veiligheid) Let op: de voorschriften hieronder zijn niet altijd wettelijk verankerd! ! Werken met gevaarlijke stoffen 5.1 Is er toezicht vanuit het zwembad tijdens het lossen vanuit vrachtauto in Ja / Nee / nvt opslagtank(s) Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 5.2 Zijn er werkprocedures/werkinstructies aanwezig voor lossen, bijvullen, Ja / Nee / nvt gescheiden opslag, dosering? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 5.3 Beschikt medewerker(s) over chemische kennis, gestaafd door opleiding en Ja / Nee / nvt bijbehorende certificaat? (3.17.1: deze vraag geldt ook voor opslag > 2500 kg) Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 5.4 Juiste etikettering/aanduidingen aanwezig op vaten, doseerpunten, verpakkingen Ja / Nee / nvt e.d.? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 5.5 Zijn de doseringspompen van desinfecteermiddelen en pH correctiemiddelen Ja / Nee / nvt gekoppeld aan de doorstroming in de toevoerleiding naar het bassin? (Art 4.2 Whvbz of Bhvbz) Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 5.6 Wanneer er een geautomatiseerd doseringsysteem aanwezig is is dit voorzien Ja / Nee / nvt van alarmering bij over- of onderschrijding van normen? (Bijlage 10 bij art 9.1 Bhvbz) Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 5.7 Wanneer er een geautomatiseerd (dosering)systeem aanwezig is is dit systeem Ja / Nee / nvt beveiligd tegen ongewenste aanpassingen (setpoint, alarmen, dosering e.d.) via autorisatie van medewerkers? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 5.8 Wanneer dosering met de hand plaatsvindt is er dan een werkinstructie en is Ja / Nee / nvt medewerker aantoonbaar bekwaam om dit uit te voeren? Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 5.9 Is er een geautomatiseerd monitoringsysteem aanwezig dat volledig onafhankelijk functioneert (van chemicaliëndosering) en waarvan onderhoud en calibratie is geregeld? (Bijlage 10 bij art 9.1 Bhvbz) Toelichting:........................................................................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 20/21
5.10
Vinden er controlemetingen plaats op pH en chloride? (ontheffing van Ja / Nee / nvt handmatige controlemetingen is mogelijk wanneer er een geautomatiseerd controlesysteem is en alleen na overleg met en akkoord van provincie als bevoegd gezag), (Art 9 Bhvbz). Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 5.11 Is er een onderhoudsabonnement voor de installatie waarin o.a. jaarlijks naar de Ja / Nee / nvt dosering wordt gekeken (o.a. calibratie), anti hevelklep, is dit ook op papier terug te vinden? Toelichting:........................................................................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
Vragen m.b.t. veiligheid bezoekers Voorschriften gebruiksvergunning Bezoekers moeten in geval van calamiteiten veilig weg kunnen komen 6.1 Zijn de vluchtwegen voldoende aangegeven
Ja / Nee / nvt
Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 6.2 Zijn de nooduitgangen vrij voor doorgang (onbelemmerd bereikbaar) Ja / Nee / nvt Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 6.3 Zijn de nooduitgangen van binnenuit open te maken (zonder sleutel) Ja / Nee / nvt Toelichting:........................................................................................................................................................ .......................................................................................................................................................................... 6.4 Is er een adequaat noodplan voorhanden Ja / Nee / nvt Toelichting:........................................................................................................................................................ ..........................................................................................................................................................................
VROM-Inspectie Alles boven water
Pagina 21/21