Toespraak bij het Nieuwjaarsontbijt van de Building Society, door Commissaris van de Koningin, drs. Ank Bijleveld-Schouten, op 10 januari 2012 te Delden.
Dames en heren, Allereerst wil ik u een gezegend, gezond en gelukkig Nieuwjaar toewensen! En uiteraard hoop en wens ik dat het uw ondernemingen goed gaat. Want laten we eerlijk zijn; het gaat niet goed met de bouw. Veel ondernemers zijn somber over 2012. Maar we zijn vanochtend niet zo vroeg opgestaan om te gaan somberen. Van nature ben ik optimistisch, dus daar hou ik ook niet van. Niet voor niets ging mijn nieuwjaarstoespraak vorige week over mijn eerste jaar als uw CdK en vooral over de veerkracht en betrokkenheid die ik hier in Overijssel zie. En ik geloof dat u daar ook niet op zit te wachten. In mijn contacten met ondernemers proef ik meestal een grondhouding van ‘handen uit de mouwen, de schouders eronder’. Laten we dat vasthouden.
Het heeft ook geen enkele zin om elkaar de put in te praten. Laten we elkaar geen crisiscomplex aanpraten. Tijden van crisis zijn gouden tijden voor valse profeten, schreef Bas Heijne in 2005 in de NRC. Recessie is nieuws. Het feit dat de economie jarenlang ongekend floreerde was niet interessant. Het gevolg is dat we het idee hebben dat het veel slechter gaat dan dat het werkelijk gaat. Wat mij betreft moeten we kijken naar de feiten. En dat is dat ons onderwijsstelsel nog altijd tot het beste ter wereld hoort. Dat hier meer bedrijven worden gestart dan waar dan ook. Dat 88 procent van de Nederlanders lid is van een vereniging en dat bijna de helft aan vrijwilligerswerk doet. De veerkracht van onze samenleving is heel groot. We hebben veel in huis in Overijssel!
Daarvan getuigt ons nieuwe college en ons hoofdlijnenakkoord ‘De Kracht van Overijssel’. We investeren onze Essentgelden in onze kerntaken RO, regionale economie, bereikbaarheid, landbouw, water en een aantal zaken op het gebied van cultuur. Toch mogen we niet onze ogen sluiten voor de situatie van de bouwsector. Vorig jaar juli vond in een gesprek plaats tussen Provinciale Staten en vertegenwoordigers uit de bouwsector, op initiatief van Statenlid Henk Kerkdijk. De sector gaf toen aan dat er op dit moment kostentechnisch vaak onder de kostprijs wordt gewerkt. FNV Bouw benoemde dat het aannemen van werk tegen te scherpe prijzen gebeurt. Dat heeft als gevolg dat er vervolgens kritisch wordt gekeken naar de inzet van materialen en personen. Dat gaat ten koste van kwaliteit en veiligheid. Bedrijven hebben te maken met een krimpende omzet en daarmee ook een flinke krimp in het personeelsbestand.
De markt is grillig. Veel projecten blijven tegenwoordig hangen op de tekentafel. De woningbouwproductie in Overijssel is sterk gedaald. De crisis heeft de woningmarkt voorgoed veranderd. U zult deze constateringen in meer of mindere mate wel herkennen en waarschijnlijk kunnen aanvullen met tal van eigen ervaringen. Ik wil die ervaringen graag van u horen. Daarom vind ik het zo leuk om hier vanmorgen bij u te zijn. Het helpt ons om effectief beleid te maken.
Dames en heren, Ik zie u denken: wat kan een provinciale overheid voor de bouwsector betekenen? Ik denk het goed is om neer te zetten wat u van ons kunt verwachten. Daarvoor wil ik eerst twee kanttekeningen plaatsen: 1. In 2009 en 2010 heeft de provincie al maatregelen genomen om de gevolgen van de crisis in de economie en de bouw te beperken. Op dit moment voert de Rekenkamer Oost-Nedertand een onderzoek uit naar het effect van de
crisismaatregelen die het vorige college heeft doorgevoerd. 2. Vooruitlopend op de uitkomst daarvan, kan ik wel zeggen dat overheidsinvesteringen niet voldoende zullen blijken om de gevolgen, laat staan de oorzaken van de crisis, aan te pakken. Die ligt immers in een gebrek aan consumentenvertrouwen, gebrek aan stabiliteit op de financiële markten, minder leencapaciteit en dalende vastgoedprijzen. Maar dat betekent niet dat wij de hand op de knip houden. In tegendeel. De provincie Overijssel investeert via 'de Kracht van Overijssel' de komende jaren fors in de Overijsselse samenleving. Van deze investeringen komt, direct en indirect, een belangrijk deel ten goede aan de bouwsector. Ik wil even een paar ‘highlights’ benoemen. • De provincie investeert de komende jaren veel in de aanleg en onderhoud van de infrastructuur.
• In de verschillende geplande gebiedsontwikkelingen staan grote investeringen in infrastructuur en kunstwerken gepland. Zoals bijvoorbeeld de sluizen in de Vecht en de realisatie van de Laan Hart van Zuid. • In het energiefonds is 100 miljoen gereserveerd voor leningen aan de woningbouwcorporaties. Deze middelen zijn bestemd voor de verduurzaming van de bestaande woningbouwvoorraad. Daarnaast starten we in 2012 met de uitvoering van de Overijsselse aanpak 2.0. Deze aanpak is gericht op particulieren en betrekt ook bouwbedrijven nadrukkelijk bij het energiezuiniger maken van woningen. We verwachten via een provinciale investering van 13 miljoen een totale investering van 100 miljoen los te maken. Wij schatten bovendien in dat beide onderdelen ieder een werkgelegenheidseffect zal hebben van 1000 arbeidsplaatsen.
• In 2011 hebben we voor een bedrag van 12,2 miljoen subsidie verleen voor grote restauraties aan monumenten. Deze projecten zullen grotendeels in 2012 worden uitgevoerd.
Dames en heren, Investeren is de ene kant van de medaille. Samenwerking de andere. Gaston Sporre, de voorzitter van de Kamer van Koophandel Oost-Nederland gaf het vorige week in zijn nieuwjaarstoespraak al aan: In de concurrentie met andere regio’s is er binnen Oost-Nederland in economisch opzicht nog zeer veel winst te behalen! Hij sprak de wens uit om in 2012 nog meer de krachten van ondernemingen, overheid en onderwijs te bundelen. Daar kan ik volledig achter staan. De samenwerking tussen de provincie, Universiteit Twente en het bedrijfsleven is wat dat betreft een voorbeeld.
Dit model willen we in de komende jaren ook toepassen op de woningmarkt. U zult het waarschijnlijk met mij eens zijn dat de crisis de markt heeft veranderd. Daarnaast hebben allerlei demografische ontwikkelingen invloed op de woningmarkt. De markt is kleurrijker geworden, individualistischer, ouder en op sommige plekken hebben we te maken met een bevolkingsafname. Dat dwingt ons om beter te kijken naar de vraag van consumenten. We zoeken dus vooral samen met de bouwsector, gemeenten en corporaties naar manieren om in die nieuwe markt te opereren. Onze inzet kent drie pijlers: regionale samenwerking, kennis delen en het versterken van de invloed van bewoners. Dat betekent bijvoorbeeld dat wij investeren in ‘collectief particulier opdrachtgeverschap’ en startersleningen. En dat we meer gaan sturen op regionale samenwerking tussen provincie, gemeenten,
corporaties en andere partijen. We sturen op het maken van regionale afspraken. Dé sleutel voor de woningmarkt ligt in samenwerking. Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder!
Dames en heren, Een crisis kan ook louterend werken. Het laat zien hoe sterk onze ruggengraat is. Het dwingt ons tot het maken van keuzes. Het dwingt ons om tot vernieuwing te komen
Wat ons betreft is de opgave is om niet langer na te denken over herstel van de bouwsector, maar meer na te denken over vernieuwingen en innovatie in deze sector. Daarmee kan de Overijsselse bouwsector zich onderscheiden. En er is wat dat betreft enorm veel kennis terzake aanwezig in de bouwsector. Daar kunnen en moeten wij als provinciale overheid meer gebruik van maken.
Want zoals ik al aangaf: De veerkracht van onze samenleving is heel groot. We hebben veel in huis in Overijssel! Dus we stropen de mouwen op, zetten de schouders eronder en gaan ervoor in 2012! Ik dank u voor uw aandacht. (slot)