ALICEFULDAUER
RONDOM ZEVEN GESPREKKEN MET GEDETINEERDE VROUWEN (2)
Bernadette van Dam, voorzitter Categoriaal overleg vrouwen in detentie en directeur van Amerswiel maakt zich sinds jaar en dag sterk voor een apart detentiebeleid voor vrouwen. Dit vanuit de idee dat vrouwen niet of amper vluchtgevaarlijk zijn, aanzienlijk minder recidiveren dan mannen, dikwijls kinderen hebben en veelal door een stereotype seksegebonden maatschappelijke en sociale problematiek in de gevangenis belanden.
pagina 103
Nemesis essays - september 1995
Van Dam: "Die problematiek geldt natuurlijk tot op zekere hoogte ook voor mannen. Het opleidingsniveau onder mannelijke gedetineerden is inderdaad laag, maar onder vrouwelijke gedetineerden is dit nog lager. Mannen plegen vaak delicten waarbij het om geld gaat, maar vrouwen nog vaker. Om een voorbeeld te noemen, wat moet een vrouw met drie schoolgaande kinderen, die bijvoorbeeld mishandeld werd, die altijd afhankelijk van haar man is geweest, en die er alleen voor komt te staan? Onder vrouwen zijn er amper beroepscriminelen, zedendelinquenten en weinig zware geweldmisdrijven. In verhouding recidiveren ze ook aanzienlijk minder. Van de mannelijke gedetineerden recidiveren zo'n zeventig procent, van de vrouwen tegen de veertig procent. En dat betreft hoofdzakelijk vrouwen die verslaafd zijn. Die zien we telkens terug, de rest niet. Nee, er is op dit moment geen tekort aan cellen voor vrouwen." Rond zestig procent van de vrouwen in detentie heeft één of meer kinderen. Amerswiel heeft weliswaar acht cellen met een aangrenzend kamertje voor baby's tot negen maanden, maar de meeste vrouwen willen hun kind in deze omgeving niet bij zich hebben. Van Dam: "Er is dan wel een aardig kindcelletje, maar verder zijn er te weinig faciliteiten, een veel te hoge beveiliging en de omgeving is niet bepaald kindvriendelijk. Er is twee keer per maand bezoek van oudere kinderen aan hun moeder, de afstand is groot, het transport kost vaak veel geld. Ook voor degenen die het kind of de kinderen moeten brengen en halen." Van Dam is er voorstander van om in een centraal deel van Nederland een grote moeder/kind unit neer te zetten. Een vriendelijk gebouw, met weinig beveiliging en veel gemeenschappelijke ruimtes. Het woongroep-principe met vrijheidsberoving. De kinderen gaan naar een crèche in de stad, en worden gehaald en gebracht door vrijwilligers. "Maar ze wonen, slapen en eten met de moeder. Dat zou ook voor kinderen goed zijn. Nu belanden deze kinderen in een kindertehuis, bij familie, vrienden of in pleeggezinnen. Dikwijls ook nog verspreid en dat is geen verantwoord beleid. Nederland loopt wat dit aangaat achter bij Denemarken, Duitsland, Spanje of Portugal. Daar zijn centraal gelegen moederkind gevangenissen, die een open beleid voeren. In het katholieke zuiden wordt nog traditioneel gekeken naar moeders en kinderen. Het kind hoort bij de moeder, vindt men. In Nederland menen we dat we geëmancipeerd en progressief zijn. Hier praten we doorlopend over het delen van zorgtaken door beide ouders, maar de realiteit is nog lang niet zo ver. Zeker niet voor de populatie vrouwen die in gevangenissen terechtkomt. En we zullen ons beleid toch moeten aanpassen aan de realiteit, niet andersom."
pagina 104
Alice Fuldauer
Men had oorspronkelijk het plan om vrouwen en vreemdelingen samen te plaatsen in Heerhugowaard en Zwolle, omdat deze twee groepen hetzelfde lage beveilingsniveau hebben. De opzet was goed, maar de bestemmingsplannen werden intussen gewijzigd. Van Dam: "Nu zitten we hier met 138 langgestrafte mannen waardoor dat hele beveiligingscircus in werking is gegaan. Zoals de situatie nu is, ben ik absoluut voor het scheiden van mannen en vrouwen, dus geen vrouwenafdeling binnen een mannengevangenis. De ervaring leert dat dit gewoon niet werkt. Wat ik graag voor vrouwen zou willen zien, is bijvoorbeeld zo'n constructie als in Norgerhaven, een gebouw in een carrévorm rondom een grote binnenplaats. Zelfzorg je dat je om acht uur op de arbeid bent. Daar loop je alleen naartoe. En als je naar de bibliotheek of de arbeidszaal wilt, steek je zelf de binnenplaats over. In de huidige gevangenis moet alles gerapporteerd worden, loopt er altijd een bewaker mee, moeten sluizen gepasseerd enzovoort. Veel aandacht gaat uit naar beveiligingsen capaciteitsuitbreiding." Er is ook goed nieuws. Waar van Dam vier jaar geleden uitvoerig moest discussiëren of vrouwen ja dan nee een andere detentievorm behoefden dan mannen, is men daar over het algemeen en ook op het ministerie daar nu wel van overtuigd. "De hoop bestaat dat dit voor het jaar 2000 gerealiseerd zal zijn. Rest de vraag: hoe doen we dit?" Ook onder de vrouwelijke gevangenispopulatie is het aantal gedetineerden met een nietNederlandse nationaliteit hoog. In maart '95 bezat een kwart van de vrouwelijke gevangenen een niet-Nederlandse nationaliteit. (In 1994 was 53% van de gedetineerde vrouwen in Nederland geboren. De resterende 47% waren in hoofdzaak afkomstig uit Zuid-Amerika [20%] en Afrika [8%]). Het aantal illegale vrouwen dat vastzit is daarentegen gering - maart '95 zaten I 3 illegale vrouwen gedetineerd. Van deze tweede discussiegroep zijn drie van de zeven vrouwen geboren in een ander land, maar hebben ze of de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning. Alle zeven vrouwen zitten voor overtreding van de opiumwet, dan wel voor diefstal en inbraak om in hun verslaving te kunnen voorzien. Drie van hen verblijven op de drugsvrije afdeling (DVA), vier op het Huis van Bewaring (HVB). Ze zijn overwegend tussen de 30 en 40 jaar - de meest voorkomende leeftijdscategorie onder vrouwelijke gedetineerden. Vijf van hen hebbben twee of meer kinderen. Opvallend is dat drie zeggen onterecht te zijn veroordeeld; zij zijn onschuldig.
pagina 105
Nemesis essays - september 1995
SIB(35) KAPSTER/TOLK, GETROUWD, TWEE KINDEREN AANKLACHT: INVOER VAN HARDDRUGS Z I T PREVENTIEF
MARISKA(36) GESCHEIDEN, TWEE KINDEREN AANKLACHT: DIEFSTAL EN INBRAAK E I S : 4 I / 2 MAAND UITSPRAAK: 4 I / 2 MAAND
MARGREET(36) GEZINSVERZORGSTER, GESCHEIDEN SINDS DETENTIE AANKLACHT: OVERTREDING VAN DE OPIUMWET/COCAÏNESMOKKEL E I S : 4 JAAR UITSPRAAK: 3 JAAR
LINDA(33) GEEN BEROEP AANKLACHT: WINKELDIEFSTALLEN EN INBRAKEN E I S : 3 JAAR UITSPRAAK: 2 JAAR
EMMY(42) HORECAMEDEWERKSTER, ONGEHUWD, TWEE KINDEREN AANKLACHT: OPLICHTING E I S : 15 MAANDEN UITSPRAAK: 6 MAANDEN
LILA(28) GYMNASTIEKLERARES/CROUPIER, DRIE KINDEREN, GESCHEIDEN AANKLACHT: MEDEPLICHTIG AAN OVERTREDING VAN DE OPIUMWET Eis: 3 JAAR UITSPRAAK: 2 JAAR
ELENA(36) KAPSTER, GESCHEIDEN VAN TAFEL EN BED, VIER KINDEREN A A N K L A C H T : O V E R T R E D I N G VAN D E O P I U M W E T Eis: 5 JAAR
UITSPRAAK: 31/2 JAAR
pagina 106
Alice Fuldauer
SIB: Als tolk werkte ik bij de Vreemdelingendienst en de Riagg. Ik woon al 33 jaar in Nederland, maar gevoelsmatig blijf ik betrokken bij de Turkse cultuur en problematiek. Daarom zit ik nu. Voor een cursus haarweven zou ik naar Turkije gaan, want samen met mijn man had ik net een kapperszaak geopend. Een kennis van me zei: 'Dan heb ik een voorstel. Er gebeurt je niets. Je hoeft alleen maar twee koffertjes mee terug te nemen. En dan leen ik je geld.' In onze zaak wilde ik namelijk een verbouwing laten doen. Al eerder had ik spullen voor ze meegenomen: kruiden, vier kilo vlees, broodjes met gehakt. Dus ik zag er geen kwaad in. Word ik bij terugkomst op Schiphol aangehouden. Doen ze die koffers open, zit er 7i/2 kilo in! Wat weet ik niet eens. Ik ben razend op die vent. Hij heeft mij erin geluisd. MARGREET: ...haha... wie weet wat er die vorige keren in het vlees zat. SIB: N U denk ik, wie kan ik nog vertrouwen? LILA: Het is niet dat ik mensen niet vertrouw, maar ik neem nooit een pakketje voor iemand mee. Sorry Sib, de bajes zit vol van dit soort verhalen. MARISKA: Ik zou dat ook nooit doen. Als je gebruikt, ben je daarvan op de hoogte. LILA: Ik heb nooit gebruikt. Ik ben gewoon voorzichtig. Misschien omdat Sib twee keer eerder de inhoud zag van vlees en broodjes, vond ze dat er nu geen reden was om te kijken. MARGREET: Ik zal het altijd willen zien. Maar dat is een gebruikerseis; wij geloven sowieso alleen nog maar wat wij zien. Sib, jij hebt geld aangenomen of geleend en de rommel mee teruggesleept. MARISKA: Smokkelen doe ik nooit. Ik deal en steel om dope te kunnen kopen. In '93 ben ik bij verstek veroordeeld voor diefstal van auto's, inbraak, allerlei dingen. Die straf zit ik nu uit. Vroeger werkte ik op het Instituut voor doven en slechthorenden. Nu werk ik al jaren niet meer. Na mijn scheiding leerde ik een jongen kennen die al 20 jaar in het vak zat, maar dat wist ik toen niet. Ik wist nog niet eens wat stuff was. We gingen samenwonen en er kwamen allerlei mensen over de vloer, Zaten ze op het toilet, vroeg ik: 'Wat zijn jullie daar aan het doen?' Zo heb ik het leren kennen en op m'n 30ste ben ik gaan gebruiken. Tot spuiten aan toe. Die vriend zit ook vast. In totaal heb ik een keer of zes gezeten en dat vind ik niet veel. Als je zes jaar lang elke dag bezig bent, vind ik dat knap van me eigen. Dat is een keer per jaar overwinteren.
pagina 107
Nemesis essays - september 1995
MARGREET: Als we zo gaan rekenen, had ik wel twintig keer kunnen vastzitten. Ik ben met tussenpozes twintig jaar verslaafd geweest en dit is mijn eerste keer in de gevangenis. Ik heb echt gezwijnd. Maar ja, ik heb ook nooit gestolen en ingebroken, dat verkleint het risico. Ik was getrouwd, we hadden ieder een vaste baan. Ik werkte als gezinsverzorgster, ging met cliënten naar Riaggs en kwam dagelijks met hen bij de huisarts. Geen mens heeft ooit gedacht 'hier deugt iets niet'. Je kunt je omgeving kennelijk zo goed in de zeik nemen. Eng haast. Ik dealde, gebruikte zwaar en werkte. Hoe ik het gedaan heb, weet ik niet. Jarenlang heb ik een dubbelleven geleid en daar is een enorme hoeveelheid kracht voor nodig, maar die is tegen jezelf gekeerd. Ik kwam pas bij m'n positieven in de Duitse gevangenis. De laatste anderhalfjaar heb ik voor het eerst tijd gehad om over mijzelf na te denken. Nu ben ik benieuwd wat er gebeurt als ik die kracht voor mezelf ga benutten in plaats van tegen mezelf. LINDA: Ik ben nu vijftien jaar verslaafd aan harddrugs en dit is ongeveer de vijfde keer dat ik zit. Ik kom telkens met justitie in aanraking voor inbraak, winkeldiefstallen of voor stelen van de autosloop, noem maar op. Alles om maar in m'n dope te kunnen voorzien. Ik heb nooit getippeld, nee. Ik heb nog iets van eigenwaarde over. Maar telkens als je uit detentie komt, dan ben je ex-drugs verslaafde, ex-gedetineerde. Okée, ik heb een goede opleiding, maar ik ben werkeloos en ik heb geen werkervaring. Dan schopt de maatschappij tegen je aan: jij bent uitschot. Dan ga je je ook uitschot voelen en grijp je naar de drugs. Zo val ik telkens terug. Drugs toppen je geestelijk echt af. Je intelligentie gaat met stappen achteruit. Dit keer merk ik dat mijn handschrift weer mooier wordt, ik kan aardig tekenen en ideëen komen terug. Dat m'n zelfvertrouwen groeit heb ik aan de DVA danken. Ik had nooit eerder op een DVA gezeten. Dat kon ook niet, want dit is de eerste DVA voor vrouwen in ons land. Ik ben gaan gebruiken op de leeftijd dat je de vrijheid zoekt. M'n ouders waren altijd zo van: je moet leren, de goede opleiding volgen en veel geld verdienen later. Die druk was groot en ik wilde mijn vrijheid. De eerste dag dat ik uit huis was, werd me een sigaret aangeboden. Iemand zei: 'Er zit wel heroïne in'. Dat interesseerde me niet. Op dat moment hoorde dat bij vrijheid. Dus ik rookte ervan, en de volgende dag haalde ik het zelf. Zo ben ik erin gerold. EMMY: De dag dat de politie mij pakte, was ik blij. En ik ben nog steeds blij. Elke dag zoveel mensen aan de deur oplichten, ik zag het helemaal niet meer zitten. Meteen toen ik hier op de DVA kwam, zei ik: 'Ik wil geen weekendverlof. Ik wil binnen blijven, en door naar een afkick-kliniek'. Mijn kinderen hebben geen vader meer, want die is vlak voor ons huwelijk doodgestoken. Kreeg een mes midden in z'n hart, omdat hij de verkeerde aansteker van de bar pakte. En dan hun moeder ook nog kwijt? Ik zag eruit als een Aids-patient! Buiten ging ik langs de deuren en zei dat meneer X of mevrouw Y zo lang in de straat woonde, of dat een winkel vijftig jaar bestond en we dus een kado moesten kopen. Dan kreeg ik vijf gulden hier, zeven gulden daar. Zo kwam ik aan m'n geld voor heroïne. Die kadootjes kwamen nooit. Een eis van vijftien maanden klinkt lang, maar ik heb ook heel wat wijken en straten op mijn kerfstok. Ik ging gebruiken om af te vallen. Toen ik 28 was, woog ik I I 5 kilo. Ik had een vriend die dealer was, en ik dacht: 'Als ik nou een tijdje heroïne gebruik, val ik wel af.' Dat was veertien jaar geleden. Toen ik in Maastricht kwam, woog ik nog 47 kilo.
pagina 108
Alice Fuldauer
MARGREET: Waarom ik ben begonnen weet ik eigenlijk niet. Juist doordat ik altijd alleen afkickte, heb ik nooit de tijd gehad om uit te vinden waar het vandaan komt. Misschien ben ik gaan gebruiken omdat ik erg veel moeite heb met deze maatschappij. Er is zoveel mis, dat ik er helemaal niet bij wil horen. Sommige mensen leggen bommen, ik heb die bom op mezelf gegooid. LILA: Dit is de eerste keer dat ik met justitie in aanraking kom, en meteen de laatste keer. Zeker weten. Ik landde op Schiphol en werd aangehouden voor overtreding van de opiumwet. Ik dacht nog: 'Over een paar uur sta ik weer buiten'. Krijg ik een eis van drie jaar op grond van een telefoongesprek met m'n vriend! Volgens justitie ging dat over cocaïnesmokkel. Overal waar ik 'souveniers' of 'dingen' zei, hebben ze het woord 'cocaïne' ingevuld. Dat klonk als een bus. Hij dealde, maar dat wist ik niet. Ik heb nooit gedeald of gebruikt. Ik kijk wel uit. Ik heb drie kinderen. Ik wist wel dat er iets niet klopte, want dat werd me gezegd door anderen. Maar ik ben iemand die de dingen zelf wil zien voordat hij ze gelooft. Dus ik vroeg het hem zelf, maar kreeg nooit antwoord. Toen besloot ik niets meer met hem te maken te hebben en ben ik met de kinderen naar Curacao gegaan. Bij terugkomst ben ik aangehouden. Tijdens het proces heeft hij geen woord gezegd, terwijl hij de enige was die kon aantonen dat ik er niets mee te maken had. Hij heeft ook kinderen, maar zijn kinderen zijn bij hun moeder. Ik ben vader en moeder tegelijk en nu zijn mijn kinderen verspreid over familie in Suriname. In het begin belde ik ze drie keer per week, maar dat doe ik niet neer, want ik hoorde elke keer: 'Mamma, je zou toch maar even weggaan. Je zou ons toch weer ophalen?' Dit begrijpen ze niet. Ze denken dat ik ze in de steek heb gelaten. Dat is hard. Ik zit onterecht, maar ik denk dat alles in het leven een reden heeft. Dan zal het ook wel een reden hebben dat ik moet zitten. Maar hard is het wel. SIB: Dat komt doordat jij net als ik moeder bent. Ik heb ook kinderen. Eén van negen en één van twaalf jaar en dat is voor mij het ergste van het vastzitten. Ik zie ze twee keer per week: één uur op dinsdag en zaterdag een half uur. Dan vragen ze of ik met Moederdag thuis ben... MARISKA: Ik heb ook kinderen, maar die zie ik al vijfjaar niet meer. Toen ik die eerste keer vastzat, zei de Kinderbescherming dat ik absoluut niet meer met die vriend om mocht gaan. Ze zagen hem als de boeman waardoor ik in dit leven terecht ben gekomen. Dus toen ik vrijkwam, zag ik hem niet meer. Een halfjaar later had ik een vaste baan, een auto, woonde ik in een boerderijtje en was afgekickt. Clean. De kinderen zouden na de grote vakantie bij mij terugkomen. Dat is dus niet gebeurd. Mijn moeder was erachter gekomen dat ik toch nu en dan bij mijn vriend op bezoek ging, dus toen kreeg ik flink op m'n donder van haar. Ik werd kwaad, heb de auto gepakt en ben naar hem toegereden. Mijn familie heeft direct afstand van mij gedaan en kort daarna zijn de kinderen aan mijn ex-man toegewezen. Sindsdien ben ik toeziend voogd. Ik kan ze weer terugkrijgen, maar dan mag ik niet met m'n vriend omgaan, en dat is ook een verkeerde instelling. Want het is moeilijk iemand waarmee je zeven jaar samen bent en om wie je geeft aan de kant te zetten. We zijn vaker clean geweest en toch teruggevallen in dat oude patroon. Maar dit keer heb ik andere ideeën gekregen door die DVA.
pagina 109
Nemesis essays - september 1995
Nu wil ik bewijzen dat wij het samen ook goed kunnen doen, en dan krijg ik de kinderen bij me terug. Hier hebben we een baby op de afdeling. In het begin vond ik dat heel erg moeilijk, nu helpt het me juist. EMMY: Met de Kinderbescherming heb ik nooit te maken gehad. Ik heb heel lang bij mijn ouders in de horeca gewerkt en gewoond. Toen vader overleed, hebben we de zaak verkocht en bleef ik gewoon thuis bij mijn kinderen. Mijn zoon woont nu bij mijn moeder. Mijn dochter zit in een pleeggezin van de Pinkstergemeente. ELENA: Mijn kinderen zijn nu bij mijn zuster hier. Het gaat helemaal niet goed. Kinderbijslag is niet genoeg, niet voor school, kleding, niks. Ik wil ze naar een goede school doen, maar de boeken zijn ook zo duur - ik weet niet meer hoe dit moet. De oudste is nu zestien, de jongste twee jaar. De laatste keer dat ik ze zag, was twee maanden geleden. Het transport kost veel geld. En als ik bel, zeggen ze soms: 'We hebben nog niet gegeten vandaag.' Dat is moeilijk. Ik heb hier elke dag warm eten... Ik kwam juist uit Santa Domingo naar Nederland om mijn kinderen een betere opvoeding te geven. In Santa Domingo was ik kapster, maar hier was het moeilijk om goed werk te vinden door de taal. Ik werkte bij een man, paste op zijn kinderen en hielp zijn vrouw in huis. Op een keer zei die meneer dat ik door de telefoon afspraken moest maken, want hij sprak helemaal geen Nederlands. Daar is het mee begonnen. Toen ik begreep waarom het ging, zei ik; 'Ik doe het niet. Dit is gevaarlijk.' En die meneer zei: 'Die Marokkaanse mensen zijn nog veel gevaarlijker. Misschien jou wel doodmaken of anderen.' En ik ben bang geworden. Het ging om zeven kilo cocaïne die ik voor die meneer moest verkopen. Ik maakte de afspraak, de cocaïne was van hem. Nu zegt die meneer dat het van mij was. Daarom krijg ik zoveel jaar. Ik heb nooit gebruikt. Voor dat werk in huis kreeg ik 200 of 150 gulden per week. Voor die telefoontjes heb ik nooit geld gekregen, nee. MARISKA: De kleintjes moeten vaak boeten. De groten blijven buiten schot. Er zijn veel bedreigingen binnen die drugswereld, hoor. Zeker voor vrouwen. Dan zeggen ze dat ze haar kinderen pakken, als ze niet... of haarzelf als ze niet... ELENA:... mijn man en ik zouden in Nederland een nieuw leven opbouwen. Wij zijn niet meer samen en ik zit nu al anderhalfjaar vast. MARGREET: Elena heeft zo'n straf niet verdiend, maar ik heb deze straf ook niet verdiend, geloof ik.. SIB: Ik denk dat niemand dat ooit zegt, 'ik heb het verdiend' je aanvaardt het niet...
pagina n o
Alice Fuldauer
MARGREET: De reden waarom je in zo'n situatie terechtkomt, is dat je het pad bijster bent. En ik vind de gevangenis een absoluut verkeerde omgeving om tot de positieve kant van het leven te komen. Gevangenis als straf is de normale gang van zaken. Cocaïnesmokkel is een misdaad, maar dat voel ik zelf niet zo. Nog altijd niet. Welke straf ik wel rechtvaardig zou vinden? Dat weet ik niet, want ik ben sowieso tegen het hele systeem van gevangen zitten. Als mens kan ik me daar nog altijd niets bij voorstellen, wat daar voor goeds uit voort moet komen. Wat ik hier echt haat is het absolute gebrek aan flexibiliteit en termen als 'luchten, naar de arbeid en op transport.' Voor mij zijn dat woorden uit de jaren 40-45. Mensen gaan niet op transport, die worden hooguit vervoerd. En luchten? Dat doe je met de was. LILA: Ik vind de bajes echt niks. Volgens mij wordt niemand beter van de gevangenis. In mijn geval hoef ik ook niets te leren, want ik heb niets misdaan. Ja, ik moet voortaan beter uitkijken met wie ik omga. LINDA: Voor mij is de gevangenis helemaal geen straf. Dit is een lekker veilige haven. Ik heb juist de grootste moeite met het vrijgelaten worden. Moet je de aanpassing die je eindelijk hebt geleerd direct afleren. Buiten moet je je eigen potje koken, voor jezelf opkomen en ingrijpen in situaties. Dan heb je het opeens voor het zeggen. Je moet weer naar je eigen woning, als je die hebt. Naar je familie, je vrienden en je hebt dat stempel 'ex-gedetineerde'. Die verschillen tussen binnen en buiten zijn zo groot, dat zijn zulke tegenpolen. De term resocialisatie bestaat wel, maar de praktijk is anders. Opeens zegt justitie: 'Je straf zit erop. Nu moet je gaan'. Waarheen, dat moet je zelf maar bekijken. Proefverlof helpt enigszins bij die overgang, maar niet genoeg. In mijn geval heb ik hulp nodig om buiten een kans te maken. MARGREET: In mijn werk begeleidde ik mensen zoals Linda. Mensen die als ze buiten geen daadwerkelijke begeleiding krijgen meteen weer terugvallen. Bij gebruikers als ons is dat echt in drie dagen bekeken. Ik heb afschrikwekkende voorbeelden gezien van mensen die de stap van gesloten naar buiten niet kunnen maken. Goeie gutten zeg... Mijn man, sinds m'n detentie ex-man, heeft viereneenhalf jaar gezeten. De problematiek waardoor hij kwam te zitten, verdubbelde alleen maar. Toen hij eruit kwam, was hij niet eens meer in staat de telefoon aan te nemen. Nee, hij zat niet voor drugs, hij zat voor moord, maar goed... Ik las eens dat de bedoeling van de gevangenis is om aan de maatschappij aangepaste mensen af te leveren. Maar als je hieruit komt, ben je anti-model alles. LINDA: Ik geloof dat er twee POI's, open inrichtingen voor vrouwen zijn. Dus dat wordt strepen. Spaanse vrouwen vallen af. Drugsverslaafden vallen af. Illegalen komen al helemaal niet in aanmerking, vluchtgevaarlijke vrouwen ook niet. En vrouwen die wel een verblijfsvergunning hebben, maar niet de Nederlandse nationaliteit evenmin.
pagina u i
Nemesis essays - september 1995
LILA: Ik ben van de Antillen, maar ik heb de Nederlandse nationaliteit. Voor de POI kom ik niet in aanmerking, want ik zou vluchtgevaarlijk zijn, omdat ik zoveel heb gereisd. Belachelijk! Dus ik zit nog altijd op het Huis van Bewaring. Ze willen mij daar graag houden, omdat daar heel veel buitenlandse vrouwen zitten en ik voor hen als tolk functioneer. Ik had al op de gevangenisafdeling kunnen zitten, maar die zit vol. Zo erg is het niet, want ik help anderen graag. MARGREET: Maar op het HVB ben je slechter af. De vrouwen op de gevangenisafdeling krijgen 53 gulden per week voor hun werk. Wij de helft, terwijl we precies hetzelfde werk doen; automatjes maken. Dan houd ik zeventien gulden in de week over. Als ik verlof krijg, word dat een leuk weekeind. Soms heb je kleren nodig, dus zolang je op het HVB zit, ben je financieel helemaal afhankelijk van mensen buiten. LILA: En we mogen op het HVB geen bezoek zonder toezicht hebben. En zo'n BZT betekent heus niet alleen de wipkamer, maar ook eens apart met je moeder zitten. ELENA: En je krijgt minder bezoek. En de bezoektijd is korter. EMMY: En je moet er erg veel op cel zitten. LILA: Op het HVB is het meedoen aan de activiteiten of achter de deur. Op de gevangenisafdeling hoefje dan niet op cel. LINDA: Op de DVA zijn wij verplicht aan alle activiteiten mee te doen. We moeten sporten, meedoen aan de CREA, de arbeid en gespreksgroepen. Ik heb daarvoor gekozen. Je doet het voor jezelf en je wordt er alleen maar beter van. De introductiegroep mag absoluut geen contact met andere afdelingen hebben. Want als ze op die afdelingen drugs willen hebben, laten ze bezoek komen en heb je zo drugs binnen. Dat is een kat en muis spel tussen het personeel en de gedetineerden. Als je wint, zit je te gebruiken op je kamer. Verlies je, dan ben je de lul en moet je een paar dagen op cel. MARISKA: Er zijn drie fasen op de DVA. Tijdens de introductie-fase mag je niks. In fase twee mag je aangeven wat je zelf wilt en mag je wel met andere afdelingen praten en luchten. Maar op een disco-avond moet ik het contact afbreken met vrouwen van andere afdelingen en uitleggen waarom ik niet met ze kan praten. Want als er iets gebeurt, dan mogen alle dertien vrouwen van mijn afdeling niet meer naar de discoavond. Je tekent voor je gedrag. In het begin dacht ik: 'Wat een flauwekul, die gespreksgroepen. Het lijkt het Pieter Baan Centrum wel.' Maar het werkt goed. LINDA: Het werkt prima. Ik zit nu in fase drie en volg een studie MBO Activiteitenbegeleiding. Ik leer de basis van de creativiteit. In plaats van de arbeid help ik vrouwen op de CREA. Daar leer ik anderen stimuleren. Die DVA kost veel geld, want we hebben veel extra begeleiding en drie urinecontrole's per week, maar volgens mij is dit een straf die helpt. Mij tenminste wel.
pagina 112
Alice Fuldauer
MARISKA: Mij ook. Ik zit er nu anderhalve maand en ik heb er heel veel aan. Dit is echt de eerste keer dat ik iets aan mijn detentie heb. Buiten wil ik nu proberen clean te blijven. In bepaalde steden bestaan Escape-programma's, dan word je begeleid bij het zoeken naar een woning, werk en leer je met geld omgaan. Daar ben ik nu bij ingedeeld. Het lastige is alleen dat het trefpunt het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs is. Daar kom je dus direct weer de gebruikers uit dat sceentje tegen. Dat kan moeilijk worden. Want als ik straks buiten ben, heb ik behalve die scène waar ik juist van moet wegblijven, niemand. LILA: Mijn familie steunt mij wel, maar een broer is arts, de ander ingenieur en een zuster zit in de politiek. Detentie hoort niet bij de familie. Ze willen mijn kinderen ook niet vertellen dat ik zit. Ik leerde ze ook altijd: 'Als je stout bent, ga je naar de gevangenis'. Nu zit mamma er zelf. MARISKA: Wat ik zo erg vind, is dat niet alleen de vader of de moeder worden gestraft, maar de kinderen ook.. SIB: Precies, niet alleen ik krijg de straf. Mijn man en kinderen worden er ook voor gepakt. De hele tijd loop ik met haatgevoelens: wat wordt mijn kinderen aangedaan?! Die vent loopt gevaar als ik hieruit kom. Ik weet nu hoe het in de bajes is. Als ik terugkom voor moord, zou ik geen schuldgevoelens hebben. Dan heb ik mijn gram gehaald. Dan zit ik voor iets dat ik heb gedaan. Hier word ik crimineel. Want zodra ik buitenkom, ben ik een crimineel. MARISKA: Mijn leven bestaat de laatste zes jaar uit criminaliteit om dope te kunnen kopen, maar ik vind mezelf toch geen crimineel. EMMY: Ik voel mezelf geen crimineel, maar ik ben wel een oplichtster. Dat is een groot verschil. Iemand die moordt, een ander doodsteekt, de zware misdaad, dat vind ik crimineel. Daar val ik niet onder. LINDA: Buiten vertoon ik crimineel gedrag, maar dat heeft met mijn drugsverslaving te maken. Zonder drugs ben ik totaal geen crimineel. LILA: Crimineel? Ik zeker niet. ELENA: Ik vind dat ik niet goed ben voor mijn kinderen, maar crimineel, nee. SIB: Er wordt altijd gezegd dat deze gevangenissen een paradijs zijn. Ze zien er goed uit, maar het is echt geen paradijs. Het ergste is dat je geen privé-leven meer hebt. Alles wordt gecontroleerd, elke brief of kaart wordt gelezen. In Turkije is er op feestdagen bezoek voor hele dagen. Als je het eten van de gevangenis niet wilt, mag je familie elke dag eten brengen. Als je elke dag bezoek wilt, krijg je elke dag bezoek. Er is geen luxe, maar dat systeem zou ik echt liever willen.
pagina
113
Nemesis essays - september 1995
MARGREET: Ja ja, ik heb elf maanden geknokt om in Nederland te mogen zitten. Dat zegt genoeg. Ik kan geen mens de Duitse gevangenis aanbevelen. Een broodje kaas in Duitsland? Vergeet het maar! Een keer in de maand eten van buiten? Ben je mal! Bezoek? Een keer in de twee weken een half uur. Luchten? Op een luchtplaats vol modder. Arbeid is daar werkelijk verplicht. Er zijn geen telefoons. Ik heb drie maanden zonder TV en radio gezeten. De winkel is een keer per maand open. Daar kon ik na veertien maanden een longarts bezoeken. Het transport van Frankfurt naar de Nederlandse grens duurde zeven dagen, dat was echt een veetransport. Er was zoveel meer agressie in die gevangenis dan hier. Ook tegen de bewaking, want je zet geen stap zonder zo'n engerd met een machinepistool. Je wordt aangesproken met 'mevrouw' en zegt 'meneer'. Ik keek hier echt m'n ogen uit. Dit is een gouden kooitje, maar het blijft wel een kooitje. LILA: Toen we nog in het noodgebouw zaten, hadden we veel meer vrijheid. Doordat de mannen zijn gekomen, worden wij gedupeerd. Vroeger was de sportzaal en de CREA alleen voor ons. Tweederde van de tijd is het nu voor de mannen. Al onze activiteiten zijn gekort. Vroeger konden wij gewoon naar CREA wandelen, nu moeten we altijd met personeel lopen. Als het zo moet, ben ik niet voor gemengde detentie. LINDA: Als wij vluchtgevaarlijk waren, hadden wij vanuit het noodgebouw zo het boerenland in kunnen lopen en de trein kunnen pakken. Dat deed niemand. LILA: NU DE MANNEN KOMEN, WORDT HET PAS ECHT EEN GEVANGENIS.
D.V.A. - drugsvrije afdeling Piwster/piwer - bewaarster/bewaarder H.V.B. - Huis van Bewaring
pagina 114