Couv cons secu 07 NL:Couv. 1-4
6/19/12
2:22 PM
Page 2
ALGEMENE VEILIGHEIDS EN GEZONDHEIDSINSTRUCTIES Editie juni 2012
Liège
talon a remettre 07 NL.qxp:Mise en page 1
6/12/12
3:46 PM
Ik ondergetekende .......................................................................................................... verklaar de handleiding “Algemene Veiligheids- en Gezondheidsinstructies” van ArcelorMittal te hebben ontvangen en gelezen. Overhandigd en toegelicht door M............................................... te ............................. op Handtekening
Handtekening
van de verantwoordelijke
van de werknemer
✁ Om mijn eigen veiligheid en die van de anderen te verzekeren, verbind ik mij ertoe om: - de veiligheids- en gezondheidsregels in deze handleiding na te leven, - de preventieve maatregelen en de veiligheidsregels na te leven die mij op mijn werkpost worden meegedeeld, - de persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen die vereist zijn bij mijn werk. Te ............................................ op ......................................... Handtekening van de werknemer?
Page 1
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Algemene veiligheids instructies Editie juni 2012
pagina - Belangrijke waarschuwingen 2 - Gezondheids- en veiligheidsbeleid van Arcelormittal 3 1. Individuele en collectieve beschermingen 5 2. Consignatie 11 3. Het gebruikte materieel 15 4. Ladders en stellingen 23 5. Graafwerken, openingen, sloopwerken 26 6. Werkzaamheden in de hoogte 29 7. Heftuigen en toebehoren 32 8. Goederenbehandeling 35 9. Gondels, manden en hoogtewerkers met platformen voor personen 37 10. Algemene veiligheidssignalisatie en specifieke signalisatie van Arcelormittal Wallonië 39 11. Wegverkeer 47 12. Elektrische risico’s 49 13. Gevaarlijke gassen en vloeistoffen 51 14. Brand en explosie 57 15. Noodhulp, verzorging en hygiëne 65 16. Gevaarlijke producten 67 17. Ioniserende stralen en laserstralen 74 18. Werk in holle ruimten en aan leidingen 76 19. Golden Rules 80 20. Orde en netheid 81 21. Externe ondernemingen 83
1
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Belangrijke waarschuwingen
Deze algemene veiligheids- en gezondheidsinstructies zijn bestemd voor alle personeelsleden van ArcelorMittal Luik, evenals de externe ondernemingen. Ze zijn zo duidelijk mogelijk en met illustraties opgesteld opdat alle betrokkenen vertrouwd zouden geraken met de elementaire gezondheids- en veiligheidsbegrippen die noodzakelijk zijn om eenieders veiligheid en de gezondheid op het werk te verzekeren. Ze zijn als het ware het ABC van wat men moet weten om de belangrijkste risico’s voor zichzelf en zijn collega’s te vermijden. Ze vormen de inleiding op: - enerzijds de veiligheidsopleidingen die ArcelorMittal Luik geeft aan zijn personeel van alle niveaus: R.S.T. (Réunions "sur le tas"), vergaderingen "15 minutes de sécurité", de veiligheidsminuut, opleidingscursussen, enz. - anderzijds de vergaderingen bij de opening van elke werf die ArcelorMittal Luik organiseert voor en met de externe ondernemingen met de bedoeling de specifieke veiligheidsmaatregelen en alle praktische details in verband met de werf te bespreken en toe te passen. - en tot slot de AQ-procedures die op het intranet kunnen geraadpleegd worden. Wij raden u aan om dit document geregeld te raadplegen. Daarom is het ook gedrukt in zakformaat, zodat u het overal kunt meenemen samen met uw werkinstrumenten en persoonlijke beschermingsuitrustingen... voor een maximale veiligheid op het terrein. U ben verplicht alle afwijkingen of kwesties die in het kader van uw werkzaamheden aan de orde komen te melden. Deze communicatie vormt de garantie dat elke afwijking in aanmerking wordt genomen en dat onze veiligheid wordt verzekerd. Aan een onregelmatigheid voorbijgaan en deze niet melden is onaanvaardbaar. 2
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
GEZONDHEIDS- EN VEILIGHEIDSBELEID VAN ARCELORMITTAL Onze principes Ons engagement op het vlak van de veiligheid en de gezondheid van ons personeel en onze onderaannemers, van het milieu en de kwaliteit van onze producten en diensten, is een duidelijke bijdrage in lijn met de visie van onze onderneming "Transforming tomorrow". In al onze acties laten wij ons leiden door de volgende principes: 1. Alle ongevallen en alle non-conformiteiten op milieu- en kwaliteitsvlak kunnen vermeden worden en moeten geëlimineerd worden, in het bijzonder alle werkgerelateerde ongevallen en ziekten, alle non-conformiteiten inzake het milieu en de kwaliteit van onze producten en diensten. 2. Het management is verantwoordelijk voor de performance veiligheid, milieu en kwaliteit. 3. Communicatie, engagement en opleiding zijn essentieel voor de performance veiligheid-gezondheid, milieu en kwaliteit. 4. Elke persoon heeft een rol in het voorkomen van ongevallen, ziekten, milieuoverlast en non-conformiteiten van producten en diensten. 5. Uitmuntendheid in veiligheid-gezondheid, milieu en kwaliteit leidt tot uitmuntende bedrijfsresultaten. 6. Veiligheid-gezondheid, milieu en kwaliteit maken een integraal deel uit van alle processen van het bedrijfsbeheer. 7. Voortdurende verbetering is de belangrijkste motor voor onze activiteiten en biedt ons de mogelijkheid om onze resultaten te verbeteren.
3
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Ons geïntegreerde beleid.
Wij streven naar nul-ongevallen en naar het invoeren van een proces ter vermindering van de werkgerelateerde ziekten, naar nul non-conformiteiten op milieuvlak en nul non-conformiteiten voor de kwaliteit van producten en diensten. Om deze doelstellingen te bereiken, volgen wij onderstaande acties: 1. Bepalen, evalueren en elimineren van alle risico's om er zeker van te zijn dat het risico beheerst is. 2. Voldoen aan alle wetten en voorschriften in al onze activiteiten. 3. Een efficiënt proces implementeren voor het voorkomen en onderzoeken van alle ongevallen, incidenten en non-conformiteiten. 4. Onmiddellijk reageren op alle incidenten op gezondheids- en veiligheidsvlak, ter naleving van de eisen van de klanten of van het milieu. Wij voeren meetbare prestatie-indicatoren in om de processen via rapporten en audits te sturen. 5. Onze procedures en bedrijfsmodi regelmatig updaten, met inbegrip van de controles en de reacties op noodsituaties. 6. Voortdurend verbeteren van ons geïntegreerde managementsysteem door te voldoen aan de normen ISO 9001:2008, ISO/TS 16949:2009 voor Kwaliteit, OHSAS 18001:2007 voor Veiligheid en ISO 14001:2004 voor het Milieu. 7. Communiceren met alle partners, korte communicatiekanalen hanteren met onze klanten en met de omwonenden van onze CET van Chatqueue. (EMAS) 8. Ontwikkelen en verwezenlijken van producten die de gezondheid en het milieu respecteren. 9. Het World Class Manufacturing (WCM) programma ontwikkelen door al ons personeel geleidelijk in werkgroepen te betrekken die gericht zijn op het systematisch elimineren van onze belangrijkste verliezen. Dit beleid sluit volledig aan bij het beleid van de sector Flat Europe en van de Arcelor Mittal-Groep.
4
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
1. Persoonlijke en collectieve beschermingen
NEE!
5
7/2/12
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
A. Persoonlijke beschermingen Wat zegt de Codex over het welzijn op het werk? Titel VII Hoofdstuk II Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Art. 12. De P.B.M. moeten door de werkgever gratis ter beschikking van de werknemers worden gesteld Art. 13. De werkgever moet op zijn kosten zorgen voor onderhoud, herstellingen, reiniging, desinfectie, decontaminatie en de noodzakelijke vervanging voor het goed functioneren van de P.B.M. De reiniging, de desinfectie en de decontaminatie van de P.B.M. worden uitgevoerd met geschikte fysische of chemische middelen. De toepassing van deze procédés of het gebruik van deze chemische middelen mogen de eigenschappen van de P.B.M. niet aantasten of hun doeltreffendheid niet schaden. Art. 14. Onder geen beding mogen de werknemers de bij dit besluit voorgeschreven P.B.M. met zich mee naar huis nemen. Die beschermingsmiddelen moeten in de onderneming, dienst, inrichting of werf waar zij tewerkgesteld zijn, blijven of er na de werkdag teruggebracht worden. De bepalingen van dit artikel zijn evenwel niet van toepassing op de werknemers die deel uitmaken van reizende ploegen of die tewerkgesteld zijn op ver van de ondernemingen, diensten, inrichtingen of werven waaraan zij verbonden zijn, gelegen plaatsen en die er uiteraard niet regelmatig komen na hun werkdag, voor zover de bewerkingen die deze werknemers verrichten geen risico's voor besmetting met zich brengen. Art. 15. De werknemers moeten de P.B.M. waarover zij krachtens dit besluit moeten beschikken, gebruiken en zich gedragen naar de instructies die hun in dit verband worden gegeven.
6
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Verplichtingen van de werknemers ■ Het dragen van de helm, de veiligheidsbril en de werkkledij is verplicht in alle installaties. Er bestaat een specifiek model voor de sector van de warmgewalste ijzeren en stalen producten. ■ Het dragen van brandwerende kledij is verplicht bij de vervaardiging van warmgewalste ijzeren en stalen producten. ■ Het dragen van veiligheidsschoenen met stalen tip. De schoenen zijn voorzien van stalen antiperforatiezolen. Het gebruik van laarzen kan noodzakelijk zijn tijdens werken in goten, grachten, putten, citernes, kuipen of andere gelijksoortige plaatsen. ■ Een aangepast masker of ademhalingsapparaat gebruiken voor het werk in een atmosfeer die stof, gassen, dampen, schadelijke nevels of PAK's (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) bevat of kan bevatten, evenals in een zuurstofarme omgeving. Er moet gebruik gemaakt worden van aangepaste maskers en patronen. ■ Het dragen van een veiligheidsbril of een gezichtsmasker bij het risico op projectie van vaste of vloeibare deeltjes die de ogen kunnen bereiken (slijpen, afbramen, smelten, reinigen met perslucht, behandelen van zuren, onderbreken van scheidingsschakelaar of vermogensschakelaar...). ■ Het dragen van een bril met filtrerende lenzen voor lassen of snijbranden. ■ Het dragen van een handgedragen scherm of een op het hoofd draaiend scherm voor het vlambooglassen. Het venster waardoor de gebruiker naar het werk kijkt moet voorzien zijn van een kleurloos glas of een filtrerend glas naargelang de uitgevoerde werken. ■ Het dragen van gehoorbescherming telkens wanneer een werknemer wordt blootgesteld aan hoge geluidsniveaus en wanneer dit noodzakelijk (blauwe zones) of aanbevolen is.
7
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ Het dragen van handschoenen of wanten bij de behandeling van scherpe, snijdende, stekende, brandende of zeer ruwe materialen. Het type handschoen wordt gekozen volgens het betreffende risico. ■ Het dragen van een harnas voor werken in de hoogte waarbij de werknemer wordt blootgesteld aan een risico op vallen. Het harnas moet zodanig worden verankerd dat een eventuele val onmiddellijk wordt onderbroken, desgevallend aan een leeflijn of valstop
5 RISICO’S
5 REDENEN OM VOORZICHTIG TE ZIJN
8
stoten
brandwonden
–
snijden
steken
verplettering
5 VINGERS
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
B. Collectieve beschermingen ■ Afhankelijk van het uit te voeren werk, moeten op de werf collectieve beschermingen worden geïnstalleerd. Indien de werken uitgevoerd worden door externe ondernemingen, worden deze beschermingen overeengekomen tijdens voorbereidende vergaderingen. Ze worden door en op kosten van de externe ondernemingen geïnstalleerd. ■ Deze beschermingen moeten conform zijn en tijdens de duur van de werf in goede staat worden gehouden. De naam van de installerende firma wordt vermeld, evenals de PBM die vereist zijn om de beveiligde zone te betreden. ■ Aan het einde van elke werkdag worden de beschermingen die zouden weggenomen zijn om de werken uit te voeren, teruggeplaatst (relingen, slagbomen, PVC signalisatiebanden, enz.). ■ Openingen in de vloer worden afgebakend met vast materiaal op 1,50 m van de opening. Het gebruik van PVC signalisatiebanden is slechts toegestaan voor een beperkte duur (max. 8 uur) en op een voldoende afstand van de gevaarlijke zone.
9
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
C. Algemeen Tijdens uw verplaatsingen dient u altijd de kortste weg te nemen en op te letten waar u loopt. Bepaalde zones zijn verboden voor onbevoegde personen. Dit verbod is het gevolg van het feit dat er zich daar bijzondere risico's voordoen. De installaties van AML bevatten veel trappen, loopbruggen, luiken en ladders. Haast u zich niet, ren niet. Pas op dat u niet valt, houd u goed vast aan de relingen. Controleer de staat van de ladders voordat u ze gebruikt. Op onze terreinen zijn er meerdere km transporteurs. Deze transporteurs kunnen risico's op beknelling veroorzaken door de vele hoeken. Bij deze transporteurs: - is het verboden een interventie uit te voeren op een rolband. De eenmalige consignatie is van toepassing. - is het verboden een interventie uit te voeren op een transporteur zonder consignatie hiervan aan de dispatcher. - Deze transporteurs worden automatisch gestart na het afgaan van een sirene. Tijdens het opstarten dient men zich verplicht te verwijderen van de band.
10
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
2. Consignatie
Consignatie = het geheel van te volgen technische, organisatorische en administratieve regels voor het uitvoeren in alle veiligheid van interventies of werkzaamheden op en/of in de nabijheid van installaties waarvan de energieën ongevallen kunnen veroorzaken (beveiliging van een werkuitrusting voor de interventie). Per werk en per onderneming is er een groene consignatiebon vereist. Een consignatie is slechts eenmaal geldig. Ze moet worden herhaald voor alle volgende werken en telkens wanneer noodzakelijk. Het team van ArcelorMittal Luik of de externe onderneming vraagt de consignatie aan. Alleen het personeel van ArcelorMittal Luik is bevoegd om energieën te onderbreken.
Elk werk zonder consignatie vereist een groene werkbon. Naleving van 6 gouden regels 1. Contact opnemen met de consignatiecoördinator om de consignatie te vragen van de installatie alvorens het werk te beginnen. Er zijn evenveel consignatieaanvragen als er teams op de werf aanwezig zijn. Alvorens het werk aan te vatten krijgen de teams de bevestiging van de aangevraagde consignatie(s). 2. Alle energieën onderbreken. Het gespecialiseerde personeel van ArcelorMittal Luik onderbreekt de energieën die: - bewegingen kunnen veroorzaken (elektriciteit, hydraulica, pneumatica, vloeistoffen) - brand, brandwonden, intoxicaties, verdrinking, verstikking, explosie kunnen veroorzaken - elektrocutie kunnen veroorzaken, enz. De onderbreking gebeurt door het afsluiten van pompen of kleppen, door het afsluiten van de elektrische voeding, enz. 11
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Opgelet Niet te vergeten: geaccumuleerde energieën in reservoirs, elektrische accumulatoren en condensatoren, veren, residuele druk in leidingen, persluchtreservoirs en andere vloeistoffen.
3. De onderbrekingen consigneren en signaleren. Alle onderbrekingen moeten worden genoteerd en ondertekend door de consignatieaanvragers en door de consignatie-uitvoerders. De geconsigneerde installaties moeten worden aangeduid met specifieke consignatiepanelen met vermelding van de naam van de consignatiecoördinator, de consignatiedatum en de uitvoerder van het werk. Het is verboden een installatie te deconsigneren zolang de laatste uitvoerder het paneel niet heeft verwijderd of zijn werkbon heeft ingediend bij de consignatiecoördinator.
4. Alle onderbrekingen controleren. Alvorens het werk te beginnen, controleren of het onmogelijk is om de machine te starten, dit door de eigen bedieningen van de machine te proberen. Eveneens controleren of alle voor de uitvoering van het werk noodzakelijke onderbrekingen uitgevoerd zijn. Elke werknemer heeft het recht deze controle te eisen alvorens tussen te komen.
5. Mechanisch blokkeren. Bewegende onderdelen blokkeren door vergrendeling, het aanbrengen van een pen of mechanische blokkering. Opgelet!!! Maak gebruik van blokkeringsmiddelen die bestand zijn tegen de krachten waaraan ze zullen worden blootgesteld.
12
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
6. De werkzones afbakenen. Zones waar er een risico bestaat op vallen in gaten in de vloer of op vallende voorwerpen in zones onder een werf in de hoogte moeten afgebakend worden. In dit laatste geval moet het personeel de veiligheid van de personen onder de werf verzekeren door de toegang tot de risicozone te verbieden door middel van afbakening en waarschuwingsborden. De afbakening moet zich op ten minste 1,5 m van een gat bevinden.
Bij interventies op een stilstaande machine hangt uw veiligheid af van 6 gouden regels: 1. Contact opnemen
2. Alle energieën onderbreken Elektrisch Vloeistoffen Gassen Hydraulisch Pneumatisch
3. Onderbrekingen consigneren
Onderbrekingen signaleren
4. Onderbrekingen controleren
AAN/UIT 5. Mechanisch blokkeren
6. De werkzone afbakenen
13
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Bijzonder geval van werkzaamheden binnen het profiel van spoorwegen. Het is noodzakelijk: 1. Om het spoor te laten consigneren (specifieke consignatie door de Dienst Tractie) 2. Om het werkakkoord te verkrijgen van de Dienst Tractie.
Pas op!!!
Opgelet voor het profiel.
Deconsignatie is even belangrijk als consignatie!!!
14
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
3. Het gebruikte materieel 3.1. Algemeen ■ Het uitlenen van materieel of gereedschap aan externe ondernemingen is verboden, behalve in uitzonderlijke omstandigheden en overeenkomstig de voorziene procedure. ■ Het materieel moet in goede staat worden gehouden en voorzien zijn van veiligheidsuitrustingen. ■ Het materieel moet conform de reglementering zijn. ■ Draagbaar gereedschap, stekkers, verlengkabels moeten voorzien zijn van de originele veiligheidsuitrustingen. ■ De levering van elektrische energie aan een externe onderneming is pas mogelijk wanneer de elektrische installaties van de externe onderneming en desgevallend diens onderaannemers voldoen aan de geldende reglementen. Deze levering gebeurt uitsluitend door ArcelorMittal Luik.
3.2. Handgereedschap Scherpe gereedschappen: traceerpennen, boren, ... Niet explosieve gereedschappen: beitels, stempels... Slaggereedschappen: mokers, hamers... Spangereedschappen: vaste sleutels, schroevendraaiers... ■ Maak geen gebruik van gereedschappen in slechte staat (bv. gebroken steel, niet gewette beitels). ■ Gebruik gereedschappen enkel voor het bestemde doel (bv. niet slaan met een schroevendraaier, niet slaan op een sleutel, een sleutel niet als hamer gebruiken...). ■ Gereedschappen niet achterlaten in een onstabiele positie (bv. op een ladder). ■ Gereedschappen niet op zak steken (bv. scherpe of snijdende gereedschappen). ■ Geen gebruik maken van verstelbare sleutels, behalve bij overmacht. 15
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ Gereedschappen voor gebruik nakijken. Defecte gereedschappen moeten buiten gebruik worden gesteld of voor herstelling verzonden worden. ■ Geregeld nakijken of gereedschappen stevig op hun steel zitten. ■ Scherpe gereedschappen beschermen. ■ Gereedschappen na gebruik zorgvuldig opbergen. ■ Speciale gereedschappen gebruiken in explosieve omgevingen. ■ Een veiligheidsbril dragen en beschermingen plaatsen voor de omgeving bij gebruik van slag- of boorgereedschappen. ■ Handschoenen dragen (steken, snijden of stoten) en een helm (bescherming tegen gereedschappen die uit de hoogte vallen). ■ Gebruik maken van geïsoleerde gereedschappen om te werken aan installaties onder spanning.
3.3. Schiethamers
Nee!
De schiethamer moet vergezeld zijn van een of meer afschermingen en van de werkings- en onderhoudsinstructies. 16
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
De gebruiker moet ten minste 18 jaar zijn en een aangepaste opleiding gekregen hebben zodat hij perfect vertrouwd is met de werking van de schiethamer en met de gebruiksvoorzorgen. Een schiethamer mag pas onmiddellijk voor het gebruik geladen worden en het patroon mag niet met geweld in de kamer worden geduwd. De schiethamer moet na het werk worden ontladen alvorens hij opgeborgen of getransporteerd wordt. Het transport is slechts toegestaan wanneer de schiethamer is opgeborgen in de meegeleverde koffer. Persoonlijke beschermingen (helm, bril en gehoorbescherming) zijn verplicht. De instructies van de fabrikant voor het gebruik en het onderhoud moeten strikt worden nageleefd en elk defect moet zo snel mogelijk worden gecorrigeerd door een bevoegd persoon. Gebruik maken van nagels en patronen die voldoen aan de instructies van de fabrikant en die aangepast zijn aan het gebruik
■ De aard en de dikte van het materiaal controleren: nooit schieten in ijzer of staalplaat van minder dan 5 mm of op een afstand van minder dan 10 cm van een vrije zijde of in reeds bestaande gaten of op een plaats waar reeds eerder een nagel werd geschoten die is afgebroken of niet heeft gehouden. ■ De ligging van water-, gas-, telefoon- en elektriciteitsleidingen nagaan en controleren of niemand zich achter de muur bevindt. ■ De afscherming aanpassen aan het werk en aan de vorm van het werkoppervlak. ■ Een stabiele en veilige houding aannemen wanneer u schiet, de schiethamer pas laden onmiddellijk voor gebruik en ontladen onmiddellijk na gebruik. ■ De schiethamer zo houden dat uzelf of andere personen niet geraakt kunnen worden; steeds de aanbevolen persoonlijke beschermingen dragen. ■ De schiethamer loodrecht houden op het werkoppervlak en nooit schieten op een plaats waar een risico op brand of explosie bestaat.
17
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ De patronen van verschillende vermogens steeds scheiden en ze nooit achter u laten. ■ Wanneer een patroon niet geëxplodeerd is, de schiethamer stevig tegen het werkoppervlak houden en in deze positie opnieuw schieten. Indien nog steeds geen explosie, de schiethamer ten minste 15 seconden tegen het werkoppervlak houden. Daarna de schiethamer gedurende 2 minuten in een positie houden waarin een ongeval onmogelijk is en vervolgens ontladen. De patronen die niet explodeerden niet opnieuw gebruiken, maar terugsturen naar de leverancier. Het is strikt verboden om de schiethamer op personen te richten...
3.4. Draagbare machines
Boormachines, slijpschijven, zagen... ■ De werkstukken vastzetten. ■ Wachten op de volledige stilstand van het handgereedschap alvorens het neer te leggen.
18
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ Niet werken zonder scherm of bril. ■ Geen machines gebruiken waarvan de beschermingen ontbreken. ■ Geen losse kleding dragen.
EN IN HET BIJZONDER VOOR ELEKTRISCH GEREEDSCHAP ■ Aansluiten op de aarding, behalve wanneer de machine dubbel geïsoleerd is: XXX
■ De voeding moet beveiligd zijn door een differentieelschakelaar. ■ Geregeld de staat van de kabels en verlengsnoeren nakijken. ■ De machine niet afkoppelen door aan het snoer te trekken, maar enkel door de stekker vast te nemen. ■ De machines niet opnemen of ophangen door middel van het snoer.
Materieel klasse II Differentieelschakelaar met hoge gevoeligheid
19
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
EN MEER BEPAALD VOOR SLIJPSCHIJVEN ■ Alvorens een nieuwe schijf te plaatsen, nagaan of ze geschikt is voor het toerental van de machine en voor het te bewerken materiaal. Nagaan of ze minder dan 3 jaar oud is. ■ Geen schuine druk uitoefenen op de schijven. ■ Bij voorkeur schijven met inspringende naaf gebruiken, zoniet gebruik maken van een speciale flens voor vlakke schijven.
EN MEER BEPAALD VOOR PNEUMATISCH GEREEDSCHAP ■ Eenmaal per week de rotatiesnelheid controleren en noteren. ■ De staat van de leidingen, koppelingen, kleppen controleren.
3.5. Vaste machines ■ Niet werken aan een machine waarvan de beschermingen ontbreken. ■ De veiligheidsvoorzieningen niet kortsluiten. ■ Bewegende onderdelen niet reinigen, smeren... ■ De toegang tot de veiligheidsuitrustingen vrij houden. ■ Zich wenden tot specialisten voor de montage, het richten en controleren van de schijven. ■ Een haak of borstel gebruiken voor het verwijderen van vijlsel en spaanders.
20
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
3.6. Lassen of snijden met brander ■ Contact van olie of vet met zuurstof vermijden. ■ De flessen steeds licht schuin plaatsen en vastmaken. ■ De flessen verwijderd houden van warmtebronnen. ■ De flessen op ten minste 5 meter plaatsen van de plaats waar gelast of gesneden moet worden. ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
De staat van de flessen, ontspanners, leidingen en branders nakijken. De anti-terugslagveiligheid op de gas- en zuurstofleidingen plaatsen. De juiste spankragen gebruiken. Twee leidingen niet verbinden met een koperen koppeling. Steeds twee gebruiksklare brandblussers binnen handbereik hebben De aangepaste veiligheidsbril dragen. Geen flessen in holle ruimten plaatsen. Niet lassen in een holle ruimte zonder specifieke toelating.
21
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Niet in de vlamboog kijken
3.7. Vlambooglassen of -snijden ■ Lastransformatoren gebruiken met een lage onbelaste spanning. ■ De laspost juist aansluiten op de aarding middels een aangepaste fiche en klem. ■ De massaklem rechtstreeks aansluiten op het te lassen stuk en niet om het even waar op een geraamte. ■ Enkel kabels in goede staat gebruiken. ■ Aansluitingen met vrije contacten en perfect aangepaste stukken (pennen en klemmen) gebruiken. ■ Steeds de handschoenen droog houden bij werken aan metalen structuren in aanbouw (contacten), in caissons of in vochtige lokalen. ■ De goede staat en isolatie controleren van elektrodehouders. ■ Toezien op een goede afvoer van de dampen bij werk in gesloten ruimten. ■ Anti-verblindingsschermen plaatsen. ■ Kabels van de elektrodehouders en massakabels met dezelfde doorsnede gebruiken. ■ Gebruik maken van een zo kort mogelijke voedingskabel (in het geval van mobiele posten) met voldoende doorsnede. 22
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
4. Ladders en stellingen
Ladders ■ Alleen ladders in goede staat gebruiken. ■ De ladders alleen op een stabiele ondergrond plaatsen, in de gewenste hoek, ten minste 1 meter voor het hoogste niveau, met de voorziene overlapping voor dubbele ladders en vastgemaakt indien meer dan 25 treden. ■ Ladders alleen gebruiken voor het bedoelde gebruik. ■ Ladders enkel gebruiken op een veilige plaats (opletten voor elektriciteitsleidingen, deuren, ongelijke vloer...). ■ Een ladder is een toegangsmogelijkheid, geen werkpost! ■ Het dragen van een kinband is verplicht.
NIET DOEN!
23
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Stellingen ■ Enkel op een stabiele ondergrond plaatsen. ■ Vastmaken, verankeren of immobiliseren. ■ Reglementair opbouwen en aangepast aan het uit te voeren werk. ■ De planken vastmaken. ■ Voorzien in een conforme toegang. ■ Controleren voor elk gebruik. ■ Plaatsen op een afstand van elektriciteitsleidingen of bijzondere risico’s (bv. voeding van rolbruggen). ■ Montage, controle en gebruik van de stellingen zijn voorbehouden aan werknemers die de vereiste specifieke opleiding hebben ontvangen.
minder dan 0,20m
24
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
De werknemers moeten: -
de voorziene toegangsmiddelen gebruiken, de lasten verdelen om de planken niet te overbelasten, de wielen van de stelling vergrendelen alvorens ze te bestijgen, controleren of er zich niemand op de verrijdbare stelling bevindt alvorens ze te verplaatsen; de stelling langzaam verplaatsen, - niet werken met mechanische gereedschappen zolang de ligging van leidingen en kabels niet gekend is (elektriciteitsleidingen...).
25
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
5. Graafwerken, openingen, sloopwerken
Graafwerken ■ Graafwerken met een diepte van meer dan 1 meter 20 moeten schriftelijk worden gemeld aan de toezichthoudende administratie. ■ Graafwerken moeten zodanig berekend, uitgevoerd en beveiligd worden dat verschuiven of omvallen van materieel in de omgeving wordt vermeden, dit overeenkomstig de in België geldende reglementen, normen en praktijkcodes. ■ De plaatsen moeten permanent afgeschermd worden met relingen of een aangepaste signalisatie op meer dan 1,5 meter. ■ De ligging van leidingen en kabels in de werkzone moet gekend zijn.
Minimum afsta d 1,50 nm
26
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Openingen Elke werkvloer, opening in een vloer, een tank, een wand, een materiaalreserve, een traphal moet beveiligd worden met een reglementaire reling (op ten minste 1,5 meter van de opening) of moet afdoende afgesloten worden (weerstand, stevigheid, bevestiging) en verlicht om het vallen van personen of materiaal te vermijden, en dit ononderbroken tot het einde van de werken.
Sloopwerken ■ Zich ervan vergewissen dat alle installaties (gas, elektriciteit, zuurstof, water...) geneutraliseerd zijn. ■ Luchtleidingen en kabels in de omgeving afbakenen en signaleren. Ze eventueel beschermen om elk contact met elektriciteitsleidingen in werking te voorkomen.
27
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ De werf afsluiten en signalisatie aanbrengen. ■ De gevaarlijke zones afbakenen en collectieve beschermingen plaatsen langs de openbare weg. ■ Bij sloopwerken door tractie en waarbij een kabelbreuk steeds mogelijk is, de omgeving over het kabelbereik afsluiten.
28
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
6. Werkzaamheden in de hoogte, bescherming tegen valpartijen zodra dit risico bestaat en vanaf 1,8meter hoogte Gouden regel: elke valpartij vermijden
Alvorens het werk aan te vatten: ■ Contact opnemen met de bevoegde dienst die inlichtingen zal geven over de normale toegankelijkheid en de gevaarzones en eventueel een werkprocedure zal opstellen. ■ De algemene toestand van het dak controleren waarop gewerkt zal worden. Bijzonder voorzichtig zijn met doorschijnende platen (zeer breekbaar): na enkele jaren kunnen ze hetzelfde uitzicht als het dak aannemen... ■ Onder de werkzone aangepaste beschermingen aanbrengen op de machines, installaties en materialen die beschadigd zouden kunnen geraken, in overleg met de sector waar het werk wordt uitgevoerd en de gevaarzones op de vloer aanduiden met panelen. ■ Het gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingen met alle betrokkenen coördineren.
Collectieve beschermingen Behalve wanneer technisch onmogelijk, steeds gebruikmaken van collectieve beschermingen om de veiligheid van de werknemers te verzekeren en het vallen van gereedschappen en materiaal te vermijden. ■ Indien het oppervlak waarop de werknemers zich bewegen onvoldoende stevig is, moeten: - loopbruggen aangebracht worden (in hout of metaal). - loopplanken gebruikt worden (als de helling minder dan 15% bedraagt).
29
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ Een of meer van de volgende oplossingen toepassen om valpartijen te vermijden: - een reling plaatsen (zie hoofdstuk “ladders en stellingen”), - een afdak plaatsen - netten plaatsen ■ Alle openingen afsluiten zoals beschreven in het hoofdstuk “ladders en stellingen”.
30
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Persoonlijke beschermingen Indien geen gebruik kan gemaakt worden van afdoende collectieve beschermingen, dan moeten de werknemers uitgerust worden met harnassen en valdempers, daarbij gebruikmakend van voldoende stevige verankeringspunten en uitrustingen die een val tot minder dan een meter beperken.
Tijdens het werk Indien noodzakelijk een paneel plaatsen op de begane grond om het gevaar te signaleren en personen buiten de verboden zone te houden. Een persoon mag niet alleen op een dak of een schoorsteen werken. Erop toezien dat gereedschappen of materieel op het dak niet kunnen/kan wegvliegen en zo personen verwonden of schade veroorzaken aan installaties. Het dragen van een kinband is verplicht. 31
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
7. Heftuigen en toebehoren Alleen personeel van ArcelorMittal Luik en bevoegd personeel in het bezit van een geldig bewijs, mag een heftuig van de onderneming besturen, behoudens uitdrukkelijke afwijking die volgens de procedure wordt toegekend. Het uitlenen van materieel van ArcelorMittal is verboden, behoudens uitzonderlijke omstandigheden en overeenkomstig de geldenden procedure. Elk heftuig dat eigendom is van een externe onderneming moet een gunstig controleverslag hebben, afgeleverd door een externe technische controledienst. Dit verslag moet te allen tijde ter beschikking staan van de toezichthoudende administratie en de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk van ArcelorMittal Luik.
Instructies ■ Een manoeuvre niet laten leiden door verschillende personen. Eén enkele persoon geeft instructies aan de hand van de reglementaire gebaren. De kraanman en de persoon die het manoeuvre op de grond leidt zijn complementair! ■ De afspraken bij de specifieke opening van de werf naleven. ■ Een heftuig enkel gebruiken voor het soort werk waarvoor het is bedoeld. ■ De maximaal toegelaten belasting niet overschrijden. ■ Geen last bevestigd laten aan een heftuig dat niet door de bestuurder wordt gecontroleerd. ■ Het manoeuvreertraject en de bruggen niet betreden zonder de toelating van de kraanman. ■ Geen personen dragen op een rolbrug of op een opgehangen last. ■ Niet stationeren onder een opgehangen last. Een zo groot mogelijke afstand bewaren.
32
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ Geen toebehoren in slechte of twijfelachtige staat gebruiken. ■ Het parcours dat door de last zal afgelegd worden verkennen en de plaats van bestemming voorbereiden. ■ Zich ervan vergewissen dat alle onderdelen van de last goed samenhangen. ■ De lengen op de voorziene plaatsen opbergen. ■ De lasten in evenwicht brengen en de lengen zorgvuldig kiezen. ■ Verbieden om de veiligheden te overbruggen. Opgelet voor overbelasting!!!
Nee!
33
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
TE VERMIJDEN
34
7/2/12
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
8. Goederenbehandeling Het gebruik van heftuigen en toebehoren: ■ ■ ■ ■ ■
aangepast in goede staat regelmatig gecontroleerd door een externe technische controledienst, periodiek gecontroleerd naargelang de gebruiksomstandigheden, geïnspecteerd door de gebruiker voor elk gebruik. ■ De besturing van een heftuig, het vastmaken van de last, en het geven van signalen enkel toevertrouwen aan bevoegde personen die in het bezit zijn van de nodige vergunning. ■ Een goede werkorganisatie: vastmaken, opheffen, verplaatsen, neerzetten en de werkzone afbakenen volgens de regels van de kunst. ■ De maximale belasting van de lengen, kettingen, touwen naleven volgens de gebruiksinstructies.
Gouden regels voor het lengen
De last en spanning inschatten
De lengtabel raadplegen
Handschoenen dragen
De lengen controleren
Scherpe randen afdekken
Het manoeuvre duidelijk leiden
35
7/2/12
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ Het is verboden om als passagier mee te rijden op een heftuig, behalve wanneer het speciaal uitgerust is met een passagiersstoel.
AFSTAPPEN! ■ Het is verboden voor vrachtwagenchauffeurs of bijrijders om tijdens het laden en lossen in hun cabine of op hun wagen te blijven.
36
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
9. Gondels, manden en hoogtewerkers met platformen voor personen Gondels en manden De gondels en manden moeten: ■ uitgerust zijn met de reglementaire plinten en relingen. Indien de gondel op een hoogtewerker wordt geplaatst, dan heeft de wand aan de systeemzijde een hoogte van 2 meter en een traliewerk (mazen van max. 1 cm), ■ om de 3 maanden gecontroleerd worden door een externe technische controledienst (ontvangstplaatje op het tuig), ■ voorzien zijn van een tweede plaatje met de volgende vermeldingen: - gondel uitsluitend bestemd voor personen, - harnas verplicht, zich vastmaken aan de gondel, - maximum 2 personen plus 50 kg materiaal, - gasflessen aan de binnenkant verboden. De haak van het heftuig waaraan de gondel of de korf zijn vastgemaakt moeten voorzien zijn van een veiligheid met mechanische bevestiging. De veiligheidsriem moet eveneens worden bevestigd om accidenteel loskomen uit te sluiten.
Hoogtewerker met platform voor personen ■ In het bezit zijn van de noodzakelijke vergunning ■ De brutale terugval van de vorken bij een eventuele leidingbreuk moet onmogelijk zijn (door terugslagbeveiliging of diafragmasysteem). ■ Tijdens het gebruik met personen moet een zwaailicht branden op de hoogtewerker. ■ Het tuig moet om de 3 maanden gecontroleerd worden door een externe technische controledienst.
37
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ Het heftuig voorzien van een paneel waarop wordt herinnerd aan de volgende gebruiksvoorwaarden: - het werkplatform moet door middel van een veilig systeem aan het heftuig worden bevestigd - verplaatsing met personeel in de hoogte is strikt verboden, - de aandrijfwielen moeten tijdens het werk in de hoogte worden geblokkeerd met wiggen, - de bestuurder van het heftuig mag zijn post in geen geval verlaten.
38
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
10. Algemene veiligheidssignalisatie en specifieke signalisatie van ArcelorMittal Luik
1. Conventionele basiskleuren voor de identificatie van vloeistoffen Groen RAL 6010
Blauw RAL 5012
Geel RAL 1004
Paars RAL 4001
Water
Lucht
Gas
Bruin RAL 8001
Rood RAL 3000
Zuren en basen Zilvergrijs RAL 9006
Ontvlambare vloeistoffen
Brandbaar materiaal
Stoom
Oranje RAL 2004
Grijs RAL 7001
Zuurstof (Luik)
Zonder specificatie
Opmerkingen De leidingen moeten de naam van de vloeistof dragen die er door vervoerd wordt, de vloeirichting, de potentiële maximale spanning en de geëigende risicopictogrammen.
39
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
De kleur oranje voor zuurstof is een afwijking. De nieuwe leidingen zullen geel zijn (gas), conform de inhoud van de vorige paragraaf. De buizen hoeven niet langer over de volledige lengte geschilderd te worden. Ze kunnen grijs zijn en voorzien worden van banden in de vereiste kleur ter hoogte van elk toebehoren (kleppen...) of elke richtingverandering.
AARDGAS 3 BAR
40
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
1. Nieuwe kleurcodes voor gascilinders (uittreksel)
Ontvlambaar Waterstof H2 Formeergas ontvlambaar N2/H2 (H2>= 5%) Methaan CH4 Ar/H2 H2/CH4
RAL 3000 rood
Schadelijk, corrosief Ammoniak NH3 Chloor Cl2 Waterstofchloride HCl
RAL 1018 geel
Argon Ar
RAL 6001 donkergroen
Inert Lucht Ar/CO2 N2/CO2 CO2/O2 (O2<= 21%)
RAL 6018 lichtgroen
CO2/O2 (O2>21%)
RAL 5012 lichtblauw
Stikstofmonoxide N2O
RAL 5010 blauw
Zuurstof O2
RAL 9010 wit
Koolstofdioxide CO2
RAL 7037 grijs
Helium He
RAL 8008 bruin
Acetyleen C2H2
RAL 3009 kastanjebruin
41
7/2/12
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
Gestandaardiseerde veiligheidssignalisatie
VERBODSBORDEN
Rookverbod
Open vuur, vlammen verboden en rookverbod
Verboden voor voetgangers
Verboden te blussen met water
Geen drinkwater
Verboden toegang voor onbevoegden
Verboden voor goederenbehandelingsmachines
Niet aanraken
BORDEN BETREFFENDE BRANDBESTRIJDINGSMATERIAAL EN AANWIJZINGEN BIJ BRAND
Brandslang
Ladder
Brandblusser Telefoon bij brand
Te volgen richting (te gebruiken in combinatie met de bovenstaande borden). 42
7/2/12
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
GEBODSBORDEN
Oogbescherming verplicht
Helm verplicht
Veiligheidsschoenen verplicht
Handschoenen verplicht
Individuele valbeveiliging verplicht
Gehoorbesc- Ademhalingsmasherming verker verplicht plicht
Werkkledij verplicht
Verplichte Algemene verplichdoorgang ting (desgevallend (voor voet- gecombineerd met gangers) een bijkomend bord).
43
Gelaatsbescherming verplicht
7/2/12
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
WAARSCHUWINGSBORDEN
Ontvlambare stoffen of op hoge temperatuur
Explosieve stoffen
Giftige stoffen
Bijtende stoffen
Radioactieve stoffen
Hangende lasten
Goederenbehand elingsmachines
Risico op el ektrocutie
Algemeen gevaar
Laserstraling
Verbranding onderhoudende stof
Niet ioniserende straling
Krachtig magnetisch veld
Risico op struikelen
Risico op valpartijen
Biologisch risico
Lage temperatuur
Schadelijke of irriterende stoffen
Explosieve zone 44
7/2/12
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Evacuatie- of noodsignalen
Plaats van een uitgang of richtingaanduiding naar een uitgang die gewoonlijk wordt gevolgd door personen in het gebouw. Dit pictogram mag enkel gebruikt worden voor uitgangen die voldoen aan de vereisten van nooduitgang (te plaatsen boven een uitgang of een doorgang naar een uitgang)
Richtingaanduiding naar een uitgang (naar links) die gewoonlijk wordt gevolgd door personen in het gebouw. Dit pictogram mag enkel gebruikt worden voor uitgangen die voldoen aan de vereisten van nooduitgang (een symmetrisch pictogram wordt gebruikt voor een uitgang naar rechts. Het bord kan daarvoor worden omgekeerd).
Plaats van een nooduitgang of richtingaanduiding naar een nooduitgang (te plaatsen boven een nooduitgang of een doorgang naar een nooduitgang)
Richtingaanduiding naar een nooduitgang (naar links) (een symmetrisch pictogram wordt gebruikt voor een nooduitgang naar rechts. Het bord kan daarvoor worden omgekeerd).
Te volgen richting (te gebruiken in combinatie met de bovenstaande pictogrammen)
Eerste hulp
Brancard
Veiligheidsdouche
Oogspoeling
Telefoon voor noodgevallen of eerste hulp
Signalisatie voor permanent gevaarlijke plaatsen
Automatische Externe Defibrillator
Verzamelpunt
45
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
Specifieke signalisatie voor ArcelorMittal Luik
Risico op verplettering op rolbruggen
Risico op verplettering tussen cilinders
Vuurtoelating verplicht
HALT! Automatische installatie
Storttrechters - silo's Asbest
VERSTIKKINGSGEVAAR
46
7/2/12
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
11. Wegverkeer Het verkeersreglement is strikt van toepassing binnen de installaties. ■ Niemand mag een voertuig van ArcelorMittal Luik besturen zonder in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs voor dit type voertuig. ■ Niet ingeschreven voertuigen mogen de onderneming enkel binnenkomen na bijzonder akkoord van ArcelorMittal Luik. ■ Voertuigen met een oranje ADR-plaat stoppen bij de wacht om een laad/lostoelating af te halen. ■ De toegang tot een voertuig is strikt voorbehouden voor de chauffeur of voor andere personen die een speciale en geldende toelating hebben gekregen. ■ Wat de werven van externe ondernemingen betreft: - de toegangsmodaliteiten tot de werven worden vastgelegd bij de opening van de werf, - het is hun personeel niet toegestaan de fabriek te betreden buiten hun werf. ■ De voertuigen moeten in orde zijn met de technische controle, ingeschreven, verzekerd en in goede staat. ■ De wegvoertuigen moeten absolute voorrang verlenen aan spoorvoertuigen en zich voegen naar de instructies van bevoegd personeel en in het bijzonder het bewakingspersoneel. ■ De wegvoertuigen moeten volledig tot stilstand zijn gekomen voordat zij een spoorlijn oversteken.
47
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Kijkend naar een locomotief betekent het brandende witte licht dat de locomotief naar u toekomt (getrokken konvooi), het brandende rode licht betekent dat hij zich verwijdert (geduwd konvooi). ■ Het is verboden te stationeren langs een spoorweg op minder dan 1,5 meter van de dichtstbijzijnde rail, het verkeer van andere voertuigen te hinderen en de toegang tot gebouwen te verhinderen. ■ Stationeren is enkel toegelaten binnen de daartoe bestemde zones (P). ■ De borden met snelheidsbeperkingen dienen strikt nageleefd te worden naargelang de verschillende sites. Op sommige wegen zijn verkeersdrempels aangebracht. Deze dienen tegen lage snelheid te worden benaderd. ■ Elk bijzonder incident moet onmiddellijk worden gemeld aan de bewakingsdienst (aanrijding, verlies van lading...) en er dienen onverwijld praktische maatregelen genomen te worden om de veiligheid te verzekeren. ■ Het is verboden op een wagon te klimmen of onder een wagon of de koppelingen door te lopen, als deze niet volledig tot stilstand is gekomen en als dit geen deel uitmaakt van uw werk.
IN DE FABRIEK NET ALS OP DE WEG
48
11:01
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
12. Elektrische risico’s
Opsomming van enkele elementaire begrippen • Elektrische energie is een gevaarlijke energie die ongevallen kan veroorzaken: elektrocutie, elektrisering, brandwonden, explosies, brand. • Alleen gekwalificeerde personen zijn bevoegd om werken uit te voeren aan elektrische installaties en uitrustingen. Deze personen zijn voorzien van de vereiste persoonlijke beschermingen voor elektrische risico’s (vizier, handschoenen...) • De toegang tot elektrische dienstlokalen is strikt gereglementeerd en voorbehouden voor bevoegde personen BA4 of BA5. • Voor interventies op elektrische installaties of uitrustingen moet de spanning worden onderbroken en moeten de zes gouden regels van de consignatie worden nageleefd. Indien de interventie niet mogelijk is buiten spanning, dan zijn bijzondere maatregelen vereist. 49
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
De installaties moeten in perfecte staat worden gehouden en regelmatig gecontroleerd worden door een externe technische controledienst. Abnormale situaties moeten gemeld worden aan de hiërarchie. ■ Veiligheidsuitrustingen mogen niet worden weggenomen. ■ In zones waar er een risico bestaat op de vorming van een ontvlambare atmosfeer moeten bijzonder maatregelen worden getroffen. ■ De werkomgeving kan de risico’s van elektrische energie verhogen, bij voorbeeld beperkte, geleidende of vochtige ruimten, enz. ■ Elektrisch handgereedschap moet voorzien zijn van een EG-certificatie en dubbel geïsoleerd, indien mogelijk op laagspanning. ■ Draagbare verlichting moet gevoed worden met een spanning van maximum 12 volt in een normale omgeving en 6 volt in een vochtige omgeving. ■ Werven worden gevoed met een kast die voldoet aan het AREI en die voor ingebruikname gekeurd wordt door een externe technische controledienst. ■ Hoogspanning vergt bijzondere aandacht, met name wat de veiligheidsafstanden betreft (2,5 meter + 1 cm per kV). ■ Hoe reageren bij een ongeval: - Beschermen: maatregelen treffen om de veiligheid te waarborgen, de elektrische stroom onderbreken of laten onderbreken, indien het om een spanning van meer dan 1000 volt gaat, afstand houden en een beroep doen op de bevoegde diensten. - Alarmeren: systematisch via het noodnummer 123, zelfs indien het slachtoffer ongedeerd lijkt, want interne verwondingen zijn steeds mogelijk. - Hulp verlenen: het nodige doen om de overleving van het slachtoffer te verzekeren, mond-op-mondbeademing, reanimatie, hartmassage (alleen door een opgeleide en bevoegde persoon).
NOODNUMMER = 123 of 04/236 4123 50
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
13. Gevaarlijke gassen en vloeistoffen
Alvorens een werk aan te vatten ■ Vaststellen welke leidingen en voorraden (vaten en flessen) er in de omgeving zijn. Zich baseren op de kleurcodes en desgevallend een beroep doen op de bevoegde dienst. ■ Een werktoelating verkrijgen voor werk aan leidingen en/of in een holle ruimte voor elke interventie aan een leiding, opslag of op de site van een hoogoven of cokesoven. ■ Een aangepaste helm dragen. ■ Een lokaal waarin de atmosfeer minder dan 19% zuurstof bevat niet betreden zonder aangepaste uitrusting.
orziening Energievo gescheiden
51
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
De gevaren Gevaar op verstikking of vergiftiging Onder de meest voorkomende risico’s in de onderneming, vermelden we: Stikstof (N2): het gebruik ervan vermindert het zuurstofgehalte in de lucht. Er moet steeds gezorgd worden voor een goede verluchting of autonome ademhalingsmaskers gebruikt worden om te werken aan elementen die met stikstof inert gemaakt zijn. Opgelet: stikstof is geurloos. Koolstofmonoxide (CO): chemisch verstikkend gas dat voorkomt in cokesovens (6%) en hoogovens (22%). Opgelet: CO is geurloos. rt du détecteur
Door het risico op vergiftiging is het dragen van de CO-detector verplicht. De CO-detector geeft een alarmsignaal: (Noot van de vertaler: afbeelding uit Franse tekst overnemen) - als de limiet (LOW) van 25 ppm CO wordt bereikt. Deze afwijking moet men melden aan de hiërarchisch verantwoordelijke zodat dit probleem wordt aangepakt en het management op de hoogte wordt gebracht, het werk kan worden voortgezet, maar met extra aandacht voor het risico. - Als de limiet 2 (HIGH) wordt bereikt van 100 ppm CO, dient het werk onmiddellijk te worden stopgezet en de zone te worden geëvacueerd. Deze afwijking dient men aan de hiërarchisch verantwoordelijke te melden zodat het lek onmiddellijk kan worden verholpen en het management op de hoogte worden gebracht.
52
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Koolstofdioxide (CO2): wordt gebruikt in automatische installaties voor brandbeveiliging. Dient voor de bestrijding van vuur door het zuurstofgehalte in de lucht te verminderen. Lokalen die uitgerust zijn met deze installaties zijn gesignaleerd. Bij alarm zo snel mogelijk evacueren. Opgelet: CO2 is geurloos. mo Ammoniak (NH3): zeer irriterend voor de huid en de slijmvliezen, kan reeds dodelijk zijn bij lage concentraties. Herkenbaar aan de typische geur. Het gebruik van speciale overalls en autonome maskers is noodzakelijk om een lek op te sporen. Afhankelijk van de afdelingen en de risico-analyse van de verschillende arbeidsplaatsen, is het dragen van een CO-detector en/of O2-detector en/of EX-detector verplicht! Afhankelijk van de risico-analyse kunnen ook andere detectors worden verplicht. Risico op brandwonden Men dient bijzonder op zijn hoede te zijn voor leidingen met: - bijtende of irriterende stoffen (zie het hoofdstuk “Giftige stoffen); - stoom (meestal onzichtbaar); - oliën die gebruikt worden als thermische vloeistof.
53
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
Instructies Flessen 1. BEWARING -
Nooit roken in de nabijheid van flessen! Beschermen tegen zonnestraling en warmtebronnen. Flessen rechtop en vastgemaakt stockeren. Niet stockeren op vettige plaatsen. Brandbare producten verwijderd houden. Niet meer dan 10 bonbons op dezelfde plaats stockeren. Lege en volle flessen zichtbaar scheiden. De doppen terugplaatsen op de flessen, zelfs als ze leeg zijn.
54
7/2/12
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
2. BEHANDELING : - De flessen vastmaken om ze te transporteren (verticaal in het geval van acetyleen). - Speciale wagens gebruiken voor het transport (flessen nooit laten rollen). - Steeds een brandblusser binnen handbereik hebben.
3. GEBRUIK : Dit zijn enkele courant gebruikte vloeistoffen die een gevaar opleveren (onvolledige lijst): Aardgas: in geval van lek vorming van explosieve atmosfeer. Propaan: niet stockeren of gebruiken op een lager niveau dan het vloerniveau, in de nabijheid van grachten of in holle ruimten. De flessen rechtop gebruiken. Acetyleen: acetyleenflessen nooit meer dan 30° kantelen! Koperen koppelingen vermijden. Bij brand, afkoelen door ten minste gedurende 2 uur met water te sproeien en de brandweer oproepen.
55
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Zuurstof: geen olie of vet in contact laten komen met een klep, een kraan of het gas zelf. Niet gebruiken in plaats van lucht (verhoging van de ontvlambaarheid van stoffen – zie onderstaande illustratie). Geen ademhalingsmaskers aansluiten op het zuurstofnet. Waterstof: geen vlam of warmtebron produceren in aanwezigheid van dit gas (zeer licht ontvlambaar) In geval van lek vormen de meeste in de onderneming gebruikte gassen een gevaar op de vorming van explosieve atmosferen. Het zoeken naar lekken mag enkele gebeuren met een zeepoplossing of een speciaal hiervoor bestemde oplossing (het gebruik van een aansteker is verboden).
56
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
14. Brand en explosie Brand PREVENTIE ■ Erop toezien dat brandslangen, brandblussers en nooduitgangen altijd toegankelijk zijn. ■ Ontvlambare stoffen bewaren in geschikte en aangeduide ruimten. ■ Tekens, panelen en waarschuwingen in verband met vuur naleven. Voor het werk met een open vlam: Zich ervan vergewissen dat gereedschappen met een automatische of manuele doving geconsigneerd zijn alvorens het werk aan te vatten (vuurtoelating).
VOOR HET WERK ■ Brandbare materialen en stoffen verwijderen (ten minste 10 meter), beschermen of afdekken met een speciaal scherm, in het bijzonder wanneer ze zich achter de wanden van de werkzone bevinden. De werkzone eventueel eerst bevochtigen. ■ Het traject van de bewerkte leidingen of onderdelen ten minste over 10 meter vrijmaken van brandbare stoffen. ■ Openingen, barsten, tussenruimten van de wanden in de nabijheid (10 meter) van de werkzone dichtmaken (zand, pleister, zeilen, metalen platen). ■ In de omgeving gebruiksklare brandbestrijdingsmiddelen opstellen (poederblussers of waternevelblussers, hogedruklans van een haspel of brandkraan) en de supervisor aanduiden die belast is met de veiligheidsmaatregelen (kan worden bijgestaan door de operator).
57
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Leidingen of recipiënten die ontvlambare materialen hebben bevat, vooral vloeistoffen en gassen, ledigen, reinigen met warm water, verluchten of vullen met water. Zich ervan vergewissen dat de “ontgassing” voltooid is, bij voorbeeld via explosiemetrie. ■ Een vuurtoelating laten afleveren. ■ Nagaan of de toestellen bedrijfsklaar zijn (spanning, leidingen, koppelingen...). De beste plaats kiezen om de toevoeronderbreking van gas of stroom te vergemakkelijken. ■ Laslampen niet onbewaakt achterlaten, ze vullen met lucht na uitdoving en afkoeling.
TIJDENS HET WERK ■ Omgevingsmaatregelen treffen indien nodig (bevoegd personeel, aangepast materiaal). ■ Aandacht voor rondvliegende gensters en verhitte metalen voorwerpen. 58
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ Hete voorwerpen enkel neerzetten op hittebestendige ondergronden, die geen warmte geleiden. ■ Afval van elektroden in een geschikt recipiënt werpen (water, zand). NA HET WERK ■ De bevoegde verantwoordelijken op de hoogte stellen van het einde van de werkzaamheden. ■ De werkzone zorgvuldig inspecteren, evenals de aangrenzende lokalen en de plaatsen waar eventueel gensters terechtgekomen zijn of waarnaar warmte werd overgedragen. ■ De werkzone gedurende twee uur na het einde van de werkzaamheden onder toezicht houden (talrijke branden ontstaan immers tijdens de uren volgend op het einde van de werken). Indien dit toezicht niet kan verzekerd worden, dan moet het werk met een open vuur of vlam twee uur voor het algemene einde van de werken in het gebouw beëindigd worden. ■ Voorwerpen die verplaatst werden, pas na 24 uur terugplaatsen. ■ Vragen dat de detectiesystemen en beschermingen opnieuw in dienst worden gesteld zodra het werk beëindigd is. Een glas de 1ste minuut
Een emmer de 2de minuut Een ton water de 3de minuut
59
Daarna doen wat men kan
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
Bij brand 1. Onmiddellijk het noodnummer bellen (123). 2. De precieze plaats en de aard van de brand doorgeven. 3. Een persoon tegemoet sturen naar de hulpdiensten om hen te begeleiden naar de plaats van de brand. 4. Onmiddellijk de brandbestrijding beginnen: - de energieën onderbreken (gas, elektriciteit), - mensen in veiligheid brengen, - de brand inperken met de beschikbare middelen, - de taak van de hulpdiensten vergemakkelijken. 5. De verantwoordelijke van ArcelorMittal Luik inlichten over de opvolging van de werkzaamheden.
Energiebron
VUUR
Brandstof
Verbranding onderhoudend 60
7/2/12
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Explosies Explosie = zeer snelle en hevige ontbranding VOORWAARDEN 1. Mengsel van ontvlambaar gas of stoom (*) en lucht (zeldzamer zuurstof) binnen variabele concentratiegrenzen volgens het gas of de stoom (**). (*) Het principe is hetzelfde voor ontvlambare stofdeeltjes of druppeltjes van vloeistoffen (spuitbussen, nevels) die zich in suspensie bevinden in de lucht. (**) Het ARBW klasseert de ontvlambaarheidsgraad van vloeistoffen aan de hand van het Vlampunt.
VOORBEELDEN BIJ OMGEVINGSTEMPERATUUR EN ATMOSFERISCHE DRUK GRENZEN (IN VOLUME)
-
Waterstof Hoogovengas Cokesovengas Acetyleen Tetreen Benzeen Aardgas
onder
boven
4% 33% 5% 2,5% 1,9% 1,4% 5%
75% 72% 30% 81% 13,5% 8% 15%
2. Minimale ontvlambaarheidsenergie: vlammen, vonken (met name elektrostatische vonken) en hete punten (met name een sigaret) volstaan. De aanwezigheid van deze twee voorwaarden leidt tot een explosie.
61
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
Pure air only Atmosfeer met 0 tot LEL % gas
Uitsluitend zuivere lucht Gasconcentratie in de lucht Uitsluitend gas
Explosiegevaar LEL Lower Explosion Limit (onderste explosiegrens)
Gas FAC Gas HFx Aardgas (ternair) Acetyleen
5% 33% 5% 2,5%
Gas only Atmosfeer met UEL tot 100% gas
Lucht met LEL tot UEL % gas
Geen gevaar
7/2/12
Geen gevaar UEL Upper Explosion Limit (bovenste explosiegrens) 30% 72% 15% 81%
De zones Ex (zone met explosiegevaar) aangeduid door het onderstaande pictogram zijn zones waar het mengsel lucht en gas explosief is of kan zijn onder verschillende omstandigheden (T°, mengsel, lucht, ...) In deze zones is het strikt: ■ verboden om te roken (behalve in de aangeduide rookruimtes) ■ verboden hete punten te produceren zonder vuurtoelating. ■ verplicht om uw gsm uit te schakelen voordat u deze zone betreedt. ■ verboden om werken uit te voeren zonder toelating van de sectorverantwoordelijke die de plicht heeft de aanvraag te analyseren en u alle preventiemaatregelen te verstrekken voor een veilige uitvoering van het werk (vuurtoelating, ...).
62
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
VOORZORGEN ■ Lekken van ontvlambare stoffen vermijden, hoe miniem ook. ■ Bronnen voor ontvlambaarheid vermijden. ■ Gebruik van gereedschap dat geen vonken produceert, explosieveilige apparaten, aardingen... ■ Niet roken, geen vuur maken, lassen, vonken produceren, niet telefoneren, boren, slijpen, afbramen... in aanwezigheid van ontvlambare gassen! ■ De veiligheidsbepalingen naleven. Bij voorbeeld: vlamonderbreker, terugslagbeveiliging op snijbranders, ventilatie van lokalen... ■ De veiligheidsprocedures toepassen. Bij voorbeeld: vuurtoelating, toelating voor werk in holle ruimten, instructies aangaande gevaarlijke zones (niet roken, geen vuur maken), de aanbevelingen in verband met materiaal (geen vet of schokken voor flessen, leidingen, kranen en kleppen), zuivere reservoirs en opslagruimten voor flessen (nooit liggend en altijd vastgemaakt). ■ Speciale technieken alleen toelaten voor bevoegde specialisten. Bij voorbeeld: neutralisatie door de verbranding onderhoudende lucht te vervangen door stoom of een inerte stof (bijvoorbeeld N2) wanneer het volume ontvlambare stoffen heeft bevat, werkzaamheden op reservoirs en leidingen. ■ Op zijn hoede zijn voor ‘lege’ vaten of leidingen die ontvlambare stoffen hebben bevat: er kunnen dampen overblijven die met lucht een explosief mengsel vormen!
63
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
DETECTIE VAN LEKKEN Geur (maar niet alle ontvlambare gassen hebben een geur). Vaste detectoren in de risicozones. De mini CO voor de gaslekken met CO (hoogovengas, cokesovengas)/ De explosiemeter die slechts werkt in voldoende aanwezigheid van zuurstof. Hij mag enkel worden gebruikt door personen die de vereiste opleiding en competenties bezitten.
REACTIE BIJ ALARM 1. Indien mogelijk: het lek dichten, verluchten 2. Geen vuur, geen vonken (door bijvoorbeeld een elektriciteitsschakelaar te bedienen), geen vlam maken. 3. Vluchten! 4. Onmiddellijk de hiërarchie, de dienst Energie en de bewaking verwittigen.
64
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
15. Noodhulp, verzorging en hygiëne Noodhulp
Het noodnummer is 123 in de hele onderneming vanaf een binnentelefoon, 04 236 41 23 vanaf een GSM.. Bij een lichte verwonding of bij contact met een chemische substantie (bijtend, irriterend) Zich onmiddellijk naar de dichtstbijzijnde EHBO-post begeven voor verzorging, indien men zich kan verplaatsen. Elke verwonding moet onverwijld verzorgd worden, want ook een gewone schaafwonde kan ontsteken. Bij een verwonding met grotere ernst De verpleger met wachtdienst waarschuwen en de gewonde transporteren naar de EHBO-post. Bij een ernstige verwonding Het noodnummer oproepen (123)
of 04/236 4123 .
Tegelijk: - de gewonde geruststellen, - het slachtoffer niet verplaatsen, - de E.P.I. (Equipiers de Première Intervention) of de industriële hulpverleners oproepen, - de hulpverleners leiden, - de hiërarchie verwittigen. In werking stellen van het Intern Urgentieplan (IUP) Het Intern Urgentieplan wordt in werking gesteld door middel van een sirene met gemoduleerde toon. In dat geval dient u zich prioritair naar PR1 (point de rassemblement verzamelpunt) of PR2 te begeven (naargelang de instructies van de hiërarchie). De inlichtingen betreffende de verzamelpunten PR1 en PR2 worden verstrekt bij opening van de werk en/of door de hiërarchie.
65
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Verzorging en hygiëne ■ Handen wassen voor het eten, drinken of roken (vooral werknemers die in aanraking komen met gevaarlijke stoffen en met PAK's!). ■ Geen ijsdranken nuttigen wanneer men bezweet is. Niet eten in de werkplaats (strikt verbod). ■ De installaties buiten de werkplaatsen (refters, kleedkamers, kasten, WC’s...) niet vervuilen. ■ Zijn kast ledigen wanneer men tijdelijk of definitief de fabriek verlaat. ■ De douches niet betreden met flessen of andere voorwerpen die kunnen verwonden. ■ De urinoirs en toiletten ter beschikking van het personeel gebruiken. Elke andere plaats is verboden! ■ Afval in een daartoe bestemd recipiënt gooien. ■ Een douche nemen aan het einde van de werkdag.
Handen wassen
Ja
maar niet met om het even wat! 66
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
16. Gevaarlijke producten
ANTIGIFCENTRUM : 070/245.245
Verpakte producten Alvorens een product te gebruiken Het etiket lezen: elke gevaarlijk product moet voorzien zijn van een etiket. De symbolen op het etiket wijzen op de gevaren van het product. Voor elk product moet er een reglementaire Veiligheidsfiche (FDS) zijn in 16 punten en opgesteld in het Frans. Deze fiches zijn beschikbaar in “INTRANET". Deze fiche raadplegen voor de instructies (behandeling, opslag, EHBO, enz.). Kijken naar het symbool op het etiket of de fiche en de adviezen de onderstaande tabel naleven. Een product niet overgieten in een andere recipiënt zonder goede etikettering. De introductie van een nieuw product moet verlopen volgens de interne procedure. Transport, laden of lossen van gevaarlijke goederen verloopt volgens procedure AML - PCO - DMR - 32110 die de toepassing van de ADR/RID reglementeringen beheerst. De gesprekspartner is de veiligheidsadviseur voor het transport van gevaarlijke goederen. Transporten over de weg of het spoor van gevaarlijke goederen worden aangeduid met een oranje paneel en specifieke etiketten naargelang de aard van het gevaar. Pakketjes met gevaarlijke goederen zijn gemerkt met een UNO-nummer met 4 cijfers en specifieke etiketten naargelang het gevaar. 67
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
Schadelijk (Xn)
Giftig (T)
■ Beschermingsmiddelen gebruiken: handschoenen, scherm, overall om contact met de huid te vermijden. ■ Bij voorkeur buiten of in een goed verlucht lokaal werken. ■ Handen wassen na gebruik, nooit eten of roken tijdens het gebruik van deze producten. ■ Inademing van producten in spuitbussen vermijden: ze zijn gevaarlijker.
Verbranding onderhoudend (O)
Licht ontvlambaar (F)
■ Producten opslaan in een goed verluchte plaats. ■ Nooit gebruiken nabij een warmtebron, een heet oppervlak, nabij vonken of een naakte vlam. ■ Niet roken! ■ Geen nylon kleding dragen en steeds een poederblusser binnen handbereik houden tijdens het gebruik van ontvlambare producten. ■ Ontvlambare producten (symbool F) goed gescheiden houden van verbranding onderhoudende producten (symbool O).
68
7/2/12
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
Bijtend (C)
Irriterend (Xi)
■ Producten bewaren in hun originele verpakking (goed gesloten recipiënten – veiligheidsdoppen). ■ Zorgvuldig opslaan. ■ Ogen en huid beschermen tegen spatteen. ■ Het product zeer voorzichtig gieten of verstrooien. ■ Steeds handschoenen en veiligheidsbril dragen. ■ Na gebruik het gezicht en de handen wassen: hygiëne is van het grootste belang. ■ Overvloedig spoelen met water gedurende 20 minuten bij contact met de huid of de ogen. ■ Bijtende producten in spuitbussen niet inademen: gevaarlijk voor de ademhalingswegen!
Explosief (E) ■ Oververhitting vermijden, beschermen tegen zonnestraling... ■ Niet in de buurt van warmtebronnen, lampen, radiatoren plaatsen... ■ Nooit roken of warmte produceren.
69
7/2/12
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
De waarschuwingen en gebruiksinstructies die naast het symbool op het etiket voorkomen, aandachtig naleven.
Elk voertuig dat zich bij de wacht aanmeldt om gevaarlijke producten te lossen of te laden moet over een los- of laadvergunning beschikken. Dit formulier wordt afgeleverd door de bewaking die de basisgegevens invult. De chauffeur moet de vergunning laten invullen door de verantwoordelijke van ArcelorMittal Luik die belast is met de ontvangst van het product.
70
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Pictogrammen van de gevarenklassen OUD ANCIENS DODELIJK
3 GEVARENKLASSEN
NIEUW NOUVEAUX
GEZONDHEID - VEILIGHEID - MILIEU Gevaren voor de gezondheid: acute toxiciteit
DUBBELE ETIKETTERING VERBODEN
Gevaren voor de gezondheid: mutageniteit in geslachtscellen, kankerverwekkendheid, giftigheid voor de voortplanting, doelorgaantoxiciteit (eenmalige blootstelling/herhaaldelijke blootstelling), sensibilisatie van de luchtwegen, aspiratiegevaar Gevaren voor de gezondheid: huidcorrosie, ernstig oogletsel
BIJTEND
Fysische gevaren: bijtende stoffen voor metalen Gevaren voor de gezondheid: huidcorrosie, ernstig oogletsel
SCHADELIJK
Gevaren voor de gezondheid: acute toxiciteit Gevaren voor de gezondheid: acute toxiciteit, huidirritatie, ernstige oogirritatie, doelorgaantoxiciteit - eenmalige blootstelling, huidsensibilisatie
GIFTIG Gevaren voor de gezondheid: mutageniteit in geslachtscellen, kankerverwekkendheid, giftigheid voor de voortplanting, doelorgaantoxiciteit (eenmalige blootstelling/herhaaldelijke blootstelling), sensibilisatie van de luchtwegen, aspiratiegevaar
EXPLOSIEF
Fysische gevaren: ontplofbare stoffen en voorwerpen, zelfontledende stoffen, organische peroxiden Fysische gevaren: ontvlambare gassen, ontvlambare aerosolen, ontvlambare vloeistoffen, ontvlambare vaste stoffen, pyrofore vloeistoffen, pyrofore vaste stoffen, stoffen die in contact met water ontvlambare gassen, ontwikkelen, zelfontledende stoffen, voor zelfverhitting vatbare stoffen, organische peroxiden
ONTVLAMBAAR
Fysische gevaren: ontvlambare gassen, ontvlambare aerosolen, ontvlambare vloeistoffen, ontvlambare vaste stoffen, pyrofore vloeistoffen, pyrofore vaste stoffen, stoffen die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen, zelfontledende stoffen, voor zelfverhitting vatbare stoffen, organische peroxiden Fysische gevaren: oxiderende gassen, oxiderende vloeistoffen, oxiderende vaste stoffen
BRANDBAAR Fysische gevaren: gassen onder druk Gevaren voor het milieu: gevaren voor het aquatisch milieu
71
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Producten die door het netwerk verdeeld worden. De leidingen in de buurt van de werkzone bekijken en de kleurcode raadplegen. Desgevallend een beroep doen op de bevoegde dienst. De verantwoordelijke dienst verwittigen en de aanbevelingen van deze dienst opvolgen in geval van interventie in de omgeving van een netwerk.
Wij leggen de nadruk op de giftigheid van 2 courante vloeistoffen: hoogovengas (22% CO) en cokesovengas (5% CO) die beide dodelijk zijn!
Bij -
interventies op deze sites: de commandopost van uw interventie verwittigen, een CO-detector bij zich dragen, op de werkplaats ademhalingsmaskers met perslucht klaarleggen.
72
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) In de cokesovens komt er bij de distillatie van steenkool gas en rook vrij. Deze gassen bevatten verschillende schadelijke elementen voor de gezondheid waaronder PAK's. - Bij de deuren van de ovens op de sporen voor vulwagens en karren en op de aanvoerzone is het dragen van het P3-masker verplicht. - Bij de cilinders is het dragen van het A2P3-masker verplicht. - Op het niveau van de luchtkokers van het gascircuit van de bijproducten is het dragen van het masker A2P3 verplicht. - De gezondheidsvoorschriften zijn de beste preventiemaatregelen tegen de PAK's, onder andere grondig handig wassen en regelmatig van werkkledij verwisselen.
73
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
17. Ioniserende stralen en laserstralen
Ioniserende stralen en laserstralen Bij ArcelorMittal Luik worden apparaten gebruikt die voorzien zijn van dit teken. Het gaat om apparaten met ioniserende straling.
Daarbij moeten in ieder geval de volgende regels nageleefd worden: ■ Zich strikt houden aan de instructies van de hiërarchie/ ■ Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen die ter beschikking worden gesteld (kleding, voorschoot, handschoenen...). ■ De eventueel ter beschikking gestelde dosimeter gebruiken en hem volgens de ontvangen instructies teruggeven aan de verantwoordelijke persoon. ■ Een stralingsbron nooit met de handen aanraken! Indien de bron moet verplaatst worden, dit doen met een tang. Bij een ongeval: brand, schok tegen de stralingsbron... ■ De zones afbakenen en de toegang verbieden, ■ Onmiddellijk het erkende organisme verwittigen dat ter plaatse zal komen om de staat van de bron vast te stellen, ■ De kast met de bron voorzichtig behandelen om de verzegeling niet te beschadigen (geval van diktepeilers).
74
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
In geval van verlies van de bron, onmiddellijk een zoektocht laten starten door het bevoegd organisme dat uitgerust is met aangepaste beschermingsmiddelen.
Laserstralen
■ Het gebruik van laserstralen kan in bepaalde omstandigheden brandwonden aan de ogen en de huid veroorzaken. Om ongevallen te vermijden, moeten in ieder geval de volgende instructies nageleefd worden: ■ Zones waar lasers werken niet betreden indien dit niet noodzakelijk is voor het werk. ■ Persoonlijke beschermingsmiddelen dragen bij een verblijf in zones waar lasers werken, met name: - speciale bril indien de stralen niet afdoende afgeschermd zijn, - handschoenen indien een manuele interventie op het werkdoel mogelijk is.
Opgelet: informatie inwinnen over het type bril. Brillen zijn immers aangepast aan een bepaald soort straling en het is mogelijk dat ze totaal geen bescherming bieden tegen apparaten met laserstraling.
75
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
18. Werk in holle ruimten en aan leidingen Zie hoofdstuk “Gevaarlijke gassen en vloeistoffen” in de inleiding. Opgelet!!! Interventies in holle ruimten of op leidingen kunnen de oorzaak zijn van explosies of ernstige ongevallen met thermische of chemische brandwonden, verstikking... Een fluïdum dat opgeslagen of door een leiding vervoerd wordt kan alle reeds beschreven gevaren opleveren.
Instructies ■ De werkmethodes, instructies en consignaties evenals de bijzondere voorzorgen zijn beschreven in de documenten “Opening van werven”, “Werktoelating in holle ruimte”, “Werktoelating op leidingen” en “Vuurtoelating” specifiek voor het werk. Steeds het advies van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk inwinnen. ■ Met TEN MINSTE 2 personen zijn om een opdracht uit te voeren. ■ De consignatie van apparaten nagaan (kleppen, pompen, compressoren, schakelaars...) en van de leidingen: slot, volle dichting, verbodsbord... ■ Consignatie van vloeistoffen en energieën. ■ Zich vergewissen van de aard van het opgeslagen of getransporteerd product. ■ Elektrische toestellen en verlichting voeden met lage spanning (6 of 12 volt (p. 50) of voeding met geïsoleerde transformator). Deze apparaten moeten voorzien zijn van een dubbele isolatie in combinatie met de differentieelbeveiliging, waarvan de gevoeligheid wordt aangepast aan de werkzone. ■ Zich ervan vergewissen dat de holle ruimte/de leidingen werden geledigd en ontsmet (met het juiste product). ■ Ten minste 24 uur verluchten in geval van giftige producten. ■ Neutraliseren door de verbranding onderhoudende lucht te vervangen door stoom of een inerte stof (N2 bij voorbeeld) wanneer de ruimte ontvlambare producten heeft bevat. ■ Voldoende ventileren 90m3/uur/man).
tijdens 76
het
werk
(30m3/uur/man
tot
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Atmosfeerproeven uitvoeren (TLV, explosiemeter, % O2) alvorens holle ruimten te betreden of te werken aan leidingen op bepaalde plaatsen. De operatie geregeld herhalen tijdens de werkzaamheden. ■ Het vereiste interventiemateriaal klaarleggen (autonoom ademhalingsmasker, koord, harnas, valstop...) en persoonlijke beschermingsmiddelen zijn verplicht. ■ Voortdurend en afgewisseld toezicht verzekeren voor de personen die aan het werk zijn in de geventileerde ruimten. De mensen aan de touwen staan steeds in contact (visueel of op een andere manier) met de bewakers. De bewakers kunnen steeds snel in contact komen met het noodnummer. ■ Controleren waar zich de toegangs-, alarm-, nood- en evacuatiewegen bevinden. ■ De gassen en dampen die door het werk ontstaan afvoeren en erop toezien dat ze de omgeving niet vervuilen of hinderen. ■ Zich voorzien van de producten die resten of gemorst product kunnen neutraliseren of absorberen. ■ Geen vuur of warmtebronnen maken. Deze niet in de buurt brengen (behalve met vuurtoelating). ■ Niet roken!!! ■ Geen gas- of zuurstofflessen of CO2-brandblussers in de holle ruimte brengen. ■ Niet ventileren met O2. ■ Gebruik maken van aangepast elektrisch gereedschap dat geschikt is voor het uit te voeren werk. ■ Geen branders in de holle ruimte brengen. ■ Geen zware gassen (propaan-butaan) gebruiken voor het werk in holle ruimten of dergelijke.
77
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
rziening Energievoo gescheiden
Nooit een opdracht in holle ruimten of aan leidingen beginnen zonder in het bezit te zijn van de vereiste vergunning.
Aan het einde van het werk 1. Zich ervan vergewissen dat er zich niemand meer binnen bevindt alvorens de installatie in werking te stellen. 2. Zich ervan vergewissen dat er zich geen materiaal of product meer bevindt in de zone. GEVAAR! Besloten ruimte Entrée interdite sans permis Secours
78
123
7/2/12
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
Co
Bij ongevallen Veel geïmproviseerde reddingspogingen lopen fataal af. Om die reden moet deze delicate interventie vóór het begin van de werkzaamheden worden geanalyseerd. De noodinterventie dient in twee fasen te verlopen: Eerstelijnsinterventie. Deze interventie heeft met name betrekking op de veiligheidswachten en de werknemers die aanwezig zijn op de werf, de interventie bestaat uit: 1. Het noodnummer oproepen (op 123). 2. Het slachtoffer onttrekken aan de levensbedreigende situatie, bij voorkeur van buitenaf (harnas) of met geschikte beschermingsmiddelen die bepaald zijn bij de risico-analyse. 3. De eerste hulp toedienen. Tweedelijnsinterventie. Het tweedelijnsinterventieteam voltooit de eerstelijnsinterventie. Dit team is opgeleid en getraind in interventies in besloten ruimtes.
79
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
19. Golden Rules Dit zijn algemene veiligheidsvoorschriften en -regels die te allen tijde en op elke plaats van toepassing zijn. Over deze noodzakelijke voorwaarden kan niet worden onderhandeld en ze moeten dwingend worden nageleefd. De kennis ervan wordt regelmatig getest.
Ik ben in goede conditie om mijn werk uit te voeren Ik gebruik alle beschermingsmiddelen en preventiemaatregelen tegen valpartijen die noodzakelijk zijn, in overeenstemming met de AM-standaarden. Ik volg alle consignatie-/vergrendelingsprocedures tijdens de werken aan een uitrusting Ik volg alle procedures voor werken in besloten ruimtes voordat ik deze betreed en ook tijdens de gehele duur van de werken Ik respecteer alle voorschriften voor de behandeling van lasten en ik bevind mij nooit onder een last Ik respecteer alle verkeersvoorschriften Ik geef voorrang aan het spoorverkeer en blijf uit de buurt van gevaarlijke zones Ik respecteer de voorschriften inzake het risico op gasvorming zowel bij de werken als bij het betreden van ruimte Ik deactiveer de veiligheidsvoorzieningen niet Ik respecteer alle basisvoorschriften voor veiligheid en gezondheid, de normen, de signalisatie en ik draag aangepaste persoonlijkepbbeschermingsmiddelen
80
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
20. Orde en netheid
ORDE EN NETHEID = SPIEGEL VAN VEILIGHEID De 5 geheimen: Afvoeren Opbergen Reinigen Organiseren Formaliseren
Enkele belangrijke raadgevingen ■ Materialen zodanig opstapelen en opbergen dat het risico op ongevallen uitgesloten is. ■ Geen zakken, platen, schroot op een stapel leggen die zou kunnen omgestoten worden. ■ De doorgangswegen niet versperren. ■ De opslagregels strikt naleven. ■ Geen materiaal achterlaten tijdens en na het werk ■ De werkplaats reinigen. ■ Geen materiaal opstapelen in elektrische onderstations.
Regels voor het opslaan van bobijnen (Koud gewalst) Bobijnen op de vloer ■ De goede staat van de vloer en de V’s nakijken waarop de bobijnen moeten rusten. De diameter moet identiek of licht groter zijn dan die van de bobijnen die ze moeten dragen. Ze moeten dezelfde afmetingen hebben en goed opgesteld worden om voldoende draagkracht te bieden. 81
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
■ De bobijnen moeten goed omsnoerd worden. ■ Er moet een zekere afstand bewaard worden tussen de bobijnen van de onderste laag opdat ze goed zouden rusten op de V’s. ■ De bobijnen moeten stabiel gestapeld worden, met inachtname van de volgende regels: - de bobijnen van de bovenste laag goed laten steunen op de onderste laag, - geen grote bobijnen op kleine bobijnen plaatsen, geen kleine tussen de grote, - het oog van de bobijn zo goed mogelijk loodrecht boven het raakpunt van de bobijnen van de onderste laag plaatsen, - zich vergewissen van de goede staat en de goede verankering van de eventuele eindblokkeringen. Bobijnen op racks ■ De bobijnen goed in de vakken plaatsen. ■ De racks in goede staat houden, evenals de eventuele spieën. ■ Het verbod voor voetgangers naleven in zones die voorbehouden zijn voor goederenbehandelingsmachines.
Wanorde is de voorbereiding van een ongeval!
82
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
7/2/12
20. Externe ondernemingen
Elk werk van een externe onderneming binnen de muren van ArcelorMittal Luik moet gedekt zijn door een opening van de werf. Deze is specifiek voor het uit te voeren werk en kan enkel op jaarbasis verleend worden voor herhaalde werken met een constant en geanalyseerd risico die steeds plaatsvinden op dezelfde plaats met dezelfde personen. De firma’s die werken in opdracht van ArcelorMittal Luik moeten erkend zijn door de dienst “Aankopen” en hun onderaannemers moeten gekend en erkend zijn op het moment van de opening van de werf. Bij het niet-dragen van de Persoonlijke Beschermingsmiddelen zal u de toegang tot de verschillende sites van ArcelorMittal Luik worden geweigerd. Het uitlenen van materiaal van ArcelorMittal Luik aan externe ondernemingen is verboden, behalve in uitzonderlijke omstandigheden (bruggen bijvoorbeeld) en overeenkomstig de voorziene procedure (specifieke vergunningen en documenten). Omvangrijke werken zoals grote onderhoudsbeurten of jaarlijkse stilstanden waarbij meerdere ondernemingen betrokken zijn, moeten gecoördineerd worden. Hetzelfde geldt voor tijdelijke of mobiele werken ((de)constructiewerken of burgerlijke bouwkunde). De gesprekspartner is de werfcoördinator. Op alle coördinatievergaderingen moet een verantwoordelijke van elke firma aanwezig zijn.
Het veiligheidsniveau van de werken hangt in belangrijke mate af van de kwaliteit van de opleiding over de bestaande risico’s aan externe ondernemingen.
83
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
Nota’s : ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ...........................................................................
7/2/12
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
Nota’s : ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ...........................................................................
7/2/12
11:02
consignes gen sec 07 Nl:consignes gén. sécurité 06-2005
Nota’s : ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ........................................................................... ...........................................................................
7/2/12
11:02
Couv cons secu 07 NL:Couv. 1-4
6/19/12
2:22 PM
Page 1
NOODHULP NOODNUMMER
123 Mobiele telefoons : 04/236 41 23
Editeur Responsable : Joao Félix da Silva