ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING SPORT EN CULTUUR, VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSWERK, OUDEREN EN VOLKSGEZONDHEID
I.
ALGEMEEN
Artikel 1 begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder:
subsidie financiële middelen, door burgemeester en wethouders verstrekt, met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten projectsubsidie een op grond van een besluit van burgemeester en wethouders voor een aangegeven periode toegekende eenmalige subsidie in de vorm van een donatie als bijdrage in de kosten van een met name genoemd en door de instelling uit te voeren project met vooraf overeengekomen uitgaven en inkomsten subsidieplafond het bedrag dat gedurende het eerstvolgende subsidiejaar ten hoogste beschikbaar is per beleidsterrein voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening jaar het tijdvak waarvoor subsidies worden verstrekt, doorgaans een kalenderjaar of een begrotingsjaar instelling elke organisatie of groepering van personen zonder winstoogmerk, wiens activiteiten zich richten op de beleidsterreinen die vallen binnen de werking van deze verordening plaatselijk werkzame instelling een in de gemeente Beemster gevestigde instelling, waarvan de activiteiten voornamelijk het welzijn van de inwoners van deze gemeente ten goede komen begroting een door een subsidie aanvragende instelling voor de periode van 1 jaar opgestelde begroting, waarin een relatie wordt gelegd tussen de in het activiteitenplan genoemde activiteit(en) en beoogde prestatie(s), de opbrengsten daarvan en de kosten die gemaakt moeten worden om ze te bereiken, opgesteld aan de hand van een door burgemeester en wethouders voorgeschreven formulier jaarverslag een door een instelling opgestelde beschrijving van de aard en de omvang van de activiteit(en) en prestatie(s) waarvoor subsidie werd verleend met een vergelijking tussen de nagestreefde en de gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen; het verslag bevat een verantwoording van de activiteit(en) en prestatie(s) in het voorafgaande jaar, die correspondeert met het voor dat jaar opgestelde activiteitenplan en wordt opgesteld aan de hand van een door burgemeester en wethouders voorgeschreven formulier jaarexploitatierekening een door een instelling opgestelde financiële verantwoording van de exploitatie van de instelling in het voorafgaande jaar, die correspondeert met de begroting over dat jaar en waarin ook de balans is opgenomen, opgesteld aan de hand van een door burgemeester en wethouders voorgeschreven formulier beschikking tot subsidieverlening een besluit van burgemeester en wethouders dat voorafgaande aan een bepaald jaar wordt bekend gemaakt aan de aanvragende instelling en dat voorwaardelijke aanspraak op subsidie geeft totdat een nieuwe Concept subsidieverordening 1
beschikking tot subsidieverlening wordt afgegeven die in de plaats komt van de onderhavige beschikking; het besluit kan één of meer van de volgende elementen bevatten: • een opgave van het tijdvak waarvoor subsidie wordt verleend • een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend • het maximale bedrag van de subsidie • het schema van uitbetaling van het subsidiebedrag (tijdstippen en bedragen) • de overige verplichtingen van de subsidie ontvanger, conform artikel 4:37 van de Awb • de beweegredenen die hebben geleid tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van een aanvraag tot subsidieverlening dan wel de gehele of gedeeltelijke beëindiging of vermindering van de subsidieverlening • de voorwaarde dat in de nog vast te stellen gemeentebegroting voor het komende jaar voldoende geld beschikbaar wordt gesteld
beschikking tot subsidievaststelling een besluit van burgemeester en wethouders dat per jaar wordt afgegeven, dat het bedrag van de subsidie vaststelt, dat aanspraak geeft op uitbetaling van het vastgestelde bedrag en dat – naast het bedrag van de subsidie – tenminste bevat: • • •
een omschrijving van de activiteit(en) waarvoor subsidie wordt verstrekt de vermelding dat de overeengekomen verplichtingen zijn nagekomen, dan wel welke verplichtingen wel en welke niet zijn nagekomen de beweegredenen die hebben geleid tot afwijking van de beschikking tot subsidieverlening
aanvraag tot subsidieverlening een door de instelling bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag om subsidie te verlenen aan de hand van door burgemeester en wethouders voorgeschreven richtlijnen en formulieren. Aanvraag tot subsidievaststelling Een door de instelling bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag om de verleende subsidie vast te stellen; hierin wordt rekening en verantwoording afgelegd; de aanvraag bestaat uit een jaarverslag en een exploitatierekening en zij wordt ingediend aan de hand van door burgemeester en wethouders voorgeschreven richtlijnen en formulieren. Sportvereniging Een in Beemster gevestigde instelling die zich richt op het bevorderen en beoefenen van sportactiviteiten en sportieve recreatie in Beemster Leden Natuurlijke personen die contributie betalen en daardoor het recht hebben om aan activiteiten van de instelling deel te nemen. Jeugdleden Leden die op 1 januari van het jaar waarop het subsidie betrekking heeft, de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Seniorleden Leden die op 1 januari van het jaar waarop het subsidie betrekking heeft, de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt. Accommodatie Een al dan niet overdekte ruimtelijke voorziening, bestemd voor activiteiten van Beemster instellingen en welke voorziening is gevestigd in de gemeente Beemster. Openbare bibliotheek Een voor ieder bestemde en toegankelijke bibliotheek, die met toepassing van het gestelde in de Welzijnswet in belangrijke mate door de gemeente wordt bekostigd, dan wel in stand gehouden. Tarief De heffing van contributie of andere geldelijke bijdrage voor het voor het uitlenen van gedrukte werken en audiovisuele materialen, zoals geluid- en beelddragers. Concept subsidieverordening
2
Jeugd en jongerenwerk Werk gericht op het bieden van mogelijkheden tot educatieve, sociale, creatieve en recreatieve ontplooiing van jeugdigen in onderling samenzijn in de vrije tijd, teneinde hen mede daardoor in staat te stellen een eigen bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de samenleving. Peuters Kinderen in de leeftijd van 2 t/m 4 jaar. Peuterspeelzaalwerk Een geheel van samenhangende voorzieningen met als doelstelling het bevorderen van de sociale, creatieve en educatieve ontplooiing en de motorische ontwikkeling van peuters, onder meer door spel en omgang met leeftijdgenootjes. Dagdeel Een aaneengesloten aantal uren tijdens de voor- en namiddag gedurende welk de peuterspeelzaal voor een groep peuters is opengesteld. Peuterspeelzaal Een ruimtelijke voorziening voor het verrichten van peuterspeelzaalwerk, welke 9 dagdelen per week geopend is. Toepassing van deze verordening
Artikel 2 1. Deze verordening is van toepassing op alle subsidies op de beleidsterreinen: sport, cultuur, vormings- en ontwikkelingswerk, ouderen en volksgezondheid 2. Deze verordening is van toepassing op alle subsidies die vallen binnen deze door de gemeenteraad vastgestelde subsidieverordening en voor zover in de door Gedeputeerde Staten goedgekeurde gemeentebegroting daartoe voldoende gelden zijn opgenomen 3. Een subsidie zal geheel of gedeeltelijk worden geweigerd, wanneer het door de gemeenteraad vastgestelde subsidieplafond door de subsidieverstrekking zou worden overschreden. 4. De subsidieverstrekking kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen, worden geweigerd, indien burgemeester en wethouders gegronde redenen hebben om aan te nemen dat: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
de activiteiten zich niet richten op de gemeente Beemster of niet aantoonbaar ten goede komen aan bewoners van de gemeente het subsidie niet of onvoldoende besteed zal worden aan het doel waarvoor zij wordt toegekend de activiteiten niet passen binnen de doelstellingen die vermeld zijn in de statuten van de instelling de doelstellingen of de activiteiten van de instelling in strijd zijn met de wet, het algemeen belang, de gezondheid of de veiligheid van de inwoners of de openbare orde de instelling zonder subsidie over voldoende middelen kan beschikken om de activiteiten uit te voeren de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente de instelling op welke wijze dan ook discrimineert wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, burgerlijke staat, ras, sekse of seksuele geaardheid of op welke grond dan ook In het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zouden hebben geleid de instelling zich niet heeft gehouden aan de indieningtermijnen van de aanvraag. de te ontvangen contributiegelden per Beemsterlid lager of gelijk zijn aan de ontvangen subsidiegelden per Beemsterlid Concept subsidieverordening
3
Artikel 3 1. Subsidies kunnen slechts worden toegekend aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid. Instellingen moeten zijn opgericht bij notariële akte, waarin de statuten zijn opgenomen en ingeschreven staan in het handelsregister. 2. Burgemeester en wethouders kunnen op een schriftelijk verzoek groeperingen van personen, niet zijnde rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, deze hiermee gelijkstellen voor de uitvoering van deze verordening. B & W kunnen in dergelijke gevallen aanvullende eisen stellen, zoals inschrijving in het verenigingenregister, gehouden door een Kamer van Koophandel. 3. Indien een instelling wordt opgeheven, dient het bestuur daarvan onmiddellijk schriftelijk kennis te geven aan burgemeester en wethouders. 4. Wanneer een instelling wijzigingen aanbrengt in de statuten, de stichtingsakte, het reglement of de samenstelling van het bestuur, dient zij deze terstond ter kennis te brengen aan burgemeester en wethouders. 5. Indien subsidiëring door de gemeente heeft geleid tot het verwerven van eigendommen of anderszins tot een batig liquidatiesaldo, is de instelling bij liquidatie aan de gemeente een vergoeding verschuldigd die na overleg met de instelling door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld aan de hand van de in de liquidatiebalans opgenomen bedragen, maar maximaal het gemiddelde balanstotaal genomen over de drie jaren voorafgaand aan de liquidatie. Deze regel is van overeenkomstige toepassing bij voorgenomen vervreemding of bestemmingswijziging van de eigendommen van de instelling, die mede met subsidies zijn verkregen of in stand gehouden. Besluitvorming over subsidies
Artikel 4 1. De gemeenteraad besluit jaarlijks in een vergadering waarvoor de subsidiëring voor het volgende jaar agendapunt is, tot het vaststellen van het subsidieplafond voor dat jaar. 2. Nadat de gemeenteraad het subsidieplafond heeft vastgesteld wordt binnen 4 weken aan de instellingen een beschikking tot subsidieverlening gezonden. 3. Op een eventuele tussentijdse aanvraag voor het verlenen van een subsidie nemen burgemeester en wethouders een besluit binnen 8 weken nadat de aanvraag is ontvangen. Zij kunnen dat besluit met opgave van redenen ten hoogste één keer met 13 weken verdagen en doen de instelling daarvan gemotiveerd mededeling. 4. Aanvragen om jaarlijks subsidie dienen voor 1 mei van het eerstvolgende jaar te zijn ingeleverd, voorzien van alle door burgemeester en wethouders verlangde stukken en gegevens. 5. Burgemeester en wethouders stellen binnen 3 maanden na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling, het voorlopige subsidie vast overeenkomstig deze subsidieverordening. Intrekking, wijziging, beëindiging en lagere vaststelling van subsidies
Artikel 5 1. Zolang het subsidie nog niet is vastgesteld kunnen burgemeester en wethouders de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen, uitsluitend in de gevallen waarin de Awb voorziet in de artikelen 4:48, 4:50 en 4:51. 2. Burgemeester en wethouders kunnen de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, uitsluitend in de gevallen waarin de Awb voorziet in artikel 4:49.
Concept subsidieverordening
4
3. Intrekking of wijziging op grond van de vorige 2 leden van dit artikel geschiedt zodanig dat de instelling wordt gehoord en dat zij de verplichtingen naar behoren kan beëindigen die zij in redelijkheid is aangegaan op grond van een verleende subsidie in het licht van haar statutaire doelstelling. 4. In geval van intrekking, wijziging of lagere vaststelling kunnen reeds betaalde voorschotten door burgemeester en wethouders worden teruggevorderd. Controle van de financiën van de instelling
Artikel 6 1. Instellingen die subsidie ontvangen, zijn verplicht aan burgemeester en wethouders alle inlichtingen te verstrekken die voor de beoordeling van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de subsidies van belang kunnen zijn. 2. Het te verlenen subsidie is nooit hoger, dan het tekort van de exploitatierekening, inclusief toevoegingen aan door burgemeester en wethouders toegelaten reserves. 3. Investeringen in accommodaties, inventaris en apparatuur worden op lineaire aflossingsbasis afgeschreven. Daarbij moet ook het onderhoud zijn inbegrepen. Om dat mogelijk te maken dient de instelling een doelgebonden ‘onderhouds- en reservefonds’ in het leven te roepen en op te nemen in de begroting. De hoogte van dit fonds wordt door burgemeester en wethouders gemaximeerd. 4. De instellingen hebben het recht op vermogensvorming, naast het plegen van reserveringen in het doelgebonden reservefonds. De algemene reserve mag maximaal 50% van de jaarexploitatie exclusief reserveringen betreffen. 5. De instellingen worden geacht aantoonbare inspanningen te verrichten tot het verwerven van inkomsten van derden (bijvoorbeeld giften van donateurs, sponsors zijnde geen entreegelden of kantineinkomsten. De minimale inspanning hiervoor bedraagt 10% van de jaarexploitatie. 6. In de begroting van de instelling dient voorzien te zijn in betaling van premie voor een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid ten aanzien van derden, voor de som van tenminste € 455.000,- per gebeurtenis. De instelling is verplicht een dergelijke w.a.-verzekering aan te gaan en tevens de roerende en onroerende goederen behoorlijk te verzekeren tegen brandschade of andere door burgemeester en wethouders nader aan te wijzen risico's. 7. Het bestuur van een instelling dient alle beslissingen over zaken als hieronder gemeld aan de voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders te onderwerpen. Het betreft: a. het bezwaren of vervreemden van onroerend goed of de verlening van enig zakelijk recht b. het aangaan van geldleningen c. het wijzigen van de bestemming van eigendommen 8. Indien de in artikel 7 bedoelde toestemming niet is gevraagd of verkregen, vervalt voor de toekomst eventuele aanspraak op subsidie en kunnen eerder toegekende subsidies worden ingetrokken of verlaagd. 9. Bij vervreemding van roerende en/of onroerende zaken kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat de voor de aanschaf van die goederen gebruikte subsidies, vermeerderd met een evenredig deel van de eventuele waardestijging, in de gemeentekas wordt teruggestort. 10. Burgemeester en wethouders kunnen eisen dat een instelling bij haar aanvraag tot subsidievaststelling een verklaring omtrent het onderzoek van een accountant toevoegt naar de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de verstrekte informatie en de gedeclareerde subsidie. Deze verklaring strekt zich niet alleen uit tot de rechtmatigheid maar ook tot een doelmatige en doeltreffende besteding van de toegekende subsidie.
Concept subsidieverordening
5
11. Een instelling kan door burgemeester en wethouders worden vrijgesteld van de genoemde eis in lid 10 wanneer zij de boekhouding laat verzorgen door een bij de Kamer van Koophandel ingeschreven administratiekantoor. 12. Indien de instelling geen gebruik maakt van de diensten van een administratiekantoor en geen verklaring hoeft te overleggen van een erkende accountant, dient de instelling ervoor zorg te dragen dat alle stukken zijn ondertekend door tenminste twee bestuursleden, waaronder de voorzitter. 13. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor om in voorkomende gevallen inzage te verlangen in de administratie van de instelling. 14. Instellingen die krachtens deze verordening subsidie ontvangen, dienen de aanwijzingen op te volgen die hen in het belang van een goede administratie voor of namens burgemeester en wethouders worden gegeven. 15. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor om voor rekening van de gemeente Beemster een registeraccountant onderzoek naar de financiële stukken te laten verrichten. 16. Mocht blijken dat een instelling laakbaar handelen verweten kan worden, dan dient de instelling alsnog de kosten van het accountantsonderzoek voor haar rekening te nemen. II
SUBSIDIES
Algemene voorwaarden
Artikel 7 Instellingen zijn subsidiabel indien: a. b. c. d. e. f. g. h. i.
Subsidie noodzakelijk is voor het voortbestaan van de instelling Zij naar het oordeel van burgemeester en wethouders, in een behoefte voorzien van de gehele bevolking of specifieke doelgroepen daarbinnen, mede gelet op de pluriforme samenstelling en de spreiding van de bevolking van de gemeente Beemster Activiteiten naar het oordeel van burgemeester en wethouders passen binnen het beleid dat de gemeente wenst te voeren en dat gericht is op deelname van jeugd en ouderen Door de instelling geen systeem van ballotage wordt toegepast bij de bepaling wie wel of niet deelnemer, gebruiker of lid kan zijn De activiteiten van de instelling, in het licht van de statutaire doelstelling, algemeen toegankelijk zijn De instelling voor haar activiteiten gebruik maakt van in de gemeente Beemster gelegen accommodaties De instelling die de activiteiten wil leveren aan de deelnemers, c.q. gebruikers of leden prijzen en contributies in rekening brengt die marktconform zijn aan de gebruiken in de regionale markt De instelling zich ten volle houdt aan de door burgemeester en wethouders gestelde en in de toekomst nog te stellen algemene regels, zoals op het terrein van alcohol-, drugs- en rookbeleid, emancipatie enz. De instelling op 1 januari van het jaar waarover het subsidie wordt gevraagd, tenminste 2 jaar bestaat
Artikel 8 Activiteiten en prestaties van instellingen met een horecavergunning die accommodaties aanbieden dan wel accommodatiegebonden activiteiten kennen, zijn slechts subsidiabel indien de eigen accommodaties uitsluitend gebruikt worden voor verenigingsgebonden, niet commerciële particuliere, persoonlijke activiteiten. Procedure voor aanvraag en behandeling
Artikel 9
Concept subsidieverordening
6
Eerste aanvragen 1. Een eerste aanvraag tot verlening van subsidie moet voor 1 mei van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de subsidie moet dienen, schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend met gebruikmaking van de voorgeschreven formulieren. 2. Bij deze aanvraag moeten worden overlegd: a. Een afschrift van de statuten, de stichtingsakte of het reglement van de instelling en de samenstelling van het bestuur, zoals deze luiden op het moment van de aanvraag en een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel b. Indien van toepassing de exploitatierekening en de balans over het afgelopen jaar c. Een activiteitenplan en begroting voor het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd d. Alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van het subsidie
Artikel 10 Vervolgaanvragen Instellingen die reeds subsidie ontvangen moeten voor 1 mei van enig jaar, bij burgemeester en wethouders een aanvraag tot subsidieverlening indienen met gebruikmaking van de voorgeschreven formulieren. Verder moeten hierbij worden overlegd: a. Het activiteitenplan van de instelling voor het eerstvolgende jaar b. De begroting voor het eerstvolgende jaar c. Het jaarverslag over het voorafgaande jaar d. De exploitatierekening en balans over het voorafgaande jaar e. Alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van het subsidie
Artikel 11 1. Indien de ingediende aanvraag niet is voorzien van alle in artikel 9 en 10 genoemde stukken, ook niet na een termijn van 2 weken voor herstel, kan deze aanvraag niet in behandeling worden genomen en worden de stukken door burgemeester en wethouders aan de instelling geretourneerd. 2. In voorkomende gevallen zijn burgemeester en wethouders gerechtigd de instelling te verzoeken aanvullende informatie te verstrekken alvorens de aanvraag tot subsidieverlening in behandeling wordt genomen.
III
DEELVERORDENING SPORT
Bereik Concept subsidieverordening
7
Artikel 12 De deelverordening omvat de volgende verenigingen: • • • • • • • • •
Handbalvereniging Voetbalvereniging Tennisvereniging Tafeltennisvereniging Volleybalvereniging Gymnastiekvereniging Judovereniging IJsbaanvereniging Dam en schaakvereniging
Voorwaarden
Artikel 13 Aan een sportvereniging wordt subsidie verleend mits de instelling: a. Een Beemster vereniging is, inhoudende dat het een in Beemster gevestigde instelling is die haar werkterrein in Beemster heeft b. Is aangesloten bij een landelijke, provinciale of regionale overkoepelende organisatie op het betreffende sportgebied c. Minimaal 20 Beemster leden heeft Subsidie
Artikel 14 1. 2. 3. 4. 5.
6.
Aan een sportvereniging wordt van de contributie inkomsten van elk in Beemster woonachtig lid een subsidie van 5% verleend met een maximum van € 3000,-. Aan een sportvereniging wordt een subsidie van € 15,- aan elk in Beemster woonachtig jeugdlid tot 12 jaar verleend. Aan een sportvereniging wordt een subsidie van € 25,- aan elk in Beemster woonachtig jeugdlid vanaf 12 jaar tot en met 17 jaar verleend. Aan een sportvereniging wordt een subsidie van € 5,- aan elk in Beemster woonachtig 55 plusser verleend. Aan een sportvereniging wordt in de daadwerkelijke en aantoonbare kosten ter bevordering van de deskundigheid van het sporttechnisch, bestuurlijk en technisch vrijwillig kader, subsidie verleend tot een maximum van € 250,00 per jaar 5a. Subsidiabele kosten als vermeld onder lid 5 zijn de werkelijke cursuskosten en boeken. Geen reiskosten, lunch, overnachtingen. Het subsidie wordt slechts vastgesteld als de cursus met goed gevolg wordt afgesloten. 5b. het volgen van de cursus in een redelijke verhouding staat tot het belang dat de vereniging er aan ontleent. 5c. een aanvraag om subsidie voor kadercursussen moet drie maanden voor aanvang van de cursus schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend, onder bijvoeging van: - een omschrijving van de cursus en de cursusinhoud; - een opgave van leden die de cursus willen volgen, onder vermelding van naam en adres; - een gespecificeerd overzicht van de cursuskosten. Een sportvereniging kan 10% van de trainingskosten vergoed krijgen op basis van de verhouding Beemsterleden tot het totaal aantal leden, met een maximum van € 3000,-. Zie 6a. 6a.Onder trainerskosten wordt verstaan directe personeelskosten, dit is het salaris en verzekeringen. Dit zijn geen reiskosten, overnachtingen, materiaalkosten of vrijwilligersvergoedingen. Hier dient een jaaropgave en arbeidsovereenkomst met trainer bij de subsidieaanvraag bijgevoegd te worden.
Nadere voorwaarden sportverenigingen Concept subsidieverordening
8
Artikel 15 1. 2.
IV
Een sportvereniging dient bij het aanvragen van subsidie een lijst te overleggen, waarin vermeld zijn: naam, adres en geboortedatum van degenen die op het moment van aanvrage lid zijn. In de lijst bedoeld onder lid 1 dient gespecificeerd een onderscheid te worden gemaakt tussen: a. het totaal aantal leden b. het totaal aantal in Beemster woonachtige jeugdleden tot 12 jaar c. het totaal aantal in Beemster woonachtige jeugdleden vanaf 12 jaar tot en met 17 jaar d. het totaal aantal in Beemster woonachtige seniorleden vanaf 55 jaar
DEELVERORDENING CULTUUR, VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSWERK Concept subsidieverordening
9
Bereik
Artikel 16 De deelverordening omvat de volgende categorieën: A. B. C. D. E. F. G. H. I.
Toneelverenigingen Orkesten Fanfare Zangverenigingen Theater en culturele instellingen Vormings- en ontwikkelingswerk Bibliotheek Jeugd en jongerenwerk Peuterspeelzaalwerk
Voorwaarden geldend voor de categorie A tot en met D
Artikel 17 Een instelling komt in aanmerking voor subsidie mits de instelling: 1. Minimaal 1 opvoering houdt in de gemeente Beemster, die voor iedereen toegankelijk is 2. Bij de opvoering entree wordt geheven 3. Er bij de opvoering verdere inkomsten van derden zijn Subsidie
Artikel 18 1. Ten behoeve van een openbare opvoering in Beemster wordt een subsidie van maximaal € 200,- per voorstelling beschikbaar gesteld met een maximum van € 3000,2. Het subsidie zal nooit meer bedragen dan het verschil tussen kosten en inkomsten van de uitvoering 3. De instelling kan 10% van de kosten van de artistieke leiding vergoed krijgen op basis van de verhouding Beemsterleden tot het totaal aantal leden, tot een maximaal bedrag van € 3000,-. Zie 3a. 3a. Onder kosten voor artistieke leiding wordt verstaan directe personeelskosten, dit zijn het salaris en verzekeringen. Dit zijn geen reiskosten, overnachtingen of materiaalkosten of vrijwilligersvergoedingen. Hier dient een jaaropgave en arbeidsovereenkomst met de artistieke leiding bijgevoegd te worden. 4. Aan een instelling wordt in de daadwerkelijke en aantoonbare kosten ter bevordering van de deskundigheid van het bestuurlijk en technisch vrijwillig kader, subsidie verleend tot een maximum van € 250,00 per vereniging per jaar door het college goedgekeurde cursuskosten 4a. Subsidiabele kosten als vermeld onder lid 4 zijn de werkelijke cursuskosten en boeken. Geen reiskosten, lunch, overnachtingen. Het subsidie wordt slechts vastgesteld als de cursus met goed gevolg wordt afgesloten. 4b. het volgen van de cursus in een redelijke verhouding staat tot het belang dat de vereniging er aan ontleent. 4c. een aanvraag om subsidie voor kadercursussen moet drie maanden voor aanvang van de cursus schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend, onder bijvoeging van: - een omschrijving van de cursus en de cursusinhoud; - een opgave van leden die de cursus willen volgen, onder vermelding van naam en adres; - een gespecificeerd overzicht van de cursuskosten.
Subsidie cultuur, vormings- en ontwikkelingswerk per categorie Aanvullende bepalingen Concept subsidieverordening
10
Categorie B en C
Artikel 19 De instelling dient een overzicht in te leveren van de jaarlijkse afschrijving van de instrumenten die in het bezit zijn van de instelling. Er wordt uitgegaan van een afschrijvingsduur van 15 jaar. De gemeente vergoedt 50% van deze afschrijvingswaarde met een maximum bedrag van € 5000,-. Categorie E
Artikel 20 Categorie E ontvangt een subsidie op basis van het aantal voorstellingen, resp. activiteiten als volgt, met een minimum van 20 bezoekers: Categorie E1. Theater 1. Per instelling 10% van de ontvangen recettes met een maximumbedrag van € 3000,-. 2. Een bedrag van € 125,- voor een theatervoorstelling voor volwassenen met een maximumbedrag van € 3000,-. 3. Een bedrag van € 200,- voor een theatervoorstelling speciaal voor jongeren tot en met 17 jaar met een maximumbedrag van € 3000,-. 4. Verrekening geschiedt op jaarbasis over het voorafgaande jaar op basis van bezoekersoverzichten en recettes per voorstelling, resp. activiteit. Categorie E2. Culturele instellingen 1. Per instelling 10% van de ontvangen recettes met een maximumbedrag van € 3000,-. 2. Een bedrag van € 25,- per georganiseerde activiteit die voor iedereen toegankelijk moet zijn, met een maximum van € 1000,-. Categorie F Overig vormings- en ontwikkelingswerk
Artikel 21 Het Cultureel Jongeren Paspoort (CJP) ontvangt een subsidie per persoon per jaar op basis van een overzicht van het aantal deelnemers dat jaarlijks door de organisatie wordt aangeleverd met een maximumbedrag van € 500,-. per jaar. De hoogte van het subsidie per persoon wordt jaarlijks door burgemeester en wethouders vastgesteld. Het Katholiek Vrouwengilde en de Vrouwen van Nu ontvangen een subsidie per persoon per jaar op basis van een overzicht van het aantal leden van de organisatie. De hoogte van het subsidie per persoon wordt jaarlijks door burgemeester en wethouders vastgesteld, met een maximum van € 500,- per jaar. Categorie G Voorwaarden
Artikel 22 1. Bibliotheek Beemster is een vrijwilligers bibliotheek die werkt met professionele ondersteuning. 2. Bibliotheek Beemster neemt deel aan een basisbibliotheek, teneinde de hieraan verbonden samenwerkingsvoordelen te kunnen behalen. 3. Bibliotheek Beemster onderhoudt een lokaal netwerk bestaande uit de bibliotheek, de scholen, de stichting Kinderopvang en andere culturele en educatieve instellingen. 4. De Stichting Bibliotheek Beemster dient iedere 5 jaar aan de Raad een beleidsplan voor te leggen. 5. Dit beleidsplan wordt getoetst aan de subsidieverordening Beemster. Tarieven
Artikel 23 Concept subsidieverordening
11
Het tarievenbeleid is opgenomen in het beleidsplan van de Stichting Bibliotheek Beemster en voldoet minimaal aan de volgende voorwaarden: 1. Voor jongeren tot 18 jaar geldt een contributievrijdom 2. Voor volwassenen wordt een contributie gehanteerd die in verhouding staat tot de geleverde diensten 3. Audiovisuele materialen worden kostendekkend aangeboden Vaststelling subsidie
Artikel 24 De raad stelt jaarlijks het bedrag van de subsidie vast. Bij gelijkblijvende dienstverlening zal het jaarlijks subsidie niet minder bedragen dan € 11.- per inwoner. Categorie H Algemeen
Artikel 25 Eenmaal per 4 jaar wordt door de stichting Welsaen een beleidsplan opgesteld. Subsidie Welsaen
Artikel 26 Aan de stichting Welsaen wordt een jaarlijks subsidie verleend op basis van het beleidsplan. Dit subsidie bestaat uit de volgende onderdelen: 1. 2. 3. 4.
Salariskosten van een jongerenwerker Salariskosten voor een beheerder Een bijdrage voor de directiekosten Een bedrag voor jeugdactiviteiten
Deze bedragen worden jaarlijks door de Raad vastgesteld op basis van het beleidsplan. Subsidie speeltuinverenigingen
Artikel 27 Een speeltuin komt in aanmerking voor subsidie als de speeltuin voldoet aan de wettelijke eisen gesteld in het Attractiebesluit veiligheid speeltoestellen. De speeltuin dient elk jaar een inspectierapport door een erkend inspectiebedrijf te laten uitvoeren en dit rapport bij te voegen bij de subsidieaanvraag. De instelling dient een overzicht in te leveren van de jaarlijkse afschrijving van de speeltoestellen die in het bezit zijn van de instelling. Er wordt uitgegaan van een afschrijvingsduur van de speeltoestellen van 10 jaar.
Artikel 28 1. Het subsidie bedraagt 50% van de afschrijvingswaarde van de speeltoestellen (uitgaande van de afschrijvingsduur van 10 jaar) met een maximum bedrag van € 5000,-. 2. De speeltuin ontvangt € 25,- per georganiseerde activiteit voor kinderen.
Categorie I Algemeen Concept subsidieverordening
12
Artikel 29 1. Elk jaar wordt door de instelling voor peuterspeelzaalwerk een activiteitenprogramma opgesteld, volgens de daarvoor geldende doelstellingen en methodieken. 2. Een zelfde peuter mag de peuterspeelzaal bezoeken gedurende ten hoogste 2 dagdelen per week. 3. Een uitzondering op lid 2 kan worden gemaakt voor kinderen voor wie het voor de taalontwikkeling noodzakelijk is de peuterspeelzaal vaker te bezoeken. 4. Een groep bestaat uit tenminste 10 en ten hoogste 20 peuters. Subsidie
Artikel 30 1. Het subsidie bedraagt 50% van de totale jaarrekening peuterspeelzaalwerk. 2. Van 1 januari 2004 t/m 31 december 2014 wordt een afgesproken bedrag als subsidie voor de huisvesting verstrekt. V DEELVERORDENING OUDEREN
Artikel 31
Bereik
Het betreft hier de volgende instellingen, welke zich bezighouden met activiteiten in Beemster, gericht op ouderen: A. B. C.
Steenwerpersclub Bejaardensociëteit Koersbalclub
Artikel 32
Algemene basissubsidie
1. 2.
Een instelling dient tenminste 20 betalende leden te hebben. Aan de instelling bedoeld in lid 1 wordt van de contributie inkomsten van 55+ leden die uit de Beemster komen een subsidie van 5% verleend met een maximumbedrag € 3000,-. 3. Aan de instelling bedoeld in lid 1 wordt € 5,- subsidie verleend aan 55+leden die uit de Beemster komen. 4. Aan een instelling wordt in de daadwerkelijke en aantoonbare kosten ter bevordering van de deskundigheid van het bestuurlijk en technisch kader, subsidie verleend tot een maximum van € 250,00 per vereniging per jaar door burgemeester en wethouders goedgekeurde cursuskosten 4a. Subsidiabele kosten als vermeld onder lid 4 zijn de werkelijke cursuskosten en boeken. Geen reiskosten, lunch, overnachtingen. Het subsidie wordt slechts vastgesteld als de cursus met goed gevolg wordt afgesloten. 4b. het volgen van de cursus in een redelijke verhouding staat tot het belang dat de vereniging er aan ontleent. 4c. een aanvraag om subsidie voor kadercursussen moet drie maanden voor aanvang van de cursus schriftelijk bij burgemeester en wethouders worden ingediend, onder bijvoeging van: - een omschrijving van de cursus en de cursusinhoud; - een opgave van leden die de cursus willen volgen, onder vermelding van naam en adres; - een gespecificeerd overzicht van de cursuskosten.
VI
DEELVERORDENING VOLKSGEZONDHEID
Artikel 33
Bereik Concept subsidieverordening
13
Het betreft uitsluitend instellingen met een plaatselijk karakter.
Artikel 34 Het subsidie is op basis van het aantal inwoners in het jaar waarop het subsidie wordt aangevraagd. De hoogte van het subsidie kan per jaar verschillen en wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld. 1. Het subsidie voor 2006 is vastgesteld op het bedrag van 2,5 cent per inwoner van de gemeente Beemster. VII
STELPOST WIJKGEBONDEN VOORZIENINGEN
Artikel 35 Burgemeester en wethouders kunnen tot een maximum van totaal € 1500,- subsidie toekennen aan: Wijkgebonden voorzieningen die buiten de subsidieverordening vallen. VIII
SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 36 1.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd: a. een of meer bepalingen van deze verordening in bijzondere gevallen niet van toepassing te verklaren b. naast de in deze verordening genoemde voorwaarden bijzondere voorwaarden te verbinden aan het verlenen van subsidie c. beslissingen te nemen in die gevallen waarin deze verordening niet voorziet
2.
Burgemeester en wethouders horen de commissie samenlevingszaken voordat zij aan het bepaalde in artikel 36.1 lid a en b toepassing verlenen. Burgemeester en wethouders hebben bepaald een overgangsperiode van drie jaar te hanteren.
3.
Artikel 37 Op alle aanvragen voor subsidieverlening voor het jaar 2006 en volgende zijn de bepalingen van deze verordening van toepassing.
Artikel 38 Deze verordening vervangt de Algemene Subsidieverordening van 15 juni 2000 en de Criteriumnota van 2001.
Artikel 39 1. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Algemene Subsidieverordening sport, cultuur, vormingsen ontwikkelingswerk, ouderen en volksgezondheid van de gemeente Beemster. 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006 en geldt voor de subsidieaanvragen voor 2006.
Concept subsidieverordening
14